Omgevingsvergunning slibdepot RWZI

Vergelijkbare documenten
Holthuizerweg 1 te Brummen

Omgevingsvergunning gemaal Voorsterklei

Dijkovergang Cortenoeverseweg 105

Omgevingsvergunning gemaal Laag Helbergen

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Brummen : 19 mei 2015 Verzonden : 19 mei 2015

Aannemingsmaatschappij De Vries en Van de Wiel De heer N. Samson Postbus BG AMSTERDAM. Brummen : 10 september 2015 Verzonden

Aannemingsmaatschappij De Vries en Van de Wiel De heer N. Samson Postbus BG AMSTERDAM. Brummen : 10 september 2015 Verzonden

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Duinkampen 23 te Paterswolde

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Thematische herziening archeologie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing definitief

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Blad 2. Beoordeling verzoek

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

Ruimtelijke onderbouwing

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

bijlagen bij de Toelichting

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

H.C. den Hartog Stokvisweg LK Culemborg

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Nijmegen Kanaalhavens - 2 (Lichtmasten CTN)

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Ruimtelijke onderbouwing

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Gemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

AANMELDNOTITIE MER RIVIERENLAAN 281, PURMEREND

Ruimtelijke onderbouwing

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

Gemeente Bergen op Zoom

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Transcriptie:

hoort bij besluit van college van Brummen ontwerp-besluit 2015-234-ro.pdf Ruimtelijke onderbouwing Omgevingsvergunning slibdepot RWZI Gemeente Brummen Datum: 6 mei 2015 Projectnummer: 90763.04 Idn: NL.IMRO. xx

INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging van het besluitgebied 4 1.3 Geldend bestemmingsplan 5 1.4 Opzet van de ruimtelijke onderbouwing 6 2 Het project 7 3 Haalbaarheid van het plan 9 3.1 Algemeen 9 3.2 Beleid 9 3.3 Milieu- en omgevingsaspecten 9 3.4 Economische Uitvoerbaarheid 16 4 Afweging en conclusie 17 Bijlage: kaart besluitgebied 18

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de gemeente Brummen ligt één van de 39 maatregelen die aangewezen is in de planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (hierna PKB). Als maatregel is in de PKB gekozen voor het verleggen van de dijk Cortenoever (samen met het verleggen van de dijk in Voorsterklei). In beide gebieden wordt een nieuwe primaire waterkering landinwaarts aangelegd zodat ruimte aan het rivierbed wordt toegevoegd voor de verwerking van hoogwaterafvoeren. In verband met de realisatie van de rivierverruimende maatregelen is op 30 mei 2013 het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakt de dijkverlegging en de daarmee samenhangende maatregelen en onderdelen planologisch mogelijk. In Cortenoever is de bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Brummen gelegen. De RWZI krijgt een geïsoleerde ligging in het uiterwaardengebied dat bij hoogwater (deels) onder water kan komen te staan. Een gevolg hiervan is dat de RWZI bij hoogwater niet meer bereikbaar is over de weg. Als dit aan de orde is, dan kan het slib niet meer worden afgevoerd. Om die reden is het nodig om bij de locatie een slibdepot te realiseren. Dit slibdepot is uitsluitend bedoeld om het slib tijdelijk op te slaan tijdens hoogwater. Zoals uit de toelichting van het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever blijkt, was het de bedoeling om het slibdepot in dat plan mogelijk te maken. Er is echter over het hoofdgezien dat het formeel geen gebouw, maar een bouwwerk geen gebouw zijnde betreft. Hier- SAB 3

door is de realisatie niet binnen de regels van het bestemmingsplan mogelijk. Om deze reden dient een procedure te worden gevolgd op grond van artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 van de Wabo. Dit wordt een omgevingsvergunningprocedure met afwijken bestemmingsplan genoemd. Hierbij wordt als voorwaarde gesteld dat de betreffende activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Onderhavige ruimtelijke onderbouwing toont aan dat de planontwikkeling hieraan voldoet. 1.2 Ligging van het besluitgebied Het besluitgebied ligt in het buitengebied van Brummen in Cortenoever en omvat de gronden van het bestaande RWZI. In de navolgende figuur is de globale ligging van het gebied weergegeven. Voor een exacte begrenzing van het besluitgebied wordt verwezen naar de kaart in de bijlage. Globale ligging besluitgebied op topografische kaart SAB 4

