Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Dode hoek in zicht! Voor BuSO Doelgroep voet Leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs Gemeenschappelijke stam: 8, 9, 10, 12, 18, 19 Context 1: 11, 13, 14 Context 2: 3
Lesthema In België gebeuren jaarlijks ongeveer 50 dodehoekongevallen tussen vrachtwagens en zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers, bromfietsers). Meestal is de dode hoek langs de rechterkant van de vrachtwagen de boosdoener. De technische maatregelen die vanuit de transportsector werden ingevoerd, zoals de verplichte dodehoekspiegel, redden levens, maar volstaan niet. Zelfs met alle mogelijke hulpmiddelen blijft er een dode hoek. Het is belangrijk dat jonge weggebruikers uit het secundair onderwijs zich bewust zijn van het gevaar en weten hoe ze ermee om moeten gaan. Lesdoel De leerlingen: kunnen de dodehoekzones en gevaarlijke zones rond een vrachtwagen aanwijzen; zien in dat ze moeten wegblijven uit de onmiddellijke omgeving van een vrachtwagen; handelen preventief wanneer ze een vrachtwagen naderen of wanneer een vrachtwagen hen nadert. Les Inhoud Herhaling is een belangrijk didactisch principe, zeker in het buitengewoon onderwijs. Tijdens deze les herhalen we, met een variatie aan werkvormen, verschillende keren hoe de leerlingen preventief en veilig moeten handelen in de buurt van een vrachtwagen. We leren hen een aantal vuistregels aan en prenten die in. De les bestaat uit drie fasen waarin de vuistregels telkens aan bod komen. Na deze les kun je best elke mogelijkheid aangrijpen om de vuistregels te herhalen, in elke situatie waar een vrachtwagen (of autobus) aan bod komt. Bijvoorbeeld tijdens een leeruitstap of een verplaatsing met de schoolbus. Deze lesfiche bestaat uit: 1. een filmpje met de vuistregels; 2. situaties oefenen met het dodehoeklestapijt; 3. een vrachtwagen op school (facultatief). 1. Filmpje met vuistregels (20 minuten) Doel Dankzij een filmpje (acht minuten) maken de leerlingen kennis met de dode hoeken rond een vrachtwagen en leren ze de vuistregels om gevaren te vermijden. Materiaal Filmpje Veilig op weg 2011, een productie van Transport en Logistiek Vlaanderen voor het lager onderwijs met Marijn De Valk als vrachtwagenbestuurder. Lesverloop Toon het filmpje. Zeg vooraf tegen je leerlingen dat er vier tips in voorkomen. Vraag hen om één of meerdere tips te onthouden. Ze komen nadrukkelijk in beeld. Toon daarna het filmpje opnieuw en zet het op pauze als er een tip aankomt. Laat de leerlingen zelf de tip verwoorden en kort uitleggen waarom hij belangrijk is. De tips zijn:
1. Loop nooit vlak voor of vlak achter een vrachtwagen. Waarom? De bestuurder kan je daar niet zien. 2. Stop voor de stopstreep. Waarom? Als een vrachtwagen afdraait, heeft hij veel plaats nodig in het midden van het kruispunt. Als je te ver gaat staan, sta je in de weg. 3. Blijf rechts ver genoeg achter een vrachtwagen die wil afslaan. Waarom? Als je naast de vrachtwagen gaat staan, kan de bestuurder je niet zien. 4. Als jij de bestuurder ziet, kan hij jou ook zien. Waarom? Als je oogcontact maakt met elkaar, weet je dat je elkaar gezien hebt en dat je zult opletten voor elkaar. 2. Oefenen met het dodehoeklestapijt (30 minuten) Doel De leerlingen spelen vijf klassieke dodehoeksituaties na op het lestapijt. Ze leggen daarbij uit hoe er gevaarlijke situaties ontstaan in de buurt van een vrachtwagen en tonen het juiste gedrag in elke situatie. Materiaal lestapijt met kruispunt en rotonde; vrachtwagen 1/50; miniatuurfietser. Lesverloop Neem om te beginnen zelf de vrachtwagen en verplaats hem zoals hij in het echt zou bewegen. Geef het fietsertje aan een leerling en geef de nodige instructies. Stop bij elke situatie op een bepaald moment en vraag aan de fietser wat hij gaat doen en waarom. Zo worden de tips uit het filmpje ingeoefend. Stel bijkomende vragen; ook aan de andere leerlingen. Bijvoorbeeld: Kan de bestuurder je op een bepaalde plek zien of niet? Waar schuilt het gevaar als je op een bepaalde plek gaat staan? Speel daarna dezelfde situatie nog eens na, ofwel volledig door de leerlingen, ofwel met jou als fietser zodat je opzettelijk een fout kunt maken en de reactie van de leerlingen kunt testen. Situatie 1 Een vrachtwagen staat te wachten aan de verkeerslichten. Laat de fietser naderen via het fietspad en laat hem stoppen wanneer hij nog achter de vrachtwagen rijdt. Gevaarlijk gedrag: De fietser rijdt naast de vrachtwagen tot aan de STOP-streep en wacht ter hoogte van de cabine. Zodra de vrachtwagen begint af te slaan, komt de fietser in de dode hoek terecht en kan de bestuurder hem niet meer zien.
