CIZ Basisrapportage AWBZ

Vergelijkbare documenten
Aanspraak op AWBZ-zorg

Aanspraak op AWBZ-zorg

CIZ Basisrapportage AWBZ

CIZ Basisrapportage AWBZ

CIZ Basisrapportage AWBZ

Aanspraak op AWBZ-zorg

CIZ Basisrapportage AWBZ

CIZ Basisrapportage AWBZ

CIZ Basisrapportage AWBZ

Begeleiding in beeld. Nederland. 1 januari Feiten en cijfers over cliënten met een indicatie van het CIZ. 1 juli 2012

Aanspraak op AWBZ-zorg

CIZ Basisrapportage AWBZ

Op weg naar andere zorg

Op weg naar andere zorg

Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s

Begeleiding AWBZ Ontwikkelingen aanspraak AWBZ-functie BG Gemeente 's-gravenhage

BIJLAGEN 1a en 1b, 2, 3, 5, en 6 bij Wmo- Meerjarenbeleidsplan gemeente Rozendaal

Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s

AWBZ en Wlz: een vergelijking

pgb zzp tarieven 2013

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Het indicatiebesluit

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Pgb zzp tarieven 2014

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Gebruik van de tabel pgb-zzp 2017

SGLVG som VP VG VV ZG aud ZG vis ZG ZZP

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

SGLVG som VP VG VV ZG aud ZG vis ZG ZZP

Trendrapportage Ontwikkelingen in de aanspraak op AWBZ-zorg

Van AWBZ naar Wmo. Nieuwe Wmo

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Begeleiding AWBZ 2009

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Feiten en cijfers over de overheveling van AWBZ zorg

Documentatierapport Personen met indicaties voor

Transitie AWBZ. Hervorming langdurige ondersteuning en zorg Gemeente Midden-Drenthe. Plan van Aanpak. Mei 2013 INHOUD INLEIDING...

Kwartaalrapportage CIZ 2015 Q1 - Q3 Indicatiestelling Wlz

Langer thuis. Jaarrapportage 2013 Extramuralisering lage ZZP s

Wmo- en AWBZ-voorzieningen Een nulmeting. Ab van der Torre. Lisa Putman BIJLAGEN. Inhoud

Het indicatiebesluit

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Het indicatiebesluit

ZZP VV. Toelichting op de tabellen Voor een toelichting op onderstaande tabellen, zie laatste pagina. PV SGLVG som VP VG VV ZG aud ZG vis ZG ZZP

Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig. Figuur 1 - Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel

Kwartaalrapportage CIZ 2016 Q3 t/m 2017 Q2 Indicatiestelling Wlz

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Kwartaalrapportage CIZ 2016 Q1 t/m 2016 Q4 Indicatiestelling Wlz

Kwartaalrapportage CIZ 2015 Q2 t/m 2016 Q1 Indicatiestelling Wlz

Concept kwartaalrapportage CIZ 2015 Q3 t/m 2016 Q2 Indicatiestelling Wlz

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Kwartaalrapportage CIZ 2017 Q1 t/m 2017 Q4 Indicatiestelling Wlz

Datum 4 april 2012 GEGEVENSANALYSE AWBZ BEGELEIDING BERGEIJK

Kwartaalrapportage CIZ 2015 Q1 Q2. Indicatiestelling Wlz

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Presentatie decentralisatie AWBZ > Wmo Gemeente Eindhoven

Cijfers over zorg in Mook en Middelaar

Notitie. 1. Aanleiding. 2. Gebruikte data

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS

Trendrapportage Ontwikkelingen in de aanspraak op AWBZ-zorg

Microdata Services. Documentatie Door het CIZ afgegeven indicatie voor Wlz-zorg. (INDICWLZTAB)

Kwartaalrapportage CIZ 2017 Q4 t/m 2018 Q3 Indicatiestelling Wlz

Kwartaalrapportage CIZ 2017 Q2 t/m 2018 Q1 Indicatiestelling Wlz

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Kwartaalrapportage CIZ 2017 Q3 t/m 2018 Q2 Indicatiestelling Wlz

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 21 juni 2010 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: PV, BG, VB/ZZP. Onderstaand de volledige uitspraak.

CIZ. Bepaling toegang tot de Wet langdurige zorg door CIZ Informatie voor zorgaanbieders

Rapportage decentralisatie monitor Gemeente Eijsden-Margraten

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Bijlage B. Uitgaven en gebruik formele langdurige zorg en ondersteuning. Ab van der Torre. Pagina 1 van 22

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Samenwerking informatievoorziening gemeenten en landelijke uitvoering in de zorg

Jaarrapportage Indicatiemelding ZZP 80-plus

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Samenvatting: Onderstaand de volledige uitspraak.

Tarieventabel 2018 Persoonsgebonden budget Wlz (ZZP 0f zorgprofiel)

info Belangrijke wijzigingen CIZ-systemen aangepast CIZ info verschijnt eerder AF tijdelijk uit de lucht nr. 40, WIJZIGINGEN PER 1 JANUARI

Rekenregels Wachtlijsten

Aanvraag AWBZ-zorg. 1. Uw persoonlijke gegevens. 3rijbewijs of ander

AWBZ. Financiering van zorg

CIZ. Wet langdurige zorg Bijeenkomst BTN 11 februari

Tarieventabel 2017 Persoonsgebonden budget Wlz (ZZP 0f zorgprofiel)

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Vertaaltabel ZZP naar functies/klassen versie 4.1 Van toepassing per t/m

Doelgroeponderzoek AWBZ en Wmo Utrecht

Regionale marktanalyse Wlz

Aanvraag AWBZ-zorg. 1. Uw persoonlijke gegevens. 3Uw burgerservicenummer

OVERBRUGGINGSZORG. versie augustus Achmea Zorgkantoren

PGB. in ontwikkeling

Overzichtsschema Hervorming Langdurige Zorg: wie, wat, waar en wanneer? (december 2013)

Datum: 20 juni 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Transcriptie:

CIZ Basisrapportage AWBZ gemeente Purmerend 1 juli 2013 1 januari 2013 1 juli 2012

Inhoud 1. Introductie...2 1.1 Doel van de CIZ Basisrapportage AWBZ...2 1.2 Publicatiedatum, verschijningsfrequentie en peildatum...2 1.3 Cijfers op verschillende geografische niveaus...2 1.4 Cijferafronding in de tabellen...3 1.5 Waar zijn de CIZ Basisrapportages AWBZ te verkrijgen?...3 1.6 Belangrijke wijzigingen ten opzicht van de vorige uitgave...3 1.7 Experimenten Regelarme Instellingen (ERAI)...3 2. Begripsbepaling...4 2.1 De CIZ-database, indicaties en cliënten...4 2.2 Definities van kernbegrippen: cliëntkenmerken...4 2.3 Definities van kernbegrippen: besluitkenmerken...6 3. Totale aanspraak op AWBZ-zorg...10 4. Leeftijd...11 5. Dominante grondslag...12 6. Cliëntgroepen...13 6.1 Alle cliënten naar cliëntgroep...13 6.2 Extramurale cliënten naar cliëntgroep...15 6.3 Intramurale cliënten naar cliëntgroep...17 7. Functiecategorieën... 18 8. Cliëntgroepen naar extramurale zorgomvang...20 9. Voorkeursleveringsvorm: Pgb en ZIN...25 Bijlage A. Aantal cliënten per ZZP-soort...26 Bijlage B. Wat valt onder AWBZ-zorg?...29 Bijlage C. Lijst van afkortingen...31 1

