1. Inleiding Vanaf de start van het landelijke traject te komen tot één meldkamer met maximaal 10 meldkamerlocaties in 2013, is voor Noord-Holland het vizier gericht op het realiseren van de nieuwe meldkamer in Haarlem per medio 2018. In deze nieuwe meldkamer gaan drie Veiligheidsregio s (Noord-Holland Noord, Zaanstreek- Waterland en Kennemerland), drie Regionale Ambulance Voorzieningen (voor dezelfde gebieden als de Veiligheidsregio s), de politie eenheid Noord-Holland, de Koninklijke Marechaussee Schiphol Vanaf het begin van dit traject is dan ook afgesproken dat het tot stand brengen van deze nieuwe meldkamer een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van al deze partijen, rekening houdend met ieders individuele belangen, standpunten en formele (wettelijke) verantwoordelijkheden 1. Dit commitment is onderschreven door de bestuurlijke afspraken rond het Transitieakkoord meldkamer. Dit is vorm gegeven door een directieteam meldkamer Noord-Holland in te stellen met de directieleden van alle betrokken partijen en gezamenlijk een regionaal kwartiermaker voor de meldkamer Noord-Holland te benoemen, die de uitvoering voor zijn rekening neemt en het directieteam ondersteunt. Daarnaast is er een bestuurlijk overleg meldkamer Noord-Holland met daarin de bestuurlijk portefeuillehouders van de drie Veiligheidsregio s (mevrouw Faber voor Zaanstreek-Waterland, de heer Romeyn voor Noord-Holland Noord en de heer Weterings voor Kennemerland) als voorportaal naar de besturen van de Veiligheidsregio s. 2. Het oorspronkelijke tijdspad Zoals in de eerste alinea aangegeven, is het vanaf de start de bedoeling geweest om half 2018 de nieuwe meldkamer Noord-Holland (MK NH) operationeel te hebben. Dit is ook diverse malen (bestuurlijk) herbevestigd 2. Het strak vasthouden aan het oorspronkelijke tijdspad is om de volgende redenen van belang: 1. Een capaciteitsprobleem van de politie omdat zij sinds de vorming van de Nationale Politie al werken met de formatie van de uiteindelijk situatie waarin er één meldkamerlocatie in Noord-Holland is, terwijl ze er nu nog drie (Alkmaar, Zaandam en Haarlem) moeten bezetten wat tot een onverantwoorde situatie leidt die niet kan blijven voortbestaan. 2. De continuïteit van de meldkamer Zaanstreek-Waterland (ZW) staat onder druk. Het is een relatief kleine meldkamer (met alleen politie en brandweer 3 ) waar krapte in de bezetting direct een fors gevolg heeft op de operationele sterkte. Daarnaast is met het oog op de vorming van de LMO een aantal kwalitatieve investeringen uitgesteld, zoals investeringen in een calamiteitencoördinator die o.a. zorg moet dragen voor de multidisciplinaire aansturing van de meldkamer bij calamiteiten. 1 Op basis van de wet Veiligheidsregio s, zijn de besturen van de Veiligheidsregio verantwoordelijk voor het instellen van een meldkamer en is er een gezamenlijk verantwoordelijkheid van alle partijen die deel nemen aan de meldkamer, om deze in stand te houden. 2 Bestuurlijk overleg meldkamer NH op 4 december 2015 en 26 februari 2016. 3 De meldkamer ambulancezorg voor Zaanstreek-Waterland wordt vanuit de Gemeenschappelijke Meldkamer Amsterdam-Amstelland verzorgd.
