ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vergelijkbare documenten
Beschikking Wet milieubeheer

ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) Datum: 30 juni 2014 Provincie Gelderland nr /MPM26926

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

BESCHIKKING D.D. 1 NOVEMBER NR. MPM2225 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2. In hoofdstuk 2 van dit besluit maatwerkvoorschriften te stellen met betrekking tot de geurbelasting van de groenbewerking.

Definitieve beschikking

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

Beslissing. De aanvraag

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. Bayer MaterialScience BV

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G U I T G E B R E I D E P R O C E D U R E

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Vaststelling beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland

Datum: 4 februari 2019 Cumapol Emmen B.V. Opnemen proefnemingsvoorschrift in de vigerende vergunning

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide

ONTWERP Beleidsregels geur bedrijven (niet-veehouderijen) Gelderland 2016

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Gelders geurbeleid. voor. milieuvergunningen. Achtergrond. Beleidsregels

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

OMGEVINGSVERGUNNING. Ensartech NL-1

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

BESLUIT INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Transportbedrijf P. Pikkert V.O.F.

OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Nedmag industries. tb.v. het plaatsen van een koeltoren. locatie: Billitonweg 1 te Veendam

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk:

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

Nr. 2009/74 27 april 2009 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie Vierverlaten

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsdienst Brabant Noord

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

INTREKKING VERGUNNING

Complexe milieusituatie, met name op het gebied van geur en geluid

OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

Omgevingsdienst Regio Arnhem OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 7 september 2016 Provincie Gelderland nr. OLO

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2017 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beleidsregels Geurhinder industriële bedrijven Helmond 2017

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Besluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ambtshalve aanpassing omgevingsvergunning. Zaaknummer:

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V.

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

I. SAMENVATTING BESLUIT

OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 TE NUNSPEET

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

ONTWERPBESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Mestvergister Eneco / Energy Park Veendam auteur:

Transcriptie:

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM7347 Wet milieubeheer/algemene wet bestuursrecht 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 24 april 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van Givaudan Nederland B.V. (verder te noemen Givaudan) om een vergunning ingevolge artikel 8.1, lid 1, sub b, van de Wet milieubeheer voor het vastleggen van de geurbelasting in de omgeving ten gevolge van de activiteiten in de inrichting. De aanvraag betreft de inrichting gelegen aan de Nijverheidsweg 60 te Barneveld, kadastraal bekend gemeente Voorthuizen, sectie H, nummers 1947, 1948, 1991, 2008, 2009, 2010 en 2086. Het terrein bevindt zich op het industrieterrein Harselaar en heeft de bestemming Industrie. De activiteiten van de inrichting bestaan uit de productie van natuurlijke en natuur-identieke smaakstoffen. Er zijn voorzieningen als opslagruimten, laboratoria, een researchafdeling en kantoren. Daarmee valt de inrichting onder categorie 4.3 van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb). Op grond daarvan zijn wij het bevoegd bestuursorgaan voor het beslissen op de vergunningaanvraag. De installaties binnen de inrichting zijn aan te merken als gpbv-installaties in de zin van de Wet milieubeheer, want zij vallen onder categorie 4.1 van bijlage I van de IPPC-richtlijn: "Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisproducten" van bijlage I van de Richtlijn 96/61/EG, de Europese richtlijn Integrated Pollution Prevention and Control (IPPCrichtlijn). Wij hebben de aanvraag om een Wet milieubeheervergunning ingeschreven onder nummer MMP7347. 1.2 Vergunde situatie Givaudan is in het bezit van de navolgende vergunningen: - revisievergunning (MW98.10196) Wet milieubeheer, d.d. 12 december 2000; - veranderingsvergunning (MW03.20572) Wet milieubeheer, d.d. 18 december 2003; - veranderingsvergunning (MPM9413) Wet milieubeheer, d.d. 10 mei 2007. Op de revisievergunning is de volgende melding gedaan: - melding (MW02.48311) Wet milieubeheer artikel 8.19, geaccepteerd op 13 december 2002. 1.3 Aanleiding voor de aanvraag Op 12 december 2000 hebben wij aan Givaudan een revisievergunning verleend. Op 16 januari 2002 is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voorschrift 8.1, betreffende het milieuaspect geur, van deze vergunning vernietigd. De reden voor de vernietiging was dat de toegestane emissie van 700 miljoen geureenheden per uur was gebaseerd op het productievolume in 1999 (5837 ton) en niet op het aangevraagde productievolume van 8650 ton per jaar. In de periode daarna bleek uit metingen dat het biofilter, waarvan in de aanvraag was aangenomen dat het een verwijderingsrendement had van 90%, hier niet aan voldeed. Bovendien bleek uit geurmetingen dat de aangevraagde geuremissie, gebaseerd op kentallen uit de Bijzondere regeling voor geur- en smaakstoffen van de Nederlandse emissie Richtlijnen (NeR), geen goed beeld gaf van de werkelijke geuremissie van het bedrijf.