Veilig gedrag: De fietser stopt en wacht drie meter achter de vrachtwagen in het zicht van de zijspiegel. Dat doet hij ook wanneer de richtingaanwijzer van de vrachtwagen niet aanstaat en hij denkt dat de vrachtwagen rechtdoor zal rijden (tips 3 en 4 uit het filmpje). Situatie 2 Een vrachtwagen staat te wachten aan de verkeerslichten. Laat de fietser naderen via het fietspad en laat hem stoppen wanneer hij nog achter de vrachtwagen rijdt. Vertel dat de fietser links wil afslaan aan het licht. Gevaarlijk gedrag: De fietser neemt plaats in het opstelvak vlak voor de cabine. Hij staat zo in de dode hoek vóór de vrachtwagen en dus buiten het gezichtsveld van de bestuurder. Als hij helemaal vooraan in het opstelvak gaat staan en daar oogcontact maakt met de bestuurder om er zeker van te zijn dat die hem gezien heeft, is de situatie al iets veiliger. Veilig gedrag: De fietser stopt en wacht drie meter achter de vrachtwagen in het zicht van de zijspiegel (tips 1, 3 en 4 uit het filmpje). Situatie 3 Een vrachtwagen rijdt samen met een fietser op een rotonde. Laat zowel de vrachtwagenbestuurder als de fietser stoppen als ze aan de afslag komen. Vertel erbij dat de fietser rechtdoor wil rijden en de vrachtwagen wil afslaan. De fietser heeft voorrang. Gevaarlijk gedrag: De fietser neemt zijn voorrang op de vrachtwagen. Het fietspad op het lestapijt is vrijliggend en doorlopend. Vrijliggend betekent dat de fietser niet op de rotonde rijdt. De kans is dus groot dat de bestuurder hem niet heeft opgemerkt. Doorlopend betekent dat de fietser voorrang heeft op het verkeer dat de rotonde oprijdt of verlaat. Stel hier vragen over. Zou de bestuurder de fietser gezien hebben? Waarom mogelijk niet? Hij is te hard bezig met sturen en kijken op de rotonde zelf.
Veilig gedrag: Op een rotonde is een vrachtwagenbestuurder bezig met sturen en manoeuvreren. Als fietser moet je er rekening mee houden dat hij je mogelijk niet opgemerkt heeft. Houd de vrachtwagen goed in de gaten en laat hem voor als hij wil afslaan (tips 3 en 4 uit het filmpje). Situatie 4 Deze situatie kwam niet aan bod in het filmpje. Ze verdient dus extra aandacht. Een vrachtwagen wil links afslaan. Laat de fietser via het fietspad naderen en laat hem stoppen wanneer hij nog achter de vrachtwagen rijdt. Vertel dat de linkerrichtingaanwijzer van de vrachtwagen aanstaat. Gevaarlijk gedrag: De fietser rijdt verder. Op veel vrachtwagens staat achteraan de waarschuwing Opgelet zwenkt uit!. Dat betekent dat het achterste deel van de oplegger uitwijkt naar rechts. In deze situatie komt hij daardoor onverwacht op het fietspad terecht. Veilig gedrag: De fietser remt af, blijft achter de vrachtwagen en laat hem de bocht nemen, net zoals bij een vrachtwagen die rechts wil afslaan (tip 3 uit het filmpje). Stel vragen aan de leerlingen: Is er nu gevaar? Mag je nu al naast de vrachtwagen gaan rijden? Hoe beweegt een vrachtwagen die links afslaat? Aan de voorkant? Aan de achterkant? Houd er rekening mee dat de miniatuurvrachtwagen niet exact hetzelfde beweegt als een echte vrachtwagen. Je moet het achterste deel zelf laten uitzwenken. Situatie 5 Een fietser staat links in het fietsopstelvak en wil links afslaan. Laat van diezelfde kant een vrachtwagen naderen. Vertel erbij dat zijn rechterrichtingaanwijzer aanstaat. Gevaarlijk gedrag: De fietser blijft links in het fietsopstelvak staan. De vrachtwagen zal een heel wijde bocht nemen en waarschijnlijk over de plaats rijden waar de fietser nu staat. De fietser staat dus niet in een dode hoek, maar toch op een heel gevaarlijke plaats.
