Veilig Veerkrachtig Vitaal. Beantwoording reacties op Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta

Vergelijkbare documenten
Veilig Veerkrachtig Vitaal. Beantwoording reacties op Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta. Samenvatting. Plan van Aanpak

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

- Notitie van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, t.b.v. regionale consultatieronde feb-mrt 2013

Op weg naar het uitvoeringsprogramma ZWDelta En een lange termijn agenda. de gehele Delta, heel de Delta

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Analyse uitvoering Besluit beheer Haringvlietsluizen

Toelichting Milieueffectrapport Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer (ontwerp-mer)

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

dagelijkse besturen van de provincies, waterschappen en gemeenten in de Zuidwestelijke Delta en leden van de Adviesgroep

Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde

artikel 105, eerste lid, J artikel 143, tweede lid Provinciewet;

Veilig Veerkrachtig Vitaal

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Watersportondernemers Deltagebied. Rowena van der Maat, 28 mei 2010 Bruinisse

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk.

Rapport. 1. Algemeen. 2. Deltabeslissing Zoetwater

De toekomst van de Zuidwestelijke Delta. Veilig, veerkrachtig en vitaal

Ambities verzilveren in Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

paspoort Veerse meer

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Datum. Betreft. Geachte heer Rozendaal,

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

getrokken door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Havenbedrijf van Rotterdam.

Goeree-Overflakkee: Ouddorp, Stellendam en Herkingen. Bron: beeldbank.rws.nl

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

TU Delft Nijhuis & Pouderoijen

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

paspoort Volkerak-Zoommeer

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Verklaring van Hoog & Droog

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Zeeland wordt wakker! Luctor et Emergo wwww.adviesgroepbormenhuijgens.nl

Regionale Energie Strategie

Samenvatting SAMEN WERKEN MET WATER 9

Regionale Energie Strategie

VAN BELANG STICHTING DE LEVENDE DELTA VOOR ELKE ZEEUW. STICHTING DE LEVENDE DELTA VAN BELANG VOOR ELKE ZEEUW 1

Ruimte voor de Rivier

Een open haven in een natuurlijke delta

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Adviesgroep Borm &Huijgens ookopinternet:

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

bkden. We zljn benieuwd naar uw gedachten hierover, Daarom legpanwe u het ûntwarp voor en aaan we lanas bil betrokken overheden.

paspoort Grevelingenmeer

Ruimte om te leven met water

Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo

RELATIE MET ANDERE PROJECTEN (RW / HITM/216)

f(?fti "* 1^ Onderwerp: Doorstroming D6nS Etten-Leur, oktober 2QQSj ;- *-^f^

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Planuitwerking Kaderrichtlijn water en Deltawateren

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Getijdencentrale. Brouwersdam. Deltatechnologie impuls voor regionale economie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Waarom windenergie? Wind is (relatief) goedkope techniek

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Realisering van Streefbeeld Grevelingen, Krammer-Volkerak en Zoommeer?

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Aan Provinciale Staten

Wijs met water! Verkiezingsprogramma

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

NGEKOMEN 2 7 M El GWM Onderwerp gezamenlijke inspraak Nationaal Waterplan, onderdeel Zuidwestelijke delta

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Op het voornemen tot opstellen van het Nationaal Waterplan en Beheer- en Ontwikkelplan voor de rijkswateren

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Tweede overleg over het concept Deltaprogramma 2017

Inrichtingsproject en proeftuin peilbeheer

Partner Venlo treedt uit de Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo

Terugblik gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren Publiekssamenvatting. Werken aan een robuust watersysteem

Zeker in Hollandse Delta.

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Veiligheid primaire waterkeringen,

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

paspoort markiezaatsmeer / binnenschelde

Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Transcriptie:

Veilig Veerkrachtig Vitaal Beantwoording reacties op Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ Middelburg, december 2010 1

Inleiding: reacties verrijken uitvoeringsprogramma 4 Maatregelen korte termijn voor een veilige, veerkrachtige en vitale delta 4 Reacties van ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren 4 Regiotour: uitvoeringsprogramma op tafel 5 Status van deze nota en verdere procedure 6 Leden stuurgroep en contactgegevens 7 Leeswijzer: reacties naar thema 7 1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep 9 1.1 Instemming met ontwerp-uitvoeringsprogramma 9 1.2. Idealen en ambities 9 1.3 Samenhang met andere projecten en processen 11 1.4 Combineren onderzoek Volkerak-Zoommeer en Grevelingen 12 1.5 Kennis en innovatie 13 1.6 Rol stuurgroep 13 2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw 16 2.1 Behoud van een goede zoetwatervoorziening 16 2.2 Maatregelen in Nieuwe Waterweg 17 3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen 19 3.1 Prioriteit voor veiligheid 19 3.2 Relatie met programma Ruimte voor de Rivier 19 3.3 Doelen veiligheid en natuurontwikkeling voor Westerschelde en Noordzee 20 4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling 21 4.1. Kierbesluit Haringvliet en herstel estuarien systeem 21 4.2 Tegen de uitwerking van de plannen voor nieuwe natuur 22 4.3 Intergetijdengebied neemt af 23 5. Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport 24 5.1 Meer aandacht voor recreatie 24 5.2 Grote projecten benutten voor recreatie 25 5.3 Meer faciliteiten voor recreatie en toerisme 26 5.4 Gevolgen programma voor sportvisserij 26 6.1 Herstel estuarien systeem gunstig voor visserij 28 7. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart 29 7.1 Meer aandacht voor logistieke functie zuidwestelijke delta 29 7.2 Vaarverbod bij inzet waterberging 30 8. Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering 31 8.1 Rol in allianties 31 8.2 Bijdragen aan programma 31 8.3 Uitbreidingen van het programma 32 9. Financiering en uitvoeringsverantwoordelijkheden 34 9.1 Geen financiële toezeggingen, wel adviezen 34 9.2 Bereidheid tot financiële inzet 35 9.3 Inbreng van overheden en belanghebbenden 36 10. Gesignaleerde fouten en omissies 38 Bijlage 1. Samenvattend overzicht van de schriftelijke reacties op het ontwerp- 2

uitvoeringsprogramma 40 Bijlage 2: Samenvattend overzicht van de reacties op het ontwerp-uitvoeringsprogramma tijdens de regiotour 72 3

