Migrantengezinnen in Nederland: Een introductie ti Astrid Kamperman O3, Erasmus MC
Migratiegeschiedenis NdI Ned. Indië/Molukken: 40 tot t60 er jaren Mediterranée: halverwege 50 er jaren Turkije en Marokko: vanaf 60 er jaren tot tnu Suriname: 60 en 70 er jaren tot nu Vluchtelingen: li vanaf 80 er jaren tot tnu, Denk ook aan vroege groepen zoals Vietnamezen, Chilenen, Sovjet burgers. Hangt altijd afvanwaarde crises in de wereld zich voordoen. De sterkste vluchten het eerst: vaak mannen. Antillen: vanaf de 90 er jaren tot nu Nu: de nieuwe arbeidsmigranten, pendelen.
Migranten in Nederland 10% van de bevolking is niet Westers itw t allochtoon, in A dam en R dam is dat dtresp. 25% en 34%. Toekomstvoorspellingen: 40% in 2015. Meer dan 50% van de jongeren (<18 jr.) in A dam en R dam is niet Westers allochtoon. Grootste groepen: Surinamers, Turken en Marokkanen, elk zo n 20% (330.000 personen) van de niet westerse bevolking. Vluchtelingen: Voormalig Joegoslavië, voormaligesovjet republieken, Somalië, Afghanistan,Irak en Iran. Asielzoekers (23.000), AMA s: Angola, Somalië, Guinee, China, Afghanistan (enkele duizenden per jaar, veel verzoeken worden afgewezen). Verder: Antillianen en Arubanen(130.000), Kaapverdianen (40.000), Chinezen (onduidelijk hoeveel 45.000 100.000), Ghanezen (20.000), en Midden en Oost Europeanen (100.000). Migranten in Amsterdam: Marokkanen, (Creoolse) Surinamers, Ghanezen Verspreiding over de stad: De Baarsjes, Zuid Oost Andere regionale verschillen: Overijssel, Rotterdam, Den Haag.
Niet Westerse migranten per Rotterdams stadsdeel 1/3 van alle Rotterdammers is van niet-westerse afkomst
Uitgesplitst naar migrantengroep Rotterdam Surinamers Marokkanen Antillianen Turken
Allochtone Jeugd Meer dan 50% van de jongeren (<18 jr.) )in A dam en R dam is niet Westers allochtoon. 2e generatie is 40% van alle niet Westerse allochtonen. 3e generatie is nu nog klein, maar neem snel toe. Zij worden nu geboren. 95% is < 10jr. Kinderen die nu het onderwijs instromen zijn vrijwel allemaal in Nederland geboren. Hebben vaak een betere uitgangspositie dan hun ouders. Taalbeheersing isbeter en opleidingishoger is hoger. Op dit moment een sterke identificatie met thuisland, of met religie.
Beschrijving van allochtone gezinnen adhv: 1) Leefstijl: structurele kenmerken, zoals gezinssamenstelling, huisvesting, SES, migratie sociaal netwerk culturele oriëntatie en taalbeheersing 2) Denkbeelden over kinderen, opvoeding en ontwikkeling: ouderschapsmotivatie opvoedingsdoelen Visie, hoe kijk je tegen jezelf en anderen aan 3) Taakverdeling: Gezinstaken Opvoedersrol 4) Opvoedingsstijl: Communicatie, disciplinering entoezicht 5) Opvoedingsbeleving Opvoedingsondersteuning, rol van formeel en informeel netwerk
Leefstijl Marokkaanse gezinnen Gezinssamenstelling: Twee ouders met kinderen, gem. 28ki 2,8 kind per gezin Omvang van gezinnen neemt snel af: 6 kinderen per gezin in 1985, nu 23% 3 kinderen of meer. Meer dan de helft van de Marokkaanse vaders en moeders heeft alleen basisonderwijs Opleiding kinderen: laag enmiddelbaar middelbaar, gemiddeld lager dan Turkse kinderen Ongeveer de helft van de gezinshoofden is werkeloos, arbeidsongeschikt of gepensioneerd. Langdurige werkeloosheid komt veel voor. Werkniveau is elementair of laag: ongeschoold of laaggeschoold werk Arbeidsparticipatie moeders is laag Oriëntatie: toekomst ligt in Nederland, maar contact met Marokko blijft intact Kinderen moeten ook Marokkaans blijven, trouwen met een Marokkaanse partner. Maar willen ook dat hun kinderen in contact komen met Nederlandse samenleving Het gevoel niet geaccepteerd te worden, discriminatie. Willen dat hun kinderen geen aanleiding geven voor discriminatie Taal: Thuis spreekt men Marokkaans (Arabisch of Berber), maar ook vaak in combinatie met Nederlands. Het merendeel spreekt redelijk Nederlands, moeders minder dan vaders. Sociaal netwerk: Marokkaans: familie, vrienden. Soms etnisch gemengd netwerk. Naarmate de opleiding hoger is meer contacten buiten de familie.
