Wanneer een nieuw busstation Leiden Zeezijde wordt ontworpen, dient het aantal benodigde halten helder te zijn. Deze notitie voorziet daarin.

Vergelijkbare documenten
Nadere onderbouwing noodzaak HOV in t Gooi

In deze notitie wordt gereageerd op het tracévoorstel van GNR van 9 januari 2014 om de HOV-route langs het ziekenhuis in Hilversum te leiden.

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum

Wijzigingen dienstregeling 2019 Zuid-Holland Noord

1 Uitgangssituatie 2020 autonoom

Benodigde capaciteit busstation Leiden

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontwikkeling Spaklerweg. Leeswijzer. Kroonenberg Groep. 9 augustus 2012 KBG002/Bkd/0008

Alternatieven afsluiting aansluiting Schiedam-centrum

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/

Analyse kruispunt Koningsweg - Lekkerbeetjesstraat

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontwikkeling Winthonlaan te Utrecht. 2.1 Toelichting programma. BJZ.nu bestemmingsplannen

Verkeersintensiteiten rond Parkeergarage Garenmarkt

Bedrijven- en winkelgebied Spaklerweg. toekomstige parkeerbehoefte en verkeersafwikkeling

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd:

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontsluiting parkeergarage Post.nl. Snippe Projecten BV. Analyse nieuwe varianten. 29 november 2017 SMP005/Adr/0012.

De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd in het bepalen van de verkeersgeneratie voor de diverse functies:

1 Achtergrond en vraagstelling

versie 2 1 Inleiding Busstation Soest-Zuid Gemeente Soest Vijf f varianten beoordeeld op aspect OV Eindrapport 9 februari 2015 Hendrik Bouwknegt

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Rijcurvesimulatie Kreling Uilkerweg te Zuilichem

1 Inleiding. Inpassing infra kraanbaan Laren. MBB Ontwikkeling BV. 24 juli 2014 MOT001/Gth/ juni 2014

Verkeer en parkeren Dorpsstraat 28 Heerjansdam

1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept

1 Inleiding. Bestemmingsplan Wimbledon te Overveen. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Bestemmingsplankaart gemeente Bloemendaal (1982) Hallvard

1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 15 februari 2018 TYN007/Ksg/

1 Inleiding. Verkeers- en parkeeranalyse Botsholsedijk 30a. Aanleiding. Vraagstelling. Leeswijzer. Museum De Ronde Venen

1 Aanleiding en vraagstelling

1 Inleiding: de varianten vergeleken

1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 4 december 2015 TYN002/Ksg/

1 Inleiding. 2 Kencijfers. Parkeer- en verkeerssituatie Woonzorgboerderij Blomhoeve. Woonkracht 10. notitie

Analyse parkeerbehoefte ten behoeve van bestemmingsplan

Parkeerbalans ontwikkeling woontoren Bètaplein

1 Inleiding. Parkeerbehoefte Badhoevedorp Centrum. Figuur 1.1: Locatie plangebied. Gemeente Haarlemmermeer. 16 april 2018 HMR380/Bkd

Onderbouwing parkeerbalans (her)ontwikkeling Schalkstad

CONCEPT. 1 Inleiding. 2 Parkeeronderzoek. Nulmeting rondom complex Brittenstein. Rijnhart Wonen. 14 december 2011 RHW009/Msm/ december 2011

Parkeertoets EMC en TCH Loerik VI

Concessie Haaglanden Regio Veolia Transport Vervoerplan 2016

peuterspeelzaal totaal nieuwbouw brede school uitbreiding buurthuis bibliotheek (in buurthuis) grote zaal (in buurthuis)

1 Inleiding. Parkeerbalans Julianastraat Noord. Gemeente Hardenberg. Definitief. 25 mei 2011 HDB152/Bkc/1701

2 Verkeersgeneratie en routekeuze

C O N C E P T. 1 Inleiding. De Monarch Den Haag. Provast. Nadere kruispuntanalyse. 4 maart 2013 PVT021/Nhn/ februari 2013

Beoordeling toekomstvastheid verplaatsing busstation Leiden (deel 2) Eindrapport Afweging mogelijke locaties

1 Ontwikkeling hoofdwegennet

2 Ruimtelijk programma en uitgangspunten

1 Inleiding. Parkeernormering ontwikkeling Brittenstein. Rijnhart Wonen. notitie. 28 augustus 2012 RHW010/Bes/0025

Verkeersontwikkeling plan Nieuwe Oostdijk in Goedereede

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:

2 Toename verkeersbewegingen op de Rondweg

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam

1 Inleiding. Parkeerbalans ontwikkeling ROC Leiden. Figuur 1.1: Bestemmingsplanlocatie indicatief (bron ondergrond: Bing Maps)

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg

1 Verkeermodel. Bestemmingsplan Larserknoop (reparatie) Gemeente Lelystad. Uitgangspunten notitie modelberekeningen. 6 januari 2016 LLS120/Bqt/0877.

