Het profiel van de kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober in de 13 Vlaamse centrumsteden.

Vergelijkbare documenten
Het profiel van de verkozen kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober in de 13 Vlaamse centrumsteden

Een vergelijkende analyse van de profielen van de kandidaten voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2007, 2009 en 2010

Het profiel van de kandidaten op de lijsten voor de Vlaamse, Europese en Brusselse verkiezingen van 7 juni 2009

Het profiel van de kandidaten op de lijsten voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007

De spiegel van de samenleving? Deel II. Het profiel van de effectief verkozenen bij de parlementsverkiezingen van 18 mei Samenvatting

Het profiel van de kandidaten voor de Europese verkiezingen ( )

De spiegel van de samenleving? Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de parlementsverkiezingen van 18 mei Samenvatting

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 13 juni

Een analyse van het profiel van de Vlaamse verkozenen bij de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 10 juni

Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Vlaamse, Europese en Brusselse verkiezingen van 13 juni 2004

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten inwoners in Vlaanderen

Een vergelijkende analyse van het profiel van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met 2014

Lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012 lijsten, kandidaten en mandaten

Welke kandidaten zullen het meest voorkeurstemmen halen?

De evolutie van het profiel van de Vlaamse kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met 2019

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

Het profiel van de gekozenen in het Vlaams Parlement na de verkiezingen van 7 juni 2009

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER WZC - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER CVK - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Europese verkiezingen van 10 en 13 juni 2004 in de Benelux

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

(licht aangepaste versie, september 2003)

De uitgaven en maximumbedragen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN NA DE

plage-lestijden onderwijzer

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 7 juni 2009 voor de Vlaamse politieke partijen

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Hoeveel mogen de partijen in totaal uitgeven voor de komende verkiezingscampagne?

GEKLEURDE RADEN? DE GEKOZENEN MET EEN MIGRATIE-ACHTERGROND IN 13 VLAAMSE STEDEN BIJ DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2018

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Projectie private huishoudens. Edith Lodewijckx

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

Verkiezing en methode

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 voor de Vlaamse politieke partijen

De winst- en verliescijfers op 14 oktober: Een vergelijking tussen de provincieraadsverkiezingen van 2012 en 2018

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014

Socio-politieke samenstelling van de provincieraad en de deputatie. hoofdstuk

Het profiel van de gekozenen bij de verkiezingen van 13 juni

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

Welke kandidaten zullen de meeste voorkeurstemmen krijgen bij de gemeenteraadsverkiezingen?

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Stad Genk Publicatie Verkeersongevallen en slachtoffers

Bijlage 4: Berekening van de restafvaldoelstelling

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016

verbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden

4 op 5 Vlaamse politici passen NIET bij hun partij.

Belangrijkste conclusies

De winnaars en verliezers van 14 oktober

De verkiezingsuitgaven voor de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 in de 13 Vlaamse centrumsteden

BRUSSEL RAPPORT PERSONEEL 2012

Stem van de jeugd: bulletrapport

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

De verkiezingsuitslagen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012: de case van het arrondissement Leuven

ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN

Diversiteit in Provinciale Staten

Biljetten. aantal zones biljet 1 1,00 2 1,40 3 1,80 4 2,20 5 2,60 6 of meer 3,00

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF

De uitgaven van de Vlaamse partijen voor de federale verkiezingen van 13 juni Bart Maddens, Gert-Jan Put en Ine Vanlangenakker

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

Stedenfonds.

Studiedag Gent in Cijfers Stadsvlucht bekeken vanuit cohorteperspectief

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

In dit document worden de resultaten voor Nederland bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde.

De kostprijs van lokale verkiezingscampagnes: een vergelijking tussen 2012 en 2018

Aankomsten en overnachtingen

Veroudering in het Waasland. Maart 2017

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

Bijgewerkte handleiding mandatenbeheer

VR DOC.1224/2

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 2 JANUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad

Nederlandse Kiescollege FORMULIER C/29 Collegehoofdbureau VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Ontwerp van decreet. Amendementen ( ) Nr mei 2011 ( ) stuk ingediend op

Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria PDPO III MR OKW- SW (enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst)

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

GEKLEURDE LIJSTEN? Sigrid Van Trappen & Bram Wauters. Onderzoeksnota. ;

nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS

Vlaamse politica s in cijfers.

Verslag gemeenteraad

Transcriptie:

Het profiel van de kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 in de 13 Vlaamse centrumsteden. Jo Noppe, Stefaan Fiers, Bart Maddens en Karolien Weekers Centrum voor Politicologie, K.U.Leuven http://www.kuleuven.be/politicologie De auteurs danken mevrouw Lien Vandyck en mevrouw Ine Vanlangenakker voor hun hulp bij het verzamelen van de gegevens. - 1 -

