Mindmapping 2007 Fontys Hogescholen Lerarenopleiding Natuurkunde en Techniek Auteur: D.H.J. van Breukelen, M.Ed. Systeemdenken Mindmapping is een vaardigheid die bijdraagt aan het zogenaamde systeemdenken. Dit is een manier van denken die belangrijk is in het voortgezet onderwijs. Het bereidt leerlingen onder andere voor op de steeds complexere maatschappij, waarin het denken in systemen de voorkeur heeft boven het denken in details. In feite kweekt men bij leerlingen het besef dat alles op een bepaalde manier met elkaar samenhangt. Afwisselend in- en uitzoomen om behalve de details ook the Big Picture te kunnen zien, maakt leerlingen vaardig in het systeemdenken. Werkvormen en hulpmiddelen die een bijdrage leveren aan dit afwisselend in- en uitzoomen maken deel uit van het systeemdenken. Denk hierbij naast mindmapping ook aan het werken met grafieken, causale lussen, relatiecirkels enz. Vernieuwde onderbouw De vernieuwde onderbouw die in 2006 zijn intrede heeft gedaan, gaat ook uit van de gedachte, dat samenhang en dus systeemdenken belangrijk is. De vernieuwde onderbouw probeert de versnippering van de oude basisvorming te voorkomen. Er wordt niet meer gedacht in losse vakken, maar in leergebieden. Zo behoren natuurkunde en techniek tot het leergebied mens en natuur, samen met de vakken scheikunde, biologie en verzorging. De kerndoelen zijn niet meer opgeschreven per vak, maar per leergebied. Op deze manier wordt men gedwongen om vakoverstijgend en projectmatig te werken. Hierbij is de afstemming van de diverse vakken op elkaar een minimale vereiste. Men kan er zelfs voor kiezen om vakken volledig te integreren en niet meer apart aan te bieden. Het mag duidelijk zijn, dat de vernieuwde onderbouw ook het systeemdenken wil vergroten. Denken in leergebieden dwingt leerlingen relaties te leggen tussen de diverse (voorheen losse) vakken. Samenhang is hier wederom een kernwoord. Het werken met mindmaps sluit derhalve prima aan bij de huidige onderwijsvernieuwingen. MINDMAPPING 1
Kracht van systeemdenken Een krachtig element van systeemdenken is het gebruik maken van een gevarieerd aantal visuele hulpmiddelen. Een systeem is veel gemakkelijker visueel te overzien, dan alleen in woorden. Zo is het bijvoorbeeld bij natuurkunde veel gemakkelijker om een set meetresultaten te overzien in een grafiek. In deze zijn de meetwaarden de details en de grafiek het geheel (het verband). Uit onderzoek blijkt, dat het inzetten van visuele hulpmiddelen met zekerheid bijdraagt aan de onderstaande zaken. Ze komen tegemoet aan de ontwikkeling van de visuele wereld: van een hoor- en leescultuur naar een interactieve zie-cultuur. Visuele hulpmiddelen ondersteunen het leren: het maken van plaatjes en deze vervolgens opslaan, blijkt van groot belang bij de werking van het lange-termijn-geheugen. Ze bieden mogelijkheden om tegemoet te komen aan de verschillende vormen van intelligentie (meervoudige intelligentie: woordslim, denkslim, beeldslim enz.). Ze bieden ons mogelijkheden om beter om te gaan met de enorme hoeveelheid informatie die op ons afkomt. Je kunt er kennis en feiten mee structureren. Ze verhelderen relaties en samenhang en leiden tot een dieper begrip van de werkelijkheid. Ze laten zien, dat de wereld niet enkelvoudig is, maar veel complexer. Ze brengen communicatie op gang, hetgeen een stimulans kan zijn voor coöperatief leren (denk aan samenwerken). Ze optimaliseren zelfreflectie; ze helpen kinderen en leraren namelijk om hun eigen manieren van denken te onderzoeken. Wat is een mindmap? Een mindmap is een krachtig grafisch hulpmiddel dat een beroep doet op de vele mogelijkheden van onze hersenen. Het is een eenvoudige manier om informatie op te roepen uit en op te slaan in onze hersenen. Het is een effectieve en leuke manier om leerprocessen te verbeteren, om aantekeningen te maken en om op nieuwe ideeën te komen. Mindmaps bestaan