Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof

Vergelijkbare documenten
Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

B&W. Agendapunt, dinsdag 10 februari wijziging ouderschapsverlof

ECCVA/U Lbr. 08/197 CvA/LOGA 08/41

Aanvraagformulier ouderschapsverlof

Gemeente Haarlemmermeer / 1. Aïschrih. aan: Lbr

BESLUITEN. de Arbeidsvoorwaardenregeling vast te stellen en de wijzigingen met ingang van 1 april 2006 in werking te laten treden;

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 5 juni 2009 registratienummer: B/

CVDR. Nr. CVDR133971_1. Regeling ouderschapsverlof

Hoofdstuk 6 Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

MARZ/CVA/U Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

Oplegvel Collegebesluit

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

CVDR. Nr. CVDR19688_5

Bijlage 1 bij U Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

B&W. Agendapunt, dinsdag 9 december Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Aanpassingen van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam in verband met de invoering van het Individueel Keuzebudget:

Hieronder is een handreiking opgenomen voor de uitvoering in de praktijk bij situaties van loondoorbetaling van zieke medewerkers.

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e vervangen door: hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f.

LOGA GPD

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

Hieronder is een handreiking opgenomen voor de uitvoering in de praktijk bij situaties van loondoorbetaling van zieke medewerkers.

OUDER SCH APSVERLOF Artikel 1. Begripsbepaling Artikel 2. Recht op ouderschapsverlof Artikel 3. Aanvraag van verlof

6 VAKANTIE, VAKANTIETOELAGE EN (ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGS)VERLOF/

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Paragraaf 8 Afbouwtoelage. Artikel 3.40 afbouwtoelage

Bijlage B&W flap d.d. 15 september 2015, BD vierde technische wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard:

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Versie 17 mei 2016

GEMEENTE LANC5ĒDIJK ING. 2 4 JUN Z01S. ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van 5

ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is.

Ouderschapsverlof. 1 Officieel is de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof voor de werkgever per 1 januari

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg

Onderhandelingsakkoord CAO RDW Oktober 2007

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

Artikel 6:1 In elk kalenderjaar heeft de ambtenaar recht op vakantie met behoud van bezoldiging.

Overzicht verlofvormen WAZ CvA-notitie - juni 2009

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

6 VAKANTIE, VAKANTIETOELAGE EN (ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGS)VERLOF/ 6a DE GEMEENTELIJKE LEVENSLOOPREGELING

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. wijziging ketenbepaling en anti- draaideurbepaling Versie 18 mei 2015

Wijziging CAR-LAR als gevolg van circulaire CVA/U en CVA/U per 1 april 2012

Beh. Ambt.: Síreefdaí.: ons kenmerk. ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en diverse uitvoeringsregelingen Provincie Groningen

Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

uw kenmerk 09 juli 2012 overgangsrecht en arbeidsongeschiktheid Lbr. 12/062 CvA/LOGA 12/11

Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam in verband met de gewijzigde garantieregeling(3b, 2015, 108)

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

BETAALD EN ONBETAALD OUDERSCHAPSVERLOF PRIMAIR ONDERWIJS

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

6.A Levensfasebewust personeelsbeleid. Individueel keuzebudget

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Wijzigingen CAR UWO als gevolg van invoering IKB. Het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland heeft op 29 november 2016 besloten:

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 2 CARUWO teksten

De volgende verlofvormen worden behandeld in deze notitie:

Aanvullende rechtspositieregeling voor de ambtenaar in een instelling voor kunsteducatie

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

De aanpassingen in de AGN vast te stellen, conform bijgevoegde bijlage.

