Wijzigingsplan Buitengebied, Teerlingstraat 25 e.o.

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Teerlingstraat 25 e.o. vaststellingsdatum: 21 juni 2016

Hoofdstuk 1 Inleiding De heer Van Meer, Liesbosweg 223 te Etten-Leur is eigenaar van een groot agrarisch bedrijf in zacht fruit De Ruwenberg BV (www.deruwenberg.nl). Hij heeft diverse agrarische bedrijven met bijbehorende bouwvlakken en gronden in de afgelopen jaren aangekocht. De heer Van Meer vraagt om een bestemmingsvlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen van ca 18 ha ten noorden en zuiden van de Teerlingstraat aansluitend aan een aantal agrarische bouwvlakken. De permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn nodig om beter te kunnen voldoen aan de eisen van de klanten. De vraag richt zich steeds meer op aardbeien die geteeld zijn onder bedekking. Deze teeltwijze is minder weersafhankelijk waardoor de kwaliteit betrouwbaarder is. Daarnaast wordt door de teelt op stellingen de arbeidsomstandigheden verbeterd. Het wijzigen van het bestemmingsplan om een vlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen mogelijk te maken is geregeld in artikel 3.6.10 van het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013): Het wijzigen ten behoeve van permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen. Luchtfoto 2014 locatie percelen permanente teeltondersteunende voorzieningen

Hoofdstuk 2 Wijzigingsregeling Burgemeester en wethouders zijn op basis van artikel 3.6.10 van het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013) bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding specifieke vorm van agrarisch - permanente teeltondersteunende voorzieningen te wijzigen en / of toe te voegen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Het is niet mogelijk de permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, binnen het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding te realiseren. b. De situering dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding. c. Indien situering aansluitend aan het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding niet mogelijk is, mogen permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, op afstand gerealiseerd worden waarbij een relatie wordt gelegd met de bedrijfslocatie waar de voorzieningen bijhoren en waarbij de oppervlakte van de aanduiding op afstand meetelt voor de maximale oppervlakte van de aanduiding per bedrijf (per bouwvlak) zoals genoemd onder d. (NB deze voorwaarde is vernietigd RvS 25-2-2015). d. De oppervlakte van de aanduiding mag niet meer bedragen dan 8 ha. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. f. De wijziging dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en / of -ontwikkeling van het agrarisch bedrijf. Vooraf dient hieromtrent advies ingewonnen te worden bij een ter zake deskundige. g. Er dient te worden voorzien in een passende landschappelijke inpassing op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd beplantingsplan tot realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. Deze inspanning telt mee voor de invulling van het bepaalde onder h. h. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van dit bestemmingsplan. i. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding zoekgebied ecologische verbindingszone en / of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding zoekgebied behoud en herstel watersystemen, worden niet belemmerd of aangetast.

Hoofdstuk 3 Toets aan wijzigingsregeling Ad a. De permanente teeltondersteunende voorzieningen worden aansluitend en gedeeltelijk binnen drie agrarische bouwvlakken gerealiseerd. Eigenaar M. van Meer is oorspronkelijk gevestigd op Liesbosweg 223. Dit is ook het vestigingsadres van het bedrijf van meneer van Meer. Liesbosweg 223 heeft een bebouwingsvlak op afstand. Meneer Van Meer is eigenaar geworden van Teerlingstraat 25, Teerlingstraat 13 en Teerlingstraat ongenummerd met bouwblok op afstand ongenummerd. Zie bijgaand kaartje. De heer Van Meer heeft nabij Liesbosweg 223 op Bredaas grondgebied al bramen en aardbeienstellingen staan. Aansluitend aan het bouwvlak Liesbosweg 223 (op Etten-Leurs grondgebied) is in 2015 vergunning verleend voor ondersteunende palen voor frambozenteelt. Deze worden in de open grond geteeld en vallen onder overige teeltondersteunende voorzieningen. De voorbereidingen voor de aanleg daarvan zijn inmiddels gestart. In het bouwvlak van Liesbosweg 223 is geen ruimte meer voor aardbeienstellingen.

