Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW. Programmabureau Onderwijs Bewijs Agentschap NL Postbus 93144 2509 AC Den Haag onderwijsbewijs@agentschapnl.nl Rijksoverheid Januari 2010 Publicatie-nr. 08BK2009B029
Prijsvraag Onderwijs Bewijs
Iedereen heeft verstand van onderwijs in Nederland. Uit eigen ervaring, want iedereen heeft zelf op school gezeten. Docenten die dagelijks voor de klas staan hebben vaak goede ideeën over wat wel en niet werkt op hun school. Ook ouders en politici denken graag mee over het onderwijs. De effectiviteit van onderwijskundige vernieuwingen is echter vaak onvoldoende wetenschappelijk bewezen. 2
Meedoen aan Onderwijs Bewijs? OCW wil toe naar meer evidence-based onderwijsinnovaties waarbij eenduidig kan worden vastgesteld of een ingevoerde vernieuwing effectief is of niet. Daarvoor is het programma Onderwijs Bewijs opgezet. Onderzoekers en scholen kunnen allianties aangaan om experimenten te ontwikkelen en uit te voeren en de effectiviteit van interventies te toetsen. Scholen bieden het onderzoeksterrein en de experimenteerruimte. Onderzoekers bewijzen scholen of een bepaalde aanpak echt werkt of niet. Een onafhankelijke jury heeft in de eerste ronde van Onderwijs Bewijs achttien voorstellen geselecteerd. Voor de tweede ronde in 2010 is een budget beschikbaar van 10,5 miljoen euro. Onderzoeksvoorstellen kunnen tot 1 juli 2010 worden ingediend. De uitslag wordt eind 2010 bekendgemaakt. Ook meedoen? Kijk op www.onderwijsbewijs.nl voor meer informatie. Thema s Dit jaar zijn vijf nieuwe thema s gekozen. Het doel is te onderzoeken welke concrete interventies, metho - dieken en instrumenten effectief zijn om de problematiek binnen deze thema s aan te pakken. Kijk voor een toelichting op de thema s op de website www.onderwijsbewijs.nl. Dagindeling en opvang Excellentie Burgerschap Gedragsproblemen en pesten Vermindering van achterstanden Voor wie? Afhankelijk van het gekozen thema zal het naar verwachting voor de volgende partijen interessant zijn deel te nemen aan Onderwijs Bewijs: Scholen (PO en VO) ROC s Lerarenopleidingen (HBO en WO) Onderzoekers Schoolbegeleidingsdiensten en SLOA-instellingen Instellingen voor kinderopvang en peuterspeelzalen Jeugdzorginstellingen 3
Ervaringen uit de eerste ronde Onderwijs Bewijs Een projectleider aan het woord: Wij geven onderwijsadvies aan scholen en als je iets aanbiedt, wil je zeker weten dat het werkt. We hebben het initiatief genomen en scholen benaderd over het onderwerp taalachterstand. We wisten dat veel scholen ontevreden zijn over de methoden voor begrijpend lezen. Leerlingen scoren niet op niveau en de methoden werden als niet motiverend ervaren. Wij wilden een nieuwe methode uitpro beren en kregen veel enthousiaste reacties van scholen om mee te doen. De samenwerking met in ons geval de universiteit was nieuw. Je hebt gewoon onderzoekers nodig voor de dataverza meling en -analyse. Wij doen de inhoudelijke begeleiding van de scholen. Hoe ervaren de scholen het doen van onderzoek in hun school? De scholen stellen zich flexibel op en denken mee. Als er een probleem is, kijken we samen hoe dit is op te lossen. Scholen komen vaak zelf met hele goede ideeën. In een consortium moet je een werkbaar aantal scholen hebben, wij hebben een selectie gemaakt van vertegenwoordigers van uiteenlopende scholen. Maakte het de scholen niet uit te worden geselecteerd als controleschool? Dat was een heikel punt. De scholen die na loting binnen de controlegroep vielen, hebben we beloofd dat zij de methode na de onderzoeksperiode gratis zouden krijgen. Dat wil zeggen de materialen en begeleiding. Andere scholen moeten daarvoor betalen. Hierdoor hebben we de uitval van scholen tot twee kunnen beperken. We hebben nu 63 onderzoeksgroepen. 4
