WOORDENLIJST THEMA 2 REALISTISCH BEROEPSBEELD

Vergelijkbare documenten
Iemand die leuke dingen doet met mensen die problemen hebben. Bijvoorbeeld met mensen die een handicap hebben.

WOORDENLIJST THEMA 1 BEROEPENORIËNTATIE

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET ONA THEMA 1 BEROEPENORIËNTATIE

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

WOORDENLIJST THEMA 7 WERK VINDEN

= iemand die vertelt of schrijft over het nieuws. = de politie zorgt ervoor dat het veilig is.

Woordenschat hoofdstuk /2017. Les 1

Aflevering 1: Oriëntatie op de arbeidsmarkt

Op bezoek in Het Beroepenhuis

Werkblad 1 1 Oriëntatie op de arbeidsmarkt Vanaf halverwege Niveau A1...

TAALCOMPLEET NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT VOOR ANDERSTALIGEN ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Op bezoek in Het Beroepenhuis

DOE-TIPS ONA VOOR VRIJWILLIGERS EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD

werkbladen thema 5 werk

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

PRAKTIJKOPDRACHT: WELK VRIJWILLIGERSWERK PAST BIJ MIJ?

Verkiezingsprogramma. in eenvoudige taal

Hoe gaat het met je studie?

Aflevering 1: Oriëntatie op de arbeidsmarkt

Lees je mee? Blaffende agent en andere bijzondere verhalen. werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

Veel studenten werken tijdens de vakantie. Ellen, Mohammed, Eric en Lilly zoeken een job. Kan je ze helpen? Welke studentenjob vind jij interessant?

1. VERLOOP BEZOEK. Naam: Adres: Naam bezoeker: Datum bezoek: Telnr. ja nee

Loopbaanleren voor basisonderwijs en onderbouw VMBO. Werkbladen

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Vragenlijst tieners. Algemene vragen. Waar woon jij?

Bladzijde 2 - In het magazijn

Er is post! LES 1. gemeente Hengelo

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1

Introductie Pennenland bv

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Onze cliënten aan het woord

De 10 profielen waar je uit kunt kiezen: - Bouw, wonen en interieur. - Economie en ondernemen. - Media, vormgeving en ICT. - Mobiliteit en transport

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Understanding+Design+ + Opdracht+3+ +Thema+in+de+stad+

klaar voor je toekomst?! Accent Amersfoort

Elke letter heeft een waarde. De letter E is bijvoorbeeld 1 punt waard, de V is 4 waard. Woord Naam Waarde in punten

Les 1. Bij de huisarts

Bij de tijd Groep 6 thema 2, les 1 Een middeleeuwse stad Werkblad 1. dit is Joris. hij werkt in de her-berg. hij is blij en voert de kip-pen,

VERKIEZINGSPROGRAMMA IN MAKKELIJKE TAAL SAMEN WERKEN AAN EEN EERLIJK EN GROEN ROTTERDAM ROTTERDAM

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

Technische hulpkracht

Oefening 5 Risicoanalyse Feitenboomanalyse

Bekijk een Bedrijf. Werkboekje. AOB Zuid - Nederland

Voor jouw veiligheid De Wet Bopz in makkelijke taal Versie met pictogrammen voor cliënten

Huismoeder. Opvang voor kinderen. Werkvolk gezocht! 1 ste graad > Werk > lesmateriaal > beroepenwijzer

= een soort bibberen, je lijf beweegt zachtjes. = als je tijdens het praten sommige letters of stukjes van woorden herhaalt.

De Virus Groei-wijzer Klaar voor de start (7-11 jaar)

sarie, mijn vriend kaspar en ik

Nieuwsbrief CliëntAanZet

De voorraad De aanhanger Het industrieterrein

vlaamse dienst speelpleinwerk DNA 29 Talenten benoemen

Cliënten. Een uitgave van Careander Contact. THEMANUMMER: Hoera voor de vrijwilliger

Samenleven doe je niet alleen!

Spreekopdrachten thema 7 Werken

In samenwerking met Veilig Verkeer Nederland afdeling west Alblasserwaard

Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

Start met bewegen. Tips voor gezond bewegen

Wat past het beste bij jou?

Wat heb je nodig? De doos


1. Ontdek jouw talenten!

Cliënten aan het woord

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Mijn rechten in de jeugdhulp. Mevrouwtje recht en haar familie

Verkiezingsprogramma. Kies voor de ander. Gewoon oog voor elkaar

Ertoe Doen. Vania werkt in het restaurant. Nieuwsbrief voor en door cliënten van Pameijer. Uitgave 7 augustus 2014

Inhoudstafel. 123 piano. dokter knoop. schaar, steen, papier. ik zie, ik zie wat jij niet ziet. schipper mag ik overvaren? dikke bertha.