Veilig gedrag: De fietser merkt de vrachtwagen op en gaat rechts in het opstelvak of nog verder naar achteren, op het fietspad staan. Zo geeft hij de vrachtwagen voldoende ruimte om af te slaan en staat hij zelf veilig (tips 2 en 4 uit het filmpje). 3. Een vrachtwagen op school Deze activiteit kun je zowel voor als na de vorige onderdelen doen. Met behulp van een echte vrachtwagen kunnen de leerlingen zelf vaststellen dat de bestuurder een beperkt zicht heeft op de omgeving van zijn voertuig en dat er dode hoeken zijn. Ze zullen snel doorhebben dat de bestuurder heel wat zones niet kan zien, ondanks de vele spiegels die op de vrachtwagen staan. In dit onderdeel focussen we niet op de juiste afbakening van de dodehoekzones. Die zijn bij elk voertuig anders en veranderen als het voertuig beweegt. Wat de leerlingen vooral moeten weten, is wat te doen in de buurt van een vrachtwagen. Zo moeten ze weten dat: het heel gevaarlijk is vlak voor, vlak achter en rechts naast de vrachtwagen; ze ruim achter een vrachtwagen moeten blijven die wil afslaan (tips 1 en 3 uit het filmpje). Activiteit 1: Blijf in het zicht Verdeel de klas in twee groepen: bestuurders en voetgangers. De bestuurders verzamelen aan de linkerkant van de vrachtwagen, de voetgangers aan de rechterkant. Lesverloop De bestuurders zitten beurtelings met twee of drie in de cabine van de vrachtwagen, aan de bestuurderskant. Een deel van de voetgangers zet zich vlak voor de cabine, met de rug tegen de voorkant. De anderen zetten zich rechts, op één meter van de deur of de zijkant van de cabine. De bestuurders zoeken door de ruiten en spiegels naar hun klasgenoten. Die gaan stapje per stapje voorwaarts en zijwaarts. Van zodra de bestuurders andere leerlingen kunnen zien, geven ze een teken. Herhaal deze oefening tot alle bestuurders aan de beurt geweest zijn. Wissel de rollen zodat iedereen voetganger en bestuurder geweest is. Stel de leerlingen na afloop vragen: Hoeveel leerlingen heb je gezien? Wie eerst? Hoe kwam dat? (bv. de grootste, verste, ) Wie was er goed zichtbaar? Wat heb je kunnen zien? (bv. haar, voeten, ) Heeft een bestuurder evenveel tijd om alles zo goed te bekijken? Hoe komt dat? Hoe kun je er zelf voor zorgen dat een bestuurder je goed kan zien? (bv. fluohesje) Geef zeker volgende zaken mee: Een moderne vrachtwagen beschikt over drie tot zes spiegels, maar de bestuurder kan niet de hele tijd in die spiegels kijken. Hij moet ook nog het verkeer in het oog houden en letten op zijn gps, zijn snelheid, andere voertuigen en dergelijke. Ga er niet van uit dat een bestuurder je zal opmerken. Activiteit 2: Blijf achter de vrachtwagen Vraag aan enkele leerlingen om hun fiets te gaan halen. Maak met krijtlijnen, stroken of een touw een fietspad naast de vrachtwagen. Vraag je leerlingen waar je als fietser moet gaan staan als er een vrachtwagen stilstaat aan het kruispunt. Laat hen dat ook echt doen. Laat hen dus langs achter naar de vrachtwagen rijden en op de juiste plaats stoppen. Met dank aan: de leerkrachten van Sint-Janshof in Mechelen; de firma s Essers, MAN en Van Dievel; de federaties Febetra en TLV.