Inleiding: reacties verrijken uitvoeringsprogramma Voor de een mag het Volkerak-Zoommeer zo snel mogelijk verzilten, de ander laat weten toelaten van zout water tot zoete deltawateren met de nodige reserves te begroeten. Eerst moet de levering van zoet water, vooral aan de landbouw, goed geregeld zijn. Dit zijn enkele voorbeelden van de reacties die ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren gaven op het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+. In deze nota beantwoordt de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, de opsteller van het programma, deze reacties en geeft daarbij aan of en hoe de reacties in de definitieve versie van het uitvoeringsprogramma zullen worden verwerkt. Maatregelen korte termijn voor een veilige, veerkrachtige en vitale delta In het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta beschrijven Rijk, provincies en waterschappen uit het gebied het ideaal van een voldoende veilige, ecologisch veerkrachtige en economisch vitale zuidwestelijke delta en de maatregelen voor de korte en middellange termijn (2015 en verder) die zij daarvoor nodig achten. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in zeven gebiedsprogramma s met projecten voor herstel van het watermilieu, waarborgen van de veiligheid en verbeteren van de leefomgeving en economie. Daarnaast bevat het ontwerpprogramma enkele deltathema s: aandachtsgebieden van Rijk, provincies en waterschappen om het ideaal van een veilige, veerkrachtige en vitale delta vorm te geven. Nadat de stuurgroepleden het ontwerp-uitvoeringsprogramma vaststelde, vroegen zij andere overheden, maatschappelijke organisaties en geïnteresseerde bewoners en gebruikers van het gebied of ze met de ambities en aanpak van het programma kunnen instemmen, wat ze aan de realisatie van het programma kunnen bijdragen en wat ze eraan willen toevoegen. Reacties van ondernemers, belangenorganisaties, overheden en particulieren Op deze oproep van de stuurgroep reageerden 4 ondernemers, 14 belangenorganisaties, 30 overheden en 8 particulieren. Van de 45 gemeenten in de zuidwestelijke delta hebben 24 een schriftelijke reactie gestuurd. De reacties bevatten zowel steun voor de ambities en plannen uit het programma als vragen over de haalbaarheid, de financiering en de uitvoering. In de reacties kwamen met name de belangen van de agrarische sector aan de orde, gevolgd door recreatie, natuur, wonen, industrie en visserij. Belangrijkste onderwerpen waren de directe en indirecte gevolgen voor de landbouw van het toelaten van zout water in het Volkerak-Zoommeer en in het Haringvliet. Daarnaast was er steun voor de ambities en (in mindere mate) voor de aanpak van de stuurgroep, bereidheid tot deelname aan de realisatie en de vraag wie welke onderdelen van het programma in geld en aansturing voor zijn rekening neemt. Reacties per sector en woonplaats De reacties vragen aandacht voor de volgende economische sectoren en onderwerpen: 4

Sector Aantal malen genoemd Landbouw 20 Recreatie 18 Natuur 14 Scheepvaart 5 Visserij 4 Wonen, industrie e.a. 10 Onderwerp Aantal malen genoemd Samenwerking is essentieel voor uitvoering 35 Eerst zoetwatervoorziening regelen voordat zout water kan 20 worden toegelaten Waardering en steun voor uitvoeringsprogramma 19 Wie zorgt voor financiering en daadwerkelijk uitvoeren van 15 uitvoeringsprogramma Doelen en samenhang meer concreet maken 12 Welke procedures zijn nodig om de uitvoering te starten 7 Waterveiligheid op orde 4 Figuur 1. Overzicht herkomst schriftelijke reacties Regiotour: uitvoeringsprogramma op tafel In de zomer van 2010 zijn verspreid over de zuidwestelijke delta elf bijeenkomsten gehouden waarbij het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta is toegelicht en betrokken bewoners, ondernemers, belangenbehartigers en overheden direct met de opstellers van gedachten konden wisselen en op de inhoud konden reageren. Bovendien zijn er diverse 5

presentaties gehouden op verzoek van organisaties en belangenverenigingen. Van de 45 gemeenten in de zuidwestelijke delta waren er 35 vertegenwoordigd bij een van de bijeenkomsten van de regiotour. Net als bij de schriftelijke reacties was er tijdens deze bijeenkomsten brede waardering voor het ontwerp-uitvoeringsprogramma. Een presentatie over verleden, heden en toekomst van de delta zorgde voor meer begrip. Oorzaak, gevolg en acties vielen daarmee op hun plek. Tijdens de bijeenkomsten had de zorg over de zoetwatervoorziening bij het (deels) toelaten van zout water tot Haringvliet en Volkerak-Zoommeer de overhand. Wel onderschreven veel van de aanwezigen de keuze van het uitvoeringsprogramma om het probleem van de waterkwaliteit aan te pakken. Ook de ambitie om de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid, waterkwaliteit en economie met elkaar te verbinden en zo nieuwe kansen voor de delta te creëren, mocht op veel steun en erkenning rekenen. Deelnemers aan de bijeenkomsten constateerden veel concrete kansen en initiatieven voor recreatie en watersport, maar hadden ook behoefte aan duidelijkheid over wat er in de verschillende deltabekkens staat te gebeuren. Dat veiligheid vanzelfsprekend is en voor alles gaat was een algemene overtuiging. Nieuwe vormen van kustverdediging waarbij natuurlijke processen worden benut worden weliswaar toegejuicht, maar ook kritisch gevolgd. Recreatieondernemers en vissers meldden tijdens de bijeenkomsten hun steun voor de inzet van het programma om voor deze sectoren nieuwe kansen te ontwikkelen. Andere ondernemers misten echter concrete aanknopingspunten in het programma. Voor vrijwel alle deelnemers aan de bijeenkomsten gold dat het hoge ambitieniveau aan de ene kant op waardering mocht rekening, aan de andere kant riep het ook de vraag op of de plannen financieel waargemaakt kunnen worden. Veel aanwezigen lieten overigens weten de bestuurlijke inspanningen daarvoor te zullen steunen. Een overzicht van de reacties tijdens de regiotour is als bijlage opgenomen. [Illustratie/foto s regiotourbijeenkomsten invoegen ] Status van deze nota en verdere procedure In deze nota geeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta aan welke reacties op het ontwerpuitvoeringsprogramma zijn verwerkt in het definitieve Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+. Eind 2010 wil de stuurgroep dit programma vaststellen. Begin 2011 wordt een protocol getekend, dat de deelnemende partijen bindt bij het uitvoeren van activiteiten en projecten. Het protocol meldt de afspraken van de partijen van de stuurgroep om de acties uit het uitvoeringsprogramma uit te voeren en de wijze waarop partijen daarbij op basis van hun eigen verantwoordelijkheid samenwerken. Het protocol herbevestigt de afspraken uit het Deltamemorandum uit 2003, verwijst naar het uitvoeringsprogramma en geeft aan waar vooruitlopend op de uitvoering - kansen liggen die snel verzilverd kunnen worden ( quick wins ). Het protocol vormt de basis voor nadere afspraken over de uitvoering van projecten en activiteiten via bestuurlijke overeenkomsten, convenanten of investeringsafspraken tussen regio en Rijk. Uitvoeringsbesluiten uit het programma worden, voor zover dat nog niet het geval is, verankerd in nationale, provinciale en regionale plannen. Deze stap kent formele procedures voor advies, 6