De permanente teeltondersteunende stellingen geplaatst worden aan de Teerlingstraat zijn stellingen met koepeltjes voor de aardbeienteelt. Het regenwater kan tussen de koepeltjes gewoon in de grond opgenomen worden (zie bijgaande foto) Ad b. De gronden ten noorden van de Teerlingstraat sluiten aan op het bouwvlak op afstand van Liesbosweg 223 (ten noorden van de Teerlingstraat) en Teerlingstraat 25. 8 ha van de permanente teeltondersteunende voorzieningen wordt toegerekend aan het bouwvlak op afstand van Liesbosweg 223. De resterende 2,07 ha wordt toegerekend aan het bouwvlak van Teerlingstraat 25. Teerlingstraat 25 grenst ook aan het perceel ten zuiden van de Teerlingstraat. Daar is tevens een ongenummerd bouwvlak Teerlingstraat ongenummerd (zie kaartjes) aanwezig. 8 ha wordt toegerekend aan het bouwvlak van Teerlingstraat ongenummerd en de rest 0,3 ha aan Teerlingstraat 25. Ad c. Deze voorwaarde voor permanente teeltondersteunende voorzieningen is vernietigd bij besluit van de Raad van State van 25 februari 2015. Er is overigens ook geen sprake van voorzieningen op afstand de teeltondersteunende voorzieningen sluiten aan bij een drietal bouwvlakken. Ad d. Het oppervlak van het specifieke vlak ten noorden van de Teerlingstraat is 10, 0733 ha. Dit vlak sluit aan bij de bouwvlakken Liesbosweg 223 en Teerlingstraat 25. Het oppervlak van het specifieke vlak ten zuiden van de Teerlingstraat is 8,2988 ha. Dit vlak sluit aan bij Teerlingstraat 0 (ongenummerd) en Teerlingstraat 25. Zie ook Ad b. Ad e. De permanente teeltondersteunende voorzieningen voor de teelt van aardbeien zijn stellingen met kleine overkappingen. Deze overschrijden de maximale bouwhoogte niet. Ad f. De Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB) heeft op 22 december 2015 positief geadviseerd over het plan. De AAB is van mening dat de uitbreiding van de stellingenteelt in de gevraagde omvang vanuit landbouwkundig oogpunt als noodzakelijk kan worden gezien. Om de overkapte stellingen te kunnen bouwen is een differentiatievlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen nodig. Ad g. In verband met de verplichte landschappelijke inpassing is een landschappelijk plan gemaakt door Brabants Landschap (deze is als bijlage aan de planregels toegevoegd). De reeds aanwezige landschappelijke beplanting is in het plan opgenomen en aangegeven is waar nieuwe landschappelijke beplanting gerealiseerd moet worden en waaruit de beplanting moet bestaan. Er wordt alleen gebruik gemaakt van inheemse plantenen bomensoorten. De bestaande en de nieuw aan te leggen landschappelijke beplanting is in het wijzigingsplan met een Groen - Houtsingel bestemming op de planverbeelding opgenomen. Tevens is in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen De realisering, het onderhoud en de instandhouding van de landschappelijke beplanting is hiermee publiekrechtelijk gewaarborgd is. Inmiddels is op 18 maart 2016 met de initiatiefnemer een overeenkomst afgesloten waarin het realiseren van de landschappelijke inpassing en het beheer en de instandhouding privaatrechtelijk is vastgelegd. Ad h. Het toevoegen van een bestemmingsvlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen middels een wijzigingsprocedure is een categorie 3 plan volgens het regionale afsprakenkader 'toepassing van kwaliteitsverbetering van het landschap in de regio West-Brabant'. Dit is een categorie waarvoor maatwerk geldt. De berekeningsmethode gaat uit van een bestemmingswinst voor het bestemmingsvlak en een

