Raadsvergadering 3 juli 2013

Vergelijkbare documenten
Raadsmemo. Datum: 24 juni Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Gemeentefonds. Meicirculaire 2013

Adviesnota aan B en W. Onderwerp Meicirculaire 2013 gemeentefonds. Datum 9 juli 2013 Naam steller Ruud Bosmans. Afdelingsmanager Ilse Rutten

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

Algemene uitkering

RAADSINFORMATIEBRIEF. De gemeenteraad. 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief gevolgen meicirculaire 2014 gemeentefonds Financiën 57922

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

Raad van de gemeente Renkum

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

<j6j> gemeente Aa'en Hunze Adviesnota College Besluit nr.: B&W d.d.: GRS-nummer:

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota

Raadsmemo. Datum: 22 oktober Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Septembercirculaire 2013

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Aan het college van Burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Onderwerp: Standaardrapport naar aanleid9ing van decembercirculaire

Provinciefonds. Maartcirculaire 2018

Gemeentefonds. Septembercirculaire 2013

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

bekendmaking van beleid en het geven van informatie septembercirculaire 2011 ( ); meicirculaire 2011 ( )

B en W d.d

Advies aan B&W 6 november 2012

Adviesnota aan B en W. Onderwerp Septembercirculaire 2013 gemeentefonds en de financiële gevolgen van het begrotingsakkoord op het gemeentefonds

Wy stelle jo foar te besluten om: de begroting te wijzigingen conform de mutaties in de decembercirculaire gemeentefonds 2014.

2e Kwartaalrapportage 2015

en onvoorziene investeringen oprichten intergemeentelijke adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

B en W. nr d.d

- = voordeel (bedragen x 1.000)

Raadsinformatiebrief1

Vertrouwelijk (bij gebruik van persoonsgegevens) Raadscommissie. F&V LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA

Raadsinformatiebrief 73

MEMO van college aan de raad

GEMEENTE DE.V HELDER. junicirculaire gemeentefonds 2012* bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Onderwerp : Verlenging regionale samenwerking Agenda voor de Veenkolonien. : Paraaf afdelingshoofd : N.J.P. Lambert wethouder. H. Heijerman wethouder

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Onderwerp : Gevolgen van de meicirculaire 2014 op de Voorjaarsrapportage 2014 en het Kaderplan

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

Gemeentefonds. Septembercirculaire 2013

Aan de leden van de gemeenteraad.

Zaaknummer : Raadsvergadering : Agendapunt : Commissie :

Doorkiesnr.:

Groot onderhoud gemeentefonds. 25 & 27 maart en 1 april 2014

Economisch hart van de Kempen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Specificatie algemene uitkering Albrandswaard decembercirculaire Toelichting op mutatie Mutaties integratie-uitkering sociaal domein

RAADSINFORMÄTIEBRIEF 18R.00419

gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

VNG Ledenbrief Financiële gevolgen regeerakkoord voor gemeenten

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Raadsvoorstel agendapunt

CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004

35000-B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019

cireu aire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W

1. Aanleiding Aanleiding voor dit raadsvoorstel is het uitkomen van de decembercirculaire 2014.

Transcriptie:

Raadsvergadering 3 juli 2013 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: Raadsvergadering Raadzaal van het Gemeentehuis (Spiekersteeg 1, Gieten) woensdag 03 juli 2013 19:00 uur 1. Inspraak burgers over geagendeerde onderwerpen 2. Opening 3. Vragen over niet geagendeerde onderwerpen 4. Vaststellen agenda - HAMERSTUKKEN 5. Vaststellen van de besluitenlijst van de vergadering van 26 juni 2013 (BESLUITENLIJST WORDT NAGEZONDEN) 6. Voorstel tot afhandeling van de ingekomen stukken Stukken Lijst van ingekomen stukken Ingekomen Stuk - B&W advies meicirculaire Ingekomen Stuk - Bijlage Meicirculaire-gemeentefonds-2013 Ingekomen Stuk - Bijlage brief van het college aan de raadsleden over gevolgen mei circulaire - INHOUDELIJKE STUKKEN 7. Voorstel tot vaststelling van het Beleidsplan 2013 Stukken Raadsvoorstel Beleidsplan 2013 Raadsbesluit Beleidsplan 2013 Beleidsplan 2013

10e begrotingswijziging Beleidsplan 2013 8. Sluiting

Lijst van ingekomen stukken (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122477#

Adviesnota Raad Raadsvergadering d.d. : 3 juli 2013 Agendapunt : 6 Onderwerp : Voorstel tot afhandeling van de ingekomen stukken Portefeuillehouder : burgemeester drs. H.F. van Oosterhout Datum : 19 juni 2013 Onderwerp Voorstel tot afhandeling van de ingekomen stukken Voorgesteld besluit Wij stellen u voor het volgende stuk voor kennisgeving aan te nemen: - Financiële gevolgen meicirculaire 2013. Bijlagen ter inzage diverse Het college van de gemeente Aa en Hunze, de heer mr. F. Snoep secretaris de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester

Einde bijlage: Lijst van ingekomen stukken Terug naar het agendapunt

Ingekomen Stuk - B&W advies meicirculaire (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122478#

~~4> gemeente Aa~en Hunze Adviesnota College Besluit nr.: B&Wd.d.: GRS-nummer: Datum Afdeling Behandeld door Doorkiesnummer Portefeuillehouder 6juni2013 Middelen Gerjam Reilink 822 wethouder mr. J.B. Wassink Onderwerp Paraaf behandelend ambtenaar Overleg gevoerd met Paraaf afdelingshoofd Paraaf Conform Bespreken Te behandelen in Agendapunt Ter kennisname Datum vergadering Raad 1&1 IJl 3 juli 2013 Commissie 0 0 OR 0 0 GO 0 0 Dit advies is: 11I o openbaar niet openbaar Motivering (indien niet openbaar): Onderwerp Financiële gevolgen meicirculaire 2013 Voorgesteld besluit 1. Kennisnemen van onderstaand advies over de inhoud van de meicirculaire 2013; 2. De financiële consequenties van deze circulaire en opgenomen adviezen in de paragraaf financiën betrekken bij het opstellen van de begroting 2014.

Inleiding Op vrijdag 31 mei jj. is de meicirculaire 2013 verschenen. Door middel van deze adviesnota wordt u voor de behandeling van het beleidsplan 2013 (raadsvergadering 3 juli 2013) geïnformeerd over de meest actuele ontwikkeling van de jaarlijkse algemene uitkering uit het Gemeentefonds, een belangrijke inkomstenpost voor elke gemeente. Aa en Hunze heeft na het uitkomen van het Lente-akkoord halverwege mei 2012 geanticipeerd op de financiële gevolgen daarvan. De begrote algemene uitkering uit het gemeentefonds is in het FMP (gefaseerd) verlaagd met 1,7 miljoen. Op hoofdlijnen had het eind oktober 2012 gesloten regeerakkoord 'Bruggen slaan' een vergelijkbare financiêle impact voor de gemeente, waarbij inmiddels duidelijk is, dat de fasering van de diverse maatregelen afwijkt van hetgeen gepresenteerd is in het Lente-akkoord en verwerkt is in het beleidsplan 2013. Samenvatting meicirculaire 2013 a. Invulling aangekondigde kortingen Met deze circulaire wordt vooral nader invulling gegeven aan voornemens die eerder al in december 2012 waren aangekondigd. Zo zijn nu de aangekondigde kortingen m.b.t. het BTW Compensatiefonds, de afroming onderwijshuisvesting, de lagere apparaatskosten als gevolg van de geplande opschaling van gemeenten daadwerkelijk in mindering gebracht op de algemene uitkering van het gemeentefonds. Ook zijn de financiële effecten van het regeerakkoord Rutte 11 en de startnota verwerkt via de normeringsmethodiek, ofwel 'samen de trap op en samen de trap af. Zoals reeds gezegd is hier in het beleidsplan 2013 reeds op geanticipeerd en pakt in grote lijnen alleen de fasering anders uit (zie hieivoor de paragraaf financiën in deze adviesnota). b. Verlaagd accres 2012 en hoog accres 2014 In december 2012 was sprake van onderuitputting van budgetten door departementen. Hierbij werd geen bedrag genoemd, maar met cijfers van het ministerie van Financiën werd een verlaging van de algemene uitkering berekend van macro 106 miljoen (effect Aa en Hunze -/- 0,14 miljoen). In deze circulaire wordt nu de definitieve afrekening over 2012 opgemaakt van de normeringsmethodiek. Deze blijkt nu macro 192 miljoen minder te zijn, of te wel-/- 0,25 miljoen V.W.b. onze gemeente. Dit effect is meegenomen in onderstaande cijfers. Wat daarnaast opvalt is het hoge accres in 2014, van maar liefst bijna 6% (4,3% reëel). Dit wordt vooral veroorzaakt door een aantal te verwachten pieken in de uitgaven t.b.v. grote infrastructurele projecten. Met de eerdere aankondiging van de aanvullende rijksbezuinigingen ter grootte van 4,3 miljard, is het overigens de vraag of een dergelijk hoog accres uiteindelijk in zijn volledigheid houdbaar zal blijken te zijn (zie ook de paragraaf financiën in deze adviesnota). c. Decentralisaties in het algemeen en Jeugdzorg in het bijzonder De kern van de decentralisatieoperatie is onveranderd. Doel is om de middelen die hiermee gepaard gaan. te ontschotten en onder te brengen in een deelfonds sociaal domein. Dat is geen specifieke uitkering maar onderdeel van het gemeentefonds met verantwoording aan de gemeenteraad. In deze circulaire wordt voor de Jeugdzorg een indicatie van het bedrag per gemeente gegeven dat door de grote onzekerheid nog niet in de berekening is meegenomen. Het gaat voor Aa en Hunze om een bedrag van 4.032.625 per jaar; dit bedrag is gebaseerd op historische gegevens. Informatie over het definitieve bedrag komt beschikbaar bij de meicirculaire 2014. Er is in deze fase van de voorbereiding op de overgang van de wet nog geen goede indicatie te geven van de kosten die samen zullen hangen met de over te hevelen taken. Wel is van belang dat in 2015, het eerste jaar na de inwerkingtreding van de wet, het budget voor gemeenten nog gebaseerd wordt op een benadering van de kosten van jeugdhulp op gemeenteniveau in 2011 en/of 2012. Op deze manier zullen de herverdeeleffecten in 2015 beperkt zijn. Vanaf 2016 zal de verdeelsleutel op meer objectieve kenmerken van gemeenten worden gebaseerd. Daarbij wordt uitgegaan van een geleidelijk ingroeipad om herverdeeleffecten (voor- of nadeel) te beperken. Dit gebeurt in het kader van het hiervoor reeds genoemde bredere deelfonds voor het sociaal domein. 2

d. Onzekerheden Ondanks de nadere invulling van een aantal voornemens blijft sprake van flink wat onzekerheid, zoals: Het al dan niet doorgaan van de door de rijksoverheid voorlopig uitgestelde bezuinigingen ad 4,3 miljard netto met ingang van 2014 in relatie tot Europese afspraken over het maximale begrotingstekort. Wat wordt de hoogte daarvan, wordt het meer of minder?; het kabinet neemt hierover in augustus een besluit; Herijking van clusters op basis waarvan de algemene uitkering wordt berekend met ingang van 2015. De operatie wordt minder omvangrijk dan aanvankelijk bedoeld, maar herverdeeleffecten zullen blijven ontstaan en wat betekent dit voor onze gemeente?; Definitiewijziging 'woonruimte', in casu synchronisatie met Wet BAG; Idem, met relatie naar maatstaf 'nieuwbouwwoningen'; Grote decentralisatie van taken vanaf 2015, in casu AWBZ begeleiding, Participatiewet en Jeugdzorg. e. Actuele cijfers In deze meicirculaire worden over de volgende, belangrijkste, zaken mededelingen gedaan: Het accres 2012 komt 192 miljoen (ongeveer 16 punten) lager uit dan volgens de septembercirculaire 2012. Dit wordt veroorzaakt door onderuitputting bij departementen. Het uitkeringsjaar 2012 blijft ongewijzigd, de onderuitputting wordt dus verrekend met de uitkeringsfactor van 2013 (en 2014), zie hiervoor; e Met uitzondering van 2014 is er in de overige jaren sprake van een negatief reëel accres. In 2013 is dat -2,4%, voor de jaren na 2015 is dat gemiddeld zo'n -0,5%; nominaal is wel steeds sprake van een bescheiden positief accres; De maatstaven van het WMO-verdeelmodel over 2011 tlm 2013 zijn geactualiseerd. Hierdoor verschillen de bedragen per gemeente ten opzichte van september 2012, maar macro blijven de bedragen over diejaren gelijk. Effect voor onze gemeente 2011 tlm 2013 nagenoeg nihil en per 2014 ca. 50.000 positief; dit voordeel valt in de algemene middelen; In tegenstelling tot hetgeen in het regeerakkoord Rutte 11 is opgenomen blijft het voor nieuwe WMO-cliënten in 2014 mogelijk om een beroep te doen op huishoudelijke hulp. De ingeboekte korting van macro 89 miljoen blijft echter wel bestaan. Gemeenten kunnen volgens deze circulaire besparingen realiseren door doelmatiger huishoudelijke hulp in te kopen en te organiseren, minder uren huishoudelijke hulp toe te kennen en de mogelijkheden binnen de eigen bijdragesystematiek maximaal te benutten; De voorgenomen korting per 2015 op het budget voor huishoudelijke hulp wordt verzacht. Gemeenten houden 60% van het budget in plaats van 25% om breed in te zetten voor ondersteuning van burgers; De ontwikkeling van de uitkeringsbasis over de jaren 2014 tlm 2018 bedraagt zo'n 8 punten positief ten opzichte van de septembercirculaire 2012, dit wordt met name veroorzaakt door een lagere raming van het aantal bijstandontvangers; De prijsontwikkeling BBP is in de meerjarenperiode verlaagd van 1,75% naar 0,9%. Zie punt 2.1 bij argumenten in deze adviesnota. Beoogd effect Kennisnemen van de belangrijkste onderwerpen uit de meicirculaire 2013 en de financiële gevolgen van deze circulaire voor de gemeente Aa en Hunze. Argumenten 1.1 Belangrijke inkomstenbron In deze meicirculaire zijn de kortingen die voortvloeien uit het regeerakkoord Rutte 11 als gevolg van o.a. het BTW Compensatiefonds, de afroming onderwijshuisvesting en de lagere apparaatskosten als gevolg van de opschaling van gemeenten in mindering gebracht op de algemene uitkering van het gemeentefonds. Aangezien onze gemeente reeds heeft geanticipeerd op een verlaging van de algemene uitkering zijn de financiële gevolgen van de meicirculaire beperkt. Wel is er meer duidelijkheid gekomen over de fasering van de verlaging van de algemene uitkering, zie hiervoor de paragraaf financiën. 3

2.1 Financiële consequenties betrekken bij begroting 2014 In het onderdeel Financiën van dit advies zijn de financiële consequenties van de meicirculaire 2013 opgenomen. De financiële consequenties van de meicirculaire en de opgenomen adviezen worden meegenomen bij het opstellen van de begroting 2014. In de paragraaf financiën zijn de financiële consequenties nader toegelicht. Kanttekeningen Uitgangspunt beleidsplan 2013: rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksmiddelen, zonder 'plus'. De decentralisaties begeleiding (AWBZJWmo), jeugdzorg en invoering Participatiewet (of de vervanger daarvan) zijn budgettair neutraal in het beleidsplan verwerkt. Dat zal ook de lijn zijn bij het opstellen van de begroting voor 2014 en het bijbehorende FMP. In deze meicirculaire zijn nog geen concrete bedragen beschikbaar voor de uitvoering van de decentralisaties. Naar verwachting komt dit niet eerder dan bij de meicirculaire van 2014. Financiën 1. Recapitulatie verschillen meicirculaire 2013 vs. beleidsplan 2013 De gevolgen voor de fasering van de algemene uitkering n.a.v. deze meicirculaire 2013 zijn als volgt (in x 1.000): 2013 2014 2015 2016 2017 Berekening algemene uitkering volgens meîcirculaire 2013 22.775 23.534 22.365 22.535 22.501 Hoogte algemene uitkering in beleidsplan 2013 22.795 22.358 21.760 22.350 22.543 Verschil meicirculaire - beleidsplan -20 1.176 605 185-42 De lange termijn (2017) laat voor de algemene uitkering in zowel het beleidsplan 2013 als in de meicirculaire 2013 een vergelijkbaar beeld zien, gebaseerd op de beschikbare informatie per eind mei 2013. Bovenstaande impliceert dat de inschatting van de totale financiële effecten bij het uitkomen van het Lente-akkoord halverwege mei 2012 (tot dusver) goed is geweest. In de fasering van de algemene uitkering is echter in het beleidsplan 2013 uitgegaan van een bezuinigingspiek in de jaren 2014 en 2015. waar de meicirculaire 2013 een toename van de algemene uitkering in 2014 laat zien, zoals eerder aangegeven met name als gevolg van pieken in infrastructurele projecten. Verschil 2014-2013 meicirculaire 2013 (afgerond 0,8 miljoen) De grootste/belangrijkste verschillen in de algemene uitkering tussen de jaren 2014 en 2013 zijn: Nominaal accresontwikkeling 5,95% 1,3 miljoen Terugdraaiing onderuitputting 2012 (incidenteel) 0,3 miljoen Ontwikkeling uitkeringsbasis -0,2 miljoen Regeerakkoord: korting BTW Compensatiefonds -0,2 miljoen WOZ herwaardering en aanpassing rekentarieven -0,2 milioen 0,8 miljoen Verschil 2015-2014 meicirculaire 2013 (afgerond -1,2 miljoen) De grootste/belangrijkste verschillen in de algemene uitkering tussen de jaren 2015 en 2014 zijn: Regeerakkoord: korting BTW Compensatiefonds -0,4 miljoen Ontwikkeling uitkeringsbasis -0,2 miljoen Regeerakkoord: lagere apparaatskosten -0,1 miljoen Regeerakkoord: korting onderwijshuisvesting -0,2 miljoen Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) -0,2 miljoen Regeerakkoord overig (o.a. dualiseringskorting en maatsch. stages) -0,1 miljoen -1,2 miljoen 4