inspraak en bezwaar, die worden uitgevoerd door de bevoegde overheidsinstantie. Het verzoek om reacties op het ontwerp-uitvoeringsprogramma en deze nota als antwoord daarop zijn bedoeld om wensen, zorgen en initiatieven zorgvuldig op elkaar af te stemmen. Deze afstemming vindt de stuurgroep van groot belang. Leden stuurgroep en contactgegevens De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta is een bestuurlijk samenwerkingsverband van: de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant; de waterschappen Scheldestromen i.o., Brabantse Delta en Hollandse Delta; de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Meer informatie over de inhoud van het uitvoeringsprogramma is verkrijgbaar bij: Programmabureau Zuidwestelijke Delta Postbus 5014, 4330 AK Middelburg info@zwdelta.nl www.zwdelta.nl Leeswijzer: reacties naar thema In deze nota zijn de reacties op het ontwerp-uitvoeringsprogramma ingedeeld naar thema. Per thema zijn de onderdelen uit de reacties die daar betrekking op hebben samengevoegd in vragen en aandachtspunten, gevolgd door het antwoord van de stuurgroep (afgedrukt als cursieve tekst). In dat antwoord is, wanneer van toepassing, tevens aangegeven tot welke aanpassingen in het uiteindelijke uitvoeringsprogramma de ingezonden reacties hebben geleid. Alle reacties zijn opgedeeld in 312 genummerde deelreacties. Een lijst van alle deelreacties is als bijlage opgenomen. Per genummerde deelreactie is daarbij de paragraaf aangegeven waar het antwoord van de stuurgroep te vinden is. Bij die antwoorden zijn de nummers van de deelreacties vermeld, zodat zowel vanuit de antwoorden als vanuit de deelreacties vraag en antwoord te vinden zijn. Enkele deelreacties worden in deze nota niet beantwoord omdat ze geen vraag betreffen (0.1) of omdat de vragen specifiek zijn gericht op plaatselijke omstandigheden (0.2). In dat laatste geval worden de deelreacties overgedragen aan de gebiedsallianties of bestaande overlegplatforms met verzoek daar rekening mee te houden. Deze deelreacties zijn ondergebracht in thema 0 (ter informatie of over te dragen reacties). In de bijlage zijn zeven deelreacties aangemerkt als voor kennisgeving aangenomen (nummer 0.1): Deelreacties 39, 60, 133, 148, 184, 212, 305. In de bijlage zijn veertien deelreacties aangemerkt als over te dragen (nummer 0.2): Deelreacties 1,12,14,19, 20, 33, 46, 53, 99, 102, 110, 164, 171, 309. De beantwoording van alle overige deelreacties is ingedeeld naar de volgende thema s: 7

1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep. 2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw. 3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen. 4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling. 5. Toekomst en ontwikkelingskansen voor toerisme, recreatie en watersport. 6. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsvisserij. 7. Toekomst en ontwikkelingskansen voor beroepsscheepvaart. 8. Betrokkenheid bij het programma en deelname aan de uitvoering. 9. Financiering en uitvoeringsverantwoordelijkheden. 10. Gesignaleerde fouten en omissies. Als bijlagen zijn opgenomen: Een overzicht van de ingekomen reacties met een verwijzing naar de vindplaats van het antwoord van de stuurgroep in deze nota. Overzicht van de reacties tijdens de regionaal georganiseerde bijeenkomsten over het ontwerp-uitvoeringsprogramma ( regiotour ). 8

1. Idealen, ambities en rol van de stuurgroep 1.1 Instemming met ontwerp-uitvoeringsprogramma De inhoud van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta spreekt ons over het algemeen zeer aan. We onderschrijven de aanpak om regionale projecten en plannen in de delta af te stemmen op een langetermijnvisie op de ontwikkeling van de gehele delta. Naar onze mening biedt het programma de handvatten om op inspirerende wijze de transitie van planvorming naar uitvoering te maken... Wij constateren dat er naast een brede aanpak voor de hele delta, ook veel ruimte wordt gegeven aan maatwerk in de afzonderlijke deelgebieden binnen de delta. Met deze en soortgelijke opmerkingen gaven twintig inzenders expliciet te kennen het uitvoeringsprogramma te waarderen en te ondersteunen. De inhoud van het programma spreekt deze inzenders aan en sluit aan bij de eigen doelen en ambities. Naast deze expliciete steun zijn er ook reacties met wat algemener geformuleerde waardering voor de ambities. Twee reacties (76,199) zijn expliciet in de afwijzing van de doelen en ambities van het ontwerpuitvoeringsprogramma. Adviesgroep Borm en Huijgens noemt het ontwerpuitvoeringsprogramma onder andere prematuur en niet realistisch. Andere kritische opmerkingen hebben vrijwel altijd betrekking op een onderdeel van het programma en niet op de daarin uitgesproken ambities. Deelreacties 39, 48, 61, 76, 89, 93, 94, 100, 103, 111, 121, 130, 132, 136, 149, 152, 156, 158, 161, 166, 178, 185, 189, 199, 208, 300. De stuurgroep is blij met het grote aantal expliciete steunbetuigingen. Dit sterkt de deelnemende organisaties om door te gaan met de plannen. De stuurgroep blijft zich inzetten voor het uitdragen van de doelen en het zoeken van draagvlak daarvoor. 1.2. Idealen en ambities Verschillende inzenders plaatsen kritische kanttekeningen bij het ideaal van een voldoende beschermde, ecologisch veerkrachtige en economisch vitale zuidwestelijke delta, zoals dat in het uitvoeringsprogramma als stip op de horizon staat geformuleerd. Een inzender merkt op dat dit ideaal van veilig, veerkrachtig en vitaal wel allitereert, maar onvoldoende aangeeft dat het gaat om waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek. Het mag niet zo zijn dat de gebruikte woorden van een aardig verzonnen titel als toetsnormen gehanteerd gaan worden, waarschuwt de inzender. Een andere inzender geeft aan dat niet duidelijk is hoe het ideaal van veilig, veerkrachtig en vitaal tot stand is gekomen. Meerdere inzenders menen dat de vertaling in het uitvoeringsprogramma van ideaal naar doelen en vervolgens naar projecten nog onvoldoende is uitgewerkt en beargumenteerd. De projecten uit het programma zouden gebrekkig gestalte geven aan de gestelde doelen om de veiligheid te 9

