Euro bankbiljetten. ons geld. Spreekbeurt over geld



Vergelijkbare documenten
Opdracht 1 Het oude Nederlandse geld had allemaal bijnamen. Welke combinaties zijn goed (verbind ze met een streep)? gulden

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

Lees het verhaal over Geld eens rustig door. Maak voor jezelf een samenvatting of powerpoint.

EURO. Vanaf januari 2002 betalen we in Nederland en in veel andere Europese landen met de euro.

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

Ter voorbereiding. Inhoudsopgave. Jouw spreekbeurt over DE EURO

Gastles: Hoe word ik rijk?

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

Anna en Alex nemen het op tegen de valsemunters

Een nieuw bankbiljet ontwerpen toegepaste kunst

Tijdelijk Museum. Het spel

SNELGIDS. voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten.

Politiezone Vlas Kortrijk-Kuurne-Lendelede

HET NIEUWE GEZICHT VAN DE EURO. Ontdek het nieuwe bankbiljet van

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Antwoord: Koning Willem-Alexander maar er zijn ook nog munten met het portret van prinses Beatrix in omloop.

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Echt of nep? Leren omgaan met geld. Docentenhandleiding. groep. Inleiding

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

Dit wil zeggen dat de betaling gebeurt met papiergeld en muntstukken. De Europese centrale bank (ECB) geeft de biljetten en muntstukken uit.

Lesbrief Meneer Beer

Over:

Ontwikkelingskansen voor ieder kind! Boodschappen. Kansen in kinderen. Boodschappen. voor ouders. Kansen in kinderen

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Inhoudsopgave. Jouw spreekbeurt over De Bank!

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Lees Zoek op Om over na te denken

Anna &Alex. take on the banknote forgers contre les faux-monnayeurs alle prese con i falsari nemen het op tegen de valsemunters. Nederlands.

Inhoud. Mijn leven. ik ga verhuizen

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Les 3 - maandag 3 januari De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Druk met Kunst Lesbrief ter voorbereiding op het project Druk met Kunst, groep 6.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

LEVEN IN DE OORLOG LES 1. Het begin van de oorlog

Werkboek Het is mijn leven

Vollenhove Wonen op een havezate

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

ADHD: je kunt t niet zien

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Ik betaal!

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

GOED KIJKEN LOONT GIDS VOOR CONTANTGELDVERWERKERS. Ontdek het nieuwe bankbiljet van 5. Wat u wel en wat u niet moet doen EEN VERDACHT BILJET?

Kaartjes drukken. Aan welke behoefte moet het ontwerp voldoen?

wie ben k? Ik ben... Samen aan de slag met de Ik ben teksten van Jezus

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

4. KORTE GESCHIEDENIS 5. KENMERKEN 8. DRUKTECHNIEKEN 9. ONTWERP OXENAAR DRUPSTEEN 14. BRUNO NINABER VAN EYBEN 15. TENTOONGESTELD 16.

Bibliotheek Mysterie

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Opstart modulen. Einde topografie oefenen

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Who s Afraid of Red, Amber and Green

DE BANKBILJETTEN VAN DE EUROPA-SERIE

De Drakendokter: Gideon

7.5 Script en plaatjes post-test

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Thema Op zoek naar werk

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Introductie: Brom en Bram

Geld. Ontstaan van geld

Workshop B Hoe kan ik stemmen?

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Bevriend met Bram of met een autist

Het instappen in de Paranormale Wereld

Ik ben de Klomp. Europees landbouwbeleid groep 5-6. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent.

