MEDEDELING. Toelichting bij het model van evaluatiereglement. Voorafgaande opmerkingen. Artikel 1 Wettelijk kader en omzendbrieven

Vergelijkbare documenten
Functionerings- en evaluatiereglement in het kader van loopbaanbegeleiding Goedkeuring Schoolbestuur: 10/02/2010 Goedkeuring LOC: 10/02/2010

Artikel 1 Wettelijk kader en omzendbrieven

FUNCTIONERINGS- EN EVALUATIEREGLEMENT IN HET KADER VAN LOOPBAANBEGELEIDING

FUNCTIONERINGS- EN EVALUATIEREGLEMENT IN HET KADER VAN LOOPBAANBEGELEIDING

Collegestraat St-Niklaas 03 / /

FUNCTIONERINGS- EN EVALUATIEREGLEMENT IN HET KADER VAN LOOPBAANBEGELEIDING VAN SGKBO AARSCHOT-BETEKOM-HOUWAART

FUNCTIONERINGS- EN EVALUATIEREGLEMENT IN HET KADER VAN LOOPBAANBEGELEIDING

Evaluatiereglement Stedelijk onderwijs Oostende

EVALUATIEREGLEMENT - GROEP T HOGESCHOOL LEUVEN - Evaluatiereglement, 20 november 2000

SCHOLENGEMEENSCHAP SAS BRUSSEL AFSPRAKEN ROND FUNCTIEBESCHRIJVING, FUNCTIONERINGSGESPREK, EVALUATIEGESPREK

GEMEENTE Overzichtslijst overgemaakt op 28 DECEMBER 2011 KNOKKE-HEIST

Loopbaanbegeleiding in dialoog

Functiebeschrijving, functioneringsgesprek en evaluatie

EINDE AANSTELLING EN ONTSLAG

FUNCTIONEREN EVALUEREN. CLB van het GO!

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 2 / (...)

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 3 / (...)

FUNCTIONERINGS- EN EVALUATIEGESPREKKEN

Evaluatie directeur op basis van de functiebeschrijving. Afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO/2011/8/ / 12 december 2011

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/034/(...)

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING. GVO / 2015 / 5 / / 30 september 2015

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/032/,

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/025/.

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/036/( ), ( ) (II)

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/035/( ), ( ) (II)

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING. GVO / 2016 / 5 / / 7 september 2016

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING. GVO / 2015 / 2 / / 30 juni 2015

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

Vlaamse Regering. Ontwerp van decreet houdende dringende maatregelen met betrekking tot functiebeschrijving en evaluatie DE VLAAMSE REGERING,

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

Dossier. Functiebeschrijving Functioneringsgesprekken Evaluatie. Opgesteld 6 mei 2008 Aangepast 14 december 2012

Functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluatie

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/011/

SCHOLENGEMEENSCHAP SAS BRUSSEL AFSPRAKEN ROND FUNCTIEBESCHRIJVING, FUNCTIONERINGSGESPREK, EVALUATIEGESPREK

Opmerkingen van COC bij de mededeling van het VVKSO betreffende. Functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluatie

ONTWERP VAN DECREET houdende dringende maatregelen met betrekking tot functiebeschrijving en evaluatie in het onderwijs

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/012/

betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/214/(...)

Tijdelijke aanstelling en aanvangsbegeleiding vanaf 1 september 2019

FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR

EVALUATIE VAN HET ADMINISTRATIEF EN TECHNISCH PERSONEEL - REGLEMENT

Plaats voor logo school DOSSIER FU CTIEBESCHRIJVI G FU CTIO ERI GSGESPREKKE EVALUATIE. Definitieve versie 6 mei

FUNCTIEBESCHRIJVING TECHNISCH ADVISEUR-COÖRDINATOR

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

Vacature voor het ambt van administratief directeur (M/V) in de Don Bosco campus te Haacht

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2013/016/,

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0272/1

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

FUNCTIEBESCHRIJVING Onderwijzer ASV-LO

Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur

Functiebeschrijving. Directeur secundair onderwijs. De algemene afspraken werden op het Tussencomité onderhandeld - zie protocol dd.

Met ingang van 1 september 2011 wordt het stelsel van VVP/ziekte volledig hervormd onder de modaliteiten die we hierna uiteenzetten.

Functioneren en evalueren. Prelude. Overzicht 25/04/2016

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2016 / 6 / /18 oktober 2016

- de ambtenaar instelt tegen de evaluatie onvoldoende en tegen de beslissing tot loopbaanvertraging.

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING. Nr. GO/ 2013 / 04 / / 2 OKTOBER 2013

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

PERSONEELSDIENST VOORBEREIDING EVALUATIEGESPREK

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

Wettelijke bepalingen Dit moet u doornemen

De prestatieregeling in het gewoon basisonderwijs

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

VR DOC.1605/2

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2017 / 12 / / 21 juni 2017

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2011 / 12 /.. / 19 oktober 2011

woord vooraf 11 inleiding 13 Hoofdstuk 1 Personeelsevaluatiesysteem in het Vlaamse onderwijs 17

KAMER VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2015 / 11 / / 19 augustus 2015., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

Bijlage: Mogelijke evaluatiecriteria voor leraren secundair onderwijs

VACANTVERKLARING VAN BETREKKINGEN IN WERVINGSAMBTEN

VR DOC.1196/2BIS

Gelet op de kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij op 27

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 1 / (...)

