verslag Intervisie EMK Regio Antwerpen datum 13 februari 2013 lokaal Bibliotheek Permeke, zaal Consul refertenummers aanwezig Dries Welkenhuysen (vzw De Nieuwe Toren), Johan Praet (vzw Solidariteit Antwerpen), Jo Haest (vzw Cirkant), Carine Housen (MDT Antwerpen), Chris Segers (Centraal wachtlijstbeheer Antwerpen), Geert Stoop (vzw De Haven), Ilse Teigeler (Begeleidingscentrum De Vlinderkens), Ann Laurijssen (OCMW Arendonk), Veerle Wuyts (vzw De Vlieger), Roel Bevers (Zorgbedrijf Antwerpen), Lex Vorsselmans (Vzw Ter Loke), William Schiepers (vzw De Vesten), Simonne Daems (vzw De Waaiburg), Joris Van den Baere (vzw Werk van Don Bosco Vremde), Louis Janssens (Jeugdzorg Emmaüs Mechelen), Jan Bots (vzw Wingerdbloei), Goedele Plovie (Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen), Arnold Schaek (CKG t Open Poortje), Kim Craeynest (AJW), Geert Michiels (AJW), Valerie Nicolai (AJW) verontschuldigd Vzw Elegast, Bram Antheunis (AJW) 1. Toelichting doel en samenstelling intervisiegroep Het overleg begint met een voorstellingsronde van alle deelnemers waarbij zij hun verwachtingen naar de intervisiemomenten formuleren Aan de hand van een powerpointvoorstelling (gaat als bijlage bij dit verslag) worden een aantal thema s overlopen. 2. Praktische opstart * Contextbegeleiding i.f.v autonoom wonen wordt voortaan afgekort als CB AW i.p.v. CAW. * De vraag wordt gesteld of de afdelingen binnen de organisatie nog gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moeten via een officiële aanvraag wijziging erkenning gebeuren daar dit formeel wordt opgenomen in het erkenningsbesluit. We laten de keuze aan de organisatie om al dan niet op te splitsen in afdelingen. Opsplitsen in afdelingen komt de herkenbaarheid van de organisatie ten goede. Enkele organisaties zijn vertrokken van hun bestaande situatie en wachten het experiment verder af om vervolgens hun afdelingen verder op te delen of samen te voegen. De som van de modules in de afdelingen mag groter zijn dan het totaal aantal modules op organisatieniveau zodat flexibiliteit tussen de afdelingen mogelijk is. * Vanuit de verwijzende instanties wordt gevraagd om iets te doen rond de vergoeding aan de context ingeval een verblijfsmodule in de maatregel/beschikking is opgenomen, terwijl de jongere doorgaans in de context verblijft (en de context dus kinderbijslag voor deze jongere derft): kan hier eenvormigheid in gecreëerd worden? Dit punt wordt meegenomen naar een volgende regionale intervisie. p1
2.1 Toewijzing en bandbreedte * Als een +18-jarige van een residentieel verblijf terugkeert naar de context en de verblijfsmodule wordt bij maatregel/beschikking gedeactiveerd dan kan op dat ogenblik de contextmodule alleen niet verder lopen (zoals ook thuisbegeleiding niet kan/kon voor een +18-jarige). In dergelijke situaties kunnen, naargelang de situatie, verschillende alternatieven afgewogen worden: begeleiding binnen bv. het algemeen welzijnswerk of een module contextbegeleiding in functie van autonoom wonen inzetten. Kortdurende crisisverblijf De module crisisverblijf kan aangeboden worden door elke organisatie die over verblijfsmodules beschikt: dit wordt niet apart benoemd in de erkenning van de organisatie. Ingeval een module crisisverblijf wordt ingezet wordt geen extra verblijfssubsidie verleend, dit zit vervat in de enveloppe. Hierbij rijst volgend probleem: de jongere in crisisverblijf bezet een bed waarvan een andere jongere in de context verblijft en waar een vergoeding aan de context wordt gegeven: de organisatie ontvangt slechts één keer de verblijfssubsidie waarmee het verblijf van twee jongeren wordt vergoed. Jongerenwelzijn stelt voor om dit in eerste instantie op te volgen via registratie. Wanneer een jongere wordt toevertrouwd aan een organisatie die enkel een mobiel aanbod heeft, kan de module crisisverblijf niet in de bandbreedte worden opgenomen. Crisisverblijf kan dus enkel in de bandbreedte indien de organisatie ook verblijfsmodules heeft. Er wordt geopperd dat het soms aangewezen is om crisisverblijf niet in de bandbreedte op te nemen om op die manier nog meer te expliciteren dat appèl wordt gedaan op eigen krachten in de context. Dit klopt, al betekent het opnemen van crisisverblijf in de bandbreedte niet dat dit sneller ingezet moet worden dan voorheen, het gebeurt sowieso in overleg binnen de driehoek. Het aanbod crisisverblijf moet mee in de registratie worden opgenomen. Hebben jongeren opgenomen in crisisverblijf recht op zakgeld? Dit wordt gekoppeld aan de maatregel, wanneer er een residentiële maatregel van kracht is krijgt de jongere zakgeld. Het aanbod van de organisatie bepaalt welke bandbreedte mogelijk is. De enige uitzondering is ondersteunende begeleiding omdat voor deze module ook beroep kan worden gedaan op externe aanbieders. 2.2 Wachtbeheer * Momenteel werkt de centrale wachtlijst met het oude systeem. Deze overgangsfase is niet evident. De centrale wachtlijstwerking is vragende partij om zeer snel afspraken te maken om de nieuwe modules te kunnen integreren. Er wordt gevraagd aan de organisaties om contact op te nemen met de centrale wachtlijsten en door te geven welke wachtlijsten er gehanteerd worden. 2.3 Registratie p2