Verschil 2016-2015 meicirculaire 2013 (afgerond 0,2 miljoen) De grootste/belangrijkste verschillen in de algemene uitkering tussen de jaren 2016 en 2015 zijn: Nominaal accresontwikkeling 0,87% 0,2 miljoen Ontwikkeling uitkeringsbasis -0,1 miljoen Regeerakkoord: lagere apparaatskosten -0,1 miljoen Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) 0,2 miljoen 0,2 miljoen Verschil 2017-2016 meicirculaire 2013 (afgerond -0,0(3) miljoen) De grootste/belangrijkste verschillen in de algemene uitkering tussen de jaren 2017 en 2016 zijn: Nominaal accresontwikkeling 0,54% 0,1 miljoen Regeerakkoord: lagere apparaatskosten -0,1 miljoen 0,0 miljoen 2. Gevolgen meicirculaire 2013 voor structurele saldi De verwerking van de fasering van de algemene uitkering volgens de meicirculaire 2013 (met inbegrip van de aanvullende rijksbezuiniging en de verlaging van het accres a.g.v. de onderuitputting van budgetten door departementen) levert het volgende beeld op van de verwachte structurele begrotingssaldi (in Ex 1.000): 2013 2014 2015 2016 2017 Saldo volgens beleidsplan 2013-98 17-222 154-115 Algemene uitkering verschil (zie bovenstaande tabel) -20 1.176 605 185-42 Effect prijsontwikkeling (punt 2) 0 * 35 200 200 225 Effect onderuitputting (punt 4) 0-250 -250-250 -250 Effect wet BAG (punt 5) Q 200 Q Q Q Saldo structureel -118 1.178 333 289-182 Het positieve effect van de prijsontwikkeling wordt In 2014 teniet gedaan als mogelijke aanvullende rijksbezuinigingen In 2014 leiden tot het niet indexeren van prijsgevoelige onderdelen. Kijkende naar bovenstaande tabel is op dit moment de conclusie dat de ingeslagen weg (bezuinigingstraject en anticiperen op het regeerakkoord) zijn vruchten afwerpt. Ook valt tussen de regels door te lezen dat de positieve saldi in de jaren 2014 Um 2016 benodigd zijn om het geprognosticeerde tekort in 2017 binnen de perken te houden. Met andere woorden: er zit geen structurele ruimte in de saldi. In bovenstaand overzicht is alleen de bruto mutatie van de algemene uitkering opgenomen. D.W.Z. hierbij is geen rekening gehouden met de inzet van de zogenaamde stelposten (deze kunnen het structurele saldo verlagen). In het beleidsplan 2013 hebben we hierover het volgende uitgangspunt opgenomen: de toevoegingen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds die we van de rijksoverheid ontvangen voor specifieke beleidsvelden worden niet automatisch omgezet in 'stelposten' voor het bedoelde beleidsterrein, maar gebruikt bij een integrale afweging van beleidsprioriteiten. Uitgangspunt: geen stelpost opvoeren, tenzij... Ook in deze circulaire zijn stelposten opgenomen, waaronder voor de Wmo (a.g.v. actualisering maatstaven door bijstelling budget huishoudelijke hulp, indexatie, etc.), transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar Wmo en invoeringskosten inburgering. Bij de begroting 2014 zal een integrale afweging plaatsvinden van de bestemming van deze stelposten. De ontwikkeling van de trend (prijsontwikkeling) maakt eveneens onderdeel uit van de meicirculaire en de hoogte van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Bij het opstellen van het beleidsplan 2013 is voor 2013 uitgegaan van 1,75%, in het FMP voor de jaren 2014 Um 2016 van 1,75% en in 2017 van 2,00%, gebaseerd op de septembercirculaire 2012. In de meicirculaire 2013 zijn deze percentages als volgt gewijzigd: 2013 en 2014: 1,60% en de jaren 2015 Urn 2017: 0,90%. De lagere percentages in de jaren 2014 Urn 2017 hebben een structureel positief effect op het saldo van de begrote batenijasten in het beleidsplan. Dit effect bedraagt ca. 35.000 in 2014 en loopt op tot ca. E 225.000 in 2017 als gevolg van de fors lagere trend (0,90% in plaats van 2,00%). Belangrijke kanttekening hierbij is dat de huidige bekende prijsontwikkeling geen garantie is voor de toekomst. 5

In punt 4 Onderuitputting budgetten en behoedzaamheidsreserve wordt gesproken over het nadelige effect van onderuitputting van de begrote rijksuitgaven op het gemeentefonds, waarbij de verwachting wordt uitgesproken dat deze situatie zich nog vaker kan voordoen. ADVIES: wij adviseren om bijvoorbeeld een eigen behoedzaamheidsreserve te vormen voor dergelijke toekomstige tegenvallers. In lijn met de onderuitputting voor het jaar 2012 ( 0,25 miljoen) stellen wij voor jaarlijks 0,25 miljoen voor te reserveren (verwerkt in de tabel in punt 2). Bij de begroting 2014 zullen wij met een concreet voorstel komen. 3. Verwachte aanvullende rijksbezuinigingen Bij bovenstaande kan de vraag worden gesteld in hoeverre het hoge accres in 2014 houdbaar is, gezien de aankondiging van nieuwe rijksbezuinigingen. In het beleidsplan 2013 is reeds aangegeven dat in augustus de effecten van het Sociaal akkoord op de economie zullen worden geëvalueerd, waarbij de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3% voor 2014 nog steeds het uitgangspunt is. Mochten de gevolgen van het Sociaal akkoord niet leiden tot het terugdringen van het begrotingstekort tot 3%, dan zullen de aanvullende rijksbezuinigingen (wellicht in aangepaste vorm) alsnog uit de ijskast worden gehaald en worden ingezet. Vanuit voorzichtigheidsprincipe achten wij het reëel om de effecten van de in onze ogen zeer waarschijnlijke aanvullende rijksbezuinigingen in 2014 toch alvast te verwerken in de begroting 2014. Dit effect van de totale aanvullende rijksbezuinigingen ad 4,3 miljard bedraagt voor de gemeente Aa en Hunze 0,3 miljoen. Het verwerken van deze aanvullende rijksbezuiniging leidt tot verlaging van het voordelige verschil tussen meicirculaire en beieidsplan in 2014, waarmee het verschii 0,9 miljoen bedraagt. Voor het structurele saldo heeft de verlaging van de algemene uitkering in 2014 geen effect, aangezien deze verlaging tevens wordt doorgevoerd aan de lastenzijde. ADVIES: mocht de voorgestelde lijn van rijk in het eafste kwartaal van dit jaar, om de aanvullende rijksbezuiniging te koppelen aan het niet indexeren van prijsgevoelige onderdelen (door een verlaging van de algemene uitkering van het gemeentefonds), worden doorgezet, dan adviseren wij om de begroting 2014 eveneens niet te indexeren op de prijsgevoelige onderdelen (met uitzondering van het onderdeel salarissen, aangezien deze indexatie benodigd is ter compensatie van de stijging van pensioen- en zorgpremies; zie ook het beleidsplan - onderdeel 5 FMP). 4. Onderuitputting budgetten en behoedzaamheidsreserve In december 2012 was er sprake van onderuitputting van budgetten door departementen. De verwerking van 2012 vindt plaats via een verlaging van het accres in 2013, waardoor in 2013 het effect voor Aa en Hunze 0,25 miljoen structureel en 0,25 miljoen incidenteel, dus totaal 0,5 miljoen bedraagt (verwerkt in bovenstaande tabellen). In 2014 volgt een terugdraaiing van de incidentele last ad 0,25 miljoen, waardoor hier een incidenteel voordeel ontstaat. Sinds 2009 is binnen het gemeentefonds de behoedzaamheidsreserve afgeschaft. Tot en met 2011 heeft geen afrekening van de normeringsmethodiek plaatsgevonden, omdat de accressen waren 'vastgeklikt'. De afrekening als gevolg van 'samen de trap op en samen de trap af vindt nu over 2012 weer voor het eerst plaats. Het is niet onwaarschijnlijk dat in de komende jaren het fenomeen van onderuitputting vaker voor gaat komen, zeker in een tijd van recessie. ADVIES: zie punt 2. 5. Invoering Basisadminisfraties Adressen en Gebouwen (BAG) De wetgever probeert met de definities van de maatstaven zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij andere wettelijke regelingen. Met de invoer van de wet BAG wordt ook de definitie van 'woonruimte' aangepast naar 'woningvoorraad'. Dat werkt ook door in andere maatstaven waar de woonruimten een rol in spelen. Het accentverschil zit met name bij de bijzondere woongebouwen en recreatiewoningen zonder woonfunctie. Landelijk zullen de aantallen met ± 5% dalen. Er zullen herverdeeleffecten ontstaan, want het bedrag per woonruimte zal in 2015 evenredig stijgen. Deze definitiewijziging zal samenvallen met een andere operatie met herverdeeleffecten, namelijk de herijking van de clusters. Voor het jaar 2013 geldt een overgangsregeling waarbij dé aantallen (van de oude definitie) van 2012 maatgevend zijn, vermeerderd met de procentuele stijging in 2011. Mocht er in 2011 sprake zijn van een daling, dan gelden in 2013 de aantallen van 2012. Voor het jaar 2014 geldt een andere overgangsregeling. Dan is het eerder genoemd aantal van 2013 het uitgangspunt, vermeerderd met de werkelijke toename van het aantal woningen (dus niet meer de recreatiewoningen en de capaciteit bijzondere woongebouwen). Voor 2015 geldt, met ingang van de meicirculaire 2014, het juiste aantal volgens de wet BAG. 6

In de algemene uitkering van het gemeentefonds is met ingang van het jaar 2014 rekening gehouden met een verlaging van 200.000 als gevolg van een afname van het aantal wooneenheden (niet meer meetellen recreatiewoningen en capaciteit bijzondere woongebouwen). Doordat de wet BAG is uitgesteld tot 2015 en een oude regeling geldt voor het jaar 2014, waarbij de huidige recreatiewoningen en capaciteit bijzondere woongebouwen wel meetellen, is het niet meer noodzakelijk om de algemene uitkering voor dat jaar te verlagen. ADVIES: wij adviseren deze correctie ad 200.000 voor het jaar 2014 terug te draaien en te betrekken bij de begroting 2014. 6. Actualisatie maatstaven Momenteel zijn we bezig met een actualisatie van de maatstaven die onderdeel uitmaken van de berekening van de hoogte van de algemene uitkering van het gemeentefonds. De eventuele financiële effecten hiervan zullen worden betrokken bij het opstellen van de begroting 2014. Communicatie Dit voorstel en de communicatie hieromtrent worden betrokken bij de behandeling van het beleidsplan 2013 en de begroting 2014. Voorafgaande aan de behandeling van het beleidsplan zal een persbericht worden opgesteld. Uitvoering De financiële consequenties van de meicirculaire en de opgenomen adviezen uit deze adviesnota worden meegenomen in de begroting 2014 d.m.v. een begrotingswijziging. De mutatie m.b.t. jaarschijf 2013 wordt verwerkt in de najaarsnota 2013. Bijlagen Meicirculaire Gemeentefonds 2013. 7

Checklist Integraal werken 11I Niet van toepassing Afdeling Dienstverlening en Samenleving o Accommodaties/voorzieningen o o o o o o o o o o o o Kunst en Cultuur Sport Zorg/ Volksgezondheid Onderwijs Welzijn Brede Samenwerking Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Sociaal Beleid Arbeidsmarktbeleid Leerplicht Bouw- en Woningtoezicht Bodem [j Geluid o o o o o o o o o Handhaving en toezicht KCC Buurt- en kerngericht weken Straatnaamgeving/vernummering Leerling-vervoer Begraafplaatsen Openbare orde en veiligheid Milieu BWT juridisch Afdeling Middelen o Budgetten/kredietbewaking/jaarrekening o o o Subsidies Verzekeringen Grondbedrijf o Financiering grote projecten (> 1.000.000) o o o o o o o o o Accountantsverklaring Belastingen Leges Automatisering uitvoering Inkoop/aanbestedingsbeleid Automatisering beleid AfdelingscontrolIer Concerncontroller Financieel beleid Afdeling Ruimte o Recreatie en toerisme o o o o o o o o D o o o o o o o o o o o o Economische zaken Stedenbouw Volkshuisvesting Milieu Archeologie/cultuurhistorie Ruimtelijke Ordening Gebiedsgericht beleid Drentsche Aa Gebiedsgericht beleid Veenkoloniën Groen Afval Landschappelijke inpassing Grondzaken/grondeigendom Grondbedrijf Flora en fauna Bouwkunde Civieltechniek Verkeer/Parkeren Riolering/Water Inritten Openbare Verlichting Beheer en inrichting Openbare Ruimte Team Bestuurs- en Management ondersteuning o Openbare orde en veiligheid o o o o o o o Juridisch Brandweer Bestuurssecretariaat Openbare orde en veiligheid Personeel & Organisatie (P&O) Voorlichting/communicatie Website/ intranet Naam teamleider: Datum: Gerjam Reilink 6juni2013 8

Einde bijlage: Ingekomen Stuk - B&W advies meicirculaire Terug naar het agendapunt

Ingekomen Stuk - Bijlage Meicirculaire-gemeentefonds-2013 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122479#

Gemeentefonds Meicirculaire 2013

de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W DGBK/ Bestuur, Democratie en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon eventuele vragen per e-mail postbus.gf@minbzk.nl Datum 31 mei 2013 Kenmerk 2013-0000231941 Onderwerp meicirculaire gemeentefonds 2013 bekendmaking van beleid en het geven van informatie Doelstelling Juridische grondslag Relaties met andere circulaires decembercirculaire 2012 (2012-746361); Ingangsdatum 31 mei 2013 Geldig tot 1 juli 2014

Meicirculaire gemeentefonds 2013

Meicirculaire gemeentefonds 2013

Inhoudsopgave 1 Accres en decentralisaties... 1 1.1 Accres... 1 1.2 Decentralisaties... 3 2 Uitkeringsjaar 2012... 7 2.1 Opbouw uitkeringen... 7 2.2 Mutaties en maatstaven algemene uitkering... 8 2.2.1 Maatstaf (extra groei) leerlingen voortgezet onderwijs... 8 2.2.2 Ontwikkeling uitkeringsbasis... 8 2.2.3 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid... 8 2.3 Voorschotbetalingen... 8 3 Uitkeringsjaar 2013... 9 3.1 Opbouw uitkeringen... 9 3.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering... 11 3.2.1 Waarderingskamer en landelijke voorziening WOZ... 11 3.2.2 Herdenking slavernijverleden... 11 3.2.3 Bommenregeling... 11 3.2.4 Maatstaf bedrijfsvestigingen... 12 3.2.5 Ontwikkeling uitkeringsbasis... 12 3.2.6 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid... 13 3.3 Mutatie integratie- en decentralisatie-uitkeringen met effect op omvang gemeentefonds... 13 3.4 Verzameltabel... 13 3.5 Voorschotbetalingen... 14 4 Uitkeringsjaar 2014... 15 4.1 Opbouw uitkeringen... 15 4.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering... 16 4.2.1 Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers... 16 4.2.2 A+O fonds... 16 4.2.3 Wet Maatregelen Werk en Bijstand en enkele sociale zekerheidswetten... 16 4.2.4 Transitiekosten nieuwe Wmo... 16 4.2.5 Uitvoeringskosten inburgering... 17 4.2.6 Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving 17 4.2.7 Maatstaf herindeling vervroeging en verruiming... 17 4.2.8 Maatstaf herindeling - splitsing van gemeenten... 18 4.2.9 Maatstaf OZB: WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven... 18 4.2.10 Invoering basisregistraties Adressen en Gebouwen... 19 4.2.11 Ontwikkeling uitkeringsbasis... 20 4.2.12 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid... 20 4.3 Mutatie integratie- en decentralisatie-uitkeringen met effect op omvang Meicirculaire gemeentefonds 2013

gemeentefonds... 21 4.4 Verzameltabel... 21 4.5 Voorschotbetalingen... 21 5 Meerjarenperspectief... 23 5.1 Opbouw uitkeringen 2015-2018... 23 5.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering... 24 5.2.1 Lagere apparaatskosten (opschaling)... 24 5.2.2 BTW-compensatiefonds... 24 5.2.3 Onderwijshuisvesting... 25 5.2.4 Overheveling buitenonderhoud PO en SO... 25 5.2.5 Scootmobielen... 25 5.2.6 Maatschappelijke stages... 25 5.2.7 Dualiseringskorting... 26 5.2.8 E-boeken (actualiseren bibliotheekwetgeving)... 26 5.2.9 Meerjarige ontwikkeling uitkeringsfactor... 26 5.3 Verzameltabel... 27 6 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen... 29 6.1 Opbouw integratie- en decentralisatie-uitkeringen... 29 6.2 Integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)... 32 6.3 Maatschappelijke opvang... 34 6.4 Centra voor jeugd en gezin... 35 6.5 Invoeringskosten decentralisatie jeugd... 35 6.6 Vrouwenopvang... 35 6.7 Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches... 36 6.8 Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en Birk)... 37 6.9 Green Deal... 37 6.10 Bodemsanering... 38 6.11 Jeugdwerkloosheid... 38 6.12 Werkgeversdienstverlening... 38 7 Financieel beleid... 39 7.1 Redelijk peil 2014... 39 7.2 Wetswijziging financieel toezicht en aanpassing Besluit begroting en verantwoording (BBV)... 40 7.3 Begrotingsanalyse... 42 7.4 Begrotingsscans... 42 7.5 Herindelingsscans... 43 8 Overige mededelingen... 45 8.1 Loon- en prijsontwikkeling... 45 8.2 Macronorm OZB... 45 8.3 Verdeelonderzoeken gemeentefondsclusters... 46 8.4 Maatstaf vast bedrag... 48 Meicirculaire gemeentefonds 2013

8.5 Schatkistbankieren... 49 8.6 Vaststelling decentralisatie- en integratie-uitkeringen... 49 8.7 Derivaten... 49 8.8 Wet Houdbare overheidsfinanciën... 50 8.9 Krimpmaatstaf en paragrafen demografische ontwikkeling... 50 9 Bijlagen... 53 9.1 Bijlage 1 Verdeeltabellen 2013 en 2014... 54 9.2 Bijlage 2 Overzicht van verdeeltabellen 2014, gegroepeerd naar cluster... 61 9.3 Bijlage 3 Volumina maatstaven 2013-2018... 66 9.4 Bijlage 4 Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruiker... 68 9.5 Bijlage 5 Integratie-uitkering Wmo... 75 9.6 Bijlage 6 Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang... 85 9.7 Bijlage 7 Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg)... 87 9.8 Bijlage 8 Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties... 96 9.9 Bijlage 9 Suppletie-uitkering Bommenregeling... 105 9.10 Bijlage 10 Decentralisatie-uitkering Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK)... 108 9.11 Bijlage 11 Decentralisatie-uitkering Bodemsanering... 110 9.12 Bijlage 12 Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang... 112 9.13 Bijlage 13 Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin... 115 9.14 Bijlage 14 Overzicht aantal bedrijfsvestigingen... 121 9.15 Bijlage 15 Aanpassing BBV... 130 9.16 Bijlage 16 Decentralisatie Jeugdzorg... 134 Meicirculaire gemeentefonds 2013