Inleiding In 2003 en 2004 organiseerde het Centrum voor Politicologie een grootscheeps onderzoek naar het profiel van de kandidaten bij de verkiezingen voor het federale parlement (18 mei 2003) en het Vlaamse en Europese Parlement (13 juni 2004). De resultaten van deze onderzoeksprojecten gaven telkens aanleiding tot publicaties zowel in binnenlandse als buitenlandse vaktijdschriften. Ook in de Vlaamse pers kre gen beide onderzoeken heel wat weerklank. Zij waren namelijk de eerste in hun soort: nooit eerder had men de gegevens van de kandidaten op een dergelijke systematische wijze in kaart gebracht. Beide onderzoeken stelden ons voor het eerst in staat om zicht te krijgen op het profiel van de burgers die zich verkiesbaar stelden om op het nationale, regionale en Europese niveau een politiek mandaat op te nemen. Gezien het maatschappelijke en wetenschappelijke belang van dat onderzoek, is het de bedoeling van het Centrum voor Politicologie dergelijk onderzoek te herhalen bij elke stembusslag, zo ook bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006. Probleem hierbij vormt echter de enorme omvang van het aantal kandidaten dat zich bij deze gemeenteraadsverkiezingen kandidaat heeft gesteld. Op 8 oktober komen meer dan 35.000 kandidaten op in alle Vlaamse gemeenten en provincies. Om van al deze kandidaten voldoende en betrouwbare gegevens te verzamelen is haast onbegonnen werk. Daarom werd er voor gekozen het KANDI2006-onderzoek te beperken tot de kandidaten in de 13 Vlaamse centrumsteden. Dit zijn de steden Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Roeselare, Oostende, Sint-Niklaas en Turnhout. Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen maakte op 21 september 2006 al een aantal algemene gegevens bekend over het profiel van alle 35.724 kandidaten in alle Vlaamse gemeenten en provincies. Onze cijfers slaan weliswaar enkel op de kandidaten van de 13 centrumsteden en enkel op de kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen. Maar ze geven wel een veel vollediger beeld. Zo kwamen bepaalde variabelen die hier wel worden behandeld niet aan bod in de cijfers van Marino Keulen. Bovendien worden in deze nota ook vergelijkingen gemaakt tussen de verschillende partijen en met de kandidaten bij de verkiezingen van 2003 en 2004. Deze nota is een samenvatting van de eerste onderzoeksresultaten van het KANDI2006- bestand. Het bestand zal na de verkiezingen verder worden aangevuld, onder meer met gegevens over het profiel van de gekozenen en de uitgaven van de kandidaten. Daarover zal later gerapporteerd worden. De onderzochte variabelen in dit onderzoek zijn: a) geslacht b) leeftijdsverdeling c) beroep d) en het al dan niet bekleden van een politiek mandaat op gemeentelijk of nationaal niveau. Aan de hand van het KANDI2003- en KANDI2004-databestand kon verder worden nagegaan e) of de kandidaten zich ook al bij de voorgaande federale, regionale en/of Europese verkiezingen verkiesbaar hebben gesteld. - 2 -

Hierna worden de belangrijkste bevindingen over het profiel van de kandidaten kort uiteengezet. Het schetst een algemeen profiel van de kandidaten, waarbij we op zoek gingen naar verschillen tussen de partijen of kartellijsten en tussen de steden. Bij de voorstelling van de resultaten wordt telkens ook de vergelijking gemaakt met het profiel van de kandidaten bij de nationale verkiezingen van 2003 en 2004. Waar mogelijk worden onze resultaten vergeleken met de algemene cijfers die minister Keulen bekendmaakte voor de volledige populatie kandidaten bij verkiezingen. 1. De onderzoekspopulatie De analyse in het KANDI2006-onderzoek heeft betrekking op de totale populatie van kandidaten in de 13 Vlaamse centrumsteden van volgende partijen: (in alfabetische volgorde) CD&V, Groen!, N-VA, SP.A, Spirit, Vlaams Belang en VLD. In verschillende steden vormen een aantal partijen één kartellijst. Ook VLOTT- en Vivant-kandidaten werden opgenomen in de populatie voor zover zij in één van de centrumsteden kandidaat zijn op een kartellijst met respectievelijk het Vlaams Belang of de VLD. In totaal gaat het om 2.644 kandidaten, op volgende manier verdeeld over de verschillende steden en (kartel)lijsten: Tabel I: Aantal kandidaten per stad en per lijst (aantallen tussen haakjes zijn onafhankelijke kandidaten) CD&V N-VA Groen! SP.A Spirit Vlaams Belang (-VLOTT) VLD (-Vivant) TOTAAL Antwerpen 43 + 12 55 47 + 8 47 + 8 49 + 6 275 Gent 42 + 9 42 (+ 9) 39 + 5 (+ 7) 51 49 + 2 255 Brugge 42 + 5 38 (+ 9) 36 + 5 (+ 6) 47 46 + 1 235 Leuven 39 + 6 42 (+ 3) 40 + 5 45 44 + 1 225 Aalst 33 + 8 30 (+ 11) 37 + 4 41 41 205 Hasselt* 37 + 4 8 + 29 + 4 41 39 + 2 164 Kortrijk 37 + 4 41 35 + 6 41 41 205 Mechelen** 33 + 8-35 + 4 (+ 2) 41 41 164 Genk * 35 + 4 4 + 22 + 2 (+ 11) 39 38 + 1 156 Oostende 30 + 9 36 (+ 3) 33 + 5 (+ 1) 39 38 + 1 195 Sint- Niklaas* 31 + 8 4 + 31 + 4 39 35 + 4 156 Roeselare 37 37 37 31 + 6 37 37 222 Turnhout 33 32 *** 32 (+ 1) 33 23 *** 33 187 * = kartellijst tussen SP.A-Spirit en Groen! ** = kartellijst tussen VLD, CDO en Groen! Het gaat om 11 Groen!-kandidaten, 6 CDO-kandidaten en 24 VLDkandidaten. In tabel II worden deze CDO-kandidaten bij de onafhankelijke kandidaten gerekend. *** = partij heeft onvolledige lijst ingediend In totaal gaat het om 63 lijsten : - 11 CD&V-N-VA-lijsten ; - 2 CD&V-lijsten ; - 2 N-VA-lijsten ; - 9 Groen!-lijsten ; - 10 SP.A-Spirit-lijsten - 3 SP.A-Spirit-Groen!-lijsten ; - 12 Vlaams Belang-lijsten ; - 1 Vlaams Belang-VLOTT-lijst ; - 9 VLD-Vivant-lijsten ; - 3 VLD-lijsten ; - 1 VLD-CDO-Groen!-lijst. - 3 -