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire provinciepersoneel

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

Kwaliteitshandboek 4.7. Organisatiegerichte processen Het evalueren van het personeel. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 7 / (...)

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING,

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/181/,

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2006/122/.

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/026/ (II)

De betrekkingen in de ambten van adjunct-directeur, coördinator, technisch adviseur en technisch adviseur-coördinator

Vacature voltijdse OPVOEDER vanaf 1 september 2016 in het Sint-Jozefsinstituut van Ternat

REGLEMENT BEOORDELINGSGESPREKKEN

GECORO WAREGEM Huishoudelijk reglement

KAMER VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VAN HET COLLEGE VAN BEROEP BESLISSING

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS VERBETERDE BESLISSING. GVO / 2018 / 8 / / 9 mei 2018

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

DE KAMER VOOR HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS


Overeenkomst tussen de schoolraad, het schoolbestuur en de directeur over de procedureregels bij het uitoefenen van de participatierechten

Transcriptie:

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO-2008-013 datum : 2008-01-30 gewijzigd : contact : dps.vvkso@vsko.be, 02 507 07 01 Toelichting bij het model van evaluatiereglement Voorafgaande opmerkingen De algemene afspraken inzake evaluatie van de personeelsleden worden onderhandeld in het OCSG en worden best vastgelegd in een evaluatiereglement. Een evaluatiereglement is geen decretale verplichting. Daarom is de invulling ervan - mits het respecteren van de decretale bepalingen - vrij. Zo kunnen er naast afspraken die rechtstreeks met de evaluatie zelf te maken hebben ook afspraken in voorkomen met betrekking tot het functioneren van de personeelsleden en het voeren van functioneringsgesprekken. Het model van evaluatiereglement dat in bijlage is toegevoegd, is in overeenstemming met de Mededeling Functiebeschrijving, functioneringsgesprekken en evaluatie (M-VVKSO-2007-050). Het kan gebruikt worden bij de onderhandelingen in het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap (OCSG). In de verdere toelichting wordt het model kortweg het evaluatiereglement genoemd. Om het onderscheid decretale bepalingen versus eigen invulling duidelijk te maken, hebben we in het model gekozen voor de volgende lay-out en tekstweergave: gewone tekst: dit zijn bepalingen die hun oorsprong vinden in het wettelijk kader of bepalingen die o.i. dienen opgenomen te worden om aan het evaluatiereglement een veilige juridische basis te geven; gearceerde tekst: dit zijn bepalingen die een meerwaarde kunnen betekenen binnen het evaluatiereglement, maar die juridisch niet strikt noodzakelijk zijn. Wij pleiten er evenwel voor om ze toch op te nemen. In de bijlage van deze mededeling stellen wij het model als dusdanig in een Word-versie ter beschikking. Deze versie is gemakkelijk te bewerken en aan te passen na onderhandelingen in het OCSG en/of het LOC. Met evaluator wordt in het reglement steeds de eerste evaluator bedoeld. Voor de directeur en desgevallend de adjunct-directeur wordt met evaluator het schoolbestuur bedoeld. Wanneer een bepaling betrekking heeft op de tweede evaluator wordt dit expliciet vermeld. De evaluatielijst wie evalueert wie zal dit aanduiden. Artikel 1 Wettelijk kader en omzendbrieven Dit artikel somt de strikte wetgeving op, aangevuld met de ministeriële omzendbrieven die van overheidswege worden voorzien als een toelichting bij de regelgeving. Omzendbrieven zijn wel geen bron van recht. Artikel 2 Protocollen en documenten Het evaluatiereglement dat ontstaat op niveau van de scholengemeenschap, gaat ervan uit dat elk individueel schoolbestuur omtrent de geïndividualiseerde functiebeschrijvingen nog verdere afspraken maakt die resulteren in