Meicirculaire gemeentefonds 2013

1 Accres en decentralisaties 1.1 Accres Voor de jaren 2013 tot en met 2018 zijn nieuwe accresramingen beschikbaar. Voor 2012 is het accres definitief vastgesteld. Accres 2012 Nadat de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en provinciefonds een aantal jaren buiten werking is geweest, is deze met ingang van het begrotingsjaar 2012 weer van kracht. Dit betekent dat de ontwikkeling van de fondsen weer gekoppeld is aan de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Onderdeel van de bestuurlijke afspraken die het Rijk en de medeoverheden in het voorjaar van 2011 hebben gemaakt is het afschaffen van de maartcirculaire. Daarom wordt het definitieve accres van jaar t vanaf nu in de meicirculaire van jaar t+1 opgenomen. Tabel 1.1 bevat het definitieve accres 2012. Tabel 1.1: Accres 2012 (x 1 mln) In de septembercirculaire 2012 was het accres 2012 berekend op -1,43 procent. Dit komt overeen met een bedrag van -244 miljoen. In hoofdstuk 1 van de Uitkeringsjaar Accres Accres in procenten Verschil t.o.v. septembercirculaire 2012 2012-436 -2,56% -192 decembercirculaire 2012 gaven wij aan een verdere verlaging van dit bedrag te verwachten. Wij achtten een waarschuwing op zijn plaats, echter zonder een precieze invulling, omdat december geen regulier bijstellingsmoment is. Op basis van het Financieel Jaarverslag 2012 van het Rijk is het definitieve accres 2012 nu berekend op -2,56 procent, oftewel -436 miljoen. Het accres 2012 komt daarmee 192 miljoen lager uit dan in de septembercirculaire 2012 werd verondersteld. De belangrijkste oorzaak van deze daling is de gebleken onderuitputting bij de departementen. Verwerking bijstelling accres 2012 in 2013 Het uitkeringsjaar 2012 blijft ongewijzigd en de bijstelling wordt opgenomen onder het uitkeringsjaar 2013. Het bedrag van de bijstelling in dat jaar wordt daartoe zowel structureel als incidenteel opgenomen. Het accres kent twee bijstellingsmomenten gedurende het uitkeringsjaar, de mei- en de septembercirculaire. De vaststelling van het accres (het verschil tussen het tweede bijstellingsmoment en de definitieve stand) vindt plaats na afloop van een begrotingsjaar. Voorheen vond dit plaats op basis van de Voorlopige Rekening van het Rijk. In het streven naar een vermindering van regeldruk en administratieve lasten binnen de overheid is besloten de Voorlopige Rekening te integreren in het Financieel Jaarverslag van het Rijk. 1 1 De Tweede Kamer is in 2006 op de hoogte gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2005 2006, 29 949, nr. 55). Meicirculaire gemeentefonds 2013 1

Dat betekent dat het definitieve accres met ingang van het uitkeringsjaar 2012 wordt berekend op basis van de stand van het Financieel Jaarverslag Rijk. Het definitieve accres 2012 wordt verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2013 van het gemeentefonds. Accressen 2013-2018 De afgesproken toepassing van de normeringssystematiek leidt in de huidige moeilijke financiële omstandigheden tot een neerwaartse aanpassing van de accressen, behalve voor het jaar 2014. Tabel 1.2: Accressen 2013-2018 (x 1 mln) Uitkeringsjaar 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Accres -139 974 15 139 88 88 Accres in procenten -0,82% 5,95% 0,09% 0,87% 0,54% 0,54% Verschil t.o.v. decembercirculaire -156 184-47 -34-82 -82 2012 Cumulatief verschil -156 28-19 -53-135 -217 Cumulatief accres -139 835 849 989 1.077 1.165 Het accres 2013 wordt geraamd op -0,82 procent, -139 miljoen. Dit is ten opzichte van de decembercirculaire een verslechtering van 156 miljoen. De oorzaak hiervan is het inhouden van de prijsbijstelling in 2013 en een lagere dan verwachte loon- en prijsontwikkeling. Dit heeft effect op de loon- en prijsbijstelling van de departementale begrotingen en daardoor ook op het accres. Het accres voor 2014 is naar boven bijgesteld, tot 5,95 procent. Dat komt overeen met een accres van bijna 1 miljard in 2014. Het hoge accrespercentage in 2014 hangt samen met een aantal pieken in infrastructurele projecten. Ook maatregelen uit het Regeerakkoord hebben een positieve uitwerking gehad op het accres 2014. Dit geldt bijvoorbeeld voor de maatregel huurmarkt. Door deze maatregel nemen de uitgaven aan de huurtoeslag toe. Deze maatregel wordt gedekt door hogere lasten via de verhuurderheffing. Omdat alleen de voor de normeringssystematiek relevante uitgaven meetellen wordt niet het saldo van deze maatregelen meegenomen in de bepaling van het accres, maar tellen alleen de hogere uitgaven aan huurtoeslag. De maatregelen uit het Regeerakkoord onder de noemer overdrachten bedrijven hebben in 2014 eveneens een positief effect op het accres. De subsidies aan bedrijven nemen toe waardoor de relevante rijksuitgaven stijgen. Het kabinet heeft in zijn Voorjaarsnota besloten de prijsbijstelling 2013 éénmalig voor 2013 niet uit te keren. Dat heeft een negatief effect op het accres 2013, maar een positief effect op het accres 2014. De resterende prijsbijstelling tranche 2013 (voor de jaren 2014 en verder) wordt aangehouden en betrokken bij besluitvorming in augustus. Het accres voor enig jaar wordt na afloop van een jaar definitief vastgesteld. Onderuitputting en nadere besluitvorming kunnen, zoals gebruikelijk, het accres nog beïnvloeden. Meicirculaire gemeentefonds 2013 2

In tabel 1.3 worden de nominale accressen uit de tabellen 1.1 en 1.2 vergeleken met de raming van het Centraal Planbureau van de prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product. Tabel 1.3: Nominale en reële accressen 2012-2018 (in procenten) Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Accres (a) -2,56% -0,82% 5,95% 0,09% 0,87% 0,54% 0,54% Prijsontwikkeling BBP (b) 1 1,1% 1,6% 1,6% 0,9% 0,9% 0,9% 0,9% Reëel accres (c) 2-3,62% -2,38% 4,28% -0,80% -0,03% -0,36% -0,36% 1 Bron: Stabiliteitsprogramma 2013 2 Het percentage waarmee het accres de pbbp overtreft: c = (1+a)/(1+b)-1 De reële accressen zijn niet meer dan richtinggevend. Gemeenten met statistieken over hun eigen volume- en prijsontwikkeling van de uitgaven kunnen desgewenst de nominale accressen defleren met hun eigen specifieke gegevens. 1.2 Decentralisaties Inleiding In het Regeerakkoord is opgenomen dat door middel van de decentralisaties in het sociale domein de gemeenten de eerstverantwoordelijke overheidslaag worden voor de onderwerpen werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo, Jeugdwet en Participatiewet een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein. De kern van de decentralisatieoperatie is onveranderd en is erop gericht dat de burger die het nodig heeft ondersteuning krijgt die aansluit bij zijn persoonlijke situatie en behoeften. Deze veranderingen bieden kansen. Nu alle drie de decentralisaties eenzelfde invoeringsdatum kennen hebben gemeenten meer tijd om zich voor te bereiden en kunnen gemeenten direct starten met een integrale benadering van het sociale domein. Daarnaast biedt het gewonnen draagvlak bij de sociale en maatschappelijke partners een stevige basis voor de decentralisaties. In de decentralisatiebrief van 19 februari 2013 heeft het kabinet de randvoorwaarden geschetst die noodzakelijk zijn bij de decentralisaties. Zo werkt het kabinet aan het verstevigen van de uitvoeringskracht van gemeenten, aan ruimte voor maatwerk en integraliteit in de wet- en regelgeving, aan een stevig implementatie ondersteuningsaanbod voor gemeenten en aan ontschotting van budgetten. Met ontschotting bedoelt het kabinet dat gemeenten in staat worden gesteld met een integraal budget maatwerk te leveren voor burgers. Financiële effecten Met de decentralisaties zijn grote bedragen gemoeid. Voor een deel gaat het om nieuw geld Meicirculaire gemeentefonds 2013 3

voor gemeenten, voor een ander deel zijn het nu nog specifieke uitkeringen. De decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Per saldo is op termijn een verdubbeling van het gemeentefonds geen ondenkbare uitkomst. In deze circulaire worden de hoogte van het budget en de verdeling voor 2015 op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau (bron: SCP en Cebeon) bekend gemaakt. In bijlage 16 treft u deze verdeling aan. In de meicirculaire 2014 wordt vervolgens bekendgemaakt wat de budgetten zijn per gemeente op basis van de objectieve verdeling, welke geleidelijk van kracht zal zijn vanaf 2016. In de septembercirculaire 2013 wordt u inzicht geboden in de historische verdeling voor 2015 van de budgetten voor de nieuwe Wmo. Vormgeving sociaal deelfonds In de decentralisatiebrief heeft het kabinet het in het Regeerakkoord geschetste perspectief uitgewerkt om de budgetten van de voorgenomen decentralisaties in stappen te bundelen en zo breed mogelijke te ontschotten in het gemeentefonds tot één integraal budget: het zogenaamde deelfonds sociaal domein. Het sociale deelfonds is geen specifieke of brede doeluitkering, maar een onderdeel van het gemeentefonds met verantwoording aan de gemeenteraad. In onderstaande tabel is het tijdpad van de verschillende decentralisaties weergegeven, en daarmee van de verwachte ontwikkeling in de inrichting van het financiële arrangement. Jaar Wat Toelichting 2013 Onderzoek Op basis van onderzoek besluit nemen over mogelijkheden ineenschuiven systematiek deelfonds en participatiebudget. Medio 2013 eerste beeld. Eind 2013 beeld modellen en besluit. 2013 Onderzoek Op basis van onderzoek besluit nemen over het betrekken van Wwb I-deel in de bundeling. Medio 2013 eerste beeld. Eind 2013 beeld modellen en besluit. 2014-2017 Bestaande specifieke uitkeringen, decentralisatie en integratie-uitkeringen in het sociaal domein worden vereenvoudigd en toegevoegd aan het deelfonds. Onderzoeken welke regelingen dit omvat en welk tijdpad en welke vorm passend is (bijv. maatschappelijke en vrouwenopvang). Nader onderzoek naar regelingen in het sociale domein die nu nog niet uitdrukkelijk zijn genoemd. 2015 Decentralisatie extramurale AWBZ Taken uit huidige clusters gerelateerd aan sociaal domein worden ondergebracht in deelfonds. Per septembercirculaire 2013 een eerste inzicht in de verdeling van het macrobudget nieuwe Wmo voor 2015 op basis van historische budgetten 2015 Jeugdzorg wordt gedecentraliseerd en ondergebracht in deelfonds. De regeling krijgt financieel vorm in een verdeelmodel in het deelfonds. Het perspectief van bundeling richt zich op de budgetten die bedoeld zijn om de participatie te bevorderen. Voor de Wet werk en bijstand (straks Participatiewet) wordt thans Meicirculaire gemeentefonds 2013 4

onderzocht of het betrekken van het Inkomensdeel in deze bundeling toegevoegde waarde heeft. Onderzoek en monitoring Op 26 maart 2013 heeft de Tweede Kamer de motie Schouw aangenomen (Tweede Kamer, 33 400-B/33 400-C, nr. 13). In deze motie wordt de regering verzocht onderzoek te laten doen door een onafhankelijke partij naar de eventuele financiële risico s en uitvoeringsrisico s van de decentralisaties in het sociaal domein en daarbij aandacht te besteden aan de mogelijkheden deze risico s te ondervangen en bij de uitvoering te adresseren, onder de voorwaarde dat dit onderzoek niet tot vertraging van het decentralisatieproces leidt. De Tweede Kamer is op 26 april 2013 per brief geïnformeerd over de uitvoering van de motie Schouw. Het Centraal Planbureau (CPB) zal dit onderzoek gaan doen naar de mogelijke financiële risico s die gepaard gaan met de decentralisaties in het sociaal domein. Daarbij geldt dat de in het Regeerakkoord opgenomen financiële kaders en tijdspaden van toepassing zijn, met in achtneming van de wijzigingen voortvloeiend uit het sociaal akkoord en het zorgakkoord. Het onderzoek is voorts gericht op het brede sociaal domein, dus inclusief de taken die de gemeenten reeds hebben binnen dit domein, maar strekt zich niet uit tot hetgeen daarbuiten ligt. Voor het zomerreces van 2013 zal het CPB een integrale rapportage op hoofdlijnen opleveren. In aanvulling op het onderzoek van het CPB wordt door het Rijk en de VNG ingezet op het versterken van de samenhang tussen de decentralisatietrajecten en op het monitoren van de voortgang die geboekt wordt in de transitiefase. Dit vindt plaats in het kader van het identificeren van uitvoeringsrisico s die mogelijk gepaard gaan met de decentralisaties in het sociaal domein en heeft tot doel de gemeenten zo goed mogelijk te begeleiden in de aanloop naar de decentralisaties. Voor het einde van dit jaar wordt door het Rijk en de VNG ten behoeve van de Ministeriële Commissie Decentralisaties (MCD) een eerste beeld opgeleverd waarin de voortgang, best practices, innovatieve aanpakken voor integrale beleidsvorming en uitvoeringsrisico s helder naar voren komen. Op basis van dit beeld en verdere monitoring maken het Rijk en de VNG afspraken ter nadere invulling van de procesbegeleiding. De monitoring zal worden voortgezet in de fase waarin de decentralisaties reeds zijn doorgevoerd. In die fase zal de monitoring, zoals is aangekondigd in de decentralisatiebrief (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 33 400 VII, nr. 59), gericht zijn op informatievergaring ten behoeve van inzicht in de werking van het stelsel, waaronder de behaalde resultaten in het sociaal domein. Onderwerp van overleg over de invulling van deze monitoring is hoe optimaal kan worden aangesloten bij de informatievergaring die plaatsvindt in het kader van de horizontale verantwoordingsmechanismen. Ook de rol van de lokale rekenkamers wordt in ogenschouw genomen en in lijn met de decentralisatiebrief vormt de Wet revitalisering generiek toezicht het uitgangspunt voor wat betreft het Meicirculaire gemeentefonds 2013 5

interbestuurlijk toezicht. Het kabinet zal bezien in hoeverre er voor zeer specifieke situaties aanleiding is om met een aanwijzingsbevoegdheid verdere ruimte te bieden aan de betrokken ministers om in noodzakelijke gevallen in te grijpen. Tot slot geldt dat voor de benchmarking, waarin de VNG het voortouw heeft, wordt ingezet op een voortvarende uitbouw van de reeds gestarte initiatieven. De benchmarking richt zich op de prestaties van de individuele gemeenten, opdat gemeenten onderling van elkaar kunnen leren. Meicirculaire gemeentefonds 2013 6

2 Uitkeringsjaar 2012 2.1 Opbouw uitkeringen Tabel 2.1 vermeldt de opbouw van de uitkeringen 2012 na actualisatie ten opzichte van de decembercirculaire 2012. De tabel gaat uit van het bedrag aan uitkering van 16.912,887 miljoen dat voor 2011 is geraamd. De mutaties zijn gegroepeerd per cluster. Tabel 2.1 Opbouw uitkeringen 2012 (mln ) Raming deze circulaire December circulaire 2012 1 Uitkeringen voorafgaand jaar (beginstand) 16.912,887 algemene mutaties - accres 2-244,242-244,000 - aanvullende algemene mutatie 41,387 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) -8,500 - Regeerakkoordkorting 100 miljoen (Rutte I) -50,000 - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB 0,000 - A+O fonds -0,229 - EU-richtlijn invordering -0,090 - overheidsbrede inkoop van beeldmateriaal -0,300 - Waarderingskamer 0,005-261,969 cluster eigen inkomsten 0,000 cluster werk en inkomen 38,300 cluster zorg 37,670 cluster educatie 8,400 cluster bevolkingszaken -27,327 cluster openbare orde en veiligheid -1,200 cluster fysiek milieu 19,200 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) 197,814 Uitkeringen (excl. Wmo) 16.923,775 16.924,017 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen 15.579,123 15.580,538 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 1.264,880 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 59,739 - suppletie-uitkering bommenregeling 3 20,033 18,860 - Wmo 1.511,305 1 De vergelijking met de decembercirculaire 2012 is alleen opgenomen als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. 2 De afronding is preciezer gemaakt. 3 Het betreft de gemeente Werkendam ( 1.172.500). Het bedrag was abusievelijk niet meegenomen in de junicirculaire 2012. Meicirculaire gemeentefonds 2013 7

2.2 Mutaties en maatstaven algemene uitkering 2.2.1 Maatstaf (extra groei) leerlingen voortgezet onderwijs In overleg met het Ministerie van OCW worden bij de vaststelling van de aantallen van de maatstaven leerlingen voortgezet onderwijs en extra groei leerlingen voortgezet onderwijs met terugwerkende kracht vanaf uitkeringsjaar 2011 de zogenaamde vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs)-leerlingen meegeteld. Vavo-leerlingen zijn leerlingen die staan ingeschreven aan een instelling voor voortgezet onderwijs, maar onderwijs volgen op een regionaal opleidingscentrum (ROC). De vo-school waar de leerling staat ingeschreven blijft verantwoordelijk en ontvangt bekostiging voor deze leerlingen van het Ministerie van OCW. Om de bekostiging van de huisvesting - die via het gemeentefonds loopt - hiermee in lijn te brengen, is besloten om de vavo-leerlingen mee te tellen. Deze aanpassing zou aanvankelijk met ingang van 2012 worden toegepast, maar dit tijdstip blijkt bij nader inzien niet houdbaar. Aanpassing vindt nu plaats met terugwerkende kracht tot en met het eerste nog niet beschikte uitkeringsjaar, te weten 2011. 2.2.2 Ontwikkeling uitkeringsbasis De ontwikkeling van de uitkeringsbasis voor het jaar 2012 geeft aanleiding tot het verlagen van de uitkeringsfactor met één punt ten opzichte van de stand decembercirculaire 2012. Eén uitkeringspunt komt voor het jaar 2012 naar huidig inzicht overeen met 11,7 miljoen. 2.2.3 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2012 15.579,123 miljoen. De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,505. Hierbij is rekening gehouden met bovenstaande behandelde onderwerp. 2.3 Voorschotbetalingen De gegevens uit deze circulaire leiden tot aanpassing van de voorschotbetalingen op de uitkering over 2012 die met ingang van de betaalmaand juli 2013 geëffectueerd zullen worden. Meicirculaire gemeentefonds 2013 8

3 Uitkeringsjaar 2013 3.1 Opbouw uitkeringen Tabel 3.1 vermeldt de opbouw van de uitkeringen 2013 na actualisatie ten opzichte van de decembercirculaire 2012. De tabel gaat uit van het bedrag aan uitkering dat voor 2012 is geraamd in tabel 3.1. De mutaties zijn gegroepeerd per cluster. De paragraafaanduiding in de tabel verwijst naar de paragraaf waarin de wijzigingen in de mutaties zijn toegelicht. Van de mutaties in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen is in onderstaande tabel alleen het saldo opgenomen. Uitgebreidere informatie over de mutaties in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen is te vinden in hoofdstuk 6. Ook zijn in dit hoofdstuk enkele paragrafen opgenomen met overige informatie die van belang is voor de uitkeringen uit het gemeentefonds. Meicirculaire gemeentefonds 2013 9