Globale ligging besluitgebied op luchtfoto 1.3 Geldend bestemmingsplan De vigerende juridisch-planologische situatie van het besluitgebied is vastgelegd in het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever zoals vastgesteld op 30 mei 2013. Het bestemmingsplan is op 1 april 2015 onherroepelijk geworden. In de navolgende figuur is de verbeelding weergegeven ter plaatse van het besluitgebied. Vigerende planologische situatie besluitgebied met globale ligging slibdepot (blauwe ster) Van de verbeelding kunnen de volgende zaken worden afgelezen: Ter plaatse geld de hoofdbestemming Bedrijf. Ter plaatse is de uitoefening van een niet-agrarisch bedrijf, zijnde een rioolwaterzuiveringsinstallatie toegestaan. Hiernaast gelden enkele dubbelbestemmingen, waarvan de belangrijkste Waterstaat waterstaatkundige functie is. Deze dient kortweg ter bescherming van de waterstaatkundige belangen. Aan de regeling is een bouwregeling verbonden die uitsluitend SAB 5

bouwwerken geen gebouw zijnde tot 25 m 2 toestaat. Grotere bouwwerken zijn alleen toegestaan na afwijking en na overleg met de waterbeheerder. Ook gelden de dubbelbestemmingen Waarde - archeologie hoog en Waarde - archeologie laag ter bescherming van de archeologische waarden. De rioolleidingen zijn beschermd middels een dubbelbestemming Leiding Riool. Ter plaatse van de beoogde slibdepot is echter geen leiding aanwezig. Verder geldt nog de gebiedsaanduiding vrijwaringszone dijk, die toeziet op de bescherming van de dijk. De dijk die om de RWZI heen loopt, heeft de bestemming Waterkering. Toetsing Het voorliggende plan inzake het slibdepot is passend binnen de doeleindenomschrijving van de hoofdbestemming Bedrijf van het vigerende bestemmingsplan. Het slibdepot was ook opgenomen in de bouwregeling, echter onder de toegestane gebouwen. Het slipdepot moet echter worden gezien als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Als gevolg hiervan geldt de bepaling in artikel 6.2.1 onder c sub 3, waarin is geregeld dat de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 2 m mag bedragen. Onderhavig bouwplan is met een bouwhoogte van 4,8 m / 6,9 m hoger en is om die reden toch niet binnen het vigerende bestemmingsplan mogelijk. Ten tweede past het voorliggende plan voor het slibdepot niet binnen het bestemmingsplan omdat op grond van de dubbelbestemming Waterstaat waterstaatkundige functie slechts bouwwerken tot 25 m 2 toegestaan zijn, terwijl het slibdepot circa 225 m 2 groot is. Een groter bouwoppervlak is uitsluitend toegestaan na afwijking van het bestemmingsplan en na overleg met de rivierbeheerder. Gezien de voornoemde afwijkingen is een nieuwe procedure nodig. Er is voor gekozen een omgevingsvergunningprocedure met afwijken van het bestemmingsplan te volgen. 1.4 Opzet van de ruimtelijke onderbouwing Deze ruimtelijke onderbouwing bestaat uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het project omschreven. In hoofdstuk 3 wordt de haalbaarheid van het initiatief aangetoond voor wat betreft de effecten op de relevante milieu- en omgevingsaspecten. Deze ruimtelijke onderbouwing wordt afgesloten met een slotconclusie in hoofdstuk 4. SAB 6