Onderbouwing parkeereis verpleeghuis Leiden

1 Inleiding. Effecten openstelling Overdiemerweg. Gemeente Gooise Meren. 26 augustus 2016 Gim003/Sls 26 augustus 2016

Vrije parkeercapaciteit omgeving Burg. Langmanstraat e.o.

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase september 2015 MDL013/Fdf/0074.

1 Toelichting parkeerbalans

1 Inleiding. Verkeersonderzoek Marickenzijde. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: locatie nieuwbouwproject Marickenzijde. Gemeente De Ronde Venen

Kwalitatieve onderbouwing parkeren Noordgebouw Utrecht

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht

Ontwikkeling Hotel en Amusino, Gorinchem-Oost

Ontwikkeling De Driehoek en Struikakkers te Ermelo Vervolg

1 Inleiding. Weesperzijde Figuur 1.1: Locatie perceel Weesperzijde 150 te Amsterdam. Beapart NV. 20 augustus 2012 LXC001/Bkd

1 Het tracé. Definitief ontwerp De Hoef. Gemeente Amersfoort. 21 november 2016 AMF182/Ldl/ augustus 2016

Ontwikkeling De Driehoek en Struikakkers te Ermelo

1 Onderbouwing carsharing deelplan 2B

Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan Markthof

Verkeersanalyse winkelcentrum Sterrenburg Dordrecht

Herontwikkeling Spaargarenstraat Oegstgeest

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. M. Cetin (CDA) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3097

Afwikkelingsanalyse VRI Nijmeegseweg - L.J. Costerstraat

Verkeersproductie woningbouwlocatie MBO Leusden

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

Bereikbaarheid brandweer kraanbaan houtzagerij Laren

Parkeerbalans ontwikkeling Parkstaete Hattem

Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting

Vervoerplan Highlights vervoerplan 2018 voor Gooi en Vechtstreek.

Parkeerkundige onderbouwing bestemmingsplan ABC-gebouw Nieuwpoortstraat, Amsterdam

1 Inleiding. Bushalten Breestraat. 2. Verbreden van de rijbaan ter hoogte van de halte met een haltekom. Figuur 1.1: Vormgevingsprincipes bushalten

1 Inleiding. Verkeersanalyse ontwikkeling Breukelen. McDonald s. 11 januari 2013 MCD022/Rhr/ november 2012

Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij. Verkeerswaarnemingen. Food Center Amsterdam

Concessiemonitor MRDH - Juni 2016

Concessiemonitor MRDH - Maart 2016

2 Toelichting ontsluitingsvariant

VERSCHILLENSTAAT HWGO 2016

1 Aanleiding en vraagstelling

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS

Werkdocument Hotel t Koningsbed Versie 16 mei 2012

Binnen het verkeersplan staan nog negen punten die nader moeten worden uitgewerkt.

1 Inleiding. 2 Ligging van de route. Verkeersstudie Olst. Gemeente Olst-Wijhe. Analyse route Olsterveer - N juni 2017 OLW032/Fdf/concept

B en W. nr d.d

VERVOERPLAN VOORNE-PUTTEN 2008

Loopstroomstudie Utrecht Forum Westflank Noord. Definitief v2.0

Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de fietsparkeerbehoefte.