Op een sommige van deze lijsten kandideren ook een aantal onafhankelijke kandidaten. Het gaat meer bepaald om : - 36 kandidaten op Groen!-lijsten ; - 16 kandidaten op SP.A-Spirit-lijsten ; - 11 kandidaten op SP.A-Spirit-Groen!-lijst. Ook de 6 CDO ers in Mechelen rekenen wij in deze nota gemakshalve bij de onafhankelijke kandidaten. Tabel II Totaal aantal kandidaten per partij in de 13 centrumsteden Aantal kandidaten procentueel Vlaams Belang 531 20,1 VLD 514 19,4 CD&V 472 17,9 SP.A 448 16,9 Groen! 380 14,4 N-VA 146 5,5 Onafhankelijken/CDO 69 2,6 Spirit 58 2,2 Vivant 18 0,7 VLOTT 8 0,3 TOTAAL 2.644 100% Ondanks intensieve pogingen, zijn we er niet in geslaagd om van al deze 2.644 kandidaten àlle informatie te verzamelen. Nergens ontbreken echter systematisch de gegevens van één bepaalde partij of één bepaalde stad. Daardoor kunnen wel in grote mate geldige conclusies worden getrokken. Bij de voorstelling van de resultaten wordt telkens aangegeven over hoeveel kandidaten gegevens werden verzameld. I. Algemeen profiel van de kandidaten A. Leeftijd 1 Tabel III geeft een overzicht van onze resultaten inzake leeftijd van de kandidaten. De gemiddelde leeftijd van de kandidaten bedraagt 44,4 jaar. Het algemene cijfer van minister Keulen dat rekening houdt met alle 35.724 kandidaten in alle Vlaamse gemeenten en provincies ligt iets hoger (45,0 jaar). In de 13 centrumsteden ligt de gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke kandidaten (43,7 jaar) lager dan de mannelijke kandidaten (45,0 jaar). De spreiding over de verschillende leeftijdsgroepen verschilt niet zo sterk tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten. Wel zijn er bij de vrouwelijke kandidaten relatief gezien iets meer kandidaten onder de 30 jaar (19,6% tegenover 17,5% bij de mannelijke kandidaten) en tussen 31 en 40 jaar (22,2% tegenover 20,0% bij de mannelijke kandidaten). Bij de mannelijke kandidaten zijn er relatief gezien duidelijk meer vijftigers (22,8% tegenover 17,8% bij de vrouwelijke kandidaten). Ook de cijfers 1 Inzake leeftijd werden van 2.462 van de 2.644 kandidaten gegevens verzameld (93,1%). - 4 -

van minister Keulen geven aan dat de vrouwelijke kandidaten (43,3 jaar) duidelijk jonger zijn dan de mannelijke kandidaten (46,6 jaar). De gemiddelde leeftijd van de lijsttrekkers in de centrumsteden (46,1 jaar) ligt anderhalf jaar boven het algemene gemiddelde. De lijstduwers zijn beduidend ouder: gemiddeld 54,4 jaar. Als we deze leeftijd vergelijken met de gemiddelde leeftijd van de kandidaten in 2003 (44,3 jaar) en 2004 (43,6 jaar) valt op dat de leeftijd in 2006 in de 13 centrumsteden quasi even hoog ligt. Tegelijk geven zowel de cijfers van minister Keulen als onze cijfers aan dat de spreiding van de leeftijd tussen de kandidaten bij de verkiezingen in 2006 duidelijk groter is dan bij de verkiezingen van 2003 en 2004. Er blijken relatief gezien duidelijk meer jongeren (onder de 30 jaar) en ouderen (boven 61 jaar) te kandideren op de lokale lijsten dan op de nationale lijsten. Tabel III: De leeftijd van de kandidaten in 2003, 2004 en 2006 2003 2004 Cijfers Keulen 2006 Centrumsteden 2006 Fi % Fi % Fi % Fi % 18 tot 30 jaar 162 13,6 183 13,8 5.943 16,6 457 18,6 (21 tot 30 jaar in 2003) 31 tot 40 jaar 297 25,0 349 26,3 7.141 20,0 519 21,1 41 tot 50 jaar 387 32,6 434 32,8 10.037 28,1 683 27,7 51 tot 60 jaar 232 19,5 257 19,4 8.094 22,7 501 20,3 61 jaar en ouder 110 9,3 102 7,7 4.509 12,6 302 12,3 Totaal 1.188 100,0 1.325 100,0 35.724 100,0 2.462 100,0 Gemid. Leeftijd 44,3 Jaar 43,6 Jaar 45,0 Jaar 44,4 Jaar Standaarddev. 11,4 11,4 n.b. 13,6 Tussen de steden blijven de verschillen redelijk beperkt. Brugge en Leuven hebben de oudste kandidaten, Hasselt en Antwerpen de jongste kandidaten. De verdeling van de kandidaten over de verschillende leeftijdscategorieën in de vijf provinciehoofdsteden is te vinden in tabel V. Omdat niet van alle kandidaten de leeftijd gekend is, zijn deze tabellen opgemaakt op basis van een kleiner aantal dan de totale populatie kandidaten. In tabel V wordt voor elk van de provinciehoofdsteden het percentage waarop de berekeningen gebaseerd zijn, aangegeven. Tabel IV Gemiddelde leeftijd in de centrumsteden Gemiddelde leeftijd Brugge 45,8 jaar Gent 45,8 Leuven 45,6 Roeselare 45,5 Mechelen 45,0 Aalst 44,7 Sint-Truiden 44,3 Kortrijk 43,9 Oostende 43,8 Turnhout 43,2 Genk 42,9 Antwerpen 42,5 Hasselt 42,4-5 -