Het is met name voor de politie en de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland dan ook van het grootste belang dat de oorspronkelijk planning gehandhaafd blijft. Om medio 2018 de meldkamer Noord-Holland (MK NH) operationeel te hebben, moet voor de zomer 2016 besluitvorming plaatsvinden over de huisvesting zodat de Veiligheidsregio Kennemerland als eigenaar het pand waarin de nieuwe meldkamer komt, ordentelijk de verbouwing kan realiseren. 3. Landelijke ontwikkeling: gateway review en heroriëntatie LMO Eind 2015 heeft de minister van Veiligheid & Justitie opdracht gegeven tot het uitvoeren van een gateway review. De uitkomst van dit onderzoek is kritisch maar helder: betrokken partijen hebben het met elkaar niet zo georganiseerd, dat de opdracht om te komen tot een LMO binnen de huidige afspraken van tijd en geld gerealiseerd kan worden. Kortom, heroriëntatie is noodzakelijk. Dit heeft geleid tot een notitie heroriëntatie LMO 4 waarin o.a. de verantwoordelijkheid voor de samenvoegingen bij de regionale besturen is komen te liggen in plaats van landelijk. Fasering vindt plaats van een aantal stappen en onderwerpen (bv eerst de samenvoegingen realiseren, dan pas zaken zoals Multi-intake) en er is helderheid over het feit dat in 2020 het beheer van de regionale meldkamers overgaat naar de politie inclusief de financiën die daarbij horen. Eén van de wijzigingen/aanvullingen in de notitie heroriëntatie is dat de samenvoegingen plaats vinden op basis van samenvoegingsplannen per meldkamerlocatie. In de plannen zijn de afspraken met betrekking tot de samenvoegingen opgenomen, evenals de bijdrage die de politie tijdens de samenvoeging levert aan dit proces o.a. op het gebied van ICT en maatwerkafspraken met V&J over bijvoorbeeld frictiekosten. Inmiddels is ook duidelijk geworden (Veiligheidsberaad 27 mei 2016) dat er landelijk overeenstemming is over een belangrijk onderwerp in de notitie heroriëntatie, de taakstelling die gekoppeld is aan de vorming van de LMO. Hierover is afgesproken dat de samenvoegingsgebieden zich maximaal in zullen spannen de eerste besparingen te realiseren en dat dit besparingspotentieel taakstellend opgenomen wordt in de samenvoegingsplannen. Op deze manier blijft het financiële risico voor de Veiligheidsregio s beperkt tot dit besparingspotentieel en bestaat er voor V&J voldoende financiële druk, die moet leiden tot goede en efficiënte meldkamers. Bij overdracht aan de politie gaan de werkelijke kosten over alsmede de afgesproken besparingen. 4. Regionale gevolgen van landelijke heroriëntatie LMO De besturen van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (NHN), RAV NHN en RAV ZW hebben aangegeven dat zij het traject om te komen tot de meldkamer Noord-Holland wensen te doorlopen zoals in de notitie heroriëntatie staat beschreven. 4 Besluitvorming over deze notitie in de regio s door alle partijen die oorspronkelijk ook het Transitieakkoord getekend hebben, moet komende maanden plaatsvinden. De laatste versie is in het Veiligheidsberaad van 27 mei jl. besproken.
Concreet betekent dit dat er eerst vaststelling van de notitie heroriëntatie plaats moet vinden, dan vaststellen van een samenvoegingsplan en dat pas daarna uitvoeringsbesluiten zoals over huisvesting genomen gaan worden. Belangrijkste reden hiervoor is dat dit meer duidelijkheid lijkt te geven aan de voorkant over hoe we samen de meldkamer Noord-Holland vormgeven, wat daarvoor nodig is, welke financiële gevolgen dat heeft en welke risico s er dan nog overblijven. Deze tijdspanne moet ook duidelijkheid geven over de opstelling van de Zorgverzekeraars inzake enerzijds hun afwijzing van het accepteren van transitiekosten en anderzijds de consequenties die zij verbinden aan het mogelijk verslechteren van de tijdsprestaties van de RAV-en als gevolg van de nieuwe meldkamer. Tevens moet in deze periode duidelijkheid ontstaan over de aanvullende bekostiging die nodig is voor behoud van de slagkracht van de meldkamer ambulancezorg (MKA) in Amsterdam (na de ontvlechting van de MKA-functie voor ZW). 