Hebben de nieuwe orale anticoagulantia een plaats bij de langetermijnbehandeling van longembool?

Vergelijkbare documenten
Infospot. Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Oktober - November - December 2014

Datum 8 september 2015 Betreft GVS rapport 15/13 edoxaban (Lixiana ) bij veneuze trombo-embolie

Voorkamerfibrillatie: heeft edoxaban een meerwaarde boven warfarine?

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Hebben venotrope middelen een plaats bij de behandeling van chronische veneuze insufficiëntie?

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie?

Wat is nieuw in Antistollingswereld?

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk

Evidence-Based Medicine voor de eerste lijn. Editoriaal Vernieuwende geneesmiddelen: innovatie of wensdroom? Pierre Chevalier 2

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Nut van buprenorfine versus andere middelen bij de ontwenning van opioïden

NOAC s: New Oral Anticoagulants

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason

Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Behandeling van veneuze trombo-embolie bij kankerpatiënten anno Nick van Es Internist in opleiding Amsterdam UMC, locatie AMC

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Evidence-Based Medicine voor de eerste lijn. Editoriaal Kan EBM nog enthousiasmeren? Gilles Henrard 159

Voorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014

Samenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag

Boekje over de nieuwe orale anticoagulantia. Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan

Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren

Goedkeuring in EU maakt de weg vrij om LIXIANA (edoxaban) in alle Europese lidstaten beschikbaar te maken

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Performantie van testen voor de detectie van majeure depressie bij personen met niet-ernstige dementie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek

Bijlage 1: Beschrijving methoden en resultaten

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

Evidence-Based Medicine voor de eerste lijn

Directe orale antistollingsmiddelen. Pieter Willem Kamphuisen Internist vasculair geneeskundige Hoogleraar vasculaire geneeskunde

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants

Evidence WWW

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP

HF & AF: Antistolling

Persbericht. ESC Congress 2014 Hot Line Sessie: Pradaxa toont gunstig effect op nierfunctie vergeleken met warfarine

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Desmopressine als behandeling voor nycturie bij mannen?

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

Atriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Chemotherapie en stolling

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Alain Van Meerhaeghe, Service de Pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi ; Laboratoire de médecine factuelle de l ULB

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen

Antistolling anno Peter Verhamme Bloedings- en Vaatziekten Uz Leuven

dit getal in de komende 50 jaar minstens verdubbelen. 6,7 Eén op de vijf beroertes is het gevolg van AF. 6

Nieuwe orale anticoagulantia Wanneer gebruiken in de huisartsenpraktijk?

Het kind met een stolsel

In: Tijdschrift voor Geneeskunde 66 (14-15), , 2010.

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

geneesmiddelenbrief Eerder is ximelagatran, een trombineinhibitor, snel uit de handel genomen omwille van hepatotoxiciteit.

Hypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG Rechtstreekse mededeling aan de gezondheidszorgbeoefenaars

NOACs: een update. NECF symposium antistolling

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Voorkamerfibrillatie: ontstolling anno Frank Provenier

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

FTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur

Stolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen

Evidence-Based Medicine voor de eerste lijn

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

(Anti)stolling in 2017

Over de ENGAGE AF-TIMI 48-studie

IJzersuppletie voor de behandeling van anemie bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie: orale of intraveneuze toediening?

hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Perioperative management of NOACs

Stand van zaken antistolling 2017

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

Antistolling in de Amsterdamse regio

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

Preventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009

'Ongenuanceerde berichtgeving kan dodelijk zijn!'