Tabel V Spreiding van de kandidaten over de verschillende leeftijdsgroepen per stad Antwerpen Gent Brugge Leuven Hasselt Andere steden Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % 18 tot 30 jaar 46 21,2 40 15,7 37 19,1 25 13,8 36 24,5 273 18,6 31 tot 40 jaar 56 25,8 63 24,7 31 16,0 35 19,3 32 21,8 302 20,6 41 tot 50 jaar 54 24,9 59 23,1 53 27,3 59 32,6 34 23,1 424 28,9 51 tot 60 jaar 39 18,0 50 19,6 41 21,1 39 21,5 29 19,7 303 20,6 61 jaar en ouder 22 10,1 43 16,9 32 16,5 23 12,7 16 10,9 166 11,3 Totaal 217 255 194 181 147 1.468 Proc. aandeel van totaal aantal kandidaten 78,9 100,0 82,6 80,4 89,6 89,0 Tabel VI geeft de leeftijdsverdeling opgedeeld per partij. Daarbij komen duidelijke verschillen tussen de partijen aan het licht. De Spirit-kandidaten zijn gemiddeld 40 jaar en daarmee veruit het jongst. De Vlaams Belang-kandidaten zijn gemiddeld 10 jaar ouder. Dit bevestigt de resultaten van de onderzoeken naar de parlementskandidaten in 2003 en 2004. Het gemiddelde van de andere partijen de 7 kandidaten van VLOTT niet meegeteld schommelt telkens tussen 42,5 en 43,5 jaar. De onafhankelijke kandidaten tenslotte zijn gemiddeld relatief jong. Deze gemiddeldes worden bevestigd in de verdeling van de kandidaten over de leeftijdscategorieën (zie tabel VI). Groen! en Spirit hebben relatief veel kandidaten onder de 30 jaar en zeer weinig kandidaten boven de 60. Bij Vlaams Belang is het net omgekeerd: relatief veel oudere kandidaten en veel minder jongeren. - 6 -

Tabel VI Spreiding van de kandidaten over de verschillende leeftijdsgroepen per partij CD&V Groen! N-VA SP.A Spirit Vivant Vlaams Belang VLD VLOTT Onafh./CDO Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % 18 tot 30 jaar 82 17,9 72 23,1 27 19,0 94 21,0 13 22,8 2 11,8 61 11,8 79 19,2 2 28,6 11 15,9 31 tot 40 jaar 115 25,1 55 17,6 35 24,6 87 19,4 17 29,8 8 47,1 82 15,9 115 28,0 0 0,0 19 27,5 41 tot 50 jaar 133 29,0 104 33,3 28 19,7 146 32,6 17 29,8 3 17,6 121 23,4 105 25,5 2 28,6 24 34,8 51 tot 60 jaar 85 18,6 75 24,0 30 21,1 93 20,8 9 15,8 2 11,8 108 20,9 73 17,8 2 28,6 13 18,8 61 jaar en ouder 43 9,4 6 1,9 22 15,5 28 6,3 1 1,8 2 11,8 145 28,0 39 9,5 1 14,3 2 2,9 Totaal 458 312 142 448 57 17 517 411 7 69 Gemid. Leeftijd 43,4 Jaar 42,5 Jaar 44,9 Jaar 42,7 Jaar 40,0 Jaar 42,5 Jaar 50,1 Jaar 42,5 Jaar 46,4 Jaar 41,6 Jaar - 7 -

