Feiten en cijfers over de overheveling van AWBZ zorg

Transcriptie

1 Feiten en cijfers over de overheveling van AWBZ zorg Binnen de huidige AWBZ is een aantal partijen betrokken bij de zorg rondom een burger. Het systeem is als een keten vormgegeven waarbij de output van een schakel input vormt voor een volgende. In het onderstaande schema is de AWBZ zorg voor een burger weergegeven met de daarbij betrokken partijen en hun taak. De gegevens in deze bijlage zijn afkomstig uit verschillende bronbestanden, te weten het CIZ, Vektis, het registratiesysteem van de zorgverzekeraars en het CAK. De gegevens betreffen niet allemaal dezelfde periode en ook is de manier van registreren verschillend waardoor cijfers niet altijd op elkaar aansluiten. In een aantal gevallen is in de bronbestanden bij waarden kleiner dan 5 geen absolute waarde meegegeven. Dit wordt gedaan om de gegevens niet herleidbaar te maken tot op persoonsniveau. In de bronbestanden wordt dan wanneer de waarde 1,2 3 of 4 bedraagt de tekst <5 of X gebruikt. Bij het doorrekenen van grote aantallen records met die waarden kan dat tot onaanvaardbare verschillen leiden. Om die reden is in gevallen waar dat mogelijk is een benadering van het werkelijk aantal gemaakt met behulp van aantallen in een gemeente, in situatie waarin dat niet mogelijk is wordt een gemiddelde waarde van 2 gehanteerd Demografie Aantal inwoners 18+ naar leeftijdsgroep In de gemeenten Echt-Susteren,, en woonden op 1 januari 2013 ruim inwoners. 24% Daarvan woont in de gemeente Echt-Susteren, 18% in de gemeente, 16% in de gemeente en 42% in de gemeente. De bevolkingsgroep waarvan in deze rapportage gesproken wordt is de groep inwoners van de hiervoor genoemde gemeenten die ouder zijn dan 18 jaar. Het aantal inwoners 18+ per gemeente op 1 januari 2013 is hieronder weergegeven. 1

2 Leeftijdsverdeling inwoneraantallen 18+ (CBS 2013) Leeftijdklasse Nederland Totaal Van alle inwoners 18+ is 63% jonger dan 65 jaar, slechts 2% is 85 jaar of ouder. De groep inwoners tussen 50 en 75 jaar (25 leeftijdsjaren) is relatief gezien in omvang het grootst. Na het 75 e levensjaar neemt het aantal inwoners sterk af. Opvallend is dat de gemeenten, en met name de kleinere een grotere groep oudere inwoners (50+) hebben vergeleken met de gemiddelde verhouding in Nederland. Het aandeel jongeren is kleiner vergeleken met het Nederlandse gemiddelde. Relatieve leeftijdsverdeling bevolking 18+ als percentage van de totale bevolking Leeftijdklasse Nederland % 36% 36% 42% 39% 42% % 25% 25% 22% 24% % 13% 13% 1 11% % 7% 7% 6% 6% 5% 85+ 2% 2% 2% 2% 2% 2% 1.2. Aanspraak op AWBZ zorg Overzicht aanspraken op AWBZ zorg De extramurale zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo bestaat uit de functie s Begeleiding, Persoonlijke Verzorging (5%) en Kortdurend Verblijf. De functie Persoonlijke Verzorging wordt voor het grootste deel overgeheveld naar de zorgverzekeringswet. Dat betreft ruim 95% van alle zorg. Een klein deel van de ondersteuning bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) wordt volgens de huidige plannen overgeheveld naar de Wmo. Het deel dat niet naar de Wmo maar naar de zorgverzekeringswet wordt overgeheveld is in de cijfers in deze bijlage nog meegenomen. De reden hiervoor is dat het CIZ nog geen nieuwe publicatie heeft laten verschijnen waarin de knip in de functie PV zichtbaar is gemaakt. Ook is nog niet duidelijk hoe VWS zal reageren op de stellingname van de VNG dat PV of geheel naar de Wmo moet worden gedecentraliseerd of geheel moet worden ondergebracht in de Zvw. In de onderstaande tabel is deze combinatie van functie s aangeduid met Extramuraal +. In de groep Extramuraal- zitten de andere AWBZ functies. Alle cliënten met een indicatie voor verblijf zitten in de groep Intramuraal. Het deel van de huidige AWBZ dat naar de Wmo wordt overgeheveld zit in de groep Extramuraal+. Alle AWBZ aanspraken (1 juli 2013) Soort aanspraak Extramuraal Extramuraal Intramuraal Totaal Extramuraal + = inclusief BG, PV en/of KVB Extramuraal - = zonder BG, PV en of KVB 2

