Monitor Proeftuinen Tussenevaluatie Proeftuinen Een goede moat kan gien kwoad en 1+1=3; integratie Sterk in de Klas en OKé-op-School.
De zes Flevolandse gemeenten en de provincie Flevoland hebben op 4 oktober 2012 het convenant Zorg voor jeugd ondertekend. In het convenant is de samenwerking bekrachtigd voor een soepele overgang van jeugdzorgtaken van de provincie aan de gemeenten. Aanvullend werd er op 17 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst tussen de Flevolandse gemeenten en jeugdzorgpartners gesloten. In dit document leest u over de praktijkopbrengsten van deze afspraken. Ruimte voor vernieuwing Het convenant Zorg voor jeugd schept ruimte voor vernieuwing. Onderdeel van het convenant vormt de afspraak dat 3% van het provinciale jeugdzorgbudget mag worden gebruikt voor de ontwikkeling en uitvoering van vernieuwende activiteiten die in opdracht van gemeenten tot stand komen. Met de inzet van dit budget willen de betrokken partijen experimenteren met zorginnovaties die beantwoorden aan de ambities die zijn geformuleerd t.a.v. de transitie en transformatie van de jeugdzorg. Om hierin echt effecten te kunnen onderscheiden en er lering uit te kunnen trekken is er voor gekozen de middelen niet versnipperd in te zetten, maar te kiezen voor de ontwikkeling van twee proeftuinen. De proeftuinen zijn verschillend van aard. Hiermee vergroten de experimenten hun leerrendement voor overige gemeenten. De proeftuin 1+1=3 richt zich op het versterken van professionele opvoedomgevingen middels inzet van jeugdzorgprofessionals in de school. De Proeftuin Een goede moat kan gien kwoad richt zich meer op het versterken van burgerkracht door de inzet van vrijwilligers. Instroombeperking Om de ombouw van middelen mogelijk te maken zijn er afspraken gemaakt met alle jeugdzorgpartners in Flevoland. Het doel van de afspraken is de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg met minimaal 3% te beperken. De effecten van deze afspraken worden gemonitord. De zorgaanbieders leveren maandelijks instroomcijfers aan de provincie aan. Deze cijfers laten over het eerste halfjaar van 2013 een daling van 13% zien ten opzichte van dezelfde periode in 2012. Vergelijkbare gegevens vanuit Bureau Jeugdzorg Flevoland laten ook een afname van vraag naar jeugdzorg zien. Deze instroombeperking is niet exclusief toe te schrijven aan de proeftuinen. De Flevolandse gemeenten en jeugdzorgpartners investeren in bredere zin om opschaling naar gespecialiseerde zorg waar mogelijk te voorkomen. Dit doen zij onder andere door de inzet van snijvlak experimenten. Intermetzo, Triade en Vitree zijn de betrokken jeugdzorgpartners. De inspectie van de jeugdzorg is geïnformeerd over de opzet en inhoud van beide proeftuinen. Er zijn vanuit de inspectie geen aanvullende suggesties gedaan. 2
Triade en Vitree werken samen in de proeftuin 1+1=3. Het beste van twee organisaties leidt tot een integrale ondersteuning van kinderen op maat. Gewoon op school, in het primair onderwijs. Dichtbij de gezinnen. Met OKé-op-School en Sterk in de Klas willen we hetzelfde bereiken: zorgen dat kinderen mee kunnen blijven doen op school in hun eigen buurt. Eerder ondersteunen zodat zware zorg en speciaal onderwijs minder nodig is. Proeftuin 1+1=3; Integratie van OKé- op- School en Sterk in de Klas De Sterk in de Klas medewerker is zichtbaar in de school, voor kinderen, ouders en leerkrachten. OKé-op-School is specialist in groepstraining en voorlichting In de proeftuin brengen we beide samen, 1 + 1 = 3. Trainen in de groep en dan oefenen in de praktijk van school en thuis met wat je geleerd hebt. Ontdekken wat de meerwaarde is van deze gecombineerde aanpak. Vanaf april 2013 experimenteerden