Tabel 3.1 Opbouw uitkeringen 2013 (mln ) Raming deze circulaire 1 December circulaire 2012 2 Uitkeringen voorafgaand jaar (beginstand) 16.923,775 16.924,017 algemene mutaties - accres -138,588 1.1-177,000 - accres tranche 2012 (structureel) -192,020 1.1 # - accres tranche 2012 (incidenteel) -192,020 1.1 # - correctie in verband met btw-verhoging vanaf 2013-64,703 @ - aanvullende algemene mutatie 12,114 @ - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) -8,500 @ - Regeerakkoordkorting 100 miljoen (Rutte I) -30,000 @ - uitname IBD -2,000 @ - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB 0,000 @ - A+O fonds 0,022 @ - overheidsbrede inkoop van beeldmateriaal 0,300 @ - Waarderingskamer (incl. landelijke voorziening WOZ) -0,816 3.2.1 pm cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 0,000 @ cluster werk en inkomen - aanpak fraude 1,800 @ - aanpassing norm kwijtschelding en bijzondere bijstand ivm kosten kinderopvang -2,000 @ - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder -0,600 @ cluster zorg - transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo -15,600 @ -616,211 - herdenking slavernijverleden 0,150 3.2.2 # - uitvoeringskosten inburgering -12,100 @ - kinderopvangtoeslag voor doelgroepouders -40,000 @ cluster educatie - ingroeiregeling OHV 8,500 @ cluster sport, kunst & ontspanning - bibliotheken 3 - @ cluster wegen en water - wijziging Babw -0,218 @ cluster fysiek milieu - transitiekosten Regionale Uitvoeringsdiensten -19,200 @ cluster bevolkingszaken - GBA 0,103 @ - mgba en ORRA 33,200 @ - burgerzakensysteem-kern 1,300 @ Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) 0,000-0,800-67,550 8,500 0,000-0,218-19,200 - mutaties van invloed op omvang GF -11,663 6.1-110,589 34,603-11,663 Uitkeringen (excl. Wmo) 16.251,236 16.498,846 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen 14.929,864 15.277,454 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 1.241,719 6.1 1.142,793 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 59,739 - suppletie-uitkering bommenregeling 19,914 3.2.3 18,860 - Wmo 1.547,507 1 Het teken @ geeft aan dat dit onderdeel in voorgaande circulaires wordt toegelicht. Zie verzameltabel 2013. 2 De vergelijking met de decembercirculaire 2012 is alleen opgenomen als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. Het teken # geeft een onderdeel aan dat niet werd geraamd in die circulaire. 3 Vanaf 2013 geïntegreerd in de algemene uitkering. De omvang is 5,791 miljoen. Meicirculaire gemeentefonds 2013 10

3.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering 3.2.1 Waarderingskamer en landelijke voorziening WOZ Op 1 januari 2013 is de landelijke voorziening WOZ (LV WOZ) van start gegaan. In de LV WOZ worden de gegevens uit de door de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ opgenomen. De LV WOZ neemt de verstrekking van deze gegevens aan de afnemers over van de gemeenten. In de loop van 2013 zullen de gemeenten op de voorziening worden aangesloten en volgens planning is deze per 1 januari 2014 voor alle afnemers volledig operationeel. De LV WOZ is ondergebracht bij het Kadaster. In het bestuurlijk overleg WOZ van 13 april 2011 is door de deelnemende partijen ingestemd met de vorming van de LV WOZ en zijn tevens afspraken gemaakt over de te hanteren verdeelsleutel voor de jaarlijkse kosten van beheer en exploitatie van de LV WOZ. Deze afspraken zijn neergelegd in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken. Op 22 november 2012 heeft de Waarderingskamer de begroting 2013 van de LV WOZ vastgesteld. De totale kosten van beheer en exploitatie zijn geraamd op 1,474 miljoen. Conform de gemaakte afspraken komt de jaarlijkse bijdrage van gemeenten daarmee naar huidig inzicht neer op een bedrag van 0,663 miljoen (45%). Met ingang van 2013 wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds structureel met dit bedrag verlaagd ten gunste van de Waarderingskamer. De Waarderingskamer draagt zorg voor de betaling aan het Kadaster als beherende organisatie van de LV WOZ op basis van geleverde diensten. Het resterende deel van de totale kosten van beheer en exploitatie komt voor rekening van het Rijk (40%) en de waterschappen (15%). Daarnaast is de algemene uitkering ten opzichte van 2012 met 0,153 miljoen verlaagd in verband met een verhoging van het budget van de Waarderingskamer. 3.2.2 Herdenking slavernijverleden Voor de herdenking van het slavernijverleden ontvangt de gemeente Amsterdam in 2013 eenmalig 150.000. De verdeling vindt plaats via de maatstaf vast bedrag voor Amsterdam. 3.2.3 Bommenregeling Bijlage 9 vermeldt de groep gemeenten die in 2013 een suppletie-uitkering ontvangt, inclusief de bijbehorende bedragen. Voor informatie over de verkrijging van een suppletie-uitkering voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog wordt u verwezen naar paragraaf 1.7 van de junicirculaire 2010 (Junicirculaire 2010). Meicirculaire gemeentefonds 2013 11

Aanvragen voor een bijdrage ontvangen wij bij voorkeur per e-mail via regelingen@minbzk.nl. Per post aanvragen blijft vanzelfsprekend ook mogelijk: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties t.a.v. FEZ/BBV Postbus 20011 2500 EA Den Haag Verzoeken die wij vóór 1 maart ontvangen worden in het jaar van ontvangst toegekend. Verzoeken die wij vanaf die datum ontvangen worden meegenomen in het volgende jaar. Het komt regelmatig voor dat aanvragen bedragen inclusief btw bevatten. Btw komt echter, net als onder het voormalige Bijdragebesluit, niet voor compensatie in aanmerking. In de aanvraag dient daarom duidelijk te worden opgenomen dat de bedragen exclusief btw zijn. Daarnaast is het van belang te vermelden op welk jaar of welke jaren de aanvraag betrekking heeft. Indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere jaren dient het totaalbedrag te worden uitgesplitst naar de betrokken jaren. Tot slot wijzen wij u er nogmaals op dat de gemaakte kosten inzichtelijk moeten worden gemaakt in Iv3 via lastenfunctie 160 opsporing en ruiming van conventionele explosieven. Gebruik van deze functie is verplicht vanaf het verslagjaar 2011. De informatie wordt gebruikt bij het monitoren van de bommenregeling. Voor vragen of nadere informatie betreffende de bommenregeling kunt u zich wenden tot postbus.gf@minbzk.nl. 3.2.4 Maatstaf bedrijfsvestigingen In paragraaf 3.1 van de septembercirculaire 2012 is melding gemaakt van een wijziging van de methode waarop het CBS het aantal bedrijfsvestigingen bepaalt. Om herverdeeleffecten te voorkomen gaan de aantallen bedrijfsvestigingen voor de uitkeringsjaren 2011, 2012 en 2013 uit van het aantal voor het uitkeringsjaar 2010 en wordt dit aantal vervolgens geïndexeerd met de groei van het aantal bedrijfsvestigingen volgens de nieuwe methode. De aantallen bedrijfsvestigingen per gemeente voor de uitkeringjaren 2011 en 2012 zijn opgenomen in bijlage 13 van de septembercirculaire 2012. Bijlage 14 vermeldt de te hanteren aantallen voor uitkeringsjaar 2013. Per 2013 zou het CBS voor het bepalen van het aantal bedrijfsvestigingen opnieuw overgaan op een nieuwe methode. Het CBS heeft deze methodewijziging echter met een jaar uitgesteld. Op dit moment worden de effecten verkend en is nog geen helderheid te geven over de te hanteren aantallen in 2014. 3.2.5 Ontwikkeling uitkeringsbasis De ontwikkeling van de uitkeringsbasis voor het jaar 2013 geeft aanleiding tot het Meicirculaire gemeentefonds 2013 12

verlaging van de uitkeringsfactor met één punt ten opzichte van de stand decembercirculaire 2012. Deze verlaging wordt vooral veroorzaakt door enerzijds een lagere raming van het aantal bijstandsontvangers (2 punten) en anderzijds een lagere raming van de waarde woningen en niet-woningen bij de maatstaven onroerendezaakbelasting (OZB) (-3 punten). Voor 2013 komt één punt uitkeringsfactor naar huidig inzicht overeen met 11,7 miljoen. 3.2.6 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2013 14.929,864 miljoen. De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,440. Hierbij is rekening gehouden met bovenstaande behandelde onderwerpen. De bedragen per eenheid van de maatstaven volgens de huidige stand treft u aan in de verdeeltabel 2013 in bijlage 1. 3.3 Mutatie integratie- en decentralisatie-uitkeringen met effect op omvang gemeentefonds Het gemeentefonds wordt met 11,663 miljoen verlaagd ten opzichte van het uitkeringsjaar 2012. Door nieuwe, aflopende en in omvang wijzigende decentralisatie- en integratie-uitkeringen verandert de omvang van het gemeentefonds met genoemd bedrag (zie hoofdstuk 6). 3.4 Verzameltabel De opbouwtabel 2013 (tabel 3.1) bevat onderdelen die in deze circulaire niet zijn toegelicht. In de tabel zijn zij aangeduid met het teken @. Deze wijzigingen zijn behandeld in eerdere circulaires. Tabel 3.4 geeft per onderwerp de vindplaats. Meicirculaire gemeentefonds 2013 13

Tabel 3.4 Verzameltabel 2013 Onderw erp/maatregel Circulaire Mutatie (mln euro) algemene mutaties - aanvullende algemene mutatie mei 2011, 1.1 12,114 - overheidsbrede inkoop van beeldmateriaal december 2011, 4.2 0,300 - correctie in verband met btw -verhoging vanaf 2013 september 2012, 1-64,703 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1-8,500 - Regeerakkoordkorting 100 miljoen (Rutte I) 1 september 2011, 5.9-30,000 - uitname IBD december 2012, 5.1-2,000 - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB juni 2012, 4.2 0,000 - A+O fonds juni 2012, 4.3 0,022 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB w oningen gebruikers juni 2012, 4.2 0,000 cluster educatie - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 8,500 cluster werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder mei 2009, 3.4-0,600 - aanpak fraude juni 2012, 3.2 1,800 - aanpassing norm kw ijtschelding en bijzondere bijstand ivm kosten kinderopvang juni 2012, 4.4-2,000 cluster zorg - transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo juni 2012, 4.7-15,600 - kinderopvangtoeslag voor doelgroepouders september 2012, 5.2.1-40,000 - uitvoeringskosten inburgering juni 2012, 4.5-12,100 cluster wegen en water - w ijziging Babw september 2012, 5.2.2-0,218 cluster fysiek milieu - transitiekosten Regionale Uitvoeringsdiensten december 2012, 4.1-19,200 cluster bevolkingszaken - burgerzakensysteem-kern september 2010, 5.2 1,300 - GBA juni 2007, 3.4 0,103 - mgba en ORRA juni 2012, 4.6 33,200 cluster sport, kunst & ontspanning - bibliotheken juni 2007, 3.7 n.v.t. 1 In septembercirculaire 2011: regionale omgevingsdiensten in het cluster fysiek milieu. 3.5 Voorschotbetalingen De wijziging in de uitkeringsfactor en de wijziging van een aantal bedragen behorend bij de verdeelmaatstaven brengen een aanpassing met zich mee van de voorschotbetalingen op de algemene uitkering over 2013 (zie voor die wijzigingen de kolom wijzigingen sinds december 2012 in tabel 1 van bijlage 1 ). De betalingen zijn momenteel gebaseerd op tabel 3 van bijlage 1 van de septembercirculaire 2012 en op de decembercirculaire 2012. De aanpassing van de betalingen vindt als volgt plaats: 1. per valutadatum 2 juli 2013 zal in één keer verrekening plaatsvinden over de maanden januari tot en met juni; 2. met ingang van 2 juli 2013 worden de wijzigingen opgenomen in het termijnbedrag voor 2013. Meicirculaire gemeentefonds 2013 14

4 Uitkeringsjaar 2014 4.1 Opbouw uitkeringen Tabel 4.1 vermeldt de opbouw van de uitkeringen 2014 na actualisatie ten opzichte van de septembercirculaire 2012. De tabel gaat uit van het bedrag aan uitkeringen dat voor 2013 is geraamd in tabel 3.1. De mutaties zijn gegroepeerd per cluster. De paragraafaanduiding in de tabel verwijst naar de paragraaf waarin de wijzigingen in de mutaties zijn toegelicht. Tabel 4.1 Opbouw uitkeringen 2014 (mln ) Raming deze circulaire 1 September circulaire Uitkeringen voorafgaand jaar (beginstand) 16.251,236 16.500,547 algemene mutaties - accres 973,468 1.1 691,000 - accres tranche 2012 (incidenteel) 192,020 1.1 # - aanvullende algemene mutatie 12,085 @ - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) -8,500 @ - Regeerakkoordkorting 100 miljoen (Rutte I) -20,000 @ - Btw- verhoging -238,882 @ # - Btw-correctie accres 64,703 @ # - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB 39,951 4.2.1 0,000 - A+O fonds -0,062 4.2.2 pm - Waarderingskamer pm pm 1.014,783 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers -39,951 4.2.1 0,000-39,951 cluster werk en inkomen - Wet maatregelen Werk en Bijstand pm 4.2.3 # - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder -1,200 @ -1,200 cluster zorg - transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo 5,000 4.2.4-32,000 - herdenking slavernijverleden -0,150 3.2.2 # - uitvoeringskosten inburgering -24,600 4.2.5 pm -19,750 cluster educatie - ingroeiregeling OHV 8,500 @ 8,500 cluster fysiek milieu - decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving pm 4.2.6 # 0,000 cluster bevolkingszaken - mgba en ORRA -13,000 @ -13,000 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) - mutaties van invloed op omvang GF -163,015 6.1-68,965-163,015 Uitkeringen (excl. Wmo) 17.037,603 17.068,467 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen 15.919,375 15.916,517 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 1078,526 6.1 1073,351 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 19,788 4.2.1 59,739 - suppletie-uitkering bommenregeling 19,914 18,860 - Wmo 1.570,486 6.2 pm Meicirculaire gemeentefonds 2013 15

4.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering 4.2.1 Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers Ter beperking van de gevolgen van de afschaffing van een deel van de ozb in 2006 is een suppletie-uitkering in het leven geroepen. Deze tijdelijke regeling wordt afgebouwd als in mei van een jaar de raming van het accres voor het volgende jaar in reële termen positief uitvalt. Dat is voor 2014 het geval. De bedragen van de suppletie-uitkering dalen in 2014 met tweederde ten opzichte van 2013. Die daling betekent voor één gemeente een achteruitgang die exact wegvalt tegen haar reële accres. Voor alle andere gemeenten is er een kleinere achteruitgang of een vooruitgang. Dat is conform de bestuurlijke toezegging dat géén gemeente er door de bedoelde afschaffing van de ozb op achteruit zal gaan. Voor de uitkeringsjaren 2015 en verder is er geen ruimte in het accres en is de suppletieuitkering gelijk aan de uitkering in 2014. Omdat het 5 jaar geleden is dat de suppletieuitkering voor het laatst is afgebouwd is in bijlage 4 een uitgebreide beschrijving opgenomen van de werking van de suppletie-uitkering. Deze was ook opgenomen in de septembercirculaire 2005. In de bijlage is ook de omvang van de suppletie-uitkering per gemeente opgenomen. 4.2.2 A+O fonds De bijdrage aan het A+O fonds voor het jaar 2014 en verder is met 62.000 verhoogd tot een bedrag van 6.301.000 als gevolg van de indexatie voor loon- en prijsontwikkeling. Deze verhoging wordt gekort op de algemene uitkering van het gemeentefonds. 4.2.3 Wet Maatregelen Werk en Bijstand en enkele sociale zekerheidswetten Voor de implementatie- en uitvoeringskosten van de Wet Maatregelen Werk en Bijstand en enkele sociale zekerheidswetten wordt door het Ministerie van SZW eenmalig een nog te bepalen bedrag toegevoegd aan het gemeentefonds. Het wetsvoorstel is op dit moment in voorbereiding. Beoogde inwerkingtreding van deze wet is medio 2014. Naar verwachting zal bij septembercirculaire 2013 het definitieve bedrag bekend worden gemaakt. 4.2.4 Transitiekosten nieuwe Wmo Het kabinet stelt in aanvulling op de middelen die in het kader van de decentralisatie begeleiding reeds beschikbaar zijn gesteld voor gemeenten ( 47,6 miljoen in 2012; 32 miljoen in 2013), in 2014 een bedrag van 37 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo per 2015. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25%) en via een bedrag per inwoner (75%). Meicirculaire gemeentefonds 2013 16

4.2.5 Uitvoeringskosten inburgering Via de algemene uitkering 2013 was een bedrag beschikbaar van 24,6 miljoen in verband met de uitvoeringskosten inburgering. In 2014 is hier geen uitkering meer voor voorzien, in verband met een wijziging van de Wet Inburgering. Door die wijziging zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Vandaar dat het bedrag van 24,6 miljoen wordt uitgenomen. 4.2.6 Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving In 2009 sloten IPO, VNG en Rijk een package deal waarbij afspraken werden gemaakt over het oplossen van een aantal structurele problemen bij de uitvoering van het omgevingsrecht. Onder meer werd overeengekomen dat de bevoegdheid voor (Wabo) vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bij provinciale inrichtingen wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten, met uitzondering van die voor BRZO- en IPPCbedrijven. De overdracht van taken en bijbehorende middelen zal per 1 januari 2014 plaatsvinden. Met IPO en VNG wordt momenteel bezien welk bedrag naar het gemeentefonds dient te worden overgeheveld. Nadere informatie volgt in de septembercirculaire 2013. 4.2.7 Maatstaf herindeling vervroeging en verruiming Gemeentelijke herindelingen gaan gepaard met eenmalige kosten voor gemeenten. De verdeelmaatstaf herindeling voorziet in een tegemoetkoming in deze kosten. Het kabinet wil de negatieve financiële effecten bij een herindeling verder mitigeren. Een deel van de kosten van herindeling ondervinden gemeenten voorafgaande aan de daadwerkelijke herindeling. Daarmee is tot op heden geen rekening gehouden in de maatstaf herindeling. Om gemeenten te faciliteren wordt de maatstaf daarom vervroegd en verruimd. Dit gebeurt langs de volgende lijnen: - Ontvangers zijn de gemeenten in een herindelingstraject, tot uitdrukking komend in een herindelingsadvies. - De extra uitkering vindt plaats in het jaar na het jaar van vaststelling van het herindelingsadvies. De afloop van een herindelingstraject kan onzeker zijn, maar het jaar en de omvang van de extra uitkering staan vast. - De betrokken gemeenten ontvangen alle een even groot bedrag. De financiële gevolgen tussen gemeenten kunnen verschillen. Voor zover dat het geval is wordt het aan de betrokken gemeenten overgelaten gezamenlijk afspraken te maken over de kostenverdeling. - De omvang van de extra uitkering bedraagt 25% van de huidige maatstaf. De huidige maatstaf beslaat een periode van vier jaar. Daaraan wordt Meicirculaire gemeentefonds 2013 17

voorafgaande aan de daadwerkelijke herindeling één jaar toegevoegd. - De maatstaf wordt berekend naar de stand op 1 januari van het jaar waarin de minister het herindelingsadvies heeft ontvangen. Het hanteren van deze datum geeft vroegtijdig duidelijkheid over de uitkering. Deze peildatum zal ook gaan gelden voor de uitkering in de jaren vanaf de herindeling. - Een overgangsmaatregel geldt voor gemeenten die op 1 januari 2014 worden heringedeeld. De gemeenten die onder de overgangsmaatregel vallen ontvangen over 2013 een verruiming van 12,5% (in plaats van 25%), met als peildatum 1 januari 2013. De bevoorschotting van de uitkering zal starten na de septembercirculaire 2013. Het voorgaande is eveneens van toepassing op herindelingen waarbij mogelijk sprake is van splitsing van gemeenten (zie hierna). Er wordt daarbij niet vooruitgelopen op het al dan niet splitsen van gemeenten: de uitkering voorafgaande aan de daadwerkelijke herindeling is in beide gevallen hetzelfde. De extra middelen voor de herindelende gemeenten worden binnen het gemeentefonds gevonden en leiden tot een verlaging van de uitkeringsfactor. De wijziging in de maatstaf zal in het Besluit financiële verhouding 2001 worden vastgelegd. 4.2.8 Maatstaf herindeling - splitsing van gemeenten Gebleken is dat de maatstaf herindeling niet voldoende is ingericht op de situatie dat gemeenten niet (nagenoeg) integraal samen gaan, maar dat één van de betrokken gemeenten wordt opgeheven en gesplitst: delen van de gemeente gaan over naar verschillende andere gemeenten. Het gaat daarbij om zodanige delen dat sprake is van ten minste twee wijzigingen van de gemeentelijke indeling (herindelingen). Het gaat dus niet om grenscorrecties. Om in deze lacune te voorzien is een wijziging van de maatstaf herindeling in procedure, om te worden toegepast op herindelingen vanaf 1 januari 2014. Wij hebben ter consultatie een voorstel voorgelegd aan de VNG, het IPO en de Rfv. Deze houdt in dat het vaste bedrag van de maatstaf met 5% per betrokken gemeente (inclusief de op te splitsen gemeente) wordt verhoogd. In reactie hierop is onder meer aangegeven dat deze verhoging als te beperkt wordt ervaren. Inmiddels bevindt een nader voorstel zich in het traject van advisering door de Raad van State. Wij verwachten de gemeenten in de septembercirculaire 2013 uitsluitsel te kunnen geven. 4.2.9 Maatstaf OZB: WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven Met ingang van het uitkeringsjaar 2014 wordt het rekentarief voor eigenaren van woningen op 0,1085%, voor gebruikers van niet-woningen op 0,1153% en voor eigenaren van nietwoningen op 0,1430% vastgesteld. Meicirculaire gemeentefonds 2013 18

