Een recept van de dokter

Vergelijkbare documenten
7. Getalkaartjes bij de kralenketting

9. Aftrekken met de kralenketting

T-shirts op een rij. Doel van de les - de telrij opzeggen tot en met 20 - terugtellen vanaf een willekeurig getal in het getallengebied

- een lege verpakking van drie ijsjes - eventueel zes ijsstokjes en vijf poppetjes

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 5: de leerlingen leren omgaan met geld- en betaalmiddelen

Samen appelflensjes bakken

Eten en drinken in de dierentuin

Rekenactiviteiten voor de onderbouw

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Samen een dierentuin nabouwen. Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen

Geld verkennen. 4-8 jarigen

21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 2 De leerlingen leren rekenhandelingen uitvoeren voor het functioneren in dagelijkse situaties

Representeren. 4-8 jarigen

Onderdeel nummer 5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

1. Wat zie je vanuit de lucht?

Groep 1 2 (Tal, SLO)

Wat zijn er veel soorten thermometers!

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Gebruikswijzer voor het inschalen en clusteren van leerlingen

29. Kan ik dat nog ruilen of terug brengen?

2. Naar het pretpark!

(hoeveelheden 6 en 10 of 4 en 6 centraal)

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

3. Klusjes in school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

Rekenen op maat 3 is bedoeld voor groep 3 van het basisonderwijs en vergelijkbaar niveau van het speciaal basisonderwijs.

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3: de leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Vingertwister. Spelvariant met drie vingers

Vingertwister. Spelvariant met twee vingers

Begripsvorming Optellen en aftrekken

Deze activiteit levert een bijdrage aan het kerndoel: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen begrijpen en herkennen

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

5. Introductie van de standaardmaat liter

Advies bij problemen met getalwaarde / getal notatie

Potloden, doppen en papier

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3.1 en 3.2. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

8. Reizen met de bus

Diagnostisch rekenonderzoek

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

Rekenbegrippen. 4-8 jarigen

Strategieën bedenken om ongestructureerde hoeveelheden te schatten. liniaal, potlood kopieerblad Olifanten 1970 en 1989

herfst winter lente zomer

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

Het gebruik van Rekenboog.zml als basisarrangement

Reken doe-activiteiten en spelletjes

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

Hoger/lager Ja/nee. Thema: getal oriëntatie. Doel: getallen uitspreken en getallen op de goede volgorde leggen. Groep: 3 t/m 8

Rekenoefening groep 4 Doel

Passende perspectieven met Maatwerk rekenen

Leerlijn en tussendoelen rekenen groep 1 en 2 basisonderwijs* 1

Genoeg ruimte? In de methodes

LES: Wie van de drie?

5blok. Inhoud van de doos

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Dag 2 Rare rijmende regels

SLO Rekenontwikkeling: Getallen

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

De leerling: weet dat de aarde groter is dan de maan ontdekt dat iets kleiner lijkt als het verder weg staat. aarde en de maan

1. Wat is de temperatuur vandaag? Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Leerlijnen peuters en jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie mei Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip

Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen januari 2015

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

kerndoel 4: de leerlingen leren meten en wegen en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare mate en meeteenheden.

bijlagen groep 5 en 6

Kleuren. Meten en wegen. Tellen en getalbegrip. Vormen. Doel: Bouw een kasteel voor Ridder Ruighart. Doel: Kleuren herkennen op het ridderschild

Schattend rekenen Maatkennis over gewichten Gebruik van referentiematen. Per tweetal: kopieerblad Lift een groot vel papier

ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING

Kerstkoekjes bakken. Voor elke leerling een exemplaar van de Kopieerbladen Kerstkoekjes bakken 1, 2 en 3.

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

getalkaartjes 20 spelsuggesties voor thuis!

Analyse van getallen tot (2)

Rekenfolder o.b.s. Henri Dunant groep 3

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Evaluaties. Milou Visser Iselinge Hogeschool

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Rekenen: Meten groep 4 en hoger. Het leren van simpele weegopdrachten.

Rekenoefening groep 3 Doel

AAN DE SLAG MET PRINSJESDAG

Elke groep van 3 leerlingen heeft een 9 setje speelkaarten nodig: 2 t/m 10, bijvoorbeeld alle schoppen, of alle harten kaarten.

Schooljaar : Spelletjes in je taal- en rekenles

Meetkunst. Les 2 Van kunst naar ruimte. Weergeven op schaal en in perspectief

lezen Kinderboekenweektip 2013

Resultaat van een eerlijke verdeling in de vorm van deel van een geheel naar deel van een aantal.

Ieder tweetal heeft nodig: Een kopie van de slagschipspelletjes: 1. 1A, 1B voor spel A, 2B voor spel A, 3B voor spel 3

Vormen van een raket Raketten

BrailleStudio. Beschrijving oefeningen

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.

