Rapport Gemeentelijke Ombudsman Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid 1 oktober 2008 RA 0829889 Samenvatting In 2007 gaat de gemeente Weesp over tot het vervangen van lantaarnpalen in de binnenstad door historische replica s. Op een van de aangewezen plekken hinderen kabels in de grond plaatsing, waarop de gemeente besluit de paal op een iets andere plek te zetten. Dat is tegen de zin van een bewoner, omdat de lantaarn op de nieuwe plek zowel hem als zijn buurman hindert bij het inparkeren van de auto. De gemeente had hem ook eerder toegezegd de lantaarnpaal op een andere locatie te plaatsen. De man dient een bezwaarschrift in over het niet nakomen van toezeggingen door de gemeente, maar de gemeente neemt het bezwaar niet in behandeling. Het argument is dat tegen het plaatsen van een lantaarnpaal geen bezwaar gemaakt kan worden. De ombudsman stelt vast dat de gemeente heeft nagelaten om de brief, waarin de bewoner meldt dat toezeggingen niet nagekomen zijn, als klacht te behandelen. Er kan dus niet meer vastgesteld worden in hoeverre er sprake was van toezeggingen waarop de man mocht vertrouwen. Omdat de gemeente in eerste instantie bereid was tegemoet te komen aan de wens voor een andere plaats, verbindt de ombudsman een aanbeveling aan zijn oordeel. Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk. Aanbeveling De ombudsman verzoekt de wethouder Stadsbeheer te bevorderen dat de lantaarnpaal op kosten van de gemeente wordt verplaatst naar een locatie die geen hinder oplevert voor verzoeker.
Pagina: : 2/5 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 6 mei 2008 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Weesp. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: de behandeling van een klacht over de plaatsing van een lantaarnpaal. Bevindingen achtergrond van het verzoek In 2007 voorziet de gemeente de binnenstad van replica s van historische verlichting. Op sommige plaatsen is het niet mogelijk om de nieuwe lichtmasten op de bestaande plaatsen te zetten, omdat die zich te dicht bij de gevel bevinden. Daarom wordt de bewoners voorgesteld om een wandarmatuur aan te brengen aan de gevel. Op 30 oktober 2007 stuurt de gemeente een brief daarover aan de bewoners die in aanmerking komen voor een wandarmatuur; ook verzoekers buurman wordt daarover benaderd. Die geeft geen toestemming voor plaatsing van een wandarmatuur. Vervolgens vindt overleg plaats tussen de behandelend ambtenaar en verzoeker en zijn buurman. Afgesproken wordt, om de lantaarnpaal op een andere dan de voorgenomen locatie (die hinder zal opleveren bij het garagegebruik van verzoeker en de buurman) te plaatsen. Tijdens het graven blijkt echter, dat die locatie niet geschikt is omdat daar kabels en leidingen liggen. Vervolgens plaatst de gemeente de lantaarnpaal toch op de eerder bepaalde locatie. Naar aanleiding van de plaatsing van de lantaarn, neemt verzoekers echtgenote direct contact op met de gemeente. Zij zal worden teruggebeld. Dat gebeurt niet, en daarom neemt verzoeker contact op met de teamleider. Deze belooft om de situatie nog eens te bezien. Er gebeurt niets en na twee weken belt verzoeker de teamleider weer op. Die deelt verzoeker mee dat hij maar een brief moet schrijven. Verzoeker neemt contact op met de gemeente en legt de zaak voor. Hij stelt dat met de behandelend ambtenaar was afgesproken dat de lantaarnpaal op een andere, minder belastende, plek zou komen. De gemeente is die toezegging niet nagekomen. Hij wenst verplaatsing van de lantaarnpaal, zodat hij er geen last meer van heeft. Bij brief van 4 december 2007 legt verzoeker zijn verhaal schriftelijk voor aan de gemeente. In zijn reactie d.d. 7 januari 2008 deelt het hoofd Beheer en Beleid van de gemeente mee dat de lantaarnpaal geen belemmering vormt voor het parkeren; daarom zal niet aan het verzoek voldaan worden. Verzoeker deelt het hoofd Beheer en Beleid bij brief van 11 januari 2008 mee dat hij zich niet kan vinden in deze reactie. Hij stelt dat de behandelend ambtenaar de toezegging heeft gedaan dat de lantaarnpaal op een andere plaats zou komen te staan. Hij vraagt de gemeente om de situatie nog eens te komen bezien en in nader overleg een andere locatie te zoeken. Het hoofd Beheer en Beleid reageert op 23 januari 2008. Hij geeft een toelichting op de uitvoering van het beleid met betrekking tot de plaatsing van historische lantaarns en het aanbrengen van wandarmaturen. Hij legt uit waarom de plaatsing van de lantaarn op de afgesproken plaats niet mogelijk was. Hij ziet in de problemen die verzoeker ondervindt als gevolg van de lantaarnpaal geen reden om zijn standpunt te wijzigen. De burgemeester deelt verzoeker bij brief van 21 februari 2008 het volgende mee. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen verzoeker, diens zoon, verzoekers buurman, het hoofd Beheer en Beleid en de burgemeester over de hinder die verzoeker en zijn buurman ondervinden van de lantaarnpaal. Na het gesprek nemen het hoofd Beheer en Beleid, een collega van hem en verzoeker de situatie ter plekke in ogenschouw. Het hoofd Beheer en Beleid komt tot de conclusie dat er sprake is van een zeer beperkte belemmering die zeker niet ernstig is. Voor de gemeente is er dan ook geen aanleiding om de situatie
Pagina: : 3/5 aan te passen. Wel is de gemeente bereid om medewerking te verlenen aan verplaatsing van de lantaarnpaal; dat moet dan wel op kosten van verzoeker gebeuren. Het hoofd Beheer en Beleid heeft aangeboden om een offerte op te laten stellen. Verzoeker heeft dat aanbod van de hand gewezen. Verzoeker kan zich niet vinden in deze brief en hij dient op 26 maart 2008 een bezwaarschrift in tegen de gang van zaken. Daarin uit hij de volgende grieven: 1. zonder nader overleg met verzoeker en zijn buurman heeft de behandelend ambtenaar, toen bleek dat de alternatieve locatie niet geschikt bleek, de lantaarn op de huidige locatie geplaatst; 2. de gemeente heeft zich niet aan de afspraak gehouden om contact op te nemen met verzoeker naar aanleiding van de plaatsing van de lantaarnpaal; 3. er is geen gehoor gegeven aan de wens van verzoeker om toezending van een verslag van het gesprek dat tussen verzoekers echtgenote, zijn zoon, de buurman, het hoofd Beheer en Beleid en de burgemeester heeft plaatsgevonden. Op 17 april 2008 deelt de secretaris van de Commissie voor de bezwaarschriften verzoeker mee dat de plaatsing van de lantaarnpaal niet als een rechtshandeling, maar als een feitelijke handeling wordt beschouwd. Daartegen kan geen bezwaarschrift ingediend worden. Verzoekers brief wordt derhalve niet als bezwaarschrift in behandeling genomen. Verzoeker kan zich niet vinden in deze reactie en hij wendt zich tot de ombudsman. Die vraagt de gemeente onder meer waarom verzoekers bezwaarschrift niet als klacht in behandeling is genomen. reactie van de gemeente Weesp De gemeente deelt mee dat verzoekers bezwaar niet als klacht in behandeling is genomen, omdat verzoeker al uitgebreid door diverse ambtenaren, waaronder het afdelingshoofd, en de burgemeester, over het gebeuren was gehoord. Voorts hebben zowel de teamleider als het afdelingshoofd de situatie ter plekke bezien. Tevens is een niet bij de kwestie betrokken technisch medewerker van de gemeente aanwezig geweest bij de schouw. Met betrekking tot verzoekers grieven deelt de gemeente het volgende mee. 1. Het is in het algemeen niet gebruikelijk dat over de locatie van een lantaarnpaal overleg wordt gevoerd met omwonenden. De gemeente beschikt niet over voldoende personele capaciteit hiervoor. Een medewerker van de gemeente laat de lantaarns plaatsen op de naar zijn mening meest geschikte locatie. 2. De behandelend ambtenaar heeft verzoeksters echtgenote destijds meegedeeld dat de gemeente nog op de kwestie terug zou komen. Daarbij is niet toegezegd dat dit reeds op de volgende dag zou zijn. Verzoeker heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen met de teamleider van de behandelend ambtenaar en op krenkende wijze aangegeven geen contact meer te wensen met de behandelend ambtenaar. Deze heeft zich toen niet meer met de zaak bezig gehouden. De teamleider heeft verzoeker naar aanleiding van een telefoongesprek verzocht om een brief over de kwestie te schijven. Deze brief is op 7 januari 2008 beantwoord door het hoofd Beheer en Beleid en op 21 januari 2008 is een aanvullend schrijven naar verzoeker gestuurd. 3. Voorafgaand aan het gesprek van 19 februari 2008 heeft verzoekers familie aangedrongen op een verslag van het overleg. De gemeente heeft aangegeven dat geen verslag zou worden gemaakt en dat is dan ook niet gebeurd. Wel is het besprokene weergegeven in de brief van 21 februari 2008, die in overleg met de burgemeester is opgesteld en verzonden. De gemeente deelt mee dat aan verzoeker is toegezegd dat de lantaarn op een alternatieve locatie zou komen mits hiervoor voldoende vrije ruimte in de grond zou zijn. Er is geen toezegging gedaan dat opnieuw overleg zou volgen als de alternatieve locatie niet gebruikt zou kunnen worden.
