4 Standpunt. 4.1 Standpunt van een deel van de raad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4 Standpunt. 4.1 Standpunt van een deel van de raad"

Transcriptie

1 4 Standpunt De kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW hebben verschillende effecten en bevatten aspecten die uiteenlopend kunnen worden gewogen, zo concludeerde de raad in zijn advies van februari In dat advies heeft hij een gemeenschappelijke analyse van de kabinetsvoornemens gepresenteerd. Deze analyse is nog steeds actueel. De uiteindelijke weging van de effecten en aspecten van de voornemens leidt tot verschillende beleidsconclusies. Binnen de raad leven uiteenlopende opvattingen over de wenselijkheid van de kabinetsvoornemens. 4.1 Standpunt van een deel van de raad Een deel van de raad 1 steunt per saldo de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW. Algemeen Dit deel plaatst de kabinetsvoornemens in een meer algemeen kader dat verschillende onderling samenhangende elementen bevat. Een eerste element betreft de wenselijkheid van een meer activerend stelsel van sociale zekerheid, waarin de nadruk wordt verschoven van inkomensbescherming naar actieve deelname aan het arbeidsproces. In het licht van maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening, individualisering en emancipatie, zal ook de WW moeten worden toegesneden op een zo groot mogelijke arbeidsparticipatie. In het advies over de toekomstbestendigheid van de WW zal dit uitgangspunt verder worden uitgewerkt. Hier merkt dit deel op dat de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW uitdrukkelijk een prikkel gericht op activering bevatten (zie verder). Een tweede element betreft de wenselijkheid van vereenvoudiging en deregulering van de WW en daarmee van een beperking van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de uitvoeringsorganen. Een derde element betreft de wenselijkheid van een solide financiering van de WW, als onderdeel van het beleid gericht op beheersing van collectieve lasten in het perspectief van hernieuwde economische groei en dynamiek. Geheel van kabinetsvoornemens Dit deel stelt met het kabinet vast dat met de huidige toetredingsvoorwaarden tot de WW een relatief zwakke band met het arbeidsproces volstaat om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen. Er worden nu lichte eisen gesteld aan de opbouw van het arbeidsverleden. 1 De ondernemersleden benoemd door VNO-NCW. 23

2 Dit deel acht het noodzakelijk dat een sterkere en meer continue of duurzame band met het arbeidsproces wordt vereist om aanspraak te maken op een WW-uitkering. Tegen deze achtergrond acht dit deel het noodzakelijk dat de toetredingsvoorwaarden tot de WW worden aangescherpt zoals voorgenomen door het kabinet. Het beschouwt de voorgenomen afschaffing van de kortdurende WW-uitkering als een positieve stap in de richting van een versterking van de band tussen WW-uitkering en arbeidsproces. In dit verband is het van belang dat ook na de afschaffing van de kortdurende uitkering de WW via de loongerelateerde WW-uitkering (nog los van de duur daarvan) blijft voorzien in een adequate inkomensbescherming van werknemers die onvrijwillig werkloos zijn geworden. Ook acht dit deel het positief dat met de voorgenomen aanscherping van de wekeneis (voor de loongerelateerde WW-uitkering) de voorwaarden om voor een loongerelateerde WW-uitkering in aanmerking te komen sterker dan nu zullen samenhangen met de duur van het recente arbeidsverleden. In dit verband acht dit deel het van belang dat aanscherping van de wekeneis geen effect heeft op de WW-positie van mensen met een stabiele arbeidsrelatie die onverhoopt werkloos worden. Verder is het hier aan het woord zijnde deel van mening dat de door het kabinet voorgenomen aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW een participatiebevorderend effect heeft; dit leidt tot een hogere deelname aan en een groter aanbod van betaalde arbeid (in plaats van werkloosheid of tijdelijk niet-werken). Met een aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW gaat van deze werknemersverzekering zelf een meer dwingende prikkel uit in de richting van reeds werkenden om daar waar dit mogelijk is te voorkomen dat zij een beroep (moeten) doen op de WW-uitkering. Dit onderstreept eveneens het belang van de eigen verantwoordelijkheid voor het investeren in de eigen employability. Ook acht dit deel het betekenisvol dat een dergelijke aanscherping van de toetredingsvoorwaarden leidt tot een verschuiving van collectieve naar individuele verantwoordelijkheid; de betrokkenen moeten zelf in grotere mate er mede voor zorgen dat perioden van arbeidsinkomen elkaar zoveel mogelijk opvolgen dan wel dat zij zelf sparen voor zekere perioden van werkloosheid. De rol die de toekomstige levensloopregeling al dan niet zou kunnen spelen, zal nog aan de orde komen in het advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Uiteraard kan altijd een beroep worden gedaan op de bijstand als vangnetvoorziening. Verder wordt met de aanscherping van de toetredingsvoorwaarden tot de WW een groter beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de onderneming of de sector, voor continuïteit van werkgelegenheid. Vervolgens is dit deel van oordeel dat de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden bijdragen tot vereenvoudiging, deregulering en een grotere inzichtelijkheid van de WW, en daarmee tot beperking van administratieve lasten. In het bijzonder de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering en de harmonisering van de wekeneis (door afschaffing van het Besluit verlaagde wekeneis) dragen daartoe bij. 24

