1. Inleiding 2 2. Omschrijving nieuwe ontwikkeling Ruimtelijk beleidskader Beeldkwaliteit 9

Vergelijkbare documenten
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Gemeente HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Gemeente Bergen op Zoom

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Ruimtelijke Onderbouwing. Paal 19,5 en 20

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Ruimtelijke onderbouwing

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Gemeente O P M E E R

Ruimtelijke onderbouwing

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Ruimtelijke onderbouwing

12 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

Duinkampen 23 te Paterswolde

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

ex. art Wabo

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Wet luchtkwaliteit. Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel

*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland

Ruimtelijke onderbouwing

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing "het herbouwen van een woning op het perceel Egypte 24 te Buitenpost"

*Z048FC38A9F* Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg perron buitenhaven Middelharnis. Initiatiefnemer: Gemeente Goeree-Overflakkee

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

De Haal 78A en 78B. te Oostzaan. Dorpsstraat 60. te Watergang

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

Bestemmingsplan Buitengebied Ankeveen, wijziging Stichtse Kade 47a en c, Ankeveen Toelichting

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Ruimtelijke onderbouwing

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4

Gemeente T E X E L

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

L a n g e d ij k

Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Saskia Jansma van 8

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

HOOFDSTUK 1 Inleiding

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Omschrijving nieuwe ontwikkeling 3 2.1. De planlocatie in zijn stedenbouwkundige samenhang 3 2.2. Bebouwingskarakteristiek 3 2.3. Het bouwplan 4 3. Ruimtelijk beleidskader 6 3.1. Rijksbeleid 6 3.2. Provinciaal beleid 6 3.2.1. Relatie met de Wro 6 3.2.2. Structuurvisie 2040 6 3.2.3. Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie 7 3.3. Gemeentelijk beleid 7 3.3.1. Strategische Toekomstvisie 7 3.3.2. Bestemmingsplan 7 4. Beeldkwaliteit 9 4.1. Beeldkwaliteit als onderdeel van het provinciaal ruimtelijk beleid 9 4.2. De gemeentelijke welstandsnota 9 5. Milieubeperkingen en omgevingsaspecten 10 5.1. Milieu 10 5.1.1. Bodem en grondwater 10 5.1.2. Watertoets 10 5.1.3. Bedrijven en milieuzonering 10 5.1.4. Geluid 10 5.1.5. Luchthaven Indelings Besluit 10 5.2. Verkeersaspecten 11 5.3. Luchtkwaliteit 11 5.4. Externe veiligheid 12 5.5. Cultuurhistorie / Archeologie 12 5.5.1. Cultuurhistorische Waardenkaart Noord Holland 12 5.5.2. Beleidsnota Archeologie 12 5.6. Natuurwaarden / Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn / Flora en Fauna 13 5.7. Duurzaam bouwen 13 6. Juridische vormgeving 14 7. Uitvoerbaarheid 14 7.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 14 7.2. Economische / financiële uitvoerbaarheid 14 Pagina 1

1. Inleiding De heer R. Blom, Jan van Geemstraat 7, 2064 LP, Spaarndam is voornemens op de locatie Lagedijk 10 te Spaarndam de bestaande woonboerderij (woonhuis met aangebouwde stal) in gebruik te nemen als woonhuis. Hiervoor zal de aangebouwde stal tot woning worden verbouwd. Om de stal als woning in gebruik te nemen is een functiewijziging van de stal nodig. De planlocatie is bekend als Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H nr 1257. afb. 1 de locatie kadastraal Het plan is niet in overeenstemming met het bestemmingsplan Vereenigde Binnenpolder 2005, waarin het perceel is bestemd tot Woondoeleinden, woningen met erven. De inhoud van het woonhuis voldoet niet aan hetgeen daarin is geregeld. Door de gewenste functiewijziging van de stal van een overige gebruiksfunctie naar een woonfunctie wordt de inhoud van het woonhuis meer dan de gestelde 600 m 3. Voor een passende planologische regeling wordt een procedure Project afwijkingsbesluit ex artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in gang gezet. Als onderdeel van de procedure project afwijkingsbesluit ex artikel 3.10 Wro dient een goede ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld, waarin het plan en de beleidsmatige en ruimtelijkstedenbouwkundige afwegingen ten behoeve van de realisering van het plan dienen te zijn verwoord. Het onderhavige document voorziet in deze vereiste. De voor dit project afwijkingsbesluit te volgen procedure is opgenomen in artikel 3.11 Wro. In deze ruimtelijke onderbouwing wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de omschrijving van het project. In hoofdstuk 3 komt het ruimtelijk beleid aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt de beeldkwaliteit behandeld. Dan worden in hoofdstuk 5 de milieu en omgevingsaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 6 wordt de juridische planopzet uiteengezet. Tenslotte volgt in hoofdstuk 7 de uitvoerbaarheid. Pagina 2