we op twee scholen in Almere. Dertig kinderen en gezinnen deden mee. De pilot is een succes! De proeftuin wordt gemonitord. De resultaten na de eerste trainingen waar 30 leerlingen aan hebben deelgenomen, laten het volgende beeld zien; Kinderen leren van elkaar en helpen elkaar. Zij hebben plezier in het trainen en gaven de training een gemiddeld rapportcijfer van 9,2. Oplossingen uit de training beklijven beter omdat kinderen ondersteund worden bij het oefenen in school en thuis Ouders voelen zich sterker. Zij gaven de proeftuin een gemiddeld rapportcijfer van 8.5 Leerkrachten doen mee en passen dezelfde aanpak toe in de klas. Zij gaven de proeftuin een gemiddeld rapportcijfer van 7.7 Medewerkers van twee organisaties leren van elkaar en spreken dezelfde taal De aanpak is praktisch en gaat uit van wat werkt We hebben opgeschreven hoe we anders werken en waarom dit werkt. Anderen kunnen van dit format profiteren Er worden kosten bespaard in de uitvoering Hoe nu verder? Vanaf oktober 2013 gaan we in drie gemeenten werken volgens deze 1+1=3 werkwijze. Dit gaan we doen in Almere, Lelystad en Dronten. De Noordoostpolder kiest ervoor alleen Sterk in de Klas in te zetten en geen gebruik te maken van de 1+1=3 werkwijze omdat dat beter aansluit bij hun lokale veld. Het speciaal basisonderwijs betrekken we ook. Onze uitdaging met deze uitrol is om in de periode van oktober tot december 2013, 120 kinderen en gezinnen te bereiken. Met een integrale aanpak dichtbij, het beste van twee organisaties. Medewerkers Sterk in de Klas en OKé-op-School bereiden samen de training Concentreren kun je leren voor op basisschool Het Kompas in Almere. 3
1+1=3 Het voorbeeld van Sarah Sarah is een stil en teruggetrokken meisje van 8 jaar. Op school heeft ze weinig aansluiting met andere kinderen. Ze huilt veel en heeft het gevoel dat ze vaak wordt uitgelachen. Haar moeder geeft aan dat Sarah thuis veel ruzie heeft met haar oudere zus. Als moeder Sarah corrigeert begint ze te schreeuwen of te huilen. Moeder heeft op internet gelezen dat ze Sarah meer moet belonen, maar heeft het gevoel dat dit weinig uitricht en ze maar cadeautjes voor haar blijft kopen Op school denkt de Sterk in de Klas medewerker aan de training Rots en Water. Door de 1+1=3 werkwijze vindt de training plaats op school. Leerkracht: Het werkt heel goed dat de training van OKé-opSchool in de school plaatsvindt. Het kost veel minder tijd om betrokken te zijn. De medewerker van Sterk in de Klas houdt mij op de hoogte van wat Sarah heeft geleerd. Ik stimuleer Sarah nu op dezelfde manier om voor zichzelf op te komen in de klas. Ik kan merken dat Sarah veel beter in haar vel zit en zich meer kan concentreren op haar schoolwerk. Moeder: Sarah heeft veel geleerd in de training. In de periode van de training heb ik begeleiding van Sterk in de Klas gehad. Ik weet nu hoe we thuis Sarah kunnen helpen haar gevoelens beter te begrijpen en hoe ik haar kan stimuleren contact met andere kinderen te maken. Daarnaast heb ik ontdekt dat ik haar ook kan belonen met dingen die ze leuk vindt zoals samen een spelletje uit de training doen of samen koken. Sarah vindt dat geweldig! Sarah: De training was leuk, ik heb geleerd hoe ik het tegen kinderen kan zeggen als ik iets niet leuk vind. Tijdens de training heb ik zelfs een vriendin gemaakt! Na de training oefen ik met Kim van Sterk in de Klas hoe ik een ruzie kan oplossen. Op het schoolplein vraag ik nu gewoon of ik mee mag spelen! Trainer OKé-op-school: Door de training met de medewerker Sterk in de Klas in de school te geven, heeft de training meer effect. Ouders en leerkrachten zijn meer betrokken. De kinderen oefenen meer met de vaardigheden doordat ze geholpen worden dit op school en thuis toe te passen. Omdat de kinderen in hun eigen omgeving zijn, voelen zij zich eerder veilig en komen ze sneller tot leren. Medewerker Sterk in de Klas: De training van OKé-op-School is een mooie aanvulling op Sterk in de Klas. In een groep leren kinderen veel van elkaar. De vaardigheden in de training zijn praktisch en goed toepasbaar van de kinderen. Doordat we dubbelingen in onze manier van werken hebben weggehaald, werken we sneller en efficiënter samen. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?! 4
De proeftuin Een goeie moat kan gien kwoad` is ontstaan vanuit de visie om jongeren (te ondersteunen om) gezond en veilig op te groeien. Kernwoorden zijn: versterken eigen kracht, meer ondersteuning, zorg van hoge kwaliteit die snel en dichtbij beschikbaar is en eenvoudige bestuurlijke verantwoordelijkheid. Proeftuin Een goede moat kan gien kwoad De gemeente Urk wil nadrukkelijk couleur locale insteken op kwetsbare jongeren in de leeftijdscategorie van ± 10 18 jaar. Bij Een goeie moat kan gien kwoad krijgt iedere aangemelde jongere een contactpersoon toegewezen. Dit is een (getrainde) vrijwilliger die als maatje, buddy of vertrouwenspersoon fungeert voor de jongere. Voor de andere gemeenten in Flevoland wordt er een Een goeie moat kan gien kwoad - format opgeleverd over de aanpak en werkwijze van deze proeftuin. Voorbereiding en realisatie van de proeftuin Begin 2013 is de proeftuin op Urk met groot enthousiasme tot bloei gekomen. Na een enthousiaste aftrap door de stuurgroep is het projectteam, bestaande uit gemeente Urk, LSGRentray, Bureau Jeugdzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin, Caritas, Politie, Jongerenwerk en Eleos aan het werk gegaan. Zo is er in deze periode een flyer ontwikkeld, zijn er vrijwilligers geworven, is er een training voor hen ontwikkeld, zijn de instroom- en matchingscriteria bepaald en zijn de eerste jongeren aangemeld. Jongeren Er zijn 23 jongeren door, met name politie en jongerenwerk, aangemeld voor Een goeie moat kan gien kwoad. De trajecten zijn gestart en er zal in oktober een evaluatie plaats vinden bij zowel de jongeren als de vrijwilligers. De hulpvragen van de jongeren bestaan o.a. uit: het vergroten van het sociale netwerk, weerbaarder worden, een vraagbaak en een voorbeeld hebben. Twee aanmeldingen zijn niet gematcht omdat jongeren en/of ouders afhaakten. Eindpresentatie en format Er wordt hard gewerkt aan de eindpresentatie van het project en het format voor andere gemeenten. In april en in juni zijn er in totaal 18 vrijwilligers getraind. De training beslaat in totaal drie avonden met de thema s gespreksvoering, het puberbrein, het bepalen van grenzen en gespreksvoering. In augustus 2013 zijn alle beschikbare vrijwilligers en aangemelde jongeren met elkaar gematcht. Voor de vrijwilligers zijn er extra inloop- en themaavonden georganiseerd. In de maand september wordt een derde groep vrijwilligers getraind. Vrijwilligers De beschikbare vrijwilligers, zowel mannen als vrouwen, komen uit verschillende leeftijdscategorieën en zijn allen even enthousiast. De diversiteit in vrijwilligers is van belang om een goede match tussen een vrijwilliger en een jongere te realiseren. De vrijwilligers moeten bij de gemeente een VOG aanvragen en de training volgen. De trainingen zijn geëvalueerd. Uit deze De startbijeenkomst van het projectteam Een goeie moat kan gien kwoad. 5
Uit: Het Urkerland 6
Samengesteld door Maria Lubbersen Projectleider proeftuin 1+1=3 Hetteke Wapenaar Projectleider Een goede moat kan gien kwoad Sharon Stellaard Programmasecretaris transitie jeugdzorg In samenwerking met alle projectbetrokkenen en Bureau Jeugdzorg Flevoland