Waarom meedoen? Scholen en instellingen kunnen het initiatief nemen om de effectiviteit van een beleidskeuze of een bepaald instrument te laten onderzoeken. Dit betekent een actieve rol en praten met verschillende onderzoekers om een keuze te maken voor het onderzoeksdesign dat het beste antwoord geeft op hun vraag. Scholen of kinderopvanginstellingen kunnen ook meedoen zonder zelf het initiatief te nemen, bij voorkeur met een onderzoeksproject waar zij affiniteit mee hebben. Op deze manier kunnen zij ervaring opdoen met onderzoek op academisch niveau. Het is vaak een uitdaging voor de deelnemende leidsters, leerkrachten en docenten. Daarnaast kan de school of instelling kan een financiële compensatie krijgen voor haar bijdrage. Het gaat scholen niet zozeer om het onderzoek. Zij willen een goede aanpak voor een probleem en investeren door mee te doen met het onderzoek. 5
Project De doorgaande Taallijn Een project uit de eerste ronde van Onderwijs Bewijs onderzoekt de effectiviteit van het stimuleren van de taalvaardigheid bij peuters en kleuters in de VVE. Het project richt zich op het onderzoeken van de methode Taallijn bij peuters en kleuters uit uiteenlopende sociaal-economische groepen evenals het effect van een doorgaande leerlijn. Met Taallijn bevorderen leidsters en leerkrachten op gestructureerde manier de taalvaardigheid (woordenschat, mondelinge communicatie en beginnende geletterdheid). Een prentenboek biedt een authentieke context waarbinnen de kinderen aan verschillende talige vaardigheden werken. De onderzoeksgroepen zijn afkomstig uit 20 peuterspeelzalen en basisscholen. De experimentgroep bestaat uit 400 peuters. In de controlegroep, die uit 200 peuters bestaat, wordt niet gewerkt met de methode. In het onderzoek wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de implementatie van deze methode binnen de organisatie, omdat men verwacht dat dit een factor van invloed is. Het project levert inzicht op in de belangrijkste succesfactoren van de Taallijn. 6
Wat betekent experimenteel onderzoek? Essentieel voor Onderwijs Bewijs is dat het onderzoek objectieve uitspraken mogelijk maakt over de vraag of een bepaalde aanpak echt werkt of niet. Bij een goede onderzoeksopzet is sprake van experiment- en controlegroepen en zijn de deelnemers door loting toebedeeld aan die groepen. Deelnemers weten dus van tevoren niet of zij in de controlegroep terecht komen. Veel mensen denken dat de school of de leerkrachten helemaal niets mogen doen als zij door loting in een controlegroep terechtkomen. Maar dat beeld is onjuist. Het is de uitdaging aan onderzoekers creatieve designs te ontwikkelen die experimenteel onderzoek in het onderwijs uitvoerbaar maken. Dat kan bijvoorbeeld door verschillende methoden onderling te vergelijken of door een vernieuwing gefaseerd in te voeren. Het probleem van de controlegroep moet opgelost worden door een creatief onderzoeksdesign. Belangstelling? Tussen 8 februari en 1 juli 2010 kunt u een voorstel indienen. In deze periode hebben onderzoekers, scholen en overige partners de gelegenheid een consortium te vormen en een onderzoeksvoorstel te ontwikkelen. Matching Om van een valide onderzoek te kunnen spreken moet een voldoende aantal partijen deelnemen aan het onderzoek. Ook partijen die alleen in een passieve rol mee willen doen, worden van harte uitgenodigd om zich in te schrijven. Zij zijn hard nodig voor het succes van het onderzoek. Via een matchingtool kunnen onderzoekers, scholen en andere instellingen met elkaar in contact komen. Op de site www.onderwijsbewijs.nl kunt u kijken welke partijen deelnemen en met welke onderzoeksvraag. Leidraad voor onderzoek De kwaliteit van de wetenschappelijke onderzoeksopzet is cruciaal bij de beoordeling van de voorstellen. In de Leidraad staan de eisen vermeld waaraan het voorstel moet voldoen. Deze leidraad vindt u vanaf 8 februari 2010 op de website. 7