5. Twee scenario s Het standpunt van de besturen van de Veiligheidsregio NHN, RAV NHN en RAV ZW heeft tot gevolg dat een andere volgorde van het traject om te komen tot de meldkamer Noord-Holland doorlopen moet gaan worden dan voorzien was. Daarmee zijn er twee scenario s die nu voorliggen: - Handhaven oorspronkelijke proces en tijdspad - Proces op basis van de notitie heroriëntatie Beide scenario s hebben gevolgen op allerlei gebied en brengen voor- en nadelen met zich mee. Onderstaand wordt per scenario aangegeven waar die uit bestaan. De financiële vertaling (voor zover nu mogelijk) hiervan is een inschatting op basis van de informatie zoals die nu bekend is. Het gaat dan om de risico s (financieel en operationeel) die bovenop de al bestaande operationele risico s van de meldkamers komen. Daarbij is het goed te realiseren dat de periode waarover het extra risico gelopen wordt drie tot vier jaar betreft, namelijk vanaf het moment dat er verplichtingen worden aangedaan en kosten gemaakt gaan worden enerzijds, tot het moment anderzijds dat de Nationale Politie het beheer en alles wat daarbij hoort overneemt van de Veiligheidsregio s. Daarbij is de afspraak dat de Nationale Politie alleen samengevoegde meldkamers overneemt. 5.1 Gevolgen en risico s handhaving oorspronkelijk tijdspad om half 2018 de meldkamer Noord-Holland operationeel te hebben Er is bewust gekozen om te streven naar medio 2018. Dat is de kortst mogelijke doorlooptijd die redelijkerwijs haalbaar is. Daardoor wordt de periode van krapte voor de politie en de kwetsbaarheid van de meldkamer Zaanstreek-Waterland zo kort mogelijk. Gevolg van dit tijdspad is dat er een proces doorlopen wordt waarbij eerst een besluit genomen wordt over de huisvesting en pas daarna een aantal zaken inhoudelijk uitgewerkt wordt en een financieel totaalplaatje wordt gemaakt. Door op deze manier dit proces te doorlopen, loop je het risico dat je gedurende het traject tot de conclusie komt dat bijsturing nodig is op de verbouw van de meldkamer omdat de (van te voren
bedachte) plannen niet meer aansluiten bij de manier waarop je uiteindelijk met elkaar wilt werken. Dit is overigens inherent aan de (landelijk) gekozen ontwikkelaanpak. Risico is dat niet tijdig akkoord bereikt wordt over de verdeling van de risico s die te maken hebben met de kosten van de verbouwing en de huurperiode en over de verdeling van de exploitatiekosten. Hierdoor ontstaat vertraging omdat er niet begonnen zal worden met de verbouw voordat dit geregeld is. Als de VRK de verbouw aan de Zijlweg financiert, moet er helderheid zijn over de huurperiode die aangegaan wordt van het pand. Stel dat na 2020 de Nationale Politie aangeeft dat ze het pand niet meer willen gebruiken/huren (als meldkamerlocatie), dan zijn de investeringen die gedaan zijn voor de verbouwing nog (lang) niet afgeschreven en daar blijft de VR KL dan mee zitten als eigenaar van het pand. De kans hierop en het effect ervan zijn gering, onder andere omdat de wet bepaalt dat één partij niet eenzijdig uit een meldkamer kan stappen en er dan ook een andere locatie als meldkamer ingericht moet worden met alles wat daarbij hoort. Ook de kans dat we op termijn landelijk naar minder meldkamerlocaties gaan (bijvoorbeeld naar drie), is gering. Er wordt niet op tijd akkoord bereikt over de condities waaronder de MKA ZW uit de GMK Amsterdam-Amstelland wordt ontvlochten. Hierdoor lopen we het risico te gaan vertragen. De meldkamer ambulancezorg ZW is nu onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer Amsterdam- Amstelland, wordt daaruit ontvlochten en sluit aan in Haarlem. Dit brengt eenmalige kosten met zich mee, maar ook structureel heeft het impact op de bedrijfsvoering van Ambulance Amsterdam omdat de wegvallende budgetdekking vanuit de ambulancezorg ZW ertoe leidt dat de slagkracht van de MKA in Amsterdam onder het minimaal vereiste niveau komt. Naar schatting is het financiële gevolg voor Ambulance Amsterdam ca. 700.000 euro per jaar. Er zit verschil tussen de nulmeting 5 en de feitelijke situatie waardoor niet duidelijk is of alle meldkamers wel op niveau zijn en voldoende financieel inbrengen om de gezamenlijke meldkamer NH te kunnen laten functioneren. Dit risico is in deze fase nog niet te becijferen. Afgelopen jaren is terughoudend omgegaan met investering in de meldkamers vanwege het samenvoegingstraject. Investeringen zijn uitgesteld en mogelijk zelfs helemaal verdwenen van meerjarige investeringsramingen. Tot voor de heroriëntatie LMO was er landelijk een due diligence commissie die dit onderzocht en tot een advies kwam zodat er uiteindelijk voldoende middelen beschikbaar zouden zijn om een samengevoegde meldkamer te laten functioneren. Nu het primaat voor de samenvoegingen in de regio s ligt, komt deze discussie ook in de regio te liggen. 5.2 Gevolgen en risico s traject cf. notitie heroriëntatie Dit scenario voorziet een volgordelijkheid in besluitvorming: eerste de notitie heroriëntatie LMO vast laten stellen door alle ondertekenaars van het Transitieakkoord uit 2013, daarna het vaststellen van het samenvoegingsplan (met het opstellen daarvan wordt natuurlijk al wel begonnen) en vervolgens besluiten over uitvoeringszaken zoals huisvesting. De inhoud van het samenvoegingsplan bevat elementen die we zelf in de regio kunnen invullen en over kunnen besluiten, maar het bevat ook elementen waarvoor we andere partijen nodig hebben. De twee belangrijkste daarvan zijn V&J en de Nationale Politie. Met V&J moeten maatwerkafspraken gemaakt worden over o.a. frictiekosten en risico s, en V&J moet de samenvoegingsplannen medeondertekenen. De Nationale Politie realiseert de landelijk ICT-omgeving voor de meldkamer waarop we moeten aansluiten en zij leveren ons ICT-capaciteit om deze aansluiting en de voorbereiding daarop mogelijk te maken. 5 Rapportage Nulmeting meldkamers door PWC 2015