Transcriptie:

Een recept van de dokter Leeftijdsgroep Kerndoel 8-12 jaar Deze les levert een bijdrage aan de kerndoelen: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen 2 De leerlingen leren rekenhandelingen uitvoeren voor het functioneren in alledaagse situaties Leerstofonderdeel Kerndoel 1.2, niveau 5 en 6 Kerndoel 2.3, niveau 6 Kerndoel 2.4, niveau 5 Doel van de les Benodigdheden Korte samenvatting Organisatie Activiteiten - getalbeelden tot en met 10 herkennen en benoemen - getalsymbolen tot en met 20 koppelen aan hoeveelheden en andersom - getallen tot en met 20 herkennen en benoemen - getallen tot en met 20 in de juiste volgorde leggen - de positie van de getallen tot en met 20 ten opzichte van elkaar kennen aan de hand van de getallenlijn - hoeveelheden tot en met 10 met behulp van concreet materiaal samenstellen Grote doorzichtige pot met een handje pillen pillen (smarties). Tafel en twee stoelen tegenover elkaar voor de patiënt en de apotheker. Uitgeknipte recepten van de verschillende kopieerbladen (aparte stapeltjes recepten met dobbelsteenstructuren, getalsymbolen, vingerbeelden en rekenlintjes). Voor elk tweetal een klein doorzichtig pillenpotje en 30 blokjes. Vanuit recepten voor pillen waarop de hoeveelheid pillen op allerlei manieren aangegeven zijn (stippen, handen, tekening van rekenlintjes, echte cijfersymbolen) bepaalt de leerling hoeveel pillen de apotheker in een doosje moet doen. Bij het uitspelen van de apotheeksituatie staat voor in de klas een tafel met twee stoelen voor patiënt en apotheker. Aan de verwerkingsopdracht wordt in tweetallen gewerkt. Introductie: Een recept van de dokter Herinner aan de les Naar de dokter en vraag wat de kinderen nog weten, hoe ging het bij die dokter? Soms kun je pilletjes alleen bij een apotheek krijgen. Kern: Dokter Pillendoos Vertel over dokter Pillendoos. Hij heeft al een grappige naam en hij houdt ook van een geintje. Want hij schrijft recepten uit maar hoeveel pillen je nodig hebt, dat schrijft hij op een heel grappige manier. De ene keer met 1

rondjes, de andere keer met vingers, dan weer met kralen en soms ook met het schrijven van een getal. Laat de recepten zien een eerst op goede volgorde leggen. Verdeel de kaarten. Om beurten laat u willekeurig een van de leerlingen hun kaart neerleggen. Uiteindelijk moet de getallenrij tot en met 20 ontstaan zijn. Laat de situatie uitspelen. Een van de kinderen is apotheker en een kind is patiënt. De apotheker heeft een grote pot met pillen (smarties) en kleine pillendoosjes. De patient krijgt van u één van de recepten. De patiënt geeft het recept en de apotheker kijkt hoeveel pillen hij in het doosje moet doen. Alle kinderen controleren mee of de apotheker het goed doet. Wissel de soorten recepten af (houd daarbij rekening met de moeilijkheid, recepten met vingers en rekenlintjes zijn vergelijkbaar en telbaar en gaan tot 10, recepten met dobbelsteen zijn ook telbaar, maar gaan tot 12, recepten met getalsymbolen zijn het moeilijkst). Bij telbare representaties kan de apotheker het aantal pillen eventueel eerst in dezelfde structuur leggen en vervolgens in het doosje doen. Laat de patiënt steeds benoemen hoeveel pillen hij heeft meegekregen en eventueel nog eens natellen. Geef verschillende kinderen een beurt om patiënt of apotheker te zijn en gebruik daarbij de verschillende recepten. Verwerking: Klopt het aantal pillen? Verdeel de leerlingen in tweetallen en geef elk tweetal, afhankelijk van hun niveau, een stapeltje verschillende soorten recepten. Ze spelen samen de apotheeksituatie uit waarbij de een apotheker en de ander patiënt is. Telkens pakt de patiënt een recept van het stapeltje en mag de apotheker het juiste aantal pillen (blokjes) geven. De patiënt kijkt steeds goed na of hij wel genoeg pillen krijgt. Na een tijdje wordt gewisseld van rol. Variant: maak er een spel van door elk tweetal 10 blokken te geven. Elke keer dat ze een opdrachtje goed hebben, mogen ze een blok neerleggen. Wie heeft het eerst een toren van 10 blokken? Afsluiting: Terugblik Bespreek samen met de kinderen hoe het ging. Gaf de apotheker steeds genoeg pillen? Of was hij vaak in de war? Differentiatie Makkelijker: De zwakste leerlingen krijgen alleen recepten met kleine hoeveelheden die telbaar zijn. Kies recepten van dezelfde soort. 2

Kopieerblad 1 bij Een recept van de dokter 3

Kopieerblad 2 bij Een recept van de dokter 4

Kopieerblad 3 bij Een recept van de dokter 5

Kopieerblad 4 bij Een recept van de dokter 6

Kopieerblad 5 bij Een recept van de dokter 7 3 4 5 6 2 7

Kopieerblad 6 bij Een recept van de dokter 8 9 10 15 20 12 8

Kopieerblad 7 bij Een recept van de dokter 11 13 14 16 17 18 9

Kopieerblad 8 bij Een recept van de dokter 1 19 10

Kopieerblad 9 bij Een recept van de dokter 11

Kopieerblad 10 bij Een recept van de dokter 12

Kopieerblad 11 bij Een recept van de dokter 13

Kopieerblad 12 bij Een recept van de dokter 14