Atriumfibrilleren in de 2e lijn

Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

Gids voor voorschrijvers

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

MEDISCH PROTOCOL Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Transcriptie:

Hebben de nieuwe orale anticoagulantia een plaats bij de langetermijnbehandeling van longembool? Robertson L, Kesteven P, McCaslin JE. Oral direct thrombin inhibitors or oral factor Xa inhibitors for the treatment of pulmonary embolism. Cochrane Database Syst Rev 2015, Issue 12. Jean-Paul Sculier, Institut Jules Bordet, Université Libre de Bruxelles (ULB) Klinische vraag Wat zijn bij de behandeling van longembool op lange termijn de werkzaamheid en de veiligheid van de nieuwe orale anticoagulantia in vergelijking met de standaardbehandeling (heparines en vitamine K-antagonisten)? Achtergrond Voor de behandeling van longembool, een mogelijk fatale aandoening, wordt conventioneel als standaardbehandeling een anticoagulatietherapie met heparine of een vitamine K-antagonist toegediend. Sinds geruime tijd zijn er ook nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) beschikbaar met verschillende werkingsmechanismen: factor Xa-inhibitoren (rivaroxaban, apixaban, edoxaban) en direct werkende trombine-inhibitoren (dabigatran). De NOAC s bieden het voordeel dat ze beschikbaar zijn in orale vorm aan een vaste dosis zonder noodzaak van dosisaanpassing via biologische monitoring, maar er is echter geen antidotum beschikbaar. In verschillende RCT s is de werkzaamheid van de NOAC s voor de behandeling van longembool vergeleken met de standaardbehandeling (1-9). De hier besproken studie van de Cochrane Collaboration is een metaanalyse van deze RCT s en evalueert de werkzaamheid en de veiligheid van NOAC s voor de behandeling van longembool op lange termijn. Samenvatting Methodologie Systematische review met meta-analyse Geraadpleegde bronnen Cochrane Register of Studies, MEDLINE, EMBASE, CINAHL en AMED (tot januari 2015) World Health Organization International Clinical Trials Registry Platform, ClinicalTrials.gov, ISRCTN Register referentielijsten van gevonden relevante artikels handmatige zoektocht in relevante tijdschriften geen taalrestrictie. Geselecteerde studies RCT s bij patiënten met longembool bevestigd op pulmonaire ventilatie-perfusiescan, pulmonaire angiografie of pulmonaire angiografie met CT-scan; orale toediening gedurende minstens 3 maanden van een factor Xa-inhibitor of een direct werkende trombine-inhibitor in minstens 1 van de studie-armen gepubliceerde studies en lopende studies indien preliminaire resultaten beschikbaar inclusie van 5 RCT s: AMPLIFY (1); EINSTEIN-PE (3); Hokusai-VTE (5); RE-COVER (7) en RE-COVER II (9) 170 Minerva volume 15 nummer 7 september 2016 www.minerva-ebm.be

o 2 RCT s met een direct werkende trombine-inhibitor (dabigatran (7,9)) o 3 RCT s met een factor Xa-inhibitor (rivaroxaban (3), edoxaban (5) en apixaban (1)). Bestudeerde populatie 7 897 patiënten. Uitkomstmeting primaire uitkomstmaten: o recidief van longembool o recidief van veneuze trombo-embolie inclusief bevestigde diepe veneuze trombose o bewezen diepe veneuze trombose secundaire uitkomstmaten: o globale mortaliteit o ongewenste effecten o.a. majeure bloedingen volgens de definitie van de International Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH): o fatale bloedingen o symptomatische bloedingen in een kritisch gebied of orgaan o bloedingen die een daling veroorzaken in hemoglobine van 2 g/dl of die een transfusie vereisen o combinatie van de 3 bovenvermelde bloedingen o gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven afzonderlijke analyse van de resultaten voor de 2 soorten NOAC s meta-analyse volgens het fixed effects model als er geen statistische heterogeniteit was vastgesteld evaluatie van de heterogeniteit tussen de studies op basis van een forest plot en de Chi 2 - en I 2 - testen. Resultaten 1. dabigatran (direct werkende trombine-inhibitor) versus standaard anticoagulatie (7,9): recidiverend longembool: OR=1,02 (95% BI van 0,50 tot 2,04); N=2; n=1 602 (hoog niveau recidiverende veneuze trombo-embolie: OR=0,93 (95% BI van 0,52 tot 1,66); N=2; n=1 602 (hoog niveau diepe veneuze trombose: OR=0,79 (95% BI van 0,29 tot 2,13); N=2; n=1 602 (hoog niveau globale mortaliteit: geen gegevens beschikbaar voor de patiënten met longembool ongewenste effecten van de behandeling (majeure bloeding): OR=0,50 (95% BI van 0,15 tot 1,68); N=2; n=1 527 (hoog niveau kwaliteit van leven: niet opgenomen als uitkomstmaat in de originele studies. 2. apixaban, edoxaban of rivaroxaban (factor Xa-inhibitoren) versus standaard anticoagulatie (1,3,5): recidiverend longembool: OR=1,08 (95% BI van 0,46 tot 2,56), I²=58%; N=2; n=4 509 (matig niveau recidiverende veneuze trombo-embolie: OR=0,85 (95% BI van 0,63 tot 1,15); N=3; n=6 295 (matig niveau diepe veneuze trombose: OR=0,72 (95% BI van 0,39 tot 1,32); N=2; n=4 509 (matig niveau globale mortaliteit: OR=1,16 (95% BI van 0,79 tot 1,70); N=1; n=4 817 (matig niveau van bewijskracht) ongewenste effecten van de behandeling: majeure bloeding: OR=0,97 (95% BI van 0,59 tot 1,62); N=2; n=4 507 (matig niveau kwaliteit van leven: niet opgenomen als uitkomstmaat in de originele studies. 171 Minerva volume 15 nummer 7 september 2016 www.minerva-ebm.be