1. Introductie Het CIZ krijgt regelmatig vragen van Nederlandse gemeenten over het uitstaand recht op AWBZ-zorg in de desbetreffende gemeenten. Bijvoorbeeld: Kunt u ons vertellen hoeveel van onze inwoners recht hebben op de functie Begeleiding? en: Hoeveel gehandicapten met een AWBZ-indicatie wonen in onze gemeente?. Ook andere actoren stellen dit soort vragen, zoals zorgkantoren, provincies en GGD s. Daarnaast staan veranderingen in de AWBZ op stapel, die gevolgen zullen hebben voor gemeenten. Die zullen de komende tijd daarom nog meer inzicht willen krijgen in de populatie AWBZ-cliënten binnen hun gemeentegrenzen. Daarvoor hebben zij de informatie van het CIZ nodig. Bovengenoemde factoren hebben het CIZ aangezet tot de ontwikkeling van deze CIZ Basisrapportage AWBZ. In de Basisrapportage wordt zowel aandacht besteed aan cliënten met een extramurale indicatie als cliënten met een intramurale indicatie. Het CIZ voorziet hiermee in AWBZ-brede informatie. De rapportage is ontwikkeld in samenspraak met het ministerie van VWS en de VNG. 1.1 Doel van de CIZ Basisrapportage AWBZ Met de CIZ Basisrapportage AWBZ biedt het CIZ een overzicht van het aantal inwoners in Nederlandse gemeenten en andere geografische gebieden, zoals zorgkantoorregio s of provincies, met een indicatie voor AWBZ-zorg op een bepaald moment. Met de Basisrapportage voorziet het CIZ gemeenten van informatie die eenvoudig en eenduidig is, en die tevens uitputtend genoeg is om aan de verscheidenheid in vragen tegemoet te komen. De Basisrapportage gaat over indicaties voor alle soorten AWBZ-zorg, niet alleen over de functies die in 2015 worden gedecentraliseerd naar gemeenten. De CIZ-rapportage Op weg naar andere zorg' is wel toegesneden op de vragen van gemeenten rondom de decentralisaties. Deze rapportage is verkrijgbaar via www.ciz.nl. 1.2 Publicatiedatum, verschijningsfrequentie en peildatum Deze CIZ Basisrapportage AWBZ is gepubliceerd in het vierde kwartaal 2013. De Basisrapportage verschijnt twee keer per jaar: in het tweede en vierde kwartaal. De volgende rapportage wordt verwacht in het voorjaar van 2014. In iedere CIZ Basisrapportage AWBZ wordt gerapporteerd over de stand van zaken op drie peilmomenten. Hierbij worden 1 januari en 1 juli als vaste data aangehouden. De gegevens zijn beschikbaar vanaf 1 januari 2010. 1.3 Cijfers op verschillende geografische niveaus De CIZ Basisrapportage AWBZ is beschikbaar voor iedere afzonderlijke gemeente, provincie, zorgkantoor en GGD in Nederland. Ook is er een Basisrapportage waarin alleen landelijke cijfers gepresenteerd worden 1. Het laagste geografische niveau waarop de rapportage beschikbaar is, is het wijkniveau. Hierbij wordt de wijkindeling aangehouden, zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek is geformuleerd per 1 januari 2012. 1 Meer uitgebreide informatie over de landelijke indicatiestelling is te vinden in de Trendrapportage van het CIZ. Deze is te downloaden via www.ciz.nl : Voor professionals/ Downloads/ Jaarverslagen en rapportages. 2

Ook wat betreft de COROP-gebieden (COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma) houdt het CIZ de indeling aan van het CBS. Meer informatie hierover staat op de website www.cbs.nl, onder Methoden, Begrippen. Voor de zorgkantoorregio s wordt de indeling gehanteerd van Zorgverzekeraars Nederland. Welke gemeenten onder de verschillende regio s vallen, is te lezen op www.zn.nl/branche/zorgkantoren. De CIZ Basisrapportage AWBZ wordt niet op postcodeniveau verstrekt. Dit, omdat het een publiek toegankelijke rapportage is en gegevens op postcodeniveau mogelijk tot op de persoon herleidbaar zijn. De woonplaats van een cliënt wordt bepaald op basis van de postcodegegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) op het moment van indiceren. 1.4 Cijferafronding in de tabellen De inhoud van de rapportage is privacygevoelig. Om de privacy van cliënten te waarborgen, zijn de volgende maatregelen genomen: 1) In een tabel worden per cel aantallen vanaf de waarde vijf getoond. Bij de waardes nul tot en met vier staan kruisjes in de cellen. Als in een tabel over zorgomvang het aantal geldige cliënten is weggekruist, wordt het gemiddelde aantal uren of dagdelen zorg voor die categorie ook niet getoond; 2) Alle aantallen in deze rapportage worden afgerond op vijftallen. Deze twee maatregelen kunnen ertoe leiden dat de optelling van het aantal cliënten in een tabel, niet overeenkomt met de randtotalen van deze tabel. 1.5 Waar zijn de CIZ Basisrapportages AWBZ te verkrijgen? De CIZ Basisrapportage AWBZ wordt online door het CIZ gepubliceerd. Geïnteresseerden kunnen de rapportages downloaden via ciz.databank.nl. De Basisrapportages worden niet in papieren versies verstrekt. 1.6 Belangrijke wijzigingen ten opzichte van de vorige uitgave Het CIZ verbetert doorlopend het databestand waarop deze rapportage is gebaseerd. Het aantal cliënten per peildatum kan telkens nauwkeuriger worden vastgesteld dan voorheen. Dit heeft gevolgen voor informatie op alle beschikbare peildata. De cijfers in deze rapportage kunnen daardoor afwijken van cijfers die eerder zijn gepubliceerd. Wij adviseren daarom altijd de laatste versie van dit rapport te downloaden op ciz.databank.nl. Daarin zijn altijd de meest recente gegevens opgenomen. Een wijziging ten opzichte van de vorige uitgave is dat cliënten met een indicatie voor een zorgzwaartepakket VV09 of VV09a (geriatrische revalidatie) niet meer vermeld worden op peildatum 1 januari 2013. Met ingang van 1 januari 2013 is de financiering van de geriatrische revalidatie overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Daardoor geven indicaties voor de ZZP s VV 09 en 09a niet langer recht op AWBZ-zorg. Het gaat om ongeveer 14.500 cliënten die nu niet meer worden meegeteld bij het aantal cliënten met een indicatie voor intramurale zorg. Daarnaast worden cliënten met een indicatie voor adl-assistentie vanaf nu meegeteld in de functiecategorieën met de functie Persoonlijke Verzorging, zoals ook in de rapportage Op weg naar andere zorg over volwassenen gebeurt. 3