2 2008-01-30 M-VVKSO-2008-013 een afzonderlijk protocol. Zo moet bijvoorbeeld de lijst met instellingsgebonden opdrachten onderhandeld worden op niveau van het LOC. Dat kan resulteren in een aanvullend of een nieuw protocol. Afschriften van de protocollen dienen bewaard te worden op een plaats waar de personeelsleden ze kunnen raadplegen: meer bepaald de zetel van de onderneming en de plaats waar het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden. Met het oog op een maximale transparantie en eenvormigheid in de procedure is het aangewezen tot een akkoord te komen over de formulieren die bij de evaluatie gebruikt zullen worden. Blanco exemplaren van deze formulieren kunnen bij het evaluatiereglement gevoegd worden. Artikel 3 Algemene principes Artikel 3 geeft de context aan waarbinnen de evaluaties moeten gesitueerd worden in de instellingen. Met ingang van 1 september 2007 kunnen voor het eerst evaluaties van personeelsleden plaatsvinden waarvoor een onvoldoende kan worden gegeven met rechtsgevolgen. Het decreet rechtspositie stelt dat de evaluatie moet gebeuren op basis van een geïndividualiseerde functiebeschrijving. De geïndividualiseerde functiebeschrijvingen zelf moeten in overeenstemming zijn met de arbeidsovereenkomsten en de documenten die er deel van uitmaken. Paragraaf 5 van dit artikel verduidelijkt dat de tuchtregeling een context heeft die verschilt van de evaluatieregeling. De evaluatieregeling heeft betrekking op het totaal functioneren van het personeelslid gerelateerd aan de individuele functiebeschrijving. De tuchtregeling is van toepassing wanneer het personeelslid inbreuken pleegt op de plichten hem opgelegd door het decreet rechtspositie of door zijn arbeidsovereenkomst en bijhorende documenten. Opdat de evaluatie zo weinig mogelijk zou overkomen als bedreigend of zou resulteren in een niet-verwachte eindconclusie, stelt paragraaf 9 dat ze op een transparante, coherente en inzichtelijke wijze tot stand moet komen. Paragraaf 10: een evaluatie berust op vertrouwen, in de eerste plaats tussen de evaluator en het personeelslid. Het is logisch dat dit vertrouwen in al zijn facetten moet kunnen gevrijwaard worden. Artikel 4 Evaluatoren Paragraaf 2: het bezorgen van een evaluatielijst aan de personeelsleden 1 bevordert de transparantie van het evaluatieproces en biedt meer garanties op de gelijke behandeling van de personeelsleden. Paragraaf 5: het invullen van de rol van de tweede evaluator vergroot het algemeen comfort van de regeling inzake functiebeschrijving en evaluatie voor de betrokken partijen. Wanneer deze rol wordt uitgetekend op het niveau van het lokaal onderhandelingscomité bevordert dat opnieuw het gelijkheidsgevoel voor de personeelsleden. Een onderhandelde invulling van de functie van de tweede evaluator zal zijn rol in het evaluatieproces voor beide partijen evident maken. Op lokaal niveau kunnen, indien nodig, nog aanvullende afspraken gemaakt. Paragraaf 8: het is niet aangewezen dat een familielid of verwante optreedt als evaluator. Wanneer er decretaal geen andere mogelijkheid is, zal dit toch moeten gebeuren. Voorbeelden van graden van verwantschap: twee broers staan in de tweede graad tot elkaar; oom en neef, in de derde graad; volle neven, in de vierde graad. Artikel 5 Functiebeschrijving Paragraaf 1 bevat een alternatief voor de decretale verplichting: het opstellen van een geïndividualiseerde functiebeschrijving kan ook bij aanstelling voor een kortere periode dan 104 dagen. Men zou voor het alternatief kunnen opteren omdat men nooit volledige zekerheid heeft over de duur van een aanstelling ter vervanging van een afwezig personeelslid. Dit heeft het voordeel dat er vrij vlug een functioneringsgesprek kan gevoerd worden. Een goed human recources-beleid houdt waarborgen in. Een geïmplementeerd adequaat aanwervingsbeleid voorkomt een mogelijk ongenoegen van de betrokken partijen. Per ambt kan op het niveau van het schoolbestuur of scholengemeenschap 1 Cfr. artikel 2 van het evaluatiereglement

3 2008-01-30 M-VVKSO-2008-013 een algemeen model van functiebeschrijving opgemaakt worden. Bij een personeelslid dat maar net in dienst is getreden, is het dan best mogelijk dat zijn geïndividualiseerde functiebeschrijving analoog is aan het model van functiebeschrijving van zijn ambt. In een latere fase kan men meer gaan individualiseren door bijvoorbeeld persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen toe te voegen aan de functiebeschrijving of doordat het personeelslid na verloop van tijd meer verantwoordelijkheid toebedeeld krijgt bijvoorbeeld in de vorm van specifieke instellingsgebonden opdrachten. Artikel 6 Functioneringsgesprekken Paragraaf 4: het aantal functioneringsgesprekken is decretaal niet bepaald. Dat betekent dat in theorie één functioneringsgesprek volstaat. Gelet op de doelstelling van het evaluatieproces is het logisch het aantal functioneringsgesprekken dat nodig is, geval per geval te bekijken. Paragraaf 5: de evaluator draagt er zorg voor dat omtrent het tijdstip van het functioneringsgesprek geen onduidelijkheid kan bestaan. Een uitnodiging per e-mail kan een werkwijze zijn. Paragraaf 6: ook het personeelslid zelf kan verzoeken tot een functioneringsgesprek. Normaliter verwachten we dat de evaluator, op het verzoek zal ingaan. Het stelt de evaluator immers in staat om te vernemen wat het personeelslid belangrijk vindt. We gebruiken hier het woord normaliter omdat we ervan uitgaan dat personeelsleden geen misbruik zullen maken van dergelijke modaliteit. Wanneer dit laatste zou blijken dringen andere afspraken of regelingen zich op. Paragraaf 9: ook evaluatoren en de school als organisatie hebben er baat bij de waarden en de meningen van de personeelsleden te vernemen en te begrijpen. Dit kan ook tijdens informele contacten. Paragraaf 10: bij de planning van de functioneringsgesprekken wordt rekening gehouden met de agenda s van de betrokken partijen. Dit getuigt van wederzijds respect. Artikel 7 Evaluatie Paragraaf 2: er wordt in het evaluatiereglement en de evaluatieregeling uitgegaan van het principe dat alle personeelsleden goed functioneren. Bijkomende kwalificaties voor de eindconclusie voldoende zijn daarom overbodig. Eerder uitzonderlijk zal een onvoldoende noodzakelijk zijn. Paragraaf 3: aan alle taken binnen een functiebeschrijving moet niet eenzelfde gewicht toegekend worden. Dit impliceert niet dat bepaalde taken niet moeten uitgevoerd worden, evenmin dat voor sommige taken minder zorgvuldigheid vereist wordt. Maar voor de evaluatie kan voorzien worden dat onvoldoende presteren op één of meer taken waar een groter gewicht aan toegekend is (bijvoorbeeld het lesgeven zelf uit de geïntegreerde lerarenopdracht) per definitie een eindconclusie onvoldoende tot gevolg heeft. Paragraaf 4: aangezien de evaluatieregeling als een positief beleidsinstrument wordt gehanteerd is remediëring een onderdeel van een verbetertraject. Artikel 7 bis Tijdstip evaluatie Paragraaf 1 tweede lid: het is aangewezen om op sleutelmomenten in de loopbaan van een personeelslid, een evaluatie in de zin van het decreet te voorzien. Artikel 7 ter Evaluatieformulieren De evaluatieprocedure heeft de ondersteuning van het personeel nodig. Wanneer het verwachtingspatroon na samenspraak kan geduid en vastgelegd worden in een standaard evaluatieformulier, zal het evaluatieproces meer gedragen worden. Een geijkte evaluatieprocedure waarborgt de objectiviteit.