3 Ten slotte acht dit deel het betekenisvol dat de invoering van de kabinetsvoornemens naar verwachting leidt tot een substantiële structurele nettobesparing op de WW-lasten van 410 miljoen euro (zie paragraaf 3.1). Dergelijke besparingen via een beperking van het beroep op de WW zijn onontkoombaar omdat de toename van de werkloosheid volgens de huidige ramingen leidt tot meer dan een verdubbeling van de WW-uitkeringslasten in de periode tussen 2002 en Hieronder maakt dit deel nog enkele aanvullende opmerkingen over het kabinetsvoornemen in verband met het Besluit verlaagde wekeneis. Afschaffing Besluit verlaagde wekeneis Het Besluit verlaagde wekeneis heeft volgens dit deel uiteenlopende effecten. Zo kan het veelvuldig benutten van de WW voor het opvangen van de gevolgen van regelmatig terugkerende, kortdurende werkloosheid in de desbetreffende sectoren leiden tot relatief hoge wachtgeldlasten. Daarbij kan sprake zijn van afwenteling van bedrijfsrisico s naar de WW en van vermijdbaar gebruik van de WW. Ook kan het voorkomen dat werknemers die tot de zogeheten besluitgroepen behoren door het bestaan van de verlaagde wekeneis thans onvoldoende worden geprikkeld om ander werk te zoeken. Verder spoort de achterliggende gedachte bij het besluit volgens dit deel niet meer met de actuele maatschappelijke inzichten en de huidige inrichting van de arbeidsmarkt; werknemers zijn immers niet meer aangewezen op een specifieke sector of een bepaalde werkgever. Het toepassingsgebied van het besluit (met name de betrokken beroepen en beroepsgroepen) is eveneens achterhaald. Ook neemt de behoefte aan een verlaagde wekeneis af doordat seizoenen langer worden als gevolg van maatschappelijke en technologische veranderingen. Voorts is geconstateerd dat het besluit geldt voor een afnemend aantal mensen. Op grond van deze overwegingen is er naar het oordeel van dit deel onvoldoende reden om het besluit verlaagde wekeneis te handhaven. Bovendien levert afschaffing van het besluit een bijdrage tot een beperking van vermijdbaar gebruik van de WW. Daarbij geeft dit deel in overweging om indien nodig voor bepaalde sectoren een overgangsregeling te treffen. 4.2 Standpunt van een ander deel van de raad Een ander deel van de raad 2 wijst per saldo de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW af. 2 De werknemersvertegenwoordigers benoemd door CNV en FNV. 25

4 Algemeen Het hier aan het woord zijnde deel plaatst de kabinetsvoornemens in een meer algemeen kader met verschillende onderling samenhangende elementen. In de zienswijze van dit deel moeten maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid inclusief de WW gebaseerd zijn op een evenwicht tussen solidariteit en doelmatigheid en tussen inkomensbescherming en activering; een activerende sociale zekerheid behelst onder meer afdoende middelen voor preventie van werkloosheid en voor reïntegratie van werkzoekenden (actieve bemiddeling, scholing, loonkostensubsidies). Ook moet bij de werknemersverzekeringen worden uitgegaan van de verzekeringsgedachte en het equivalentiebeginsel (evenredigheid tussen gedekt risico, premie en prestatie). Ten slotte acht dit deel het van belang dat het stelsel van sociale zekerheid wordt toegesneden op een toenemende variatie in arbeidspatronen en onderbrekingen in arbeidsverledens. Daarbij moet onder meer worden voorkomen dat degenen die aangewezen zijn op arbeid in tijdelijke of flexibele arbeidsrelaties en die daardoor te maken hebben met een grotere onzekerheid in hun arbeid, onvoldoende bescherming kunnen ontlenen aan de sociale zekerheid 3. Met betrekking tot het geheel van de kabinetsvoornemens constateert dit deel dat deze eenzijdig zijn; de voornemens zijn alleen gericht op een afname van de WW-instroom via een forse beperking van de toegang tot de WW. Bovendien geeft de huidige en de te verwachten financiële situatie van de werkloosheidsfondsen geenszins aanleiding tot deze voornemens 4, noch tot een aantasting van de WW-polisvoorwaarden. Ook de recent ingevoerde afschaffing van de WW-vervolguitkering heeft reeds geleid tot een grote beperking van WW-uitkeringsrechten, en maakt dat verdergaande maatregelen niet noodzakelijk, wenselijk of zinvol zijn. Al met al veroorzaken de kabinetsvoornemens in hun onderlinge combinatie een aanzienlijke inkomensachteruitgang en een toename van het beroep op de WWB of op het inkomen van anderen (ouders, partner, familie). Dit deel wijst erop dat de gevolgen van deze voornemens in het bijzonder gelden voor jongeren en personen die starten of herintreden op de arbeidsmarkt (voorzover zij niet voldoen aan de arbeidsverledeneis), werknemers met een kortlopend tijdelijk contract en werknemers voor wie het recente arbeidspatroon onregelmatig is (seizoenswerkers, uitzendkrachten). Met betrekking tot deze categorieën gaat het kabinet in de zienswijze van dit deel ten onrechte uit van de gedachte dat werkloosheid een persoonlijk beïnvloedbaar risico is: wie bewust kiest voor korte contracten voor bepaalde tijd of voor seizoensarbeid zou in deze gedachtegang ook bewust kiezen voor een hoog werkloosheidsrisico. 3 Conform de raad in zijn advies Werken aan zekerheid, op.cit., p. 314 en de Stichting van de Arbeid in: Nota Flexibiliteit en Zekerheid, Den Haag 1996, p Zie: SER-advies Aanpassing toetredingsvoorwaarden WW, op.cit., bijlage 5, pp