2. Omschrijving nieuwe ontwikkeling 2.1. De planlocatie in zijn stedenbouwkundige samenhang De planlocatie betreft een typisch boerenerf langs een stedenbouwkundig lint: de Lagedijk. Langs dit lint liggen verschillende functies verspreid. Er bestaan nog een paar, in aantal afnemende, boerenbedrijven, enige woonhuizen, wat horeca en dagrecreatie. Het erf ligt buitendijks en wordt ingesloten door de dijk aan de ene zijde en het water van de Mooie Nel aan de andere zijde. Het erf is in onbruik geraakt van zijn oorspronkelijke agrarische functie, de aanleiding voor dit bouwplan. afb. 2 Satellietfoto planlocatie 2.2. Bebouwingskarakteristiek De inrichting van het terrein en de bestaande gebouwen van de boerderij zijn typerend voor de agrarische sector uit die tijd. Het woonhuis ligt vooraan op de kavel en de bijgebouwen in de lengterichting daarachter. De eerste stal is door een tussengang verbonden aan het woonhuis. Het woonhuis kenmerkt zich door een landelijk, ambachtelijke en eenvoudige karakteristiek met als meest bijzondere aspect de wolfseinden aan de voor en achterzijde van de woning. De stallen zijn soberder en meer doelmatig van vormgeving en materialisatie, maar zijn wel uitgesproken gedetailleerd met rollagen, roedeverdeling en dakpannen. De andere bijgebouwen zijn zuiver doelmatig en simpel opgebouwd. Het erf wordt afgescheiden door een zoom van bomen en struiken. Vanaf de Lagedijk zijn het woonhuis en de stallen zichtbaar, alleen de achtergevel van de stallen zijn vanaf de openbare weg niet zichtbaar. Pagina 3

afb. 3 Zicht vanaf de Lagedijk op de huidige situatie 2.3. Het bouwplan Het bouwplan heeft als doel het bewoonbaar maken van de eerste stal. De beperkte ingrepen die worden gedaan zijn dan ook gericht op het wijzigen van de functie van de stal naar bewoonbare ruimte. Allereerst is het nodig om meer daglicht in de stal te krijgen. In het ontwerp wordt hieraan voldaan door aan de tuinzijde openingen te vergroten en toe te voegen. Aan de kant van het erf blijft de situatie ongewijzigd. Om de verdieping van de stal te kunnen gebruiken zijn kapellen toegevoegd aan de bestaande kapel om zowel lichttoetreding als ruimte te creëren. De kapellen volgen het ritme van de bestaande gevelindeling. De middelste kapellen wijken daarbij beide af: de één door het bestaande hijsluik te voorzien van glas, de andere door een iets grotere breedtemaat. Om de beide delen van de gewijzigde situatie met elkaar te verbinden is gekozen voor een nieuwe, transparante entree en verbinding tussen de delen. Alle ingrepen zijn ondergeschikt gemaakt aan de bestaande bebouwing, indeling en geleding. Hierdoor blijft de oorspronkelijke bebouwing goed herkenbaar en is duidelijk wat de nieuwe toevoegingen zijn. afb. 4 aanzicht voorgevel (gewijzigd) afb. 5 aanzicht achtergevel (gewijzigd) Pagina 4

afb. 6 aanzicht rechter zijgevel (gewijzigd) afb. 7 aanzicht linker zijgevel (gewijzigd) afb. 8 plattegrond begane grond (gewijzigd) afb. 9 plattegrond 1 ste verdieping (gewijzigd) Pagina 5

