MANSIO PRIMA. A Woordenschat

Vergelijkbare documenten
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24

De bruiloft van Simson

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

DE DIENST VAN HET WOORD. Gebed bij de opening van het Woord. Inleiding bij het thema

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Samen met Jezus op weg

Kerstviering 2009 Laat iedereen het horen. Groep 0, 1 en 2 CBS Shalom

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

SPORTCOMMUNITY TOOL ABRAHAM VADER VAN VELE VOLKEN

Loopt vader met moeder in het park?

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2

ZOEK HET UIT! KinderBijbelKeet-week Grote Kerk Hilversum. 28 tot en met 31 augustus. dit boekje is van:.

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Filippenzen 1. Begin van de brief

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Adam en Eva eten van de boom

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Lieve mensen, Doopouders, familie en vrienden, mensen die vandaag gast bij ons zijn, Allemaal samen: gemeente van Christus

Liturgie voor de biddag op woensdag 14 maart 2018

Wat kun je doen als je baby huilt? Kijk mee hoe de vader en moeder van Sam dat doen...

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Lesbrief. Een goeie truc Marjan Berk

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Dinsdag Subthema Gods trouwe zorg. Lezen: Psalm 104:1-18. Psalm 104:17 Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennenbomen.

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

Maandag. God is toch sterker

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Kolossenzen 1. Begin van de brief

Na een paar weken is de marionet eindelijk klaar. Vol trots neemt Bas hem mee naar school. In de

Welkom Schooldienst de Zegge groot klein

Naar onszelf (leren?) kijken zoals onze hemelse Vader ons ziet. Tot ontdekking komen dat we prachtig / verbazingwekkend mooi zijn

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

Hosanna. Hosanna! Hosanna! De Heer komt voorbij. Zwaai met de takken en zing nu blij.*

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Zendingsmoment voor het sterzingen, opgebouwd rond Mt. 2, 1-12

jaarplan Latijn 5 lestijden.xlsx

Evaluatie. Samen leven tussen werkelijkheid en droom. vóór Chr. / 1ste eeuw / 1ste eeuw / 20ste eeuw

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Liturgie voor de biddag op woensdag 14 maart 2018

Orde van dienst voor Trinitatis + overstapdienst Voor het begin van de dienst Welkom door ouderling van dienst Stilte Voorbereiding

Handelingen 25:23-26:8 & 26:19:32 4 maart 2018 Vrijmoedig in gesprek

de zon schijnt altijd

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Dankbaarheidskalender

In wezen is de mens alleen

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

INLEIDING: Verbonden zijn..

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Werkwoordoefeningen bij les 5

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lucas 10:25-37 Mag Jezus jouw naaste zijn?

Werkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

De zorg moet steeds beter.

Leesboekje familie en vrienden

Jezus maakt mensen gelukkig

LES 1. De verstandigste man op aarde. Sabbat

Ik ben de voet, en ik loop heel goed.

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

1. Bij een nieuw begin

Welkom bij de Kinder-Biddagdienst. Vertel het maar

3t/m5. thema: Groep. De Meester bij de meesters WIE GEEF JIJ EEN. Lucee woont in Sierra Leone. Lees haar verhaal!

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Hoe maak ik de verhalen die ik vertel rijk en interessant?

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Welkom bij de Kinder-Biddagdienst

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Samenvatting Duits Grammatica Duits

taal portfolio Taalportfolio 9+

Paasviering. Sing-in 2017

KLACHTENREGELING VOOR CLIËNTEN VAN PAMEIJER HEB JE EEN KLACHT? JE KUNT ER IETS AAN DOEN!

4 - Bijzondere paradigmes

Transcriptie:

MANSIO PRIMA A Woordenschat 1. een ander hoog 2. weg leven 3. vrolijk breed, wijd 4. veilig heel 5. overal waar 6. geliefd helder, beroemd 7. toch eindelijk, tenslotte 8. hoeveel zoveel 9. afwezig zijn, verwijderd zijn weggaan 10. ze zijn afwezig ze gaan weg 11. ze zijn aanwezig ze gaan naar 12. aanwezig zijn gaan naar 13. zo als 14. al, dadelijk zelfs 15. bezitten kunnen 16. zorg zorgen voor 17. groot zeer groot, het grootst 18. geschenk meester 19. niet en niet/ook niet 20. een ander vreemd, andermans 21. ook en niet/ook niet 22. en niet/ook niet en 23. meisje dochter 24. al, dadelijk niet meer 1. geliefd zorg 2. minder zeer klein, kleinste 3. waarom zorg 4. vader vaderland 5. ik dus 6. verwachten bekijken 7. minder allerminst 8. onze jullie 9. altijd vaak, dikwijls 10. wachten waarschuwen c. 11. waar daar 12. ooit nooit 13. wijs vaak 14. goud goudstuk 15. hebben, houden, beschouwen als wonen 16. zo dan, op dat moment 17. maar waar 18. wat wie 19. groot meer 20. wel, in elk geval omdat 21. als tenzij, als niet 22. thuis meester 23. nu dan, op dat moment 24. onze wij 1. felix 2. puer 3. sapiens 4. omnes 5. divites 6. bonus 7. inimicus 8. abes 9. domina 10. vir 11. notus 12. servus