1.7 Experimenten Regelarme Instellingen (ERAI) Het ministerie van VWS stelt, dat personeel in de verpleging en verzorging minder tijd moet besteden aan papierwerk. Op die manier blijft meer tijd over voor de zorg voor de cliënt. Daarom is het Experiment Regelarme zorginstellingen' (ERAI) gestart. Aan zorgaanbieders is gevraagd welke regels hen belemmeren om hun kerntaken uit te voeren. Hierna heeft het ministerie 25 voorstellen (experimenten) opgenomen binnen het project ERAI. Op 1 januari 2013 zijn deze experimenten van start gegaan. Ook het CIZ heeft te maken met deze experimenten. Een aantal zorgaanbieders heeft de ruimte gekregen zelf indicatiebesluiten af te geven. Andere zorgaanbieders doen nog wel aanvragen voor indicaties, maar hoeven daarvoor minder vragenlijsten in te vullen. De experimenten hebben ook consequenties voor de informatie over aanspraak op AWBZ-zorg die in deze rapportage staat. Er zijn experimenten waarvan de gevolgen duidelijk zichtbaar zijn in deze rapportage. Binnen deze experimenten schatten de zorgverleners zelf in hoeveel uur zorg de cliënt nodig heeft. In het indicatiebesluit hoeft geen onderscheid gemaakt te worden in welke zorg dat is; Persoonlijke Verzorging, Verpleging of Begeleiding. Alle indicaties die de zorgverleners binnen het experiment afgeven, bevatten alleen de functie Verpleging. In de huidige rapportage worden cliënten ingedeeld op basis van de functies in hun indicatiebesluit. Dit betekent, dat de cliënten van deze zorgaanbieders genoemd worden in de functiecategorie VP-sec. Het is belangrijk te weten dat deze cliënten in de praktijk ook andere zorg kunnen ontvangen. Omdat de zorgaanbieders in deze experimenten een groot cliëntenbestand hebben, is vanaf peildatum 1 april 2013 een flinke stijging van het aantal cliënten met VP-sec te zien, in ieder geval op landelijk niveau. Ook in gemeenten en regio s waar deze zorgaanbieders actief zijn moet hiermee rekening worden gehouden. Dit experiment heeft bovendien gevolgen voor de totale gemiddelde zorgomvang van de functie Verpleging. De benodigde uren Persoonlijke Verzorging, Begeleiding en Verpleging worden onder de noemer Verpleging geïndiceerd. Hierdoor is de (gemiddelde) zorgomvang van de functie Verpleging van alle cliënten samen (ERAI en niet-erai) hoger dan voorheen 2. Ook andere experimenten kunnen gevolgen hebben voor de gerapporteerde aanspraak op AWBZzorg. Vooral als een zorgaanbieder in een specifiek gebied actief is, kan dit het geval zijn. Op www.invoorzorg.nl vindt u onder Praktijkvoorbeelden een overzicht van de deelnemende zorgaanbieders. 2 Er treedt geen verlaging van de gemiddelde zorgomvang van de andere functies op. Dit komt doordat het gemiddelde van een functie alleen wordt berekend over cliënten die deze functie in het besluit hebben. Het aantal cliënten met de functies PV en BG neemt af, het totale aantal uren PV en BG (niet in deze rapportage vermeld) neemt af, maar het gemiddelde aantal uren PV en BG (wel vermeld in hoofdstuk 8) wordt niet beïnvloed. 4

2. Begripsbepaling De tabellen in deze CIZ Basisrapportage AWBZ spreken in principe voor zich. Maar het is belangrijk dat lezers een goed begrip van de gepresenteerde categorieën hebben. In dit hoofdstuk worden daarom alle kernbegrippen en eventuele bijzonderheden uitgelegd. Maar eerst wordt toegelicht op welke informatie deze rapportage is gebaseerd. 2.1 De CIZ-database, indicaties en cliënten Het CIZ beschikt over een database waarin alle AWBZ-indicaties zijn opgeslagen die door het CIZ zijn afgegeven sinds de oprichting in 2005. Deze CIZ Basisrapportage AWBZ is gebaseerd op die database. In de CIZ Basisrapportage AWBZ wordt gerapporteerd over aantallen cliënten die op een vastgesteld moment een geldige aanspraak hebben op AWBZ-zorg. Iedere cliënt kan slechts één geldig besluit hebben, maar wel opvolgend in de tijd over verschillende geldige besluiten beschikken. Belangrijk is dat ook de Bureaus Jeugdzorg indicaties afgeven voor AWBZ-zorg. Zij indiceren kinderen (jonger dan 18 jaar) met een psychiatrische aandoening. Omdat het CIZ niet over de gegevens van de Bureaus Jeugdzorg beschikt, kan hierover niet worden gerapporteerd. Daarnaast is een deel van de AWBZ-zorg indicatievrij en komt daardoor ook niet voor in deze rapportage. Behandeling bij ZG en advies, instructie en voorlichting door de thuiszorg zijn voorbeelden van AWBZ-zorg die indicatievrij is. Een tweede aandachtspunt is dat het aantal cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg in een gemeente niet overeen hoeft te komen met het aantal cliënten dat daadwerkelijk zorg consumeert in die gemeente. Het kan dat geïndiceerde zorg niet wordt geconsumeerd. Een cliënt kan een indicatie hebben zonder die te verzilveren bij een zorgaanbieder. Daarnaast kan een verschil optreden als cliënten in een andere gemeente hun zorg consumeren dan waar zij woonachtig zijn. Bijvoorbeeld, kinderen die in een gemeente wonen worden naar de dagopvang gebracht in een buurgemeente. 2.2 Definities van kernbegrippen: cliëntkenmerken Het cliëntenbestand wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van de volgende kenmerken. 2.2.1 Cliënt Onder cliënt wordt hier verstaan: een persoon die op een vastgesteld moment een geldig AWBZindicatiebesluit heeft dat is afgegeven door het CIZ en die op de peildatum in leven is 3. 3 Het CIZ is voor iedere peildatum nagegaan welke cliënten in leven waren en welke zijn overleden in het voorafgaande halfjaar. De peildatum is echter niet de publicatiedatum van de CIZ Basisrapportage AWBZ. Het is mogelijk dat cliënten zijn overleden in de tijd tussen de peildatum en het moment van verschijnen van de Basisrapportage. 5

2.2.2 Leeftijd in klassen De leeftijd van cliënten is opgedeeld in zeven categorieën. Dit is de standaardindeling die het CIZ in vrijwel al haar publicaties gebruikt: 0-11 jaar; 12-17 jaar; 18-49 jaar; 50-64 jaar; 65-74 jaar; 75-84 jaar; 85 jaar en. De leeftijd van cliënten wordt vastgesteld op de peildatum. 2.2.3 Grondslag Een cliënt kan alleen aanspraak maken op AWBZ-zorg, als voor hem of haar een grondslag kan worden vastgesteld. Een grondslag is een aandoening, beperking of handicap waardoor de verzekerde kan zijn aangewezen op zorg. Er zijn zes grondslagen: Somatische aandoening/beperking (SOM); Psychogeriatrische aandoening/ beperking (PG); Psychiatrische aandoening/ beperking (PSY); Lichamelijke handicap (LG); Verstandelijke handicap (VG); Zintuiglijke handicap (ZG). 2.2.4 Dominante grondslag Voor een cliënt kunnen meerdere grondslagen worden geregistreerd. Bijvoorbeeld, als iemand zowel een somatische als een psychiatrische aandoening heeft. Eén hiervan is de dominante grondslag. Deze wordt vastgesteld op grond van de zwaarst wegende actuele beperkingen in relatie tot de geobjectiveerde zorgbehoefte. Als het vooral de psychiatrische aandoening is die tot de zorgvraag leidt, dan is PSY de dominante grondslag. Somatiek (SOM) is in dit geval de secundaire grondslag. 2.2.5 Cliëntgroepen Binnen de populatie van AWBZ-cliënten zijn verschillende subgroepen te onderscheiden op basis van leeftijd en dominante grondslag van de cliënt. Vaak richten zorgaanbieders zich in het bijzonder op één of enkele van deze subgroepen. De indeling die hiervoor wordt gebruikt, staat in tabel 2.1. De groep PSY jonger dan 18 jaar komt niet voor in de CIZ-cliëntgroepen. Bureau Jeugdzorg is het bevoegde orgaan om indicaties te stellen voor minderjarigen bij wie de zorgvraag voortkomt uit de grondslag PSY. Het CIZ is voor de indicatiestelling bij deze kinderen niet bevoegd. Cliënten die vóór hun 18e door een Bureau Jeugdzorg zijn geïndiceerd voor AWBZ-zorg en daarnaast jeugdhulpverlening ontvangen, krijgen zo nodig tot hun 23ste indicaties van Bureau Jeugdzorg. Alle andere cliënten onder de 18 jaar worden door het CIZ geïndiceerd. Dit betreft dus cliënten jonger dan 18 jaar met (een) andere grondslag(en) dan PSY. In deze rapportage wordt alleen gerapporteerd over de indicaties die door het CIZ zijn afgegeven; het CIZ beschikt niet over data van de Bureaus Jeugdzorg. 6