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Toelichting artikel 1.1, onder n en p

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 1 CAR teksten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Regeling generatiepact gemeente Heerlen

Generatiepact Brummen

Generatiepact Enschede

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

Geldend van t/m heden

Gelet op het positieve advies van de commissie voor het Georganiseerd Overleg gemeente Heerlen van 13 oktober 2016

ARBEIDSDUUR. Keuzemogelijkheden voor militairen BURGERS PAGINA 6. T wee uren langer of korter werken

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

Onderhandelaarsakkoord CAO 1 januari januari 2014

Personeelshandboek BAPO-regeling Stichting Lek en IJssel (versie juni 2009)

Transcriptie:

Bijlage bij B&W-besluit 16 december 2014 (BD 2014-012864) Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) in verband met het einde van de ouderschapsverlofkorting en het vervallen van het overgangsrecht ouderschapsverlof De tekst van en toelichting bij de hierna volgende bepalingen te vervangen door: Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof 1. Over de uren waarover de ambtenaar ouderschapsverlof is verleend, maar ten hoogste over 13 maal de formele arbeidsduur per week, heeft hij recht op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging, verminderd met het maximale bedrag aan fiscale tegemoetkoming waarop de ambtenaar aanspraak kan maken. 2. Het percentage bedraagt voor de ambtenaar die wordt bezoldigd volgens: a. salarisschaal 1: 90%; b. salarisschaal 2: 85%; c. salarisschaal 3: 80%; d. salarisschaal 4: 70%; e. salarisschaal 5: 60%; f. salarisschaal 6 en hoger: 50%. 3. Het opnemen van ouderschapsverlof heeft geen wijziging in te betalen premies en inhoudingen tot gevolg. 4. Tijdens het ouderschapsverlof vindt de opbouw van de vakantie-uitkering plaats op basis van de gekorte bezoldiging. 5. In afwijking van het vierde lid vindt de opbouw van de vakantie-uitkering plaats op basis van de ongekorte bezoldiging over elke aaneengesloten arbeidsongeschiktheidperiode van langer dan 14 kalenderdagen. 6. Als de ambtenaar tijdens de ouderschapsverlofperiode wegens arbeidsongeschiktheid zijn functie niet kan vervullen, blijft artikel 7.4 (recht op bezoldiging) tijdens de eerste tien werkdagen buiten toepassing. 7. In geval van geboorte van een meerling of adoptie van meer kinderen tegelijk heeft de ambtenaar slechts eenmaal recht op doorbetaling als bedoeld in het eerste lid. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof 1. Over de uren waarover de ambtenaar ouderschapsverlof is verleend, maar ten hoogste over 13 maal de formele arbeidsduur per week, heeft hij recht op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging. 2. Het percentage bedraagt voor de ambtenaar die wordt bezoldigd volgens: a. salarisschaal 1: 90%; b. salarisschaal 2: 85%; c. salarisschaal 3: 80%; d. salarisschaal 4: 70%; e. salarisschaal 5: 60%; f. salarisschaal 6 en hoger: 50%. 3. Het opnemen van ouderschapsverlof heeft geen wijziging in te betalen premies en inhoudingen tot gevolg. 4. Tijdens het ouderschapsverlof vindt de opbouw van de vakantie-uitkering plaats op basis van de gekorte bezoldiging. 5. In afwijking van het vierde lid vindt de opbouw van de vakantie-uitkering plaats op basis van de ongekorte bezoldiging over elke aaneengesloten arbeidsongeschiktheidperiode van langer dan 14 kalenderdagen. 6. Als de ambtenaar tijdens de ouderschapsverlofperiode wegens arbeidsongeschiktheid zijn functie niet kan vervullen, blijft artikel 7.4 (recht op bezoldiging) tijdens de eerste tien werkdagen buiten toepassing. 7. In geval van geboorte van een meerling of adoptie van meer kinderen tegelijk heeft de ambtenaar slechts eenmaal recht op doorbetaling als bedoeld in het eerste lid. De ouderschapsverlofkorting komt met ingang van 1 januari 2015 te vervallen, dus wordt uit de NRGA gehaald. Medewerkers ondervinden hierdoor geen nadeel. Tevens wordt hiermee een ongelijkheid in de fiscale regelgeving opgeheven. Pagina 1 van 6