Sinds 1997 wordt op basis van de Financiële-verhoudingswet in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden, wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten. Verschillen in feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. De rekentarieven worden jaarlijks aangepast. De aanpassing van de rekentarieven ten opzichte van 2013 is noodzakelijk omdat op 1 januari 2014 een nieuw WOZ-tijdvak begint met waardepeildatum 1-1-2013. In 2013 wordt nog uitgegaan van de WOZ-waarde uit het huidige WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1-1-2012. Bij de aanpassing van de rekentarieven wordt in principe altijd dezelfde werkwijze toegepast (zie paragraaf 9.2 van de meicirculaire 2000 en paragraaf 7.1 van de septembercirculaire 2004). Het rekentarief wordt naar beneden (of naar boven) bijgesteld om de stijging (of daling) van de inkomstenmaatstaf als gevolg van de stijging (of daling) van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen ongedaan te maken. Uitgezonderd wordt hierbij het effect van de inflatie (pnb). De marktontwikkeling tussen 1-1-2012 en 1-1-2013 bij woningen wordt, op basis van informatie die de Waarderingskamer heeft verzameld, geschat op -5,7%. Voor nietwoningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op -4,4%. De inflatie (pnb) in die periode bedraagt volgens de ramingen van het CPB 1,8%. Het rekentarief voor eigenaren van woningen in 2014 komt dan uit op 0,1085% (0,1005%* 1,018/0,943), voor OZB niet-woningen gebruikers op 0,1153% (0,1083%* 1,018/0,956) en voor OZB nietwoningen eigenaren op 0,1430% (0,1343%* 1,018/0,956). 4.2.10 Invoering basisregistraties Adressen en Gebouwen In paragraaf 4.11 van de junicirculaire 2012 bent u geïnformeerd over de gevolgen van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het uitgestelde moment van invoering in het gemeentefonds. Het gebruik van de BAG is gekoppeld aan de komende herijking van het gemeentefonds. In paragraaf 8.3 van deze circulaire kunt u lezen dat het gemeentefonds per 2015 integraal herijkt zal worden. Voor uitkeringsjaar 2014 geldt daarom in lijn met 2013 opnieuw een tijdelijke maatregel Basis voor de aantallen woonruimten 2014 zijn de gebruikte aantallen voor uitkeringsjaar 2013 (aantal woonruimten per 1 januari 2012 volgens de bestaande definitie, inclusief indexatie over 2011). Deze aantallen worden vervolgens gecorrigeerd met het saldo van het aantal nieuwgebouwde en gesloopte woningen over 2013. Omdat de Meicirculaire gemeentefonds 2013 19

woningvoorraadstatistiek van het CBS per 1 januari 2012 is gestopt, wordt voor deze correctie gebruik gemaakt van de gegevens uit de BAG. Met ingang van 2015, het jaar van herijking van het gemeentefonds, zal gebruik worden gemaakt van de nieuwe woninggegevens volgens de definities van de BAG. Langs twee lijnen wordt ingezet op een goede overgang naar het gebruik van de nieuwe cijfers. In de eerste plaats worden bij het onderzoek naar de nieuwe verdeling van het gemeentefonds alle verdeelmaatstaven integraal bezien, waarbij een relatie wordt gelegd tussen de kosten van gemeenten en de structuurkenmerken (kostendragende factoren) die hierbij een rol spelen. Onbedoelde herverdeeleffecten kunnen op die manier via aanpassing van de verdeelformules worden beperkt. In de tweede plaats loopt er een verkenning naar de mogelijkheden binnen de BAG zelf om deze effecten te beperken. Te denken valt aan het gebruikmaken van gegevens over bijvoorbeeld oppervlakte en gebruiksfunctie die van objecten in de BAG beschikbaar zijn. Met de verkenning wordt nagegaan of binnen de BAG een betere aansluiting mogelijk is op de tot nu toe gehanteerde definitie van het aantal woonruimten (woningen, wooneenheden, recreatiewoningen en capaciteit bijzondere woongebouwen). De basisgegevens voor maatstaven waarbij adressen een rol spelen zullen voor het uitkeringsjaar 2014 door het CBS nog volgens de bestaande werkwijze worden geleverd. 4.2.11 Ontwikkeling uitkeringsbasis Er is een nieuwe raming gemaakt van de uitkeringsbasis. Een aantal kerngegevens dat daarbij is gehanteerd is vermeld in bijlage 3. Per saldo hebben de ontwikkelingen in de uitkeringsbasis (inclusief de OZB-maatstaven) van 2013 op 2014 een neerwaarts effect op de uitkeringsfactor voor 2014 van 9 punten. De raming van het aantal bijstandsontvangers zorgt voor een neerwaarts effect van 10 punten. De overige maatstaven (excl. OZB) zorgen samen voor een neerwaartse effect van 5 punten. Er is een opwaarts effect van 6 punten. Dat bestaat uit de groei van het areaal in verband met de WOZ-maatstaven (drie punten) en de verwerking van de inflatie bij de aanpassing van de rekentarieven in verband met de herwaardering van de WOZ-waarde (zie paragraaf 5.2.9 van deze circulaire; eveneens drie punten). Voor 2014 komt één punt uitkeringsfactor naar huidig inzicht overeen met 11,8 miljoen. 4.2.12 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2014 naar huidig inzicht 15.919,375 miljoen. De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,516. Hierbij is rekening gehouden met de doorwerking van de ramingen over de vorige jaren en met de onderwerpen behandeld in dit hoofdstuk. Meicirculaire gemeentefonds 2013 20

Tabel 4.2.12 Ontwikkeling uitkeringsfactor 2014 t.o.v. uitkeringsjaar 2013 Stand uitkeringsfactor 2013 (deze circulaire) 1,440 Mutaties uitkeringsfactor in punten - accres en gerichte verdeling 0,097 - BCF -0,015 - Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 0,003 - ontwikkelingen uitkeringsbasis/ozb -0,009 - verdeelreserve -0,001 - overige ontwikkelingen 0,001 Totaal mutaties in punten 0,076 Stand uitkeringsfactor 2014 in deze circulaire 1,516 4.3 Mutatie integratie- en decentralisatie-uitkeringen met effect op omvang gemeentefonds Het gemeentefonds wordt met 163,015 miljoen verlaagd ten opzichte van het uitkeringsjaar 2013. Door nieuwe, aflopende en in omvang wijzigende decentralisatie- en integratie-uitkeringen verandert de omvang van het gemeentefonds met genoemd bedrag (zie hoofdstuk 6). 4.4 Verzameltabel De opbouwtabel 2014 (tabel 4.1) bevat onderdelen die in deze circulaire niet zijn toegelicht. In de tabel zijn zij aangeduid met het teken @. Deze wijzigingen zijn behandeld in eerdere circulaires. Tabel 4.4 geeft per onderwerp de vindplaats. Tabel 4.4 Verzameltabel 2014 Onderwerp/maatregel Circulaire Mutatie (mln euro) algemene mutaties - aanvullende algemene mutatie mei 2011, 1.1 12,085 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1-8,500 - Regeerakkoordkorting 100 miljoen (Rutte I) 1 september 2011, 5.9-20,000 - Btw- verhoging december 2012, 1-238,882 - Btw-correctie accres december 2012, 1 64,703 cluster educatie - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 8,500 cluster werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder mei 2009, 3.4-1,200 cluster bevolkingszaken - mgba en ORRA juni 2012, 4.6-13,000 1 In septembercirculaire 2011: regionale omgevingsdiensten in het cluster fysiek milieu. 4.5 Voorschotbetalingen De voorschotbetalingen voor het uitkeringsjaar 2014 zullen voor de algemene uitkering in beginsel worden gebaseerd op de voorlopige uitkeringsfactor en de voorlopige bedragen per eenheid volgens de inzichten ten tijde van de septembercirculaire 2013. Meicirculaire gemeentefonds 2013 21

Meicirculaire gemeentefonds 2013 22

5 Meerjarenperspectief 5.1 Opbouw uitkeringen 2015-2018 Tabel 5.1 geeft de voorlopige opbouw van de uitkeringen voor de jaren 2015 tot en met 2018. De meerjarenraming is geactualiseerd ten opzichte van de septembercirculaire 2012 en gaat uit van het bedrag aan uitkeringen dat voor 2014 is geraamd in paragraaf 4.1. De mutaties zijn gegroepeerd per cluster. Tabel 5.1 Opbouw uitkeringen 2015-2018 (mln ) 2015 2016 2017 2018 Uitkeringen voorafgaand jaar (beginstand) 17.037,603 16.032,702 16.197,791 16.199,345 algemene mutaties - accres 14,608 1.1 139,247 88,176 88,176 - aanvullende algemene mutatie 20,745 - - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) -8,500-8,500 - - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB 0,000 0,000 0,000 0,000 - EU-richtlijn invordering 0,090 - lagere apparaatskosten (opschaling) -60,000 5.2.1-60,000-60,000-60,000 - BCF (taakstellende korting) -309,661 5.2.2 - A+O fonds pm pm pm - Waarderingskamer pm pm pm cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 0,000 0,000 0,000 cluster werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder -0,800 - cluster educatie - ingroeiregeling OHV 8,500 8,500 - - - onderwijshuisvesting -256,000 5.2.3 - overheveling buitenonderhoud Po en SO pm 5.2.4 cluster zorg - scootmobielen -15,000 5.2.5-10,000-25,000 - maatschappelijke stage -20,000 5.2.6 - transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo -37,000 4.2.4 cluster bestuursorganen - professionaliseringsfonds burgemeesters pm - dualiseringskorting -18,000 5.2.7 cluster sport, kunst & ontspanning - e-boeken pm 5.2.8 cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang -1,200 cluster overig/algemene ondersteuning - Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (NUP) -146,746 122,000 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) - mutaties van invloed op omvang GF -175,847 6.1-26,248-1,622 0,000 Uitkeringen (excl. Wmo) 16.032,702 16.197,791 16.199,345 16.227,521 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen 15.090,468 15.282,040 15.285,901 15.315,596 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 902,532 876,049 873,742 872,223 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 19,788 19,788 19,788 19,788 - suppletie-uitkering bommenregeling 19,914 19,914 19,914 19,914 - Wmo pm pm pm pm Meicirculaire gemeentefonds 2013 23

5.2 Mutaties en verdeelaspecten algemene uitkering 5.2.1 Lagere apparaatskosten (opschaling) In hoofdstuk 1 van de decembercirculaire 2012 zijn de gemeenten geïnformeerd over de uitname uit het gemeentefonds uit hoofde van lagere apparaatskosten (opschaling). De technische uitwerking van deze maatregel houdt in dat verdeling via de uitkeringsfactor wordt gehanteerd. Om financiële belemmeringen (verder) weg te nemen wordt tegelijkertijd gekeken naar financiële prikkels, zoals ook elders in deze circulaire staat aangegeven. Om gemeenten te faciliteren voor de kosten voorafgaand aan een herindeling wordt de herindelingmaatstaf vervroegd en verruimd. Daarnaast zal het kabinet voor het einde van 2013 de mogelijkheden onderzoeken van aanpassing van het vaste bedrag als prikkelwerking voor herindeling. 5.2.2 BTW-compensatiefonds In het Regeerakkoord is het voornemen opgenomen het BTW-compensatiefonds (BCF) af te schaffen. In de decembercirculaire 2012 is dit uitgewerkt: onder aftrek van een korting van 310 miljoen is het bedrag van het gemeentelijke aandeel in het BCF aan het gemeentefonds toegevoegd. In het financieel akkoord dat het Rijk en de decentrale overheden op 18 januari 2013 hebben gesloten heeft het kabinet de gemeenten en provincies echter een handreiking gedaan door het BCF niet af te schaffen. De taakstellende korting van 310 miljoen vanaf 2015 blijft daarbij wel gehandhaafd 2. Deze wordt, evenals de uitname in verband met de stijging van het hoge btw-tarief (zie tabel 5.1) verdeeld via de uitkeringsfactor. Anders dan bij de invoering van het BCF is er nu geen grond voor een gerichte verdeling met aanpassing van bedragen per eenheid. Er is namelijk geen sprake van een verandering in de kostenstructuur van gemeenten. Wij hebben ook niet gekozen voor een verdeling die rekening houdt met het uiteenlopende gebruik van het BCF omdat zo n grondslag een momentopname betreft en te veranderlijk zou zijn. Om de ontwikkeling van het BCF voor het Rijk beheersbaar te maken komt er een plafond op het BCF welk gekoppeld wordt aan de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en het provinciefonds. Het plafond is op basis van de raming van het BCF voor 2014 vastgesteld op 3,1 miljard. Vanaf 2015 groeit het plafond van het BCF met het accres. De afgelopen jaren - voor de verhoging van de btw - lag de realisatie van het BCF rond de 2,8 miljard. Net als voorheen wordt alle compensabele btw vergoed uit het BCF. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals de gemeentelijke decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt, dan wordt er uitgenomen uit het gemeentefonds en provinciefonds. Bij 2 Zie de brief van de ministers van Financiën en BZK aan de Tweede Kamer, dd 21 januari 2013. (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/01/21/financieelakkoord-rijk-en-medeoverheden.html). Meicirculaire gemeentefonds 2013 24

een realisatie lager dan het plafond komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. Op dit moment wordt een onderschrijding van het plafond geraamd, resulterend in een geraamde storting in het gemeentefonds en provinciefonds vanaf 2015. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en gezamenlijke provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar. Volgens de huidige raming voor 2014 is die verdeling 88 procent gemeenten en 12 procent provincies. Bij nieuwe taken voor gemeenten en provincies wordt de compensabele btw in de bijbehorende geldstroom gestort in het BCF en wordt het plafond hiervoor verhoogd. Bij het vervallen van taken geldt het omgekeerde. 5.2.3 Onderwijshuisvesting In het Regeerakkoord is afgesproken dat 256 miljoen uit het gemeentefonds wordt overgeheveld naar de begroting van OCW ten behoeve van de scholen in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Dit bedrag wordt in de verdeling toegerekend aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven. Dit gebeurt per 1 januari 2015. Gezien de voorgenomen herijking van het gemeentefonds per 1 januari 2015 zijn de exacte gevolgen voor het cluster educatie momenteel nog niet duidelijk. De komende tijd zal worden bezien wat de precieze omvang en verdeling van het cluster moeten worden. De verwachting is dat uiterlijk in de meicirculaire 2014 hierover duidelijkheid kan worden geboden. In afwachting van nadere besluitvorming hanteren wij voorlopig een verdeling naar rato van de maatstaven van het subcluster onderwijshuisvesting. 5.2.4 Overheveling buitenonderhoud PO en SO Het voornemen is dat er per 1 januari 2015 een wetswijziging komt waar het gaat om de onderwijshuisvesting. Doel is de taken en het budget voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair en speciaal onderwijs van gemeenten naar schoolbesturen over te hevelen. Door deze wetswijziging komt er een uitname uit het gemeentefonds. De omvang van de uitname en verdeling is op dit moment nog niet vastgesteld. Voor het jaar 2014 blijft de huidige procedure van aanvragen door de schoolbesturen en vaststellen van het programma door het college ongewijzigd. 5.2.5 Scootmobielen In hoofdstuk 1 van de decembercirculaire 2012 zijn de gemeenten geïnformeerd over de uitname uit het gemeentefonds met betrekking tot scootmobielen. Deze wordt verdeeld naar rato van de maatstaven van het subcluster WVG. 5.2.6 Maatschappelijke stages In het Regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijk verplichte maatschappelijke stage voor het voortgezet onderwijs per 2015 wordt afgeschaft. Hiertoe wordt zoals aangekondigd in Meicirculaire gemeentefonds 2013 25

hoofdstuk 1 van de decembercirculaire 2012 - per 2015 de algemene uitkering van het gemeentefonds met 20 miljoen structureel gekort. De verdeling van de uitname zal omgekeerd plaatsvinden aan de toevoeging van indertijd, die voor de helft via de maatstaf inwoners en voor de helft via de maatstaf leerlingen voortgezet onderwijs is verdeeld (zie paragraaf 2.9 van de meicirculaire 2008). 5.2.7 Dualiseringskorting In hoofdstuk 1 van de decembercirculaire 2012 zijn de gemeenten geïnformeerd over de uitname uit het gemeentefonds vanqwege de dualiseringscorrectie. Het daar genoemde wetsvoorstel van het lid Heijnen is in behandeling bij de Eerste Kamer. De uitname wordt verdeeld via de maatstaf inwoners. 5.2.8 E-boeken (actualiseren bibliotheekwetgeving) Het voornemen is om nieuwe bibliotheekwetgeving per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Op dat moment zal een uitname uit het gemeentefonds plaatsvinden voor de centrale inkoop van e-content voor de openbare bibliotheken. De eerder aangekondigde uitname per 1 januari 2014 zal dus verschoven worden naar 1 januari 2015. In de meicirculaire 2014 worden gemeenten hierover geïnformeerd. 5.2.9 Meerjarige ontwikkeling uitkeringsfactor Tabel 5.2.9 geeft de ontwikkeling weer van de voorlopige uitkeringsfactoren voor de jaren 2014 tot en met 2018. De afname van de uitkeringsfactor wordt vooral bepaald door verschillende kortingen in 2015 en de groei van de uitkeringsbasis. Tabel 5.2.9 Uitkeringsfactoren 2014-2018 2014 2015 2016 2017 2018 voorlopige uitkeringsfactor, jaar t 1,516 1,476 1,475 1,474 1,472 verschil t.o.v. jaar t-1-0,040-0,001-0,001-0,002 waarvan - algemene mutaties -0,029 0,006 0,002 0,002 - verdeelreserve -0,001-0,001-0,001-0,001 - ontwikkeling uitkeringsbasis (incl. OZB) -0,012-0,007-0,003-0,003 - overige ontwikkelingen 0,002 0,001 0,001 0,000 Het meerjarenperspectief is gebaseerd op de ramingen in lopende prijzen. Gemeenten die hun meerjarenraming opstellen in constante prijzen moeten de uitkeringsfactor corrigeren voor de nominale ontwikkeling. Bij wijze van handreiking wordt hier een methode uiteengezet waarmee omrekening naar constante prijzen kan worden verricht. Centraal staat de prijsontwikkeling van het BBP, zoals vermeld in hoofdstuk 1. Deze prijsontwikkeling wordt op de ramingen van het gemeentefonds geprojecteerd en vervolgens uitgedrukt in punten van de uitkeringsfactor. De uitkeringsfactoren in constante prijzen worden Meicirculaire gemeentefonds 2013 26

verkregen door de uitkomsten in mindering te brengen op het meerjarenbeeld van de uitkeringsfactoren, zoals dat wordt gegeven in tabel 5.2.9. In tabel 5.2.10 is deze methode toegepast. De tabel geeft de uitkeringsfactoren 2015-2018 in constante prijzen van 2014 na correctie voor deze inflatiepercentages. In de eigen gemeentelijke situatie kan de geraamde inflatie afwijken van het percentage dat hier wordt gebruikt in de berekeningen. U zou in dat geval de regel loon-/prijsmutatie op die afwijkende raming moeten afstemmen. Tabel 5.2.10 Raming uitkeringsfactoren 2015-2018 in constante prijzen van het jaar 2014 2015 2016 2017 2018 omvang gemeentefonds, jaar t-1 (mln euro) 17.037,6 16.032,7 16.197,8 16.199,3 loon-/prijsmutatie (mln euro) 153,3 144,3 145,8 145,8 cumulatief (mln euro) 153,3 297,6 443,4 589,2 één punt uitkeringsfactor, jaar t (mln euro) 11,6 11,8 11,8 11,8 loon-/prijsmutatie cumulatief (in punten UF) 13 25 38 50 uitkeringsfactoren in lopende prijzen 1,476 1,475 1,474 1,472 af: nominale ontwikkeling 0,013 0,025 0,038 0,050 uitkeringsfactoren in constante prijzen 1,463 1,450 1,436 1,422 5.3 Verzameltabel De opbouwtabel 2015-2018 (tabel 5.1) bevat onderdelen die in deze circulaire niet zijn toegelicht. Informatie over deze onderdelen vindt u in voorafgaande circulaires. Tabel 5.3 geeft per onderwerp de vindplaats van die informatie. Tabel 5.3 Verzameltabel 2015-2018 Onderwerp/maatregel Circulaire/vindplaats toelichting algemene mutaties - aanvullende algemene mutatie mei 2011, 1.1 - EU-richtlijn invordering september 2011, 5.3 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1 cluster educatie - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 cluster werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder mei 2009, 3.4 cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang september 2012, 4.2.1 cluster overig/algemene ondersteuning - Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (NUP) september 2011, 4.4 Meicirculaire gemeentefonds 2013 27