Tabel 2.1 Overzicht van de negen cliëntgroepen. Cliëntgroep Dominante grondslag Leeftijd SOM 0-64 jaar* Somatische aandoening/beperking 0 tot 65 jaar SOM 65-74 jaar Somatische aandoening/beperking 65 tot 75 jaar SOM 75 jaar en Somatische aandoening/beperking 75 jaar en PG 65 jaar en Psychogeriatrische aandoening/beperking 65 jaar en PSY 18 jaar en Psychiatrische aandoening/beperking vanaf 18 jaar VG 0-17 jaar Verstandelijke handicap tot en met 17 jaar VG 18 jaar en Verstandelijke handicap vanaf 18 jaar ZG Zintuiglijke handicap alle leeftijden LG Lichamelijke handicap alle leeftijden *Omvat ook cliënten met psychogeriatrische aandoening (PG). Die grondslag-leeftijdcombinatie is zo zeldzaam, dat deze niet is uitgesplitst. In de CIZ-publicatie Wie is de cliënt? Veranderingen in de AWBZ staan cliëntportretten. Deze geven een beeld van cliënten met verschillende AWBZ-indicaties. 'Wie is de cliënt?' is te downloaden via www.ciz.nl. 2.3 Definities van kernbegrippen: besluitkenmerken Cliënten kunnen niet alleen worden ingedeeld in categorieën op basis van hun persoonlijke kenmerken. Dit kan ook op basis van het type zorg dat zij geïndiceerd hebben gekregen, of hoe zij hun zorg graag willen ontvangen. Bij de zorgvorm wordt onderscheid gemaakt in extramurale zorg (zonder verblijf) en intramurale zorg (zorg met verblijf). We spreken van extramurale zorg als de cliënt maximaal drie etmalen per week in een zorginstelling verblijft. Is dat meer dan drie etmalen per week, dan spreken we van intramurale zorg. Extramurale zorg wordt geïndiceerd in functies en klassen, intramurale zorg in zorgzwaartepakketten. 2.3.1 Extramurale zorgfuncties De extramurale AWBZ-zorg is ingedeeld in zorgfuncties, te weten: Persoonlijke Verzorging (PV); Verpleging (VP); Begeleiding (BG); Behandeling (BH); Kortdurend Verblijf (KVB). De functies Begeleiding en Behandeling kennen twee vormen: Individueel en Groep. Dit leidt tot de functies Behandeling Individueel (BHI) en Behandeling Groep (BHG), Begeleiding Individueel (BGI) en Begeleiding Groep (BGG). De functie Kortdurend Verblijf is van kracht sinds 1 januari 2011. Tot die datum werden indicaties afgegeven voor de functie Verblijf Tijdelijk (VBT). Indicaties voor VBT met een looptijd tot na 1 januari 2011, behielden hun geldigheid. Nieuwe indicaties worden gesteld met Kortdurend Verblijf; de toegangsvoorwaarden voor deze functie zijn anders dan voor de oude functie VBT. In deze rapportage worden indicaties met VBT gerangschikt onder KVB. 7

2.3.2 Extramurale zorgomvang In een indicatiebesluit wordt niet alleen aangegeven op welke functie(s) een cliënt aanspraak heeft, maar ook op hoeveel zorg binnen elke functie. Dit heet de zorgomvang, die per functie wordt weergegeven in klassen. De klassen lopen op van klasse 0 tot en met maximaal klasse 9. De minimum- en maximumklasse verschilt per functie. Afhankelijk van de functie, worden de klassen gedefinieerd in bandbreedtes in uren, dagdelen of etmalen per week. Zie het overzicht in tabel 2.2. Tabel 2.2 Overzicht van de minimum- en maximumklassen van zorgomvang van de extramurale functies. Functie Minimumklasse Maximumklasse Persoonlijke verzorging (PV) Klasse 1 0 1,9 uur per week Klasse 8 20 24,9 uur per week Verpleging (VP) Klasse 0 0 0,9 uur per week Klasse 7 16 19,9 uur per week Begeleiding Individueel (BGI) Klasse 1 0 1,9 uur per week Klasse 8 20 24,9 uur per week Begeleiding Groep (BGG) Klasse 1 Één dagdeel per week Klasse 9 Negen dagdelen per week Behandeling (BH) en Behandeling Individueel (BHI) Het CIZ indiceert geen omvang voor de functies BH en BHI. Behandeling Groep (BHG) Klasse 1 Één dagdeel per week Klasse 9 Negen dagdelen per week Kortdurend Verblijf (KVB) Klasse 1 Één etmaal per week Klasse 3 Drie etmalen per week Bij functies die in uren per week worden geïndiceerd, wordt het midden van de klasse aangehouden bij de berekening van het gemiddelde aantal uren zorg per week. Als in uitzonderingsgevallen de zorgbehoefte van de cliënt uitgaat boven de hoogste klasse, kan additionele zorg in uren en/of dagdelen gemotiveerd worden geïndiceerd. Dit betreft bijvoorbeeld cliënten met een indicatie voor palliatief terminale zorg, die additionele uren Begeleiding Individueel krijgen. Voor alle extramurale functies (behalve Behandeling Individueel) kunnen additionele uren worden geïndiceerd. 2.3.3 Intramurale zorgzwaartepakketten Intramurale indicaties zijn geformuleerd in zorgzwaartepakketten (ZZP s). Intramurale zorg wordt geïndiceerd als de zorgvraag noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht. Intramurale besluiten kunnen worden onderverdeeld in drie sectoren: Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ); Gehandicaptenzorg (GZ); Verpleging en Verzorging (V&V). 8