3 In de onderstaande grafiek is de verhouding weergeven tussen de 3 onderdelen die op dit moment de AWBZ vormen. Daarin valt op dat het aandeel Extramurale zorg+ in (59%) en (58%) hoger is dan gemiddeld in Nederland (52%). daarentegen kent juist een laag percentage (41%) extramurale zorg, terwijl een hoog (56%) percentage intramurale zorg kent. Het is waarschijnlijk dat de in de gemeente aanwezige grote intramurale instellingen voor verstandelijk gehandicapten de cijfers beïnvloeden. kent een laag percentage intramurale zorg Extramuraal + Extramuraal - Intramuraal In de onderstaande tabel is per leeftijdsgroep het aantal geïndiceerde cliënten weergeven. De jongere doelgroep is in relatie tot het gemiddelde in Nederland in deze gemeenten minder vertegenwoordigd. De oudere doelgroep juist meer. Leeftijdsverdeling AWBZ aanspraken (1 juli 2013) Leeftijdklasse Totaal Opvallen is dat in de gemeente onder de mensen met een AWBZ aanspraak de jongere doelgroep meer en de oudere minder is vertegenwoordigd dan in de overige gemeenten en in vergelijking met de landelijke cijfers. In de bevolkingscijfers zijn deze verschillen niet terug te vinden. 35% 25% 15% 1 5%

4 Grondslagen voor zorg De meest voorkomende grondslag voor AWBZ zorg is een somatische aandoening of beperking (). Gemiddeld heeft 55% van de geïndiceerden in Nederland een indicatie op basis van deze grondslag. In ligt dit percentage hoger (59% en in (47%) lager dan gemiddeld in Nederland. AWBZ aanspraken naar dominante grondslag (1 juli 2013) Grondslag Totaal De grondslag die daarna het meest voorkomt is een psychiatrische aandoening of beperking (). Gemiddeld heeft 21% een indicatie op basis van deze grondslag. (17%) kent een laag percentage terwijl (29%) een hoog percentage mensen met een psychiatrische grondslag kent Echt - Susteren Nederland De grondslag waarin het gaat over mensen met een verstandelijke handicap komt gemiddeld bij 11% van de geïndiceerden voor. Hier valt de gemeente Echt-Susteren op waar slechts 7% van de geïndiceerden een verstandelijke handicap als grondslag heeft. Bijzonder is ook wel het relatief lage percentage in de gemeente. Deze gemeente bevat enkele grote intramurale instellingen. Het zou kunnen dat in het verleden meer cliënten uit de omgeving intramuraal zijn opgenomen waardoor het aandeel extramurale zorg relatief klein is. De grondslag zintuiglijke handicap komt slechts zeer weinig voor. Het gaat hierbij om mensen met gezichtsproblemen (blindheid en slechtziendheid), gehoorsproblemen (slechthorenden en doven) of een combinatie van beiden (doofblinden). Slechts 1% van de geïndiceerden heeft deze grondslag als dominante grondslag. Voor Echt-Susteren zijn deze aantallen zo klein dat ze niet genoemd zijn. 4