bestemmingsverlies voor de onderdelen met de bestemming 'Groen- houtsingel' conform de landschappelijke inpassing. Uitgegaan is van een bestemmingswinst voor een specifiek vlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen van 1,5 euro per m2. Dit in vergelijking met agrarische grond zonder bouwmogelijkheden en zonder de mogelijkheid voor permanente teeltondersteunende voorzieningen. Dit bedrag is in overleg met de provincie vastgesteld. 20 % van het verschil tussen bestemmingswinst en bestemmingsverlies, conform de Verordening ruimte en het regionale afsprakenkader, zal bijgedragen moeten worden voor kwaliteitsverbetering van het landschap. De kosten voor de aanleg, beheer en het instandhouden van de landschappelijke inpassing mogen daarvan afgetrokken worden (zie ook wijzigingsvoorwaarde g). In dit geval dient naast de aanleg van de landschappelijke inpassing nog een bedrag van 21.295.40 euro als bijdrage voor kwaliteitsverbetering Landschap gestort te worden. Onze gemeente zal dit bedrag besteden voor het beoogde doel. De berekening is als volgt opgezet: Van Meer Teerlingstraat e.o. vlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen Bestemmingswinst vlak voor teeltondersteunende voorzieningen: Noord Teerlingstraat 100.733m2 x 1,5 euro = 151.099,50 Zuid Teerlingstraat 82.988 m2 x 1,5 euro = 124.482,00 Totaal: 275.581,50 Bestemmingsverlies aanleg landschappelijke inpassing: 6504 m2 x 6 euro = - 39.024,00 Verschil tussen bestemmingsverlies en bestemmingswinst 236.557,00 20% hiervan als investering in kwaliteit landschap= 47.311,40 Aftrek kosten landschappelijke inpassing 6504 m2 x 4 euro= -26.016,00 Het verschil = 21.295,40. Naast de verplichting tot landschappelijke inpassing dient het verschilbedrag als extra bijdrage in kwaliteitsverbetering landschap door de ondernemer gestort te worden in het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap. Dit bedrag is inmiddels ook in de overeenkomst ten behoeve van het wijzigingsplan Buitengebied, Teerlingstraat e.o. als bijdrage kwaliteitsverbetering landschap met de ondernemer opgenomen. Ad i. Op het perceel is geen zone: zoekgebied ecologische verbindingszone en/of zoekgebied behoud en herstel watersystemen aanwezig.

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke aanvaardbaarheid 4.1 Aspecten ruimtelijke aanvaardbaarheid Overige verantwoording buiten de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid. In overeenstemming met regionale afspraken voor woningbouw: Er wordt geen woning toegevoegd dus geen relatie met de woningbouwafspraken. In overeenstemming met de regionale afspraken mbt kwaliteitsverbetering van het landschap: Luchtkwaliteit: Bodemkwaliteit: Archeologie: Deze wijziging is een categorie 3 ontwikkeling. Hiervoor dient maatwerk toegepast te worden. Zie het gestelde bij wijzigingsvoorwaarde h. in hoofdstuk 3. De regelgeving luchtkwaliteit is niet van toepassing op dit project. niet van toepassing Het bouwperceel ligt in een gebied met lage archeologische waarde gedeeltelijk ook in archeologisch verstoord gebied. Bij bodemingrepen met een oppervlak van meer dan 5 ha en dieper dan 0,4 meter is archeologisch onderzoek voorgeschreven. Aangezien alleen de palen van de teeltondersteunende voorzieningen de bodem verstoren wordt de minimale oppervlakte van 5 ha niet gehaald. Flora en fauna: Externe veiligheid: Economische uitvoerbaarheid: Er worden geen gebouwen gesloopt. De grond die bestemd wordt voor de teeltondersteunende voorzieningen is intensief gebruikte tuinbouwgrond waardoor deze niet geschikt is voor enige vorm van beschermde flora/ en of fauna. In verband daarmee is een nader (veld)onderzoek of het aanvragen van een ontheffing op de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk. Overigens dient wel rekening gehouden te worden met de zorgplichtbepaling uit de Flora en Faunawet. De regelgeving externe veiligheid is niet van toepassing. Het betreft een planwijziging op verzoek. De verzoeker is eigenaar van het gehele perceel. Met verzoeker is een overeenkomst afgesloten voor de verhaling van procedurele kosten, een bijdrage ten behoeve van Kwaliteitsverbetering van het landschap op basis van de Verordening ruimte en eventuele planschadekosten. De economische uitvoerbaarheid is daarmee gegarandeerd. 4.2 Waterparagraaf De bestemmingsplanwijziging voegt een aanduiding toe voor de realisering van permanente teeltondersteunende voorzieningen en de daaraan verbonden landschappelijke inpassing. De inrichting van het vlak bestaat uit stellingen met koepeltjes voor de aardbeienteelt. Dhr. van Meer beschikt al over een groot terrein met stellingen voor de aardbeienteelt op Bredaas grondgebied (langs de spoorlijn Etten-Leur/Breda). De aan de Teerlingstraat te realiseren stellingen zijn hetzelfde. Zie bijgaande foto van de bestaande stellingen.