2.3.4 Functiecategorieën Sommige cliënten hebben een indicatie voor een enkele functie. Vaak echter hebben cliënten meerdere functies geïndiceerd gekregen. Omdat bepaalde combinaties van functies veel voorkomen, kunnen verschillende functiecategorieën worden geformuleerd. De categorieën lopen min of meer op in zorgzwaarte. Bovendien sluiten de categorieën elkaar uit. Dit betekent dat iedere cliënt in slechts één van de categorieën kan worden ingedeeld. De functiecategorieën die hier worden gehanteerd, staan vermeld in tabel 2.3. Daarin wordt ook aangegeven of de functiecategorie enige vorm van Begeleiding bevat. Tabel 2.3 Overzicht van de functiecategorieën. Functiecategorie Bevat Begeleiding? Functies in het indicatiebesluit PV-sec Nee Alleen Persoonlijke Verzorging VP-sec Nee Alleen Verpleging PV + VP Nee Persoonlijke Verzorging en Verpleging, geen andere functies BH (+ PV/VP) Nee Behandeling alleen, of in combinatie met Persoonlijke Verzorging en/of Verpleging BGI-sec Ja Alleen Begeleiding Individueel BGI + PV/VP/BH Ja Begeleiding Individueel in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging, en Behandeling BGG-sec Ja Alleen Begeleiding Groep BGG + PV/VP/BH BGI + BGG BGI + BGG + PV/VP/BH KVB + (PV/VP/BH/BG) Intramuraal GGZ Intramuraal GZ Ja Ja Ja Ja, vrijwel altijd Intramuraal* Intramuraal* Begeleiding Groep in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep, geen andere functies Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep, in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling Kortdurend Verblijf (maximaal drie etmalen per week) in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging, Behandeling, Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Geestelijke Gezondheidszorg Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Gehandicaptenzorg Intramuraal V&V Intramuraal* Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf van meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Verpleging en Verzorging *Binnen de intramurale functiecategorieën wordt de functie Begeleiding niet apart aangemerkt, omdat zorgfuncties in een intramurale setting altijd deel uit maken van het totale zorgzwaartepakket. Bovendien bevat slechts een deel van de ZZP s de functie Begeleiding. Bepalen van de functiecategorie Tot welke functiecategorie een cliënt op een peildatum wordt gerekend, wordt bepaald op basis van 9

de functies die op het moment van peilen geldig zijn. Figuur 2.1 geeft hiervan een schematische weergave. Peildatum: 1 januari 2009 1 januari 2010 1 januari 2011 1 januari 2012 Persoonlijke verzorging Verpleging Besluit(en) van cliënt X: Begeleiding Individueel Besluit(en) van cliënt Y: Resultaat van peiling: 1 besluit geldig 1 cliënt 3 functies 2 besluiten geldig 2 cliënten 3 functies Figuur 2.1 Schematische weergave peilmethodiek. 2 besluiten geldig 2 cliënten 3 functies 1 besluiten geldig 1 cliënt 2 functies Cliënt X in de figuur hoorde, op basis van hetzelfde indicatiebesluit, op 1 januari 2009 tot de functiecategorie BGI + PV/VP/BH (Begeleiding Individueel met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling), en op 1 januari 2011 in de categorie PV-sec (alleen Persoonlijke Verzorging). Door het wisselende aantal geldige functies, kan de totale zorgomvang van het besluit in de tijd veranderen. Daarom wordt de zorgomvang ook op ieder peilmoment opnieuw vastgesteld. De cliënten met een intramurale indicatie zijn ingedeeld in de functiecategorieën Intramuraal GGZ, Intramuraal GZ, Intramuraal VV en Intramuraal Onbekend. Deze categorieën bestaan uit zowel cliënten met VB- als ZZP-indicaties. 2.3.5 Voorkeursleveringsvorm Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn voorkeur heeft: persoonsgebonden budget (Pgb) of zorg in natura (ZIN). In een indicatiebesluit dat meerdere functies omvat, kan voor iedere functie (behalve Behandeling; deze kan alleen als ZIN worden geleverd) een leveringsvorm gekozen worden. Hierdoor is het mogelijk dat een indicatiebesluit zowel de voorkeursleveringsvorm Pgb als ZIN bevat. In de tabel over voorkeursleveringsvorm worden dus de volgende categorieën gebruikt: Zorg in natura (ZIN); Persoonsgebonden budget (Pgb); Combinatie ZIN en Pgb. Belangrijk is dat de leveringsvorm van voorkeur die het CIZ registreert niet overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt namelijk in afstemming tussen de cliënt en het zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur. Bij een intramurale indicatie kan de cliënt ook zijn leveringsvorm van voorkeur aangeven. Die wordt geregistreerd in het besluit, maar deze informatie is (nog) niet beschikbaar in het gegevensbestand waarop deze rapportage is gebaseerd. Wel wordt bij intramurale aanspraak meestal gekozen voor zorg in natura. 10

3. Totale aanspraak op AWBZ-zorg Op 1 juli 2013 hadden 3.525 cliënten in gemeente Purmerend een geldige indicatie voor AWBZ-zorg (door het CIZ geïndiceerd). In heel Nederland waren er op 1 juli 2013 799.540 cliënten met een geldige CIZ-indicatie voor AWBZzorg. Tabel 3.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend en in Nederland. Locatie 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Purmerend 3.485 3.440 3.525 Nederland 791.865 787.465 799.540 11

4. Leeftijd In Tabel 4.1 staat een overzicht van de cliënten met uitstaand recht op AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013, verdeeld over zeven leeftijdscategorieën. In de tabel is te zien dat op 1 juli 2013 de grootste groep AWBZ-cliënten in gemeente Purmerend in de leeftijdscategorie 18-49 jaar viel. Tabel 4.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend naar leeftijd. Leeftijd 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 0-11 jaar 80 75 80 12-17 jaar 95 105 110 18-49 jaar 955 945 955 50-64 jaar 485 475 495 65-74 jaar 370 335 350 75-84 jaar 740 725 730 85 jaar en 760 780 805 Leeftijd onbekend x x x Totaal 3.485 3.440 3.525 Tabel 4.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend naar leeftijd. Leeftijd 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 0-11 jaar 0% 0% 0% 12-17 jaar 5% 5% 5% 18-49 jaar 25% 30% 25% 50-64 jaar 15% 15% 15% 65-74 jaar 10% 10% 10% 75-84 jaar 20% 20% 20% 85 jaar en 20% 25% 25% Leeftijd onbekend 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 12

5. Dominante grondslag Tabel 5.1 geeft de verdeling weer van AWBZ-cliënten ingedeeld naar dominante grondslag. Uit de tabel blijkt dat in gemeente Purmerend de groep cliënten met de dominante grondslag SOM op 1 juli 2013 het grootste was. Tabel 5.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend naar dominante grondslag. Dominante grondslag 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 1.425 1.370 1.395 PG 410 410 435 PSY 565 555 570 LG 185 195 200 VG 860 870 885 ZG 40 40 40 Grondslag onbekend x x x Totaal 3.485 3.440 3.525 Tabel 5.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend naar dominante grondslag. Dominante grondslag 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 40% 40% 40% PG 10% 10% 10% PSY 15% 15% 15% LG 5% 5% 5% VG 25% 25% 25% ZG 0% 0% 0% Grondslag onbekend 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 13

6. Cliëntgroepen In dit hoofdstuk worden de cliëntgroepen gepresenteerd. Paragraaf 6.1 bevat een overzicht van alle cliënten naar cliëntgroep. In de paragrafen 6.2 en 6.3 worden respectievelijk de extramurale en intramurale cliënten los van elkaar vermeld. 6.1 Alle cliënten naar cliëntgroep In Tabel 6.1.1 zijn de cliëntgroepen weergegeven die zijn gebaseerd op de leeftijd en dominante grondslag van de cliënt. Het blijkt dat in gemeente Purmerend de cliëntgroep SOM 75 jaar en de grootste was. Tabel 6.1.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 0-64 jaar 180 160 170 SOM 65-74 jaar 220 185 185 SOM 75 jaar en 1.035 1.035 1.045 PG 65 jaar en 400 400 430 PSY 18 jaar en 565 555 570 VG 0-17 jaar 145 150 155 VG 18 jaar en 715 720 730 ZG 40 40 40 LG 185 195 200 Cliëntgroep onbekend x x x Totaal 3.485 3.440 3.525 14