Meicirculaire gemeentefonds 2013 28

6 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen 6.1 Opbouw integratie- en decentralisatie-uitkeringen Tabel 6.1 vermeldt de opbouw van de integratie- en decentralisatie-uitkeringen 2012 tot en met 2018. De mutaties in de uitkeringen worden toegelicht in de volgende paragrafen. De kolom vindplaats in de tabel verwijst naar de desbetreffende paragraaf. Meicirculaire gemeentefonds 2013 29

Tabel 6.1 Integratie-uitkeringen (IU) en Decentralisatie-uitkeringen (DU) 2012-2017 (mln ) Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Cluster Vindplaats Uit eerdere circulaires (valt vrij in maatstavenstelsel) - WUW-middelen 8,968 3,175 2,893 2,672 2,361 1,599 - wegen en water Stb. 2001, 415 - knelpunten verdeelproblematiek 3,034 3,120 3,224 3,298 3,374 3,451 3,531 overig septcirc. 2006 5.8 - bibliotheken 5,791 sport, kunst & ontspan. juni 2007, 3.7 Uit eerdere circulaires (mutatie op omvang gemeentefonds) - brede impuls combinatiefunctie/buurtsportcoaches 47,232 55,212 pm educatie meicirc. 2013 6.7 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 55,212 - nationaal actieplan sport en bewegen 4,689 zorg meicirc. 2011 5.4 - beeldende kunst en vormgeving 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 sport, kunst & ontspan. meicirc. 2008 5.15 - cultuurparticipatie 5,785 educatie septcirc. 2008 7.15 - spoorse doorsnijdingen 11,922 23,614 0,000 3,356 wegen en water novcirc. 2009 4.9 - maatschappelijke opvang 298,528 297,528 297,528 297,528 297,528 297,528 297,528 zorg meicirc. 2013 6.3 - vrouwenopvang 105,554 105,334 105,334 105,105 105,105 105,105 105,105 zorg meicirc. 2013 6.6 - gezond in de stad 5,023 5,023 5,023 5,023 5,023 5,023 5,023 zorg septcirc. 2009 8.25 - Antillianengemeenten 4,485 0,000 zorg junicirc. 2012 6.8 - aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren 12,400 zorg septcirc. 2009 8.11 - herbestemming en herontwikkelen aandachtswijken 0,396 VHROSV septcirc. 2010 6.6 - jeugd 25,500 25,500 25,500 21,700 21,700 21,700 21,700 zorg junicirc. 2012 6.9 - ISV 147,811 152,851 139,061 VHROSV junicirc. 2010 4.6 - bodemsanering 31,328 17,553 17,766 fysiek milieu meicirc. 2013 6.10 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. -3,000-3,000 - herstructurering bedrijventerreinen (Topper) 4,943 0,855 1,190 0,000 0,522 VHROSV septcirc. 2012 7.10 - versterking peuterspeelzaalwerk 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 zorg septcirc. 2009 8.3 - Centra voor Jeugd en Gezin 368,137 383,137 383,137 383,137 383,137 383,137 383,137 zorg septcirc. 2012 7.3 - vadercentra 0,700 zorg junicirc. 2010 4.14 - Zuiderzeelijn 16,482 wegen en water junicirc. 2012 6.7 Meicirculaire gemeentefonds 2013 30

Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Cluster Vindplaats - rolstoelvoorzieningen 0,300 zorg junicirc. 2010 4.20 - nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK) 32,585 36,941 12,004 11,887 VHROSV meicirc. 2013 6.8 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 15,434 0,106 0,093 - vsv-programmagelden RMC-regio's G4 6,125 6,700 6,700 6,700 educatie septcirc. 2012 7.12 - bestaand Rotterdams gebied 2,527 2,527 2,527 2,527 pm VHROSV septcirc. 2011 7.12 - sterke regio's 0,000 5,900 0,000 2,000 1,100 wegen en water septcirc. 2011 7.13 - eigen kracht 0,900 0,900 0,050 zorg junicirc. 2012 6.3 - invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg 10,500 39,750 7,750 zorg meicirc. 2013 6.5 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 24,000 7,750 - Green Deal 0,610 2,617 pm fysiek milieu meicirc. 2013 6.9 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 2,617 - nationaal programma kwaliteitssprong Zuid 1,400 1,400 1,400 1,400 overig junicirc. 2012 6.5 - LHBT-emancipatiebeleid 0,920 0,940 0,940 zorg septcirc. 2012 7.9 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 1 0,020 0,020 - rijksbijdrage IODS kwaliteitsprojecten 9,665 groen junicirc. 2012 6.14 - zichtbare schakel 10,000 10,000 zorg septcirc. 2012 7.5 - veiligheidshuizen 7,699 7,699 7,699 7,699 7,699 7,699 OOV junicirc. 2012 6.11 - landelijk platform woonoverlast 0,050 OOV junicirc. 2012 6.17 - WE CAN Young 0,300 0,300 0,300 zorg septcirc. 2012 7.8 - Quick Wins Binnenhavens 10,014 4,643 wegen en water septcirc. 2012 7.7 w.v. mutatie t.o.v. decembercirc. 2 4,643 - Nationaal programma Rotterdam-Zuid 30,000 VHROSV deccirc. 2012 4.3.1 - focusgemeenten 1,776 overig deccirc. 2012 4.3.2 Nieuw - jeugdwerkloosheid pm werk en inkomen meicirc. 2013 6.11 - werkgeversdienstverlening pm werk en inkomen meicirc. 2013 6.12 Totaal integratie- en decentralisatie-uitkeringen 1.264,880 1.241,719 1.078,526 902,532 876,049 873,742 872,223 Waarvan met invloed op omvang GF 1.247,087 1.235,424 1.072,409 896,562 870,314 868,692 868,692 Verschil t.o.v. vorig jaar (naar de opbouwtabellen 4.1 t/m 6.1) 197,814-11,663-163,015-175,847-26,248-1,622 0,000 WMO 1.511,305 1.547,507 1.570,486 meicirc. 2013 6.2 1 Het betreft de gemeente Venlo. 2 Het betreft de gemeente Waalwijk. Meicirculaire gemeentefonds 2013 31

6.2 Integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Actualisatie maatstaven verdeelmodel Wmo 2011 tot en met 2013 Ten opzichte van de septembercirculaire 2012 zijn de maatstaven geactualiseerd. Een overzicht van bedragen per gemeente treft u aan in bijlage 5. Bijstelling budget voor huishoudelijke hulp De voorziening hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. In tegenstelling tot hetgeen wat in het Regeerakkoord is opgenomen blijft het voor nieuwe cliënten in 2014 mogelijk om een beroep te doen op huishoudelijke hulp. De korting van 89 miljoen in 2014, die conform het Regeerakkoord is ingeboekt op het budget voor huishoudelijke hulp, blijft van toepassing. Gemeenten kunnen deze besparing realiseren door doelmatiger huishoudelijke hulp in te kopen/ te organiseren, minder uren huishoudelijke hulp toe te kennen en de mogelijkheden binnen de eigen bijdragesystematiek voor Wmo-voorzieningen maximaal te benutten. De voorgenomen korting per 2015 op het budget voor huishoudelijke hulp wordt verzacht. Gemeenten houden 60% van het budget in plaats van 25% om breed in te zetten voor ondersteuning van burgers. Middelen maatwerkvoorziening In het Regeerakkoord is afgesproken dat de bestaande regelingen voor financiële compensatie (Wtcg, CER en de regeling specifieke zorgkosten) worden afgeschaft. Het budget van de bestaande regelingen wordt vanaf 2014 (oplopend tot circa 700 miljoen structureel vanaf 2017) overgeheveld naar het gemeentefonds. Gemeenten kunnen maatwerk bieden door het compenseren van beperkingen met voorzieningen via de Wmo of het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. De middelen zijn niet geoormerkt. In 2014 wordt hiertoe de integratie-uitkering huishoudelijke hulp incidenteel met 45 miljoen verhoogd en via de Wmo-verdeelsleutel verdeeld. Extramuraliseren lage ZZP s voor gemeenten 2014 In paragraaf 5.3.2 van de decembercirculaire 2012 is ingegaan op het besluit in het Begrotingsakkoord 2013 om de lichte zorgzwaartepaketten in de AWBZ voor nieuwe gevallen (23 jaar en ouder) te extramuraliseren per 1 januari 2013. Op basis van consultatie van diverse veldpartijen waaronder de VNG heeft het kabinet besloten tot invoering van de maatregel voor de zorgzwaartepakketten VV1 en VV2 (sector verpleging en verzorging), GGZ1 en GGZ2 (geestelijke gezondheidszorg) en VG1 en VG2 (verstandelijke gehandicaptenzorg). Per 2014 komen daar de groepen VV3 en LG 1+3 (lichamelijk gehandicapten) en ZG 1 (zintuiglijk gehandicapten; auditief en visueel) bij. Het merendeel van de populatie waarop deze maatregel betrekking heeft zijn ouderen met lichte beperkingen. Deze mensen zullen mogelijk langer een beroep doen op de Wmo. Voor 2013 is ter compensatie van deze extra kosten incidenteel 15 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering voor huishoudelijke hulp. Voor 2014 wordt nu incidenteel 53,7 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering Meicirculaire gemeentefonds 2013 32

Wmo en verdeeld via de Wmo-verdeelsleutel. Uitname in verband met centrale financiering CAK In verband met de centrale financiering van het CAK voor de uitvoering van Wmo-taken is vanaf 2012 het gemeentefonds met 14,5 miljoen verlaagd. Dit bedrag blijkt structureel te laag en wordt vanaf 2014 verhoogd tot een bedrag van 16,4 miljoen structureel. Dit betekent dat een uitname van 1,9 miljoen wordt toegepast op de post uitvoeringskosten Wmo van de integratie-uitkering Wmo. Indexatie Conform de afspraken in de Bestuursafspraken Rijk-VNG uit 2011 is het Wmo-budget meerjarig vastgesteld en wordt het jaarlijks geïndexeerd. Het onderdeel huishoudelijke hulp wordt conform de meerjarige afspraak met 2,38% geïndexeerd, resulterend in een voorlopige uitkomst van 30,2 miljoen. Ook in 2013 zal de beschikbare index voor loon- en prijsontwikkelingen worden toegepast. Hiervoor wordt een voorlopig percentage van 2% gehanteerd. In de septembercirculaire 2013 volgt het definitieve percentage. Meicirculaire gemeentefonds 2013 33

Overzicht van het totale Wmo-budget in 2014 ( in miljoenen euro ) bedrag huishoudelijke verzorging huishoudelijke verzorging 1.268,0 volume-index 30,2 nominale index pm budgetkorting regeerakkoord -89,0 effect extramuralisering ZZP's (incidenteel) 53,7 maatwerkvoorziening 45,0 totaal 1.307,9 subsidieregelingen AWBZ diensten bij wonen met zorg 25,3 zorgvernieuwingsprojecten GGZ 7,4 coordinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzo 40,9 aanpassing bestaande ADL-clusters 3,1 collectieve GGZ-preventie 10,5 totaal 87,2 specifieke uitkeringen WVG dure woningaanpassingen 21,0 besluit bijdrage AWBZ gemeenten (Bbag) 23,0 totaal 44,0 uitvoeringskosten middelen uitvoeringskosten 74,0 structurele toevoeging o.g.v. rapport Cebeo 72,0 compensatie registratiekosten Wtcg 1,8 uitname ivm centralisatie CAK -16,4 totaal 131,4 totaal Wmo 1.570,486 6.3 Maatschappelijke opvang Sinds 2010 ontvangen 43 centrumgemeenten via de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg (MO/VB/OGGz) middelen ten behoeve van beleid op deze prestatievelden uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daaraan lag een nieuw verdeelmodel ten grondslag. Om de overgang van de oude naar de nieuwe verdeling geleidelijker te doen verlopen gold van 2010 2013 een overgangsschema. In 2014 is dat ten einde, de overgangsmiddelen worden vanaf dan toegevoegd aan het objectieve deel van het model. Een deel van de decentralisatie-uitkering, de zogeheten grensstrook, wordt niet verdeeld volgens de (objectieve) verdeelsleutel. De grensstrook bevat middelen die door gemeenten aan opvangvoorzieningen worden besteed, maar die mogelijk onder een ander wettelijk kader, zoals de AWBZ, kunnen worden gebracht. Als voor deze activiteiten een andere financieringsbron is gevonden kunnen de relevante middelen vrijvallen van de grensstrook Meicirculaire gemeentefonds 2013 34

om vervolgens via de objectieve verdeelsleutel te worden verdeeld. Als dat gebeurt, worden middelen die eerst geoormerkt aan een centrumgemeente werden uitgekeerd, voortaan verdeeld over alle 43 centrumgemeenten. In de periode tot 1 maart 2013 heeft opnieuw vrijval van de grensstrook plaatsgevonden. Ten opzichte van de meicirculaire 2012 valt aanvullend 1,3 miljoen vrij. Dit bedrag is verwijderd van de grensstrook en toegevoegd aan het objectieve deel van de verdeelsleutel. Tot slot zij vermeld dat Castricum vanaf 2014 bij centrumgemeente Alkmaar hoort en niet langer bij centrumgemeente Haarlem. De evaluatie van het verdeelmodel is met een jaar uitgesteld. Voornemen is om met ingang van 2015 te werken met een geëvalueerd model, waarbij de intentie is de grensstrook te beëindigen. In bijlage 12 is per centrumgemeente een overzicht opgenomen van de uitkering voor de jaren 2011 tot en met 2014. Ten opzichte van de septembercirculaire 2012 zijn de volumina van de maatstaven geactualiseerd. 6.4 Centra voor jeugd en gezin Ten opzichte van de septembercirculaire 2012 zijn de maatstaven geactualiseerd. Een overzicht van bedragen per gemeente treft u aan in bijlage 13. 6.5 Invoeringskosten decentralisatie jeugd Voor de invoeringskosten voor de decentralisatie jeugdzorg is in 2013 48 miljoen beschikbaar. In de septembercirculaire 2012 is de eerste tranche van 24 miljoen verdeeld en is aangekondigd dat het nog resterende bedrag van 24 miljoen in de meicirculaire 2013 wordt verdeeld. Het bedrag in 2013 is geheel beschikbaar voor gemeenten en wordt verdeeld op basis van het aantal jongeren (2/3e deel) en een vast bedrag voor iedere gemeente (1/3e deel). Een overzicht met de toekenning per gemeente in 2013 is opgenomen in bijlage 7. Voor 2014 is 16 miljoen beschikbaar. Aan gemeenten wordt 7,75 miljoen beschikbaar gesteld op basis van de verdeling als hierboven. Andere delen gaan naar provincies ( 1,95 miljoen), naar de drie WGR-plus regio s met jeugdzorgtaken ( 0,45 miljoen) en de transitiecommissie ( 0,75 miljoen). Voor onderzoek, congressen en andere ondersteunende activiteiten is 5,1 miljoen gereserveerd. Deze bedragen komen overeen met de bedragen die in 2013 beschikbaar zijn voor deze onderdelen. 6.6 Vrouwenopvang In paragraaf 6.16 van de junicirculaire 2012 is de ontwikkeling van een objectief verdeelmodel voor de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang aangekondigd. Het Meicirculaire gemeentefonds 2013 35

onderzoek loopt en naar verwachting wordt u in de septembercirculaire 2013 geïnformeerd over de nieuwe objectieve verdeling van de middelen. De omvang van het budget is niet onderwerp van het onderzoek, alleen de verdeling van het budget. De verdeling in 2014 is gelijk aan de verdeling in 2013 met de uitzondering dat Castricum niet langer onder centrumgemeente Haarlem, maar onder centrumgemeente Alkmaar valt. Zie bijlage 6. 6.7 Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches De Brede impuls combinatiefuncties richt zich op de realisatie van combinatiefuncties,inclusief buurtsportcoaches. Deze impuls betreft de bestaande Impuls brede scholen, sport en cultuur, een samenwerking van de ministeries van OCW en VWS, uitgebreid met de inzet van buurtsportcoaches vanuit het VWS-programma Sport en Bewegen in de Buurt. Op 13 februari 2012 is een Addendum op de bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur getekend. Het structurele karakter van de huidige Impuls brede scholen sport en cultuur, zoals verwoord in de Bestuurlijke Afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur van december 2007- inclusief de aanpassingen van oktober 2009 en juni 2011- blijft behouden. Daarnaast stelt het Ministerie van VWS oplopend extra middelen beschikbaar voor 1100 buurtsportcoaches, waardoor er maximaal 2900 fte combinatiefuncties kunnen worden gerealiseerd. In de komende jaren staat de kwaliteitsbevordering van de combinatiefuncties en buurtsportcoaches centraal, waarbij voor de laatste een verbreding naar andere sectoren geldt. Definitie van BSC Buurtsportcoaches zijn combinatiefunctionarissen met als specifieke opdracht het organiseren van een sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs. Er is altijd sprake van een combinatie met sport en bewegen. Voor de inzet van buurtsportcoaches gelden de volgende randvoorwaarden: o o o o Inzet van de buurtsportcoaches vindt plaats onder regie van de gemeenten. Van gemeenten wordt verwacht dat zij zich inspannen om buurtsportcoaches in dienst te (laten) nemen. Deze medewerkers organiseren een sport- en beweegaanbod in de buurt en zijn dus niet bedoeld voor de combinatie cultuur en onderwijs. De medewerkers maken een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren zoals, welzijn, zorg, gezondheid, bedrijven, bso/kinderopvang en onderwijs. Door in te zetten op deze verbinding kunnen de buurtsportcoaches tevens een bijdrage leveren aan lokale opgaven als het bevorderen van de gezondheid en de leefbaarheid. Meicirculaire gemeentefonds 2013 36

