LEERSTOFAFBAKENING Wat moet ik kennen en kunnen voor mijn examen? Vak: Godsdienst Klas(sen): 6la en 6lb Leerkracht(en): Mevr. Vandamme Semester: 2 Leerstof notities, handboek, werkboek. De cursus, verbetersleutels voor taken en toetsen en PowerPoints uit de les, vind je allemaal terug op www.godsdienstmariagaard.weebly.com 1. Post-kritische geloofsschaal Je kunt uitgebreid de vier geloofsstijlen uitleggen en je kunt ze opsommen. Je kent de achtergrond van de PKG-schaal. Je kunt uitleggen waarom godsdienst niet per definitie tot intolerantie leidt. Je kunt uitleggen waarom je niet zomaar kan spreken van dé godsdienst. Je kunt de volgende uitspraak duiden: Er bestaat een fundamentele discrepantie tussen enerzijds de waarden die elke grote wereldreligie verkondigt en anderzijds de wreedheden die in de loop van de geschiedenis werden gepleegd in naam van God. Je kunt de link leggen tussen letterlijk met geloof omgaan en intolerantie. Je kunt uitleggen waarom deze manier van denken over religieuze onverdraagzaamheid nieuw is. Je kunt de PKG-schaal tekenen, uitleggen en er je eigen positie op bepalen. Je kunt de vier geloofsstijlen toepassen op concrete voorbeelden en uitleggen. Je kent per geloofsstijl drie kenmerken. Je kunt de toepassingen die per geloofsstijl aan bod kwamen uitgebreid bespreken en situeren (West Boro Baptist Church, IS, Charter for Compassion, Danny Bhoy, Rik Torfs, Jan Fabre, cartoon Jezus, Bijbelfragmenten ). Je kunt de kenmerken van extremisme opsommen, uitleggen en 1
toepassen op concrete voorbeelden. 2. Grondervaringen en geloof Je kunt de etymologie en betekenis van het woord ervaren uitgebreid bespreken. Je kunt uitleggen wat subjectieve betrokkenheid betekent. Je kunt uitleggen waarom ervaren altijd persoonlijk is. Je weet waarom het soms zo moeilijk is om over een ervaring te praten. Je kunt uitleggen in welke betekenis wij het woord ervaren WEL zullen gebruiken. Je kunt voorbeelden geven bij het woord ervaren. Je kunt de drie omschrijvingen van diepte-ervaringen uitgebreid bespreken en deze telkens aan de hand van een voorbeeld duiden (Maslow, Merrigan en Apostel). Je kunt het verhaal van koning David en de profeet Natan vertellen. Je kent de achtergrond bij het verhaal van koning David en de profeet Natan. Je kunt beschrijven wat een kick is. Je kunt uitleggen waarom een kick een pseudo-ervaring is. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een kick en een diepteervaring. Je kunt uitleggen wat postmodern of postmoderniteit betekent. Je kunt uitleggen wat de vlucht in de kicks is de keerzijde van het menselijk verlangen naar geluk betekent. Je kent de vier manieren om tegen een diepte-ervaring aan te kijken en je kunt deze uitgebreid bespreken. Je kent de vier manieren om tegen geloof aan te kijken en je kunt deze uitgebreid bespreken. Je kunt de verschillende betekenissen van diepte-ervaringen in verband met de verscheiden houdingen tegenover het al dan niet bestaan van God brengen. 2
3. Eenzaamheid en tederheid Je kunt het verhaal van de film Into the Wild vertellen. Je kunt de eenzaamheid die aan bod komt in Into the Wild toepassen op concrete voorbeelden. Je kent het verhaal van Etty Hillesum. Je kunt de twee vormen van eenzaamheid van Etty Hillesum bespreken. Je kunt de eenzaamheid uit de film Into the Wild vergelijken met de eenzaamheid van Etty Hillesum. Je kunt de twee soorten eenzaamheid die aan bod komt bij Etty Hillesum toepassen op concrete voorbeelden. 4. Relaties Je weet dat een relatie uit twee pijlers bestaat en dat deze in evenwicht moeten gehouden worden. Je kunt de filmfragmenten die aan bod kwamen in de les bespreken. Je kunt kort bespreken hoe de liefde meestal in films voorgesteld wordt. Je kunt de voorbeelden van realistische liefde bespreken. Je kunt kort bespreken hoe de liefde meestal in de realiteit ervaren wordt. Je kunt de tekst van Herman De Dijn bespreken. Je weet waarom we volgens Herman De Dijn graag bij een groep horen. Je kunt het citaat De mens wordt maar mens door imitatie, nabootsing van Spinoza toepassen op wat Herman De Dijn zegt over hoe we individuen worden. Je kunt het citaat We worden onszelf door het verlangen van de ander in onszelf te herhalen van Girard toepassen op wat Herman De Dijn zegt over hoe we individuen worden. Je weet hoe we volgens Herman De Dijn leren om van onszelf te houden. Je kunt uitgebreid uitleggen hoe men vanuit de filosofie, de biochemie, 3