B. Geslacht 2 De zogenaamde quota-wet heeft er voor gezorgd dat er nagenoeg evenveel mannen als vrouwen op de kandidatenlijsten staan. Als gevolg van het feit dat op bepaalde lijsten een oneven aantal kandidaten staat, bestaat er op deze lijsten steeds een verschil van maximum één tussen het aantal mannen en vrouwen. Op een geaggregeerd niveau geeft dat in de 13 centrumsteden als resultaat 1.337 mannen (50,6 %) tegenover 1.307 vrouwen (49,4). De wet bepaalt verder dat de top drie van elke lijst uit personen van verschillend geslacht moet bestaan. In totaal geeft dat 74 vrouwen tegenover 115 mannen in de top drie van de onderzochte lijsten. Dat betekent dat van de top drie-plaatsen slechts 39,2% wordt ingevuld door vrouwen. Tussen de lijsten bestaan ook opvallende verschillen. Enkel op de 9 onafhankelijke Groen!- lijsten bestaat de top drie gemiddeld uit meer dan de helft vrouwen (zie tabel VII). De andere lijsten komen veelal niet verder dan de ene wettelijk verplichte vrouw in de top drie. Tabel VII Aantal vrouwen in de top drie per lijst Aantal lijsten Aantal vrouwen in de top drie Gemiddeld aantal vrouwen in de top drie Vrouwelijke lijsttrekkers CD&V 2 2 1,0 0 CD&V-N-VA 11 12 1,1 2 Groen! 9 15 1,7 6 N-VA 2 2 1,0 0 SP.A-Spirit 10 11 1,1 3 SP.A-Spirit-Groen! 3 3 1,0 0 Vlaams Belang(-VLOTT) 13 14 1,1 1 VLD 3 3 1,0 0 VLD-CDO-Groen! 1 1 1,0 0 VLD-Vivant 9 11 1,2 3 TOTAAL 63 74 1,2 23,8 % (*) Verrekend in de score van de VLD. Bij de lijsttrekkers ligt het aandeel vrouwen nog lager: nog geen kwart van hen zijn vrouwen (23,8%). Ook hier scoort Groen! het best: in 6 van de 9 steden waar de partij apart opkomt, wordt de lijst getrokken door een vrouw. Bij SP.A-Spirit gaat het om 3 van 10 lijsten, bij VLD- Vivant om 3 van de 12 lijsten. Bij CD&V-N-VA worden 2 van de 11 kartellijsten getrokken door vrouwen en bij het Vlaams Belang slechts 1 lijst. Geen enkele van de andere lijsten (de aparte CD&V-, N-VA-, en VLD-lijsten en de kartellijsten SP.A-Spirit-Groen! en VLD-CDO-Groen!) wordt getrokken door een vrouw. Ook bij de lijstduwers ligt het aandeel vrouwen laag. Slechts op 13 van de 63 onderzochte lijsten staat een vrouw op de laatste plaats (20,6%). Bij het Vlaams Belang wordt slechts één van de 13 lijsten geduwd door een vrouw, bij de VLD zelfs geen enkele lijst. 2 Inzake geslacht werden van alle 2.644 kandidaten de nodige gegevens verzameld. - 8 -

De algemene cijfers van minister Keulen tonen 20% vrouwelijke lijsttrekkers en 30% vrouwelijke lijstduwers. C. Beroep 3 Tabel VIII geeft een overzicht van de beroepsactiviteiten van de kandidaten van de centrumsteden. Tegelijk worden deze cijfers vergeleken met de beroepen van de kandidaten in 2003 en 2004. Vergelijkingen met de cijfers van minister Keulen zijn moeilijker omdat de minister deels andere categorieën hanteerde. Tabel VIII De beroepsactiviteit van de kandidaten algemeen profiel (N = 2501 of 94,6 procent van de totale populatie) 2003 2004 Centrumsteden 2006 Fi % Fi % Fi % Niet-actieven 149 12.5 139 10.5 507 20,3 Thuiswerkend 59 5.0 39 2.9 91 3,6 Op pensioen 65 5.5 54 4.1 249 10,0 Student 14 1.2 31 2.3 128 5,1 Werkloos 11 0.9 15 1.1 39 1,6 Zelfstandigen vrije beroepen 237 19.9 228 17.2 484 19,3 Zelfstandige 72 6.1 100 7.5 298 11,9 Vrij beroep 161 13.6 118 8.9 178 7,1 Landbouwer 4 0.3 10 0.8 8 0,3 Arbeiders 24 2.0 38 2.9 154 6,2 Bedienden kaderleden 332 27.9 374 28.2 774 30,9 Bediende 253 21.3 304 22.9 598 23,9 Kaderlid 79 6.6 70 5.3 176 7,0 Ambtenaren onderwijzend personeel 129 10.9 141 10.6 279 11,1 Ambtenaar 43 3.6 58 4.4 116 4,6 Onderwijzend personeel 86 7.2 83 6.3 163 6,5 Beroepspolitici 255 21.5 307 23.2 204 8,2 Federaal of regionaal parlementslid 158 13.3 210 15.8 85 3,4 Federaal of regionaal uitvoerend mandaat 31 2.6 32 2.4 7 0,3 Lokaal uitvoerend mandaat 66 5.6 65 4.9 112 4,5 Kabinets- en partijmedewerkers 62 5.2 88 6.6 69 2,7 Kabinetsmedewerker 30 2.5 56 4.2 41 1,6 Partijmedewerker 32 2.7 32 2.4 28 1,1 Andere - - 10 0.8 30 1,2 Totaal 1.188 100.0 1.325 99.8 2.501 100,0 De cijfers geven aan dat het bij de kandidaten in de centrumsteden in de eerste plaats gaat om bedienden en kaderleden, niet-actieven, zelfstandigen en vrije beroepen. In vergelijking met 2003 en 2004 zijn er relatief gezien duidelijk minder beroepspolitici en partij- en kabinetsmedewerkers in 2006. Tegelijk zijn er in de centrumsteden ook meer niet-actieven en arbeiders kandidaat. Het vormt een tweede aanduiding, na de leeftijd, van het feit dat doorgaans politiek minder actieve groepen jongeren en ouderen, niet-actieven en arbeiders op de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen toch redelijk vertegenwoordigd zijn. 3 Inzake beroep werden van 2.501 van de 2.644 kandidaten gegevens verzameld (94,6%). - 9 -