5 Verder is dit deel van mening dat de voornemens ondanks de voorziene inkomensachteruitgang niet zullen leiden tot een toename van de activerende werking van de sociale zekerheid noch tot een betere aansluiting tussen de WW en structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (flexibiliteit en arbeidsmobiliteit). Integendeel, zij kunnen de allocatiefunctie van de arbeidsmarkt negatief beïnvloeden. Met name die categorie flexwerkers (bijvoorbeeld uitzendkrachten) voor wie werk noodzakelijk is voor het eigen levensonderhoud en voor wie de band met de arbeidsmarkt daartoe van groot belang is, zal worden geconfronteerd met de gevolgen van de beperking van de toegang tot de WW. In dit kader is van belang dat flexibele arbeid een integratiefunctie voor groepen met een achterstandspositie vervult en een belangrijke opstapfunctie naar vast werk. De kabinetsvoornemens kunnen volgens dit deel dan ook leiden tot een mogelijke verstarring van de arbeidsmarkt als gevolg van minder belangstelling voor flexibele arbeidsrelaties of voor arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. Het wijst daarenboven op andere negatieve effecten zoals een verscherpt gebruik van het ontslagrecht door het minder soepel afwikkelen van ontslagen (leidend tot hogere kosten voor de onderneming) en een toename van informele arbeid. Ten slotte constateert dit deel dat invoering van de kabinetsvoornemens impliceert dat Nederland met een referte-eis van 4 jaar in negatieve zin uit de pas gaat lopen ten opzichte van andere Europese landen (zie tabel 4.1) tabel 4.1 Referte-eisen werkloosheidsverzekering in een aantal EU-landen, 2003 referte-eis opmerkingen België 312 werkdagen in 18 maanden oplopend tot 624 werkdagen in 36 maanden Denemarken 52 weken werk en verzekering in 3 jaar Alleen verzekering voltijdwerk of deeltijd (2/3 voltijd) Duitsland 12 maanden verplicht verzekerd in 3 jaar Mini-jobs (< 250 euro/m) zijn niet verzekerd voor WW Frankrijk 4 maanden verzekerd in 8 maanden Seizoenswerkloosheid uitgesloten Zweden 6 maanden in laatste jaar Verenigd Koninkrijk minimumpremie-eis in laatste 2 jaar alleen verzekering voltijdwerk Bron: Ministerie SZW, MISSOC Hieronder gaat dit deel in op de afzonderlijke kabinetsvoornemens. Afschaffing kortdurende WW-uitkering Dit deel constateert dat de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering ertoe leidt dat de WW alleen nog voorziet in een loongerelateerde uitkering waarvoor een ten opzichte van andere EU-landen lange wachttijd (van vier kalenderjaren) geldt. Ook impliceert de afschaffing dat de aanspraak op een uitkering vervalt als niet aan de jareneis kan worden voldaan terwijl de verplichting tot premiebetaling blijft bestaan; daarmee staat dit kabinetsvoornemen volgens dit deel op gespannen voet met het verzekeringskarakter van de WW. Zo kan de situatie ontstaan dat de WW-verzekerde gedurende vier jaar en bijna 26 27

6 uit 39 weken WW-premie betaalt zonder dat daar in die periode uitkeringsrechten tegenover staan. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren, starters en herintreders, en ook voor een deel van de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie (flexwerkers). Volgens dit deel vervallen met de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering enkele voordelen of positieve aspecten die aan deze uitkering verbonden zijn. Het wijst op de volgende punten. De kortdurende WW-uitkering maakt het voor werkloze werkzoekenden met enige ervaring op de arbeidsmarkt, mogelijk om een korte periode van frictiewerkloosheid te overbruggen; dit geldt in het bijzonder voor flexwerkers in het geval van een neerwaartse conjunctuur. Ook worden met de kortdurende WW-uitkering rechten toegekend aan flexwerkers, herintreders en jongeren, waardoor zij ook een transitie kunnen maken op de arbeidsmarkt. De kortdurende WW-uitkering draagt aldus bij tot een optimale allocatie van arbeid: niet de eerste de beste baanmogelijkheid wordt gekozen, maar de baan die het beste aansluit op de competenties van de werkzoekende. Afschaffing van de kortdurende WW-uitkering zal er waarschijnlijk toe leiden dat jongeren en vooral diegenen die geen uitkering ontvangen, eerder dan in de huidige situatie bereid zijn informele arbeid te verrichten of werk te aanvaarden dat een lager niveau heeft dan het niveau waarop ze geschoold zijn of het niveau waarop ze eerder werkzaam waren (verdringing). Deze ontwikkeling zal vooral voor lager opgeleiden slecht uitpakken omdat hun mogelijkheden om werk op een lager niveau te aanvaarden per definitie gering zijn. Vervolgens vergroot de kortdurende WW-uitkering de mogelijkheden van ondernemingen om flexibel te reageren op dan wel zich aan te passen aan veranderende sociaal-economische omstandigheden. Aldus kan deze uitkering bijdragen tot het met elkaar in evenwicht brengen van de flexibiliteitsbehoefte van werkgevers en werknemers (arbeidsmarktfunctie WW). Verder wordt de kortdurende WW-uitkering niet getoetst op vermogen noch op het partnerinkomen en is daarmee ook vanuit participatieoogpunt van belang. Door afschaffing moeten werknemers eerder beroep doen op het eigen vermogen, het inkomen van hun partner of op de WWB en kunnen ze eerder hun economische zelfstandigheid verliezen. Al met al wijst het hier aan het woord zijnde deel de voorgenomen afschaffing van de kortdurende WW-uitkering af. Daarbij is van belang dat deze uitkering functioneel kan zijn met het oog op een toekomstbestendige inrichting van de WW. Overigens acht dit deel daartoe ook alternatieve beleidsopties relevant zoals de zogeheten voorportaal-ww als aparte regeling voor werknemers die nog geen beroep kunnen doen op de reguliere WW omdat zij niet voldoen aan de daarvoor geldende referte-eisen. Hierop zal nader worden ingegaan in het advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Verhoging reguliere wekeneis De aanscherping van de wekeneis maakt de drempel voor de loongerelateerde WW-uitkering erg hoog in het bijzonder voor mensen met een flexibele arbeidsrelatie. Naar het 28