de sociologie en de ethiek kijkt naar relaties. Je kunt dit ook uitleggen aan de hand van een concreet voorbeeld. Je kunt het citaat L enfer, c est les autres uitleggen. Hierbij verwijs je naar de bron en de tijd waarin Sartre dit schreef. Je legt dus zowel de betekenis als de context van dit citaat uit. Je kan dit ook nuanceren. Je kunt uitleggen waarom andere mensen er volgens Sartre (soms) voor zorgen dat we niet helemaal vrij en onszelf kunnen zijn. Je kunt uitleggen waarom volgens de biochemie mensen langer bij elkaar blijven dan dat ze eigenlijk verliefd zijn. Je geeft kritisch je mening over de biochemische manier van kijken naar liefde. Je kent de kenmerken die vriendschappen hebben volgens het sociologisch onderzoek. Je kunt deze ook uitleggen. Je weet wat jongeren leren in een peergroup. Je weet wat jongeren leren in gezinsverband. Je kunt verklaren waarom een project om geld in te zamelen voor oude mensen met lepra in India minder succes heeft dan een project voor weesjes in Bulgarije. Je kunt het begrip agapé uitleggen. Je kunt de filosofische, biochemische, sociologische en ethische invalshoek uitgebreid toepassen op het experiment Blind getrouwd. Je kent de drie dimensies van de liefde. Je kunt dit zelf schematisch weergeven. Je kunt de drie dimensies van de liefde toepassen op concrete voorbeelden. Je weet vanuit welke motivatie koppels vandaag nog voor de kerk te trouwen. Je kunt uitleggen hoe de kerk daarmee moet omgaan volgens Professor Thomas Knieps. Je kunt uitleggen wat Professor Thomas Knieps bedoelt met een pastorale kans. Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de drievoudige vruchtbaarheid. Je kunt de drie soorten vruchtbaarheid benoemen en voldoende uitleggen. Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met missionarissen van de 4
liefde. Je weet dat de meeste wereldgodsdiensten negatief staan tegenover homoseksualiteit. Je weet dat er nuances en verschillende interpretatiekaders zijn in elke geloofsleer. Je kunt hierbij ook enkele voorbeelden geven. Je kunt het standpunt rond homoseksualiteit bij volgende stromingen uitleggen: het boeddhisme, orthodoxe joden, conservatieve joodse gelovigen, liberale joden, liberaal protestantisme, Bijbelgericht protestantisme, islam, oud-katholieken, anglicanen, het officiële kerkelijke standpunt, John McNeill. Extra: Groene tabel Je kent alle begrippen uit Vaardigheden. Zoals in de les gezegd staat je eigen mening NOOIT op punten. WEL worden er punten gegeven op de argumenten die je gebruikt. Doe dit op een duidelijke en vooral onderbouwde manier, geef duidelijke argumenten waarom je iets zegt! Leg dus altijd voldoende je mening uit! Mogelijke vragen met verwijzing naar gemaakte toetsen, taken, voorbereidingen, groepswerken Op het mondeling examen krijg je vijf vragen. Eén van deze vijf vragen zijn begrippen uit Studeer deze dus grondig. Alle vaktaal in de hoofdstukken die aan bod kwamen, zijn een aanvulling op deze groene tabel. De andere vier vragen hebben betrekking op de leerstof. De vragen liggen in de lijn van de toetsen, taken, groepswerken die je maakte. Studeertips (cfr. document leren leren ) Let op dat je wat je studeert ook begrijpt. Veel vragen op het examen zijn 5
gericht op begrip en toepassen! Lees alle vragen op het examen grondig! Zorg ervoor dat je op elke vraag een duidelijk en VOLLEDIG antwoord geeft. Je krijgt hiervoor voldoende tijd om dit eerst schriftelijk voor te bereiden. Specifieke aanvullingen eigen aan een vak / Mee te brengen Schrijfgerief 6