Verkeersonderzoek natuurbegraafplaats Schaijk

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER

Notitie. Geachte leden van Rocov Haarlem-IJmond,

Concessiemonitor MRDH - Mei 2016

Jj,. provincie groningen

Transcriptie:

Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus 161 F. HaverSchmidtwei 2 De Ruyterkade 143 7400 AD Deventer 8914 BC Leeuwarden 1011 AC Amsterdam Gemeente Leiden Busstation Zeezijde Benodigd aantal halten Datum Kenmerk Eerste versie 8 juni 2015, definitieve versie Hendrik Bouwknegt 1 Inleiding Wanneer een nieuw busstation Leiden Zeezijde wordt ontworpen, dient het aantal benodigde halten helder te zijn. Deze notitie voorziet daarin. Het busstation Leiden Zeezijde wordt gesitueerd op een nader uit te werken locatie, globaal tussen de looproute van het station naar LUMC en de Rijnsburgerweg. Op het busstation Zeezijde komen alle buslijnen; er is geen sprake van een tweede busstation aan de centrumzijde. De uitgangspunten voor de berekening komen aanbod in hoofdstuk 2. Daarna wordt ingegaan op de uitstaphalten (hoofdstuk 3), vertrekhalten (hoofdstuk 4) en de bufferhalten (hoofdstuk 5). Hoofdstuk 6 bevat de samenvattende aantallen. Enkele bijlagen bevatten achterliggende data. 2 Uitgangspunten Voor het ontwerp van het busstation zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Algemene opzet locatie aan noordzijde van station, tussen Rijnsburgerweg en ingang station, nader te detailleren; Aparte uitstaphalte voor eindigende lijnen nabij ingang van het station; doorgaande lijnen rijden direct naar hun vertrekhalte (ter vermijding van een langere rijtijd voor de doorgaande reizigers); Ruimte voor lange buffer wordt elders gezocht, bijvoorbeeld op het busgaragecomplex aan de Rijnsburgerweg of op andere locaties in de regio; www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl

Op het busstation komen alleen bussen, geen taxi s, kiss and ride, fietsers of anderszins, deze worden elders rond het station geaccommodeerd; Centrale wachtruimte voor reizigers met actuele informatie over vertrektijden en -perrons; Geen wachtvoorzieningen voor buschauffeurs (deze worden bij de lange buffer gesitueerd); Boogstralen zodanig dat het ontwerp in de normale exploitatie goed bruikbaar is en geen zeer krappe elementen bevat; Een beperkt aandeel gelede bussen (18 meter lengte), verder standaardbussen (12 meter) omdat gelede bussen anno 2015 vooral in steden met zeer drukke buslijnen rijden, en niet op buslijnen zoals die in en rond Leiden rijden. Ook op andere streekconcessies in Zuid-Holland rijden anno 2015 geen gelede bussen (geldt voor de concessies Zuid-Holland Noord, Hoeksche Waard/ Goeree- Overflakkee, Drechtsteden, Haaglanden Streek en Rotterdam Streek). Berekeningen aantal halten Drie scenario s: dienstregeling 2015 (overname van alle ritten uit de busboekjes van Arriva en Veolia) en groei van het aantal busritten met 12% (Scenario-Plus) en met 24% (Scenario-Max). In groepsanalyse is aangenomen dat Scenario-Max te beschouwen is als de hoogste groei die redelijkerwijs te verwachten is; Berekeningen uitstaphalten voor de ochtendspits, wanneer de meeste bussen aankomen; Bij de uitstaphalten moeten de meeste bussen direct terecht kunnen, in een beperkt aantal gevallen mag uitwijk naar een andere halte aan de orde zijn; Berekeningen vertrekhalten voor de avondspits, wanneer de meeste reizigers instappen; Bij de vertrekhalten is uitgangspunt een beschikbaar tijdvenster van vier minuten rond alle vertrektijden, om kleine schommelingen in de dienstuitvoering te kunnen opvangen en even te wachten op een late reiziger. Een tijdvenster van vier minuten garandeert dat het busstation ook bij normale schommelingen in rijtijden goed functioneert. De ruimte voldoet om drie minuten voor de vertrektijd al in de halte staan en een minuut na de officiële vertrektijd weg te rijden; De vertrekhalten hebben een dynamische perronindeling, waarbij een lijn niet altijd van hetzelfde perron vertrekt en bij verstoringen in de dienstuitvoering de bus naar een andere halte dan gebruikelijk verwezen kan worden; Onafhankelijk vertrek vanaf alle vertrekhalten is mogelijk. 3 Uitstaphalten Volgens de dienstregelingen van Arriva en Veolia komen in de ochtendspits 68 eindigende busritten per uur aan op station Leiden (zie bijlage 1). Daarnaast komen 20 doorgaande buslijnen aan, maar die maken geen gebruik van de uitstaphalte. De eindigende busritten komen via twee zijden het busstation op (vanaf de Rijnsburgerweg uit noordelijke en uit zuidelijke richting). Deze richtingen kunnen door de verkeerslichten nooit gelijktijdig aankomen. In de verkeerslichten zullen de bussen een hoge mate van prioriteit krij- Busstation Leiden Zeezijde 2