d. 1. mater 2. justus 3. ante 4. numquam 5. scire 6. inire 7. servus 8. incertus 9. manere 10. humanus 11. magna 12. soror b voornaamwoorden 1. lv hij/ze hoort me niet. 2. lv we waarschuwen jou. 3. lv ze zien ons. 4. lv we verwachten jullie ook. 5. mv bevalt het/hij/ze aan jou? 6. ond. ben ik dwaas? 7. mv ik vertel alles aan jullie. 8. mv hij/ze geeft niets aan mij. 9. mv hij opent de deur voor ons. 10. ond. ook jullie zijn bang. 11. lv we horen jullie goed. 12. ond. heb jij goud? 1. pers. bez. we nodigen jou en jouw vriend uit. 2. bez. pers. jullie woorden bevallen ons niet. 3. bez. ons goud is goed verborgen. 4. bez. bez. zelfs jouw vrienden zijn mijn vrienden. 5. pers. bez. we vertellen onze geheimen aan jullie. 6. pers. bez. ook jij bent mijn vriend. 7. bez. pers. jouw vrienden geven mooie geschenken aan jou. 8. bez. mijn meesteres is vandaag afwezig. 9. pers. ik hoor jou goed. 10. bez. pers. geef mij jouw boeken. 11. bez. ze helpen onze moeder. 12. pers. kom naar mij!

c werkwoorden 1. jullie verbieden 2. we hebben 3. ze vinden terug 4. denk na 5. we weten 6. je lijdt, je hebt verdriet 7. komen 8. we geven 9. hij/ze/het is gezond, maakt het goed 10. ze voelen, merken, menen 11. ik verwacht 12. blijf 13. jullie vrezen 14. ik maak klaar, ik bereid 15. je vertelt 16. hij/ze/het bevalt, staat aan 1. we zien 2. blijf 3. ze weten 4. jullie dragen 5. ik hoor 6. ik verwacht 7. je vreest 8. je voelt 9. jullie tellen 10. je redt, bewaart 11. hij/ze/het is verborgen 12. we haasten ons 13. jullie moeten, zijn verschuldigd 14. open, maak bekend 15. we roepen 16. hij/ze/het geeft c* 1. aperitis (jullie openen) aditis (jullie gaan naar) datis (jullie geven) estis (jullie zijn) doletis (jullie lijden) 2. paro (ik bereid/maak klaar) debeo (ik moet) exeo (ik ga uit) audio (ik luister) absum (ik ben afwezig) 3. nuntias (je meldt) habes (je hebt) es (je bent) redis (je keert terug) venis (je komt) 4. curant (ze zorgen) sentiunt (ze voelen) adsunt (ze gaan naar) possunt (ze kunnen) timent (ze vrezen) 5. properatis (jullie haasten jullie) datis (jullie geven) estis (jullie zijn) portatis (jullie dragen) itis (jullie gaan) 6. voca (roep) mone (waarschuw) adi (ga naar!) para (maak klaar/bereid) praeteri (ga langs) d 1. Ze bezitten niets. 2. Ze keren dadelijk terug. 3. Hij/Zij is vandaag afwezig. 4. Ik ga weg na jou. 5. Ik ben de meester, niet jij. 6. Meestal vertellen ze dwaasheden aan ons. 7. Ze vragen veel.

8. Jij bent ook een slaaf. 9. Wat zie ik? 10. Velen hebben geen goud. 11. Het/Hij/Ze bevalt mij niet. 12. Vanwaar komen ze? E 1. Je bent overal veilig. 2. Hij/Ze is misschien rijk. 3. Hij/Ze gaat vaak naar de stad. 4. Blijf thuis! 5. Ze is allerminst vrolijk. 6. Ik weet in elk geval niets. 7. Ze keren al terug. 8. Waarom komen ze? 9. Wat ziet hij/ze? 10. Misschien is hij/ze afwezig. 11. Waarom roep je? 12. Hij/Ze gaat tenslotte weg. F 1. Abire: onregelmatig ww. 2. Reperiunt: geen 1 ste of 2 de vervoeging, maar 4 de 3. Redeo: onregelmatig ww., niet 2 de vervoeging 4. Vias: geen ww, maar subst. 5. Reges: geen ww, maar subst. 6. Causa: geen ww. (imperatief), maar subst. 7. Minimus: geen ww., maar adj. d substantieven en adjectieven 1. dominus 1 2. corpus 2 3. puer 1 4. mulier 2 5. praeda 1 6. donum 1 7. rex 2 8. pulcher 1 9. sapiens 2 10. verus 1 11. vir 1 12. nomen 2 13. frater 2 14. inimicus 1 15. hora 1 16. filius 1 1. homin-em acc.m.enk. 2. gaudi-um nom./acc.o.enk. 3. nomin-a nom./acc.o.mv. 4. ingent-ia nom./acc.o.mv. 5. cur-ae nom.vr.mv. 6. divit-es nom./acc.m./vr.mv. 7. corpor-a nom./acc.o.mv. 8. duces nom./acc.m.mv. 9. felic-em acc.m./vr.enk. 10. vicin-os acc.m.mv. 11. aure-um acc.m.enk. + nom./acc.o.enk. 12. tot-as acc.vr.mv. 13. aur-um nom./acc.o.enk. 14. don-a nom./acc.o.mv. 15. mur-i nom.m.mv. 16. cara nom.vr.enk. nom./acc.o.mv.

