S A M E N V A T T I N G

Vergelijkbare documenten
1 Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag

Artikel III. Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Aanpassing toetredingsvoorwaarden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2 Analyse kabinetsvoornemens

4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

4 Standpunt. 4.1 Standpunt van een deel van de raad

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen

Uitkeringssysteem werkloosheid: vergelijking huidige regeling - kabinetsvoorstellen - voorstellen hervorming WW

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

Uitzonderingspositie musici en artiesten bij bepaling wekeneis en dagloon WW gehandhaafd tot

Nieuwsbrief van d.d

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De inkomensbescherming in de Werkloosheidswet vanaf 1987

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, de heer dr. H.H.F. Wijffels Postbus LK 's GRAVENHAGE

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

S A M E N V A T T I N G

Een verantwoord krediet

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005

D e n H a a g 12 juni 2012

Een verantwoord krediet

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Veranderingen in de Arbowetgeving

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]]:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verwachte bijdragepercentages van het brutoloon

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Aanleiding en doel van het wetsvoorstel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Project Walvis/SUB/ 04/9300

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling

S A M E N V A T T I N G

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

SV-Actueel. Veranderingen in sociale verzekeringswetten. Samen werken met UWV. Zwolle 15 november 2012

Rekenregels per 1 januari 2013

advies Toekomstbestendigheid Werkloosheidswet

Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

VERORDENING LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Verordening loonkostensubsidie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015

Rekenregels per 1 januari 2008

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

GEMEENTEBLAD. Onderwerp: Verordening loonkostensubsidie garantiebanen Participatiewet gemeente Maassluis 2015

: Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand

Rekenregels per 1 januari 2011

Ons kenmerk SV/V&G/08/18684 Datum 30 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Rekenregels per 1 januari 2009

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Actualiteitenbulletin 1/6

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer L.F. Asscher Postbus LV s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Door de Eerste Kamer gerappelleerde toezeggingen SZW (rappel 15 juli 2016)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

V&VN Arboverpleegkundigen

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende.

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Wijziging Wfsv. Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA. Marjol Nikkels-Agema. VeReFi Zomermarkt 2018

Voorstel voor de Raad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Rekenregels per 1 januari 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Rekenregels per 1 januari 2015

Transcriptie:

5

6

Samenvatting Adviesaanvraag, opvattingen kabinet In dit advies reageert de SER op een drietal voorgenomen maatregelen van het kabinet om de toetredingsvoorwaarden van de WW aan te scherpen. Het betreffen: de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering; de aanscherping van de wekeneis tot 39 uit 52; het harmoniseren van de wekeneis en het intrekken van het Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidwet. De adviesaanvraag is een van de uitkomsten van het Najaarsoverleg (oktober 2003) tussen kabinet en Stichting van de Arbeid waar is afgesproken de SER in de gelegenheid te stellen een zwaarwegend advies uit te brengen over deze WW-maatregelen. In de adviesaanvraag vraagt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de SER aandacht te besteden aan de gevolgen voor de functie van de WW in het stelsel van sociale zekerheid en voor de WW als arbeidsmarktinstrument. Daarbij geeft de minister aan dat het kabinet de SER begin 2004 om advies zal vragen over de toekomstbestendigheid van de WW. Met de maatregelen wil het kabinet de band met de arbeidsmarkt die vereist is om aanspraak te kunnen maken op een WW-uitkering, versterken. Het aanscherpen van de toetredingsvoorwaarden leidt tevens tot een versterking van het opbouwkarakter van de WW. De minister ziet de afschaffing van de kortdurende uitkering ook als een eerste aanzet voor een vereenvoudiging van de WW. Verder wil de minister vermijdbaar gebruik van de WW terugdringen. Het kabinet lijkt van oordeel te zijn dat de huidige toetredingsvoorwaarden voor de WW afwenteling van het bedrijfsrisico van het individuele bedrijf op de werkloosheidskassen mogelijk maakt. schema In het onderstaande schema worden de kabinetsvoorstellen gerelateerd aan de huidige situatie Huidige wetgeving Soort WW-uitkering Referte-eisen Kortdurende WW-uitkering Wekeneis: 26 uit 39 weken (70% minimumloon, maximaal halfjaar) Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidwet. Voor bepaalde groepen werknemers geldt als wekeneis 13, 16 of 20 uit 39 Loongerelateerde uitkering (70% dagloon tot maximumdagloon, maximaal 5 jaar) Wekeneis: 26 uit 39 Jareneis: 4 uit 5 jaar waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen Kabinetsvoorstellen Afschaffen kortdurende uitkering Harmoniseren en aanscherpen wekeneis tot 39 uit 52 en intrekken Besluit verlaagde wekeneis Wekeneis: 39 uit 52 Jareneis: handhaven 7