7 oordeel van dit deel worden de voorwaarden om voor deze uitkering in aanmerking te komen in een te grote mate afhankelijk gesteld van de duur van het recente arbeidsverleden. Ook dit bemoeilijkt de aansluiting tussen de WW en een flexibeler wordende arbeidsmarkt. Bovendien is de drempel voor het verkrijgen van een loongerelateerde WW-uitkering naar het oordeel van dit deel van de raad al hoog genoeg, terwijl het uitkeringsrecht ook beperkt is, in ieder geval voor werknemers met een relatief kort arbeidsverleden. Op basis hiervan wijst dit deel de aanscherping van de wekeneis af. Intrekking Besluit verlaagde wekeneis De afschaffing van het Besluit verlaagde wekeneis leidt ertoe dat veel werknemers behorend tot de zogeheten besluitgroepen (zoals musici, artiesten en seizoensarbeiders) niet meer in aanmerking zullen komen voor een WW-uitkering omdat ze veelal niet kunnen voldoen aan de wekeneis. Dat kan betekenen dat zij de sector zullen verlaten en dat in de desbetreffende sector een arbeidsvoorzieningsprobleem ontstaat. Tevens impliceert de intrekking van het besluit de beëindiging van een instrument waarmee adequaat en flexibel kan worden ingespeeld op de specifieke arbeidsmarktsituatie in bepaalde sectoren. Verder wijst dit deel op het (op 3 februari jl. aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakte) voornemen van de minister van SZW om de huidige regeling voor cyclische werkloosheid te vervangen door onder meer de invoering in een aantal wachtgeldfondsen van premiegroepen op basis van contractvorm. Het verwacht dat dit voornemen zal leiden tot een substantiële afname van het aantal personen dat op basis van het Besluit verlaagde wekeneis beroep doet op een WW-uitkering (inclusief de personen die herhaaldelijk na korte perioden van arbeidsdeelname beroep doen op een WW-uitkering). Bij realisering van dit voornemen worden werkgevers in sectoren waar veel cyclische werkloosheid voorkomt, gestimuleerd om langdurige contracten aan te gaan. In dit verband ondersteunt dit deel initiatieven tot invoering van WW-premiedifferentiatie in sectoren waar werkgevers relatief vaak beroep doen op werknemers die regelmatig met perioden van werkloosheid te maken hebben. Naar zijn oordeel zal een goed functionerend systeem van premiedifferentiatie ertoe leiden dat het besluit vanzelf overbodig wordt. In deze context is er volgens dit deel thans geen aanleiding om het Besluit verlaagde wekeneis in te trekken of te wijzigen. Afrondende opmerkingen Het hier aan het woord zijnde deel van de raad is zich ervan bewust dat (zijn voorstel tot) het afzien van de kabinetsvoornemens om de toetredingsvoorwaarden tot de WW aan te passen, ertoe leidt dat het geraamde structurele nettobesparingsbedrag van 410 miljoen euro niet wordt gerealiseerd. In de zienswijze van dit deel is mede gezien de overschotten in de werkloosheidsfondsen de huidige WW in ieder geval in financiële zin toekomstbestendig en zijn besparingen op de WW-lasten vanuit dat oogpunt niet noodzakelijk. Verder memoreert dit deel het standpunt van de raad in eerdere advisering dat er in 29

8 de WW (en de WAO) sprake moet zijn van een structureel lastendekkende premiestelling (zie ook paragraaf 3.2). Ten slotte wijst dit deel hier op de gevolgen van de (reeds ingevoerde) afschaffing van de WW-vervolguitkering die net als de voorgenomen afschaffing van de kortdurende WW-uitkering kan leiden tot een beroep op de WWB (met de bijbehorende toetsen op (partner)inkomen en vermogen) 5. Het stelt voor om het negatieve effect voor de financiering van de eigen woning, voor alle leeftijdscategorieën te ondervangen via een voorziening die voor werklozen jonger dan 50 jaar bij aanvang van de werkloosheid, na afloop van de WW-uitkering gedurende een bepaalde periode het vermogen op dezelfde manier vrijlaat als in de IOAW het geval is 6 ; te denken is aan een periode van twee jaar. 4.3 Standpunt van weer een ander deel van de raad Weer een ander deel van de raad 7 beoordeelt de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW per saldo op uiteenlopende wijze. Dit deel onderschrijft enkele voornemens en keurt andere voornemens af. Algemeen Het hier aan het woord zijnde deel acht het van belang de kabinetsvoornemens te plaatsen in het bredere kader van de toekomstbestendigheid van de WW. Met het oog op deze toekomstbestendigheid heeft dit deel in algemene zin een evenwichtige aanpak langs meerdere sporen voor ogen, met aandacht voor: de aanbodzijde van de arbeidsmarkt, onder meer via een vergroting van de activerende werking van de WW (met inbegrip van de uitkeringsstructuur en van de prikkels tot reïntegratie); de vraagzijde van de arbeidsmarkt, onder meer via op preventie gerichte prikkels voor werkgevers. In deze benadering wordt op evenwichtige wijze aandacht besteed aan zowel een beperking van de WW-instroom als de bevordering van de WW-uitstroom 8. Het kan daarbij gaan om zowel aanpassingen van onderdelen van de WW (uitkeringsstructuur, financie- 5 De afschaffing van de WW-vervolguitkering heeft geleid tot een vergroting van het verschil in positie van werkloze werkzoekenden afhankelijk van het feit of ze op hun eerste werkloosheidsdag al dan niet jonger dan 50 jaar waren. Ingeval zij voor hun 50ste werkloos zijn geworden, hebben zij geen recht op een IOAW-uitkering en kunnen zij te maken krijgen met de gevolgen van de voor de WWB geldende vermogenstoets in relatie tot het eigen huis. 6 Een dergelijke voorziening zou in de IOAW kunnen worden geïntegreerd. 7 De ondernemersleden benoemd door LTO-Nederland en MKB-Nederland, het werknemerslid benoemd door Mhp, en de kroonleden Bakker, Van Duyne, Van Ewijk, Goudswaard, Kolnaar, Linschoten, Wijffels en Wilke. 8 Actueel in dit opzicht blijven de raadsvoorstellen tot modernisering van het reïntegratiebeleid: betere en intensievere begeleiding van werkzoekenden (maatwerk) en een sluitende keten met als elementen arbeidstoeleiding, scholing en activering; adequate uitvoering van het controle- en sanctiebeleid; coherente aanpak van de werkloosheidsen armoedeval (SER-advies Sociaal-economisch beleid , op.cit., pp ). 30