2 Het project De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Brummen is gelegen aan de Holthuizerweg, in het buitengebied van de gemeente Brummen. De installatie bevindt zich in het gebied Cortenoever en zuivert het rioolwater uit Brummen, Leuvenheim, Eerbeek, Hall, Oeken en De Hoven (Zutphen). Riolen, rioolgemalen en persleidingen voeren het rioolwater aan. Het gezuiverde water stroomt via een afvoerleiding naar de IJssel. Ligging RWZI t.o.v. instroomopeningen Tekening ligging nieuwe primaire waterkering In het kader van de plannen van de dijkverlegging in Cortenoever wordt aan weerzijden van de RWZI een instroomopening gerealiseerd. De instroomopeningen ontstaan door het verlagen van de bestaande dijk. Bij de instroom westelijk van de RWZI wordt de dijk volledig afgegraven. De instroom wordt hier gevormd door de tot drempelhoogte verlaagde oeverwal. Bij de instroom oostelijk van de RWZI wordt de bestaande dijk verlaagd tot een lage kade. Hierdoor kan de RWZI bij hoogwater tijdelijk niet meer bereikbaar zijn over de weg. Vogelvluchtbeeld bestande RWZI Vogelvluchtbeeld toekomstige RWZI SAB 7

De bedoeling is bij het RWZI een slibdepot te realiseren. Dit slibdepot is uitsluitend bedoeld om slib in op te bergen als de RWZI door hoogwater tijdelijk niet bereikbaar is over de weg. Het betreft een bouwwerk die de vorm heeft van een ronde silo met een diameter van circa 16,9 m. De bouwhoogte is aan de buitenranden 4,8 m en middenin 6,9 m. De oppervlakte is circa 225 m 2. Het bouwwerk is aan de bovenzijde afgedekt. Onderstaande tekeningen geven een impressie van het bouwwerk geen gebouw zijnde en is aangeduid waar dit bouwwerk geen gebouw zijnde globaal geprojecteerd is. Impressie slipdepot Globale ligging slibdepot (lichtblauwe cirkel) Het slibdepot wordt uitsluitend als buffer gebruikt bij hoogwater. Normaal is het slibdepot leeg. Uitsluitend bij extreem hoog water, gemiddeld eens in de 25 jaar, zal de buffer gevuld worden. Als het water weer zakt, zal de buffer weer worden geleegd. SAB 8

3 Haalbaarheid van het plan 3.1 Algemeen In artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), is bepaald dat een omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan door het college alleen kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Om dit aan te tonen wordt in paragraaf 3.2 kort ingegaan op de beleidsmatige context van het initiatief. Vervolgens worden in paragraaf 3.3 de effecten van de strijdige onderdelen op de verschillende milieu- en omgevingsaspecten beoordeeld, om zodoende aan te kunnen tonen dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. 3.2 Beleid De realisatie van het slibdepot hangt samen met de uitvoering van het Ruimte voor de Rivier project dijkverleggingen bij Cortenoever en Voorsterklei. Voor dit project is het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever vastgesteld. In dit bestemmingsplan is een uitvoerige beschrijving en onderbouwing van het beleid met betrekking tot de dijkverleggingen te vinden waaruit blijkt dat het project past binnen het rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk beleid. 3.3 Milieu- en omgevingsaspecten 3.3.1 Bodem Algemeen Bij functiewijzigingen die leiden tot een verandering van de bestaande bestemming zal moeten worden aangetoond dat de kwaliteit van de bodem de realisatie van de gewenste functie ook toestaat. Afweging Uit het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er ten aanzien van het aspect bodem geen verontreinigingen aanwezig zijn. Dit aspect vormt dan ook geen belemmering voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.2 Wet geluidhinder Algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) is het toetsingskader wanneer nieuwe (spoor)wegen worden aangelegd of bestaande (spoor)wegen worden aangepast of wanneer geluidgevoelige functies nabij (spoor)wegen mogelijk worden gemaakt SAB 9