5 Veel voorkomende functiecombinaties De functiecombinaties die in een indicatiebesluit veel voorkomen zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Het eerste deel van de tabellaat combinaties van functies met PV zien. Combinatie combinaties in de indicatie ( 1 juli 2013) PV-sec PV + VP PV + BH (+VP) x x x 5 5 BGI-sec BGI + PV BGG-sec BGG + PV BGI + BGG (sec) BGI + BGG + PV BG+ VP/BH (+PV) KVB x PTZ 5 5 x Totaal Verpleging in combinatie met persoonlijke verzorging komt gemiddeld bij 19% van geïndiceerden voor, terwijl de verschillende vormen van begeleiding in combinatie met persoonlijke verzorging bij 25% van de geïndiceerden voorkomt. Voor de gemeenten in de regio liggen deze percentages op 17% in de combinatie PV/VP en 29% in de combinatie BG/PV PV + BH (+VP) PV + VP PV-sec BGI + PV BGI-sec Het grootste deel van zowel de functie verpleging, als ook de functie begeleiding wordt dus als enkelvoudige functie geïndiceerd BGG + PV BGG-sec BGI + BGG + PV BGI + BGG (sec) 5

6 De functie Kortdurend Verblijf (KVB) is van kracht sinds 1 januari Tot die datum werden indicaties afgegeven voor de functie Verblijf Tijdelijk (VBT). Indicaties voor VBT met een looptijd tot na 1 januari 2011 bleven geldig. Nieuwe indicaties worden uitsluitend afgegeven voor de functie Kortdurend Verblijf; de toegangsvoorwaarden voor deze functie zijn anders dan voor de oude functie VBT. Omdat het CIZ aantallen rapporteert op peildatum zijn indicaties voor VBT en KVB allemaal gerangschikt onder de noemer KVB Diverse soorten Begeleiding Begeleiding kan bestaan uit de variant individuele begeleiding (BGI), de variant begeleiding in groepsverband (BGG) of een combinatie van beide soorten begeleiding (BGI + BGG). De vierde variant is begeleiding in combinatie met verpleging of behandeling en eventueel persoonlijke verzorging. In de onderstaande tabel zijn de aantallen voor deze categorieën per gemeente en voor de regio weergegeven. Verhouding soorten begeleiding ( 1 juli 2013) Type Begeleiding BGI BGG BGI + BGG BG + VP/BH (+PV) Uit de onderstaande grafiek blijkt dat de hoeveelheid geïndiceerde individuele begeleiding in de regio lager ligt dan gemiddeld in Nederland BGI BGG BGI + BGG BG + VP/BH (+PV) In wordt het gemiddelde voor Nederland het dichts benaderd, terwijl over de hele regio de groepsgerichte begeleiding hoger is dan gemiddeld in het land. Ook de combinatie BGI + BGG komt vaker voor in de regiogemeenten dan in Nederland Geïndiceerde functies per grondslag Bij elke dominante grondslag hoort een andere combinatie van bijpassende functie s. In de onderstaande tabellen en grafieken staan per grondslag de geïndiceerde functies als percentage van alle indicaties per grondslag. 6

7 Gemeente Echt -Susteren Echt Susteren Geïndiceerde functies per grondslag (1 juli 2013), waarde in % categorie PV-sec 65% 1 x 4 x x PV + VP 15% 5% x 1 x x PV + BH (+VP) x 5% x x x x BGI-sec x x 5 x 45% 15% BGI + PV x 5% 5% 5% 5% x BGG-sec x 25% 15% 1 1 x BGG + PV 1 x x 15% BGI + BGG (sec) x 5% 25% 5% 15% 15% BGI + BGG + PV x 15% x 5% 5% 15% BG + VP/BH (+PV) 5% x 5% 1 35% KVB + x x x 5% 15% x PTZ x x x x x x Totaal De grafieken geven de relatieve verhoudingen weer van de belangrijkste functies ten opzichte van elkaar KVB BG + VP/BH (+PV) BGI + BGG BGG BGI PV Bij de grondslag komt de functie PV het meest voor. Bij de grondslag is het de functie BGG (als dagbesteding) die het meest voorkomt. Gemeente Geïndiceerde functies per grondslag (1 juli 2013), waarde in % categorie PV-sec 7 5% x x 15% PV + VP 15% x x 1 x x PV + BH (+VP) x x x x x x BGI-sec x x 55% x 4 BGI + PV x 15% 5% 5% 5% 15% BGG-sec 5% 15% 1 5% 1 15% BGG + PV 5% 35% 5% 25% x x BGI + BGG (sec) x 5% x 25% x BGI + BGG + PV x 15% 5% 15% 5% BG + VP/BH (+PV) x 1 x 1 5% x KVB (+BGI/BGG/PV x 5% x x 1 x PTZ x x x x x x Totaal