9 ring en uitvoering) als beleid buiten de WW (sociaal-economisch beleid; arbeidsmarktbeleid). Deze meersporenaanpak zal nader worden uitgewerkt in het komende advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Vervolgens moet dit deel constateren dat het onderhavige advies alleen is gewijd aan de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW (zie ook hoofdstuk 2). Dit maakt het onmogelijk om deze voornemens die alleen op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt gericht zijn, in het bredere kader van de toekomstbestendigheid van de WW te verkennen en te beoordelen. De reikwijdte van dit advies is daardoor te beperkt. Gegeven deze beperkte reikwijdte heeft dit deel de kabinetsvoornemens in hun onderlinge samenhang beoordeeld. Daarbij hecht het grote waarde toe aan de betekenis van de equivalentie in de sociale verzekeringen, aan de arbeidsmarktfunctie van de WW en aan de noodzaak eventueel ongewenst gebruik van de regelingen tegen te gaan. Uitgaande van deze ijkpunten geeft dit deel hieronder zijn oordeel over de onderscheiden kabinetsvoornemens. Afschaffing kortdurende WW-uitkering Het hier aan het woord zijnde deel stelt vast dat de voorgenomen afschaffing van de kortdurende WW-uitkering uiteenlopende effecten zal hebben. De huidige kortdurende WW-uitkering maakt het voor werkloze werkzoekenden met enige ervaring op de arbeidsmarkt, mogelijk om een korte periode van frictiewerkloosheid te overbruggen; dit geldt in het bijzonder voor flexwerkers in het geval van een neerwaartse conjunctuur. Ook vergroot de huidige kortdurende WW-uitkering de mogelijkheden van ondernemingen om flexibel te reageren op dan wel zich aan te passen aan veranderende sociaal-economische omstandigheden zoals met betrekking tot productie en afzet van goederen en diensten, personeelsbehoefte en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het algemeen. Aldus kan de kortdurende WW-uitkering bijdragen tot het met elkaar in evenwicht brengen van de flexibiliteitsbehoefte van werkgevers en werknemers (arbeidsmarktfunctie WW). Ook verandert de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering volgens dit deel de verhouding tussen premiebetaling en uitkeringsaanspraken (equivalentie). De verplichting tot premiebetaling blijft bestaan maar de aanspraak op een uitkering vervalt als niet aan de jareneis kan worden voldaan. Zo kan de situatie ontstaan dat de WW-verzekerde gedurende vier jaar WW-premie betaalt zonder dat daar in die periode uitkeringsrechten tegenover staan. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren, starters en herintreders, en ook voor een deel van de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Verder leidt de afschaffing van de kortdurende WW-uitkering ertoe dat de WW alleen nog voorziet in een loongerelateerde uitkering waarvoor een ook internationaal gezien lange wachttijd of referteperiode (van vier kalenderjaren) geldt. Dit deel benadrukt dat afschaffing van de kortdurende WW-uitkering als gevolg heeft dat de WW alleen nog voorziet in een uitkering die gebaseerd is op het laatstverdiende loon 31

10 (tot het maximumdagloon). Het wijst erop dat naast loongerelateerde uitkeringen ook niet-loongerelateerde uitkeringen een belangrijke functie kunnen hebben in een toekomstbestendige WW. Daarop zal nader worden ingaan in het komende advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Ten slotte realiseert dit deel zich dat afschaffing van de kortdurende WW-uitkering op zichzelf genomen een grotere inzichtelijkheid van de WW-systematiek met zich kan brengen. Al met al wegen volgens dit deel de voordelen van de handhaving van de kortdurende WW-uitkering zwaarder dan de voordelen van afschaffing ervan. Op basis daarvan komt het tot het oordeel dat handhaving van deze uitkering wenselijk is. Verhoging reguliere wekeneis Naar het oordeel van dit deel gaat een aanscherping van de reguliere wekeneis op zichzelf genomen uit van een sterkere en meer duurzame band tussen het recht op WW-uitkering en deelname aan het arbeidsproces in het jaar voorafgaande aan de werkloosheid. Daarmee zullen de voorwaarden om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen sterker dan thans samenhangen met de duur van het recente arbeidsverleden. Dit deel constateert dat verschillend wordt geoordeeld over de activerende werking van een aanscherping van de reguliere wekeneis en over de consequenties voor de aansluiting tussen de WW en een flexibeler wordende arbeidsmarkt. Daarnaast is het van belang dat een aangescherpte wekeneis geen effect heeft op de WW-positie van mensen met een stabiele arbeidsrelatie die onverhoopt werkloos worden. Een en ander afwegende stemt dit deel in met het kabinetsvoornemen om de (reguliere) wekeneis voor de loongerelateerde WW-uitkering te verhogen tot 39-uit-52-weken. Terzijde is dit deel van oordeel dat in verband met de loongerelateerde WW-uitkering ook andere beleidsopties aan de orde moeten komen. Daarop zal nader worden ingaan in het komende advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Dit deel plaatst zijn instemming met het kabinetsvoornemen in samenhang met zijn voorstel om de kortdurende WW-uitkering te handhaven. Met betrekking tot deze kortdurende WW-uitkering stelt het voor de huidige wekeneis van 26-uit-39-weken te handhaven. Een hogere wekeneis zou een negatief effect hebben op de toegankelijkheid van de kortdurende WW-uitkering voor mensen met een flexibel arbeidspatroon. Daarnaast impliceert handhaving van de kortdurende WW-uitkering inclusief de daarvoor nu geldende wekeneis het behoud van een zekere evenredigheid tussen premiebetaling en uitkeringsaanspraken. Intrekking Besluit verlaagde wekeneis Dit deel constateert dat ook de voorgenomen opheffing van het Besluit verlaagde wekeneis uiteenlopende effecten heeft. Zo leidt dit voornemen ertoe dat veel werknemers behorend tot de zogeheten besluitgroepen (zoals musici, artiesten en seizoensarbei- 32