Pagina: : 4/5 De gemeente blijft op het standpunt staan dat de hinder die de lantaarnpaal oplevert voor verzoeker heel gering is en dat er daarom voor de gemeente geen reden is om de lantaarn te verplaatsen. Desalniettemin is de gemeente bereid hiertoe over te gaan als de kosten worden vergoed door degene die hierom vraagt. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar de gemeente gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Verzoeker stelde het op prijs om een mondelinge reactie te geven. Hij stemt in met het verslag van bevindingen; hij wijst er op dat zijn echtgenote en zijn zoon wel hebben deelgenomen aan het gesprek bij de burgemeester, maar hijzelf niet; hij was wegens ziekte verhinderd. Daarom wilde hij graag een verslag van het gesprek ontvangen. Verzoeker stelt het op prijs om te benadrukken dat hij zich nooit onheus over de behandelend ambtenaar heeft uitgelaten. Hij kon bij een gesprek even niet op diens naam komen, en heeft toen naar de ambtenaar verwezen als die donkere man. Verzoeker bedoelde daar absoluut niets kwaads mee. Voorts wijst verzoeker er op dat zijn grieven betrekking hebben op het niet nakomen van toezeggingen door de gemeente: afspraak is afspraak. Dat is wat hem het meest stoort in deze zaak. Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het vereiste van fair play. Overwegingen Het fair play-vereiste houdt in dat een bestuursorgaan de burger de mogelijkheid geeft zijn procedurele kansen te benutten. Dit brengt onder meer met zich mee dat een bestuursorgaan het onderwerp van de klacht moet onderkennen. Vast staat dat verzoekers bezwaarschrift van maart 2008 betrekking had op het niet nakomen van toezeggingen door de gemeente. Terecht heeft de gemeente verzoeker er op gewezen dat het plaatsen van de lantaarnpaal geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht was en dat de gemeente verzoekers brief daarom niet als bezwaarschrift in behandeling kon nemen. De gemeente heeft echter nagelaten om verzoekers brief als klacht te behandelen; een klacht die betrekking had op het niet nakomen van toezeggingen van de gemeente aan verzoeker. In zijn reactie aan de ombudsman geeft de gemeente als reden daarvoor dat reeds vrij uitgebreid aandacht aan de kwestie was besteed door meerdere personen. De ombudsman moet echter vaststellen dat de gemeente zich wel bezig heeft gehouden met de vraag hoeveel hinder de lantaarnpaal opleverde, maar niet met de kern van verzoekers klacht: het niet nakomen van toezeggingen door de gemeente. Daarnaar is geen onderzoek ingesteld. Dat heeft tot gevolg dat niet meer vastgesteld kan worden in hoeverre er sprake was van toezeggingen van de gemeente waarop verzoeker mocht vertrouwen De gemeente heeft hierdoor in strijd met het vereiste van fair play gehandeld. Nu verzoekers klacht niet naar behoren is behandeld, overweegt de ombudsman het volgende. In reactie op het informatieverzoek van de ombudsman heeft de gemeente verklaard dat geen toezegging is gedaan dat opnieuw overleg zou volgen als de alternatieve locatie niet gebruikt kon worden. Tevens staat vast dat de gemeente in eerste instantie bereid was om tegemoet te komen aan verzoekers wens om de lantaarnpaal op een andere dan de voorgenomen locatie te plaatsen en dat verplaatsing nog steeds mogelijk is. De ombudsman ziet hierin aanleiding om een aanbeveling aan zijn oordeel te verbinden.
Pagina: : 5/5 Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk. Aanbeveling De ombudsman verzoekt de wethouder Stadsbeheer te bevorderen dat de lantaarnpaal op kosten van de gemeente wordt verplaatst naar een locatie die geen hinder oplevert voor verzoeker.