De verdeling van de kandidaten over de verschillende beroepscategorieën in de verschillende steden is te vinden in volgende tabel. Tabel IX De beroepsactiviteit van de kandidaten in de centrumsteden opgedeeld per stad Antwerpen Gent Brugge Leuven Hasselt Andere steden Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Niet-actieven 36 16,2 46 18,0 51 23,8 40 20,2 30 19,9 304 20,8 Zelfstandigen vrije beroepen 46 20,7 55 21,6 37 17,3 24 12,1 29 19,2 293 20,1 Arbeiders 8 3,6 10 3,9 9 4,2 14 7,1 11 7,3 102 7,0 Bedienden kaderleden 58 26,1 85 33,3 66 30,8 79 39,9 45 29,8 441 30,2 Ambtenaren onderwijzend personeel 25 11,3 20 7,8 31 14,5 16 8,1 15 9,9 172 11,8 Beroepspolitici 33 14,9 27 10,6 15 7,0 15 7,6 15 9,9 99 6,8 Kabinets- en partijmedewerkers 15 6,8 9 3,5 2 0,9 9 4,5 4 2,6 30 2,1 Andere 1 0,5 3 1,2 3 1,4 1 0,5 2 1,3 20 1,4 TOTAAL 222 255 214 198 151 1461 Aandeel totaal aantal kandidaten 80,7 100,0 91,1 88,0 92,1 88,5 Als de vergelijking wordt gemaakt tussen de partijen vallen toch wel een aantal opmerkelijke verschillen op (zie tabel X). Vooral het Vlaams Belang wijkt sterk af van het algemene profiel zoals geschetst in tabel VIII. Bij de Vlaams Belang-kandidaten zijn er relatief gezien duidelijk veel meer niet-actieven en arbeiders, en minder bedienden en kaderleden, ambtenaren en onderwijzend personeel dan bij de andere partijen. Daarnaast worden de gangbare veronderstellingen grotendeels bevestigd. Bij Groen! gaat het in de eerste plaats om bedienden, kaderleden, ambtenaren en onderwijzend personeel. Bij de VLD vooral om zelfstandigen en vrije beroepen. Bij de andere partijen is het beeld minder eenduidig. Wat beroepspolitici betreft, scoren vooral CD&V, SP.A en Spirit duidelijk hoger dan de andere partijen. - 10 -

Tabel IX De beroepsactiviteit van de kandidaten in de centrumsteden opgedeeld per partij CD&V Groen! N-VA SP.A Spirit Vivant Vlaams Belang VLD VLOTT Onafh./CDO Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Fi % Niet-actieven 65 14,4 58 17,6 32 23,9 61 14,1 8 14,5 4 23,5 194 37,6 77 16,1 0 0,0 8 11,6 Zelfstandigen 88 19,5 48 14,6 28 20,9 48 11,1 8 14,5 4 23,5 77 14,9 158 33,1 6 75,0 9 13,0 vrije beroepen Arbeiders 10 2,2 16 4,9 8 6,0 26 6,0 1 1,8 0 0,0 77 14,9 13 2,7 0 0,0 3 4,3 Bedienden 147 32,6 128 38,9 41 30,6 166 38,3 19 34,5 9 52,9 105 20,3 128 26,8 1 12,5 30 43,5 kaderleden Ambtenaren 68 15,1 63 19,1 18 13,4 51 11,8 7 12,7 0 0,0 22 4,3 39 8,2 0 0,0 11 15,9 onderwijzend personeel Beroepspolitici 60 13,3 7 2,1 3 2,2 59 13,6 8 14,5 0 0,0 23 4,5 37 7,8 1 12,5 4 5,8 Kabinets- en 12 2,7 2 0,6 2 1,5 17 3,9 4 7,3 0 0,0 10 1,9 22 4,6 0 0,0 0 0,0 partijmedewerkers Andere 1 0,2 7 2,1 2 1,5 5 1,2 0 0,0 0 0,0 8 1,6 3 0,6 0 0,0 4 5,8 TOTAAL 451 329 134 433 55 17 516 477 8 69 AANDEEL TOT. AANTAL KANDIDATEN 95,6 86,6 91,8 96,7 94,8 94,4 97,2 92,8 100 100 Let wel : bij sommige kartelpartners zakt het aantal kandidaten per partij tot onder een kritische drempel. - 11 -