Gevolg hiervan is dat de besluitvorming over huisvesting pas over circa 9 maanden plaats kan vinden en dat betekent direct dat de realisatie van de meldkamer Noord-Holland ook negen maanden vertraging oploopt en niet medio 2018, maar eind eerste kwartaal 2019 gereed zal zijn. Deze vertraging heeft vergaande gevolgen op allerlei gebied. Deze zijn overwegend maar niet uitsluitend negatief zoals onderstaand te lezen valt. De politie zal meer structurele maatregelen moeten treffen om de bezetting van de meldkamers op orde te houden. Hiervoor wordt ca. 30FTE uit de basisteams onttrokken met als gevolg minder blauw op straat. (ca. 1,2 miljoen euro aan politiemiddelen die aan de basisteams worden onttrokken om de meldkamer bezet te houden) Bij de vorming van de Nationale Politie is de uiteindelijke situatie van de operationele centra ( meldkamer ) organisatorisch en formatief neergezet. Hierbij is uitgegaan van één operationeel centrum per politieeenheid. Op dit moment zijn er in de politie-eenheid Noord-Holland drie locaties waar de politie onderdeel is van de meldkamer: Alkmaar, Zaandam en Haarlem. Het bemensen van deze drie locaties vergt een inzet van centralisten die ca. 30FTE hoger ligt dan de toegestane formatie. Vertraging in de samenvoeging betekent in ieder geval dat de besparing (nu nog niet te kwantificeren) op huisvesting en ICT die te realiseren was door terug te gaan in het aantal locaties, pas later gerealiseerd kan worden. (gevolg) De vertraging heeft tot gevolg dat het schuifplan Huisvesting van de Nationale Politie vertraging oploopt doordat de ruimte van de huidige meldkamer Alkmaar later beschikbaar komt. Daardoor moeten extra kosten gemaakt worden, dan wel voor de meldkamer Alkmaar, dan wel om een alternatief voor het schuifplan te realiseren. (nog niet te kwantificeren) Landelijk en ook op eenheidsniveau is er een schuifplan Huisvesting waarin alle verhuisbewegingen n.a.v. de vorming van de Nationale Politie in beeld zijn gebracht en in de tijd zijn uitgezet. Dit moet cf. afspraken over de reorganisatie van de Politie op 1 juli 2018 zijn afgerond. Als daar nu één radartje in hapert, heeft dat forse gevolgen voor het geheel. Bijvoorbeeld: het is de bedoeling dat straks het Servicecentrum Noord- Holland (waar o.a. de niet-spoedeisende meldingen 0900-8844 binnenkomen) in Alkmaar gevestigd wordt op de locatie waar nu de meldkamer gevestigd is. Een vertraging in de verhuizing van de meldkamer heeft direct tot gevolg dat het politieservicecentrum niet (direct/tijdig) in Alkmaar gevestigd kan worden waardoor de huidige locaties (Haarlem, Zaandam en Alkmaar) langer gebruikt moeten worden met alle (financiële) gevolgen van dien. Vertraging heeft tot gevolg dat projectorganisatie langer in de lucht moet worden gehouden. (ca. 150.000) Een positief gevolg van de vertraging is gelegen in het feit dat we nu het proces van inrichten en opbouwen van de nieuwe MK NH in de juiste volgorde kunnen doen. Normaliter bepaal je eerst hoe je met elkaar wilt werken en daarna welke middelen (huisvesting, ICT, etc.) je daarvoor nodig hebt. Vanwege de tijdsdruk is ervoor gekozen om eerst te focussen op huisvesting zonder dat al helder is hoe we de werkprocessen in gaan richten. Risico daarvan is dat je later in het traject tot de conclusie komt dat de ingezette koers m.b.t. huisvesting niet helemaal past bij de manier waarop je wilt gaan werken en je lopende het traject wellicht aanpassingen moet doen die extra geld kosten. Ook wordt door het opstellen van het samenvoegingsplan helder hoe we als partijen met elkaar gaan samenwerken in Noord-Holland, welke restrisico s er zijn, hoe we de financiën inrichten en hebben we zekerheid over de bijdrage van de politie als leverancier van ICT-capaciteit. Tevens staan daaraan de maatwerkafspraken met V&J over o.a. frictiekosten. Oftewel, het totaalplaatje is dan duidelijk waardoor het bestuur ook helder heeft waar ze ja tegen zegt terwijl er bij besluitvorming nu, meer onduidelijkheden en onzekerheden bestaan.