8 KVB BG + VP/BH (+PV) BGI + BGG BGG BGI PV Bij de grondslag komt de functie BGI (in de zin van aanleren van ander gedrag) het meest voor. Bij lichamelijk gehandicapten (grondslag ) komen de functies PV (in de vorm van ADL ondersteuning) en BGG (in de vorm van dagbesteding) het meest voor. Gemeente Geïndiceerde functies per grondslag (1 juli 2013), waarde in % categorie PV-sec 65% 5% x 35% x x PV + VP 15% x x 1 x x PV + BH (+VP) x 5% x x x x BGI-sec x 5% 65% 5% 6 6 BGI + PV x 1 x 5% x BGG-sec 5% 1 5% 5% x BGG + PV 1 15% x 15% x x BGI + BGG (sec) x 5% x BGI + BGG + PV x x 5% x x BG + VP/BH (+PV) x 1 x 15% 5% KVB (+BGI/BGG/PV x x x x 5% x PTZ x x x x x x Totaal KVB BG + VP/BH (+PV) BGI + BGG BGG BGI PV Bij de grondslag komt de functie BGI het meest voor. De omvang van de functie BGG is redelijk beperkt. Samen met de combinatie BGI + BGG is de omvang van de functie begeleiding in algemene zin bij de doelgroep wel het grootst namelijk 85%. 8

9 Gemeente Geïndiceerde functies per grondslag (1 juli 2013), waarde in % categorie PV-sec 7 5% x x x PV + VP 15% x x 5% x 5% PV + BH (+VP) x x x x x x BGI-sec x x 6 5% 6 4 BGI + PV x 5% 5% 1 5% BGG-sec 5% 35% 1 15% 5% 5% BGG + PV 5% 25% x x x BGI + BGG (sec) x 5% 15% x 1 1 BGI + BGG + PV x 15% 5% BG + VP/BH (+PV) 5% 1 x 1 5% 5% KVB (+BGI/BGG/PV x x x x 5% x PTZ x x x x x x Totaal Bij de grondslag zien we vooral een groot aandeel BGI en een kleiner deel BGG. De BGI is voor deze doelgroep vooral gericht op het aanleren van handelingen en het zich kunnen handhaven in een maatschappij van mensen die wel kunnen zien en/of horen KVB BG + VP/BH (+PV) BGI + BGG BGG BGI PV De omvang van de AWBZ functie s De gemiddelde omvang van de functie PV in Nederland bedraagt 5,5 uur per week. De omvang per grondslag kan verschillen. De omvang van PV bij mensen met een lichamelijke handicap is het grootst, namelijk 9,2 uur per week. Bij mensen met somatische beperkingen is de omvang het laagst namelijk 5,0 uur per week. Nederland Gemiddelde omvang van functies per grondslag (1 juli 2013) PV 5,0 5,0 5,1 9,2 6,2 5,5 BGI 2,7 2,5 2,9 3,1 3,8 2,6 BGG 4,9 5,6 4,6 4,8 6,8 4,4 KVB 1,5 1,6 1,3 1,4 1,1 1,5 PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen De gemiddelde omvang van de functie BGI bedraagt 3,1 uur per week waarbij de doelgroep de grootste omvang kent 3,8 uur per week en de doelgroep de laagste, 2,5 uur per week. Echt-Susteren Gemiddelde omvang van functies per grondslag (1 juli 2013) PV 4,7 5,0 4,7 8,0 7,1 x BGI 2,9 3,0 2,9 3,5 4,3 x BGG 5,1 5,9 4,1 5,7 6,4 4,0 KVB - - x x 1,1 - PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen 9