Artikel 6.28 Toelichting De ambtenaar die ouderschapsverlof opneemt, heeft recht op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging over dit verlof gedurende ten hoogste 13 maal de formele arbeidsduur per week. Bij een meerling of adoptie van meer kinderen tegelijk is er slechts éénmaal recht op deze doorbetaling (zevende lid). De doorbetaling bedraagt het in het tweede lid aangegeven percentage van de bezoldiging minus het bedrag van de fiscale tegemoetkoming van de Belastingsdienst waarop de ambtenaar, voor de uren waarvoor hij betaald ouderschapsverlof krijgt, aanspraak kan maken. Met deze fiscale tegemoetkoming wordt de zogeheten ouderschapsverlofkorting bedoeld. Bij het vaststellen van het bedrag dat de werkgever moet doorbetalen over de uren ouderschapsverlof wordt ervan uitgegaan dat de ambtenaar over deze uren het maximale uurbedrag aan ouderschapsverlofkorting krijgt van de Belastingdienst. Of hij dit maximale bedrag daadwerkelijk krijgt, doet niet ter zake. De Belastingdienst hanteert als maximum voor het uitbetalen van de ouderschapsverlofkorting het verschil in inkomen tussen het jaar waarover aangifte wordt gedaan en het daaropvolgende jaar. Hierdoor kan het voorkomen dat in geval van salarisverhogingen door een periodieke salarisverhoging of door CAO-loonstijgingen de ouderschapsverlofkorting niet of slechts gedeeltelijk terugontvangen wordt. Ook dan wordt voor het doorbetalingspercentage rekening gehouden met de maximale fictieve ouderschapsverlofkorting. Artikel 6.28 Toelichting De ambtenaar die ouderschapsverlof opneemt, heeft recht op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging over dit verlof gedurende ten hoogste 13 maal de formele arbeidsduur per week. Bij een meerling of adoptie van meer kinderen tegelijk is er slechts éénmaal recht op deze doorbetaling (zevende lid). De doorbetaling per verlofuur bedraagt het in het tweede lid aangegeven percentage van de bezoldiging. Zie toelichting bij artikel 6.28. Een medewerker werkt fulltime (36 uur), heeft maandelijks recht op een bezoldiging van 2500 en is ingeschaald in schaal 9. Deze medewerker neemt gedurende een periode van één jaar (van 1 januari tot en met 31 december), 18 uur per week ouderschapsverlof op. De medewerker kiest ervoor om de eerste 26 weken betaald ouderschapsverlof te genieten en de tweede periode van 26 weken onbetaald ouderschapsverlof. Ouderschapsverlofkorting Deze medewerker neemt 52 weken x 18 uur = 936 uur ouderschapsverlof op. Per uur ouderschapsverlof ontvangt deze medewerker maximaal 4,18 (bedrag 2012) ouderschapsverlofkorting. Van de Belastingdienst ontvangt deze medewerker over 936 uur ouderschapsverlof x 4,18 per uur (zie Belastingdienst voor actuele bedrag) = 3912,48. Dit is 326,04 per maand. Een medewerker werkt fulltime, zit op het maximum van schaal 9 met een bezoldiging van 3.540 per maand. Deze medewerker neemt zijn volledige ouderschapsverlof op, verspreid over 1 jaar. Regulier is dit 26 volle weken betaald en onbetaald verlof. In dit geval wordt dat 52 weken 50% betaald en onbetaald verlof. Van deze periode wordt dus 26 weken doorbetaald. De doorbetaling per maand wordt dan: 18/36 x 3.540 x 50% (met verlof) = 885 18/36 x 3.540 x 100% (aan het werk) = 1.770+ Totaal = 2.655 Pagina 2 van 6