* Op de intervisie werd gezegd dat de bezetting (met het oog op het behalen van de 80% zoals vermeld in artikel 38 van het erkennings- en subsidiëringsbesluit en de 85% in het kader van mogelijkheid tot flexibiliteit of innovatie) geteld wordt op het niveau van de verschillende modules. Na afstemming binnen Jongerenwelzijn moet dit worden recht gezet: de bezetting wordt op organisatieniveau bekeken voor alle modules samen. * Overtal voor contextbegeleiding (al dan niet in functie van autonoom wonen) moet pas aangevraagd worden als de som van de modules contextbegeleiding en contextbegeleiding in functie van autonoom wonen, waarvoor men erkend is, overschreden wordt. Er kan misschien op termijn onderzocht worden op welke juridische grond overtal in contextbegeleiding bestaat, dit zou een overbodige administratieve procedure afschaffen. 3. Convenant 3.1 innovatie Organisaties die met hun aanvraag tot instap in het EMK reeds een innovatief project indienden of een voorstel voor flexibiliteit deden, moeten hun aanvraag opnieuw doen aan de hand van volgende elementen: - de aanleiding voor de aanvraag; - de modules die flexibel of innovatief worden ingezet; - het verslag van het overleg met de verwijzende instanties inzake deze aanvraag; - in geval van een flexibele inzet van modules: de duur dat bepaalde typemodules worden omgezet in andere typemodules waarvoor men een erkenning heeft; - in geval van een innovatief project: de inhoudelijke uitwerking met vermelding van de doelgroep, doelstellingen, indicatoren, wijze van opvolgen en evalueren, desgevallend het eindproduct en de wijze van overdracht naar andere voorzieningen, de wijze waarop het project desgevallend kan geïntegreerd worden in de werking. Organisaties die een bezetting haalden van minimum 85% in het voorbije jaar kunnen te allen tijde een aanvraag voor innovatie of flexibiliteit doen. De innovatie of flexibiliteit gebeurt binnen de enveloppe, er zijn geen extra middelen aan gekoppeld. De inhoud van innovatieve projecten is zeer ruim en kan bijvoorbeeld rond methodieken of sociaal ondernemerschap handelen. Dit kan zowel cliënt- of organisatiegebonden zijn. Jongerenwelzijn is zich er van bewust dat het halen van de ondergrens van 85% problemen geeft aan organisaties die een uitbreiding kregen. Jongerenwelzijn zal hier pragmatisch mee omgaan. 3.2 regioafbakening * Voor de regioafbakening zal Jongerenwelzijn een voorstel opnemen in het convenant op basis van de huidige situatie (meestal bestuurlijk arrondissement) aangevuld met wat bepaalde p3
organisaties zelf doorgraven. De organisaties kunnen hier opmerkingen of andere voorstellen aan koppelen. Wat met organisaties die zich aan de rand van de bestuurlijke arrondissementen bevinden? Dit wordt nagekeken met de actieradius van IJH. De actieradius van IJH zal anders zijn dan die van JW maar dit zal ook aan bod komen op de regionale intervisiegroepen. Organisaties zullen binnenkort de moduledatabank moeten invullen. Ideeën rond regio-afbakening kunnen nog steeds worden doorgegeven. 4. Varia * Er wordt gevraagd of voorzieningen die nog niet instapten in het EMK kunnen geïnformeerd worden, of zij kunnen aansluiten bij overlegfora of de verslagen mogen ontvangen? Jongerenwelzijn bekijkt dit nog. Er zijn alvast twee reflectiedagen gepland in de loop van 2013 waarop een terugkoppeling zal gebeuren naar alle voorzieningen. Ook op onze website zal er informatie staan en zullen alle documenten terug te vinden zijn. Ook terug te vinden op deze website is de rubriek FAQ waar alle gestelde vragen gebundeld worden. * Zijn sociale media face-to-face contacten? Neen tenzij kan aangetoond worden dat deze contacten via sociale media (bv. videoconferentie s) uitzonderlijk zijn, verantwoord kunnen worden en ten goede komen aan de doelstellingen. De rode draad in organisaties blijft de driehoek cliënt, verwijzer, organisatie. De beschikking wordt opgemaakt in overeenstemming met de driehoek, ook schakelen is in overeenstemming met de verwijzers, dit als basisuitgangspunt om zorg op maat te kunnen bieden. * Hoe de werking eruit zal zien met de verwijzers in 2014 met IJH is nog niet duidelijk. De ervaringen met de pilootregio Oost-Vlaanderen worden zeker meegenomen naar de intervisiegroepen. * Binnen de bandbreedte kan de module ondersteunende begeleiding worden opgenomen. Deze module ondersteunende begeleiding kan in wezen in elk trajct worden ingeschakeld (ze zal in het kader van de modulering IJH zowel RTH als NRTH zijn). Indien ondersteunende begeleiding niet in de bandbreedte staat is het aangewezen om steeds te overleggen met de verwijzende instanties en hen zeker op de hoogte te brengen. De snelheid waarmee bvb. time out moet worden ingezet laat misschien niet altijd toe dat er (tijdig) een beschikking wordt opgemaakt. * Bram Antheunis, Kim Craeynest en Geert Michiels zullen vanaf april 2013 alle organisatie bezoeken. 5. Data en thema volgend overleg De volgende regionale intervisiegroep vindt plaats op 28/03/2013 (Zaal Rubens in het VAC Anna Beyns, Lange Kievitstraat 111-113 dus niet, zoals eerder aangekondigd in de bibliotheek Permeke). Als agendapunten draagt de intervisiegroep volgende punten naar voren: p4
- kinderbijslag - onderhoudsbijdragen p5