11 ders) niet meer in aanmerking zullen komen voor een WW-uitkering omdat ze veelal niet kunnen voldoen aan de wekeneis. Dit deel plaatst het kabinetsvoornemen in het kader van initiatieven in sectoren waarin wordt gewerkt met nauw op elkaar aansluitende tijdelijke contracten (seizoenswerkers; flexwerkers) die erop zijn gericht het arbeidsaanbod in de eigen sector te waarborgen en onnodig beroep op de WW als gevolg van herhalingswerkloosheid te voorkomen. In dit verband heeft het kennis genomen van het (op 3 februari jl. aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakte) voornemen van de minister van SZW om de huidige regeling voor cyclische werkloosheid te vervangen door onder meer de invoering in een aantal wachtgeldfondsen van premiegroepen op basis van contractvorm; daarmee worden werkgevers in sectoren waar veel cyclische werkloosheid voorkomt, gestimuleerd om langdurige contracten aan te gaan. Dit deel verwacht dat deze maatregelen zullen leiden tot een afname van het aantal personen dat op basis van het Besluit verlaagde wekeneis beroep doet op een WW-uitkering; dit geldt ook voor personen die herhaaldelijk na korte perioden van arbeidsdeelname beroep doen op een WW-uitkering. Daarvan uitgaande acht dit deel het wenselijk het Besluit verlaagde wekeneis aan te passen. Zo stelt het voor de in het besluit opgenomen wekeneis op afzienbare termijn (bijvoorbeeld medio 2005) aan te scherpen in de richting van 26-uit-39-weken, zodat ook sprake zal zijn van harmonisatie van de wekeneisen op grond van het Besluit. Ook stelt het voor het toepassingsgebied (met name de betrokken beroepen en beroepsgroepen) van het besluit kritisch te heroverwegen, zowel met het oog op een vereenvoudiging van de uitvoering en de administratie, als in het perspectief van de in de voorbije decennia gewijzigde arbeidsmarktsituatie. In samenhang met zijn voorstel voor handhaving van de kortdurende WW-uitkering (inclusief de huidige wekeneis) en in het perspectief van het effectief worden van het kabinetsvoornemen om in een aantal wachtgeldfondsen premiegroepen op basis van contractvorm in te voeren, kan het Besluit verlaagde wekeneis volgens dit deel mettertijd gefaseerd worden afgeschaft. Afrondende opmerkingen Uit het voorgaande blijkt dat het hier aan het woord zijnde deel een uiteenlopend oordeel geeft over de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de toetredingsvoorwaarden tot de WW. Hier wijst het op de inhoudelijke, logische samenhang tussen de verschillende onderdelen van dat oordeel. Met zijn oordeel onderschrijft dit deel van de raad alleen een deel van het door het kabinet voorgenomen pakket van maatregelen tot wijziging van de toetredingsvoorwaarden tot de WW. Wanneer dit oordeel wordt gevolgd wordt er slechts een deel van de door het kabinet beoogde structurele nettobesparing op de WW-lasten gerealiseerd. Handhaving van de kortdurende WW-uitkering (inclusief de daarvoor geldende huidige wekeneis) en aanpassing van het Besluit verlaagde wekeneis hebben ceteris paribus tot gevolg dat de 33

12 (door het kabinet beoogde) structurele nettobesparing van om en nabij 285 miljoen euro niet wordt verwezenlijkt (zie paragraaf 3.1). Voorzover nettobesparing op de WW-lasten noodzakelijk of wenselijk zou zijn dient volgens dit deel te worden uitgegaan van een structureel lastendekkende premiestelling (zie paragraaf 3.2); daarnaast kunnen ook opties met betrekking tot de inrichting en de systematiek van de WW (onder meer de loongerelateerde WW-uitkering) in dit verband aan de orde komen in het kader van het advies over de toekomstbestendigheid van de WW. Den Haag, 18 juni 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris 34

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Adviesaanvraag, opvattingen kabinet In dit advies reageert de SER op een drietal voorgenomen maatregelen van het kabinet om de toetredingsvoorwaarden van de WW aan te scherpen. Het betreffen:

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag

1 Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag 1 Inleiding In dit advies behandelt de Sociaal-Economische Raad (hierna: de raad) enkele kabinetsvoorstellen met betrekking tot de Werkloosheidswet (WW), in reactie op de adviesaanvraag van 19 november

Nadere informatie

Artikel III. Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Artikel III. Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 29738 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping van de wekeneis DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I komt te luiden:

Nadere informatie

4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister

4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister 4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister Cyclische werkloosheid en WW-uitkeringen Uit gegevens van het UWV blijkt dat hoewel cyclische arbeid (en daarmee cyclische werkloosheid) eigenlijk

Nadere informatie

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp, Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus 9080 1 2509 LV DEN HAAG 2509 LK DEN HAAG T 070-3 499 577 F 070-3 499 796 E info@stvda.nl

Nadere informatie

Uitkeringssysteem werkloosheid: vergelijking huidige regeling - kabinetsvoorstellen - voorstellen hervorming WW

Uitkeringssysteem werkloosheid: vergelijking huidige regeling - kabinetsvoorstellen - voorstellen hervorming WW Uitkeringssysteem werkloosheid: vergelijking huidige regeling - kabinetsvoorstellen - voorstellen hervorming WW Deze bijlage bevat een schema met een vergelijking tussen de hoofdlijnen van: de huidige

Nadere informatie

2 Analyse kabinetsvoornemens

2 Analyse kabinetsvoornemens 2 Analyse kabinetsvoornemens 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat een beknopte verkenning van relevante, mogelijke gevolgen en effecten van de kabinetsvoornemens, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het gaat

Nadere informatie

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten, in verband met afschaffing van de kortdurende uitkering en aanscherping van de wekeneis Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

Aanpassing toetredingsvoorwaarden

Aanpassing toetredingsvoorwaarden 04 01 Aanpassing toetredingsvoorwaarden WW advies Aanpassing toetredingsvoorwaarden WW Uitgebracht aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Publicatienummer 1, 20 februari 2004 Sociaal- Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 738 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten, in verband met afschaffing van de kortdurende uitkering en aanscherping van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18724 9 juli 2013 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juli 2013, 2013-0000085564, houdende

Nadere informatie

De inkomensbescherming in de Werkloosheidswet vanaf 1987

De inkomensbescherming in de Werkloosheidswet vanaf 1987 De inkomensbescherming in de Werkloosheidswet vanaf 1987 Scriptie Master Arbeidsrecht Naam: J. Huigen Studentennr.: 10253947 Begeleider: Prof. mr. M. Westerveld Specialisatie: Arbeidsrecht Instelling:

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) 1. Inleiding De overheid heeft besloten de Ziektewet (ZW) per 1 januari 2013 aan te

Nadere informatie

D e n H a a g 12 juni 2012

D e n H a a g 12 juni 2012 Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 12/10.937/12-017/MF/Gau

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 493 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting De raad formuleert in dit advies een integraal pakket van voorstellen om de Werkloosheidswet (WW) te hervormen. De belangrijkste doelstelling daarvan is de WW meer toekomstbestendig te

Nadere informatie

Uitzonderingspositie musici en artiesten bij bepaling wekeneis en dagloon WW gehandhaafd tot

Uitzonderingspositie musici en artiesten bij bepaling wekeneis en dagloon WW gehandhaafd tot Regelingen en voorzieningen CODE 1.2.2.24 Uitzonderingspositie musici en artiesten bij bepaling wekeneis en dagloon WW gehandhaafd tot 1.1.2014 bronnen - Nieuwsbericht ministerie van SZW d.d. 08.05.2013

Nadere informatie

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Is het wenselijk de ontslagvergoeding voortaan te verrekenen met de WW-uitkering? De SER beantwoordt die vraag ontkennend. De verrekening die het kabinet voorstelt, heeft een aantal negatieve