Givaudan heeft daarom besloten om een aanvulling op de revisieaanvraag in te dienen waarin een juister beeld wordt gegeven van de geurbelasting ten gevolge van de vergunde activiteiten. Voor een gedetailleerde omschrijving van de geuremissie- en immissiesituatie verwijzen wij naar de aanvraag. De aanvraag bestaat uit: - Bijlage 1: Aanvulling revisievergunningaanvraag van 4 februari 2000 - Bijlage 2: Geurmeetrapporten - Bijlage 3: Verspreidingsberekeningen (20060705Giro) 2 PROCEDURE Met betrekking tot deze vergunningaanvraag wordt de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en hoofdstuk 8 en 13 van de Wm voorgeschreven procedure gevolgd. De aanvraag is toegezonden aan de bij of krachtens de Wm aangewezen adviseurs en betrokken overheidsorganen: - het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Barneveld; - het waterschap Vallei & Eem. De aanvraag inclusief de aanvulling voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wet milieubeheer alsmede hoofdstuk 5 van het Ivb. Gelet op het voorgaande hebben wij de aanvraag van Givaudan in behandeling genomen. 3 AFSTEMMING WET MILIEUBEHEER MET ANDERE WET- OF REGELGEVING 3.1 Wet op de Ruimtelijke Ordening De activiteiten passen in het vigerende bestemmingsplan. 3.2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren Deze inrichting is vergunningplichtig op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Het vastleggen van de geurbelasting heeft geen gevolgen voor de omvang en samenstelling van de lozing en de vigerende Wvo-vergunning hoeft niet te worden aangepast. 3.4 M.E.R (beoordelings)plicht De in de aanvraag beschreven veranderingen vallen niet onder onderdeel C noch onderdeel D van het Besluit milieueffectrapportage 1994, gewijzigd op 7 mei 1999, Stb. 224. In de provinciale milieuverordening Gelderland zijn verder geen aanvullende activiteiten ten aanzien van het Besluit milieueffectrapportage opgenomen waarvoor de m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Voor de aangevraagde activiteiten hoeft geen milieueffectrapportage te worden opgesteld. 4 TOETSINGSKADER 4.1 Wet milieubeheer De Wet milieubeheer omschrijft in de artikelen 8.8, 8.9 en 8.10 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Op grond van artikel 8.11, lid 3, worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan een vergunning voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zo veel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Hierna wordt aangegeven hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader verhoudt. Wij beperken ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed kunnen zijn. 2