gen, zodat het weinig zal voorkomen dat er meer dan twee bussen gelijktijdig uit een richting aankomen. Een ontwerp met twee uitstaphalten is voldoende. 4 Vertrekhalten Het benodigd aantal vertrekhalten op een busstation is afhankelijk van: de dienstregeling; het aantal doorgaande en beginnende ritten; de benodigde stilstandtijd gemiddeld en maximaal; de stiptheid bij aankomst (bij doorgaande ritten). Om fluctuaties in de tijdcomponenten te kunnen opvangen, is een analyse gemaakt van het aantal benodigde halten wanneer voor elke bus een tijdraam (slottijd) van drie, vier of vijf minuten beschikbaar wordt gesteld rondom zijn vertrektijd volgens dienstregeling. In groepsanalyse is geoordeeld dat een tijdraam van vier minuten voor deze situatie uitgangspunt is. Het aantal benodigde vertrekhalten is berekend voor de avondspits (16.00 18.00 uur) van de dienstregeling 2015 (alle ritten uit de dienstregeling van Arriva en Veolia), voor Scenario-Plus (12% meer ritten dan de dienstregeling 2015) en voor Scenario-Max (24% meer ritten). De opbouw van beide scenario s is toegelicht in Bijlage 2. De rekenwijze is als volgt. Rond elke vertrektijd uit de dienstregeling is een tijdraam van (bijvoorbeeld) vier minuten gedefinieerd: vanaf drie minuten voor de geplande vertrektijd tot en met één minuut er na. Dit resulteert in vier bezette halteminuten voor die rit. Dit tijdraam is opgesteld rond alle vertrekkende ritten tussen 16.00 en 17.59 uur. Daarna is geanalyseerd wat het maximaal aantal bezette halteminuten in deze periode is. Dat maximum komt overeen met het benodigde aantal halten. Voorbeeld: bij vertrek van ritten om 16.05, 16.07, 16.08 en 16.11 uur, zijn bij een tijdraam van vier minuten de bezette halteminuten (cellen gevuld met X) weergegeven in tabel 1: Rit vertrekt volgens dienstregeling 16.03 16.04 16.05 16.06 16.07 16.08 16.09 16.10 16.11 16.12 16.13 16.14 16.05 X X X X 16.07 X X X X 16.08 X X X X 16.11 X X X X Som aantal bezette halteminuten 0 1 1 2 3 2 2 2 1 1 1 0 Tabel 1: voorbeeld berekening aantal vertrekhalten bij tijdraam van vier minuten. Busstation Leiden Zeezijde 3

In dit voorbeeld zijn drie vertrekhalten nodig, omdat om 16.07 uur halten nodig zijn voor de ritten van 16.05, 16.07 en 16.08 uur. Dat drie halten slechts gedurende één minuut nodig zijn, is voor de uitkomst niet relevant. Op de overige momenten zijn er twee of minder halten nodig. De uitkomsten van deze berekeningen voor de dienstregeling 2015, voor Scenario-Plus (12% meer ritten) en voor Scenario-Max (24% meer ritten) zijn opgenomen in tabel 2. Scenario Tijdraam 3 minuten Tijdraam 4 minuten Dienstregeling 2015 9 10 11 Scenario-Plus 9 10 10 Scenario-Max 11 12 12 Tijdraam 5 minuten Tabel 2: benodigd aantal vertrekhalten bij drie scenario s qua dienstregeling en drie qua tijdraam De conclusie uit tabel 2 is dat tien vertrekhalten nodig zijn in de dienstregeling 2015 en in Scenario-Plus. In het Scenario-Max zouden twaalf vertrekhalten nodig zijn. Tabel 2 laat overigens ook zien dat het aantal vertrekhalten niet alleen afhangt van het aantal vertrekkende ritten, maar ook van de spreiding van de vertrektijden. Dit blijkt uit de berekeningen met een tijdraam van 5 minuten (laatste kolom van tabel 2). Scenario- Plus kent 12% meer vertrekken dan Dienstregeling 2015, en kan toch volstaan met één vertrekhalte minder (10 versus 11 halten). Bij nadere analyse blijkt dit te komen door de vervanging van de lijnen 20, 21, 221, 30 en 31 (samen zestien vertrekken per uur) door één lijn die twintig keer per uur rijdt. Omdat in het laatste geval de ritten nooit gelijktijdig vertrekken, zijn er minder halten nodig ondanks het hogere aantal ritten. Een chauffeur zal in de praktijk niet naar zijn vertrekhalte rijden als daar de voorgaande rit van diezelfde lijn nog staat. Wanneer enkele halten niet onafhankelijk zijn (als twee bussen achter elkaar aan een perron staan zonder mogelijkheid dat de achterste bus onafhankelijk van de voorste bus kan wegrijden), kan het op drukke momenten voorkomen dat de tweede bus staat opgesloten. Door de halten dynamisch toe te wijzen (afhankelijk van de werkelijke aankomst- en vertrektijden) is deze kans sterk te beperken. Busstation Leiden Zeezijde 4