D. Gemeentelijke mandaten 4 In ons onderzoek hebben we ook de lokale politieke activiteitsgraad van de kandidaten in de centrumsteden onderzocht. We hebben dat gedaan aan de hand van de gemeentelijke mandaten die zij al dan niet bekleden. Volgende mandaten werden in rekening gebracht: burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, OCMW-voorzitter en lid van OCMW-raad. De resultaten zijn te vinden in de tabel XI. Alle 13 burgemeesters zijn opnieuw kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober. Enkel de Gentse burgemeester Frank Beke doet dat niet als lijsttrekker, maar als lijstduwer. De overige 12 burgemeesters staan op kop van de lijst. Opvallend is nog dat Annie De Maght, burgemeester van Aalst, niet meer opkomt op de lijst van de VLD, maar een liberale scheurlijst Blauw leidt. 5 Verder staan 103 van de 108 schepenen van de 13 centrumsteden opnieuw op de lijst (95,4 %). Enkel in Aalst, Brugge, Kortrijk, Roeselare en Sint-Niklaas is er telkens één uittredende schepen die niet meer opkomt bij de verkiezingen van 8 oktober. Bij de gemeenteraadsleden ligt het verloop duidelijk hoger dan bij burgemeesters en schepenen: 308 van de 428 gemeenteraadsleden (exclusief burgemeesters en schepenen) komt opnieuw op (72,0 %). 6 Opvallend is verder dat 12 van de 13 OCMW-voorzitters kandidaat zijn bij de komende gemeenteraadsverkiezingen (92,3 %). Enkel in Roeselare is de OCMW-voorzitter geen kandidaat. Van de 158 OCMW-raadsleden staan in totaal 100 personen op de kandidatenlijsten van 8 oktober (63,3 %). Alles samen zijn gemiddeld driekwart van de gemeentelijke mandatarissen op 8 oktober opnieuw kandidaat (zie tabel XI). Omgekeerd vervullen één op de vijf kandidaten een lokaal politiek mandaat (zie tabel XII). Uitgesplitst per partij valt op dat dat cijfer bij de CD&V- en de SP.A-kandidaten stijgt naar bijna één op drie. Tabel XI Aantal lokale mandatarissen dat kandidaat is Totaal aantal gemeentelijke Aantal mandatarissen mandatarissen in de dat kandidaat is centrumsteden Procentueel aandeel van mandatarissen dat kandidaat is Burgemeester 12 13 92,3 Schepen 103 108 95,4 Gemeenteraadslid 308 428 72,0 OCMW-voorzitter 12 13 92,3 OCMW-raadslid 100 158 63,3 TOTAAL 535 720 74,3 4 Inzake lokale politieke activiteitsgraad werden van alle 2.644 kandidaten de nodige gegevens verzameld. 5 De lijst Blauw werd niet opgenomen in onze analyse. 6 In de 13 centrumsteden zetelen 11 gemeenteraadsleden als onafhankelijke of als lid van een plaatselijke partij of kartellijst die niet in onze dataset werd opgenomen. Vijf van deze 11 gemeenteraadsleden komen op 8 oktober toch op op een lijst van één van de partijen die in onze dataset werden opgenomen en zitten dus ook in onze cijfers. - 12 -

Tabel XII: Aantal lokale mandatarissen dat kandidaat is per partij Aantal lokale mandatarissen dat kandidaat is (1) Totaal aantal kandidaten van de partij in 2006 (2) Procentuele verhouding van (1) en (2) CD&V 151 472 32,0 Groen! 43 380 11,3 N-VA 11 146 7,5 SP.A 139 448 31,0 Spirit 4 58 6,9 Vivant 0 18 0,0 Vlaams Belang 75 531 14,1 VLD 98 514 19,1 VLOTT 0 8 0,0 Onafh./CDO 4 69 5,8 TOTAAL 525 2.644 19,9 E. Nationaal Mandaat 7 Een volgende variabele die hier wordt besproken, behandelt het feit of de kandidaten al dan niet een nationaal mandaat bekleden. In totaal oefenen 92 van de 2.644 kandidaten in de 13 centrumsteden een nationaal mandaat uit (3,5 %). Het gaat meer bepaald om: - 34 Vlaamse parlementsleden; - 30 Kamerleden. - 12 senatoren; - 6 Europese parlementsleden - 5 leden van de federale regering; - 3 gemeenschapssenatoren; - 2 leden van de Vlaamse regering; Uitgesplitst per partij gaat het om: - 16 CD&V ers; - 23 SP.A ers; - 22 kandidaten van Vlaams Belang; - 18 VLD ers. - 3 N-VA ers; - 3 kandidaten van Groen!; - 7 kandidaten van Spirit; In de onderstaande tabel wordt het aantal nationale mandatarissen per provinciehoofdstad vergeleken met het aantal door ons onderzochte lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen. De 7 Inzake het al dan niet bekleden van een nationaal mandaat werden van alle 2.644 kandidaten de nodige gegevens verzameld. - 13 -