4.2 Regeling aanwijzing BBT-documenten De installaties binnen de inrichting zijn aan te merken als gpbv-installaties in de zin van de Wet milieubeheer, want zij vallen onder categorie 4.1 in bijlage I van de IPPC-richtlijn. Ingevolge artikel 5a.1, tweede lid, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer is de Regeling aanwijzing BBT-documenten hier van toepassing. Voor installaties als bedoeld in bijlage 1 moet in ieder geval rekening worden gehouden met de in tabel 1 van deze regeling opgenomen documenten. Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Ten slotte dienen blijkens jurisprudentie de eindconcept-bref s en Bref s die nog niet zijn opgenomen in tabel 1 te worden betrokken bij de besluitvorming. Deze moeten immers worden beschouwd als documenten die een beschrijving bevatten van vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd. 4.3 Milieu-essenties Bij de beslissing op onderhavige aanvraag hebben wij, gelet op de gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, de milieuessentie geur betrokken. 5 TOETSING 5.1 Beleid Landelijk beleid Het landelijk beleid zoals opgenomen in de Herziene Nota Stankbeleid (1994) is aangepast en nader toegelicht in een brief van de minister van VROM (d.d. 30 juni 1995). Als algemene doelstelling wordt in deze brief genoemd het zo veel mogelijk beperken van bestaande hinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Het is aan het bevoegd gezag om in vergunningprocedures invulling aan deze doelstelling te geven en te bepalen welke mate van hinder als acceptabel wordt beschouwd. Als leidraad voor het afwegingsproces dat daarbij doorlopen wordt is de hindersystematiek Geur ontwikkeld. Deze hindersystematiek, die is vastgelegd in de Nederlandse emissie richtlijnen lucht (NeR) benoemt de verschillende aspecten die in het afwegingsproces moeten worden meegenomen om te komen tot een zorgvuldige bepaling van het acceptabel hinderniveau. Naar aanleiding van de brief van de minister van VROM van 30 juni 1995 zijn voor een beperkte groep van gelijkwaardige bedrijven, de zogenaamde categorie-1-bedrijven, bijzondere regelingen opgesteld op basis van bedrijfstakonderzoeken. Voor die bedrijven waarvoor deze aanpak niet mogelijk is, de zogenaamde categorie-2-bedrijven en bedrijven gelegen op complexe industrieterreinen, de zogenaamde categorie-3-bedrijven, wordt een individuele aanpak voorgestaan. Provinciaal beleid Het resultaat van het afwegingsproces, de vaststelling van de hoogte van het acceptabel geurhinderniveau, wordt voor categorie-2 en categorie-3 bedrijven niet verder uitgewerkt in de hindersystematiek. In de provinciale beleidsregels voor geur, d.d. 17 september 2002 (provinciaal Blad 2002/77) wordt de ruimte die de NeR biedt voor het vaststellen van het acceptabel geurhinderniveau afgebakend door het hanteren van een afwegingstraject met een streef-, richten bovenwaarde. Het doel van deze beleidsregels is om de eenduidigheid van het afwegingsproces zoals dat met de hindersystematiek is ingezet verder te vergroten met als argument dat een willekeurige bewoner of willekeurig bedrijf op een willekeurige plaats in Gelderland kan rekenen op eenzelfde soort afweging over zijn of haar bescherming of maatregelenpakket tegen geuroverlast. 5.2 Aanvraag Omschrijving aanvraag In deze aanvraag wordt de geuremissie van de centrale schoorsteen ten gevolge van de op 12 december 2000 vergunde activiteiten op basis van uitgevoerde geurmetingen vastgesteld en samen met de op 4 februari 2000 aangevraagde en vergunde diffuse geuremissie aangevraagd. 3

De omgeving De inrichting is gelegen op het industrieterrein De Harselaar. Het bedrijf Continental Banden Groep ligt als dichtstbijzijnde werkomgeving ten oosten naast Givaudan. De dichtstbijzijnde woonomgeving ('t Ooster) bevindt zich ca. 400 meter ten noordoosten van het bedrijf. De woonkern Barneveld bevindt zich ten zuidoosten op ca. 700 meter en de woonkern Voorthuizen op ca. 1000 meter ten noordoosten. Geuronderzoek Bij de aanvraag zijn vier meetrapporten gevoegd van geurmetingen, uitgevoerd in de periode november 2004 tot juli 2005. Drie metingen zijn uitgevoerd door het bureau Milieumetingen van de provincie Gelderland en één meting door PRA Odournet BV als adviseur van het bedrijf. Alle rapportages beschrijven de uitvoering en resultaten van een kwantitatief geuremissie-onderzoek waarbij als onderzoeksmethode geurconcentratiemetingen is gebruikt. Er is onderzoek gedaan naar de geuremissie van de centrale schoorsteen. Geurbelasting van de aangevraagde activiteiten De gemeten geuremissie van de centrale schoorsteen bedraagt 1200*10 6 geureenheden per uur. De totale geuremissie van de inrichting, centrale schoorsteen plus diffuse emissie, bedraagt 1272*10 6 geureenheden per uur. De hoogste geurbelasting ter plaatse van de woonkern Voorthuizen bedraagt 1,3 geureenheden per m 3 als 98-percentielwaarde. Ter plaatse van de dichtstbijgelegen woning in landelijk gebied ('t Ooster) bedraagt de geurbelasting 7 geureenheden per m 3 als 98-percentielwaarde. De geurbelasting ter hoogte van het buurbedrijf Continental bedraagt 25 geureenheden per m 3 als 98-percentielwaarde. Geurbeperkende maatregelen Door Givaudan worden de geurbeperkende maatregelen biofiltratie en lozingspuntverhoging toegepast. Deze technieken geven binnen de geur- en smaakstoffenbranche bij punt- en procesafzuigingen over het algemeen een goede effectiviteit tegen redelijke kosten voor alle voorkomende afgasstromen. Wel is gebleken dat het geurverwijderingsrendement van het biofilter 6335 (58%) lager is dan het rendement dat van een optimaal werkend filter (85 á 90%) verwacht mag worden. Door Givaudan is in de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan aanvullende maatregelen, zoals het installeren van een gaswasser, die ten eerste moeten leiden tot een verlaging van het geuraanbod aan het biofilter en ten tweede tot een verbeterde werking van het biofilter. Naast deze end-of-pipe technieken heeft Givaudan de afgelopen jaren ook veel aandacht besteed aan procesgeïntegreerde maatregelen zoals het aanpassen van reactieketels voor een geheel gesloten procesvoering en het vervangen van een aantal sterk geurende componenten door minder sterk geurende componenten, waardoor een verlaging van het geuraanbod aan het filter wordt bewerkstelligd. Om te komen tot een verbeterde werking van het biofilter zijn daarnaast de volgende maatregelen genomen: - installatie van een bevochtiger vóór het bioflter; - vervanging van het biofiltermateriaal; - aanpassing onderhoudsstrategie biofilter. BBT In de aanvraag wordt getoetst aan de Bref s Monitoring en Afgas- en afvalwaterbehandeling en de Bijzondere Regeling Geur- en Smaakstoffenindustrie. De Bref Monitoring ziet toe op een deugdelijk meet- en rapportagesysteem van emissies en in de Bref Afgas- en afvalwaterbehandeling wordt een milieuzorgsysteem als voorwaarde voor het toepassen van best beschikbare technieken beschouwd. Het bedrijf is van mening dat aan beide voorwaarden wordt voldaan omdat het beschikt over een milieuzorgsysteem, dat geïntegreerd is in het ISO-9001 gecertificeerde kwaliteitszorgsysteem. De Bijzondere Regeling geeft een overzicht van de mogelijke geurbeperkende maatregelen en biofiltratie en lozingspuntverhoging worden beschouwd als een effectieve techniek bij alle voorkomende afgasstromen in de branche. 4