waarborgen, het watermilieu te herstellen en kansen te benutten voor leefomgeving en economie. Een inzender signaleert dat de doelen op het gebied van natuur, recreatie, landbouw en visserij in het programma breed zijn opgenomen, maar nog weinig uitgewerkt. Enkele andere inzenders geven aan dat het waarborgen van de zoetwatervoorziening ook los van het streven naar herstel van het watermilieu aandacht moet krijgen. De Land- en Tuinbouworganisatie Noord onderschrijft dit: Los van de inzichten die het denken na 2050 beïnvloeden, moet de doelstelling zijn dat de land- en tuinbouw de komende decennia met voldoende kwalitatief goed water worden gefaciliteerd. Om de stappen van idealen naar doelen en vervolgens naar projecten duidelijker en realistischer te maken, adviseren diverse inzenders de doelen voor de lange termijn eerst te vertalen naar concrete tussendoelen voor de kortere termijn. Om te toetsen of projecten daadwerkelijk bijdragen aan het geformuleerde ideaal, zouden de doelstellingen uit het programma, meer smart geformuleerd moeten worden (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden). Deelreacties 63, 74, 78, 96, 144, 188, 302, 310, 311. Dit uitvoeringsprogramma voor de zuidwestelijke delta voor de periode 2010-2015+ bevat onder meer projecten waarvan doelen, acties en mijlpalen al concreet benoemd zijn, zoals bijvoorbeeld het concept-milieueffectrapport over Volkerak-Zoommeer of de MIRT 1 -verkenning over de Grevelingen (www.volkerakzoommeer.nl en www.toekomstgrevelingen.nl). De concrete doelen, acties en mijlpalen van dit type projecten zijn smart geformuleerd, omdat dit onderdeel uitmaakt van de wettelijk vastgelegde procedures. In het uitvoeringsprogramma zijn deze projecten, maar ook veel minder concrete initiatieven, samengebracht en is van al die activiteiten de bijdrage beschreven aan het ideaal dat de stuurgroep voor de lange termijn voor ogen staat. Deze koppeling van projecten en initiatieven aan het ideaal voor de lange termijn, een veilige, veerkrachtige en vitale delta, is, zoals in de reactie terecht opgemerkt, inderdaad veel minder specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden omdat de opzet vooral is om de samenhang en de bijdrage aan het ideaal duidelijk te maken. Bij de concrete uitvoering van projecten uit het programma zullen voor zover dat nog niet het geval is uiteraard doelen smart worden geformuleerd, waar de reactie op aandringt. De stuurgroep bewaakt de planning van besluitvorming en uitvoering aan de hand van de programmeringstabel die is opgenomen in het uitvoeringsprogramma. De normen die in de reactie zijn aangegeven waarop activiteiten uit het programma getoetst zouden moeten worden (waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek), zijn wat de stuurgroep betreft wel degelijk gedekt in de titel van het programma, en wel door de twee eerste onderdelen daarvan: een voldoende beschermde en ecologisch veerkrachtige zuidwestelijke delta. De stuurgroep voegt daar bovendien het ideaal van een economisch vitale zuidwestelijke delta aan toe. 1 Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, het rijksinvesteringsprogramma van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 10

1.3 Samenhang met andere projecten en processen Diverse inzenders benadrukken het belang van een goede samenhang tussen de projecten uit het uitvoeringsprogramma en andere initiatieven in de zuidwestelijke delta en een goede communicatie hierover. De gemeente Steenbergen meent dat die afstemming met name moet plaatsvinden bij de visievorming, per deelgebied of integraal. De provincie Zeeland vraagt de stuurgroep om de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden en de invulling van ontwikkelingsruimte in de gebiedsplannen op elkaar af te stemmen. Ook de relatie tussen de doelen en projecten uit het uitvoeringsprogramma en het landelijke beleid, is voor verschillende inzenders een punt van zorg. Dat geldt met name voor de relatie tussen de maatregelen voor de korte termijn uit het uitvoeringsprogramma en de maatregelen voor de langere termijn uit het Deltaprogramma. Een inzender vraagt zich bijvoorbeeld af wat er met de plannen voor projecten uit het uitvoeringsprogramma gebeurt wanneer die niet meer in het landelijk totaalplaatje passen. Ook de status van het eerder gepubliceerde Toekomstbeeld Zuidwestelijke Delta, gepresenteerd als voorfase voor het plan van aanpak voor het Deltaprogramma en nu deels opgenomen in het uitvoeringsprogramma, is voor de inzender verwarrend. Daarnaast hebben inzenders de volgende concrete vragen en opmerkingen bij de relatie tussen het uitvoeringsprogramma en het Deltaprogramma: De provincie Noord-Brabant verzoekt om de contouren van de langetermijnverkenning voor het Deltaprogramma op te nemen in het uitvoeringsprogramma en vraagt de stuurgroep de samenhang met de andere deelprogramma s uit het Deltaprogramma te bewaken. Bureau Drechtsteden en een ambtelijke reactie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wijzen op het belang van een goede afstemming met het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden van het Deltaprogramma, onder andere vanwege de aanpak van zoutindringing via de Nieuwe Waterweg. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wijst er tevens op dat er in het uitvoeringsprogramma een verbinding is gelegd tussen de huidige opgaven en de langetermijnopgaven uit het Deltaprogramma. Deze verbinding kan verder versterkt worden door de vorderingen in het Deltaprogramma-traject bij het uitvoeringsprogramma te (blijven) betrekken en in de gebiedsvisies uit het programma meer aandacht te besteden aan de samenhang tussen de gewenste ontwikkelingen in de zuidwestelijke delta en de buurprogramma s uit het Deltaprogramma. Daarbij zou niet alleen het thema zoet water aan de orde moeten komen, maar ook de andere twee thema s uit het Deltaprogramma: veiligheid en nieuwbouw en herstructurering. De gemeente Tholen vindt dat de plannen uit het uitvoeringsprogramma goed aansluiten bij de eigen ontwikkelingsvisie. Evengoed zijn belemmeringen van eigen projecten mogelijk en dat mag wat de gemeente betreft niet het geval zijn. Als voorbeeld noemt de gemeente de voorgenomen waterberging op Volkerak-Zoommeer, wat zou kunnen conflicteren met de bestaande ontwikkelingsmogelijkheden voor de haven van Tholen. Deelreacties 73, 75, 77, 81, 105, 123, 125,133,140, 157, 168, 210, 215, 303, 307, 308. Het uitvoeringsprogramma vormt de uitwerking van het Nationaal Waterplan, onderdeel 11

zuidwestelijke delta, in samenhang met de provinciale plannen en structuurvisies, waterbeheerplannen van de waterschappen en nationale plannen voor natuur (onder andere Natura 2000), ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling. Als streefbeeld geldt het streefbeeld zoals verwoord in het Nationaal Waterplan. Het uitvoeringsprogramma richt zich op maatregelen voor de korte termijn (2015+). Om mogelijke misverstanden daarover te vermijden, zal het thema langetermijnverkenning uit het programma worden geschrapt. Deze verkenning in het kader van het Deltaprogramma staat geheel op zichzelf. Onderdeel van de verkenning is wel een beoordeling van de maatregelen uit het programma op hun waarde voor de toekomst. Afhankelijk van de uitkomsten van deze beoordeling kunnen projecten en activiteiten uit het programma worden bijgesteld. Het uitvoeringsprogramma wordt op de volgende manier aangepast: Het kaartbeeld Illustratie potenties zuidwestelijke delta bij hoofdstuk 2 wordt vervangen door het kaartbeeld Streefbeeld zuidwestelijke delta uit het Nationaal Waterplan. Het deltathema Langetermijnverkenning 2050 wordt uit de tekst geschrapt. Uitleg over de relatie tussen korte termijn en lange termijn wordt aan de tekst toegevoegd. De term 'no regret' toets wordt vervangen door 'beoordelen van maatregelen op waarde voor de toekomst' met daarbij de verwijzing dat dit wordt uitgevoerd in het kader van de langetermijnverkenning zuidwestelijke delta uit het Deltaprogramma. 1.4 Combineren onderzoek Volkerak-Zoommeer en Grevelingen Een inzender wijst er op dat het water van de Grevelingen weliswaar super schoon is, maar dat de kwaliteit van dat water duidelijk te wensen overlaat. Oplossingen voor dat probleem moeten wat de inzender betreft in samenhang met de problematiek van de waterkwaliteit op het Volkerak-Zoommeer worden gezocht. Het zou verkeerd zijn nu iets te gaan beslissen voor alleen het Volkerak-Zoommeer terwijl op korte termijn nabije buurvrouw de Grevelingen ook om aanpassingen vraagt. De inzender verzoekt beide problemen in één keer goed aan te pakken. Deelreactie 15, 16. Onderwerp van de lopende verkenning naar de Grevelingen is het waterkwaliteitsprobleem in het Grevelingenmeer en wat daar het beste aan gedaan kan worden. Het Rijk en regionale overheden onderzoeken samen hoe het water en de omgeving van de Grevelingen in alle opzichten gezonder, fraaier en sterker kunnen worden. Het onderzoek gaat over het herstellen van het zuurstofgehalte van het water, het opwekken van duurzame energie, het verder uitbreiden van het natuurareaal, het verbeteren van het aanbod voor recreanten en toeristen en het herstel van de visserij. Een koppeling tussen de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer is één van oplossingen die daarvoor op dit moment in de verkenning worden onderzocht. Een eventuele uitvoering van die oplossing is echter een zaak van lange(re) termijn. Zoals in het Nationaal Waterplan is aangekondigd, richt de stuurgroep zich op integrale besluitvorming in 2012 over de waterkwaliteit en de voorgenomen waterberging in het Volkerak- 12