Besluit van de auteurs De auteurs besluiten met een matig tot hoog niveau van bewijskracht dat er geen verschillen zijn tussen de nieuwe orale anticoagulantia en standaard anticoagulatietherapie voor de langetermijnbehandeling van longembool op het vlak van recidiverend longembool, recidiverende veneuze trombo-embolie, diepe veneuze trombose, globale mortaliteit en majeure bloedingen. Financiering van de studie National Institute for Health Research (UK); Chief Scientist Office, Scottish Government Health Directorates, The Scottish Government, UK. Belangenconflicten van de auteurs Eén van de 3 auteurs verklaart vergoedingen te hebben ontvangen van verschillende farmaceutische firma s (o.a. producenten van dabigatran, rivaroxaban en enoxaban) en was rechtstreeks betrokken bij de studies over de nieuwe orale anticoagulantia; één auteur verklaart vergoedingen te hebben ontvangen van firma s in medische technologie; de andere auteur verklaart geen belangenconflicten te hebben. Bespreking Methodologische beschouwingen Deze systematische review is opgezet volgens de criteria van de Cochrane Collaboration. Twee auteurs selecteerden onafhankelijk van elkaar de studies en verwerkten de gegevens. Bij discrepantie zochten ze samen naar een consensus. Ze zochten in de belangrijkste databanken en naast de gepubliceerde studies vonden ze 5 niet-gepubliceerde studies. Eén hiervan is ondertussen wel beschikbaar: de Japanse AMPLIFY-J-studie (10) die apixaban vergelijkt met warfarine voor de behandeling van acute veneuze trombo-embolie. Zoals in alle reviews van de Cochrane Collaboration gaat bij de evaluatie van de geselecteerde RCT s veel aandacht naar het opsporen van bias. Op basis van het Cochrane risk of bias -tool onderzochten 2 auteurs onafhankelijk van elkaar de risico s van bias: o.a. selectiebias (randomisatiemethode, geheimhouding van de toewijzing), performance bias (dubbele blindering), detectiebias, attrition bias, rapporteringsbias. Bij afwijkingen kwam de derde auteur tussenbeide. Volgens de auteurs was het risico van bias gering behalve voor de randomisatiemethode die moeilijk beoordeeld kon worden op basis van de gepubliceerde rapporten. De populatie is in de meta-analyse zelf niet beschreven, maar de patiëntkenmerken van iedere studie zijn opgenomen in de bijlagen. We willen wel wijzen op een aantal exclusiecriteria in de originele studies: patiënten met een hoog bloedingsrisico, ouder dan 65 jaar, met een gestoorde nierfunctie (soms egfr <50-60 ml/min.) of die gelijktijdig CYP3A4- inhibitoren of krachtige CYP3A4-inductoren gebruikten. De uitkomstmaten voor de meta-analyse zijn duidelijk omschreven en geanalyseerd en zijn klinisch zeer relevant. De auteurs maakten bij de analyse een onderscheid tussen de 2 categorieën nieuwe orale anticoagulantia. We willen erop wijzen dat één van de auteurs belangenconflicten heeft met producenten van de nieuwe orale anticoagulantia. Interpretatie van de resultaten en resultaten in perspectief Dit is de eerste systematische review van de Cochrane Collaboration over de plaats van de nieuwe orale anticoagulantia bij de behandeling van longembool. In de literatuur is het overigens ook de enige die specifiek over longembool handelt. De meeste onderzoeken evalueren de nieuwe orale anticoagulantia voor de behandeling van veneuze trombo-embolie in zijn globaliteit. De auteurs besluiten dat er geen verschil is tussen de nieuwe orale anticoagulantia en de standaard anticoagulatie voor de behandeling van longembool op lange termijn. De nieuwe orale anticoagulantia kunnen dus een alternatief zijn met als voordeel een orale toediening in vaste vorm zonder noodzaak van biologische monitoring. 172 Minerva volume 15 nummer 7 september 2016 www.minerva-ebm.be