c 1. nom./acc.o.enk. 2. nom./acc. o. enk. 3. Nom.m.mv. 4. Acc.m.enk. 5. Nom./acc.o.enk. acc.m.enk. 6. Acc.m.enk. 7. Nom.vr.enk. 8. Acc.m.enk. 9. Nom.m.mv. 10. Acc.m.enk. nom./acc.o.enk. 11. Nom.vr.enk. 12. Acc.m./vr.enk. 13. Acc.vr.enk. 14. Nom./acc.o.enk. nom.m.enk. 15. Nom.m.mv. 16. Nom.m./vr./o.enk. acc.o.enk. D 1. Acc.m.mv. de beste leiders 2. Nom.m.mv. gelukkige kinderen/jongens 3. Acc.m.mv. enorme muren 4. Nom./acc.o.mv. de wijze plannen 5. Acc.vr.mv. jullie zussen 6. Nom.m.mv. onze leiders 7. Nom./acc.o.mv. alle hoofdstukken/hoofdsteden/hoofden 8. Nom.vr.enk. de brede weg. 9. Nom.vr.mv. de beroemde vrouwen 10. Acc.vr.mv. de geliefde moeders 11. Acc.m.mv. de onbekende mensen 12. Nom./acc.o.mv. de bekende voorbeelden F 1. Nomen novum (nullum) = de nieuwe naam 2. Anni ceteri (sapientes, potentes) = de overige jaren 3. Cives sapientes (potentes) = de wijze burgers 4. Deos potentes (sapientes) = de machtige goden 5. Vita tota (libera) = een heel leven 6. Mulier libera (tota) = een vrije vrouw 7. Ducem nullum (novum) = geen enkele leider 8. Populus noster = ons volk 9. Signa omnia = alle tekens g 1. templa (onz.mv. en niet vr.enk.) 2. puer (eerste klasse en niet tweede) 3. pauper (tweede klasse en niet eerste) 4. exemplum (onzijdig en niet mannelijk) 5. vocas (werkwoord en geen zelfstandig naamw.) 6. reges (subst. en geen ww.)

7. hodie (bijwoord, geen vz.) 8. corpora (subst., geen imperatief) E NAAMVALLEN EN FUNCTIES 1. De vijanden vrezen. 2. Hij/Ze vreest de vijand. 3. Hij/Ze bekijkt het veld. 4. Ze roepen ons. 5. We zien jullie. 6. Ze verwachten de slaven. 7. Hij/Ze roept vader. 8. ZE vrezen de vijanden. 9. De slavinnen wachten. 10. Ze horen de jongens 11. De jongen luistert. 12. Roept moeder? 1. Centesimus nominatief + pv in 3 de persoon enk. Filium c. Centiem heeft een gelukkige zoon. 2. A. aureos naamval, geslacht en getal overgenomen van dominant Hij/Ze bezit vele goudstukken. Toch is hij/ze niet gelukkig. c. NWDG dus felix (nom.) d. Felix tamen non est. 3. A. de pv is de eerste persoon enk. (niet 3 de p.enk.) bijg.adj. bij aurum! c. Waar kan ik mijn goud bewaren? 4. A. na voorzetsel, dus BWB In de wijngaard (= daar) c. Wat bekijkt hij (van ver)? d. Nom., onderwerp bij latet. e. Hij gaat voor zijn slaven naar de wijngaard. Daar wacht hij gedurende vele uren en hij bekijkt van ver de plaats waar het goud verborgen is.

5. A. Wanneer gaat hij? Naar waar gaat hij? c. Hij gaat elke dag voor de slaven naar de wijngaard. 6. A. bijg.adj. bij horas dominum, in de accusatief + geen BWB na vz. c. acc., BWB na voorzetsel! d. ne leidt een vraag in e. Linus kijkt gedurende vele uren naar de meester. Waarom blijft de meester altijd bij ons? Bewaart hij hier geld? 7. A. bijg.adj. bij dominus (neemt naamval, geslacht en getal over) NWDG neemt naamval, geslacht en getal over van ond. c. LV, pv is 3 de p.enk. en omnes meervoud, dus kan geen onderwerp zijn d. Waarom is mijn meester zo bang? Waarom vreest hij iedereen? 8. A. bijg.adj. bij uxor vrouwelijk want het verzwegen onderwerp is Lucia uit de vorige zin. c. Lucia is geen geschikte vrouw omdat ze arm is. 9. A. bez.vnw. Nee, staat na dominant c. Acc., bijg.adj. bij puellas (dominant) d. Onze meester houdt van rijke meisjes. 10. A. imperatieven parate en invitate stam + te c. m. want bijg.adj. bij amicos Maak alles klaar en nodig al mijn vrienden uit!