uit combinaties van woorden, kleuren, lijnen en afbeeldingen (foto s, tekeningen, pictogrammen, grafieken e.d.). Samengevat kunnen we de volgende stelling inbrengen: Een mindmap is een soort kaart buiten je hoofd over wat er gaande is in je hoofd. Mindmaps zijn een prachtig hulpmiddel bij het leren en kunnen ons in principe helpen: om niet alleen details, maar tegelijkertijd ook het totaalbeeld te zien (systeemdenken). om een grote hoeveelheid informatie overzichtelijk weer te geven, bespreekbaar te maken en te onderhouden. om creatief te denken over problemen en oplossingen. om onze tijd efficiënt te benutten. om ons beter te concentreren op de inhoud. MINDMAPPING 2
om ons denken te structureren. om coöperatief te leren. om meer plezier en betrokkenheid bij het leerproces te ontwikkelen. Mindmaps zijn er in vele vormen en maten. De basis van een mindmap is in feite de alom bekende woordspin. Echter, een mindmap is uitgebreider en vollediger aangezien kleurgebruik en visuele tools een rol spelen. Hierbeneden zie je twee voorbeelden van een mindmap (een handgeschreven mindmap en een digitale mindmap). MINDMAPPING 3
De werking van mindmaps De belangrijkste reden, dat mindmaps in het algemeen erg effectief zijn, is dat ze nauw aansluiten bij de manier waarop onze hersenen werken. Een van de dingen die hersenonderzoek heeft opgeleverd is het feit, dat onze hersenen bij het leren niet werken met lijstjes (opsommingen), maar in de vorm van spinnen. De hersenen leggen relaties en zoeken naar samenhang van informatie. In feite doet een mindmap niets anders. Onze hersenen bestaan uit twee helften, met elk zijn eigen functies. Globaal gezien kunnen we het onderstaande (onvolledige) lijstje hanteren. linkerhelft woorden logisch denken getallen volgorde lineair denken analyse lijstjes rechterhelft ritme bewustzijn verbeelding fantasie kleuren dimensies relaties In het onderwijs doen we vooral een beroep op de linkerhelft. Dat komt ondermeer, doordat we gewend zijn: om gebruik te maken van papier en een schoolbord met lijnen. om te werken met lijstjes (laundry list thinking). om vooral te werken met woorden. om getallen te gebruiken om ordening aan te brengen. Deze aanpak houdt dus in, dat we meestal slechts één hersenhelft benutten. Het is volgens onderzoek wenselijk om beide hersenhelften te gebruiken bij het opslaan van informatie. We zullen dit verduidelijken met een voorbeeld. Stel, je krijgt de opdracht om je huis te beschrijven. Als je nu op dit moment aan je huis denkt, dan zie je in eerste instantie allerlei beelden (plaatjes) in je gedachten voorbij schieten. Daarna zul je aan de hand van deze afbeeldingen het huis beschrijven. Kortom, er vindt automatisch een wisselwerking plaats van de linker- en rechter hersenhelft. Vanuit een visuele context kun je het huis beter beschrijven. Dit is een natuurlijke werkwijze van de hersenen. Het is dus zaak om hier gebruik van te maken en nieuwe leerstof visueel (bijvoorbeeld in de vorm van een mindmap) aan onze hersenen aan te bieden. MINDMAPPING 4
In principe laat de volgende visuele weergave zien hoe de hersenen de beschrijving van je huis aanpakken. In de rechter hersenhelft wordt een beeld van het huis opgeroepen. Vervolgens specificeer je aan de hand van dit beeld de diverse ruimtes in het huis, waardoor in je hoofd een soort mindmap ontstaat. Deze mindmap zul je dan waarschijnlijk met behulp van woorden aan de toehoorder overbrengen. We laten nu dus zien, hoe je informatie uit je geheugen ophaalt. Uiteraard zijn dezelfde visuele hulpmiddelen die hier gehanteerd worden ook bruikbaar voor het opslaan van informatie in het geheugen. MIJN HUIS BADKAMER MIJN HUIS HUISKAMER ligbad wc KEUKEN witte keuken gaskookplaat rode leren bank LCD-TV groen tapijt Hoe maken we een mindmap? Er zijn velerlei manieren om aan de slag te gaan met mindmaps. In het algemeen is het handig om de volgende vijf stappen te volgen. STAP 1 Je kunt kiezen tussen het handmatig maken van een mindmap of het digitaal maken van een mindmap. Er zijn diverse softwareprogramma s in de omloop, waarmee je een mindmap kunt maken. Enkele voorbeelden zijn: mindmanager, mindmapper, microsoft visio en gliffy (webbased). Je kunt een eenvoudige mindmap ook gewoon met microsoft word, powerpoint of publisher maken. Echter je mogelijkheden (en gebruiksgemak) zijn dan wel beperkt. Maak je een mindmap handmatig, denk dan aan de volgende tips. MINDMAPPING 5