In Zaandam komt de vraag op tafel of er niet gedurende de komende jaren extra geïnvesteerd moet worden om een (wettelijk verplichte) calamiteitencoördinator te krijgen die nu ontbreekt. Dit is een financieel risico (ca. 250.000). De laatste tijd is keer op keer gebleken bij grotere incidenten dat de bezetting ontoereikend is, de bereikbaarheid daardoor onvoldoende is en de (multidisciplinaire) aansturing ontbreekt, het Multibeeld niet gedeeld kan worden en daarmee het risico voor de hulpverleners toeneemt. Moment van aansluiting op de landelijke ICT-omgeving voor de meldkamer wordt onzeker. Risico hiervan is dat er nog meer vertraging opgelopen wordt die de bovenstaande gevolgen alleen nog maar versterkt. Belangrijk aspect m.b.t. ICT is de aansluiting van de meldkamer Noord-Holland op de landelijke ICTmeldkameromgeving. Vanaf het begin is daarbij uitgegaan van aansluiten begin 2018 en daar is in de landelijke planning dan ook rekening mee gehouden. Als we nu ca. 9 maanden vertragen, moet opnieuw gekeken worden of dat ook in de landelijke planning past en welke gevolgen dat wel/niet heeft voor andere locaties die aan willen sluiten aangezien er slechts een beperkt aantal locaties per jaar (in 2018 twee) aangesloten kunnen worden op de nieuwe ICT-omgeving. Het zou zelfs kunnen betekenen dat we nog verder door moeten gaan schuiven in de tijd als de MK NH niet op het door haar gewenste moment aan kan sluiten op de landelijke ICT-omgeving. 5.3 Gevolgen en risico s voor beide scenario s Voor beide scenario s geldt ook nog het volgende: De witte kolom betaalt niet mee aan de kosten van de transitie naar de nieuwe meldkamer. Risico hiervan is in totaal ca. 315.000. Op dit moment speelt er landelijk binnen de witte kolom een discussie over wie de kosten van de transitie tot de landelijke meldkamerorganisatie (en dus de 10 nieuwe regionale meldkamers) betaalt. De zorgverzekeraars (zijnde de financiers van de ambulancezorg en dus ook de meldkamer ambulancezorg) hebben een helder standpunt ingenomen: wij gaan niet meebetalen. Dit komt voort uit het feit dat zij bij de opstelling van het Transitieakkoord in 2013 niet betrokken zijn en nu ook niet geconfronteerd willen worden met de (financiële) gevolgen daarvan. Primair is dit iets wat binnen de witte kolom (zorgverzekeraars, AZN, RAV-en) opgelost moet worden en niet mag leiden tot verschuiving van kosten naar partners in de samenvoeging. Het zou zo kunnen zijn dat geen overeenstemming bereikt wordt, de kosten toch gemaakt moeten worden en de andere partners daarvoor opdraaien. Het landelijk beschikbaar gestelde projectbudget van 1,1 miljoen euro zal niet voldoende zijn om gedurende de periode 2015-2020 alle kosten te dekken die te maken hebben met het operationeel krijgen van de MK NH. Enerzijds betreft dit de projectorganisatie, anderzijds betreft dit kosten (zijnde geen investeringen) die voor de verbouw gemaakt moeten worden zoals architecten, ondersteuning op inkoop, etc. Inschatting van de totale kosten is zo n 1.400.000 6. Als er vanuit de witte kolom niet bijgedragen wordt in deze kosten, lopen - op basis van de eerder afgesproken verdeelsleutel 7 - de Veiligheidsregio s, de politie en de KMAR gezamenlijk een risico van 315.000. Hiervan is cf. dezelfde verdeelsleutel dan ca. 200.000 euro voor de politie, 110.000 euro voor de Veiligheidsregio s en de resterende 5.000 euro voor de