Zoals hoger vermeld is er sindsdien slechts 1 nieuwe, kleine studie verschenen (10). Deze studie onderzocht het effect van apixaban bij 80 Japanse patiënten en de resultaten wijzen in dezelfde richting. Ook de besluiten van het online themadossier van Minerva over de nieuwe orale anticoagulantia (laatste update in 2014) zijn niet in tegenspraak met de hier besproken meta-analyse en bevelen vitamine K-antagonisten aan omdat er meer ervaring is met deze geneesmiddelen en omdat ze beter onderzocht zijn (11). Een vaste dosis heeft echter het nadeel dat er met NOAC s geen monitoring van de anticoagulatie mogelijk is. Op die manier kan niet nagegaan worden of de patiënt het voorschrift volgt en kan de dosis niet aangepast worden bij onder- of overdosering. Verder is er geen antidotum beschikbaar in geval van hemorragie en dit is het belangrijkste nadeel van de nieuwe orale anticoagulantia. Een aantal aspecten van het gebruik van de nieuwe orale anticoagulantia moet nog uitgeklaard worden. Zoals blijkt uit de hier besproken systematische review van de Cochrane Collaboration, is het effect op de kwaliteit van leven nog niet onderzocht. Aangezien de nieuwe orale anticoagulantia gebruiksvriendelijker zijn, zou men kunnen verwachten dat de kwaliteit van leven enigszins verbetert en het is verwonderlijk dat de farmaceutische industrie tot nu toe hieraan geen aandacht besteed heeft. Het economische aspect (de nieuwe orale anticoagulantia zijn veel duurder) komt in de hier besproken studie niet aan bod, noch bij het verzamelen van de gegevens noch in het discussiegedeelte. Misschien spelen de belangenconflicten van één van de auteurs hierin een rol. Het economische probleem is in het online themadossier van Minerva over de nieuwe orale anticoagulantia wel een argument tegen hun gebruik bij patiënten met voorkamerfibrillatie. Drie RCT s zijn non-inferioriteitsstudies (3,5,7), maar de auteurs vermelden in hun publicaties niet welk voordeel ze verwachten van een non-inferioriteitsopzet. Deze doelstelling moet duidelijk toegelicht worden (12,13), maar wordt in de praktijk ontweken. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de enkele nog niet gepubliceerde studies die de auteurs vermelden, de resultaten van de meta-analyse zullen veranderen. Toch hebben we gegevens uit farmacovigilantie en uit onafhankelijke studies op het terrein nodig om de werkzaamheid en de veiligheid te bevestigen die is vastgesteld in de door de farmaceutische firma s uitgevoerde studies. Besluit van Minerva Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat de nieuwe orale anticoagulantia (factor Xa-inhibitoren en direct werkende trombine-inhibitoren) bij de behandeling van longembool eenzelfde effect hebben op recidiverend longembool, recidiverende veneuze trombo-embolie, diepe veneuze trombose, globale mortaliteit en majeure bloedingen als de standaard anticoagulatietherapie. De grotere gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe orale anticoagulantia (vaste dosis, geen biologische monitoring nodig) is een voordeel, maar het ontbreken van een antidotum en de hogere kostprijs zijn nadelen. Alleen gegevens uit de dagelijkse praktijk kunnen uitmaken of het gebruik van deze geneesmiddelen nuttig is, en dat op voorwaarde dat de kostprijs aanvaardbaar is. Voor de praktijk Deze systematische review met meta-analyse versterkt de beschikbare Belgische aanbevelingen, de besluiten van Minerva (11) en deze van de consensusconferentie van het RIZIV in 2013 over de preventie en de behandeling van veneuze trombo-embolie (14). Het juryrapport van de consensusconferentie handelde niet specifiek over longembool, maar over alle aspecten van veneuze trombo-embolie en sluit aan bij de besluiten van Minerva: starten met heparine met laagmoleculair gewicht en onderhoud met vitamine K-antagonisten (sterke aanbeveling). Het juryrapport vermeldt verder dat de nieuwe orale anticoagulantia een alternatief kunnen zijn. Dat wordt ook bevestigd door de hier besproken systematische review van de Cochrane Collaboration, maar we moeten rekening houden met de hierboven vermelde nadelen, onder andere de hoge kostprijs. 173 Minerva volume 15 nummer 7 september 2016 www.minerva-ebm.be