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/F&W/05/89716 s -Gravenhage, 11 november 2005 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 268 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder

Nadere informatie

No.W /IV 's-gravenhage, 2 november 2005

No.W /IV 's-gravenhage, 2 november 2005 ... No.W12.05.0420/IV 's-gravenhage, 2 november 2005 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2005, no.05.003628, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij

Nadere informatie

INLEIDING. 1 Inleiding

INLEIDING. 1 Inleiding 1 Inleiding Dit advies is een vervolg op het sociaal akkoord dat het kabinet en de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers op 11 april 2013 hebben gesloten en op het akkoord van centrale

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG SV/F&W/2004/7660

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG SV/F&W/2004/7660 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Adviesaanvraag Op 28 mei 2004 heeft de raad een adviesaanvraag van de Tweede Kamer ontvangen over het ouderenbeleid op middellange en lange termijn. Het advies is bedoeld voor de themacommissie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding en doel De arbeidsmarkt moet zekerheid en kansen bieden aan iedereen. De huidige vormgeving van de arbeidsmarkt knelt in de visie van het kabinet voor werkgevers

Nadere informatie

Nieuwsbrief van d.d. 21-04-2005

Nieuwsbrief van d.d. 21-04-2005 Nieuwsbrief van d.d. 21-04-2005 Nummer: 06-2005 1) Belastingcontrole. Vaak komt de vraag naar voren of de belastingdienst ook vragen mogen stellen aan derden betreffende uw belastingplicht. Hof Den Haag

Nadere informatie

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende.

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende. Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: e.broekema@ser.nl Aan de Voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 738 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten, in verband met afschaffing van de kortdurende uitkering en aanscherping van de

Nadere informatie

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer, STICHTING VAN DE ARBEID Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan: decentrale cao-partijen T 070. 3 499 577 F 070. 3 499 796 E info@stvda.ni www.stvda.ni Den Haag : 17 april 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

SV-Actueel. Veranderingen in sociale verzekeringswetten. Samen werken met UWV. Zwolle 15 november 2012

SV-Actueel. Veranderingen in sociale verzekeringswetten. Samen werken met UWV. Zwolle 15 november 2012 SV-Actueel Veranderingen in sociale verzekeringswetten Samen werken met UWV Zwolle 15 november 2012 Programma Wetsvoorstel Vereenvoudiging regelingen UWV Wijziging Wfsv i.v.m. mobiliteitsbonussen Wet

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Project Walvis/SUB/ 04/9300

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Project Walvis/SUB/ 04/9300 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden hebben de volgende organisaties - op verzoek of

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren Maanden WW Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW Hoe was de WW geregeld? Tot 1 januari 2016 kreeg je, afhankelijk van je arbeidsverleden maximaal 38 maanden WW. Per gewerkt jaar bouwde je een

Nadere informatie

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005 Raming van het bijstandsvolume in het CEP 2005 Het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars rv 11 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten BSW/2011.264 RIS 246121_120207 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag

Nota naar aanleiding van het verslag 29738 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten, in verband met afschaffing van de kortdurende uitkering en aanscherping van de wekeneis Nota naar aanleiding van het verslag 1. Inleiding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 143 Besluit van 13 maart 1995 tot wijziging van het Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidswet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling

Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling BELEIDSARTIKEL 7 INKOMENSGARANTIE VOOR HERKEURDE ARBEIDSONGESCHIKTEN 7.1 Algemene beleidsdoelstelling Het bieden van een inkomensvoorziening aan oudere herkeurde arbeidsongeschikten die op basis van het

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Kamervragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) Postbus

Nadere informatie

3 Doelen advies. 3.1 Noodzakelijke aanvullende veranderingen

3 Doelen advies. 3.1 Noodzakelijke aanvullende veranderingen 3 Doelen advies Verbeteringen zijn nodig in de keten van werk naar werk, van werkloosheid naar werk en in de polisvoorwaarden van de WW. In paragraaf 3.1 schetst de raad de volgens hem benodigde aanvullende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 50456 27 september 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 2016, 2016-0000192144,

Nadere informatie

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Onderzoek in opdracht van Instituut Gak In samenwerking met University of

Nadere informatie

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Whitepaper: Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Op 10 juni 2014 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) aangenomen. De WWZ beoogt het arbeidsrecht aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen in

Nadere informatie

Optimalisering verlof na geboorte kind

Optimalisering verlof na geboorte kind ADVIES 18/01 Februari 2018 Optimalisering verlof na geboorte kind SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Briefadvies Nadere bevindingen optimalisering verlof na geboorte kind Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde

Nadere informatie

Wijziging Wfsv. Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA. Marjol Nikkels-Agema. VeReFi Zomermarkt 2018

Wijziging Wfsv. Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA. Marjol Nikkels-Agema. VeReFi Zomermarkt 2018 Wijziging Wfsv Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA Marjol Nikkels-Agema VeReFi Zomermarkt 2018 1 Wijziging Wfsv WGA van tien jaar terug naar vijf jaar Bij ziek na 1 januari 2020

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 467 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurend zorgverlof en

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale verzekeringen Nr. SV/F&W/03/33404 Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende de invoering van een bijdrage van de werkgever wiens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 694 Pensioenregelingen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen):

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Uitvoeringsinstructie UWV De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Sinds enige tijd komt het voor dat werkgevers

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 562 Besluit van 7 november 2012 tot vaststelling van het tijdstip, bedoeld in artikel 8:10 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016 ... No.W12.16.0277/III 's-gravenhage, 11 november 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001567, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Aan: Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM Den Haag T 088 9846000 I www.cpb.nl Contactpersoon

Nadere informatie

In dit artikel leest u over de belangrijkste elementen uit het sociaal akkoord voor de detailhandel.