Bijlage 6: Schetsbordverhaal Zacheüs

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. limme Taal. Kranten en tijdschriften

Zwart = tekst van verhaal Rood = de vragen die de voorlezer tussendoor stelt Blauw = de antwoorden die de kinderen kunnen geven

Rekenmodule procenten Pagina 1

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Sparen voor je hartenwens

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Informatie vragen bij een instelling

Spaarpot van de Toekomst lesbrief en prijsvraag

Stefanie Rohner + Christian Wolf. Spelregels

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Transcriptie:

Euro bankbiljetten ons geld Spreekbeurt over geld

Introductie Jij wilt een spreekbeurt houden over geld en wij willen je daarbij graag helpen. Dit is een spreekbeurt pakket dat is gemaakt door het bedrijf Koninklijke Joh. Enschedé. Dit bedrijf staat in Haarlem en heeft vanaf het begin de bankbiljetten gedrukt voor Nederland. Dit pakket is niet alleen bedoeld voor kinderen op de basisschool maar voor hen is dit wel geschreven. Iedereen die iets wil vertellen over geld kan dit gebruiken. Als je dit pakket hebt doorgenomen wil je misschien nog meer weten over dit onderwerp. Meer informatie kun je vinden op de website van de Nederlandsche Bank en in het Geldmuseum in Utrecht. Wij, Koninklijke Joh. Enschedé, geven alleen de informatie die je hier krijgt. Meer informatie mogen wij niet geven; wij zijn niet de baas over het geld (zie hoofdstuk aldaar). Dit pakket is zo gemaakt dat je aan de hand van dingen die je vraagt of laat zien, je verhaal kunt doen. Het is de bedoeling dat je samen met je klas nadenkt over geld. En jij weet met dit pakket meer hierover dan de kinderen uit de klas. De onderwerpen om over na te denken zijn: - Wat kun je doen met geld? - Hoe zie je of geld echt is? - Hoe wordt geld gemaakt? - Waar kun je meer zien en leren over geld? In de hoofdstukken lees je over de onderwerpen. Je moet zelf bedenken hoe je die onderwerpen wil vertellen. Wij hebben zelf de beste ervaring met het stellen van de vragen aan de klas want dan moet de klas letten op wat je zegt en ze moeten nadenken over wat je vraagt. Je krijgt allemaal antwoorden; jij kan zelf bepalen wie je wat laat zeggen. Veel antwoorden zullen goed zijn, dan zeg je goed zo of dank je wel. Als het antwoord fout is zeg je ja, ja, of misschien, of wie denkt dat ook?. Het is natuurlijk altijd goed om te oefenen en de spreekbeurt eerst aan je vader en moeder te vertellen. Voorbereiding Wat je nodig hebt zijn: Eén of meer biljetten van 5 euro Eén of meer biljetten van 50 euro Uitgescheurde bladen uit een tijdschrift met plaatjes. (Geen witte pagina s) Eén of meer vergrootglazen Zullen we beginnen? 2

Inleiding Je begint te vertellen waarover je spreekbeurt gaat. Ik ga jullie wat vertellen over ons geld. En dan speciaal over bankbiljetten. Kijk, hier zie je een paar bankbiljetten (meegebrachte biljetten laten zien). Iedereen weet wat dit is. Dat klopt hè? En iedereen gebruikt dit ook? In ieder geval de 5,-? Wie kan er nog een product opnoemen dat iedereen in heel Nederland (behalve baby s) kent én gebruikt? Veel dingen die de klas zal noemen hebben een merknaam, zoals kleding, en niet iedereen in Nederland kent of gebruikt die merken. CocaCola kent iedereen wel, maar niet iedereen gebruikt het. Water kent iedereen en gebruikt het ook. Conclusie: er zijn maar heel weinig producten die iedereen in heel Nederland, zelfs in heel Europa, kent én gebruikt. Euro bankbiljetten kent en gebruikt iedereen. Wat kan je doen met geld? Vraag het maar aan de klas. (En antwoord maar met goed zo of met wie denkt dat ook? en met en wat denk jij? ). Het belangrijkste is dat je met geld kan betalen. En eigenlijk is dat ruilen. Als je een brood koopt, dan ruil je het brood voor geld. Geld is om te ruilen. Wie krijgt er zakgeld? Wie moet daar wat voor doen? Als je er wat voor moet doen, dan is het geld weer om te ruilen. Sommigen krijgen zakgeld en hoeven daar niets voor te doen, behalve mee leren omgaan. Geld is dan een leer- of rekenmiddel. Je leert er mee te rekenen. Wie spaart er? Geld is ook een spaarmiddel. Je kunt het goed bewaren. Of uitlenen aan de Bank en er rente mee krijgen. Dus: geld is om te ruilen, om mee te rekenen of om te sparen. Dat kan je doen met geld. Als je met geld wil ruilen, dan moet het wel echt zijn! 3

