gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6409 Inboeknummer 15bst00964 Beslisdatum B&W 14 juli 2015 Dossiernummer 15.29.103(2.8.2) Raadsvragen van de raadsleden dhr. N. Rennenberg en dhr. C. Verbeek (OAE) over ouderenmishandeling Het Ouderen Appèl Eindhoven brengt graag het volgende onder uw aandacht: Vandaag, maandag 15 juni, is de jaarlijkse Internationale dag tegen Ouderenmishandeling. Voor de negende keer wordt aandacht gevraagd voor dit probleem. Het aantal meldingen over ouderenmishandeling blijft toenemen.. De verwachting is dat deze trend de komende jaren doorzet. Het gaat niet alleen om lichamelijke en geestelijke mishandeling en financiële uitbuiting, maar ook om verwaarlozing wanneer bijvoorbeeld de mantelzorger overbelast is. Zorgafhankelijke ouderen zijn vaak afhankelijk van diegene die hen verwaarloost of mishandelt. Het doorbreken van deze situatie is van groot belang. Ondanks aandacht in de media, bijvoorbeeld spotjes op televisie onder de titel Het houdt niet op, niet vanzelf, heerst er nog steeds een groot taboe rondom ouderenmishandeling. Vaak vindt dit buiten het zicht van anderen, in het geniep, en achter een gesloten voordeur plaats. Het bovenstaande is voor onze fractie aanleiding tot het stellen van de volgende vragen aan het college: 1. Welke cijfers zijn bij u bekend omtrent aard en omvang van ouderenmishandeling in Eindhoven? 2. Kunt u naar aanleiding van de bij u bekende cijfers over de jaren 2010 tot en met heden concreet aangeven over welke aantallen we het hebben. 3. Welk inzicht bestaat er bij u over de relatie van het aantal meldingen van ouderenmishandeling tot het werkelijke aantal ouderen dat jaarlijks slechtoffer wordt van ouderenmishandeling? 4. Op welke manier vindt signalering en melding van ouderenmishandeling plaats? 5. Welke rol spelen de verschillende onderdelen van de zorgketen bij de signalering en melding? 6. Op welke wijze zijn de generalisten van Wijeindhoven professioneel opgeleid om signalen van ouderenmishandeling te herkennen? 7. Als de generalisten een vermoeden van ouderenmishandeling hebben op welke wijze en waar wordt dit dan gemeld en hoe is de verdere afhandeling van zo n melding van ouderenmishandeling? 8. Wat zijn de resultaten uit het regionale project waarvoor het ministerie geld ter beschikking heeft gekregen? 9. Tot welke inspanningen verplicht het college zich om tijdens haar expeditie de ouderenmishandeling in Eindhoven terug te dringen?
Wij kijken uit naar uw antwoorden, Eindhoven, 15 juni 2015. Antwoord van burgemeester en wethouders 1. Welke cijfers zijn bij u bekend omtrent aard en omvang van ouderenmishandeling in Eindhoven? Uit recent landelijk onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op de 20 ouderen slachtoffer is van een vorm van ouderenmishandeling. Er is geen reden om te veronderstellen dat dit in Eindhoven anders zou zijn of dat deze problematiek in de afgelopen jaren is gegroeid of verminderd. Het aantal gevallen wat bij Veilig Thuis bekend is, is dan ook slechts het topje van de ijsberg. In 2014 waren er in de Veiligheidsregio Eindhoven 22 meldingen van ouderenmishandeling en is 24 advies gegeven over deze problematiek door het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). 5 meldingen betroffen ouderen woonachtig in Eindhoven. Verklaring hiervoor is dat ouderenmishandeling de minst gesignaleerde en minst gemelde vorm van huiselijk geweld is. Wat hierin meespeelt zijn drie zaken: 1) Grote onbekendheid bij professionals over het fenomeen: je moet weten wat het is om het te kunnen zien; 2) Grote weerstand van ouderen tegen het melden van misstanden uit angst voor de gevolgen; 3) Onvermogen van bij een deel van de ouderen om mishandeling bespreekbaar te maken (denk aan dementerende ouderen). 2. Kunt u naar aanleiding van de bij u bekende cijfers over de jaren 2010 tot en met heden concreet aangeven over welke aantallen we het hebben. Zoals eerder aangegeven zou het aantal slachtoffers van ouderenmishandeling ongeveer 5% van alle ouderen betreffen. Dit aantal is niet veranderd in de loop van de jaren. 3. Welk inzicht bestaat er bij u over de relatie van het aantal meldingen van ouderenmishandeling tot het werkelijke aantal ouderen dat jaarlijks slechtoffer wordt van ouderenmishandeling? Helder is dat ouderenmishandeling een fenomeen is wat nog maar weinig wordt gesignaleerd of gemeld bij Veilig Thuis. Er is echter wel een groot verschil met de situatie voor 2011, toen er in Eindhoven nog geen specifieke aandacht voor dit onderwerp was. In onderstaande tabel de cijfers met betrekking tot ouderenmishandeling, zoals die bekend waren bij het SHG: 2