Gedeeltelijk betaald versus onbetaald verlof Deze medewerker neemt 936 uur ouderschapsverlof op. Gedurende de eerste 26 weken bestaat recht op 50% van de bezoldiging. Over de laatste 26 weken van het jaar bestaat geen recht op doorbetaling van de bezoldiging. Berekening doorbetaling van de bezoldiging tijdens de periode van gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof Deze medewerker ontvangt van zijn werkgever tijdens de periode van betaald ouderschapsverlof maandelijks: De daarop volgende 26 weken wordt het ouderschapsverlof niet doorbetaald. Tijdens deze periode is de doorbetaling per maand: 18/36 x 3.540 x 0% (met verlof) = 0 18/36 x 3.540 x 100% (aan het werk) = 1.770+ Totaal = 1.770 Verlofgedeelten korter dan één maand worden per uur berekend. De uurbezoldiging is 1/156 e deel van de maandbezoldiging. 50% (18 uur) van 2500 = 1250 50% x 50% (18 uur ouderschapsverlof) van 2500 = 625 Over de dag ouderschapsverlof krijgt deze medewerker de helft doorbetaald omdat hij is ingeschaald in schaal 9. Dit betekent dat de medewerker voor deze 18 uur maximaal 625 ontvangt. Hiervan ontvangt de medewerker van zijn werkgever: 625-311,22 (ouderschapsverlofkorting) = 313,78. In totaal ontvangt deze medewerker van zijn werkgever: 1250 + 313,78 = 1563,78. Wanneer deze medewerker ook het maximale uurbedrag aan ouderschapsverlofkorting van de Belastingdienst krijgt, ontvangt hij in totaal: 1563,78 + 311,22 = 1875. Berekening doorbetaling van de bezoldiging tijdens de periode van onbetaald ouderschapsverlof Deze medewerker ontvangt van zijn werkgever tijdens de periode van onbetaald ouderschapsverlof maandelijks: 50% (18 uur) van 2500 = 1250 Over 50% (18 uur ouderschapsverlof) is er sprake van onbetaald verlof. Wanneer deze medewerker ook het maximale uurbedrag aan ouderschapsverlofkorting van de Belastingdienst krijgt (311,22 per maand) ontvangt deze medewerker in totaal 1250 (van zijn werkgever) en 311,22 (ouderschapsverlofkorting) = 1561,22. Pagina 3 van 6

De berekening in dit voorbeeld is gebaseerd op het bedrag van de ouderschapsverlofkorting zoals dat geldt op 1 januari 2009. Dit bedrag en daarmee de berekening in dit voorbeeld kan aan verandering onderhevig zijn door een wijziging van de fiscale regelgeving. Vierde, vijfde en zesde lid Lid 4 bepaalt dat de opbouw van de vakantie-uitkering tijdens ouderschapsverlof plaatsvindt op basis van de bezoldiging, die tijdens het ouderschapsverlof wordt doorbetaald. Bij betaald ouderschapsverlof wordt dus gedeeltelijk vakantie-uitkering opgebouwd. Bij onbetaald ouderschapsverlof wordt geen vakantie-uitkering opgebouwd. Wanneer sprake is van ziekte gedurende het ouderschapsverlof en deze ziekte duurt langer dan 14 kalenderdagen, wordt de korting van de bezoldiging beëindigd. Vanaf de vijftiende kalenderdag vindt derhalve weer opbouw van de vakantieuitkering plaats over de gehele bezoldiging. Dit geldt ongeacht of er sprake is van betaald of onbetaald ouderschapsverlof. Een ambtenaar in salarisschaal 2 behoudt over de uren van het ouderschapsverlof 85% van zijn bezoldiging. Als hij arbeidsongeschikt wordt, krijgt hij de eerste tien werkdagen 85% van zijn bezoldiging over de uren van het ouderschapsverlof. Vanaf de elfde dag krijgt hij 100% van zijn bezoldiging betaald. Voor verdere uitwerking is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Vierde, vijfde en zesde lid Lid 4 bepaalt dat de opbouw van de vakantie-uitkering tijdens ouderschapsverlof plaatsvindt op basis van de bezoldiging, die tijdens het ouderschapsverlof wordt doorbetaald. Bij betaald ouderschapsverlof wordt dus gedeeltelijk vakantie-uitkering opgebouwd. Bij onbetaald ouderschapsverlof wordt geen vakantie-uitkering opgebouwd. Wanneer sprake is van ziekte gedurende het ouderschapsverlof en deze ziekte duurt langer dan 14 kalenderdagen, wordt de korting van de bezoldiging beëindigd. Vanaf de vijftiende kalenderdag vindt derhalve weer opbouw van de vakantieuitkering plaats over de gehele bezoldiging. Dit geldt ongeacht of er sprake is van betaald of onbetaald ouderschapsverlof. Een ambtenaar in salarisschaal 2 behoudt over de uren van het ouderschapsverlof 85% van zijn bezoldiging. Als hij arbeidsongeschikt wordt, krijgt hij de eerste 14 kalenderdagen 85% van zijn bezoldiging over de uren van het ouderschapsverlof. Vanaf de elfde dag krijgt hij 100% van zijn bezoldiging betaald. Voor verdere uitwerking is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Pagina 4 van 6