Buurtsportcoaches en veiligheid Buurtsportcoaches organiseren sportactiviteiten in de buurt, bij sportverenigingen, op speelveldjes en scholen. Deze professionals zijn bij uitstek degenen die sportief en respectvol gedrag uitdragen en het kinderen kunnen aanleren. Buurtsportcoaches kunnen jongeren en buurtbewoners meer betrekken bij sportactiviteiten en het creëren van een veilige sportomgeving. De achtergrond van de buurtsportcoaches is heel verschillend. Om meer verbinding tussen deze professionals te realiseren en kennisdeling tot stand te brengen, zal het ministerie van VWS een platform faciliteren ten behoeve van de buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen. Verder zullen de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation, daartoe in staat gesteld door VWS, de eerste helft van 2013, een bijscholingsmodule sportiviteit en respect opzetten om de buurtsportcoaches beter toe te rusten voor hun positieve inzet in de wijk. In 2013 doen 377 gemeenten mee aan de Brede impuls combinatiefuncties. Zij realiseren thans te voorzien 2.760,6 fte s. Het Rijk draagt hiertoe 55.212.080 (40%) bij en de gemeenten zorgen lokaal voor 82.818.120 (60%) cofinanciering. Voor meer informatie over deze Brede impuls combinatiefuncties en Buurtsportcoaches kunt u zich wenden tot het informatiepunt dat namens OCW, VWS, de VNG en de andere partners is ingesteld bij de Vereniging Sport en Gemeenten (André de Jeu, a.dejeu@sportengemeenten.nl, 070-3738055/8053). U kunt ook de website bezoeken: www.sportindebuurt.nl Een overzicht met de bedragen per gemeente is opgenomen in bijlage 8. 6.8 Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en Birk) De gemeente Dordrecht ontvangt in 2013 via de decentralisatie-uitkering nationale gebiedontwikkeling 15 miljoen ten behoeve van het project westelijke Dordtse oever in de Nota Ruimte. De gemeenten Rotterdam (project Hart van zuid; 265.000), Tilburg ( project Spoorzone 33.000) en Zaandam (project Inverdan 28.000) ontvangen alsnog het ingehouden btwdeel van de decentralisatie-uitkering 2012. In bijlage 10 staan de betreffende bedragen voor de jaren 2013 tot en met 2015. 6.9 Green Deal Ter uitvoering van de Green Deal met de gemeente Nijmegen wordt een bedrag van 2,5 miljoen toegekend als rijksbijdrage voor de aanleg van een warmtetranspotnet. Deze bijdrage dient ter dekking van uitgaven die niet onderhevig zullen zijn aan btw-heffing. De gemeente Amsterdam ontvangt 0,117 miljoen voor de tweede tranche van de Meicirculaire gemeentefonds 2013 37

decentralisatie Green Deal. 6.10 Bodemsanering Het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties wordt in de periode 2010 tot en met 2014 ten uitvoer gebracht door het Uitvoeringsprogramma. De Stuurgroep van het convenant is overeengekomen dat de projectmiddelen binnen het Uitvoeringsprogramma voor de jaren 2013 en 2014 voor 3 miljoen per jaar door de gemeenten gedragen zullen worden. Dit naar aanleiding van de wetwijziging van de Wet bodemsanering met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten. De bedragen per gemeente zijn opgenomen in bijlage 11. 6.11 Jeugdwerkloosheid Ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid stelt het Ministerie van SZW, zoals gemeld bij brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2013 (kenmerk 2013-20626), nog in 2013 een bedrag van 25 miljoen beschikbaar via een decentralisatie-uitkering. Dit bedrag is ten behoeve van de regionale plannen van aanpak alsmede de ondersteuning daarbij door de programmaraad. In het plan van het Ministerie van SZW komt dit tijdelijke bedrag ook in 2014 beschikbaar, per 2015 wordt de 25 miljoen weer uitgenomen. In de septembercirculaire 2013 volgt hierover meer informatie. 6.12 Werkgeversdienstverlening Het Ministerie van SZW stelt via een decentralisatie-uitkering voor iedere arbeidsmarktregio s een bedrag van 130.000,-- beschikbaar om meer werkzoekenden aan werk te helpen. De arbeidsmarktregio krijgt dit budget als minimaal twee gemeenten uit die regio samen met uitzendbureaus, het UWV en mogelijk SW-bedrijven de werkzoekendenbestanden beter inzichtelijk maken en de dienstverlening aan werkgevers verbeteren. Een kleine projectorganisatie beoordeelt de plannen van de arbeidsmarktregio s en ondersteunt na goedkeuring de regio s bij de uitvoering van hun project en organiseert bijeenkomsten voor projectleiders om kennis en ervaringen uit te wisselen. De projectorganisatie wordt aangestuurd door de Programmaraad, waarin VNG, UWV, Cedris en Divosa zitting hebben. Informatie over de wijze waarop dit moet gebeuren is verkrijgbaar via www.samenvoordeklant.nl. De toekenning van het budget wordt gepubliceerd in de septembercirculaire 2013. Meicirculaire gemeentefonds 2013 38

7 Financieel beleid 7.1 Redelijk peil 2014 De Financiële-verhoudingswet (Fvw) bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw, een bepaald redelijk peil hebben. Om dat te kunnen beoordelen moet duidelijk zijn welke eigen inkomsten daarbij worden betrokken en wat een redelijk peil is. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit: 1. de onroerende-zaakbelastingen (OZB); 2. de rioolheffingen; 3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten. Totaal WOZ-waarde woningen 2013 [1] Totaal WOZ-waarde niet woningen gebruikers 2013 [2] Totaal WOZ-waarde niet woningen eigenaren 2013 [3] Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde 2013 [4] Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen 2013 [5] Totaal onderdekking riolering 2013 [6] Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking reiniging/afvalstoffen en riool 2013 [7=4-5-6] Werkelijk gewogen landelijk gemiddelde percentage van de gecorrigeerde WOZ-waarde 2013 [8=(7/(1+2+3)*100] Percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar t [9=8*1,20] Op basis van bovenstaande formule is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2014 vastgesteld op 0,1651. Voor de berekening van het gemiddelde OZB-percentage wordt gebruik gemaakt van de gegevens van de Monitor inkomsten uit lokale heffingen. Voor de WOZ-waarden worden de gegevens gebruikt van het CBS die ook voor het gemeentefonds gehanteerd worden. Artikel 12-gemeenten moeten gedurende de hele looptijd van de aanvraag èn van de toekenning van de aanvullende uitkering blijven voldoen aan het jaarlijks in deze circulaire vastgestelde redelijk peil van de eigen inkomsten. Voor de huidige artikel 12-gemeenten kan hier door een bijzonder voorschrift van worden afgeweken. Uit vragen van gemeenten is in het verleden gebleken dat niet geheel duidelijk is op welke wijze het gewogen gemiddelde OZB-tarief ofwel het percentage voor de toelating tot artikel 12 van de eigen gemeente moet worden berekend. De berekening, zoals die hierboven is opgenomen, is niet bestemd voor gemeenten om het gemiddelde OZB-tarief in de eigen gemeente te berekenen, maar geeft inzicht in de wijze waarop het normtarief OZB voor de toelating tot artikel 12 door het Ministerie van BZK wordt berekend. Daarom is in de thans geldende handleiding artikel 12 de volgende passage opgenomen: Berekening gemiddelde OZB-tarief in een gemeente Het gewogen gemiddelde OZB-tarief ofwel het percentage voor de toelating tot artikel 12 moet op de volgende wijze worden berekend: Meicirculaire gemeentefonds 2013 39

(PEW x WW + PGNW x WNW + PENW x WNW) / (WW+WNW+WNW) waarbij: PEW = OZB-percentage eigenaar woning; PGNW = OZB-percentage gebruiker niet-woning; PENW = OZB-percentage eigenaar niet-woning; WW = waarde woningen; WNW = waarde niet-woningen. Indien de uitkomst van de berekening hoger is dan het landelijke gemiddelde OZB percentage voor toelating tot artikel 12, dan voldoet de gemeente aan dit onderdeel voor toelating. Hierbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat bij de riolering én de reiniging sprake is van maximaal 100% lastendekkendheid. Een eventuele onderdekking bij de reiniging en/of riolering moet worden gecompenseerd door een daarmee overeenkomende verhoging van het (gemiddelde) percentage WOZ-waarde. Voor de berekening van het gemiddelde OZB-percentage bij de toelating tot artikel 12 wordt uitgegaan van de WOZ-gegevens per 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft en de OZB-percentages van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Riool- en afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voor de onderdelen riolering, afvalstoffen en reiniging moet er sprake zijn van tarieven die resulteren in maximaal 100% lastendekkendheid. Dit uitgangspunt volstaat bij de beoordeling van de hoogte van deze heffingen of zij voldoen aan het redelijke peil. Van een minimumtarief per aansluiting is in dit verband dan ook geen sprake meer. Een eventuele onderdekking op de onderdelen riolering, afvalstoffen en reiniging moet gecompenseerd worden door extra baten uit de OZB boven de 120%. 7.2 Wetswijziging financieel toezicht en aanpassing Besluit begroting en verantwoording (BBV) Onlangs is een wijziging van de Gemeentewet en Provinciewet in het Staatsblad gepubliceerd ( stb. 2013-141), inzake een aantal wijzigingen met betrekking tot het financieel toezicht op gemeenten en provincies. De wijziging betreft in de eerste plaats dat in het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht het inzake de begroting bestaande begrip «evenwicht» in de wet nader is gepreciseerd, in die zin dat het een «structureel en reëel evenwicht» dient te zijn. Met het begrip «structureel evenwicht» wordt nadrukkelijker benoemd dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Indien dit niet het geval is wordt ook de meerjarenraming hierop getoetst. De term «reëel» heeft betrekking op de mate van realiteit van de (meerjaren-)ramingen. Dit deel van het wetsvoorstel is daarmee gericht op verbetering van de inzichtelijkheid van Meicirculaire gemeentefonds 2013 40

de begroting voor raden, provinciale staten en de toezichthouder, voor wat betreft het structurele en reële evenwicht. In de tweede plaats wordt een beperkte vermindering van de regel- en verantwoordingsdruk bewerkstelligd. Dit krijgt vorm doordat de mogelijkheid wordt geïntroduceerd om het preventieve toezicht in de loop van het jaar te beëindigen, bijvoorbeeld als het onder toezicht geplaatste orgaan (aanvullende-) maatregelen heeft genomen waardoor de begroting en/of meerjaren raming structureel en reëel in evenwicht is. Tevens wordt de mogelijkheid geschrapt voor het instellen van preventief toezicht énkel op grond van een tekort op de jaarrekening. De aanpassingen in het wijzigingsvoorstel van het BBV zijn deels nodig als nadere uitwerking van de wetswijzigingen, zodat raad cq staten en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Andere aanpassingen van het BBV zijn mede gebaseerd op een evaluatie van de financiële functie in gemeenten en provincies. Alle wijzigingen zijn gericht op een versterking van de deugdelijkheid en transparantie van de begroting en de meerjarenraming. In het bijzonder betreft het: het overzicht van de incidentele baten en lasten zal voortaan per programma moeten worden gegeven, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen.; Een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves moet worden opgenomen in beide toelichtingen; In de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting en op de meerjarenraming, zal naast de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd voortaan ook de motivering daarvan gegeven moet worden. Dit ter invulling van reëel evenwicht ; de lijst van verbonden partijen, en de informatie die ten minste over een verbonden partij opgenomen dient te worden, moet voortaan in de paragraaf verbonden partijen worden opgenomen. Dit was tot nu toe informatie die in de toelichting op de productenrealisatie moest worden opgenomen, maar die verplichting komt nu te vervallen. Daarbij dient gebruik te worden gemaakt van de meest actuele beschikbare (concept-) jaarrekeningcijfers van de verbonden partij; de paragraaf weerstandsvermogen zal worden gewijzigd in weerstandsvermogen en risicobeheersing ten einde bij onderwerpen waar risico s kunnen spelen inzicht te geven in mogelijke ontwikkelingen (scenario s), en welke (beleidsmatige) opties er zijn om mogelijke niet geraamde financiële consequenties zo goed mogelijk te beheersen mocht dat scenario zich gaan voordoen; De begrippen met betrekking tot resultaatbestemmen zijn aangepast; Meicirculaire gemeentefonds 2013 41

nieuwe bepalingen in verband met investeringen die worden bekostigd uit de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De aanleiding daarvoor is dat gebleken is dat de huidige regelgeving over de verslaggeving van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing en de daaraan gerelateerde lasten tot onduidelijkheden in fiscale procedures leidde. Meer gedetailleerde informatie over de aanpassing van het BBV is te vinden in bijlage 15. Het wijzigingsbesluit BBV is onlangs voor advies aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Na ommekomst van het advies zullen de wet en het wijzigingsbesluit BBV bij voorkeur gelijktijdig- in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het streven is er daarbij op gericht de inwerkingtreding plaats te laten vinden per 1 juli 2013. De gewijzigde Wet en Besluit zullen dan voor het eerst van toepassing zijn op de begroting, meerjarenraming en jaarstukken van het jaar 2014. In verband daarmee verzoek ik u bij de opstelling van de begroting 2014 daarmee rekening te houden. 7.3 Begrotingsanalyse De begrotingsanalyse maakt het mogelijk een gekozen gemeente te vergelijken met zichzelf en met een zelf samen te stellen selectiegroep van gemeenten met vergelijkbare structuurkenmerken (èn vergelijkbare opbouw van de algemene uitkering). Deze begrotingsanalyse wordt als een eerste toetsingskader gebruikt binnen artikel 12, de begrotingsscans en de herindelingsscans. Het is mogelijk de begrotingsanalyse te downloaden vanaf de website van de rijksoverheid: Begrotingsanalyse. 7.4 Begrotingsscans Sinds 1999 wordt door het Ministerie van BZK samen met de provincies aan gemeenten de mogelijkheid geboden een zogenoemde begrotingsscan te laten verrichten. In deze begrotingsscan wordt de analyse op basis van de door het ministerie beschikbaar gestelde database aangevuld met een beoordeling van de financiële positie van de gemeente door de provinciale toezichthouder en de financiële adviseur van het ministerie. Met ingang van 2012 worden alleen nog begrotingsscans uitgevoerd voor gemeenten die vanwege hun financiële positie onder preventief toezicht staan. In de scan wordt onderzocht welke maatregelen deze gemeenten kunnen nemen om hun financiële positie te verbeteren. Ook wordt ingegaan op de toetsingscriteria die bij een artikel 12-aanvraag worden gehanteerd. Zo moeten gemeenten om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering voldoen aan het redelijk peil van eigen inkomsten. In de scan wordt vastgesteld of een gemeente aan de norm hiervoor voldoet. De voor begrotingsscans beschikbare capaciteit is mede afhankelijk van het aantal artikel 12-aanvragen. Gemeentebesturen (raad of college van burgemeester en wethouders) die Meicirculaire gemeentefonds 2013 42

overwegen een begrotingsscan te laten uitvoeren, worden voor nadere informatie over onder andere de doelstelling en de procedure voor de aanvraag van een begrotingsscan verwezen naar het onderdeel De gemeentelijke financiële scan van de eerdergenoemde website. Daarin wordt ingegaan op de aard, de doelstelling, de werkwijze, de globale inhoud en de procedure van een gemeentelijke financiële scan, waaronder de begrotingsscan. Aanvragen voor een begrotingsscan voor het jaar 2013 moeten vóór 1 januari 2013 worden ingediend. Van de website van de rijksoverheid (begrotingsscans) kunt u de rapporten van uitgevoerde begrotingsscans downloaden. 7.5 Herindelingsscans Om de discussie en het herindelingsproces op lokaal niveau te faciliteren, heeft het Ministerie van BZK in 2006 in samenwerking met de provincies de herindelingsscan ontwikkeld. Een dergelijke scan kan op verzoek van alle gemeenten die betrokken zijn bij een herindelingsproces door de betrokken provincie worden uitgevoerd. Het Ministerie van BZK zorgt voor de beschikbaarstelling en het onderhoud van het databestand ten behoeve van de herindelingsscan. Met de herindelingsscan wordt beoogd gemeenten vroegtijdig een instrument in handen te geven waarmee gestuurd kan worden op bestuurlijke en financiële vraagstukken. Zo kunnen, mede aan de hand van de herindelingsscan, gerichte aandachtspunten voor het (financieel) beleid van de nieuw te vormen gemeente worden bepaald en wordt inzicht verkregen in de bouwstenen van de nieuw op te stellen begroting. Daarnaast kunnen gesignaleerde verbeterpunten en risico's beter worden aangepakt dan wel beheerst gedurende het fusieproces. Voor de herindelingsscan wordt uitgegaan van de nieuw te vormen (fictieve) gemeente. In aanvulling op een normale begrotingsscan zal in een herindelingsscan aandacht worden besteed aan: de effecten van de herindeling op de algemene uitkering van het gemeentefonds; het doel en de berekening van de (tijdelijke) verdeelmaatstaf herindeling en de duiding van mogelijke frictiekosten; de mogelijke effecten op de belastingen en de bijbehorende tarieven; de financiële positie van de afzonderlijke te fuseren gemeenten. Een herindelingsscan kan het hele jaar door worden aangevraagd bij de provincie. In verband met de beperkte capaciteit is het van belang hierover zo vroeg mogelijk afspraken te maken. De uitgevoerde herindelingsscans zijn eveneens te downloaden van de website van de rijksoverheid ( herindelingsscans). Meicirculaire gemeentefonds 2013 43