4 2008-01-30 M-VVKSO-2008-013 Artikel 7 quater Evaluatiegesprek Paragraaf 3: het uittekenen van de slotfase van de evaluatieperiode heeft als voordeel dat de evaluatieprocedure voor alle personeelsleden in principe gelijkaardig afgerond wordt. Ook bij de uitnodiging tot het evaluatiegesprek moet de evaluator ervoor zorgen dat het personeelslid tijdig op de hoogte is en dat er omtrent het tijdstip geen onduidelijkheid kan bestaan. Een uitnodiging per e-mail kan een werkwijze zijn. Paragraaf 6: bij de planning van de evaluatiegesprekken wordt rekening gehouden met de agenda s van de betrokken partijen. Dit getuigt van wederzijds respect. Artikel 7 quinquies Het evaluatieverslag Alle personeelsleden ontvangen een blanco evaluatieverslag. Hierdoor zijn alle personeelsleden op de hoogte van de formele middelen die gebruikt worden bij het evalueren. Dit bevordert de herkenbaarheid en daardoor zal de evaluatieprocedure meer gedragen worden. Artikel 7 septies Het evaluatiedossier Voor de vlotte werking wordt het beheer van het evaluatiedossier, binnen een lopende evaluatieperiode, overgelaten aan de evaluator. De evaluator is verantwoordelijk voor de beoordeling van het personeelslid en dient bijgevolg hiertoe de relevante stukken op te nemen in een evaluatiedossier. De evaluator dient de dossierstukken te authenticeren. Dit betekent dat de evaluator alle stukken inschat en beoordeelt als rechtmatig en deze aan het dossier toevoegt. De evaluator stelt zich hierbij op als een goede huisvader. Deze opstelling impliceert dat het zuiver overnemen van verslagen, brieven, mails, opgesteld door derden, in principe niet kan. Het is immers de evaluator die moet evalueren, hij kan deze taak niet delegeren. Het is zijn taak om stukken van derden te verwerken in een eigen verslag n.a.v. een functioneringsgesprek. Het komt hem toe zich te vergewissen over de gegrondheid van gemaakte opmerkingen. Daarenboven vereist het recht op verdediging dat het betrokken personeelslid op de hoogte gebracht wordt van de stukken in zijn evaluatiedossier zodat hij gepast kan reageren. Na een definitieve evaluatie kan het dossier van de voorbije periode bewaard worden op een centrale plaats voor de instelling bv. binnen het personeelsdossier. Uiteraard dienen alle maatregelen genomen te worden om het vertrouwelijk karakter van een evaluatiedossier te garanderen. Paragraaf 4: vermits evaluaties betrekking hebben op de totale loopbaan van een personeelslid binnen de instelling spreekt het voor zich dat het dossier bewaard wordt tot het einde van de loopbaan van het personeelslid. Een personeelslid dat ontslag neemt kan misschien later de draad opnieuw opnemen en in dienst treden bij dezelfde inrichtende macht.