Artikel 6.31 overgangsregeling doorbetaling bij ouderschapsverlof 1. De ambtenaar heeft over de uren dat hij ouderschapsverlof geniet maar ten hoogste over 13 maal de formele arbeidsduur per week, recht op doorbetaling van zijn bezoldiging, berekend naar een percentage genoemd in het tweede of derde lid, voor elk kind jonger dan 8 jaar dat hij op 31 december 2005 heeft en waarvoor nog geen ouderschapsverlof is genoten, mits hij op 31 december 2005 langer dan één jaar in dienst is van de gemeente. 2. De ambtenaar die wordt bezoldigd volgens salarisschaal 4 of hoger heeft recht op doorbetaling van 75% van de bezoldiging over de arbeidsduur waarvoor het ouderschapsverlof geldt. 3. De ambtenaar die wordt bezoldigd volgens salarisschaal 1, 2 of 3 heeft recht op doorbetaling van respectievelijk 90, 85 of 80% van de bezoldiging over de arbeidsduur waarvoor het ouderschapsverlof geldt. 4. Over de uren waarop de ambtenaar ouderschapsverlof geniet wordt het bedrag van de bezoldiging, berekend op grond van het tweede en derde lid, verminderd met het daaraan gekoppelde maximale uurbedrag van de fiscale tegemoetkoming van de Belastingdienst waarop de ambtenaar aanspraak kan maken. 5. Op de ambtenaar die op grond van de Waz recht heeft op ouderschapsverlof is artikel 6.21 niet van toepassing. ----- Artikel 6.31 kan vervallen omdat het kind dat op 31 december 2005 nog geen acht jaar was, de leeftijd van acht jaar inmiddels wel heeft bereikt en de medewerker derhalve geen recht op ouderschapsverlof meer heeft over dat kind. Pagina 5 van 6

Artikel 6.31 Toelichting ------ Zie toelichting bij artikel 6.31 De overgangsregeling is bedoeld voor ambtenaren die op 31 december 2005 minimaal een jaar in dienst zijn en die op die datum één of meer kinderen hebben die jonger zijn dan 8 jaar en waarvoor nog geen ouderschapsverlof genoten is. De overgangsregeling is inhoudelijk een voortzetting van de regeling zoals die gold op 31 december 2005. De ambtenaar die gebruikmaakt van de overgangsregeling betaald ouderschapsverlof komt in principe ook in aanmerking voor de fiscale tegemoetkoming van de Belastingdienst. De ambtenaar ontvangt dan over de uren dat hij ouderschapsverlof geniet het percentage van de bezoldiging genoemd in het tweede en derde lid verminderd met de daaraan maximale ouderschapsverlofkorting, waarop de ambtenaar aanspraak kan maken bij de Belastingsdienst. Of hij dit maximale bedrag daadwerkelijk krijgt doet niet ter zake. Pagina 6 van 6