Tabel 6.1.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 0-64 jaar 5% 5% 5% SOM 65-74 jaar 5% 5% 5% SOM 75 jaar en 30% 30% 30% PG 65 jaar en 10% 10% 10% PSY 18 jaar en 15% 15% 15% VG 0-17 jaar 5% 5% 5% VG 18 jaar en 20% 20% 20% ZG 0% 0% 0% LG 5% 5% 5% Cliëntgroep onbekend 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 15

6.2 Extramurale cliënten naar cliëntgroep In gemeente Purmerend waren er op 1 juli 2013 1.870 cliënten met een extramurale indicatie. De grootste groep extramurale cliënten in gemeente Purmerend op 1 juli 2013 werd gevormd door de cliëntgroep SOM 75 jaar en. Er waren 925 cliënten met een indicatie voor de functie Begeleiding. Dit betekent dat 49 procent van de cliënten met een extramurale indicatie (ook) aanspraak op Begeleiding had. De grootste groep cliënten met Begeleiding op 1 juli 2013 viel binnen de cliëntgroep PSY 18 jaar en. Tabel 6.2.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Geen BG Wel BG Geen BG Wel BG Geen BG Wel BG SOM 0-64 jaar 105 35 100 40 110 35 SOM 65-74 jaar 115 25 120 25 125 20 SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 565 75 625 80 630 85 10 45 5 50 5 50 x 390 5 395 x 395 VG 0-17 jaar 30 85 35 80 35 85 VG 18 jaar en x 165 5 160 x 160 ZG x 15 x 15 x 15 LG 30 60 35 70 30 75 Cliëntgroep onbekend x x x x x x Totaal 855 895 925 910 945 925 16

Tabel 6.2.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Geen BG Wel BG Geen BG Wel BG Geen BG Wel BG SOM 0-64 jaar 10% 5% 10% 5% 10% 5% SOM 65-74 jaar 15% 5% 15% 5% 15% 0% SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 65% 10% 65% 10% 65% 10% 0% 5% 0% 5% 0% 5% 0% 45% 0% 45% 0% 45% VG 0-17 jaar 5% 10% 5% 10% 5% 10% VG 18 jaar en 0% 20% 0% 15% 0% 15% ZG 0% 0% 0% 0% 0% 0% LG 5% 5% 5% 5% 5% 10% Cliëntgroep onbekend 0% 0% 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 17

6.3 Intramurale cliënten naar cliëntgroep In gemeente Purmerend waren er op 1 juli 2013 1.655 cliënten met een intramurale indicatie. De grootste groep intramurale cliënten in gemeente Purmerend op 1 juli 2013 werd gevormd door de cliëntgroep VG 18 jaar en. Tabel 6.3.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 0-64 jaar 40 20 25 SOM 65-74 jaar 80 40 40 SOM 75 jaar en 390 335 330 PG 65 jaar en 350 345 370 PSY 18 jaar en 170 160 170 VG 0-17 jaar 35 35 35 VG 18 jaar en 550 555 565 ZG 20 20 20 LG 95 95 95 Cliëntgroep onbekend x x x Totaal 1.730 1.605 1.655 Tabel 6.3.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. Cliëntgroep 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 SOM 0-64 jaar 0 0 0 SOM 65-74 jaar 5 5 0 SOM 75 jaar en 25 20 20 PG 65 jaar en 20 20 20 PSY 18 jaar en 10 10 10 VG 0-17 jaar 0 0 0 VG 18 jaar en 30 35 35 ZG 0 0 0 LG 5 5 5 Cliëntgroep onbekend 0 0 0 Totaal 100% 100% 100% 18

7. Functiecategorieën Indicatiebesluiten kunnen verschillende (combinaties van) functies omvatten. Tabel 7.1 geeft weer hoeveel cliënten in iedere functiecategorie vallen. De functiecategorie Intramuraal VV was het grootst. Tabel 7.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per functiecategorie. Functiecategorie 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 PV-sec 580 630 635 VP-sec 90 90 95 PV+VP 145 165 170 BH(+PV/VP) 40 45 45 BGI-sec 285 280 285 BGI+PV/VP/BH 110 115 125 BGG-sec 140 145 140 BGG+PV/VP/BH 85 90 100 BGI+BGG (sec) 170 170 170 BGI+BGG(+PV/VP/BH) 60 55 50 KVB (+PV/VP/BH/BGI/BGG) 55 55 50 Intramuraal GGZ 165 155 170 Intramuraal GZ 685 695 700 Intramuraal VV 880 755 785 Intramuraal Onbekend 4 x x x Totaal 3.485 3.440 3.525 Het absolute aantal cliënten met intramurale zorg wordt in Bijlage A onderverdeeld naar de verschillende ZZP s. 4 De cliënten in de categorie Intramuraal Onbekend hebben een geldige indicatie voor Verblijf (in functie en klassen), maar de sector waarin zij verblijven kan niet worden bepaald omdat hun grondslag onbekend is. 19

Tabel 7.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per functiecategorie. Functiecategorie 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 PV-sec 15% 20% 20% VP-sec 5% 5% 5% PV+VP 5% 5% 5% BH(+PV/VP) 0% 0% 0% BGI-sec 10% 10% 10% BGI+PV/VP/BH 5% 5% 5% BGG-sec 5% 5% 5% BGG+PV/VP/BH 0% 5% 5% BGI+BGG (sec) 5% 5% 5% BGI+BGG(+PV/VP/BH) 0% 0% 0% KVB (+PV/VP/BH/BGI/BGG) 0% 0% 0% Intramuraal GGZ 5% 5% 5% Intramuraal GZ 20% 20% 20% Intramuraal VV 25% 20% 20% Intramuraal Onbekend 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 20