10 De omvang van de functie BGG wordt uitgedrukt in een aantal dagdelen van gemiddeld 4 uur per keer per week. Gemiddeld wordt in Nederland 5,3 dagdelen per week besteed aan BGG. De omvang van BGG voor de doelgroep is het hoogst, namelijk 6,8 dagdelen per week en die van de doelgroep het laagst met 4,6 dagdelen per week. Gemiddelde omvang van functies per grondslag (1 juli 2013) PV 4,9 4,8 4,8 8,0 7,5 x BGI 4,0 4,5 3,0 2,6 4,2 2,7 BGG 5,0 5,9 4,5 5,1 7,4 x KVB x x - x 1,0 - PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen De omvang van de functie KVB (kortdurend verblijf) is in Nederland 1,5 etmalen per week. Dit lijkt een laag getal, maar de functie KVB houdt in dat mensen maximaal 3 etmalen per week kunnen logeren in een instelling om de thuissituatie te ontlasten. De gemiddelde waarden in de regiogemeenten liggen lager dan in Nederland. Gemiddelde omvang van functies per grondslag (1 juli 2013) PV 5,0 5,0 5,0 9,6 x x BGI 2,9 3,3 2,8 2,4 3,3 3,3 BGG 5,0 5,5 4,7 5,1 7,3 x KVB x x - PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen De doelgroep kent het laagste aantal etmalen per week (1,1) en de doelgroep het hoogste (1,6). De cijfers voor een aantal gemeenten zijn niet zichtbaar door de lage aantallen. Een liggend streepje in de tabel betekent dat er geen registraties op dat onderdeel zijn gevonden. Gemiddelde omvang van functies per grondslag (1 juli 2013) PV 4,3 4,3 4,3 7,8 4,4 5,8 BGI 3,0 3,3 2,6 3,5 4,1 3,3 BGG 5,5 5,5 4,1 5,3 7,0 4,6 KVB x x x x 1,0 - PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen De gemiddelde zorgomvang voor PV ligt in de regiogemeenten lager dan in Nederland. De omvang van zowel BGI als BGG ligt ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. De verschillen zijn niet groot. Kortdurend verblijf voor gemeenten waar aantallen zijn geregistreerd gaat over minder etmalen dan gemiddeld in het land. Gemiddelde zorgomvang (1 juli 2013) Nederland PV 5,3 5,4 5,6 4,7 5,5 BGI 3,2 3,5 3,0 3,0 3,1 BGG 5,1 5,5 5,2 5,1 5,3 KDV 1,1 1,1 x 1,1 1,2 PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen 10

11 Palliatief Terminale Zorg De zorg voor mensen met een levensverwachting kleiner dan 3 maanden is onderworpen aan speciale regelgeving. Voor een periode van maximaal 6 maanden (3+3) kan in afwijking van de reguliere regelgeving een grote hoeveelheid PV en BGI worden geïndiceerd. In sommige situaties kan ook BGG en/of KVB worden geïndiceerd doch dit komt zelden voor. Het gaat om een veelvoud van de gemiddelde zorgomvang. De gemiddelden voor Nederland zijn 21,2 uur PV per week en 46,4 uur BGI per week. In onderstaande tabel zijn de cijfers voor de regiogemeenten weergegeven. De cijfers voor de regiogemeenten zijn voor PV licht lager en voor BGI hoger dan gemiddeld in Nederland, met uitzondering van de gemeente Echt-Susteren die een opvallend laag aantal uren BGI laat zien.. Gemiddelde omvang van palliatief terminale zorg Nederland PV (PTZ) 20,9 20,9 x 22,5 21,2 BGI (PTZ) 34,6 49,0 x 49,0 46,4 BGG (PTZ) x ,4 KVB (PTZ) x PV en BGI in uren per week, BGG in dagdelen per week, KDV in dagen Vervoer bij groepsbegeleiding Bij een indicatie voor groepsbegeleiding wordt doorgaans ook de vraag beantwoord of voor de geïndiceerde vanuit de AWBZ in vervoersmogelijkheden moet worden voorzien. In onderstaande tabel staan de aantallen waarvoor niet of wel vervoer is mee geïndiceerd. Vervoer bij groepsbegeleiding (1 juli 2013) Echt-Susteren Grondslag Niet Wel Niet Wel Niet Wel Niet Wel x 100 x 40 x x 30 x 20 x 15 x x 50 x 30 x 25 x 70 x x x 5 x x x x x x Totaal Gemiddeld wordt in Nederland voor 74% van de voor BGG geïndiceerde mensen vervoer mee geïndiceerd en voor 26% niet Wel vervoer Geen vervoer 11