1 Bijlage: Model van evaluatiereglement Artikel 1 Wettelijk kader en omzendbrieven Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals gewijzigd en meer in het bijzonder Hoofdstuk Vbis en Vter inzake functiebeschrijving en evaluatie; Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie onvoldoende en betreffende de werking van het college van beroep 1 ; Ministeriële omzendbrief van 29 oktober 2007 betreffende functiebeschrijving en evaluatie; Ministeriële omzendbrief van 06 juni 2003 betreffende tijdelijke aanstelling van doorlopende duur; Ministeriële omzendbrief van 29 november 1999 betreffende vaste benoeming Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van onderwijs en vorming; Artikel 2 Protocollen en documenten Protocol betreffende: de algemene afspraken betreffende de functiebeschrijvingen.; de algemene afspraken betreffende de evaluatie..; de afspraken inzake de instellingsgebonden opdrachten.; het evaluatiereglement...;... 2 Volgende documenten worden bij het evaluatiereglement gevoegd de evaluatielijst: wie evalueert wie ; formulier dat gebruikt wordt ter voorbereiding van een functioneringsgesprek; formulier dat gebruikt wordt ter voorbereiding van een evaluatiegesprek; blanco van het model van evaluatieverslag;... 3 1 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 24-01-2008 2 De benaming en de data vermelden, van de respectieve protocollen, ter uitvoering van de functiebeschrijving - en de evaluatieregeling zoals overeengekomen werd binnen het lokaal comité van de scholengemeenschap/de instelling. Voor het evaluatiereglement zal deze datum de datum zijn van het protocol met betrekking tot het evaluatiereglement. 3 Andere vermelden indien van toepassing

2 Deze formulieren kunnen geraadpleegd worden:. 4 Artikel 3 Algemene principes 1. Elk personeelslid van het gesubsidieerd vrij onderwijs, dat onder de toepassing valt van het decreet rechtspositie, is tijdelijk aangesteld of vast benoemd. Deze tijdelijke aanstelling of vaste benoeming gebeurt door middel van een arbeidsovereenkomst. Een aantal documenten vormt een ondeelbaar geheel met deze arbeidsovereenkomst. Voor een personeelslid van het gesubsidieerd vrij katholiek onderwijs zijn deze documenten: de opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs, het algemeen reglement van het katholiek gewoon en buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs met uitzondering van het volwassenen- en deeltijds kunstonderwijs, het arbeidsreglement, het opvoedingsproject. Bepalingen in de geïndividualiseerde functiebeschrijvingen mogen nooit in strijd zijn met de arbeidsovereenkomst of met de documenten die er integraal deel van uitmaken. Zijn ze dat wel, dan zijn ze nietig. 2. De geïndividualiseerde functiebeschrijving van het personeelslid wordt opgemaakt overeenkomstig het protocol betreffende de functiebeschrijvingen voor het personeel. 3. Er kan bij een evaluatie enkel rekening worden gehouden met prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie daaraan voorafgaande schooljaren. Personeelsleden worden op basis van hun geïndividualiseerde functiebeschrijving minstens éénmaal om de vier jaar geëvalueerd. Dat betekent dat de eerste evaluaties zullen gebeuren binnen de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2011. 4. Elk personeelslid start vanuit een toestand van niet- geëvalueerd zijn. 5. De evaluatieregeling staat volledig los van de tuchtregeling. In tegenstelling tot de evaluatieregeling is de tuchtregeling een sanctioneringinstrument. In geval van tekortkoming aan hun plichten kunnen personeelsleden een tuchtsanctie 5 oplopen. 6. De evaluatie is een appreciatie van het totaal functioneren van het personeelslid gerelateerd aan de individuele functiebeschrijving. Een evaluatie moet gezien worden als: een constructief en positief beleidsinstrument; een middel tot het voeren van een autonoom personeelsbeleid; gericht op het verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs. 7. De evaluatie is een proces dat op een aantoonbare wijze steunt op een nauwkeurige, objectieve en billijke inschatting van de inzet, de prestaties en de competenties van het personeelslid en dat afgesloten wordt met een eindconclusie. 4 De respectieve plaats vermelden waar de documenten kunnen geraadpleegd worden door de personeelsleden. Deze plaats zal de zetel van de onderneming zijn en de plaats waar het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden door de personeelsleden. 5 Cfr., in het bijzonder, Hoofdstuk IX Tuchtregeling van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 betreffende het personeel van het gesubsidieerd onderwijs.