8. Cliëntgroepen naar extramurale zorgomvang In Tabellen 8.1 tot en met 8.5 worden voor iedere extramurale functie apart het gemiddelde aantal uren zorg per week gepresenteerd 5. Hierbij moet worden aangetekend dat het gemiddelde voor iedere functie is berekend op basis van de cliënten die een indicatie voor de betreffende functie hebben. Immers, niet iedereen in een bepaalde cliëntgroep heeft per definitie dezelfde zorg geïndiceerd gekregen. Bijvoorbeeld, het kan dat slechts tien procent van de kinderen met een verstandelijke handicap een indicatie voor Verpleging heeft, tachtig procent een indicatie voor Begeleiding Groep en alle cliënten in deze cliëntgroep een indicatie voor Persoonlijke Verzorging. In dit (hypothetische) geval zou de gemiddelde zorgomvang per functie berekend worden over die respectievelijk tien, tachtig en honderd procent van de cliëntgroep. In iedere tabel wordt daarom voor elke cliëntgroep vermeld, hoeveel cliënten een indicatie voor de betreffende functie hadden. Tabel 8.1 Aantal cliënten met Begeleiding Individueel en het gemiddelde aantal uren Begeleiding Individueel per week op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Cliëntgroep Aantal cliënten met BGI Gemiddeld aantal uren BGI Aantal cliënten met BGI Gemiddeld aantal uren BGI Aantal cliënten met BGI Gemiddeld aantal uren BGI SOM 0-64 jaar 25 15,4 30 17,1 25 11,9 SOM 65-74 jaar 10 16,3 10 17,3 10 14,2 SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 35 5,2 35 9,4 30 12,3 5 4,9 5 4,2 5 4,1 305 2,1 305 2,1 310 2,2 VG 0-17 jaar 60 4,6 55 4,3 60 3,9 VG 18 jaar en 155 3,8 150 3,7 150 3,7 ZG 15 1,6 15 1,5 15 1,4 LG 45 3,6 50 4,2 50 4,3 Cliëntgroep onbekend x - x - x - Totaal 660 3,8 655 4,1 670 3,9 5 De functie Behandeling Groep bestaat sinds januari 2011. Pas vanaf dat moment wordt voor deze functie een omvang geïndiceerd. Behandeling Individueel en de oude functie Behandeling (Algemeen) kennen geen omvang. Over de functie Behandeling wordt daarom geen zorgomvang gerapporteerd. 21

Tabel 8.2 Aantal cliënten met Begeleiding Groep en het gemiddelde aantal dagdelen Begeleiding Groep per week op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Cliëntgroep Aantal cliënten met BGG Gemiddeld aantal dagdelen BGG Aantal cliënten met BGG Gemiddeld aantal dagdelen BGG Aantal cliënten met BGG Gemiddeld aantal dagdelen BGG SOM 0-64 jaar 15 4,9 15 4,9 10 5,1 SOM 65-74 jaar 15 4,8 15 5,3 15 4,9 SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 55 4,5 60 4,5 60 4,5 40 5,7 50 5,8 50 5,9 225 5,2 230 5,2 230 5,3 VG 0-17 jaar 70 3,2 65 2,9 65 2,9 VG 18 jaar en 45 6,6 40 6,6 40 6,9 ZG x x 5 4,0 5 4,0 LG 30 5,1 35 5,3 40 5,1 Cliëntgroep onbekend x - x - x - Totaal 505 5,0 510 5,0 510 5,0 22

Tabel 8.3 Aantal cliënten met Kortdurend Verblijf en het gemiddelde aantal etmalen Kortdurend Verblijf per week op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Cliëntgroep Aantal cliënten met KVB Gemiddeld aantal etmalen KVB Aantal cliënten met KVB Gemiddeld aantal etmalen KVB Aantal cliënten met KVB Gemiddeld aantal etmalen KVB SOM 0-64 jaar x x x x x x SOM 65-74 jaar x - x x x - SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en x x x x x x x x x x x x x - x - x - VG 0-17 jaar 40 1,2 35 1,2 35 1,1 VG 18 jaar en 10 1,0 10 1,1 10 1,1 ZG x x x x x x LG x x x x x x Cliëntgroep onbekend x - x - x - Totaal 55 1,2 55 1,2 50 1,2 23

Tabel 8.4 Aantal cliënten met Persoonlijke Verzorging en het gemiddelde aantal uren Persoonlijke Verzorging per week op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Cliëntgroep Aantal cliënten met PV Gemiddeld aantal uren PV Aantal cliënten met PV Gemiddeld aantal uren PV Aantal cliënten met PV Gemiddeld aantal uren PV SOM 0-64 jaar 95 6,6 100 6,5 110 6,5 SOM 65-74 jaar 110 5,4 105 5,2 110 5,0 SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 590 4,6 650 4,8 655 4,9 25 7,3 25 5,5 25 6,4 35 3,9 40 4,0 40 4,4 VG 0-17 jaar 40 6,1 35 6,4 40 6,1 VG 18 jaar en 20 5,0 20 6,1 15 6,7 ZG x x x x x x LG 60 10,4 75 9,5 75 9,7 Cliëntgroep onbekend x - x - x - Totaal 980 5,4 1.055 5,4 1.075 5,5 24

Tabel 8.5 Aantal cliënten met Verpleging en het gemiddelde aantal uren Verpleging per week op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per cliëntgroep. 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 Cliëntgroep Aantal cliënten met VP Gemiddeld aantal uren VP Aantal cliënten met VP Gemiddeld aantal uren VP Aantal cliënten met VP Gemiddeld aantal uren VP SOM 0-64 jaar 65 3,9 55 4,8 60 5,0 SOM 65-74 jaar 55 3,8 55 3,4 55 3,0 SOM 75 jaar en PG 65 jaar en PSY 18 jaar en 150 3,3 170 3,2 190 3,3 x x 5 2,2 5 2,1 x x x x x x VG 0-17 jaar x x x x x x VG 18 jaar en x x x x x x ZG x x x x x x LG 25 4,7 30 4,3 25 4,7 Cliëntgroep onbekend x - x - x - Totaal 305 3,6 325 3,6 340 3,6 25

9. Voorkeursleveringsvorm: Pgb en ZIN Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn voorkeur heeft. Belangrijk is dat de hier gepresenteerde voorkeursleveringsvorm niet overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt namelijk in afstemming met het zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur. Zie ook paragraaf 2.3.4 op pagina 10. In Tabel 9.1 (waarin alleen de cliënten met een extramurale indicatie zijn opgenomen) is zichtbaar dat er in gemeente Purmerend op 1 juli 2013 meer cliënten waren met de voorkeursleveringsvorm zorg in natura (ZIN) dan de leveringsvorm persoonsgebonden budget (Pgb). Tabel 9.2 toont dat 90 procent van de cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg op 1 juli 2013 heeft aangegeven deze zorg bij voorkeur in de vorm van zorg in natura te ontvangen. 10 procent van de cliënten prefereerde een persoonsgebonden budget. 5 procent van de cliënten koos voor een combinatie van de twee leveringsvormen. Tabel 9.1 Aantal cliënten met een geldige extramurale indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per voorkeursleveringsvorm. Voorkeursleveringsvorm 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 zorg in natura (ZIN) 1.530 1.615 1.650 persoonsgebonden budget (Pgb) 175 170 170 ZIN+Pgb 45 50 50 onbekend x x x Totaal 1.755 1.835 1.870 Tabel 9.2 Relatieve aantal cliënten met een geldige extramurale indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per voorkeursleveringsvorm. Voorkeursleveringsvorm 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 zorg in natura (ZIN) 85% 90% 90% persoonsgebonden budget (Pgb) 10% 10% 10% ZIN+Pgb 5% 5% 5% onbekend 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 26