Productnamen apixaban: Eliquis dabigatran: Pradaxa rivaroxaban: Xarelto edoxaban: niet beschikbaar in België (07/07/2016) Referenties 1. Agnelli G, Buller HR, Cohen A et al. Oral apixaban for the treatment of acute venous thromboembolism. N Engl J Med 2013;369:799-808. 2. Chevalier P. Apixaban voor de behandeling van veneuze trombo-embolie. Minerva 2013;12(9):114-5. 3. Buller HR, Prins MH, Lensin AW, et al; EINSTEIN-PE Investigators. Oral rivaroxaban for the treatment of symptomatic pulmonary embolism. N Engl J Med 2012;366:1287-97. 4. La rédaction Minerva. Rivaroxaban voor de behandeling van symptomatisch longembool? Minerva bondig 28/01/2013. 5. Buller HR, Decousus H, Grosso MA et al; Hokusai-VTE Investigators. Edoxaban versus warfarin for the treatment of symptomatic venous thromboembolism. N Engl J Med 2013;369:1406-15. 6. Chevalier P. Initiële behandeling en secundaire preventie van symptomatische veneuze tromboembolie: nut van edoxaban? Minerva 2016;15(1):9-12. 7. Schulman S, Kearon C, Kakkar AK, et al; RE-COVER Study Group. Dabigatran versus warfarin in the treatment of acute venous thromboembolism. N Engl J Med 2009;361:2342-52. 8. Chevalier P. Dabigatran voor veneuze trombo-embolie. Minerva bondig 28/08/2010. 9. Schulman S, Kakkar AK, Goldhaber SZ, et al; RE-COVER II Trial Investigators. Treatment of acute venous thromboembolism with dabigatran or warfarin and pooled analysis. Circulation 2014;129:764-72. 10. Nakamura M, Nishikawa M, Komuro I et al. Apixaban for the Treatment of Japanese Subjects with Acute Venous Thromboembolism (AMPLIFY-J Study). Circ J 2015;79:1230-6. 11. Minerva. Orale anticoagulatie: nieuwe geneesmiddelen. Themadossier. Synthese. Laatste update: 31/03/2014. 12. Mulla SM, Scott IA, Jackevicius CA,et al. How to use a noninferiority trial: users' guides to the medical literature. JAMA 2012;308:2605-11. 13. Paesmans M, Grigoriu B, Ocak S, et al. Systematic qualitative review of randomised trials conducted in nonsmall cell lung cancer with a noninferiority or equivalence design. Eur Respir J 2015;45:511-24. 14. RIZIV. Preventie en behandeling van de veneuze trombo-embolieën. Consensusvergadering van 21 november 2013. Juryrapport. 174 Minerva volume 15 nummer 7 september 2016 www.minerva-ebm.be