Tweede Kamer der Staten Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 30 november 2012 Ons kenmerk B30112012MM Onderwerp Brief VGN begrotingsbehandeling VWS Contact mw. drs. M. van der Meulen Telefoon 030-27 39 745 E-mail mmeulen@vgn.nl Geachte leden van de vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer, Binnenkort debatteert u met de staatssecretaris over de VWS begroting van 2013. Naar onze verwachting zal dit debat zich niet beperken tot het Lenteakkoord, maar ook vooruitblikken naar de maatregelen uit het regeerakkoord Bruggen slaan. Vanuit die verwachting, nemen we u graag mee in de gevolgen en aandachtspunten voor de gehandicaptenzorg. Als Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) vragen we vooral uw aandacht voor de nieuwe landelijke voorziening, de extramuralisering, de dagbesteding en wat de maatregelen betekenen voor de mantelzorgers. Richting herkenbaar Dit Kabinet kiest er nadrukkelijk voor om in de toekomst van de langdurige zorg afscheid te nemen van de huidige AWBZ. De denkrichting die gekozen wordt (meer lokaal dicht bij de burger georganiseerd) is niet nieuw. De AWBZ terugbrengen naar de kerngroep die echt is aangewezen op onverzekerbare zorg, is daar een voorbeeld van. De VGN ziet ook de noodzaak van het verkleinen van de huidige AWBZ. Daarnaast past de grotere rol van gemeenten in het bieden van zorg dichtbij de burger bij reeds ingezet beleid. Gemeenten en gehandicaptenzorgaanbieders zijn al actief bezig met de voorbereiding op de decentralisatie van de AWBZ begeleiding naar de Wmo. Dat de persoonlijke verzorging ditzelfde traject gaat volgen, past eveneens binnen de grotere regierol van gemeenten. Binnen de gehandicaptenzorg liggen de invulling van de functies persoonlijke verzorging en begeleiding soms dicht bij elkaar. Dat dit vanaf 2015 vanuit één domein gecompenseerd gaat worden, roept in de gehandicaptenzorg geen zware bezwaren op. In onze sector gaan wel problemen ontstaan door de manier waarop de regering deze maatregelen wil invullen. Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 413 3500 AK Utrecht www.vgn.nl E info@vgn.nl T 030-27 39 300 Rabobank 33.10.21.005 BTWnr. 80.47.42.534.B.01 KvK Utrecht 40483210
pagina 2 Zorgen over manier waarop Landelijke voorziening Het kabinet brengt in haar plannen de huidige AWBZ terug naar een landelijke voorziening voor de hoogste verblijfspakketten in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. De VGN heeft veel vragen over de precieze invulling van die landelijke voorziening. Iedereen is het erover eens dat er bij deze groep echt sprake is van onverzekerbare zorg. Een zorgbehoefte en zorgvraag die zo zwaar is dat een verzekerd recht op zorg nodig is om die zorg ook te kunnen waarborgen. - Bij de staatssecretaris aan te dringen om het verzekerd recht als waarborg in de nieuwe landelijke voorziening op te nemen. Extramuralisering In aanvulling op het Lenteakkoord waar een start gemaakt wordt met de extramuralisering van de laagste zorgzwaartepakketten, breidt het regeerakkoord dit verder uit tot zorgzwaartepakket 4. In het Lenteakkoord geldt de maatregel alleen voor nieuwe cliënten. Mensen die al een indicatie hebben voor een zorgzwaartepakket 1, 2 of 3 in de verstandelijk gehandicaptensector (VG), houden hun recht op verblijf in een instelling. Ook als hun zorgbehoefte verandert of hun indicatie afloopt. In het regeerakkoord worden bij de extramuralisering van ZZP 4 ook de herindicaties genoemd. Dit betekent voor de gehandicaptenzorg dat mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking die al jaren (regelmatig langer dan 30 jaar) in een instelling wonen en toevallig in dit pakket vallen, zelfstandig moeten gaan wonen. Deze mensen moeten afscheid nemen van de beschermende woonomgeving die het grootste deel van hun leven hun thuis is geweest. In plaats daarvan zullen ze in een keukentafelgesprek met iemand van de gemeente afspraken moeten maken over een nieuw huis en hoe de gemeente hun zorg- en ondersteuningsvraag kan compenseren. De extramurale AWBZ zorg is in 2015 en 2016 immers al verdwenen. Het is nog onduidelijk in hoeverre de verworven rechten van het Lenteakkoord (nu binnen, is blijvend binnen) standhouden met het regeerakkoord. De VGN vindt het principieel onaanvaardbaar om cliënten, in welk zorgzwaartepakket dan ook, voor wie de instelling al lange tijd hun thuis is, terug te laten vallen op de gemeente. Zeker omdat veel cliënten geen inkomsten of spaarpotje hebben en geen breed sociaal netwerk die de zorg kan overnemen. Daarnaast heeft de VGN grote moeite met de grens die het Regeerakkoord stelt voor de extramuralisering. Binnen de gehandicaptenzorg bestond al veel twijfel over de haalbaarheid van deze maatregel voor nieuwe cliënten met een zorgzwaartepakket VG3. Om ook de groep die met een zorgzwaartepakket VG4 verblijft te extramuraliseren, roept zo mogelijk nog meer vraagtekens op. Bij beiden is namelijk continue zorg in de nabijheid nodig. Een voorbeeld van zo n cliënt is Janine.