Jaar Aantal meldingen 2011 1 2012 3 2013 24 2014 22 De toename van het aantal meldingen is het directe gevolg van de toename van de aandacht voor dit onderwerp. Er is veel voorlichting en deskundigheidsbevordering georganiseerd vanuit Veilig Thuis (toen nog het SHG), meer specifiek: - In 2012 is het plan van aanpak Ouderen Veilig Thuis ontwikkeld. Dit plan van aanpak is de lokale vertaling van het landelijke 10-stappenplan Ouderen in veilige handen van het ministerie van VWS. Onder andere door een versteviging van de samenwerking met lokale zorgpartners en een gerichte voorlichtingscampagne heeft ertoe geleidt dat het aantal informatie- en adviesvragen en het aantal meldingen van ouderenmishandeling stijgt. - In 2013 en 2014 is het plan verder uitgewerkt met ketenpartners uit het sociaal domein in Eindhoven en tegelijkertijd ook uitgerold in de regio. Concreet resultaat is dat met alle gemeenten afspraken gemaakt zijn om samen te werken in het geven van voorlichting aan professionals in het kader van de meldcode. Daarnaast heeft het SHG contact met de voorlichters van de ouderenbonden, die aan hun eigen achterban voorlichting over ouderenmishandeling zullen geven. Tot slot heeft het SHG meegewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van een provinciaal congres over ouderenmishandeling, dat in september 2014 heeft plaats gevonden en waar ruim 300 professionals uit de provincie aan hebben deelgenomen. Het vergroten van de bewustwording van professionals is een kwestie van lange adem. Ouderenmishandeling is de minst erkende vorm van geweld in huiselijke kring. Niet voor niets is de campagneleuze Je ziet het pas als je het gelooft gekozen. Toch begint de inzet zijn vruchten voorzichtig af te werpen. Waren er in 2012 in de veiligheidsregio nog slechts 3 adviesvragen die betrekking hadden op ouderenmishandeling, nu zijn dat er 27. In 2012 waren er 4 afgesloten interventietrajecten rondom ouderenmishandeling, in 2013 14. 4. Op welke manier vindt signalering en melding van ouderenmishandeling plaats? Ouderenmishandeling valt onder de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, die door alle maatschappelijke organisaties geïmplementeerd dient te zijn. Onderdeel hiervan is dat organisaties (bijvoorbeeld Zuidzorg, WIJeindhoven en Lumens) een aandachtsfunctionaris hebben, die het onderwerp op de agenda houdt. Na melding bij Veilig Thuis kan vanuit Veilig Thuis ondersteuning aan de melder volgen om de mishandeling te laten stoppen of Veilig Thuis neemt zelf de regie en zet de stappen die nodig zijn. 5. Welke rol spelen de verschillende onderdelen van de zorgketen bij de signalering en melding? 3
Veilig thuis zorgt voor het ontvangen van meldingen en ondersteuning van professionals in hun handelen. 6. Op welke wijze zijn de generalisten van WIJeindhoven professioneel opgeleid om signalen van ouderenmishandeling te herkennen? Elke generalist is in staat om bij signalen door te vragen. De antenne om signalen van ouderenmishandeling op te pikken wordt ontwikkeld binnen het scala van kennisoverdracht c.q. de kennisgroepen binnen WIJeindhoven op allerlei thema s (waar onder Ouderen ). Binnen WIJeindhoven bestaat een structuur waarbij elke generalist zowel generalist als specialist is (het T-profiel). Op dat specialisme vindt collegiale consultatie en advisering plaats; met andere woorden bij signalen van ouderenmishandeling kan een generalist bij de specialist (voorheen aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling) in zijn/haar team zo nodig advies vragen. 7. Als de generalisten een vermoeden van ouderenmishandeling hebben op welke wijze en waar wordt dit dan gemeld en hoe is de verdere afhandeling van zo n melding van ouderenmishandeling? In eerste instantie vraagt de werkwijze van WIJeindhovendat de generalist het onderwerp (eventueel met ondersteuning van een gespecialiseerde collega) bespreekbaar maakt. Indien nodig kan worden opgeschakeld naar Veilig Thuis (zie verder antwoord op vraag 4) 8. Wat zijn de resultaten uit het regioinale project waarvoor het ministerie geld ter beschikking heeft gekregen? Het resultaat is de stijging van het aantal meldingen en de voorlichtingen die zijn gehouden. Verder zijn er meerdere experts binnen Veilig Thuismet betrekking tot dit onderwerp opgeleid (zie verder het antwoord op vraag 3). 9. Tot welke inspanningen verplicht het college zich om tijdens haar expeditie de ouderenmishandeling in Eindhoven terug te dringen? Wij gaan door met het vasthouden van de aandacht voor het thema ouderenmishandeling en op verdere deskundigheidsbevordering. We juichen toe dat het landelijk actieplan 'Ouderen in veilige handen' voortgezet wordt tot en met 2017en dat bewustwording en het bespreekbaar maken hiervan deel uitmaken. Daarnaast participeert gemeente Eindhoven in een pilot voorkomen van ontspoorde mantelzorg van het Ministerie VWS dat als vervolgactie binnen het actieplan is benoemd. Bij ontspoorde mantelzorg overschrijdt de mantelzorger de grens van verantwoorde zorg. Dit gebeurt geleidelijk en niet met opzet. Het Steunpunt Mantelzorg Verlicht Eindhoven (dat onder verantwoordelijkheid van GGD Brabant-Zuidoost werkt en ondersteuning biedt aan mantelzorgers) voert deze pilot uit. Het steunpunt geeft hierover voorlichting bij zorglocaties (Vitalis) en in het zorgonderwijs (Fontys) om vroegtijdig signalen te herkennen van ontspoorde mantelzorg. 4
Ook hebben we als één van de 35 centrumgemeenten de voorkeur gegeven aan een digitale ontsluiting van de (kennis)producten van het actieplan: de kennisbank aanpak ouderenmishandeling is vanaf 15 juni jl. online en toegankelijk voor iedereen. We hopen dat door de voortdurende aandacht voor dit onderwerp het taboe wordt doorbroken en het aantal meldingen bij Veilig Thuis stijgt, zodat gerichte actie kan worden ondernomen. Het doel blijft om ouderenmishandelingte voorkomen en als het dan toch voorkomt, zo vroeg mogelijk te signaleren en te stoppen. Eindhoven, 14 juli 2015 Burgemeester en wethouders van Eindhoven 5