Het terrein tussen de stellingen wordt niet verhard zodat het regenwater kan inzijgen in de grond. Alleen worden een aantal tussenwegen voor de bereikbaarheid van de stellingen aangelegd in het midden van de percelen. De tussenwegen zijn 5 á 6 meter breed. Het drainwater dat niet opgenomen wordt door de planten wordt opgevangen in opvangtanks, gefilterd en hergebruikt. Er is aangrenzend aan het plangebied ten noorden van de Teerlingstraat een A waterloop aanwezig. Hierlangs staat een bestaande houtwal aan de zijde van het plangebied. Deze bestaande houtwal is als Groen- Houtsingel op de plankaart opgenomen. Met de eigenaar van het naastliggende perceel zijn afspraken vastgelegd over het onderhoud van deze waterloop. Dat gebeurt aan de zijde waar geen houtwal aanwezig is. Voor de rest zijn er alleen B wateren in het plangebied aanwezig (zie kaartje). De B waterloop van oost naar west in het noordelijke gedeelte (boven de Teerlingstraat) is een 20 jaar geleden door de ondernemer zelf gegraven waterloop die opgeheven wordt.

Er vinden geen wijzigingen plaats aan de overige watergangen en er is rekening gehouden met het uitvoeren van onderhoud. De stellingen worden op minimaal 5 meter van de insteek van de sloten geplaatst. Het wijzigingsplan is aan het Waterschap Brabantse Delta voorgelegd worden voor het wettelijk vooroverleg. Bovenstaande toelichting is als nadere informatie toegezonden aan het waterschap. Er is op 14 maart 2016 een positief wateradvies ontvangen. Het waterschap verzoekt wel in deze waterparagraaf te verwijzen naar het beleid van waterschap Brabantse Delta en geeft daarvoor een tekstvoorstel dat integraal is opgenomen: 'Het waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de gemeente op basis van de volgende wettelijke kerntaken: het zuiveringsbeheer, watersysteembeheer, beheer van dijken en beheer van vaarwegen. Het watersysteembeheer -waaronder grondwater- heeft daarbij twee doelen: zowel de zorg voor gezond water als de zorg voor voldoende water van voldoende kwaliteit. Het beleid en de daarmee samenhangende doelen van het waterschap zijn opgenomen in het waterbeheerplan 2016-2021, wat tot stand is gekomen in samenspraak met de waterpartners. Zo zijn bijvoorbeeld relevante waterthema's gekoppeld aan de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. Daarnaast heeft het waterschap waar nodig nog toegespitst beleid en beleidsregels op de verschilende thema's/speerpunten uit het waterschapsbeheerplan en heeft het waterschap een eigen verordening: de Keur en de Legger. De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. De Legger geeft aan waar de waterstaatswerken plus bijbehorende beschermingszones liggen, aan welke afmetingen en vorm die moeten voldoen en wie onderhoudsplichtig is. Veelal is voor deze ingrepen een vergunning van het waterschap benodigd. In sommige gevallen vallen de werkzaamheden onder een Algemene regel. Dan kan er onder voorwaarden sprake zijn van vrijstelling van de