Hoe zie je of geld echt is? Vraag eerst maar eens aan de klas wie weet waar je op moet letten als je geld krijgt. Jouw biljetten moet je nu níet laten zien. Ik ben benieuwd of ze meer dan drie punten kunnen noemen! Als dat zo is, dan heb je een goede klas! We gaan kijken, voelen en kantelen. Kijken Kijk nu zelf naar je eigen 5 euro biljet. De voorkant is de kant met de blauwe vlag. De hoofdafbeelding aan de voorzijde is de openstaande poort (of raam). Dit staat symbool voor de openheid en samenwerking die we in Europa graag willen bereiken. Het watermerk Links zie een wit vlak. Als je door dit witte vlak tegen het licht in kijkt, zie je een watermerk. De afbeelding in het watermerk is hetzelfde als de hoofdafbeelding: een poort of raam. Ook zie je het cijfer vijf vrij duidelijk. Dit cijfer is het lichtste deel van het hele watermerk. Dit is het eerste kenmerk. Het doorzichtcijfer Boven het watermerk zie je het cijfer 5 maar het is niet af. De helft staat op de andere kant. Kijk nu weer door het biljet tegen het licht in en je ziet het hele cijfer precies passend, net als een puzzel. Dit heet het doorzichtcijfer. 4

De microdruk In het midden onderaan, iets naar links zie je iets staan. Als je goed kijkt kun je misschien lezen wat er staat. Anders kun je een vergrootglas gebruiken. Het zijn hele kleine lettertjes. Zulke lettertjes zitten ook in het plaatje rechts. Kijk maar eens goed. Je kunt de biljetten straks op een tafel in de klas leggen zodat de klas er om de beurt naar kan kijken door het vergrootgas. (voorbeeld van kleine letters op euro 20 biljet) De veiligheidsdraad Wat je ook nog ziet is een dunne draad in het papier. Als je goed kijkt zie je er zelfs een tekst in staan. Dit noemen we de veiligheidsdraad. Voelen Nu gaan we voelen Rechts boven staat een grote 5. Voel eens goed. De inkt ligt op het papier. Voel ook maar eens aan de vertikale lijntjes, met je nagel. Je voelt een reliëf. Het zelfde reliëf hebben de letters BCE ECB EZB EKT EKP. Het kunnen voelen van de inkt is speciaal voor bankbiljetten en voelbaar aan de voorkant. We noemen dit de voelbare inkt. 5

Kantelen De foliebaan Op de voorkant van het biljet zie je een band van folie. Als je het biljet kantelt zie je soms een heldere 5, soms zie je een euro teken. Dit is een foliebaan met hologram. De glanzende baan Draai nu het biljet om. Op de achterkant zie je de afbeelding van een brug. Dit staat symbool voor mensen met elkaar verbinden, in contact brengen. Als je het biljet kantelt zie een glanzende band in het midden tevoorschijn komen met het euro teken en het cijfer. Een plaatje hiervan maken is moeilijk. Je ziet het niet op een scan of kopieermachine. We hebben nu 7 kenmerken gezien waaraan je een echt biljet kan herkennen. Kijken 1 2 a b 3 4 het watermerk (puzzelstukjes van) het doorzichtcijfer op de voorkant (puzzelstukjes van) het doorzichtcijfer op achterkant de microdruk de veiligheidsdraad Voelen 5 de voelbare inkt Kantelen 6 de foliebaan 7 de glanzende baan Hoeveel had de klas er al geraden? 6