3. Ruimtelijk beleidskader 3.1. Rijksbeleid Relevant is de Nota Ruimte: Ruimte voor Ontwikkeling, waarmee de Tweede Kamer op 17 mei 2005 en de Eerste Kamer op 17 januari 2006 hebben ingestemd. De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen, waarin rijks verantwoordelijkheden en die van anderen zijn onderscheiden. Dit geeft invulling aan het motto decentraal wat kan, centraal wat moet. Hiermee sluit het kabinet aan bij de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk beleid, die ondermeer tot uiting komen in het decentrale planningsstelsel met een centrale rol voor de gemeentelijke bestemmingsplannen. De Nota Ruimte richt zich op de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid, de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit en is gericht op bundelingsstrategie. De Nota Ruimte zoomt niet in op het schaalniveau, waarop het beoordelings en afwegings proces inzake het voorliggende initiatief de functiewijziging en interne verbouwing zich afspeelt. 3.2. Provinciaal beleid 3.2.1. Relatie met de Wro Met ingang van 1 juli 2008 is bij het van kracht worden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) hebben de Noord Hollandse streekplannen de status van structuurvisie gekregen. Dit is een zogenaamd zelfbindend instrument. Tot het gereedkomen van een nieuwe structuurvisie hanteerde de provincie een Overgangsdocument. De uitwerking van dit overgangsdocument was een Provinciale Ruimtelijke Verordening, die op 15 december 2008 door Provinciale Staten is vastgesteld. De Provinciale Ruimtelijke Verordening is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels omtrent inhoud van gemeentelijke plannen en project afwijkingsbesluiten en bindt de gemeenten en burgers. Deze verordening is verder uitgewerkt tot Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie. 3.2.2. Structuurvisie 2040 De Structuurvisie Noord Holland 2040 is op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. In deze structuurvisie zijn de uitgangspunten en de sturingsfilosofie uit het Ontwikkelingsbeeld Noord Holland Zuid (het voormalige Streekplan) overgenomen. Het motto is Kwaliteit door veelzijdigheid. Noord Holland moet aantrekkelijk blijven is wat het is: een diverse, internationale concurrerende regio, in contact met water en uitgaande van de kracht van het landschap. Gelet op deze doelstelling heeft de provincie drie hoofdbelangen aangewezen, die gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling vormen: Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaam ruimtegebruik en Klimaatbestendigheid. De structuurvisie is uitsluitend bindend voor de provincie zelf en niet voor gemeenten en burgers. Pagina 6

3.2.3. Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken is de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) opgesteld. Deze verordening is eveneens op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. Hierin zijn een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijk gebied als het bestaande bebouwd gebied in Noord Holland, waar een provinciaal belang mee gemoeid is. Bij deze PRVS is een aantal kaarten gevoegd, waaraan het ruimtelijk/planologisch belang van de planlocatie is af te lezen. Daarvan zijn de volgende punten aan de orde: de bestaande bebouwing van de planlocatie valt onder het bestaande bebouwd gebied; de rest van het perceel van de planlocatie ligt in het landelijk gebied; de planlocatie ligt niet in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); de planlocatie ligt in het Nationaal Landschap de Stelling van Amsterdam; de planlocatie ligt de rijksbufferzone; de planlocatie ligt langs een regionale waterkering, de Lagedijk; de planlocatie ligt in een gebied met aardkundige waarde, ook is het gebied een aardkundig monument; De functie wijziging en de interne en externe verbouwing van het bestaande bijgebouw levert geen feitelijke wijziging van de bestaande situatie, zodat een mogelijke strijdigheid tussen het plan en provinciaal beleid niet is te voorzien. 3.3. Gemeentelijk beleid 3.3.1. Strategische Toekomstvisie De gemeenteraad heeft op 24 november 2009 de Strategische Toekomstvisie verbindend groen vastgesteld. In deze visie wordt de gewenste ontwikkeling van de gemeente voor het komende decennium op hoofdlijnen beschreven. Dit houdt in, dat voor het schaalniveau van de planlocatie en de gewenste functieverandering geen specifieke uitgangspunten of voorwaarden zijn geformuleerd. 3.3.2. Bestemmingsplan Voor de gronden van de planlocatie vigeert het bestemmingsplan Vereenigde Binnenpolder 2005, vastgesteld op 22 september 2005. Deze gronden hebben de bestemming Woondoeleinden, woningen met erven (Wa). Pagina 7