pagina 3 Janine, cliënte met een ZZP VG4 Janine is 53 jaar en woont al bijna 30 jaar bij een gehandicaptenzorginstelling. Ze functioneert op het niveau van een kleuter. Janine kan niet lezen of schrijven. Ze uit zich door te lachen, zuchten, neuriën of twee woordzinnen; Boos! of Snappe niet. Ze reageert primair (huilen, omhelzen) en niet altijd gepast. Niet alledaagse of onduidelijke situaties geven Janine stress. Dit maakt haar onrustig en zorgt voor veel dwangmatige handelingen (gebit in/uit, voorwerpen verplaatsen). Ze is niet verkeersveilig, snel afgeleid en kan niet klokkijken of zich oriënteren. Ze maakt vluchtig contact met anderen. Ze blijft rondlopen, raakt de ander even aan, noemt op wat ze waarneemt en wacht geen reactie af. Ze heeft wel bepaalde personen waar ze dichter of langduriger bij kan zijn, maar dit is het vaste personeel waar ze zich veilig bij voelt. Het bieden van vaste patronen, zorgen dat ze weet wat ze kan doen (en moet laten) en dat begeleiders in haar vizier blijven, helpen dat ze minder doelloos zal ronddwalen en handelen De VGN vraagt zich af in hoeverre doelen van de Wmo zoals zelfredzaamheid en eigen regie een meerwaarde opleveren voor mensen zoals Janine. Naar ons idee is voor het extramuraliseren van ZZP VG4 gekozen omdat de grens in de ouderenzorg (V&V pakketten) ook op 4 ligt. De vraag is in hoeverre hier zorginhoudelijk ook van dezelfde zwaarte gesproken mag worden. - De staatssecretaris duidelijkheid te laten geven over het behoud van verblijf van bestaande cliënten met een ZZP 1, 2 en 3 in de gehandicaptenzorg na 2015; - Aan te dringen op een herbezinning op de keuze om de ZZP VG4 en pakketten van de vergelijkbare zwaarte in de gehandicaptenzorg te extramuraliseren. Deze groep cliënten is qua zorgzwaarte zwaarder dan het ZZP VV4 en hoort binnen een landelijke voorziening voor de langdurige zorg thuis. Dagbesteding In het debat over de regeringsverklaring heeft u veel aandacht gevraagd voor de onduidelijkheid over de extramurale dagbesteding. De VGN bedankt u hiervoor en maakt graag van deze gelegenheid gebruik om de rol van begeleiding groep (in de volksmond dagbesteding) in de gehandicaptenzorg toe te lichten. Voor cliënten in de gehandicaptenzorg is begeleiding groep net zo essentieel als een baan voor de werkende burger. Volwassenen (vanaf 23 jaar) met een verstandelijke beperking, lichamelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel en mensen met een visuele of auditieve beperking, krijgen op deze manier voor maximaal 9 dagdelen per week een daginvulling geboden. Waar gewoon werk voor hen niet meer mogelijk is, krijgen ze door de arbeidsmatige of belevingsgerichte dagbesteding een vervanging hiervoor. Binnen de Wmo ontstaan nieuwe kansen om die daginvulling nog meer in de samenleving en op maat voor de individuele burger te organiseren.