5 Bufferplaatsen 5.1 Algemeen Op een busstation staan bussen tussen twee ritten in enige tijd stil. Soms is dit een paar minuten, soms meer dan een half uur, de minimale tijd voor een pauze die wettelijk verplicht is. Bij stilstand tot en met tien minuten spreken we in deze nota van een korte buffer (paragraaf 5.2), bij meer dan tien minuten van een lange buffer (paragraaf 5.3). De korte buffer vindt op het busstation plaats omdat de tijd ontbreekt om naar een andere plaats en terug te rijden. Voor de lange buffer is het uitgangspunt dat deze niet op het busstation plaatsvindt, maar bijvoorbeeld op het terrein van de busgarage aan de Rijnsburgerweg. 5.2 Korte buffer Bussen die een rit hebben gemaakt die rijdt tot Leiden Centraal, rijden daarna een rit op dezelfde of op een andere lijn. De tijdsspanne tussen aankomst en vertrek hangt in het algemeen af van: de opzet van de chauffeursdiensten; de vertragingsgevoeligheid van de aankomende rit; de verdeling van lijnen over diverse chauffeurs-vestigingen; eventueel afwijkend materieel op bepaalde lijnen. De korte buffer wordt gebruikt door bussen die hun beginpunt op station Leiden hebben, niet door de doorgaande ritten. Gerekend wordt met ruimte in de korte buffer voor een derde van de beginnende ritten. Aanname daarbij is dat de andere bussen (dus twee derde deel) hetzij een zeer korte buffertijd heeft en direct naar de vertrekhalte rijdt (daar is immers een tijdraam van vier minuten beschikbaar), hetzij van de lange buffer komt. Deze aangenomen verdeling is gebaseerd op ervaringscijfers van een vergelijkbare locatie. We nemen verder aan dat de bus vanuit de korte buffer drie minuten voor zijn vertrektijd naar de vertrekhalte rijdt. De berekening is uitgevoerd door van de avondspits (16.00 18.00 uur) alle beginnende ritten (dus niet ritten van doorgaande lijnen) te sommeren die binnen vier tot en met tien minuten na elke minuut vertrekken, dus in een tijdsspanne van zeven minuten. Deze periode is er op gebaseerd dat een vertrek over elf minuten of meer niet op de korte buffer wordt gefaciliteerd (daarvoor dient de lange buffer elders) en dat een bus die vertrekt binnen drie minuten al op de vertrekhalte staat. Van het totaal aantal bussen dat vertrekt in de tijdsspanne tussen vier en tien minuten na elke minuut, is 1/3 deel genomen met afronding naar boven. Voor dit aantal bussen dient de korte buffer. De overige 2/3 van de vertrekkende bussen komt hetzij van de lange buffer, hetzij komt aan zodanig kort voor de vertrektijd dat hij direct naar de vertrekhalte kan rijden. Busstation Leiden Zeezijde 5