Opvoeding in Marokkaanse gezinnen Doel: 1) presteren 2 )conformeren 3) sociaal zijn 4) autonomie (in de sociale betekenis, verantwoordelijkheid nemen) Een balans vinden tussen de sociale en morele omgeving en het eigen belang: sociale intelligentie aql Autonomie hoger bij jongere hoog opgeleide moeders Assertief: wel buiten de deur maar niet thuis Nederlanders veel te permissief, ook leerkrachten, kinderen respectloos om met hun ouders, te veel vrijheden, vooral meisjes Bij Nederlanders: 1) autonomie, 2) sociaal zijn, 3) conformeren, 4) presteren
Opvoeding, vervolg Jongekinderen soepel enweinig structuur Na 12 jaar wordt zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid verwacht. Meisjes eerder dan jongens Moratorium wordt niet ondersteund. Tegen het 20e jaar hoor je je volwassen te gedragen. Het bestaan ervan bij de Nederlandse gezinnen is bekend. Ouders vrezen de invloed op hun kinderen. Na puberteit nemen meisje huishoudelijke taken over, tot volledig overname na 18e jaar Bijdragevanjongensaanhethuishoudenis jongens aan huishouden is vrijblijvend Nu: meisjes niet te zwaar belasten om schoolprestaties
Taakverdeling in Marokkaanse gezinnen Traditionele taakverdeling: Vaders afstandelijk en autoritair. Zij zijn het hoofd van het gezin, verantwoordelijk voor het inkomen, de presentatie van de familie naar buiten & het disciplineren van de kinderen. Moeders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding, zij werken nauwelijks buitenshuis. Strikt traditionele taakverdeling verdwijnt: Meer invloed van vader in ouderschap, maar moeder blijft absoluut de spil Dochters worden opgevoed voor zorg aan de familie EN zelfstandigheid Jongens tot broodwinners
Opvoedingsstijl in Marokkaanse gezinnen Communicatie: Warm maar niet psychologisch. Eenrichtingsverkeer, verschillende onderwerpen blijven taboe Jongens brengen eerder meer tijd buitenshuis door, waardoor informatie uitwisseling vermindert Hogere opleiding: Meer symmetrische communicatie, en meeronderwerpen komenaan bod Controle en discipline Autoritair wordt autoritatief, maar nog wel minder dan Nederlandse ouders Kinderen zijn ook vaak buiten de controle van hun ouders, ouders volgen het meer op afstand. Kinderen brengen veel tijd met elkaar door, ouders spelen niet met hun kinderen Oudere kinderen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor opvoeding van jongere kinderen, incl schooltaken. Hoger opgeleide ouders houden meer toezicht op hun kinderen. Dit leidt tot meer autonomie voor Marokkaanse kinderen Dochters worden strikter opgevoed dan zoons. Dit is tevens verklaring voor betere schoolprestaties: ze moeten meer thuis zijn. Opvoeding is vooral een sociale opvoeding, geen speelgoed of boeken Geen hulp bij schoolwerk, of keuze van school, soms wel monitoren van prestaties en preken over belang van opleiding School wordt ook gezien als bron van negatieve Nederlandse invloeden
Opvoedingsbeleving in Marokkaanse gezinnen Angst voor uitsluiting en discriminatie Wensen goede carrière, maarkunnen weinig steun bieden Angst voor Nederlandse invloed Willen meer contact met hun kinderen maar zijn zelf niet zo opgevoed. Disciplineren in de puberteit. Hoe om te gaan met assertiviteit en manipulatie van hun kinderen? Missen de controlerende en disciplinerende taak van de omgeving Negatieve ervaring hulpverlening: het NLse systeem staat andere waarden voor Juist wanneer het mis gaat willen ze niet dat hun kinderen nog Nederlandser worden Wel wenselijk: hulp bij taal en onderwijs
