Paasklok krijgt hulp Klingel
BIM BAM BOM BIM BAM BOM! De klokken luiden voor de laatste keer. Nee, niet echt voor de laatste keer! Vandaag is het Witte Donderdag, dan vertrekken alle klokken op reis naar Rome. De volgende dagen zul je geen klokken meer horen.
Hoog in de klokkentoren maakt het kleine klokje Klingel zich klaar voor de grote trip. Hij is heel opgewonden, hij mag voor de eerste keer mee. Hij weet niet waar Rome ligt. Zijn ouders hebben hem gezegd dat het heel ver weg is. Daarom heeft hij zich de laatste maanden goed geoefend in het vliegen. Klingel is er klaar voor!
Daar zijn ze vertrokken: Klingel, mama Bel, papa Klepel en alle andere klokken. Ze vliegen hoog boven de wolken zodat de mensen hen niet kunnen zien. Alles daar beneden lijkt zo klein. Ze fladderen over België, Duitsland, Zwitserland om uiteindelijk aan te komen in Italië. Maar goed dat Klingel zijn warme muts heeft meegenomen, het is zo koud daarboven!
Nu moeten ze nog de stad Rome zoeken. Mama en papa weten de weg. Zij zijn hier al zo vaak geweest. In Rome halen ze de eieren voor alle kinderen van het dorp. Klingel denkt aan Sofie, Jan, Pieter, Anne en aan de andere kinderen die in het dorp wonen. Wat zullen ze blij zijn met al dat lekkers!
De klokken keren terug in het midden van de nacht, maar dat is niet erg! Ze moeten de eieren stiekem in de tuin laten vallen. Als er toch kindjes aan het piepen zijn door het raam, vliegen ze er zomaar voorbij. Vlug, vlug, vlug. Het wordt al bijna ochtend! Het is Pasen! Snel gaan de klokken terug in hun toren hangen en luiden ze het paasfeest in. Ze zingen Hoera, Jezus is verrezen! Hij was dood, maar Hij leeft!
Maar na vele jaren worden de ouders van Klingel te oud om de lange reis te maken, en ook de andere klokken worden ouder. Klingel heeft steeds meer werk. Daarom besluit hij een oplossing te zoeken. Hij denkt en denkt en denkt, tot hij er hoofdpijn van krijgt. Vinden jullie een goede oplossing voor het probleem van Klingel?
Plots gaat er een belletje rinkelen bij Klingel. Als de klokken hem niet meer kunnen helpen, kan iemand anders dat misschien wel! Voorzichtig vliegt hij uit zijn toren en gaat op zoek. Wie zou er hem willen helpen met het brengen van de paaseieren?
Misschien wel de ganzen? Die kunnen met hem meevliegen. Hij gaat naar Moeder Gans en vraagt: Willen jullie mij helpen de paaseieren rond te brengen? Ik kan dat niet alleen! Eieren rondbrengen? Nee jongeman, dat doen wij niet hoor! Wij hebben het veel te druk en onze vleugels zijn nog moe van onze wintertrek. Zoek maar iemand anders om je eieren rond te brengen. Vraag het eens aan Reinaert de Vos, misschien kan die je helpen.
Klingel vliegt het bos in, op zoek naar Reinaert. Die ligt lekker te luieren voor zijn hol. Reinaert, wil jij mij helpen de paaseieren rond te brengen? Ik kan dat niet alleen! Eieren rondbrengen? roept Reinaert uit. Nee jongeman, dat doe ik niet hoor! Die reis is veel te ver voor mij, mijn vossenpootjes zijn veel te kort.
Verdrietig fladdert Klingel verder rond. Wel klokje, wat doe jij hier in het bos. Ben je verdwaald of zo? zegt plots een fijn stemmetje achter Klingel. Vliegensvlug draait hij zich om. Wie zei dat? Klingel kijkt rond, maar ziet niemand in het bos. Waar ben je? Ik sta gewoon hier hoor, je moet een beetje naar beneden kijken zegt het stemmetje. Klingel kijkt naar beneden en ziet een haasje staan, dat hem nieuwsgierig aankijkt. Nou, wat doe jij hier nu, klokje?
Mijn naam is Klingel en ik ben een van de klokken uit de kerktoren in het dorp. Elk jaar vliegen we naar Rome om eieren te halen. Nu zijn alle klokken oud geworden, zodat ik veel te veel werk heb. Ik zoek iemand die mij kan helpen. Als ik niemand vind, zullen de kinderen geen eieren hebben! Waarom strooi je met chocolade-eieren? vraagt het haasje. Dat is gemakkelijk. Op het paasfeest is Jezus opgestaan uit de dood, en dat wordt gevierd met eieren.
Waw, dat is leuk! Weet je wat? Zou je het fijn vinden als ik je zou helpen? vraagt het haasje. Dan kunnen we samen de eieren uitdelen. Klingel kijkt naar de haas. Nou, je bent nogal klein, niet? Hoe ga jij helemaal tot in Rome geraken? Dat is geen probleem, ik kan goed en ver springen! roept de haas uit, en hij springt een paar keer in het rond. En ja hoor, hij kan heel ver springen.
Hoe ga jij die eieren dan dragen, als je aan het springen bent? vraagt Klingel, die het haasje wel leuk begint te vinden. Wel, ik kan misschien een mandje maken en dat op mijn rug dragen. Ik ben heel sterk, dat lukt me wel! Mag ik mee? Natuurlijk mag je mee! roept Klingel uit. Wat was ons klokje blij! Nu moeten we nog een speciale naam voor jou verzinnen Wat dacht je van paashaas? Nou, dat klinkt wel leuk. Aangenaam, ik ben de paashaas. Ja hoor, ik hou die naam!
Vanaf die dag gaan Klingel en de paashaas elk jaar naar Rome om de eieren te halen. Samen beleven ze heel veel plezier en ze zorgen ervoor dat ieder kind lekkere eieren kan zoeken in de tuin.
Tekst & tekeningen Daan Anthonis Stefanie Claes Lieze Steensels Lay-out Alexis Vermeylen