laatste kolom van de tabel geeft zo een aanduiding van de mate waarin de lijsten bevolkt worden door nationale mandatarissen. Uit de tabel blijkt dat in de twee grootste steden van Vlaanderen Antwerpen en Gent de nationalisering van de lokale verkiezingen wat politiek personeel betreft relatief gezien het grootst is. In Antwerpen staan gemiddeld bijna vijf nationale mandatarissen op elke lijst, in Gent iets meer dan drie nationale mandatarissen. Bij de andere steden ligt dit gemiddeld net onder 1. Tabel XIII Aantal nationale mandatarissen tegenover het aantal onderzochte lijsten per stad Totaal aantal nationale mandatarissen Aantal dat kandidaat onderzochte Verhouding van (1) is (1) lijsten (2) en (2) Antwerpen 24 5 4,8 Gent 16 5 3,2 Brugge 5 5 1,0 Leuven 7 5 1,4 Hasselt 6 4 1,5 Andere steden 34 39 0,9 F. Kandidaat in 2003 en/of 2004? Ten slotte konden we ook nagaan in hoeverre de 2.644 kandidaten in de 13 centrumsteden ook kandidaat waren bij de federale verkiezingen van 2003 en/of de Vlaamse en Europese verkiezingen van 2004. Het vormt een aanduiding van de mate waarin de partijen bij de verschillende stembusslagen hun kandidaten recycleren, en de mate waarin de vernieuwing ook daadwerkelijk gestalte krijgt op de kieslijsten. Tabel XIV Aantal kandidaten dat ook al kandidaat was in 2003 en/of 2004, per partij Aantal kandidaten dat kandidaat was in 2003 en/of 2004 (*) (1) Totaal aantal kandidaten van de partij in 2006 (2) Procentuele verhouding van (1) en (2) Vivant 4 18 22,2 Spirit 11 58 19,0 N-VA 22 146 15,1 Groen! 53 380 13,9 VLOTT 1 8 12,5 SP.A 46 448 10,3 Vlaams Belang 54 531 10,2 CD&V 43 472 9,1 VLD 45 514 8,8 Onafh./CDO 2 69 2,9 TOTAAL 281 2.644 10,6 (*) Deze telling gebeurde op het niveau van de individuen. Kandidaten die zowel in 2003 als in 2004 opkwamen, werden uiteraard slechts één keer geteld. - 14 -

Gemiddeld waren iets meer dan 10% van de kandidaten in de centrumsteden ook al kandidaat bij de verkiezingen van 2003 en/of 2004. Opvallend, bij de kleinere partijen Groen!, N-VA, Spirit, Vivant - ligt dat percentage steeds boven dat gemiddelde. Wat aangeeft dat zij veel meer dan de grote partijen uit eenzelfde groep militanten moeten rekruteren bij de verschillende stembusslagen. Wanneer we de cijfers opsplitsen per provincie hoofdstad, zijn de scores van Antwerpen en Gent treffend. In deze steden is een behoorlijk aantal kandidaten ook al in 2003 en/of 2004 kandidaat geweest (zie tabel XV). Ook Leuven scoort redelijk hoog. Het vormt een tweede aanduiding van een nationalisering van de lokale verkiezingen in de grotere steden. Tabel XV Aantal kandidaten dat ook al kandidaat was in 2003 en/of 2004, per provinciehoofdstad Aantal kandidaten dat kandidaat was in 2003 en/of 2004 (1) Aantal onderzochte lijsten (2) Verhouding van (1) en (2) Antwerpen 61 5 12,2 Gent 42 5 8,4 Leuven 25 5 5,0 Brugge 19 5 3,8 Hasselt 13 4 3,3 Andere steden 121 39 3,1 G. Besluit Uit deze studie kunnen we een aantal conclusies trekken. Zo wordt bij deze gemeenteraadsverkiezingen een grotere diversiteit aan kandidaten aangeboden, dan bij de federale of regionale parlementsverkiezingen. Althans wat de dertien centrumsteden uit ons onderzoek betreft. Er staan meer jongeren en meer ouderen op de lijsten, en er zijn ook meer nietactieven die zich kandidaat stellen. De Brugse lijsten stellen gemiddeld de oudste kandidaten voor (37,6 procent is ouder dan 50 jaar), terwijl de kandidaten in Hasselt gemiddeld drie jaar jonger zijn (een kwart is zelfs jonger dan 30 jaar) 8. Bij de verdeling naar partijen valt de tweedeling tussen Vlaams Belang (met 28 procent plus-60 jarigen) enerzijds en SP.A en Groen! (met elk minder dan 2 procent 60- plussers) anderzijds op. Ten tweede blijkt dat de pariteit niet voor een omslag gezorgd heeft in de verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten. Slechts 24 procent van de lijsten in deze steden worden door vrouwelijke lijsttrekkers getrokken. In elke partij is er ten minste één lijst met een vrouwelijke kandidaat op de eerste plaats. Slechts 39 procent van de top-drieplaatsen worden door vrouwelijke kandidaten ingenomen. Het gaat dus om een minimale inspanning van de partijen om te voldoen aan de wettelijke vereisten dat er minstens één vrouw in de top-drie staat. 8 Cijfers berekend op basis van 82,6 en 89,6 procent van alle kandidaten in deze steden. - 15 -

Er is tenslotte ook een zeer grote recuperatie van zetelende mandatarissen: ruim driekwart van de zetelende gemeenteraadsleden is opnieuw kandidaat. Bij de schepenen is dat zelf 95 procent. In elke van de dertien centrumsteden is de zetelende burgemeester opnieuw kandidaat, zij het dat Frank Beke als enige te kennen heeft gegegeven om geen nieuw mandaat meer te willen opnemen. Op die manier vullen de zetelende gemeenteraadsleden en schepenen sowieso al 20 procent van de kieslijsten op. * * * * * * * * * * - 16 -