Zoommeer én de resultaten van de verkenning naar het waterkwaliteitsprobleem in het Grevelingenmeer. De mogelijkheden voor het combineren van het verbeteren van de waterkwaliteit met het opwekken van duurzame energie en het versterken van de recreatie- en woonfunctie en de schelpdiervisserij speelt een belangrijke rol bij de afweging. 1.5 Kennis en innovatie Zeeland wil een laboratorium worden, waar kennis opgedaan wordt die wereldwijd ingezet kan worden in gebieden die evenals Zeeland geconfronteerd zullen gaan worden met de gevolgen van de klimaatverandering. De provincie Zeeland laat weten dat deze ambitie voor innovaties op het gebied van kustveiligheid, ruimtelijke inrichting en waterbeheer uit het provinciale Omgevingsplan ten onrechte niet is ogenomen in het beleidskader, zoals dat in een bijlage van het uitvoeringsprogramma is geschetst. De aangehaalde innovatiedoelstellingen ziet de provincie graag prominenter terug in het uitvoeringsprogramma. Ook een ambtelijke reactie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vraagt om meer expliciete aandacht voor innovaties, bijvoorbeeld voor de schelpdiervisserij en -kwekerij. De provincie Zeeland dringt er tevens op aan de kennisagenda uit het programma nader uit te werken en daarbij aan te sluiten bij lopende initiatieven zoals het Kennis Netwerk Delta Water, de Dutch Delta Academy (in oprichting) en het Kenniscentrum Kustoverstromingen. Deelreacties 126, 129, 132,198, 306. De ambitie van de provincie Zeeland om wereldwijd inzetbare kennis te ontwikkelen over omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, zal aan de tekst over het beleidskader in het uitvoeringsprogramma worden toegevoegd. De stuurgroep onderschrijft ook dat kennis een stimulans is voor vernieuwing en voor het identificeren van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Om die reden ontwikkelt de stuurgroep een kennisagenda voor vraagstukken die de hele zuidwestelijke delta betreffen. Een nadere uitwerking, waar de provincie om vraagt, is dus onderdeel van de realisatie van het uitvoeringsprogramma. 1.6 Rol stuurgroep Inzenders vragen zich af hoe de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta de ambitieuze doelen uit het uitvoeringsprogramma denkt te kunnen realiseren. Uitvoering van projecten als het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen, de verzilting van het Volkerak-Zoommeer en enkele Deltanatuurprojecten stuit op weerstand, signaleert onder meer Natuurmonumenten, die graag wil weten hoe de stuurgroep die uitvoering denkt te kunnen vlottrekken en bewaken. Het waterschap Brabantse Delta wijst erop dat de stuurgroep een heldere regie moet voeren, trekkers voor onderdelen uit het programma moet aanwijzen en de samenhang moet bewaken, ook met de andere deelprogramma s uit het Deltaprogramma. Ook de provincie Zuid-Holland en 13

diverse andere inzenders vragen om de verantwoordelijkheden en onderlinge verhoudingen tussen de stuurgroep en andere betrokken partijen te verduidelijken. De stuurgroep zelf moet daarbij meer regie voeren dan nu gepresenteerd en op basis van bestaande gebiedsvisies en wateropgaven allianties smeden. Opmerking van diverse inzenders daarbij is dat de integrale gebiedsuitwerkingen, waarin de opgaven moeten landen, nog niet goed van de grond zijn gekomen. De projectbeschrijvingen bevatten daarvoor wat hen betreft wel goede aanzetten. Veel inzenders benadrukken geen heil te zien in nieuwe overlegorganen en liever te willen aansluiten bij de al bestaande. Deelreactie 27, 30, 36, 65, 87, 95, 97, 98, 109, 124, 131, 135, 140, 174, 301. De acties regisseren en ondersteunen die in het uitvoeringsprogramma zijn aangekondigd, is inderdaad de kerntaak van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. De concrete uitvoering van projecten is de verantwoordelijkheid van de daartoe bevoegde organisaties en hun samenwerkingsverbanden en de stuurgroep is, zoals verschillende reacties ook benadrukken, niet van plan daar nieuwe overlegorganen aan toe te voegen. Inzet van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta is wel het regisseren van de verschillende gebiedsgerichte initiatieven uit het uitvoeringsprogramma en het mobiliseren van kennis en besluiten voor een aantal deltabrede thema s. Als regisseur van de gebiedsgerichte initiatieven neemt de stuurgroep de volgende taken op zich: Nauwgezet volgen van de voortgang van acties en projecten. Signaleren en organiseren van onderlinge verbindingen om deze te versterken en het smeden van de daarvoor benodigde allianties. Bij (dreigende) stagnatie mobiliseren van de benodigde bestuurlijke en financiële daadkracht. Naast deze regierol neemt de stuurgroep zelf de verantwoordelijkheid, in de vorm van opdrachten aan de programmadirecteur, voor een aantal inhoudelijke thema s die voor de hele zuidwestelijke delta van belang zijn: Uitwerken van de ruimte voor economische ontwikkeling die ontstaat door het uitvoeren van de projecten en maatregelen uit het uitvoeringsprogramma. Regelen van een alternatieve zoetwatervoorziening die nodig is om het besluit voor toelaten van zout water op het Volkerak-Zoommeer te nemen. Formuleren van kennisvragen, uitzetten van onderzoek en beschikbaar maken van de resultaten zodat de juiste kennis aanwezig is voor het onderbouwen van besluiten over een veilige, veerkrachtige en vitale delta. De leden van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta delen de zorg die uit verschillende reacties spreekt over de inspanningen die nodig zullen zijn om de aangekondigde projecten in een complexe omgeving als de zuidwestelijke delta te kunnen uitvoeren. Dat is ook precies de reden waarom de meest direct betrokken overheden, het Rijk, de drie provincies en de drie waterschappen uit het gebied, samen de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta hebben gevormd met als belangrijkste doel het op gang houden en met elkaar in verband brengen van de vele initiatieven en zodoende zowel de realisatie op tempo te houden als een resultaat te bereiken dat groter is dan de som van de delen. Daarvoor staan de stuurgroep geen directe uitvoerende instrumenten ter beschikking, maar wel het 14

optreden als regisseur en het mobiliseren van de benodigde kennis en besluiten. De stuurgroep meent dat juist deze inzet een belangrijke toegevoegde waarde is bij het realiseren van het uitvoeringsprogramma. 15