Nu heb je ook een biljet van 50 euro meegenomen. Laat de 5 euro en 50 euro maar zien aan de klas. Eerst de voorkant. Wat zien ze als verschillen? De kleur natuurlijk. En het plaatje is anders. En het watermerk is anders, maar dat kan de klas niet van een afstand zien. Er zit geen folie baan op de 50 euro, maar wel een folie plaatje. Als je dit plaatje kantelt zie je een ring van regenboogkleuren en afwisselend verschillende plaatjes: het waardecijfer en de hoofdafbeelding (de poort of het raam). En de achterkant, is die verschillend? Er is geen glanzende baan. Daarvoor in de plaats zie je een dikke 50. Wat is de kleur? Fel paars of mat groen? Wat gebeurt er als je het biljet kantelt? Dan zie je de kleur veranderen. We noemen dit het van kleur veranderende waardecijfer. Nu kennen jij en je klas de belangrijkste kenmerken van onze euro bankbiljetten. De 5, 10 en 20 euro hebben dezelfde kenmerken. De 50, 100, 200 en 500 euro hebben dezelfde kenmerken. Extra informatie: Heb je gezien dat bij veel kassa s in winkels ze naar iets kijken? Veel kassa s gebruiken een blauwe lamp (dit is een UV-lamp) en houden de vlag hieronder. Misschien kun je een keer vragen of jij dat ook mag doen en zien. Onder het blauwe licht is de vlag niet blauw maar groen! En de gele sterretjes in de vlag worden opeens oranje, net als de grote ring van gele sterren. Hoe zouden ze dat nou maken? 7

Hoe wordt geld gemaakt? Eerst maar weer eens vragen aan de klas Wat gebeurt er als een papieren zakdoek in je broek zit in de wasmachine? Wat gebeurt er als er een treinkaartje in de was komt? Wat gebeurt er als er een bankbiljet in de was komt? (Niet uitproberen! Het is niet de bedoeling dat bankbiljetten worden gewassen!) Als papier zoals papieren zakdoeken en treinkaartjes in de wasmachine komen, dan kun je ze niet meer gebruiken. Als bankbiljetten in de was komen, dan kun je ze nog wel gebruiken! Ze verfrommelen niet (maar worden er ook niet beter op!). Je kunt ze nog gewoon gebruiken en de echtheid kun je nog steeds controleren. Hoe kan dit? De papier fabriek: Dat komt omdat bankbiljetten niet van papier zijn gemaakt maar van katoen. Net als je kleding. In het katoen maken ze het watermerk en stoppen ze de andere dingen die er in moeten, zoals de veiligheidsdraad. Dus bankbiljetten zijn van katoen en niet van papier. De papierfabriek levert het papier in vellen. Op een vel passen 30 tot 60 biljetten, afhankelijk van de grootte van de biljetten. Nu pak je een tijdschrift pagina en een bankbiljet. Wat is het verschil tussen een tijdschrift en een bankbiljet? Met het blote oog kan je dat niet zien. Je hebt hiervoor een vergrootglas nodig. Als je naar het tijdschrift kijkt door het vergrootglas dan zie je allemaal puntjes. Alles wat wordt gedrukt is in puntjes, of soms in een volvlak. Alleen bankbiljetten zijn opgebouwd uit lijntjes. Kijk maar door het vergrootglas. Dus bankbiljetten zijn gedrukt in lijntjes en niet in puntjes. 8

De eerste machine: Er is nog een verschil met het tijdschrift. Bij een tijdschrift wordt eerst één kant gedrukt en dan de andere kant. De eerste stap bij bankbiljetten is dat de voorkant en de achterkant in één keer worden gedrukt. Weet je nog dat doorzicht en dat de voorkant en de achterkant precies passen? Dat kan worden gemaakt door de voorkant en de achterkant in één keer te drukken. Alleen bankbiljet drukkers hebben deze speciale machine. Dus de voorkant en de achterkant worden in één keer gedrukt. Bij tijdschriften druk je eerst de voorkant en dan de achterkant. Dit noemen we de offset. Zijn er nog meer verschillen met het tijdschrift? Jazeker. Tijdschriften worden door één machine gedrukt. Bankbiljetten worden door zeker drie en soms zes machines gedrukt. Bankbiljetten zijn net een Big Mac, allemaal laagjes. De tweede machine: De tweede drukgang is voor de voelbare inkt. Dit gebeurt met plaatdruk. Het plaatje wordt in een metalen plaat gegraveerd. In de machine wordt de inkt in de groeven gedaan en daarna overgezet op het papier. Hoe dieper de groef hoe beter je de inkt op het papier kunt voelen. Als je goed voelt aan de biljetten dan merk je dat sommige plekken goed voelbaar zijn en andere plekken minder goed voelbaar. Sommige lijnen zijn heel diep en andere juist weer heel klein en fijn. De machines die dit kunnen zijn alleen te koop voor bankbiljet drukkers. Dus je kunt de inkt voelen op bankbiljetten. Dit komt door de plaatdruk. 9