Bij deze rekenwijze zijn vier korte bufferplaatsen in de dienstregeling 2015 nodig. Ook in Scenario-Plus en Scenario-Max komt de berekening uit op vier korte bufferplaatsen. 5.3 Lange buffer Op lange buffer staan bussen waarvan de chauffeur gedurende langere tijd pauze heeft. Wettelijk is dit geregeld, aangevuld met CAO-afspraken van de vervoerders. Berekeningen zijn hier niet uitgewerkt omdat de locatie elders gevonden wordt en het ruimtebeslag voor het ontwerp van het busstation dus niet relevant is. Bij een dergelijke lange buffer is aanwezigheid van een toilet en schaftruimte (al dan niet met koffie-automaat en magnetron) nodig omdat chauffeurs hier hun rustpauze doorbrengen. Bijlage 4 schetst het aantal bussen op de kruising van de toerit naar het busstation (Bargelaan) en de Rijnsburgerweg. Om het busstation inclusief de lange buffer goed te laten functioneren, zijn korte wachttijden hier van belang. De aantallen in bijlage 4 betreffen de ochtendspits, die immers het hoogste aantal ritten per uur omvat. 6 Aantal halten De vorige hoofstukken samenvattend, is het benodigd aantal halten op het busstation Leiden Zeezijde opgenomen in tabel 3: Type halte Benodigd op basis van dienstreg. 2015 Scenario-Plus Uitstaphalten 2 2 2 Vertrekhalten 10 10 12 Korte buffer 4 4 4 Lange buffer elders elders elders Tabel 3: benodigd aantal halten busstation Leiden Zeezijde Scenario-Max In bijlage 3 is een vergelijking met de aantallen uit andere studies en met het huidige busstation opgenomen. Busstation Leiden Zeezijde 6

Bijlage 1 Aantal eindigende bussen per uur, station Leiden Centraal Dienstregeling 2015, tijdraam 07-09 uur, werkdagen lijn ritten/uur 2015 lijn ritten/uur 2015 1/ 2 0 (doorgaande lijn) 250 2 3/ 4 0 (doorgaande lijn) 56 2 5 4 57 2 6 4 169 4 20/21 8 182 2 30/31 8 183 1 37 2 186/187 0 (doorgaande lijn) 38 1 400 Z meer 12 43 2 365 L dorp 6 45 4 50 4 Totaal 68 Tabel B-1: aantal eindigende bussen per uur (dienstregeling 2015 Arriva en Veolia), patroon ochtendspits Busstation Leiden Zeezijde 7

Bijlage 2 Scenario-Plus en Scenario-Max De dienstregeling 2015 telt van 16.00 tot en met 17.59 uur volgens patroon 172 vertrekkende busritten van Leiden Centraal: lijn ritten/uur 2015 lijn ritten/uur 2015 1/ 2 8 250 2 3/ 4 8 56 2 5 4 57 2 6 4 169 4 20/21 8 182 2 30/31 8 183 1 37 2 186/187 4 38 1 400 Z meer 10 43 2 365 L dorp 6 45 4 50 4 Totaal per uur Tabel B-2: aantal vertrekkende bussen per uur (dienstregeling 2015 Arriva en Veolia), patroon avondspits 86 Door kleine afwijkingen van dit strakke uurpatroon, is het werkelijk aantal vertrekken van 16.00 tot en met 17.59 uur niet 172 (= 86 * 2) maar 165 ritten. Bijvoorbeeld: lijn 400 naar Zoetermeer rijdt als patroon elke 6 minuten in de avondspits (vandaar de 10 ritten per uur in bovenstaande tabel), maar rijdt deze frequentie slechts van 16.34-17.52 uur. Daarvoor en daarna rijdt lijn 400 minder vaak. Van 16.00 tot en met 17.59 uur vertrekken volgens de dienstregeling 18 ritten van lijn 400 vanaf Leiden Centraal, terwijl het er 20 zouden zijn wanneer de spitsfrequentie gedurende die gehele periode van twee uur geboden zou worden. Voor Scenario-Plus is het aantal vertrekken tussen 16.00 en 17.59 uur volgens de dienstregeling 2015 met 12% verhoogd. De keuze van de extra ritten, hun route en vertrektijd is minder relevant. Ten opzichte van de dienstregeling 2015 is als volgt gewijzigd: de bestaande vertrekken (samen 16 per uur, gemiddeld elke 3¾ minuut) van lijn 20/21 (Noordwijk) en 30/31 (Katwijk) zijn vervangen door een frequentere HOV-lijn elke 3 minuten (dat zijn 20 ritten per uur, toename 4 ritten per uur, 8 extra ritten tussen 16.00 en 17.59 uur); naar Rijnsburg is een lijn ingevoerd van zes ritten per uur (toename 12 ritten tussen 16.00 en 17.59 uur). Het aantal ritten in de periode van 16.00 tot en met 17.59 groeit door deze ingrepen van 165 naar 185, een toename van 12%. Voor Scenario-Max is het aantal vertrekken tussen 16.00 en 17.59 uur met 24% verhoogd, als volgt: Busstation Leiden Zeezijde 8