3 8. In de loop van de respectieve evaluatieperiode kunnen afspraken worden gemaakt tussen het personeelslid en de evaluator 6 om, waar nodig, de inzet, de prestaties en de competenties van het personeelslid te verbeteren. In de afspraken zit ook vervat op welke wijze de opvolging door de evaluator zal gebeuren. Er worden mogelijkheden (bijvoorbeeld tijd, middelen) gecreëerd zodat het personeelslid de kans heeft om het opgenomen engagement, vervat in de afspraken, te realiseren. 9. Opdat de evaluatie zou bijdragen tot de aanvaarding van de eindconclusie, gebeurt ze op een transparante, coherente en inzichtelijke wijze. 10. Inzage in en geheimhouding van het evaluatiedossier moeten verzekerd zijn. Bij de verwerking van de gegevens is absolute discretie vereist. De geheimhouding slaat op alle personen die betrokken zijn bij de verwerking van de gegevens. Artikel 4 Evaluatoren 1. De inrichtende macht duidt voor ieder personeelslid de evaluatoren aan, rekening houdend met de decretale bepalingen. 2. Er wordt een evaluatielijst ( wie evalueert wie ) opgemaakt. De evaluatielijst wordt bezorgd aan de personeelsleden. 3. De evaluator heeft als voornaamste taak het personeelslid te coachen in diens functioneren. Het houden van functioneringsgesprekken is een onderdeel van deze taak. De evaluator houdt eveneens het evaluatiegesprek en formuleert de eindconclusie van de evaluatie. 4. Zowel de evaluator als het personeelslid kunnen steeds een beroep doen op de tweede evaluator tijdens de procedure van de functiebeschrijving en de evaluatie. 5. De rol van de tweede evaluator wordt ingevuld als volgt: hij bewaakt de kwaliteit van het ganse evaluatieproces; hij is aanwezig op een functioneringsgesprek indien de evaluator of het personeelslid daarom verzoeken; hij is aanwezig op een evaluatiegesprek indien de evaluator of het personeelslid daarom verzoeken; hij wordt altijd betrokken bij een evaluatie waarvan de evaluator meent dat ze zal leiden tot een eindconclusie onvoldoende ;.. 6. De tweede evaluator kan nooit in de plaats treden van de evaluator en kan de uiteindelijke beslissing van de evaluator niet wijzigen. 7. Voor de evaluatoren wordt in een opleiding voorzien. 8. Een echtgenoot, partner, bloed- of aanverwant, tot en met de vierde graad, kan niet optreden als evaluator, tenzij er decretaal geen andere mogelijkheid is. 6 Met evaluator wordt in dit reglement steeds de eerste evaluator bedoeld. Voor de directeur en desgevallend de adjunctdirecteur wordt met evaluator het schoolbestuur bedoeld. Wanneer een bepaling betrekking heeft op de tweede evaluator wordt dit expliciet vermeld. De evaluatielijst: wie evalueert wie zal dit aanduiden.

4 Artikel 5 Functiebeschrijving 1. Elk personeelslid dat aangesteld is voor meer dan 104 dagen krijgt een geïndividualiseerde functiebeschrijving per ambt en per instelling / pedagogische entiteit. Alternatief Elk personeelslid krijgt een geïndividualiseerde functiebeschrijving. 2. Een geïndividualiseerde functiebeschrijving bevat minimaal alle decretaal vastgelegde elementen en er wordt rekening gehouden met de algemene afspraken inzake functiebeschrijvingen, zoals vastgelegd na onderhandelingen in het lokaal comité. 3. De evaluator en het personeelslid leggen de geïndividualiseerde functiebeschrijving vast tijdens een gesprek. De evaluator dateert en handtekent de geïndividualiseerde functiebeschrijving en het personeelslid tekent voor kennisname. 4. Wanneer het personeelslid en de evaluator het niet eens geraken over de functiebeschrijving dan beslist het schoolbestuur na het horen van beide partijen. 5. De geïndividualiseerde functiebeschrijving kan aangepast worden na een functioneringsgesprek, na een evaluatiegesprek (bij aanvang van een nieuwe evaluatieperiode), bij een belangrijke wijziging van de opdracht. De aangepaste functiebeschrijving wordt opnieuw gedateerd en gehandtekend voor kennisname door het personeelslid. Artikel 6 Functioneringsgesprekken 1. De geïndividualiseerde functiebeschrijving geldt als basis voor functioneringsgesprekken. 2. Het doel van een functioneringsgesprek is het personeelslid te coachen, meer bepaald zijn functioneren te waarderen, te ondersteunen en waar nodig bij te sturen. 3. De evaluator voert de functioneringsgesprekken. Een functioneringsgesprek is gebaseerd op de gelijkwaardigheid tussen de evaluator en het personeelslid. Tijdens een functioneringsgesprek geeft de evaluator voldoende ruimte aan het personeelslid om zowel positieve elementen als knelpunten te duiden. Het personeelslid kan de evaluator om ondersteuning voor zijn dagelijks functioneren vragen. De evaluator heeft de taak om het personeelslid de juiste ondersteuning en begeleiding aan te bieden. 4. Vooraleer over te gaan tot een evaluatie vindt minimaal één functioneringsgesprek plaats. 5. Een personeelslid wordt tijdig uitgenodigd voor een functioneringsgesprek. 6. Het personeelslid kan ook zelf om een functioneringsgesprek verzoeken. In dat geval vindt het functioneringsgesprek plaats binnen een redelijke termijn. 7. De evaluator maakt een verslag van ieder functioneringsgesprek. Het verslag bevat een beknopte weergave van de behandelde onderwerpen. In het verslag worden de overeengekomen afspraken opgenomen tussen het personeelslid en de evaluator en eventueel de aangeboden ondersteuning. Het personeelslid ontvangt een kopie van het verslag.