De derde machine: Op de achterkant van de 5 euro zie de glimmende baan en vanaf de 50 euro zie je dat de 50 dik is gedrukt en van kleur wisselt. Deze effecten krijg je met zeefdruk. De inkt wordt dan door een zeefraam gedrukt. Inkten die twee kleuren geven zijn heel erg duur. Deze inkten kunnen alleen door bankbiljetdrukkers worden gekocht. Dus het glimmende effect en ook de kleurwissel komt door de zeefdruk, die grote machine die onderaan deze pagina staat. De vierde machine: Deze is voor de folie. Bij de 5 euro is dit een baan en bij de 50 euro is dit een plaatje. Er zijn speciale fabrieken die deze folie maken. De folie baan wordt meestal door de papierfabriek aangebracht. Het folie plaatje wordt door de drukkerij aangebracht. Het is belangrijk dat het plaatje precies op de goede plek zit. Kijk nog maar eens goed naar de folie. Wat zie je allemaal? Dus de folie wordt óf door de papierfabriek óf door de drukkerij aangebracht. Het folie zelf wordt door speciale bedrijven gemaakt. De vijfde machine: Wat hebben we nog niet gehad? Weet je het zo te zeggen? Het nummeren. Alle euro biljetten hebben twee nummers die gelijk zijn aan elkaar. Ook staat er een letter voor. Iedere Centrale Bank heeft zijn eigen letter. De Nederlandse Bank heeft de P. Welke letters hebben jou bankbiljetten? Als het geen P is, komen de biljetten uit een ander land. 10

Extra informatie: In Nederland komen vooral ook veel biljetten voor waarvan het nummer met een X begint. Die komen uit Duitsland. Op internet kun je de letters van alle landen vinden. (bijv. op http://nl.wikipedia.org/wiki/eurobankbiljetten). Joh. Enschedé heeft niet alle bankbiljetten met een P gedrukt. Soms laat De Nederlandsche Bank de biljetten drukken in een ander land en Joh. Enschedé drukt ook biljetten voor andere landen. Dus op alle biljetten staan twee gelijke nummers en ieder bankbiljet heeft zijn eigen nummer. Ook hebben alle biljetten een letter. De zesde machine: Deze machine wordt niet gebruikt voor de euro s. Het is de vernis machine. Vroeger ging er over de gulden biljetten een laagje vernis. Daardoor bleven de biljetten dubbel zolang mooi en schoon. Voor de euro wordt dit nog niet gedaan maar er wordt wel over gedacht. Veel bankbiljetten die Joh. Enschedé drukt voor andere landen krijgen wel zo n beschermende laag vernis. Dus het is mogelijk om bankbiljetten een beschermende vernis laag te geven. Nu is het drukken klaar. De vellen moeten alleen nog even drogen. Na iedere machine moeten alle vellen worden geteld. Door steeds alles te tellen weten we zeker dat er geen vellen weg zijn. En er is er nooit één weg. Heel soms is er wel een vel kwijt. Dan moet alles stoppen en moet iedereen zoeken tot het vel gevonden is. Als dat zo is, dan ligt dat vel altijd op een andere stapel. Pas als het gevonden is mag iedereen weer doorgaan met drukken. Dit komt bijna nooit voor gelukkig! De afwerking De vellen worden gesneden tot bankbiljetten. Dan gaan alle biljetten door een machine die automatisch de kwaliteit controleert. Alleen de goedgekeurde biljetten worden verpakt in een bundel van 1000 biljetten. Die bundels gaan in een doos en de dozen gaan op een pallet. De pallet wordt goed dichtgemaakt en zo krijgt De Nederlandsche Bank de nieuwe bankbiljetten. 11