Leefstijl Turkse Gezinnen Gezinssamenstelling: Twee ouders met kinderen (60 70%), gem. 2,5 kind per vrouw. Gezin soms aangevuld met andere familieleden. Omvang gezinnen neem snel af: was 3,5 kind per vrouw in 1985, nu 26% meer dan 3 kinderen. Aantal echtscheidingen neemt toe. Vrouwen krijgen jong hun 1e kind: gem. 20 jaar, leeftijdsverschillen tussen kinderen zijn klein Meer dan de helft van de Turkse vaders en moeders heeft alleen basisonderwijs Opleiding kinderen: laag en middelbaar; 10% van de kinderen heeft tussendoor enkele jaren in Turkije onderwijs gehad. Ongeveer de helft van de gezinshoofden is werkeloos, arbeidsongeschikt of gepensioneerd. Langdurige werkeloosheid komt veel voor. Werkniveau is elementair of laag: ongeschoold of laaggeschoold werk Oriëntatie van de ouders is op Turkije (voor zichzelf), terwijl de kinderen hun toekomst in Nederland zien. Concrete remigratieplannen ontbreken Thuis wordt Turks gesproken, Turkse identiteit is bl belangrijk, trouwen met Turkse partner Ouders, vooral de moeders, spreken (zeer) slecht Nederlands Sociaal netwerk: Turks, veel contact met familie, veel familie in Nederland, ook vaak in dezelfde buurt Contact met Nederlanders: nauwelijks, kinderen meer etnisch gemengde vriendengroep
Opvoeding in Turkse gezinnen Doelen: 1) maatschappelijk presteren, ook voor dochtersweinig ruimte voor moratorium 2) Conformisme (respect en gehoorzaamheid, een goede moslim worden) 3) Autonomie, maar krijgt een sociale invulling (zelfredzaamheid, verantwoordelijkheid) Naarmateopleidingsniveauhogeris is: meerindividualistischeinvullingvanautonomie invulling van autonomie, enminder conformisme Economische motieven: vooral bij moeders, financiële steun, zorgplicht bij ziekte, ouderdom, gaan bij hun kinderen in huis wonen Voor 12e soepel, weinig gestructureerd Na 12 jaar komt de nadruk meer op controle te liggen, vooral bij dochters. Moeders geven hun kinderen, ook hun dochters, meer vrijheden dan vaders. Moeders en dochters brengen veel tijd samen door. Conflicten tussen vader en oudere kinderen (streven naar autonomie). Moeders kunnen hun kinderen onvoldoende d steunen. Puberteit veel conflicten, vooral over huishoudelijke taken, school, vrienden, tijd om thuis te komen
Taakverdeling in Turkse gezinnen Vergelijkbaar met de Marokkaanse gezinnen Traditionele taakverdeling wordt losgelaten: Meer gelijke rol in de opvoeding Opvoeding zoons en dochters verschilt
Opvoedingsstijl in Turkse gezinnen Communicatie: Ideaal: Communicatie, openheid en wederzijds respect In de helft van de gezinnen wordt tot de kinderen gesproken, de andere helft meer twee richting verkeer. Sommige onderwerpen zijn taboe, zoals seksualiteit Controle en discipline: Controle en discipline dmv onderhandeling, uitleg Het autoritaire model is vrijwel losgelaten, autoritatieve opvoedingsstijl Maagdelijkheid van dochters belangrijk, voor hen geldt restrictie en controle Opvoedingspatronen zijn seksespecifiek Informele educatie en hulp bij huiswerk ontbreekt, maar schoolprestaties worden wel gevolgd.
Opvoedingsbeleving in Turkse gezinnen Twijfels bij de ouders om hun kinderen goed op te voeden in een vreemde samenleving En hoe ze te disciplineren, vooral in de pubertijd Over het algemeen weinig twijfels over steun aan de kinderen en de kwaliteit i van de ouder kind d relatie Weinig behoefte aan steun, ouders zelf of vrienden met kinderen in dezelfde leeftijd. Inmenging van de familie wordt niet gewaardeerd Wel wenselijk: informatie over opvoeding en ontwikkeling, steun bij scholing en taalonderwijs
Leefstijl Surinaams Creoolse gezinnen Gezinssamenstelling: Relatief veel vrouwen met kinderen, zonder man, 21% (Antillianen 26%), 40 resp. 60% van de kinderen groeit op in ouder gezin Aantal kinderen gem. 1,8 per Surinaamse vrouw (dat is verg. met autochtone vrouwen); 1,9 per Antilliaanse vrouw 1e kind vaak al voor 20e jaar geboren (30%) Vrouwen hebben kinderen van meerdere mannen De bezoekende vader, mannen wonen vaak gedeeltelijk in Suriname, terwijl de vrouwen vast in Nederland wonen. Biculturele relaties komen onder Creolen regelmatig voor. Opleidingsniveau ouders is vrijwel gelijk aan dat van Nederlanders Opleidingsniveau van de kinderen is iets onder dat van NLse kinderen Arbeidsparticipatie van vrouwen is hoger dan bij Nederlanders De helft vd alleenstaande moeders is afhankelijk ve uitkering (dit is minder dan bij Nederlandse alleenstaande moeders) Surinaamse moeders behoren in half van de gevallen zelf tot de 2e generatie Oriëntatie: i participeren i en zijn georiënteerd op NL, taal is Nederlands d Discriminatie moet genegeerd worden en je moet trots zijn op je achtergrond Contact met Surinamers en Nederlanders. Veel familie woont in Nederland. Vrouwen steunen op vrouwen