5 8. De afspraken op het vlak van de persoons-en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die tijdens een functioneringsgesprek gemaakt worden, worden aan de functiebeschrijving toegevoegd. Op die manier wordt een functiebeschrijving verder geïndividualiseerd. 9. Minder formele contacten maken evenzeer deel uit van het begeleidings- en coachingsproces, maar kunnen geen weerslag krijgen in het evaluatiedossier. 10. De functioneringsgesprekken hebben plaats tijdens de openingsuren van de school of onmiddellijk aansluitend op de dienstopdracht van het personeelslid. 7 Artikel 7 Evaluatie 1. De evaluatie is beperkt tot het ambt en de instelling / de pedagogische entiteit. De evaluatie kan uitsluitend betrekking hebben op effectieve prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie voorgaande schooljaren. 2. De mogelijke eindconclusies van een evaluatie kunnen zijn: voldoende of onvoldoende. 3. Niet alle taken opgenomen in een functiebeschrijving hebben bij de evaluatie ervan eenzelfde gewicht. Of een evaluatie besloten wordt met de eindconclusie voldoende of onvoldoende, hangt af van het gewicht dat aan de verschillende taken wordt toegekend. Transparantie van het evaluatieproces vereist dat ook hieromtrent duidelijkheid wordt gecreëerd. 4. Na een evaluatie met eindconclusie onvoldoende, die niet leidt tot ontslag worden afspraken tot remediëring geformuleerd. Deze afspraken worden vastgelegd in een verslag dat door het personeelslid wordt gedateerd en gehandtekend en dat wordt gevoegd bij de functiebeschrijving. Artikel 7 bis Tijdstip evaluatie 1. Ieder personeelslid met een functiebeschrijving wordt minimaal om de vier schooljaren geëvalueerd op basis van de geïndividualiseerde functiebeschrijving. Een personeelslid, tijdelijk aangesteld voor bepaalde duur wordt minstens eenmaal geëvalueerd in de zin van het decreet rechtspositie vooraleer het zijn recht op TADD verwerft. 2. Voor vast benoemde personeelsleden en voor personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur volgt na een definitieve evaluatie met eindconclusie onvoldoende ten vroegste na twaalf maanden effectieve prestaties een tweede evaluatie. Intussen is er minstens één functioneringsgesprek. Artikel 7 ter Evaluatieformulieren Evaluatieformulieren maken integraal deel uit van de evaluatieregeling die van toepassing is voor het personeelslid. Artikel 7 quater Evaluatiegesprek 1. Een evaluatie vereist een evaluatiegesprek met als doel het functioneren van het personeelslid te verbeteren en te ondersteunen. Het evaluatiegesprek wordt gehouden tussen de evaluator en het betrokken personeelslid. 2. Op verzoek van het personeelslid of van de evaluator kan de tweede evaluator aanwezig zijn op het evaluatiegesprek. Het personeelslid mag zich laten bijstaan door een raadsman. 7 Voor de personeelsleden die niet binnen de locatie van een school hun prestaties verrichten gelden de openingsuren en dienstopdrachten zoals voorzien bij de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement.

6 3. De volgende stappen worden doorlopen: de evaluator nodigt het personeelslid tijdig uit tot het evaluatiegesprek; de evaluator rapporteert zijn bevindingen over het functioneren van het personeelslid aan het personeelslid, aan de hand van het evaluatieformulier en formuleert een gemotiveerde eindconclusie in termen van voldoende of onvoldoende ; het personeelslid kan zijn opmerkingen formuleren en laten notuleren; de evaluator maakt het evaluatieverslag op. 4. Is het personeelslid gewettigd afwezig op de vastgestelde datum dan stelt de evaluator een nieuwe datum voor. 5. Is het personeelslid afwezig op de vastgestelde datum zonder een wettige reden, dan wordt het personeelslid met een aangetekend schrijven een tweede maal voor een evaluatiegesprek uitgenodigd. Bij ongewettigde afwezigheid van het personeelslid op de nieuw vastgestelde datum wordt een ontwerp van evaluatieverslag, zonder eindconclusie, opgemaakt op basis van de beschikbare gegevens en aangetekend verstuurd aan het personeelslid. In een bijhorende brief nodigt de evaluator het personeelslid opnieuw uit voor een evaluatiegesprek. Verschijnt het personeelslid ook niet na de aangetekende uitnodiging, dan mag de evaluator ervan uitgaan dat het personeelslid vrijwillig afziet van een evaluatiegesprek. Aan het ontwerp van evaluatieverslag wordt een gemotiveerde eindconclusie toegevoegd samen met de criteria waarop de motieven steunen. Het personeelslid ontvangt dan per aangetekend schrijven het evaluatieverslag. 6. Het evaluatiegesprek heeft plaats tijdens de openingsuren van de school of onmiddellijk aansluitend op de dienstopdracht van het personeelslid. 8 Artikel 7 quinquies Het evaluatieverslag 1. Een evaluatiegesprek leidt tot een evaluatieverslag met een eindconclusie. Dit evaluatieverslag wordt opgemaakt door de evaluator. 2. Het evaluatieverslag omschrijft op zorgvuldige wijze het volledig functioneren van het personeelslid ten opzichte van de geïndividualiseerde functiebeschrijving, met inbegrip van de voor de betrokken evaluatieperiode eventueel afgesproken persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen. Het evaluatieverslag vermeldt: een eindconclusie voldoende of onvoldoende ; De eindconclusie wordt gemotiveerd. Bij een eindconclusie onvoldoende blijkt duidelijk uit het evaluatieverslag op basis van welke criteria het personeelslid onvoldoende functioneert. de mogelijkheid om in beroep te gaan bij een evaluatie met eindconclusie onvoldoende. Artikel 7 sexies Overhandigen van het evaluatieverslag 1. Het evaluatieverslag wordt ten laatste 5 werkdagen na het evaluatiegesprek opgesteld, gedateerd en gehandtekend door de evaluator. 2. Het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het betrokken personeelslid. Het personeelslid dateert en handtekent het evaluatieverslag voor kennisneming en bezorgt het onmiddellijk terug aan de evaluator. 8 Voor de personeelsleden die niet binnen de locatie van een school hun prestaties verrichten gelden de openingsuren en dienstopdrachten zoals voorzien bij de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement.