de bestaande vertrekken (samen 16 per uur, gemiddeld elke 3¾ minuut) van lijn 20/21 (Noordwijk) en 30/31 (Katwijk) zijn vervangen door één frequentere HOV-lijn elke 3 minuten (dus 20 ritten per uur, toename dus 4 ritten per uur, 8 extra ritten tussen 16.00 en 17.59 uur); naar Rijnsburg is een lijn ingevoerd van zes ritten per uur (toename 12 ritten tussen 16.00 en 17.59 uur); lijn 37 Leiden Rijnsburg Katwijk is vervallen (afname 4 ritten 16.00 17.59 uur); er is een doorgaande buslijn van Leiden Centrum via station Centraal naar BSP toegevoegd van zes ritten per uur in beide richtingen (toename 24 ritten 16.00 17.59 uur). Het aantal ritten in de periode van 16.00 tot en met 17.59 groeit door deze ingrepen van 165 naar 205, een toename van 24%. Busstation Leiden Zeezijde 9

Bijlage 3. Vergelijking met eerdere rapportages Tabel B-3 bevat een vergelijking tussen het benodigd aantal halten volgens deze studie (zie hoofdstuk 6), vorige studies van ons bureau uit 2011, 2012 (met Maxwan) en 2014, het huidige aantal aanwezige halten en eerdere berekeningen van Inno-V. Type bushalte Benodigd, Netwerk 2015 Benodigd, Goudappel & Maxwan 2012 Benodigd, Goudappel 2014 Huidig aantal fysiek Uitstaphalten 2 4 3 6 5 Vertrekhalten 10 14 9-12 7(+1)*2 = 14-16 Korte buffer 4 3 3-4 ) 14 Lange buffer elders 13 12-15 ) Tabel B-3: benodigd aantal halten busstation Leiden Zeezijde Inno-V benodigd, RGL geen Light Rail 7 ) 14 ) In vergelijking met het huidige busstation aan de centrumzijde komt deze studie tot een vergelijkbaar aantal vertrek- en bufferhalten. Het aantal uitstaphalten is lager. Het aantal uitstaphalten (hoofdstuk 3) is in deze studie lager dan andere studies omdat er nu van is uitgegaan dat doorgaande lijnen niet via de uitstaphalte rijden. Dit zou namelijk leiden tot ongewenst omrijden van bussen (langere rijtijd voor doorgaande reizigers, grotere belasting busstation en hogere exploitatiekosten). Het aantal uitstaphalten ligt in de twee voorgaande Goudappel-studies lager dan bij de studie van Inno-V, die op vijf uitstaphalten uitkwam. Laatstgenoemd aantal is echter slechts onderbouwd door waarnemingen van één dag waarbij het één keer voorkwam. Ook de situatie met vier bussen op de uitstaphalte werd maar één keer waargenomen, drie bussen gelijktijdig drie keer. Het huidige busstation telt zes uitstaphalten: drie voor bussen komend vanuit de Stationsweg en drie voor bussen komend uit de richting van LUMC via de Walenkamptunnel. Deze aantallen zijn waarschijnlijk meer gebaseerd op de aanwezige ruimte dan op een berekende noodzaak. Bij de vertrekhalten (hoofdstuk 4) komen de Goudappel-studies lager uit dan de Goudappel-Maxwan rapportage uit 2012. Reden is het gewijzigde netwerk van de nieuwe concessie Zuid-Holland Noord dat Arriva vanaf december 2012 verzorgt. Het netwerk is toen fors gewijzigd. Het aantal vertrekhalten is hoger dan bij Inno-V. Oorzaak is dat Inno-V uitging van een tijdraam van slechts twee minuten rond de vertrektijd volgens dienstregeling. Dat is naar onze mening niet realistisch en gaat voorbij aan de fluctuaties die bij aankomst- en vertrektijden onvermijdelijk zijn. Het aantal korte bufferhalten is in deze studie vergelijkbaar met andere studies voor zover ze daarin apart zijn berekend. Busstation Leiden Zeezijde 10