afb. 10 Planlocatie op uitsnede plankaart bestemmingsplan Vereenigde Binnenpolder 2005 De bebouwingscriteria en de strijdigheden van het bouwplan Relevant voor de planlocatie is dat op het perceel (Wa) één woning gebouwd mag worden. De inhoud van een woning mag niet meer dan 600 m 3 bedragen. Door de gewenste functiewijziging van de stal van een overige gebruiksfunctie naar een woonfunctie wordt de inhoud van het woonhuis ca. 1200 m 3. Pagina 8

4. Beeldkwaliteit 4.1. Beeldkwaliteit als onderdeel van het provinciaal ruimtelijk beleid In de Structuurvisie 2040 is het opstellen van een beeldkwaliteitsplan verplicht gesteld voor nieuwe ontwikkelingen. De intentie van de provincie daarbij is samengevat in het credo behoud door ontwikkeling, waarbij een sterke nadruk wordt gelegd op regionale identiteiten en ruimtelijke kwaliteit. De volgende vijf elementen worden van belang geacht voor een beeldkwaliteitsplan: aandacht voor de ontwikkelingsgeschiedenis; aansluiting bij de ordeningsprincipe van het landschap dan wel van de omgeving; aansluiting bij de bebouwingskarakteristiek (architectuur, stedenbouw en openbare ruimte); inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving (grotere landschapseenheid); aandacht voor de bestaande kwaliteit van het gebied en voor de maatregelen om negatieve effecten op die kwaliteit op te heffen. Het voorliggende voorstel, t.w.: een functiewijziging van de aangebouwde stal en aantal wijzigingen van het bestaande woonhuis en de stal is van een zodanige schaal, dat een negatieve invloed op bovengenoemde elementen niet van toepassing is. 4.2. De gemeentelijke welstandsnota Van toepassing is de Gemeentelijke Welstandsnota van juli 2004. De planlocatie ligt in het welstandsgebied 4: Lintbebouwing buitengebied. Voor dit gebied geldt een regulier welstandsregime, o.a. gericht op het afwisselende karakter, de individualiteit en de eenvoudige detaillering van de bebouwing. Aan de gestelde gebiedsgerichte criteria m.b.t. de bouwmassa, detaillering, materialen en bijgebouwen, wordt met het onderhavige bouwplan in voldoende mate voldaan. Op 24 oktober 2011 is het bouwplan voorgelegd aan de welstandscommissie. De door de welstandscommissie opmerkingen en aanbevelingen zijn in het huidige plan verwerkt. Het huidige plan wordt nogmaals aan de welstandscommissie voorgelegd ten behoeve van een positief advies. Pagina 9