In dit artikel leest u over de belangrijkste elementen uit het sociaal akkoord voor de detailhandel. Sociale partners en kabinet hebben voor het eerst sinds heel lange tijd een veelomvattend sociaal akkoord gesloten. "Een sociaal akkoord is belangrijk, omdat het een gemeenschappelijke opvatting tot uitdrukking

Nadere informatie

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel 1. inleiding Het wetsvoorstel omvat een aantal maatregelen die de vangnetfunctie van de WWB en van de Wet

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 157294 14 september 2017 Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Vooruitgang door vernieuwend werkgeven. Rutte III Vertrouwen in de toekomst

Vooruitgang door vernieuwend werkgeven. Rutte III Vertrouwen in de toekomst Vooruitgang door vernieuwend werkgeven Rutte III Vertrouwen in de toekomst Rutte III: Ontslag en arbeidsongeschiktheid Uitvoeren wetsvoorstel compensatie TV bij ontslag na 2 jaar ziekte Prima plan, maar

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, de heer dr. H.H.F. Wijffels Postbus LK 's GRAVENHAGE

Aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, de heer dr. H.H.F. Wijffels Postbus LK 's GRAVENHAGE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, de heer dr. H.H.F. Wijffels Postbus 90405 2509 LK 's GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van

Nadere informatie

Herwin Schrijver. Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014

Herwin Schrijver. Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014 Herwin Schrijver Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014 door Marjol Nikkels-Agema directeur CS Opleidingen B.V. Keuzes overheid en nieuwe ontwikkelingen Werk,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

KLeintje begroting 2010

KLeintje begroting 2010 KLeintje begroting 2010 De begroting is onderverdeeld in vijf beleidsproducten te weten: Inkomenswaarborg, Activering en Uitstroom, Handhaving, Inburgering en Kinderopvang. De beleidsproducten zijn weer

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.szw.nl Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet tot

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 BIJLAGE 1 SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 A. Algemene opzet a.o.-regelingen* 1) verlenging wettelijk verplichte loondoorbetaling bij ziekte tot in beginsel twee jaar 2)

Nadere informatie

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal uitgewerkte of overbodige wetten in te trekken;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal uitgewerkte of overbodige wetten in te trekken; Intrekking en wijziging van diverse wetten en een besluit op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert

Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert 12-03-2013 2 Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) Ingangsdatum 01-01-2013 en later 3 Stapsgewijze

Nadere informatie

Samenvatting. Arbeidsmarkt en werkloosheid

Samenvatting. Arbeidsmarkt en werkloosheid Samenvatting Arbeidsmarkt en werkloosheid Hoge werkloosheid is tijdelijk Momenteel loopt de werkloosheid op. Het CPB verwacht dat in 2010 en 2011 ongeveer een half miljoen mensen werkloos is. De economische

Nadere informatie

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand,

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR358167_1 28 september 2018 Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Algemene beschouwing

Algemene beschouwing Algemene beschouwing Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid Voor de Nederlandse economie en dus voor bedrijven en werknemers is het van belang om de juiste mensen op de juiste arbeidsplek

Nadere informatie

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 1. Preambule Het kabinet, sociale partners en de VNG zetten zich in om met een tijdelijke impuls de doorstroom van werknemers in gesubsidieerde arbeid naar reguliere

Nadere informatie

4. Toegankelijkheid. 4.1 Inleiding

4. Toegankelijkheid. 4.1 Inleiding 30 4. Toegankelijkheid 4.1 Inleiding Naar aanleiding van de resultaten van een onderzoek naar de witte vlekken op pensioengebied 31 constateren de convenantspartijen dat de noodzaak blijft bestaan om de

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: Bijlage bij de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling

Nadere informatie

Plan van aanpak. monitor en evaluatie. Wet werk en zekerheid

Plan van aanpak. monitor en evaluatie. Wet werk en zekerheid Bijlage 1 Plan van aanpak monitor en evaluatie Wet werk en zekerheid Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doelen van de Wet werk en zekerheid 2.1 Onderdeel flexibele arbeid 2.2 Onderdeel ontslagrecht 2.3 Onderdeel

Nadere informatie

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren, STICHTING Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2001 8 2500 EA DEN HAAG 070-3 499 577 070-3 499 796 info@stvda.nl

Nadere informatie

Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Ingangsdatum 01-01-2013 en later Stapsgewijze privatisering Ziektewet Ontwikkelingen aantal nieuwe WGA-uitkeringen (in procenten

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

Aanbeveling ter bevordering van preventie van werkloosheid en reïntegratie van werkloze werknemers. 15 april 2005 publicatienr.

Aanbeveling ter bevordering van preventie van werkloosheid en reïntegratie van werkloze werknemers. 15 april 2005 publicatienr. Aanbeveling ter bevordering van preventie van werkloosheid en reïntegratie van werkloze werknemers 15 april 2005 publicatienr. 4/05 STICHTING VAN DE ARBEID TEN GELEIDE In het kader van het Najaarsakkoord

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 435 Besluit van 28 september 2006 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging

Nadere informatie

WET ARBEIDSMARKT IN BALANS. Wake-Update Van Herwijnen Kreston 18 april 2019

WET ARBEIDSMARKT IN BALANS. Wake-Update Van Herwijnen Kreston 18 april 2019 WET ARBEIDSMARKT IN BALANS Wake-Update Van Herwijnen Kreston 18 april 2019 BARNEVELD HARDINXVELD KAMPEN VEENENDAAL WERKENDAM Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) WAB voorlopige sluitstuk wetgeving? (BW/BBA

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting In dit advies doet de Sociaal-Economische Raad voorstellen voor vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet (ATW). De kern van deze wet bestaat uit een stelsel van normen voor arbeids- en

Nadere informatie

WET WERK EN ZEKERHEID

WET WERK EN ZEKERHEID WET WERK EN ZEKERHEID PROGRAMMA Wet Werk en Zekerheid (WW, IOAW, IOW) Reparatie WW in cao Transitievergoeding Aanpassingen contractvormen SOCIAAL AKKOORD Ingangsdatum 1-1-2016; Maximumduur wordt 2 jaar,

Nadere informatie

Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel).

Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel). 30 370 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel en wijziging van het ontslagrecht (Wet wijziging WW-stelsel en ontslagrecht) TWEEDE NOTA VAN

Nadere informatie

4.2 Hoofdlijnen personenkring werknemersverzekeringen

4.2 Hoofdlijnen personenkring werknemersverzekeringen 4 Standpunt 4.1 Algemeen Dit hoofdstuk bevat het standpunt van de raad over de hoofdlijnen van de personenkring van de werknemersverzekeringen en over de door het kabinet gestelde vragen 1. De meer principiële

Nadere informatie