5.3 Toetsing Toetsingskader In januari 1998 is in de NeR de Bijzonder regeling geur- en smaakstoffenindustrie opgenomen. In de onderliggende revisievergunning is de geurbelasting van Givaudan aan deze regeling getoetst. Omdat deze regeling op 21 maart 2007 is ingetrokken moet er volgens de hindersystematiek van de NeR getoetst worden aan het provinciaal geurbeleid. Het toetsingskader zoals weergegeven in het Gelders geurbeleid bestaat uit een afwegingstraject met een streef-, richt- en bovenwaarde, waarbij de hedonische waarde van de geuremissie het niveau van deze drie waarden bepaalt. De richtwaarde is afhankelijk van de vastgestelde hedonische waarde. Op basis van het onderzoeksrapport "Geuremissie onderzoek GivaudanRoure en PFW in Barneveld"; rapportnr. BL2000.1617.01 van Buro Blauw wordt de geur als "zeer hinderlijk" gekwalificeerd. De bijbehorende streef-, richt- en bovenwaarden zijn: Wonen/Buitengebied (ge/m 3 als 98-percentiel) Werken (ge/m 3 als 98-percentiel) streefwaarde richtwaarde bovenwaarde streefwaarde richtwaarde bovenwaarde 0,1 0,3 1 0,3 1 3 Best bereikbaar geurhinderniveau Wij stellen vast dat de geurbelasting van Givaudan voor zowel de omgeving Wonen/Buitengebied als Werken ten gevolge van de op 12 december 2000 vergunde activiteiten zich boven de bovenwaarde van het toetsingskader bevindt. Artikel 4.3.1.1 van ons geurbeleid zegt dat indien de bestaande geurbelasting hoger is dan de bovenwaarde en niet met redelijkerwijs te verlangen maatregelen te reduceren is tot ten hoogste de bovenwaarde, wij het, met redelijkerwijs te verlangen maatregelen, best bereikbare geurhinderniveau vaststellen. Givaudan heeft de afgelopen jaren 500.000 geïnvesteerd in het optimaliseren van gaswassing en biofiltratie, twee effectieve geurbestrijdingstechnieken in de geur- en smaakstoffenbranche, en het implementeren van procesgeïntegreerde maatregelen. Wij zijn van mening dat het bedrijf op dit moment alle redelijkerwijs te verlangen maatregelen en voorzieningen heeft getroffen om de geurbelasting te beperken. Wij beschouwen de aangevraagde geurbelasting als het op dit moment best bereikbare geurhinderniveau. BBT Givaudan toont in de aanvraag aan dat de best beschikbare technieken worden toegepast met betrekking tot de behandeling van afgassen, zoals genoemd in de Bref s Afgas- en Afvalwaterbehandeling en Monitoring. Givaudan heeft in de aanvraag niet getoetst aan de Bref Organische Fijnchemie die volgens de "Regeling aanwijzing BBT-documenten" eveneens van toepassing is op de activiteiten bij het bedrijf. Deze Bref gaat niet specifiek in op geurbestrijdingstechnieken maar noemt een aantal algemene maatregelen met betrekking tot beperking en beheersing van afgasstromen. De beperking van de afgasstromen wordt bij Givaudan bewerkstelligd door de procesaanpassingen ten gunste van een gesloten procesvoering. De beheersing van de afgasstromen vindt plaats door de gerichte punt- en ruimteafzuiging en behandeling van mogelijke geurbronnen. Wij zijn van mening dat door Givaudan BBT wordt toegepast. Voorschriften In artikel 5 van ons geurbeleid is aangegeven dat waar mogelijk geuremissievoorschriften worden opgenomen, die zijn afgeleid van het vastgestelde geurhinderniveau. Daarom hebben wij voorschrift 8.1.2 opgenomen waarin een maximale geuremissie van 1200 miljoen geureenheden per uur wordt voorgeschreven. Om te garanderen dat deze maximale geuremissie niet leidt tot een overschrijding van het vastgestelde best bereikbare geurhinderniveau is een aantal randvoorwaarden belangrijk. 5