Gebruik papier zonder lijntjes (kies een goed formaat). Kies vooraf een geschikte ligging van het papier: landscape of portrait. Gebruik divers schrijfgerei (kleurpotloden, stiften, wasco, markeerstiften enz.). Maak (teken) plaatjes zelf, naast het gebruik van bestaande plaatjes. STAP 2 Midden op het papier plaatsen we een tekening/afbeelding die het hoofdonderwerp goed weergeeft. Vul de tekening aan met een krachtige zin of uitspraak. Zorg ervoor, dat de tekening opvallend en voldoende sprekend is. De mindmap kan in verschillende onderwijsleersituaties worden ingezet. Denk hierbij aan: De start van een nieuw thema/hoofdstuk. Een probleemstelling die in de klas besproken moet worden. Het bespreken van een thema uit een informatiebron (bijvoorbeeld krantenartikel). Het verhelderen van een tekst. Een eerste kennismaking; klassengesprek... STAP 3 Vanuit een tekening in het midden trekken we enkele lijnen naar buiten. Elke lijn loopt naar één belangrijk (sub)onderdeel (basic ordening of ideas). Het is handig om elke lijn een eigen kleur te geven. De lijnen in de buurt van het centrum maken we dikker, dan de verdere vertakkingen. Zorg ervoor, dat de hoofdlijnen ongeveer even lang zijn. Op deze manier breng je een duidelijke hiërarchie aan in de mindmap. STAP 4 Geef elk (sub)onderdeel vervolgens een naam. Zet de woorden eventueel op de lijn, zodat alle belangrijke woorden onderstreept zijn. Maak er, als je dat wilt, een tekening bij of zet er een plaatje bij. Zorg wel, dat het plaatje ondersteunend is en jezelf helpt bij het memoriseren van de informatie. Dit is een van de redenen, waarom een door leerlingen zelf gemaakte mindmap veel effectiever kan zijn, dan een door de leraar aangeboden mindmap. Iedere persoon zal een andere waarde toekennen aan een bepaalde afbeelding of figuur. STAP 5 Vanuit de (sub)onderdelen kan weer met behulp van lijnen een nieuwe onderverdeling gemaakt worden. Deze lijnen worden steeds dunner. Vergelijk het met de takken van een boom. Je kunt nu dezelfde werkwijze toepassen als in stap 4. Het resultaat kan er nu uitzien als het voorbeeld op de volgende pagina. MINDMAPPING 6
Je ziet in het bovenstaande voorbeeld heel duidelijk het centrale thema. Er is gebruik gemaakt van sprekende figuren. Verder zie je de lijnen vanuit het midden steeds dunner worden. Ook heeft iedere tak zijn eigen kleur. Het mag duidelijk zijn, dat we hier alleen een mogelijk voorbeeld geven. Uiteraard zijn andere opties ook mogelijk. Algemene tips Bij het werken met mindmaps kun je verder gebruik maken van de volgende suggesties: Woorden kunnen dikker of dunner geschreven worden, afhankelijk van hoe belangrijk je ze vindt. Realiseer je, dat de hersenen van elk persoon uniek zijn en dat dit een diversiteit aan mindmaps kan opleveren bij één bepaald onderwerp. Dit uitgangspunt beidt vele mogelijkheden om met elkaar in gesprek te gaan en om te ontdekken dat er meerdere waarheden zijn. Ook refereert deze opmerking naar de eerder gemaakte opmerking, dat een door leerlingen zelf gemaakte mindmap vaak doeltreffender is, dan een door een leraar aangeboden mindmap. Werken met mindmaps is heel handig bij het schrijven van een verhaal, een brief of een gedicht. Leerlingen zeggen vaak: Ik weet niets te schrijven. Een eenvoudige mindmap (vaak woordspin) kan gebruikt worden om te brainstormen. MINDMAPPING 7