Bijlage 4. Verkeersbelasting kruispunt Rijnsburgerweg Het aantal bussen per uur in de ochtendspits (dienstregeling 2015 van Arriva en Veolia) op de diverse richtingen, uitgaande van busstation Leiden Zeezijde, is als volgt: 65 van Rijnsburgerweg zuidzijde linksaf naar busstation; 65 van busstation rechtsaf naar Rijnsburgerweg zuidzijde; 39 van Rijnsburgerweg noordzijde rechtsaf naar busstation; 39 van busstation linksaf naar Rijnsburgerweg noordzijde; 11 van de Bargelaan naar de Arriva-garage (rechtdoor) en 11 van de garage naar de Bargelaan. Per richting is de verdeling over de lijnen als volgt. 1 Bussen van Rijnsburgerweg zuidzijde linksaf naar busstation (ochtendspits, ritten per uur). Bussen van busstation rechtsaf naar Rijnsburgerweg zuidzijde. lijn ritten/uur 2015 lijn ritten/uur 2015 1 Leiderdorp 4 56 2 2 Leiderdorp 4 169 4 3 De Vink 4 182 2 3 Merenwijk 4 183 1 4 Zuid West 4 186/187 Gouda 2 4 Merenwijk 4 400 Z meer 12 5 4 365 Leiderdorp 6 6 4 45 4 Totaal per uur 65 Tabel B-4: aantal ritten per uur van Rijnsburgerweg zuidzijde naar Busstation Leiden Zeezijde en aantal ritten per uur van Busstation Leiden Zeezijde naar Rijnsburgerweg zuidzijde (routes bij Busstation Zeezijde, aantal ritten conform dienstregeling 2015). Busstation Leiden Zeezijde 11

2 Bussen van Rijnsburgerweg noordzijde rechtsaf naar busstation (ochtendspits, ritten per uur). Bussen van busstation linksaf naar Rijnsburgerweg noordzijde (ochtendspits, ritten per uur). lijn ritten/uur 2015 lijn ritten/uur 2015 1 Vink 4 43 2 2 Vink 4 50 4 20/21 8 250 2 30/31 8 57 2 37 2 186/187 Oegstg 2 38 1 Totaal per uur 39 Tabel B-5: aantal ritten per uur van Rijnsburgerweg noordzijde naar Busstation Leiden Zeezijde en aantal ritten per uur van Busstation Leiden Zeezijde naar Rijnsburgerweg noordzijde (routes bij Busstation Zeezijde, aantal ritten conform dienstregeling 2015). 3 Van deze 65+39=104 ritten per uur, zijn er 36 doorgaande ritten (lijnen 1, 2, 3, 4, 186/187) en 68 eindigende ritten. Van deze 68 eindigende ritten nemen we aan dat een derde deel (dus 23 ritten per uur) naar de korte buffer gaat (hoofdstuk 5). Deze belasten het kruispunt met de Rijnsburgerweg niet. De resterende 45 eindigende ritten per uur (68-23) gaan hetzij direct naar de vertrekhalte, hetzij naar de lange buffer. Zeker in de spitsuren zal een kleine minderheid naar de lange buffer gaan; pauzes worden doorgaans weinig in de spitsuren gepland. Op basis van ervaringscijfers hanteren we als bovengrens dat een kwart van die 45 ritten (dus 11 ritten) naar de lange buffer rijdt voor pauze, en dus (na de pauze) ook 11 ritten per uur terug. Het kruispunt Bargelaan Rijnsburgerweg wordt bij deze uitgangspunten dus 11 keer per uur belast met een rit van de Bargelaan naar de Arriva-garage (rechtdoor) en 11 keer per uur met een rit van de garage naar de Bargelaan. In de aanloop naar de spits en aan het einde daarvan zullen bovendien bussen tussen het busstation en de Arriva-garage rijden (de zogenaamde in- en uitrukkers). Dit gebeurt logischerwijs vooral buiten de spitsuren. Rond tijdstippen als 6.00, 9.00, 19.00 en 0.00 uur zal dit het meest voorkomen. Daarmee zijn ze voor de kruispuntbelasting in de maatgevende drukke perioden minder relevant. Echter, ook in de spitsuren kunnen ritten van en naar de Arriva-garage voorkomen, afhankelijk van de uitwerking van de busomlopen en chauffeursdiensten die elk jaar wijzigen. Busstation Leiden Zeezijde 12