Afweging De omgevingsvergunning voorziet niet in de aanleg van (spoor)wegen of de realisatie geluidgevoelige objecten. Een toetsing aan de Wet geluidhinder is dan ook niet nodig. Conclusie De wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.3 Bedrijven en milieuzonering Algemeen Indien door middel van een project nieuwe, gevoelige functies of milieuhinderveroorzakende functies mogelijk worden gemaakt, moet worden aangetoond dat een goed leefmilieu binnen en buiten het besluitgebied mogelijk is. Afweging Het slibdepot wordt gerealiseerd binnen het terrein van de RWZI. Wat betreft de milieuzonering verandert er milieutechnisch en planologisch-juridisch feitelijk niets. In de nabijheid van het geprojecteerde slibdepot is wel een woning aanwezig (Holthuizerweg 7, zie onderstaande afbeelding). Dit was voorheen een bedrijfswoning die binnen de plannen voor de dijkverlegging Cortenoever is omgevormd tot een burgerwoning. Deze woning is op ca. 120 m gelegen. Kaartbeeld ligging slibdepot (lichtblauwe cirkel) t.o.v. bestaande woning (gele ster) Er is wat betreft de algemene milieuaspecten (geur, geluid, stof en gevaar) reeds in het vigerende bestemmingsplan getoetst aan de indicatieve milieuzones uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. De capaciteit van de RWZI bedraagt 45.000 inwonersequivalenten. De hinderafstand tot gevoelige functies bedraagt, volgens de VNG-brochure, bij een RWZI met een capaciteit kleiner dan 100.000 inwonersequivalenten 200 meter. Deze afstand is met name gebaseerd op het geuraspect. Binnen deze afstand bevindt zich de woning aan de Holthuizerweg 7. SAB 10

Om te kunnen bepalen of er sprake is van geurhinder op de betreffende woning is een geuronderzoek verricht 1. Het onderzoek is als bijlage opgenomen. In het onderzoek is op basis van de geuremissie de aan te houden afstanden tot geurgevoelige objecten bepaald. Op basis van de berekende geurcontouren vormt geur geen belemmering voor de realisatie van het uitbreiding van de RWZI (en de realisatie van het slibdepot). De inrichting voldoet ook na de realisatie van het noodslibbuffer aan de geurnormen op alle verspreid liggende geurgevoelige objecten en alle aangesloten bebouwing Gezien voorgaande kan worden geconcludeerd dat het project geen gevolgen heeft op het woon- en leefklimaat in en rond het besluitgebied. Een nadere toetsing is dan ook niet nodig. Conclusie Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.4 Luchtkwaliteit Algemeen De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit waarin onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht zijn vastgesteld ter bescherming van mens en milieu. In Nederland zijn stikstofdioxide (NO 2 ) en zwevende deeltjes als PM 10 (fijn stof) de maatgevende stoffen waar de concentratieniveaus het dichtst bij de grenswaarden liggen. Overschrijdingen van de grenswaarden komen, uitzonderlijke situaties daargelaten, bij andere stoffen niet voor. Afweging De omgevingsvergunning voorziet in de realisatie van een slibdepot bij een bestaande RWZI. In het vigerende bestemmingsplan is reeds aan getoetst aan het aspect luchtkwaliteit. Het slibdepot vormde een onderdeel van het bestemmingsplan. Er werden geen belemmeringen voorzien. Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.5 Externe veiligheid Algemeen De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het BEVI). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen, bejaardentehuizen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen. 1 Geurrapportage ten behoeve van vergroten tijdelijke buffercapaciteit RWZI te Brummen, Windmill, 22 maart 2012, Rapportnummer: P2011.137-03 SAB 11

Er wordt bij externe veiligheid onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico betreft de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde. Het groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep mensen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, dodelijk door een ongeval wordt getroffen. Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor honderd lager ligt dan voor een ramp met 10 doden. In het Bevi (stb. 250, 2004) wordt verder een verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen wettelijk geregeld (art. 13). De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico s acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico s te verkleinen. Afweging Het project heeft geen invloed zijn op het plaatsgebonden- of groepsrisico. Ook wordt niet voorzien in de realisatie van voorzieningen die als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar kunnen worden aangemerkt. De omgevingsvergunning heeft dan ook geen gevolgen voor het plaatsgebonden- of groepsrisico en een nadere verantwoording van het groepsrisico kan derhalve achterwege blijven. Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.6 Ecologie Algemeen Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Natura 2000 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Afweging In het kader van het project voor de dijkverlegging zijn verschillende flora- en faunaonderzoeken en een Passende Beoordeling verricht. Tevens zijn de gevolgen van het totale project op de Ecologische hoofdstructuur (thans Gelders Natuurnetwerk) onderzocht. Uit de bestaande onderzoeken ontstaat het volgende beeld voor het onderhavige besluitgebied: SAB 12