Opvoeding in Creoolse gezinnen Doel: Presteren, sociaal zijn en conformeren worden even belangrijk geacht Dan pas autonomie Zelfstandigheid van dochters is opvoedingsdoel: dochters worden voorbereid op alleenstaand moederschap, zelfvertrouwen in omgang met mannen; Bij de zoons: eerlijkheid en respect Assertiviteit is belangrijk naar peers toe, maar niet binnen de familie Jonge kinderen worden opgevoed met waarden als luisteren en beleefd zijn, krijgen ook kleine taken opgedragen Puberteit wordt gevreesd, volwassenheid start tussen 18 en 21, dus moratorium wordt min of meer erkend Surinaamse moeders voelen zich afgekeurd om hun opvoedingsstijl Nlse ouders zijn de controle over hun kinderen kwijt Nlse kinderen denken dat ze het middelpunt zijn
Taakverderdeling in Surinaamse gezinnen Rol van de vader/partner van moeder is beperkt, zeker na scheiding Als vader aanwezig is, is taakverdeling vrij traditioneel Moeders zouden graag een grotere rol voor vader zien (vooral emotioneel) Vooral in Suriname: Extended family van moeders kant is belangrijk in huishouding. Mannelijke familieleden worden ingeschakeld bij problemen. Taken van kinderen jongen tot 12jr zijn gering.
Opvoedingsstijl in Creoolse gezinnen Communicatie: Egalitair, open communicatie, aandacht voor psychologische noden van hun kind Toch ook directief in communicatie, vooral alleenstaande moeders Controle en discipline: Luisteren en gehoorzamen om te zorgen dat ze op het rechte pad blijven Gecombineerde autoritaire en autoritatieve stijl, geen fysieke straffen In puberteit krijgen ze meer vrijheden en mogen ze uit Dochters liever geen seks uit angst dat ze tienermoeders worden, meer restrictief naar dochters Maar geen Nederlandse toestanden: Vriendjes mogen niet blijven slapen Bereiden hun kinderen voor op school en lezen hun kinderen voor, monitoren hun schoolprestaties nauwkeurig, ouders participeren p en hebben contact met school
Opvoedingsbeleving in Creoolse gezinnen Zorgen over ht het gehoorzamen vd kinderen en financiële iël zorgen Angst dat ze in de criminaliteit terecht komen Over het algemeen negatief over zorg Praktische hulp wordt gewaardeerd, d maar geen bemoeienis, i NLse hulpverlening heeft alleen oog voor de kinderen Grootouders en tantes belangrijk in de opvoeding Aleenstaand moederschap lijkt weinig negatieve gevolgen te hbb hebben: wel meer problemen bij zoons en financiële iël zorgen.
Concluderend Allochtone gezinnen: Sociaal economische achterstanden t Huisvesting is slechter, achterstandswijken, minder woonoppervlak Kinderen, vooral zoons, zijn sociale prestige Acculturatieverschillen tussen gezinsleden Opvoedingsdoelen: gehoorzaamheid en netheid vs zelfontplooiing en verantwoordelijkheidsgevoel (afhankelijk van SES) Dochters hebben veel verantwoordelijkheden binnen gezin, zoons veel minder, maar hebben wel een controlerende taak op gedrag buitenshuis Rol van de vader en moeder verschillen
Concluderend Allochtone gezinnen: Weinig verschillen in disciplineren, fysieke straffen komen weinig voor. Verschillen zitten in de terreinen waarop wordt gestraft, bijv eten en slapen, uitgaan en seksualiteit Minder vaak cognitief stimulerend speelgoed, sociale educatie Sterk onderscheid binnen en buitenwereld Extended families, tantes, oma s, ooms, schoonouders, hebben een rol in de opvoeding Opvoedingsdoelen van de ouders worden niet ondersteund door de Nederlandse samenleving Nederlandse ouders te vrij en kindvriendelijk, Nederlandse kinderen zijn brutaal en onbeleefd tegen hun ouders, structuur en regelmaat wordt positief gewaardeerd. Staan negatief tegenover hulpverlening, bedreigend voor eigen gezin, zou te permissief zijn voor de jongeren