12 In Echt-Susteren, en wordt vaker vervoer mee geïndiceerd dan in of gemiddeld in het land Vervolgindicaties Een indicatie heeft een vastgestelde omvang en een looptijd. De looptijd van een indicatie wordt bepaald door de afzonderlijke looptijden van de onderliggende functies. Als de zorgbehoefte van een cliënt blijft bestaan nadat de looptijd van een indicatie is verstreken kan een her- indicatie worden aangevraagd. Ook als de omvang van de zorgbehoefte tussentijds wijzigt kan een her- indicatie noodzakelijk zijn. In de onderstaande tabel is het aantal eerste en het aantal vervolg indicaties weergegeven. Het gemiddelde in Nederland ligt op 18% eerste en 82% vervolgindicaties. Het hoge percentage vervolgindicaties geeft aan dat de zorgbehoefte volatiel kan zijn. Eerste versus vervolgvraag (2012) Aanvraag Eerste Vervolg Totaal De verhouding eerste en vervolg indicaties komt in de regio gemeenten redelijk overeen met het gemiddelde in Nederland. Echt-Susteren ligt iets hoger en iets lager dan in het land Vervolg Eerste Door veranderingen in de zorgbehoefte kunnen meerdere indicaties in een korte periode achter elkaar worden aangevraagd. In de onderstaande tabel staat het aantal cliënten genoemd met 1 en met 2 of meer indicaties op jaarbasis. Het peiljaar is Het getal ratio geeft aan met welke factor mensen met 1 indicatie vaker voorkomen dan mensen met 2 of meer indicaties. Gemiddeld zijn er in Nederland 1,5 keer zoveel mensen met 1 indicatie dan met meer. Aantal indicaties per jaar (2012) Aantal of meer Totaal Ratio 1,6 1,8 2,0 2,0 1,8 12

13 Uit de onderstaande grafiek blijkt dat in de regiogemeenten iets meer geïndiceerden 1 indicatie hebben dan 2 of meer. De ratio getallen liggen overal hoger dan gemiddeld in Nederland. In en zijn er zelfs 2 keer zoveel mensen met 1 indicatie dan met meer of meer Zorg in natura versus B Bij de indicatiestelling wordt aan mensen gevraagd op welke manier zij de zorg geleverd willen krijgen, als een natura product van een zorgaanbieder (ZIN) of als een geldbedrag (B) waarmee zelf de zorg kan worden ingekocht. PV Verzilverings vorm Verzilveringsvorm van de indicatie (1 juli 2013) ZIN B BGI ZIN B BGG ZIN B KDV ZIN 15 x x B Totaal In Nederland kiest gemiddeld 76% van de geïndiceerden voor zorg in natura en 24% voor een B. Per functie kunnen deze verhoudingen echter nogal verschillen. Het kiezen voor een leveringsvorm in deze fase heeft geen directe relatie met de feitelijke zorglevering. In de fase waarin een cliënt de zorg door het zorgkantoor krijgt toegewezen moet men nogmaals aangeven of men kiest voor ZIN of B. Ook tussentijds kan die keuze nog gewijzigd worden. De cijfers geven alleen een indruk van de eerste gedachten die men krijgt als de keuzemogelijkheid wordt voorgelegd. 13