SINT- ALENA SPANJEBERGSTRAAT DILBEEK

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Groei-wijzer 7-11 jaar: Klaar voor de start

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Entreeschool Mbo-opleidingen niveau 1

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Epilepsie Groei-wijzer 7-11 jaar: Klaar voor de start

Functioneringsinstrument NAH (FINAH)

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Op bezoek bij Suus op de Intensive care

Het leven van Kant, van Hegel

Introductie. Transportmiddelen. Opdracht 1

Klaar voor de start. Nier Groei-wijzer 7-11 jaar: Enkele tips: Naam:

Algemeen directeur Directeur sociale zaken

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

VERKEER. Proeflessen. Handleiding THEMA 1

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

Melkweg. Iedereen fit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Sporten en bewegen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

* = Hallo in het Latijn (de taal van de Romeinen). Het Romeinse Rijk

Melkweg. Wat een troep! Lezen van Alfa B naar Alfa C. Wonen: milieu. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 4 GEZONDHEID

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Transcriptie:

WOORDENLIJST THEMA 2 REALISTISCH BEROEPSBEELD 2.1 Taken algemeen, algemene een interview houden, hield(en), hebben gehouden de kennis, de kennissen de meeloopdag, meeloopdagen meelopen, liep(en) mee, hebben meegelopen onderhoud uitvoeren, uitvoerde(n), hebben uitgevoerd de open dag, de open dagen de rondleiding, de rondleidingen specifiek(e) de taak, de taken Als iets voor alles en iedereen hetzelfde is. Je stelt vragen in een gesprek. De ander geeft antwoord op jouw vragen. Iemand die je kent. Een dag waarop je meeloopt in een bedrijf. Je kunt dan zien wat er allemaal gebeurt in dat bedrijf. Mee kijken in een bedrijf. Je kunt dan zien wat er allemaal gebeurt in dat bedrijf. Zorgen dat iets het goed blijft doen. Bijvoorbeeld: zorgen dat een machine netjes blijft en het goed blijft doen. Een dag waarop je bijvoorbeeld in een bedrijf of school kunt kijken. Iemand laat alles zien en geeft er informatie over. Als iets niet voor alles en iedereen hetzelfde is. Werk dat je moet doen. de badmeester, de badmeesters banden plakken, plakte(n), hebben geplakt de barman, de barmannen het cement de defensie Iemand die op de mensen in een zwembad of in de zee let. Kapotte banden maken. Iemand die in een café of restaurant bij de bar drinken geeft aan de gasten. De grijze stof die bij bouwen wordt gebruikt om stenen aan elkaar te plakken. Hierdoor wordt een land beschermd. TaalCompleet ONA 1

de dierenarts, de dierenartsen de fietsenmaker, de fietsenmakers de fysiotherapeut, de fysiotherapeuten de helpdeskmedewerker, de helpdeskmedewerkers het ingrediënt, de ingrediënten de kok, de koks laden, laadde(n), hebben geladen de logistiek medewerker, de logistiek medewerkers losmaken, maakte(n) los, hebben losgemaakt lossen, loste(n), hebben gelost de maat, maten de marktkoopman, de marktkoopmannen de matroos, de matrozen mengen, mengde(n), hebben gemengd het menu, de menu s de metselaar, de metselaars het pakketje, de pakketjes Een dokter voor dieren. Iemand die fietsen maakt als ze kapot zijn. Iemand die mensen helpt die pijn hebben. Of iemand die mensen helpt die niet goed kunnen bewegen. Iemand die bij een helpdesk werkt. Bij een helpdesk krijg je hulp als je problemen hebt met de computer. Iets wat je in je eten doet. Iemand die eten kookt in een restaurant. Ergens spullen in doen, zodat ze vervoerd kunnen worden. Iemand die zorgt dat spullen op het goede moment op de goede plaats zijn. Zorgen dat iets niet meer vastzit. Ergens spullen uithalen die vervoerd zijn. Hoe groot iets is. Iemand die spullen verkoopt op de markt. Iemand die op grote schepen op zee werkt. Dingen door elkaar doen, zodat het één geheel wordt. Voorbeeldzin: Meng het meel met de suiker. Een lijst met eten waaruit je kunt kiezen in een restaurant. Iemand die bouwt met stenen. Iets wat met de post wordt verstuurd, en groter is dan een brief. TaalCompleet ONA 2