2. Toelaten van zout water, zoetwatervoorziening en landbouw 2.1 Behoud van een goede zoetwatervoorziening Negentien inzenders van een reactie maken zorgen kenbaar over de zoetwatervoorziening in de zuidwestelijke delta bij uitvoering van de verschillende verziltingsprojecten die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen. Zo wijst bijvoorbeeld het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard erop te willen voorkomen dat er een ander (agrarisch) gebruik zal moeten komen van de gronden door het onvoldoende zoet kunnen houden van zowel het grondwater als het oppervlaktewater. De gemeente Steenbergen en diverse andere inzenders laten weten dat de agrarische sector voldoende garantie wil dat de zoetwatervoorziening is gewaarborgd, bij daadwerkelijk verzilten van het Volkerak-Zoommeer. Enkele detailopmerkingen daarover: De zoetwatervoorziening is voor het eiland Goeree-Overflakkee van levensbelang en moet gewaarborgd blijven. Tholen wordt kwetsbaar wanneer bij een zout Volkerak-Zoommeer water aangevoerd moet worden via een ander gebied. Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt. Bij de uitwerking van het ideaalbeeld uit het uitvoeringsprogramma ligt voor de gemeente Bernisse de prioriteit bij veiligheid, voldoende zoet water en zekerheid voor de agrarische sector. Nuanceringen die aan deze prioriteit recht doen treft de gemeente wel aan in de gebiedsprogramma s maar ontbreken wat de inzender betreft in de samenvatting van het uitvoeringsprogramma. Over de rol van de Roode Vaart als alternatieve zoetwatervoorziening moet duidelijkheid komen. Deelreacties 22, 57, 64, 70, 86, 110, 113, 118, 121, 141, 142, 145, 146, 162, 170, 189, 191,192, 193, 206, 207, 213. Aandacht voor zoetwatervoorziening van de landbouw in de gebieden grenzend aan het Volkerak- Zoommeer en het noordelijk deel van het Haringvliet (ten noorden van de Spuimonding), is het meest genoemde zorgpunt in de reacties. De stuurgroep begrijpt deze zorg en hecht grote waarde aan een zorgvuldige communicatie met betrokkenen over compenserende maatregelen om de huidige beschikbaarheid van zoet water op orde te houden ( Kierbesluit Haringvlietsluizen) en de gesprekken over alternatieve zoetwatervoorziening als onderdeel van het besluitvormingsproces over het zout maken van het Volkerak-Zoommeer. Zoals in het Nationaal Waterplan is opgenomen, kan het daadwerkelijk toelaten van zout water op het Volkerak-Zoommeer pas plaatsvinden, als de alternatieve zoetwatervoorziening geregeld is. Het integraal advies over de zoetwatervoorziening dat na intensief overleg tussen overheden en belanghebbenden is uitgebracht aan (destijds) de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is verwerkt in het Nationaal Waterplan. Het advies bestaat uit een pakket maatregelen dat de gevolgen van een zout Volkerak-Zoommeer voor alle van zoet water afhankelijke functies zoveel mogelijk beperkt, tegen aanvaardbare kosten. 16

Hiermee wordt tevens geanticipeerd op een duurzame zoetwatersituatie in de zuidwestelijke delta op de lange termijn. Alle benodigde maatregelen en onderzoeken om de zoetwatervoorziening te regelen zijn samengevat in het 'spoorboek zoet water'. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta bewaakt de uitvoering daarvan. De betrokken bewindspersonen hebben in hun reactie op het zoetwateradvies de stuurgroep gevraagd om het 'spoorboek zoet water verder uit te werken. De maatregelen hebben als doel om in alle deelgebieden de huidige beschikbaarheid van zoet water de komende decennia te handhaven. Een van de maatregelen betreft het verankeren van de zoetwaterbehoefte in waterakkoorden. Rijkswaterstaat werkt op dit moment aan de actualisatie van bestaande waterakkoorden. De afspraken zoals deze nu gelden voor het Brielse Meer (Bernisse-akkoord) blijven van kracht. Het Nationaal Waterplan voorziet medio 2012 een definitief uitvoeringsbesluit over het weer zout maken van het Volkerak-Zoommeer. Bij de besluitvorming worden de resultaten van het zoetwateradvies en de uitwerkingen van het spoorboek zoet water betrokken. Voorafgaand aan een uitvoeringsbesluit moet er voldoende zicht zijn op het realiseren van de verschillende maatregelen uit het zoetwateradvies en moet het onderzoek naar het minimaliseren van de zoutlek bij de Volkeraksluizen een betrouwbaar resultaat opleveren. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta voert de regie over de uitwerking van het spoorboek zoet water en zal intensief afstemmen met belanghebbenden. Bij de uitwerking wordt verder aandacht besteed aan het onderscheid tussen autonome verzilting door toename van zoute kwel als gevolg van klimaatverandering en bodemdaling, en actieve verzilting door overheidsingrepen en de betekenis daarvan voor de zoetwatervoorziening. 2.2 Maatregelen in Nieuwe Waterweg De Land- en Tuinbouworganisatie Noord wijst erop dat bij de verdeling van zoet water, de aanvoer van de zuidwestelijke delta hoge prioriteit heeft. De organisatie pleit er daarom voor verspilling van zoet water, bijvoorbeeld door een ombelemmerde afvoer via de Nieuwe Waterweg, tegen te gaan en daarvoor indien noodzakelijk, rigoureuze maatregelen te nemen. Een ambtelijke bijdrage van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie onderschrijft dit pleidooi. Beiden benadrukken dat zoutindringing via de Nieuwe Waterweg aan bod moet komen als onderdeel van het spoorboek zoet water én van de langetermijnverkenning naar de gevolgen van de klimaatverandering voor de zuidwestelijke delta in het kader van het Deltaprogramma. Afstemming met het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden uit het Deltaprogramma is daarvoor vereist. De Land- en Tuinbouworganisatie Noord benadrukt dat stroomopwaartse verzilting van de rivieren grote gevolgen heeft voor de noordelijk gelegen land- en tuinbouwbedrijven. Met name verzilting van de Hollandse IJssel heeft grote gevolgen voor de regio Boskoop met zeer zoutgevoelige teelten, meldt LTO-Noord. Deelreacties 21, 143, 145. 17