14 PV 1.3. Tariefstructuur en kosten van de zorg Tariefstructuur Verzilverings vorm Verzilveringsvorm van de indicatie (1 juli 2013) ZIN 78% 84% 8 85% 82% B 22% 16% 15% 18% BGI ZIN 64% 65% 72% 78% 72% B 36% 35% 28% 22% 28% BGG ZIN 79% 74% 79% 86% 81% B 21% 26% 21% 14% 19% KDV ZIN 5 33% 29% B % 71% De tarieven in de AWBZ worden vastgesteld door de Nederlandse Zorg Autoriteit (Nza). In de praktijk worden deze tarieven als maximum tarieven gehanteerd en gaan zorgkantoren in hun onderhandelingen met aanbieders vaak onder deze tarieven zitten. De werkelijke tarieven die de zorgkantoren hanteren zijn vanwege de concurrentiepositie van aanbieders ten opzichte van elkaar niet bekend gemaakt. Voor de onderstaande berekeningen is derhalve gebruik gemaakt van deze maximum tarieven. In de onderstaande tabel zijn de tarieven voor de belangrijkste prestaties weergegeven. Nza tarieven extramurale zorg 2013 Prestatiecode Omschrijving Bedrag H126 Persoonlijke verzorging 49,45 H127 Persoonlijke verzorging extra 52,97 H120 Persoonlijke verzorging speciaal 73,88 H136 Persoonlijke verzorging op afstand aanvullend 49,45 H137 Persoonlijke verzorging farmaceutische telezorg 49,45 H300 Begeleiding 53,29 H150 Begeleiding extra 57,08 H152 Begeleiding speciaal 1 87,22 H153 Begeleiding () 92,73 H301 Begeleiding ( visueel) 96,94 H303 Begeleiding ( auditief) 80,96 H302 Begeleiding speciaal 2 (visueel) 119,17 H304 Begeleiding speciaal 2 (auditief) 103,18 H305 Begeleiding zorg op afstand aanvullend 53, Kosten van zorg in natura (ZIN) Bij zorg in natura wordt de zorg door de cliënt genoten in de vorm van een product of prestatie geleverd door een aanbieder met een AWBZ erkenning. De kosten worden door het zorgkantoor direct vergoed aan de aanbieder. In het onderstaande overzicht staan de kosten per hoofdfunctie en per gemeente voor zorg in natura in het jaar Type Begeleiding Kosten van Zorg in Natura (2012) PV BGI BGG KVB

15 Kosten van B Bij een B ontvangt een cliënt een geldbedrag waarmee de zorg kan worden ingekocht. Deze inkoop kan betrekking hebben op erkende aanbieders, maar ook aanbieders zonder erkenning en particulieren kunnen door een cliënt met behulp van een B worden ingezet. Dit geeft voor de cliënt meer flexibiliteit maar brengt ook met zich mee dat het volume geleverde zorg niet kan worden bepaald. In de onderstaande tabel staan de uitgekeerde B bedragen per hoofdfunctie in Kosten van B (2011) Type Begeleiding PV BGI BGG KVB Totale kosten AWBZ zorg en kosten per inwoner De totale kosten in de regio belopen voor ZIN en B tesamen ruim 48 miljoen euro. Het grootste deel daarvan (53%) komt voor rekening van de gezamenlijke begeleidingsfuncties. De functie PV beloopt 45% van de kosten maar door de overheveling van het grootste deel van PV naar de zorgverzekeringswet is vooralsnog onduidelijk welk aandeel PV tot de Wmo gaat behoren. Totale kosten van AWBZ (ZIN + B) Type Begeleiding PV BGI BGG KVB Wanneer de kosten worden omgeslagen per hoofd van de bevolking (bevolkingsaantallen 2013) dan ontstaat het volgende beeld. Geraamde kosten in Euro van AWBZ zorg per inwoner (ZIN + B) Type Begeleiding PV BGI BGG KVB De kosten per inwoner zijn in de gemeente Echt-Susteren over nagenoeg de hele linie hoger dan in de andere gemeenten. In de gemeente zijn de kosten per inwoner het laagst. 15