5. Milieubeperkingen en omgevingsaspecten De beoordeling van milieubeperkingen en omgevingsaspecten vindt plaats op basis van de relevantie van de voorgestelde ontwikkelingen in het plangebied. 5.1. Milieu 5.1.1. Bodem en grondwater Ter plaatse vindt geen nieuwe bebouwing plaats, zodat enig onderzoek naar eventuele bodemverontreiniging niet nodig is. 5.1.2. Watertoets De volgende aspecten zijn aan de orde: a. waterbergend oppervlak; b. het graven of vergraven van sloten; c. toe te passen bouwmaterialen in relatie met mogelijke verontreiniging van water; d. afvoer HWA in relatie met riolering. e. maatregelen ten behoeve van het onderhoud en beheer. Ad. a en b: Van belang zijn hierbij de bestaande bebouwingssituatie (incl. verharding) en de bebouwingssituatie na realisering van het plan. Vastgesteld kan worden, dat de verhardingssituatie met het bouwplan niet gewijzigd wordt en dat er geen aanleiding is voor compensatie van waterbergend wateroppervlak. Ad. c: In/aan de bouwwerken zullen geen materialen worden toegepast, welke een verontreinigende werking hebben op hemelwater en/of grondwater. Ad. d: De afvoer van hemelwater zal gescheiden plaatsvinden t.o.v. de afvoer van vuil water. Ad. e: n.v.t. 5.1.3. Bedrijven en milieuzonering Ten westen/zuidwesten van de planlocatie is op circa 800 m tot 1 km het bedrijventerrein de Waarderpolder en de waterzuiveringsinstallatie gelegen. Qua milieuzonering wijzigt de situatie zich niet. Er zijn derhalve geen belemmeringen voor het realiseren van het bouwplan en omgekeerd zijn er evenmin belemmeringen te verwachten voor de bedrijfsvoering van de eventueel in de omgeving aanwezige bedrijven. 5.1.4. Geluid Er is sprake van het wijzigen van een bestaand woonhuis. Er is geen aanleiding voor het doen van nader akoestisch onderzoek. 5.1.5. Luchthaven Indelings Besluit Op de Overzichtskaart Beperking bebouwing bij het Luchthavenindelingsbesluit voor de luchthaven Schiphol valt de planlocatie (aangegeven) buiten het gebied (geel) waar slechts gebouwen mogen worden gerealiseerd, waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven. Pagina 10

afb. 11 Uitsnede Overzichtskaart Beperking bebouwing (LIB) 5.2. Verkeersaspecten Het betreft het wijzigen van een bestaand woonhuis; een toename van het aantal huishoudens en verkeersbewegingen is hierbij geen item. Het parkeren geschiedt, evenals in de bestaande situatie, op eigen terrein 5.3. Luchtkwaliteit Bij ontwikkelingen is in algemene zin onderzoek nodig naar de bestaande luchtkwaliteit en de effecten, die de realisatie van die ontwikkelingen daarop zal hebben. 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit (Stb.2007,434) in werking getreden en vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Deze wet voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt in niet betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m 3 voor zowel PM10 als NO2. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet Luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit; Pagina 11

een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend. Met het wijzigen van het bestaande woonhuis wijzigt de situatie ter plaatse zich niet; een en ander heeft geen invloed op de luchtkwaliteit ter plaatse. 5.4. Externe veiligheid Op basis van het Besluit Externe Veiligheid dient bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht geschonken te worden aan de risico s die zijn verbonden aan risicovolle inrichtingen. Geraadpleegd is de Risicokaart Noord Holland : nabij de onderhavige planlocatie zijn geen risicovolle bedrijven aanwezig, noch is sprake van wegen met gevaarlijke transporten. Op ca. 700 m ten westen van de planlocatie ligt de waterzuiveringsinstallatie RWZI Haarlem Waarderpolder; op ca. 1,2 km ten zuidoosten en ten oosten liggen verschillende buisleidingen; op ca. 1,7 km ten oosten ligt de autosnelweg A9. De genoemde afstanden leveren geen belemmeringen op voor het bouwplan. 5.5. Cultuurhistorie / Archeologie 5.5.1. Cultuurhistorische Waardenkaart Noord Holland Op de 'Cultuurhistorische Waardenkaart Noord Holland' wordt aangegeven of er bijzondere waarden betreffende geografie, bouwkunde of archeologie aanwezig zijn. Wat betreft bouwkunde of archeologie zijn op en in de omgeving van de planlocatie geen waarden aangegeven. Qua historische geografie zijn de Lagedijk (van waarde) en de daar achterliggende Vereenigde binnenpolder (hoge waarde) als historisch waardevol aangegeven. Het wijzigen van de bestaande woning en stal tast de hier bedoelde waarde niet aan. 5.5.2. Beleidsnota Archeologie De gemeente heeft de Stichting Cultureel Erfgoed Noord Holland een Beleidsnota Archeologie (februari 2009) laten opstellen. Deze Beleidsnota Archeologie zet uiteen op welke wijze de gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude verantwoordelijkheid neemt voor het eigen bodemarchief. Gemeenten zijn verplicht bij bodemingrepen van enige omvang het behoud van archeologische waarden af te wegen tegen andere belangen. Onderdeel van de nota is de Beleidskaart Archeologie; hierbij is rekening gehouden met het feit dat niet voor iedere ruimtelijke ontwikkeling een archeologisch onderzoek verplicht kan worden gesteld. Het belasten van iedere kleine ruimtelijke ontwikkeling met archeologisch onderzoek zal vooral als last worden ervaren en niet bijdragen aan de verbreding van het maatschappelijk draagvlak. Daarom is het grootste deel van het gemeentelijk grondgebied opgedeeld in vijf categorieën archeologisch waardevol gebied. Voor iedere categorie geldt een vrijstellingsgrens die bestaat uit zowel de diepte van de bodemingreep als de oppervlakte van het plangebied. Worden deze twee vrijstellingscriteria bij de voorgenomen planuitvoering overschreden, dan dient rekening gehouden te worden met archeologie. De planlocatie valt binnen de 4 e catergorie. Bij deze categorie moet rekening worden gehouden met archeologie vanaf een planomvang van 2500m 2 en groter en grondroerende werkzaamheden dieper Pagina 12