Doorspoelen met zoet water is een effectief middel als buffer tegen indringend zout water. Dit principe wordt in heel Nederland toegepast, zowel in laaggelegen polders als in de mondingsgebieden van de rivieren. Onder normale omstandigheden is daarvoor voldoende water beschikbaar, maar in extreem droge jaren niet. Door klimaatverandering en toenemende behoefte aan zoet water voor landbouw, drinkwater en industrie zal het tekort aan zoet water in droge zomers verder toenemen. Om die reden is in het Nationaal Waterplan de stap aangekondigd naar een klimaatbestendig en duurzaam gebruik van zoet water. De mogelijke strategieën voor het omgaan met zoet water op de lange termijn maken deel uit van de langetermijnverkenning in het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma. In de zuidwestelijke delta wordt bij het uitwerken van alternatieven voor de zoetwatervoorziening waar mogelijk al rekening gehouden met het duurzaam en efficiënt omgaan met zoet water. Om die reden worden er proeven genomen met het bestrijden van zoutindringing op andere wijzen dan met doorspoelen. De uitkomsten van het gezamenlijk onderzoek in de hoofdvaarweg van de Rijnmond (maatregel 4 van het spoorboek zoet water ) zijn wat dat betreft van groot belang. Juist de inbreng van LTO-Noord in het proces van de zoetwaterverkenning Zuid-Holland-Zuid heeft geleid tot opnemen van dit onderzoek in het spoorboek zoet water. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft geld beschikbaar gesteld om dit onderzoek voortvarend te starten en daar de belanghebbenden bij te betrekken. Het onderzoek richt zich op de effectiviteit van het reguliere onderhoud van de trapjeslijn in de Nieuwe Waterweg en mogelijke maatregelen in de Rijnmond (eventuele realisatie voor de lange termijn), die het optrekken van de zouttong verder kunnen voorkomen. Gezien de samenhang van Rijnmond met het hoofdwatersysteem en het omliggende regionale watersysteem voeren het Havenbedrijf Rotterdam, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de waterschappen dit onderzoek gezamenlijk uit. In 2011rapporteren zij hun bevindingen aan de stuurgroep zoetwaterverkenning Zuid-Holland-Zuid. Hiermee worden de uitkomsten van dit onderzoek niet alleen ingebracht in het deelprogramma Zuidwestelijke Delta, maar ook in de deelprogramma s Rijnmond-Drechtsteden en Zoetwater van het Deltaprogramma. De tekst in het uitvoeringsprogramma over het deltathema zoet water in hoofdstuk 4 wordt als volgt geactualiseerd: De stuurgroep ziet toe op het tijdig nemen van besluiten en het tijdig uitvoeren van maatregelen door middel van het Protocol Zuidwestelijke Delta, onderdeel zoet water en werkt dit uit in een uitvoeringsovereenkomst zoals aangekondigd in het Nationaal Waterplan. Onderdeel van deze uitwerking is het beoordelen van de toekomstwaarde van deze maatregelen. Die beoordeling maakt deel uit van de langetermijnverkenning 2050 in het kader van het Deltaprogramma en zal als eerste worden toegepast op de besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer in samenhang met de Grevelingen. 18

3. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen 3.1 Prioriteit voor veiligheid Als een van de zwaarst getroffen gebieden tijdens de watersnoodramp van 1953 behoeft het weinig toelichting dat de veiligheid van het gebied voor ons voorop staat, schrijft het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee in zijn reactie op het uitvoeringsprogramma. Inzet van Volkerak-Zoommeer en eventueel de Grevelingen als waterberging mag daarom wat het samenwerkingsverband betreft niet leiden tot een achteruitgang van de veiligheid van Goeree-Overflakkee. Ook de gemeente Bernisse laat weten dat bij het verwezenlijken van het ideaal veilig, veerkrachtig en vitaal de prioriteit voor de gemeente ligt bij veiligheid, voldoende zoet water en zekerheid voor de agrarische sector. De gemeente Zundert wijst erop dat de plannen voor het Volkerak en Zoommeer geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding van de gemeente mogen hebben. Deelreacties 112, 193, 195, 201. Voor veiligheid gelden wettelijke eisen die achteruitgang van de veiligheid als gevolg van nieuwe plannen moeten voorkomen. Handhaven en waar nodig verbeteren van de veiligheid is dan ook een van de hoofdopgaven van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta voor het uitvoeringsprogramma (zie ontwerp-uitvoeringsprogramma hoofdstuk 2). De voorgestelde projecten en maatregelen voldoen aan de wettelijk geregelde waarborgen voor de veiligheid, inclusief mogelijk aanvullende eisen in het licht van de klimaatverandering. Ook aanvullende voorwaarden die voortkomen uit de langetermijnverkenning voor het Deltaprogramma of de Deltabeslissingen die het kabinet op basis daarvan neemt om de veiligheid te waarborgen, worden uiteraard in de plannen voor projecten en maatregelen betrokken. 3.2 Relatie met programma Ruimte voor de Rivier Twee particuliere inzenders vragen expliciet aandacht voor de afvoercapaciteit van rivierwater. Eén van hen attendeert erop dat de projecten uit het programma Ruimte voor de Rivier de doorstroming in het Nederlandse riviertraject extra versnellen. De zuidwestelijke delta is hier volgens de inzender niet op berekend. De cruciale rol die de zuidwestelijke delta speelt voor de landelijke waterveiligheid is onderbelicht en onvoldoende uitgewerkt, is zijn conclusie. De tweede inzender pleit voor het beter benutten van de afvoermogelijkheden van de IJssel en het vergroten van de bergingscapaciteit van het IJsselmeer. Een andere inzender merkt op dat bij de plannen voor waterberging op Volkerak-Zoommeer de route via de Grevelingen prominent als afvoerroute voor het water is genoemd. Afvoer via de Oosterschelde is volgens de inzender echter kansrijker, zowel voor de infrastructuur als voor de ecologie. Deelreacties 10, 82, 175. Deze reacties gaan voor een belangrijk deel over vraagstukken waarvoor in de planologische 19

kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier maatregelen zijn gepresenteerd. Eén van die maatregelen uit de PKB is het watersysteem van de zuidwestelijke delta zodanig aanpassen dat er capaciteit ontstaat op het Volkerak-Zoommeer voor de opvang van rivierwater. Deze opvang zal volgens de plannen uit de PKB worden ingezet bij een combinatie van stormvloed op zee en extreem hoge waterafvoer via de rivieren. Een projectbesluit is in voorbereiding. Bij het onderzoeken van de opties voor de langere termijn zal een grotere bergingscapaciteit van de zuidwestelijke delta als een van de oplossingsrichtingen worden betrokken. Onderdeel daarvan vormen de opties om de bergings- en afvoercapaciteit te vergroten via de Grevelingen of de Oosterschelde. Ook de opvangcapaciteit van de IJssel en het IJsselmeer worden zeker benut, zoals blijkt uit de diverse maatregelen langs de IJssel uit de PKB Ruimte voor de Rivier. In het kader van het Deltaprogramma wordt onderzocht of op de lange termijn de bergingscapaciteit van het IJsselmeer vergroot kan worden. 3.3 Doelen veiligheid en natuurontwikkeling voor Westerschelde en Noordzee Een inzender wijst erop dat de doelen voor veiligheid en natuurontwikkeling zoals die in het uitvoeringsprogramma zijn geformuleerd nuancering behoeven voor de Westerschelde en langs de Noordzee. In die gebieden kan bijvoorbeeld moeilijk sprake zijn van de noodzaak om rivierwater beter te kunnen bergen. Deelreactie 43, 200, 201. Het uitvoeringsprogramma kent twee veiligheidsopgaven: handhaven en waar nodig verbeteren van de veiligheid en veiligheid bieden aan het benedenrivierengebied door het bergen van rivierwater. Niet elk gebiedsprogramma richt zich op beide opgaven. In de gebiedsprogramma s Westerschelde en Kust en Voordelta is, zoals de inzender opmerkt, inderdaad geen sprake van projecten om rivierwater beter te bergen. 20