de politie, de polities de postbode, de postbodes de route, de routes de taxichauffeur, de taxichauffeurs de tuinman, de tuinmannen vastleggen, legde(n) vast, hebben vastgelegd de verkeersregelaar, de verkeersregelaars de verkoper, de verkopers wachtlopen, liep(en), hebben gelopen De mensen die zorgen voor de veiligheid op straat. Iemand die de post brengt. De weg ergens naartoe. Iemand die een taxi bestuurt. Iemand die tuinen verzorgt. Vastmaken. Zorgen dat iets niet los is. Iemand die zorgt dat het goed gaat in het verkeer. Bijvoorbeeld op een drukke plaats, of ergens waar aan de weg wordt gewerkt. Iemand die spullen verkoopt. Opletten dat er niets fout gaat. 2.2 Omstandigheden en eisen aanpassen, paste(n) aan, hebben aangepast de aanvullende eis, de aanvullende eisen deeltijd fulltime de kennis de motivatie, de motivaties een opleiding volgen, volgde(n), hebben gevolgd Veranderen. De extra eis. Parttime. Niet de volledige tijd. Iemand die in deeltijd werkt, werkt geen veertig uur in de week. Voltijd. De volledige tijd. Iemand die fulltime werkt, werkt ongeveer veertig uur in de week. De dingen die je weet. Waarom je iets graag wilt. Als je ergens veel motivatie voor hebt, wil je dat graag. Een opleiding doen. TaalCompleet ONA 3

overwerken, werkte(n) over, hebben overgewerkt de partner, de partners parttime het realistische beroepsbeeld de reiskostenvergoeding, de reiskostenvergoedingen uitoefenen, oefende(n) uit, hebben uitgeoefend voltijd de werkomstandigheden (mv) Als je langer werkt dan normaal, omdat je iets af moet krijgen. Je man of vrouw. Deeltijd. Niet de volledige tijd. Iemand die parttime werkt, werkt geen veertig uur in de week. Dat je weet hoe het beroep in Nederland echt is. Het beroepsbeeld is het idee dat je over een beroep hebt. Realistisch is echt, of werkelijk. Voorbeeldzin: Hij heeft geen realistisch beroepsbeeld. Hij begrijpt niet hoe het werken als elektricien in Nederland gaat. Geld dat je krijgt om de reis naar je werk te betalen. Doen. Fulltime. De volledige tijd. Iemand die voltijd werkt, werkt ongeveer veertig uur in de week. De omstandigheden voor het werk. Dit gaat over verschillende dingen, bijvoorbeeld: het tijdstip waarop je werkt, de plaats waar je werkt, de mensen met wie je werkt, de spullen waarmee je werkt. zich aan de regels houden, hield(en), hebben gehouden de beperking, de beperkingen de boer, de boeren de brandweerman, de brandweermannen de elektricien, de elektriciens Precies doen wat mag, en niet doen wat niet mag. Iets wat je niet kunt. Bijvoorbeeld: als je maar één arm hebt, heb je een beperking. Iemand die op het land werkt of dieren heeft. Iemand die probeert het vuur te laten stoppen door er water op te gooien. Iemand die met elektriciteit werkt. TaalCompleet ONA 4

de heftruck, de heftrucks het heftruckcertificaat, de heftruckcertificaten kleurenblind(e) de magazijnmedewerker, de magazijnmedewerkers de metselaar, de metselaars psychologisch(e) de reisleider, de reisleiders de soldaat, de soldaten sportief, sportieve het uniform, de uniforms voldoen aan, voldeed, voldeden aan, hebben voldaan aan Een apparaat om spullen mee naar boven en beneden te verplaatsen. Het papier waarop staat dat je met een heftruck kunt werken. Je ziet kleuren niet goed. Iemand die in een magazijn werkt. Een magazijn is een ruimte waarin spullen worden bewaard. Iemand die bouwt met stenen. Dit heeft te maken met je gedachten en je gevoel. Dit heeft niet te maken met je lichaam. Iemand die een reis leidt. Hij wijst de weg en vertelt over de omgeving. Iemand die in het leger werkt. Je sport vaak en je houdt van sporten. De kleren die je aan moet voor een beroep. Doen wat er van je gevraagd wordt. Voorbeeldzin: Zij voldoet aan de wensen van haar werkgever. Hij is heel blij met haar! TaalCompleet ONA 5