Natura 2000-gebied Ten noorden van het besluitgebied ligt het Natura 2000-gebied Rijntakken (deelgebied uiterwaarden IJssel). Het project betreft de realisatie van een slibdepot binnen het perceel van de bestaande RWZI. Het project heeft geen effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het natura 2000-gebied. EHS (GNN) Het project betreft de realisatie van een slibdepot binnen de grenzen van de bestaande RWZI. Dit project heeft geen gevolgen op de kernkwaliteiten van de EHS (thans GNN). Flora- en faunawet Uit het flora- en faunaonderzoek dat verricht is in het kader van het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever, blijkt dat overtredingen van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet te voorkomen zijn, door binnen het plan verzachtende of compenserende maatregelen te nemen. Onderhavig project betreft de realisatie van een slibdepot binnen de contouren van de RWZI. De realisatie van het slipdepot was reeds voorzien in de planvorming rondom de dijkverlegging Cortenoever. De algemene conclusie (dat overtredingen van de Flora- en faunawet te voorkomen zijn door binnen het plan verzachtende of compenserende maatregelen te nemen) geldt ook voor onderhavig project geldt. Conclusie De Natuurbeschermingswet (NB-wet), de EHS (GNN) en de Flora- en faunawet vormen geen belemmering voor deze omgevingsvergunning. De realisatie van het slibdepot, die reeds op was genomen in het vigerende bestemmingsplan maar wat betreft de bouwregeling niet mogelijk bleek te zijn, heeft geen effect op de natuur-aspecten. 3.3.7 Archeologie Algemeen Door ondertekening van het verdrag van Malta (1992) heeft Nederland zich verplicht om bij ruimtelijke planvorming nadrukkelijk rekening te houden met het niet-zichtbare deel van het cultuurhistorisch erfgoed, te weten de archeologische waarden. In de Monumentenwet 1988 is geregeld hoe met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden moet worden omgegaan. Het streven is om deze belangen tijdig bij het plan te betrekken. Onderzoek Op grond van het door de gemeenteraad van Brummen vastgestelde archeologiebeleid en de bijbehorende beleidskaart heeft het plangebied deels een lage en deels een hoge archeologische verwachting. Voor gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt een onderzoeksplicht als de bodemverstoring dieper is dan 30 cm en groter dan 250 m². De aanleg van het slibdepot (bouwwerk met een diameter van 16,9 m) heeft een oppervlakte van circa 225 m 2 en blijft daarmee onder de vrijstellingsgrens van 250 m 2. Het uitvoeren van archeologisch onderzoek is daarom niet nodig. SAB 13

Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Brummen zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 september 2014 met het besluitgebied in de rode cirkel Conclusie Het aspect archeologie levert geen belemmering op voor de voorgenomen ontwikkeling. SAB 14

3.3.8 Water Algemeen Bij een ontwikkeling moet beoordeeld worden of deze negatieve gevolgen heeft op de waterhuishouding in het gebied. Afweging Ter plaatse van de RWZI gelden twee bestemmingen die gericht zijn op de waterhuishouding in het gebied. Ten eerste ligt rondom de RWZI een dijk (ringdijk) met de hoofdbestemming Waterkering. De gronden zijn hier in hoofdzaak bestemd voor de aanleg, het onderhoud, de bescherming en de verbetering van de waterkering. Aan weerszijden van deze dijk ligt de gebiedsaanduiding vrijwaringszone dijk. Het onderhavige project betreft de realisatie van een slibdepot. Deze wordt buiten de hoofdbestemming en buiten de vrijwaringszone van de dijk gerealiseerd. Het project heeft hiermee geen gevolgen voor het beheer en de instandhouding van de dijk. Ten tweede ligt over het gehele plangebied inclusief de omgeving de dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie. Deze heeft betrekking op gronden die behoren tot oppervlaktewaterlichamen waarop het stroomvoerend regime van de beleidslijn grote rivieren van toepassing is. In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de gronden met deze bestemming uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd: bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen met een oppervlakte van maximaal 25 m 2 ; bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming met een maximale hoogte van 4 m ten opzichte van NAP. Onderhavig plan betreft een bouwwerk geen gebouw zijnde dat groter is dan 25 m 2 (namelijk circa 225 m 2 ). Om het plan mogelijk te maken, kan gebruik worden gemaakt van een afwijkingsbepaling, mits overleg met de rivierbeheerder heeft plaatsgevonden. Dit overleg met de rivierbeheerder heeft reeds plaatsgevonden in het kader van de planvorming van het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever, waarbij het slibdepot dat noodzakelijk is vanwege de rivierverruiming was inbegrepen. Conclusie Het project heeft geen negatieve gevolgen op de waterhuishoudkundige aspecten die gemoeid zijn met de van toepassing zijnde (dubbel)bestemmingen. Het aspect water vormt hiermee geen belemmering voor het initiatief. 3.3.9 Landschap en cultuurhistorie Landschap In het kader van het vigerende bestemmingsplan is dit aspect reeds bekeken. Het gebied Cortenoever heeft een hoge landschappelijke kwaliteit waarbij de ontstaansgeschiedenis van het IJssellandschap nog duidelijk zichtbaar is. De locatie waar het slibdepot wordt gerealiseerd bevindt zich op het terrein van de bestaande RWZI. Zeker in de nieuwe situatie betreft dit een geïsoleerde locatie in het open rivierenlandschap, doordat de locatie aan alle zijden wordt omringd door een (ring)dijk. De landschappelijke impact van het bouwwerk van SAB 15