4. Herstel watermilieu en ruimte voor natuurontwikkeling 4.1. Kierbesluit Haringvliet en herstel estuarien systeem De Vereniging Hoekschewaards Landschap meldt teleurgesteld te zijn dat de uitvoering van het besluit om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten opnieuw is vertraagd vanwege discussies over de zoetwatervoorziening. Daardoor wordt het robuuste herstel van het estuariene karakter van het bekken Haringvliet-Hollandsch Diep Biesbosch te traag uitgevoerd, vindt de vereniging. Soortgelijke reacties komen van de Stichting Natuur en Landschap Voorne-Putten en de belangenorganisatie Sportvisserij Zuidwest-Nederland. Evenals Natuurmonumenten dringen deze inzenders aan op een spoedige uitvoering van het Kierbesluit. De provincie Zuid-Holland laat weten dat de planning van het Kierbesluit niet meer actueel is en hier binnenkort meer duidelijkheid over te zullen geven. De Vereniging Hoekschewaards Landschap stelt voor een permanente mini-kier van bijvoorbeeld 50 m 2 te overwegen. Zo n kleine opening zou de migratie van vis vergeleken met de bestaande situatie al verbeteren. Ook herstel van de waterkwaliteit op Volkerak-Zoommeer mag wat een particuliere inzender betreft best versneld worden uitgevoerd. De vereniging wijst ook op de mogelijkheden van een blue energy centrale (energie opwekken uit het spanningsverschil tussen zoet en zout water) bij herstel van het estuariene systeem in het bekken Haringvliet-Hollandsch Diep Biesbosch. De provincie Zeeland wil bij de verdere uitwerking van het programma ook andere vormen van duurzame energieopwekking onderzoeken, naast de getijdencentrale in de Brouwersdam die in het programma is vermeld. Enkele briefschrijvers zijn nog steeds kritisch over het Kierbesluit. Deelreacties 2, 3, 6, 11, 13, 33, 52, 95, 128, 146, 207, 211, 213. Terecht is de reactie dat niet het besluit, maar alleen de uitvoering van het Kierbesluit is uitgesteld. Het uitstel heeft niet te maken met een verminderde ambitie van verantwoordelijke partijen voor het herstel van de estuariene dynamiek, maar ligt in het zorgvuldig voeren van het overleg met betrokkenen en belanghebbenden. Het Kierbesluit is genomen na een uitgebreide milieueffectrapportage en onder de voorwaarde dat de zoetwatervoorziening behouden blijft. Voordat het Kierbesluit kan worden uitgevoerd, moeten compenserende maatregelen worden getroffen zodat het gewijzigde beheer van de sluizen geen negatieve effecten heeft op de zoetwatervoorziening. 21

4.2 Tegen de uitwerking van de plannen voor nieuwe natuur Diverse inzenders laten weten de ambities van het uitvoeringsprogramma te delen om de ecologische veerkracht van de delta te verbeteren en deze te benutten voor het behouden en verder ontwikkelen van de typerende deltanatuur. De uitwerking van die ambitie onderschrijven verschillende inzenders echter niet. Vooral de diverse plannen voor nieuwe natuur uit de gepresenteerde gebiedsprogramma s stuiten op weerstand. Inzenders vinden een goede onderbouwing, anders dan puur vanuit de Europese natuurwetgeving, voor deze plannen ontbreken, vrezen ongewenste onttrekking van landbouwareaal en uiten hun twijfels over het nut, ook voor de natuur zelf, van de voorgestelde ontwikkelingen. Ook zouden de plannen niet specifiek genoeg gericht zijn op de lokale situatie, bijvoorbeeld bij de Westerschelde en langs de Noordzee. Tenslotte wijzen inzenders erop dat de financiële middelen voor natuurprojecten beperkt zijn, zodat herbezinning nodig is op een juiste besteding. Tegenover deze kritische geluiden over de gepresenteerde natuurontwikkelingen, staat ook een inzender die in het gebiedsprogramma Grevelingen en Brouwersdam juist aandacht voor natuurontwikkelingen mist. In de tekst onder Ideaal ontbreekt dit, meldt de inzender. Eén inzender wijst erop dat een stapsgewijs herstel van estuariene dynamiek volgens hem onmogelijk is. Naar het inzicht van de inzender komt er wel of niet een permanent open verbinding tussen zee en rivieren. Deelreacties 9, 23, 24, 25, 31, 42, 43, 43a, 79,120, 202, 203, 204. Gezonde ecosystemen zijn een belangrijke basis voor zowel flora en fauna als menselijke activiteiten. Daarom is het belangrijk dat alle deltawateren in een goede en gezonde staat verkeren. Natuur komt daarom in het gebiedsprogramma Grevelingen en Brouwersdam wel degelijk aan de orde, zoals op de kaart te zien is. Om hier geen misverstanden over te laten bestaan wordt aan de tekst onder Doelstellingen stuurgroep toegevoegd: Terugbrengen van een beperkte vorm van getij door uitwisseling met de Noordzee en daarmee laten ontstaan van nieuwe getijdennatuur in combinatie met een duurzame jachthaven, een schutsluis en bevorderen bebouwing van de Brouwersdam (belevingsboulevard). De stuurgroep beoogt een ontwikkeling van de zuidwestelijk delta op zowel ecologisch als economisch gebied. In de beheerplannen Natura 2000 voor de deltawateren wordt uitgewerkt welke maatregelen nodig zijn voor het behoud of herstel van de natuur. De stuurgroep signaleert een belangrijke zorg om de plannen voor herstel van natuur niet uitsluitend op richtlijnen uit Brussel te baseren en er geen landbouwgrond voor op te geven. De concrete invulling van natuurplannen is altijd een lokale en regionale coproductie waarin veiligheid, kansen voor recreatie, toerisme en leefomgeving én bescherming van waardevolle natuur zoveel mogelijk samengaan. De stuurgroep zal aanvullend daaraan in de komende jaren vanuit haar overkoepelende rol dit proces en de invulling van ontwikkelingsruimte op elkaar afstemmen. In de gebiedsprogramma s gaat het de stuurgroep er juist om allianties te stimuleren om deze doelen te verbinden en daarmee ontwikkelingsruimte in te vullen. In het uitvoeringsprogramma maakt de stuurgroep deze opgave meer expliciet en brengt aanvullende kansen in kaart die voor economie en leefomgeving ontstaan 22