Gevolgen van de maatregelen Berekeningen van het UWV geven aan dat de WW-maatregelen in 2002 tot een afname zouden hebben geleid van 50.751 WW-uitkeringen. De grootste instroomreductie wordt veroorzaakt door de afschaffing van de kortdurende uitkering (39.072). De aanscherping van de wekeneis leidt tot een reductie met 11.679 uitkeringen. Het ministerie van SZW heeft, op basis van de UWV-berekeningen, geraamd dat de maatregelen leiden tot een bezuiniging op de WW-lasten van 320 miljoen euro in 2005 oplopend tot 560 miljoen in 2007 en een structurele bezuiniging van 600 miljoen. Daarvan komt 250 miljoen voor rekening van de afschaffing van de kortdurende uitkering en 350 miljoen is het gevolg van de aanscherping van de wekeneis. Van de bezuinigingen lekt naar verwachting de helft weg naar het Fonds Werk en Inkomen door een verwacht extra beroep op de Wet werk en bijstand (WBB). Netto is het structurele effect van de maatregelen dus 300 miljoen euro. Door het weglekken leiden de maatregelen tot een verschuiving van lasten. Er treedt een (relatieve) premieverlaging op voor werkgevers en werknemers, en voor de overheid een verlaging van de collectieve lasten. Tegelijkertijd treedt een verhoging op van de lasten voor gemeenten en rijk door een extra beroep op de, uit de algemene middelen gefinancierde, WBB. De kabinetsvoornemens hebben tot gevolg dat in de toekomst een meer continue band met het arbeidsproces vereist is om aanspraak te kunnen maken op een WW-uitkering. Naast de wekeneis moet ook voldaan worden aan de jareneis. De nieuwe referte-eis is lang in vergelijking met de referte-eisen in andere EU-landen. De aanscherping van de wekeneis en de afschaffing van de kortdurende uitkering hebben ook consequenties voor het equivalentiebeginsel (evenredigheid tussen gedekt risico, premie en prestatie). Door de afschaffing van de kortdurende uitkering kan de situatie ontstaan dat gedurende vier jaar premie betaald moet worden zonder dat daar een recht op uitkering tegenover staat. De maatregelen zullen vooral jongeren treffen evenals personen die starten of herintreden op de arbeidsmarkt, werknemers met een kortlopend tijdelijk contract en werknemers voor wie het recente arbeidspatroon onregelmatig is. Van de instroomreductie door de WW-maatregelen komt 25 procent op het conto van de jongeren (tot 23 jaar). Van de jongeren verliest 63 procent het recht op een uitkering. Van de werknemers die onder het Besluit verlaagde wekeneis vallen zal bij het harmoniseren en aanscherpen van de wekeneis (39 uit 52) ongeveer 75 procent het recht op een uitkering verliezen. Een deel van de werkloze werknemers dat niet meer een beroep kan doen op de WW zal in aanmerking kunnen komen voor een WWB-uitkering en geconfronteerd worden met de daarvoor geldende (middelen- en) vermogenstoets. 8

Afwegingen en conclusie van de raad Op basis van de gemaakte analyse is de raad van menig dat de kabinetsvoornemens verschillende effecten veroorzaken en aspecten bevatten die uiteenlopend beoordeeld kunnen worden. Daarenboven is hij van oordeel dat deze voornemens leiden tot een wijziging van onderdelen van de huidige kaders en van de systematiek van de WW en daarmee tot een verandering van de basisinrichting van de WW. De raad vindt het daarom wenselijk dat een zorgvuldige afweging en een finale beoordeling van de ter advisering voorgelegde voornemens in een breder kader kunnen plaatsvinden. De adviesaanvraag van 3 februari 2003 over de toekomstbestendigheid van de WW biedt daarvoor zijns inziens het juiste kader en de gepaste gelegenheid. De raad merkt daarbij op dat een eventuele instemming met of afwijzing van (onderdelen van) de thans ter advisering voorliggende kabinetsvoornemens zou leiden tot een aanzienlijke beperking van de vrijheidsgraden in de komende beleidsdiscussie over de toekomstige inrichting van de WW in relatie tot andere socialezekerheids- en arbeidsmarktregelingen. Hij bepleit dan ook geen wezenlijke veranderingen in de WW door te voeren, in afwachting van zijn advies over de toekomst van de WW. In dit verband acht de raad het ook van groot belang dat de met de kabinetsvoornemens beoogde besparingen op de WW-uitgaven ten vroegste vanaf 1 januari 2005 kunnen optreden. Al met al acht de raad het wenselijk dat een finale oordeelsvorming over de ter advisering voorgelegde kabinetsvoornemens kan plaatsvinden in het bredere kader van zijn advies over de toekomstbestendigheid van de WW, welk advies het kabinet in juni 2004 verwacht. In dat advies zal hij zijn definitieve oordeel geven over (onder meer) de nu ter advisering voorliggende voornemens en over het opvangen van de eventuele budgettaire consequenties van dat oordeel. De raad zal in dat advies ook ingaan op de nu reeds voorliggende bredere vraagstelling over de gevolgen van de kabinetsvoornemens voor de functie van de WW in het stelsel van sociale zekerheid en als arbeidsmarktinstrument. Tevens zal hij dan beleidsmatige conclusies verbinden aan de consequenties van het vervallen van de WW-vervolguitkering. 9