KMAR. Het uitgangspunt gedurende het hele traject is dat de kwaliteit van de meldkamer niet achteruit mag gaan. In de eindsituatie moet tenminste het huidige kwaliteitsniveau gehaald worden. Echter, het is ook bekend dat bij ieder transitie- of fusietraject er een tijdelijke dip optreedt in de dienstverlening omdat mensen moeten wennen aan de nieuwe situatie, 6 Dit bedrag bestaat uit 150k langer projectorganisatie in de lucht houden, 800k kosten zijnde geen investeringen nieuwe meldkamer zoals advies, bouwbegeleiding, verhuiskosten, etc en 450k zijn kosten tijdelijke meldkamer Kennemerland tijdens verbouwing Zijlweg. 7 De bijdrage van de witte kolom hierin is 22,5%.
werkwijzen, afspraken en elkaar. Dat is een gevolg wat we zo klein mogelijk zullen proberen te houden, maar wat niet tot nul gereduceerd kan worden. Voor de meeste risico s kunnen beheersmaatregelen getroffen worden om de kans op optreden van de risico s zo klein mogelijk te maken. Het directieteam meldkamer Noord- Holland zal zich als collectief tot het uiterste inspannen om het totaal aan risico s zo goed mogelijk te managen. Ondanks alle inspanningen zal er altijd een bepaalde mate van onzekerheid overblijven vanwege de complexiteit van het speelveld, de veelheid aan actoren en belangen en de afhankelijkheden die er onderling zijn. Dus ook een vastgesteld samenvoegingsplan biedt geen ultieme zekerheid. 8 Van belang hierbij nadrukkelijk te vermelden is dat op 10 maart jl. een gesprek heeft plaatsgevonden met de bestuurlijk portefeuillehouders MK NH, de DG Politie en de Programmadirecteur C2000/112/LMO van V&J. Daarin hebben de vertegenwoordigers van V&J mondeling aangegeven dat V&J garant wil staan voor het risico wat gelopen wordt in relatie tot de verbouw, de huurperiode en de gevolgen van een eventueel vroegtijdig vertrek van de meldkamer Noord-Holland uit de locatie Haarlem. Daarmee is één van de grootste risico s afgedekt door het ministerie van V&J. Deze toezegging hebben we nog niet op papier. Om die reden blijft het in deze fase nog benoemd als risico in bovenstaande paragrafen. Het op papier krijgen van deze toezegging is in ieder geval onderdeel van het samenvoegingsplan. Geprobeerd zal worden om deze toezegging al eerder op papier te krijgen. 6. Bestuurlijke keuze De besturen van de Veiligheidsregio s wordt gevraagd te kiezen uit twee mogelijkheden: 1- Nu besluiten over huisvesting in Haarlem en parallel het landelijke proces rond de samenvoegingsplannen doorlopen. Het nadeel hiervan is dat het volledige financiële plaatje nog niet bekend is voor alle partijen. Het voordeel ervan is dat het operationele risico in Zaanstreek- Waterland en in alle drie de politie meldkamers zo kort mogelijk duurt. 2- Uitstel van besluitvorming over huisvesting tot het moment dat de samenvoegingsplannen zijn getekend door alle besturen in Noord-Holland, V&J, de KMAR en de politie. Het voordeel hiervan is dat afgewacht kan worden tot het volledige financiële plaatje bekend is voor alle partijen. Het nadeel ervan is dat het operationele risico in Zaanstreek-Waterland en in alle drie de politie meldkamers langer duurt, onbekend is hoe lang. Versie: 1.0 (30 mei 2016) 8 De ervaring uit andere vergelijkbare samenvoegingsgebieden (zoals Rotterdam, Maastricht en Den Bosch) leert dat de samenvoeging leidt tot lagere exploitatiekosten ten opzichte van alle oude locaties tezamen.