Deze randvoorwaarden zijn opgenomen in de voorschriften 8.1.1, 8.1.3, 8.1.4 en 8.1.5. Omdat de vastgestelde geuremissie leidt tot een geurhinderniveau dat ligt boven de bovenwaarde en niet met redelijkerwijs te verlangen maatregelen is te reduceren tot de bovenwaarde, zegt artikel 4.3.1.1 van ons geurbeleid dat wij een onderzoek instellen of en zo ja binnen welke termijn met verdergaande maatregelen een acceptabel geurhinderniveau kan worden bereikt. Daartoe nemen wij voorschrift 8.1.6 op waarin wij het bedrijf vragen jaarlijks onderzoek te doen naar mogelijkheden om de geur te reduceren, waarbij dan in het bijzonder gekeken wordt naar andere geurbeperkende technieken dan biofiltratie. Conclusie Gezien de voorgaande overwegingen kunnen wij de gevraagde vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verlenen aan Givaudan, waarbij wij in het belang van de bescherming van het milieu voorschriften verbinden aan de vergunning. Deze bieden in samenhang met de in de aanvraag vermelde maatregelen de grootst mogelijke bescherming tegen de nadelige gevolgen voor het milieu. De wijzigingsvergunning hoort bij de eerder voor de inrichting verleende revisievergunning Wet milieubeheer van 12 december 2000 (MW98.10196). 6 BESLUIT Overwegende het hiervoor vermelde en gelet op de desbetreffende bepalingen in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk de Wet milieubeheer en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten met name het gestelde in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; HEBBEN WIJ BESLOTEN I II Aan Givaudan Nederland B.V. voor haar inrichting gelegen aan de Nijverheidsweg 60 te Barneveld, de gevraagde vergunning te verlenen voor de aangevraagde geurbelasting in de omgeving ten gevolge van de activiteiten in de inrichting. Aan de vergunning in het belang van de bescherming van het milieu de volgende voorschriften te verbinden. Voorschriften 8 LUCHT 8.1 Emissienorm 8.1.1 De geuremissies van de productieafdelingen (proceslucht, spot- en ruimteluchtventilatie van gebouw 10N, 10S en 11) worden via een gemeenschappelijke schoorsteen met een hoogte van 30 m geloosd. 8.1.2 De geuremissie uit de schoorsteen bedraagt maximaal 1200 *10 6 ge/h (1200 miljoen geureenheden per uur). 8.1.3 De uittreesnelheid uit de schoorsteen bedraagt 22 meter per seconde. 8.1.4 De jaarlijkse productietijd van de inrichting bedraagt niet meer dan 5600 uur. 8.1.5 De productie-uren worden geregistreerd in een logboek. Dit logboek dient op een zodanige plaats in de inrichting te worden bewaard dat het bevoegd gezag deze op verzoek terstond kan inzien. 6

8.1.6 Het bedrijf onderzoekt jaarlijks welke mogelijkheden aanwezig zijn om de geuremissie van het bedrijf te reduceren. Daarbij dient aandacht besteed te worden aan organisatorische maatregelen, procesgeïntegreerde maatregelen en nageschakelde technieken, anders dan biofiltratie en de kosten die hiermee zijn gemoeid. Het resultaat van dit onderzoek wordt jaarlijks voor 1 januari opgestuurd naar het bevoegd gezag. Arnhem, 9 juli 2007 code: 71939.out 7