het slibdepot wordt hiermee zeer beperkt, ook aangezien de bouwhoogte van het slibdepot beperkt blijft ( 4,8 m tot maximaal 6,9 m). Cultuurhistorie In het kader van het vigerende bestemmingsplan is dit aspect reeds onderzocht. De RWZI of de direct omliggende gronden herbergen geen bijzondere cultuurhistorische waarden. Onderhavig plan leidt hiermee niet tot een verstoring van de cultuurhistorische waarden. Conclusie Het aspect landschap en cultuurhistorie vormt geen belemmering voor het initiatief. 3.4 Economische Uitvoerbaarheid De kosten voor de aanleg van het slibdepot alsmede de plan- en procedurele kosten komen voor rekening van de realisator Waterschap Veluwe. De budgetten voor de realisering zijn beschikbaar gesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en zijn door het ministerie budgettair gereserveerd. De economische uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd. Aan deze ontwikkeling zijn geen kosten voor de gemeente Brummen verbonden. SAB 16

4 Afweging en conclusie Onderhavig project betreft de realisatie van een slibdepot bij de bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Brummen, in het gebied Cortenoever. Het slibdepot is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever, maar op grond van dit bestemmingsplan niet geheel mogelijk, aangezien er slechts bouwwerken geen gebouw zijnde tot 2 m hoog toegestaan zijn, terwijl het bouwwerk 4,8 tot maximaal 6,9 m hoog wordt. Ook wordt het bouwwerk met ca. 225 m 2 groter dan de maximaal 25 m 2 die op grond van de dubbelbestemming ter bescherming van de waterstaatkundige functie van het gebied, mogelijk is. In deze ruimtelijke onderbouwing is het project ruimtelijk onderbouwd. Het project past binnen de relevante beleidskaders. In het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever was reeds aan het aspect beleid getoetst. Wat betreft de milieuaspecten geldt in algemene zin dat de milieu-effecten zeer beperkt zijn, aangezien het slibdepot wordt gerealiseerd binnen de bestaande locatie van de RWZI. Ook is in het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever reeds aan het aspect milieu getoetst. De milieuhinder op de omgeving is in het kader van het vigerende bestemmingsplan reeds onderzocht, waarbij speciaal met het oog op het slibdepot een geuronderzoek is uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er vanuit het aspect geurhinder geen belemmeringen zijn. Dezelfde conclusie kan ook worden getrokken wat betreft het aspect ecologie (gebiedsbescherming en flora en fauna bescherming). Wat betreft archeologie kan worden geconcludeerd dat het bouwplan ruim kleiner is dan de 250 m 2 waarbij archeologisch onderzoek wordt gevraagd. Ook wat betreft dit aspect zijn er dus geen belemmeringen. Geconcludeerd kan worden dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening waardoor toepassing gegeven kan worden aan artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). SAB 17

Bijlage: kaart besluitgebied SAB 18