vergunningplicht. De Keur en de Algemene regels zijn te raadplegen via de site van waterschap Brabantse Delta. Het waterschap hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de 'natuurlijke' waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. De technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de 'beleidsregel Afvoer hemelwater door toename en afkoppelen van verhard oppervlak en de hydrologische uitgangspunten bij de keurregels voor afvoeren van hemelwater, Brabantse waterschappen'. Door het waterschap wordt naast het bovenstaande gevraagd aandacht te schenken aan het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en het achterwege laten van uitlogende bouwmaterialen, zoals lood, koper, zink en zacht PVC. Deze stoffen kunnen zich ophopen in het water(bodem)systeem en hebben hierdoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie. De ondernemer is gewezen op deze passage in het wateradvies. Het wateradvies is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Zie bijlage 1. 4.3 Conclusie Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat voldaan kan worden aan de voorwaarden om overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.6.10 van het bestemmingsplan Buitengebied de planverbeelding ter plaatse van de Teerlingstraat 25 e.o. te wijzigen zoals aangegeven in de bijgaande planregels en op de bijgaande planverbeelding. 4.4 Juridische aspecten In dit wijzigingsplan is op de planverbeelding aan de agrarische bouwvlakken van de percelen Liesbosweg 223, Teerlingstraat 25 en Teerlingstraat ongenummerd een vlak met een aanduiding 'specifieke vorm van agrarischpermanente teeltondersteunende voorzieningen' toegevoegd. Ook de elementen van de verplichte landschappelijke inpassing zijn op de planverbeelding opgenomen en voorzien van de bestemming 'Groenhoutsingel'. Daarnaast is een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. In de planregels zijn de inleidende bepalingen, de op deze planverbeelding van toepassing zijnde bestemmingen (agrarisch, groen-houtsingel, archeologie waarde 4) en de algemene-, de overgangs- en slotregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 overgenomen. Het landschappelijk inpassingsplan is als bijlage bij de planregels opgenomen. Het wateradvies van waterschap Brabantse Delta is als bijlage aan de toelichting toegevoegd. 4.5 Procedure Over het voorontwerp is wettelijk vooroverleg voorgeschreven met de provincie Noord Brabant en met het Waterschap Brabantse Delta. De provincie heeft echter laten weten dat voor plannen waarbij geen provinciale belangen spelen geen vooroverleg noodzakelijk is. Volgens het voorformulier inventarisatie ruimtelijke aspecten zou dat, omdat het plan voldoet aan het regionale afsprakenkader voor kwaliteitsverbetering van het landschap, in dit geval aan de orde zijn. Omdat het plan dan pas in de ontwerpfase beoordeeld zou worden door de provincie, is het wijzigingsplan ambtelijk voorgelegd aan de provinciale medewerkers. Een eventueel verplichte wijziging in de afspraken voor kwaliteitsverbetering van het landschap zou dan namelijk, gezien de met initiatiefnemer overeengekomen afspraken, problematisch zijn. Na het toesturen van nadere informatie en de verwerking van de adviezen van de provincie in het plan is aangegeven dat het met de verstrekte informatie in het kader van het vooroverleg voldoende is voor de provincie. Het Waterschap is verzocht over het wijzigingsplan een wateradvies te geven. Op 14 maart 2016 is het wateradvies ontvangen. In 4.1 waterparagraaf is ingegaan op de wateraspecten en het wateradvies van het waterschap Brabantse Delta.

Het voornemen tot wijziging van de planverbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied voor de locatie Teerlingstraat 25 e.o. wordt/is bekend gemaakt in de Etten-Leurse Bode. Gedurende de periode van 14 april 2016 tot en met 25 mei 2016 heeft het ontwerpplan ter inzage gelegen in het gemeentelijk informatiecentrum en is geplaatst op de gemeentelijke website. In de bekendmaking is mede gedeeld dat gedurende de termijn van zes weken schriftelijk of mondeling bij burgemeester en wethouders een zienswijze kon worden ingediend. In de bekendmaking is tevens vermeld welke andere stukken ter inzage zijn gelegd. De Provincie Noord Brabant en het waterschap Brabantse Delta zijn via de geëigende wegen geïnformeerd over de ter inzage legging van het ontwerpwijzigingsplan. De eigenaren van percelen in de directe nabijheid zijn schriftelijk geïnformeerd over de ter inzagelegging van het ontwerpwijzigingsplan. Er zijn wel zienswijzen ingediend. 4.5.1 zienswijzen Er zijn twee gelijkluidende zienswijzen ingediend. Door de heer Bastianen van Moerdijkse Postbaan 4a en door de heer Verseveldt van Moerdijkse Postbaan 6. In de bijlage bij deze toelichting op het wijzigingsplan is de notitie 'beantwoording zienswijzen wijzigingsplan Buitengebied, Teerlingstraat 25 e.o.' opgenomen waarin ingegaan wordt op de ingediende zienswijzen. Kort samengevat gaat de zienswijze over verminderd uitzicht vanuit de woningen en daarmee waardevermindering van het onroerend goed, vragen over de procedure, vragen over het overleg met andere instanties, gevolgen van het plan voor bodem, water, natuur en landschap en cultuurhistorie en gevraagd wordt naar een gezondheidseffectscreening. De zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven om het wijzigingsplan aan te passen. Het plan is dan ook ongewijzigd vastgesteld. 4.5.2 Vaststelling Het wijzigingsplan is door het college van burgemeester en wethouders op 21 juni 2016 vastgesteld.