7 3. De evaluator maakt onmiddellijk een kopie van het evaluatieverslag en bezorgt dit aan het personeelslid. De evaluator bezorgt eveneens een kopie van het evaluatieverslag ter kennisneming aan de tweede evaluator en aan het schoolbestuur. Artikel 7 septies Het evaluatiedossier 1. Voor elk personeelslid wordt een evaluatiedossier opgemaakt. Het evaluatiedossier bevat de stukken die relevant waren voor de evaluatie van het personeelslid en de eindconclusie gegeven door de evaluator. Het evaluatiedossier omvat volgende documenten: de namen van de evaluatoren; de geïndividualiseerde functiebeschrijving; de lijst van de evaluatiecriteria voor de weerhouden evaluatieperiode; de lijst van de persoons- en ontwikkelingsdoelstellingen voor de weerhouden evaluatieperiode; de verslagen van de functioneringsgesprekken; de afsprakennota s tengevolge van functioneringsgesprekken (ondersteuningsaanbod, opvolging van afsprakennota); de beschrijvende kwalitatieve evaluatieverslagen; Het evaluatiedossier bevat geen stukken opgemaakt in het kader van het tuchtdossier, noch documenten opgesteld door derden die niet door de evaluator zijn geauthenticeerd. 2. Wanneer een evaluatie definitief is, wordt het dossier bewaard, onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en onder een gesloten omslag in een afzonderlijk katern bij het personeelsdossier op de personeelsdienst voor de instelling. 3. Het personeelslid kan, al dan niet vergezeld van een raadsman, zijn dossier raadplegen, maar zonder verplaatsing van de documenten uit zijn dossier. Het personeelslid kan een afschrift bekomen van elk document uit zijn dossier. Het personeelslid kan zijn dossier aanvullen met de bijkomende stukken die het nodig acht. 4. Het schoolbestuur bewaart de evaluatiedossiers tot één jaar na de wettelijke pensioenleeftijd van de betrokkene. Daarna worden ze aan het betrokken personeelslid overgemaakt. Evaluatiedossiers worden, behoudens overgang in rechten, nooit overgedragen aan een andere persoon of instantie. Artikel 8 Beroep in geval van een evaluatie met eindconclusie onvoldoende 1. Het betrokken personeelslid kan beroep 9 instellen binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het afschrift van het evaluatieverslag met eindconclusie onvoldoende. Als het einde van de beroepstermijn valt binnen de herfst-, kerst-, krokus-, paas of zomervakantie dan wordt die termijn opgeschort gedurende de duur van de betrokken vakantie. 2. Weigert het personeelslid om het evaluatieverslag voor kennisname te handtekenen of de kopie in ontvangst te nemen dan verstuurt de evaluator het evaluatieverslag aangetekend naar het personeelslid. In geval van een evaluatie met eindconclusie onvoldoende begint de beroepstermijn te lopen de derde werkdag na verzending. 9 Besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie onvoldoende en betreffende de werking van het college van beroep.

8 3. Het beroep wordt per aangetekend schrijven ingesteld bij het college van beroep inzake evaluatie. Op hetzelfde ogenblik als het personeelslid het beroepschrift indient, stuurt hij een kopie daarvan aan zijn evaluator(en). Het instellen van een beroep is opschortend. 4. Indien het betrokken personeelslid geen beroep aantekent binnen de voorziene termijn dan is de evaluatie met eindconclusie onvoldoende definitief. 5. Op zijn eenvoudig verzoek ontvangt het personeelslid onmiddellijk een kopie van zijn evaluatiedossier indien zijn evaluatie wordt besloten met de eindconclusie onvoldoende. Op zijn vraag ontvangt het personeelslid ook de documenten vermeld in artikel 2. Artikel 9 Herziening evaluatieregeling Het huidig evaluatiereglement blijft van toepassing tot het ogenblik dat het door een nieuw protocol wordt vervangen. Opgemaakt te...op... Voor de gemandateerden van de scholengemeenschap,... Protocol evaluatiereglement In uitvoering van hoofdstuk Vbis en Vter van het decreet rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991, zoals gewijzigd, werd op... 10 in het OCSG van de scholengemeenschap een akkoord bereikt over de evaluatieregeling van het personeel in de scholengemeenschap. 11... Voor de gemandateerden van de personeelsleden,... 10 De datum vermelden van het protocol van akkoord zoals overeengekomen werd binnen het OCSG 11 Naam en nummer van de scholengemeenschap invullen.