pagina 4 Bij kinderen en jongeren gaat het bij begeleiding groep vooral om opvang op de zaterdag of naschoolse begeleiding. Binnen de gespecialiseerde kinderdagcentra in de gehandicaptenzorg wordt geen begeleiding, maar behandeling groep geboden. Wat er met hen gebeurt is onduidelijk. Voor de mantelzorger is de begeleiding groep een randvoorwaarde om een dierbare thuis te kunnen laten wonen. Zonder deze dagbesteding vallen mensen eerder terug op verblijf. Behoud van de dagbesteding hangt daarmee onafscheidelijk samen met het succes van ondersteuning in de Wmo. De 25% korting die gepaard gaat met de overheveling van begeleiding groep is voor de VGN onbegrijpelijk. We vragen ons ernstig af in hoeverre het voor gemeenten mogelijk is om binnen dit budget passende nieuwe arrangementen te organiseren. - Bij het antwoord van de staatssecretaris alleen genoegen te nemen met een oplossing waarbij de begeleiding groep wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten met een passend budget om ook binnen de Wmo een passende daginvulling voor mensen met een beperking te bieden. Die daginvulling is immers noodzakelijk voor mensen die nog vol in het leven staan, maar door hun beperking niet kunnen werken. Draagkracht mantelzorger Met de kabinetsmaatregelen zoals die nu in het regeerakkoord staan verwoord, neemt de druk op de mantelzorger verder toe. De overgrote meerderheid van de mensen met een beperking hebben deze levenslang en levensbreed. Dit betekent dat de rol van de mantelzorger ook levenslang en levensbreed gevraagd wordt. Door de beperking van de aanspraken op de persoonlijke verzorging, moeten mantelzorgers langer zorg verlenen voordat de poorten naar de extramurale zorg opengaan. Aan de andere kant moeten mensen die nu verblijven in een instelling voor hun wonen, zorg en ondersteuning straks een beroep doen op gemeenten en de Wmo. Binnen de Wmo wordt vervolgens ook meer van de mantelzorger en omgeving gevraagd. Voor het slagen van de decentralisaties, is extra aandacht voor de draagkracht van mantelzorgers van mensen met een beperking essentieel. Tot slot Met het Regeerakkoord is enerzijds meer duidelijkheid gekomen over de toekomstvisie van het Kabinet op de langdurige zorg. Aan de andere kant roept het ook veel nieuwe vragen op over de uitwerking. De VGN vindt het belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over die uitwerking zodat het veld zich goed kan voorbereiden op die toekomst, maar vooral ook om cliënten duidelijkheid te geven over hun toekomst. Ook wij voeren binnen onze vereniging het debat over hoe de toekomst van de gehandicaptenzorg eruit moet komen te zien. Dat het anders moet en kan dan in de huidige AWBZ geregeld is, is een uitdaging waar de VGN en haar leden graag een proactieve rol in willen spelen. We zijn daarom ook blij met het initiatief van de
pagina 5 staatssecretaris om een bestuurlijke regiegroep op te richten. De kaders waarbinnen deze regiegroep aan de slag kan gaan, zijn echter knellend. Door de forse bezuinigingen op alle terreinen binnen de langdurige zorg (Jeugd, Wmo, participatiewet, landelijke voorziening, Zorgverzekeringswet) is het maar de vraag of het eindperspectief van kwalitatieve zorg en meer zelfregie in de Wmo voor mensen met een beperking op deze manier haalbaar is. We hopen dat de regiegroep daarom financieel en inhoudelijke voldoende ruimte krijgt om echt tot een gezamenlijke visie op de nieuwe langdurige zorg te komen. - Het Kabinet zo snel mogelijk duidelijkheid te laten geven over de precieze invulling van het Regeerakkoord. - De staatssecretaris te laten toezeggen dat de bestuurlijke regiegroep de benodigde financiële en inhoudelijke ruimte krijgt om de toekomst van de langdurige zorg zo in te vullen dat de inhoudelijke richting van het Kabinet ook realistisch en uitvoerbaar wordt. Wij wensen u een goed debat toe en zijn uiteraard bereid (ook in de verdere toekomst) u nadere uitleg en informatie te geven. Met vriendelijke groet, J. (Hans) Schirmbeck Directeur