Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, De lezingen van deze zondag voeren ons linea recta naar een van de belangrijkste kernverhalen van de Bijbel: de Exodus. Het volk Israël bevindt zich in Egypte. Ooit waren ze daar aangekomen als vluchtelingen, verdreven door de hongersnood in Kanaän. Nu leven ze als tweederangsburgers in Egypte: onderdrukt, uitgebuit en bedreigd. God ziet en hoort de ellende van het volk in Egypte, en Hij vertelt aan Mozes dat Hij het volk zal bevrijden. Weg uit de slavernij en de dwangarbeid. Op naar een nieuwe toekomst. naar een plek waar het goed zal zijn. Het Exodus-verhaal is een kernverhaal, een oerverhaal uit de Bijbel. Het vertelt niet alleen wat er toen, duizenden jaren geleden, gebeurde met een onderdrukt volk in de oudheid. Het is een verhaal van alle tijden, dat vertelt over mensen die bevrijding nodig hebben, steeds weer opnieuw. Het is een kernverhaal dat vertelt wie God is: God is een God die begaan is met het lot van mensen en die bevrijdend aanwezig wil zijn in ons bestaan. En door het verhaal van de Exodus steeds weer opnieuw te vertellen, maakt het ons alert op situaties van slavernij en onderdrukking, ook vandaag. Maar het opent ook uitzicht op verlossing, bevrijding. 1
Soms zijn de lijnen heel direct te trekken: Situaties als kinderarbeid, hongerlonen, uitbuiting: ze komen ook vandaag voor. En soms moeten wij ons zelf de confronterende vraag stellen, of wij daarin aan de kant staan van de Farao van Egypte. Maar al te graag profiteren van de vruchten van deze slavernij, in de vorm van te goedkope producten. En de vraag, de uitdaging, de uitnodiging is om de kant te kiezen de God van Israël, die oog en oor heeft voor het lot van de slaven. Die rechtvaardigheid en bevrijding van onderdrukten belangrijker vindt dan het comfort en het luxe leven van anderen. Misschien is juist deze 40dagentijd bij uitstek de periode, om eens kritisch te kijken naar ons eigen koopgedrag. Bevorderen wij met wat wij kopen eerlijke handel en rechtvaardige beloning? Of houden we uitbuiting en ongelijkheid in stand? Ik merk ook bij mijzelf dat het goed is, om je die vraag steeds weer te stellen. Misschien, hopelijk helpt het ons keuzes te maken die iets van recht en vrede bevorderen. Ook al is het misschien niet altijd consequent en is het op heel kleine schaal. Iedere stap op de weg is er één. 2
Maar het Exodus-verhaal kan ons ook de weg wijzen naar andere vormen van slavernij en bevrijding. Bijvoorbeeld als we vastzitten in manieren van denken en oordelen, die schadelijk zijn voor anderen en ook voor onszelf. Manieren van denken en oordelen, ook als het over God gaat, die mensen vastzetten in plaats van bevrijden. Theologieën die destructief zijn. Die ons hard en meedogenloos maken, in plaats van barmhartig en liefdevol. Lukas vertelt dat er mensen bij Jezus komen die vertellen dat de soldaten van Pilatus een moordpartij hebben aangericht onder de pelgrims die aan het offeren waren. En dan is er ook dat verhaal van een toren in Siloam die zomaar instortte, en waardoor 18 onschuldige mensen zijn omgekomen. Dit zijn afschuwelijke, absurde gebeurtenissen. Hoe ga je daarmee om? Is dat toeval? Heeft God daar iets mee te maken? Of is dat misschien hun eigen schuld? Jezus heeft daar geen pasklaar antwoord op. Maar één ding weet hij wel: Je mag nooit zeggen dat de ellende die iemand overkomt, een straf is. Een straf voor zijn of haar zonde, of een straf voor iets anders. Op die manier geef je iemand, die het toch al moeilijk heeft, nog even een trap na. 3
Sommige dingen gebeuren, zonder dat we weten waarom. Sommige dingen zijn domme pech, een kwestie van net op het verkeerde moment ergens zijn. En natuurlijk, er gebeuren ook dingen die je misschien kunnen voorkomen, of die je zelf over je hebt afgeroepen. Door je manier van leven, door de keuzes die je maakt en die verkeerd uitpakken. Maar wat er ook gebeurd is, en hoe dat ook gekomen is, je helpt niemand er mee door hard te roepen dat het iemands eigen schuld is. Iemand die in de problemen zit, heeft behoeft aan troost, een vriendelijk woord, een uitgestoken hand, een arm om de schouder. Niet aan een beschuldigende vinger. En ook niet met vrome praatjes, dat God er vast wel een bedoeling mee zal hebben. Jezus is hier heel scherp: Ongeluk als straf op je zonden? Zeker niet! In plaats van dat te denken kun je beter omkeren, bekeren en naar jezelf kijken. Bedenk maar eens waarom je dit soort rare dingen zegt. Waarom heb je het nodig om zo over een ander te denken? Waarom heb je een verklaring nodig voor wat niet te begrijpen is? Misschien is het wel zo dat je niet durft te erkennen, dat het net zo goed jou had kunnen overkomen? 4
Misschien maakt het ongeluk van een ander jou wel zo onrustig en onzeker, dat je maar snel gaat bedenken, waarom het een ander is overkomen, en waarom het jou vast niet zal overkomen. Als je niet begrijpt waarom veel dingen gebeuren, en dat geldt denk ik voor ons allemaal, kijk dan niet naar de ander, maar kijk naar jezelf. Kijk naar waar je bang voor bent, kijk naar je kwetsbare kant, en weet dat God liefdevol met je meekijkt. Maar als je niet naar jezelf durft te kijken, en heel hard roept: eigen schuld, dikke bult, dan word je een hard en liefdeloos mens, stoer van buiten, maar o zo bang van binnen. En dat is geen leven, dat is overleven, terwijl al je gevoel en liefde beetje bij beetje afsterven. Als je in anderen alleen bedreigingen ziet, alleen profiteurs en gelukszoekers, maar je niet laat raken door hun nood en behoeften, dan doet dat iets met zelf. Dan gaat dat ten koste van je eigen menselijkheid. Kijk naar jezelf en wordt een ander mens, zegt Jezus. Je mag iemand worden die vol is van liefde, iemand die het niet nodig heeft om alles te verklaren. 5
Soms is het leven hard en onbegrijpelijk. En de belangrijkste vraag is niet hoe dat komt, maar hoe wij daarop reageren. Reageren wij met liefde en openheid of met angst, afstand en eigen schuld? Kijk naar jezelf en wordt een ander mens. Dat gaat niet van de ene dag op de andere, dat duurt jaren om dat te leren. Maar God is geduldig, net als de landman met de vijgenboom. Dit jaar geen vruchten, dan nog maar wat water en mest, misschien komen de vruchten volgend jaar. Lieve mensen, schrijf niet direct een ander of jezelf af, van: dat wordt nooit meer wat. Maar blijf hopen en geduld hebben, want morgen, of over een maand, of volgend jaar kan het heel anders zijn. Soms hebben de vruchten van Gods liefde tijd nodig om te groeien. Soms moeten we heel wat overwinnen om die groei de ruimte te geven. Maar als we dat doen kunnen de mooiste vruchten rijpen: liefde en blijdschap, vrede en geduld, vriendelijkheid en goedheid, vertrouwen, zelfbeheersing en zachtheid. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest 6