Nu weet jij hoe de bankbiljetten worden gemaakt. Wil je ze ook maken? Dat mag alleen als je bij Joh. Enschedé komt werken! Zelf mag je natuurlijk geen bankbiljetten maken. Ook niet proberen. Als je dat toch doet zit je zo in de gevangenis. Zijn er mensen die wél proberen bankbiljetten na te maken? Ja, die zijn er wel. En die mensen moeten zo snel mogelijk worden gevonden door de politie. Het kan best zijn dat jij een keer een vals bankbiljet krijgt aangeboden. Controleer de echtheid en neem geen vals bankbiljet aan. En vertel aan de politie wie je het valse biljet wilde geven. Dan kan de politie onderzoeken wie dat biljet heeft gemaakt. 12

Wie is eigenlijk de baas over het geld? Als jij 5 euro hebt, ben jij dan de baas over die 5 euro? Als je dat zou zijn, dan zou je het ook mogen namaken. En dat mag niet. Dus jij bent niet de baas over je eigen 5 euro! Wie is dan wel de baas over het geld? De hoofdbaas is de Europese Centrale Bank (de ECB). Het staat op het biljet, in plaatdruk, dus voelbaar: BCE ECB EZB EKT EKP. De letters zijn de afkortingen van de Europese Centrale Bank in alle talen en het betekent het copyright. Namens de ECB is De Nederlandsche Bank ook de baas over ons geld. Zij bepalen hoeveel geld er in Nederland wordt vernietigd en hoeveel nieuw geld wij mogen gebruiken. Elk land heeft zijn eigen centrale bank. 13

Waar kun je meer zien en leren over geld? Als je meer wil weten over geld dan moet je in eerste instantie zijn bij De Nederlandse Bank. Hun website staat onderaan, bij het rijtje websites op de volgende pagina. Kijk daar ook eens naar de pagina Goed of vals. En ben je al in het Geldmuseum geweest in Utrecht? Daar kun je veel zien en doen met geld. Het Geldmuseum ligt naast de Koninklijke Nederlandse Munt. Daar worden onze euro munten geslagen. Zowel de Koninklijke Joh. Enschedé alsook de Koninklijke Nederlandse Munt produceren ook voor landen buiten Europa. Ook bijzonder is het museum waar je kunt zien hoe speciaal papier wordt gemaakt. Dit museum staat in Loenen op de Veluwe. Daar vlakbij ligt de fabriek VHP waar bankbiljetpapier wordt gemaakt, ook voor Centrale Banken over de hele wereld. 14

Conclusies - We hebben gemerkt dat geld een heel bijzonder product is. - Iedereen gebruikt geld. - Met geld kan je ruilen, sparen en rekenen. - We weten nu hoe je kan zien of geld echt is. - Ook weten we hoe geld wordt gemaakt, als een Big Mac, in allemaal drukmachine lagen op elkaar en niet in puntjes. - We weten wie de baas is van het geld, dat is de Europeese Centrale Bank - En je kunt naar het Geldmuseum en het Papiermuseum want daar doe je nog meer met geld. Web-sites die ook over geld gaan zijn: www.dnb.nl www.geldmuseum.nl www.demiddelstemolen.nl (het papiermuseum) www.joh-enschede.nl www.museumenschede.nl 15

Zelf je bankbiljet ontwerpen? Een leuke verwerking van de spreekbeurt kan zijn om in de klas eigen bankbiljetten te ontwerpen. Gebruik daarvoor de informatie die je vandaag hebt gehoord. Wie maakt het mooiste bankbiljet? Afsluiting We hopen dat je dit een leuke spreekbeurt vond. We vinden het extra leuk als je ons dit via onze web-site laat weten. Veel succes gewenst! Jan-Dirk Enschedé Copyright Niets van deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever en andere auteursrechthebbenden. 16