Bijlage A. Aantal cliënten per ZZP-soort Intramurale indicaties zijn geformuleerd in termen van zorgzwaartepaketten (ZZP s) 6, waarbij drie sectoren worden onderscheiden op basis van de dominante grondslag: Verpleging en Verzorging, Gehandicaptenzorg en Geestelijke Gezondheidszorg. In aanvulling op deze sectoren kennen de ZZP s verbijzonderingen naar specifieke setting. Er bestaan ZZP-sets voor: - Verpleging en Verzorging (V&V); - Verstandelijke handicap (VG); - Licht Verstandelijke Gehandicapt (LVG); - Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt (SGLVG); - Lichamelijke handicap (LG); - Zintuiglijke handicap Auditief (ZGaud) en Visueel (ZGvis); - Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). De ZZP's VG (LVG, SGLVG), ZG en LG vallen onder de sector Gehandicaptenzorg (GZ). Iedere set zorgzwaartepaketten bestaat uit een of meerdere uitvoeringen. Zo is er bijvoorbeeld slechts één ZZP-SGLVG, kent het ZZP-LG zeven categorieën en zijn er tien verschillende ZZP s binnen de set V&V. Ieder ZZP is toegesneden op een groep cliënten met een vooraf vastgesteld cliëntprofiel. Van elk ZZP is bovendien vastgelegd welk soort zorg binnen het ZZP valt, wat de omvang van de totale zorg in uren is, in welke setting zorg kan worden ingezet (bijvoorbeeld beschermd wonen), en onder welke leveringsvoorwaarde 7 dit kan. Van ieder zorgzwaartepakket is een beschrijving beschikbaar via www.rijksoverheid.nl : onderwerp zorgzwaartebekostiging, zorgpakket: beschrijving van de zorg. 6 Cliënten die vóór juli 2007 zijn geïndiceerd, hebben geen indicatiebesluit in termen van ZZP s, maar in termen van Verblijf (VB). Deze indicaties zijn onder te verdelen naar drie sectoren: GGZ, GZ en V&V. Zie ook paragraaf 2.3.2. 7 De leveringsvoorwaarde is het advies dat het CIZ tot 1 januari 2013 gaf aan het zorgkantoor in casu de zorgaanbieder, inzake de zorgverlening waar het gaat om de (on)planbaarheid van de zorg (kan de zorg op afspraak geleverd worden, of is die voortdurend of op onplanbare tijden nodig?) en/of de nabijheid van de zorgverlener ten opzichte van de verzekerde (is het noodzakelijk dat de zorgverlener direct in de buurt is, of volstaat het de zorgverlener op te roepen). Vanaf die datum geeft het CIZ het gewenste leefklimaat bij het ZZP op in het indicatiebesluit. Dit is de leefomgeving waarop de verzkerde is aangewezen in verband met noodzakelijk samenhangende zorg. 27

Tabel A.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013 in gemeente Purmerend per ZZP. Zorgzwaartepakket 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 VV01 10 10 10 VV02 65 45 35 VV03 95 95 85 VV04 120 135 140 VV05 250 245 260 VV06 105 130 145 VV07 50 60 75 VV08 10 10 15 VV09 * x x x VV09a * 145 x x VV09b * 20 15 5 VV10 10 10 10 Verblijf VV x x x VG01 x x x VG02 45 40 40 VG03 110 115 110 VG04 55 55 50 VG05 85 85 75 VG06 115 125 140 VG07 130 130 135 VG08 10 10 25 LVG01 x x x LVG02 10 5 5 LVG03 10 10 10 LVG04 5 5 10 LVG05 x x x SGLVG01 x x x LG01 5 10 5 LG02 15 15 15 * Tot 2012 kregen cliënten die aanspraak maakten op een vorm van revalidatiezorg een zorgzwaartepakket VV09. Per 1 januari 2012 wordt er in de indicatiestelling onderscheid gemaakt tussen VV09a en VV09b. VV09a is bedoeld voor cliënten die voorafgaand aan revalidatiezorg geen Behandeling in combinatie met Verblijf ontvingen. VV09b wordt geïndiceerd als er wel reeds sprake is van een indicatie met Behandeling in combinatie met Verblijf. Indicaties voor een ZZP VV09 bleven geldig gedurende 2012. Vanaf 1 januari 2013 is de zorg die onder ZZP VV09a viel niet langer AWBZ-zorg, maar wordt deze vergoed vanuit de Zvw. Vanaf die datum zijn besluiten met een ZZP VV09 of VV09a ambtshalve komen te vervallen. 28

Zorgzwaartepakket 1 juli 2012 1 januari 2013 1 juli 2013 LG03 10 10 10 LG04 15 15 15 LG05 10 10 10 LG06 20 20 20 LG07 x x x ZG VIS01 x x x ZG VIS02 x x x ZG VIS03 x x x ZG VIS04 x x x ZG VIS05 x x x ZG AUD01 x x x ZG AUD02 10 10 10 ZG AUD03 x x x ZG AUD04 5 5 5 Verblijf GZ x x x GGZ01B x x x GGZ02B x x x GGZ03B 5 5 x GGZ04B x x x GGZ05B 20 20 25 GGZ06B x x x GGZ07B x x x GGZ01C 5 5 x GGZ02C 30 25 15 GGZ03C 60 55 50 GGZ04C 25 20 30 GGZ05C 15 15 25 GGZ06C x x 5 Verblijf GGZ x x x Verblijf, sector onbekend Totaal aantal cliënten intramuraal x x x 1.730 1.605 1.655 29

Bijlage B. Wat valt onder AWBZ-zorg? Functie Persoonlijke Verzorging Verpleging Begeleiding Verblijf Behandeling Kortdurend Verblijf Voorbeelden van zorg binnen de functie Hulp bij douchen, aankleden, scheren, pillen innemen, ogen druppelen of naar de wc gaan. Medische hulp, zoals wondverzorging en injecties, of hulp bij zelf leren injecteren. Hulp bij het organiseren van praktische zaken in het dagelijks leven. Verblijven in een AWBZ-instelling, zoals verpleeg- of verzorgingshuis, revalidatie gedurende enkele weken of maanden. Herstel of verbetering van een aandoening (bijvoorbeeld: opnieuw leren lopen na een hersenbloeding), of verbetering van vaardigheden of gedrag (bijvoorbeeld: leren omgaan met woedeaanvallen). Logeren in een instelling voor maximaal drie etmalen per week. Meer informatie over de inhoud van de functies is te lezen in de Indicatiewijzer 6.0. Dit is een uitgave van het CIZ en is te downloaden via www.ciz.nl: Downloads/ CIZ Indicatiewijzer. 30

Bijlage C. Lijst van afkortingen Op alfabetische volgorde: AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BG Begeleiding (overkoepelende functiegroep) BGG Begeleiding Groep (d.w.z. in groepsverband) BGI Begeleiding Individueel BH Behandeling (functie) BHG Behandeling Groep (m.i.v. 1 januari 2011) BHI Behandeling Individueel (m.i.v. 1 januari 2011) KVB Kortdurend Verblijf (m.i.v. 1 januari 2011) LG Lichamelijke handicap (grondslag) PG Psychogeriatrische aandoening/ziekte (grondslag) Pgb Persoonsgebonden budget PSY Psychiatrische aandoening/ziekte (grondslag) PV Persoonlijke Verzorging (functie) SOM Somatische aandoening/ziekte (grondslag) VB Verblijf (overkoepelende functiegroep) VBT Verblijf Tijdelijk (functie, tot 1 januari 2011)) VG Verstandelijke handicap (grondslag) VP Verpleging (functie) ZG Zintuiglijke handicap (grondslag) ZIN Zorg in natura ZZP Zorgzwaartepakket 31

32

Dit is een uitgave van het CIZ. Versie 5.0 oktober 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie berust bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het gebruik van cijfers en/of teksten uit deze publicatie als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Verder gebruik van cijfers en/of teksten is zonder toestemming van het CIZ niet toegestaan. Het CIZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. Voortschrijdend inzicht en informatiewensen vanuit het Ministerie van VWS en de AWBZ-ketenpartners kunnen leiden tot aanpassing van de vorm en inhoud van deze publicatie. 33