dan 40 cm. Het bouwplan past binnen deze eisen, er hoeft daarom geen rekening te worden gehouden met archeologie. Overigens dient degene die bij toeval een vondst doet waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs kan vermoeden dat het archeologisch van waarde is, de plicht (Monumentenwet) de betreffende vondst zo spoedig mogelijk te melden bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten of bij de Provincie. 5.6. Natuurwaarden / Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn / Flora en Fauna De planlocatie en wijdere omgeving behoren niet tot een speciale beschermingszone op grond van de Habitatrichtlijn, noch op grond van de Vogelrichtlijn. Op de planlocatie is sprake van een wijziging van een bestaand woonhuis. Er vindt geen nieuwbouw plaats op de planlocatie. Een specifiek onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde diersoorten is op de planlocatie daarom niet zinvol. Uiteraard zal bij de uitvoering van de werkzaamheden voor zover aan de orde rekening worden gehouden met de Flora en Faunawet (o.a. broedseizoen). 5.7. Duurzaam bouwen Het bouwplan wordt uitgevoerd conform de richtlijnen van het 'Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen' Pagina 13

6. Juridische vormgeving Het project afwijkingsbesluit Lagedijk 10, Spaarndam is bedoeld ter voorbereiding van de planologische regeling om naast het bestaande woonhuis ook de aangebouwde stal als woonruimte te gaan gebruiken. Het plan omvat slechts één bestemming: de bestemming Woningen met erven. Deze bestemming heeft de planlocatie in de huidige situatie reeds. In feite beperkt de onderhavige planherziening zich tot een wijziging van de planregels. De vermelding van de maximale inhoud voor een woonhuis wordt 1200 m 3 in plaats van 600 m 3. 7. Uitvoerbaarheid 7.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro In het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro vindt vooroverleg plaats, waarbij de stukken in ieder geval worden toegestuurd aan de provincie, VROM en Waternet. Op de voorbereiding van het project afwijkingsbesluit is, conform het bepaalde in artikel 3.11 Wro, de in afdeling 3.4 van de algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing, met dien verstande dat het ontwerpbesluit gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Binnen deze termijn kan een ieder schriftelijk zijn zienswijze kenbaar maken. Maximaal 12 weken na afloop van de termijn van ter inzage legging kan de gemeenteraad het project afwijkingsbesluit vaststellen. Op basis van de ingediende zienswijzen zal het ontwerp project afwijkingsbesluit zo nodig worden aangepast. 7.2. Economische / financiële uitvoerbaarheid Het voorliggende plan is een initiatief van de heer R. Blom, Jan van Geemstraat 7, 2064 LP Spaarndam. De kosten van de interne en externe verbouwingen zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Pagina 14