Meicirculaire gemeentefonds 2013 44

8 Overige mededelingen 8.1 Loon- en prijsontwikkeling Wij geven zoals gebruikelijk een indicatie van de loon- en prijsontwikkeling die van invloed is op de overheidsuitgaven. De gegevens zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (CPB). Het betreft macro-indicatoren die een beeld geven van de algemene trendmatige ontwikkeling. Zij zijn met de nodige terughoudendheid toe te passen op individueel gemeentelijk niveau. Tabel 8.1 geeft de twee loon- en prijsindicatoren die het CPB onderscheidt voor de overheidssector: de prijsmutaties van de netto materiële overheidsconsumptie (goederen en diensten) en van de lonen en salarissen. Daarnaast wordt de prijsmutatie van het bruto binnenlands product (pbbp) vermeld. Deze indicator is voor het gemeentefonds van belang, omdat zij door het Rijk op alle beleidsterreinen als deflator wordt gebruikt om de nominale uitgaven reëel te maken. De cijfers zijn ontleend aan de meest recente publicaties van het CPB. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de regelmatig bijgestelde prognoses op de website van het CPB (CPB), met name de rubriek het Centraal Economisch Plan 2013 (CEP2013). Tabel 8.1 Prijsmutaties per jaar 2011-2014 overheidsconsumptie 2011 2012 2013 2014 - netto materiële consumptie 1,1% 1,4% 2¾% 1¾% - lonen en salarissen 0,5% 2,0% ¾% 2% algemene prijsontwikkeling - prijsmutatie BBP 1 1,4% 1,1% 1,6% 1,6% Bron: CEP2013. 1 Bron vanaf 2012: Stabiliteitsprogramma 2013. De algemene uitkering wordt gebruikelijk in lopende prijzen weergegeven. Ook de uitkeringsfactor luidt dus in lopende prijzen. Voor een vertaling van de meerjarige uitkeringsfactor in constante prijzen verwijzen wij naar tabel 5.2.2 in deze circulaire. 8.2 Macronorm OZB De gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarief. De grondslag daarvoor is de WOZ waarde. Het beheersbaar houden van lokale lasten, betekent dat het product van OZB tarief en WOZ waarde voor het totaal van de gemeenten niet sterker dan de bestuurlijk overeengekomen zogeheten macronorm mag stijgen. De macronorm 2013 voor de OZB stijging is 3% (zonder correctie 2012). De bestuurlijke afspraak om de totale (landelijke) OZB stijging in 2013 te beperken tot 103.900.000 met een correctie van de overschrijding in 2012 van 7.700.000 is niet gehaald. Er is sprake Meicirculaire gemeentefonds 2013 45

van een overschrijding in 2012 èn in 2013 van tezamen 37.800.000. Deze overschrijding is besproken in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 22 mei 2013. Een en ander leidt ertoe dat a) het bedrag van de overschrijding in mindering wordt gebracht op wat in 2014 aan maximale stijging gerealiseerd mag worden en b) de systematiek van de macronorm geëvalueerd wordt. De macronorm 2014 betekent een OZB-stijging van maximaal 125.900.000 (= 3,5% over OZB opbrengst 2013, bron Coelo) zònder correctie van de overschrijding over de jaren 2012 en 2013. De maximale OZB stijging 2014 inclusief correctie overschrijding 2012-2013 komt daarmee uit op maximaal 125.900.000 -/- 37.800.000 = 88.100.000 (OZB stijging van 2,45%). Het streven is om in de septembercirculaire 2013 uitsluitsel te geven over de uitkomsten van de evaluatie macronorm als instrument om lokale lasten beheersbaar te houden. 8.3 Verdeelonderzoeken gemeentefondsclusters In 2010 is onderzoek naar aanleiding van het periodiek onderhoudsrapport 2010 (POR 2010) gestart. In dit periodiek onderhoudsrapport werd (opnieuw) geconstateerd dat een aantal clusters onevenwichtig is verdeeld over de gemeenten. Voor sommige gemeenten wordt op sommige clusters daardoor minder geld geraamd dan op grond van hun specifieke structuurkenmerken kan worden verwacht, terwijl voor andere gemeenten meer wordt geraamd dan kan worden verwacht op grond van de Financiëleverhoudingswet. Deze onevenwichtigheid wordt doorgaans aangeduid met de scheefheid van de verdeling. Deze scheefheid moet zoveel mogelijk recht worden getrokken omdat het uitgangspunt van de verdeling van het gemeentefonds kostenoriëntatie is. Onder kostenoriëntatie wordt verstaan dat bij de verdeling rekening wordt gehouden met verschillen in noodzakelijk uitgaven van gemeenten als gevolg van objectieve structuurkenmerken (bijvoorbeeld het aantal inwoners, oppervlakte, centrumfunctie van een gemeente of de bodemgesteldheid). Kostenverschillen als gevolg van eigen gemeentelijk beleid worden dan ook niet vergoed via het gemeentefonds. De opdracht van het onderzoek was om alle clusters nader te onderzoeken, om zo de verschillen in uitgavenniveaus te verklaren en kostenniveaus voor de gewenste taken uit te werken (de eerste fase). Daarna zouden nieuwe clusters en nieuwe ijkpunten worden vormgegeven zodat er een vernieuwd maatstavenstelsel voor het gemeentefonds zou zijn (de tweede fase). Hiermee zou voor het eerst in 15 jaar groot onderhoud aan het fonds worden gepleegd. De eerste fase van het onderzoek is afgerond in 2011. Uit deze eerste fase bleek dat inderdaad aanpassingen binnen het fonds gewenst waren om de onevenwichtigheden op te heffen. Bovendien zou het aantal clusters worden verminderd om in de ramingen beter aan te sluiten bij de gemeentelijke praktijk. De overkoepelende notitie en de achterliggende Meicirculaire gemeentefonds 2013 46

onderzoeken kunnen hier worden gedownload. In september 2011 hebben de fondsbeheerders een brief opgesteld en ter consultatie voorgelegd aan VNG, Rfv en vakdepartementen over de bevindingen uit de eerste fase van het onderzoek en de conclusies die zij hieraan wilden verbinden. Uit de reacties bleek dat er onvoldoende overeenstemming bestond over die conclusies. Hiernaast bleek meer tijd nodig te zijn voor de voorgenomen decentralisaties. Hierdoor is begin 2012 in het project een pauze ingelast. De pauze is benut voor een nadere gedachtevorming over de koers en een vervolg van het onderzoekstechnische deel, de tweede fase. Voor deze nieuwe koers geldt dat bij de herijking de bestaande uitgangspunten van de verdeling die sinds 1997 van toepassing zijn, zoveel mogelijk worden gecontinueerd. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in de Financiële-verhoudingswet. De toepassing hiervan is terug te vinden in de jaarlijkse periodieke onderhoudsrapportages van het gemeentefonds die sinds 1997 zijn verschenen. Het Rijk is niet van plan een normatieve weging in te voeren. Ook worden de vaste bedragen die thans naar de vier grote gemeenten gaan, (zoveel mogelijk) meegenomen in de verdeelformules. Op deze manier komt het fonds in de basis weer op orde. Daarmee is het geschikt om de verwachte toekomstige ontwikkelingen op basis van het Regeerakkoord zoals de decentralisaties, te kunnen verwerken. De tweede fase van het bovengenoemde onderzoek loopt nog en wordt naar verwachting ultimo 2013 afgerond. In deze fase worden enkele nadere onderzoeksvragen beantwoord voor de fysieke clusters en het cluster Openbare orde en veiligheid. Ook worden in deze fase nieuwe verdeelformules opgesteld. De verdeelformules per cluster geven een indicatie van de kosten (raming) volgens de fondsbeheerders per taakgebied. De herverdeeleffecten die optreden als gevolg van het nieuwe verdeelstelsel zijn vanuit het perspectief van een kostengeoriënteerde verdeling bedoelde herverdeeleffecten. De basisgegevens voor het onderzoek zijn gebaseerd op de gemeentelijke begrotingen 2010 (en de rekeningen 2008 en 2009). De beoogde invoering van het nieuwe verdeelstelsel is 2015. Er zit dus een aantal jaren tussen het moment van het besluit tot herijking en de invoering van het nieuwe verdeelmodel. Daarom hebben de fondsbeheerders in 2012 laten verkennen in hoeverre de scheefheden die werden geconstateerd in 2010, nog steeds actueel zijn op basis van de gemeentelijke begrotingen 2012. Dit onderzoek concludeert voor de periode 2010-2012 dat het mogelijk is de gegevens uit 2010 te gebruiken omdat de geconstateerde scheefheden ook in 2012 nog gelden. Het rapport kan hier worden gedownload. De fondsbeheerders blijven bij het beschikbaar komen van actuelere gegevens over de gemeentelijke begroting volgen of de gegevens uit 2010 nog steeds verantwoord kunnen worden gebruikt voor aanpassingen in het verdeelmodel per 2015. Meicirculaire gemeentefonds 2013 47

In overleg met de VNG hebben de fondsbeheerders afgesproken dat het gemeentefonds in 2015 integraal wordt herijkt. Mogelijk wordt het cluster Openbare orde en veiligheid een jaar later herijkt als gevolg van de op dit moment lopende evaluatie Wet op de veiligheidsregio s. De herijking moet drie resultaten opleveren: o geconstateerde scheefheden worden weggewerkt; o de clusterindeling wordt vereenvoudigd en meer toegesneden op de huidige en nieuwe taken van gemeenten; o het periodieke onderhoud van het gemeentefonds voor de toekomst wordt onderzocht. De herijking heeft geen betrekking op de verdeelmodellen van de decentralisaties en op de ontwikkeling van het deelfonds sociaal, zoals genoemd in de decentralisatiebrief van het kabinet. Er is wel veel aandacht voor een goede aansluiting tussen de decentralisaties, het deelfonds en de herijking. In 2013 worden deze onderdelen verder uitgewerkt en zullen voorstellen zoals gebruikelijk worden besproken met de VNG. Het is het streven om de definitieve voornemens uiterlijk bekend te maken in de meicirculaire 2014. Vanzelfsprekend zullen de voornemens tijdig met de gemeenten worden besproken. De vorm en de planning daarvan worden nog bepaald. 8.4 Maatstaf vast bedrag Een in het oog springend financieel effect van herindeling is het wegvallen van de vaste bedragen. Bij een fusie van bijvoorbeeld vier gemeenten vervalt drie maal het vaste bedrag of te wel structureel 1,2 miljoen. Het kabinet zal voor het einde van 2013 de mogelijkheden onderzoeken naar aanpassing van het vaste bedrag als prikkelwerking voor herindeling. In het onderzoek zullen in ieder geval de volgende punten meegenomen worden: De omvang van het vaste bedrag is in de kern bij de invoering van de Financiële-verhoudingswet in 1997 bepaald en sindsdien niet fundamenteel heroverwogen. Het onderzoek zal beginnen met onderzoek naar de kosten welke de omvang van het vaste bedrag bepalen. De effecten van afschaffing of verlaging van het vaste bedrag naar gemeentegrootteklasse. De effecten van afschaffing of verlaging van het vaste bedrag op de kostenoriëntatie van het gemeentefonds. De prikkelwerking voor herindeling die uitgaat van een verlaging of afschaffing van het vaste bedrag. Bij het onderzoek worden mede betrokken de bevindingen in het kader van de ontwikkeling van een deelfonds sociaal domein. Meicirculaire gemeentefonds 2013 48

8.5 Schatkistbankieren Eén van de maatregelen uit het Regeerakkoord van het kabinet is de invoering van het verplicht schatkistbankieren door decentrale overheden. Dit houdt in dat gemeenten, provincies, waterschappen en door hen op basis van de wet Gemeenschappelijke regelingen opgerichte openbare lichamen de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden met andere woorden hun overtollige middelen aanhouden in de schatkist. Middelen kunnen worden aangehouden via een rekening-courant of in één of meer deposito s. Middels een regeling van de betrokken ministers worden zaken omtrent de uitvoering vastgesteld. Het wetsvoorstel is op 8 februari 2013 verstuurd naar de Tweede Kamer. Invoering is voorzien uiterlijk eind 2013. In de Nieuwsbrief Schatkistbankieren en op www.schatkistbankieren.nl vindt u meer informatie. Daarnaast zullen medewerkers van het Agentschap van het Ministerie van Financiën uitleg en presentaties over schatkistbankieren geven op verschillende bijeenkomsten in het land. Deze presentaties worden gehouden op de Regiodagen van de NWB (4 juni en 6 juni), op bijeenkomsten van de waterschappen (7 juni) en de provincies (11 juni), op de BZK-regiodagen (20 juni, 27 juni en 4 juli) en bij het overleg van de 100.000+ gemeenten (14 juni). 8.6 Vaststelling decentralisatie- en integratie-uitkeringen In het Staatsblad 2013, 27 is het Besluit tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatieuitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2011) gepubliceerd. In dit besluit is de verdeling voor het jaar 2011 vastgelegd van een groot aantal decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (artikel 27) wordt voor het jaar 2009 vastgelegd. Na het opstellen van het besluit (2011) heeft nog een wijziging plaatsgevonden in de verdeling van het WMO-budget 2009. Deze wijziging is per abuis niet meegenomen in het besluit. Via een Besluit tot wijziging zal dit gecorrigeerd worden. Deze wijziging zal naar verwachting begin volgend jaar gepubliceerd worden. Het besluit is de formele afronding van het traject van totstandkoming van decentralisatie- en integratie-uitkeringen. U kunt het besluit vinden op de site van de overheid bij overheidsinformatie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/staatsblad. 8.7 Derivaten In de Kamerbrief van 26 april 2013 met als onderwerp derivaten in de (semi)publieke sector (Tweede Kamer 2012-2013, 33 489, nr. 9) is aangegeven dat voorstellen voor Meicirculaire gemeentefonds 2013 49

nadere regelgeving omtrent derivatengebruik in de (semi)publieke sector uitgewerkt zullen worden tot kabinetsbesluit. Hierbij is uitgegaan van het formuleren van overkoepelend beleid dat tegelijkertijd ruimte biedt voor sectorspecifieke invulling. De uitgangspunten in het te vormen kabinetsbesluit dienen in regelgeving voor decentrale overheden verwerkt te worden. De aanpassingen in regelgeving zijn onderwerp van ambtelijk- en bestuurlijk overleg met het Interprovinciaal Overleg, de Verenging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen en zullen naar verwachting nog dit jaar ter consultatie voorgelegd worden. 8.8 Wet Houdbare overheidsfinanciën Op 23 april 2013 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal met een ruime meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel houdbare overheidsfinanciën. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) stelt dat de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen. De wet kwantificeert deze gelijkwaardige inspanning echter niet, maar stelt dat deze wordt ingevuld door na aanvang van een nieuw kabinet in een bestuurlijk overleg een EMU-saldopad voor de gezamenlijke decentrale overheden af te spreken. Op 18 januari 2013 hebben het Rijk en de decentrale overheden een financieel akkoord gesloten. Onderdeel daarvan is genoemd saldopad voor de EMU-macronorm voor de gezamenlijke decentrale overheden (zie tabel 8.8). Tabel 8.8 2013 2014 2015 2016 2017 Ambitie voor EMU-saldo medeoverheden -0,5-0,3-0,3-0,2-0,2 gezamenlijk, in procenten bbp Afgesproken tekortnorm voor deze -0,5-0,5-0,5 (-0,4) (-0,3) kabinetsperiode, cf Wet Hof, in procenten bbp CPB-raming EMU-saldo decentrale overheden -0,4-0,3-0,3-0,2-0,2 In het financieel akkoord is onderscheid gemaakt tussen een genormeerd saldopad en een saldo-ambitie. Voor de ambitie is aangesloten bij de CPB-raming ten tijde van het Regeerakkoord, die laat zien waarop het saldo van de medeoverheden volgens de modellen van het CPB zou uitkomen door uitvoering van het Regeerakkoord. Bij de norm is daar bovenop een marge ingebouwd. Als de ambitie dus onverhoopt niet gerealiseerd wordt, hoeven de decentrale overheden niet direct maatregelen te nemen. In het voorjaars-bofv 2015 wordt bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de in tabel 8.8 geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. In het financieel akkoord is ook afgesproken dat deze kabinetsperiode van een sanctie wordt afgezien zolang er geen sanctie uit Europa volgt. 8.9 Krimpmaatstaf en paragrafen demografische ontwikkeling In opdracht van het ministerie van BZK is onderzoek gedaan naar het informatiegehalte van Meicirculaire gemeentefonds 2013 50

de paragrafen demografische ontwikkeling ook wel krimpparagrafen genoemd - die gemeenten op vrijwillige basis opnemen in hun begroting en jaarrekening. Het onderzoek richtte zich op de gemeenten die in aanmerking komen voor de tijdelijke krimpmaatstaf in het gemeentefonds (2011 tot en met 2015). Uit het onderzoek blijkt dat circa driekwart van deze gemeenten in zijn begroting en/ of jaarrekening een paragraaf demografische ontwikkeling opneemt. De paragrafen bevatten doorgaans veel beleidsinformatie, maar het informatiegehalte over de financiële gevolgen van bevolkingsdaling is in het onderzoek als matig tot onvoldoende beoordeeld. Met name in het licht van de voorgenomen evaluatie van de krimpmaatstaf in 2015. Om het financiële informatiegehalte te vergroten, roepen wij de betreffende gemeenten op in de paragrafen demografische ontwikkeling meer aandacht te besteden aan de financiële aspecten van bevolkingsdaling. Ook middels andere kanalen, zoals via de werkgroep Financiën van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling, zullen wij de uitkomst van het onderzoek onder de aandacht brengen. Meicirculaire gemeentefonds 2013 51

Meicirculaire gemeentefonds 2013 52

9 Bijlagen Meicirculaire gemeentefonds 2013 53

9.1 Bijlage 1 Verdeeltabellen 2013 en 2014 Meicirculaire gemeentefonds 2013 54

Tabel 1: Verdeeltabel 2013 (stand mei 2013; bedragen in in basis) maatstaven en b.p.e. 2013 wijzigingen bedragen per uitkeringsfactor stand sinds eenheid 2013 december 2012 december 2012 (deze circulaire) OZB (woningen eigenaar) -0,1005% -0,1005% OZB (niet woningen gebruiker) -0,1083% -0,1083% OZB (niet woningen eigenaar) -0,1343% -0,1343% inwoners 133,66 133,66 nieuwbouwwoningen 1.292,90 1.292,90 krimp 397,63 397,63 kernen met minstens 500 adressen 28.180,76 28.180,76 OZB waarde niet woningen (in mln) 312,00 312,00 jongeren 225,23 225,23 ouderen 83,55 83,55 ouderen 75-85 jaar 27,63 27,63 wadden, t/m 2500 inwoners 189,02 189,02 wadden, van 2501 t/m 7500 inwoners 147,72 147,72 wadden, vanaf 7501 inwoners 32,56 32,56 huishoudens met laag inkomen 86,84 86,84 huishoudens met laag inkomen (drempel) 364,87 364,87 bijstandsontvangers 1.474,39 1.474,39 ABW schaalnadeel 112.501,96 112.501,96 ABW schaalvoordeel 3.709,68 3.709,68 uitkeringsontvangers 108,72 108,72 minderheden 315,02 315,02 eenouderhuishoudens 147,72 147,72 klantenpotentieel lokaal 51,45 51,45 klantenpotentieel regionaal 15,48 15,48 leerlingen (V)SO 315,82 315,82 leerlingen VO 467,74 467,74 extra groei leerlingen VO 221,81 221,81 extra groei jongeren 169,94 169,94 land 32,83 32,83 land *% slechte grond -1,67-1,67 land *bodemfactor gemeente 31,35 31,35 binnenwater 41,84 41,84 buitenwater 23,10 23,10 oppervlak bebouwing 478,28 478,28 opp. bebouwing kern *bodemfactor kern 3.322,69 3.322,69 opp. beb. buitengebied *bf. buitengebied 1.646,31 1.646,31 woonruimten 178,49 178,49 woonruimten *bodemfactor kern 27,77 27,77 woonruimten *% slechte grond 25,84 25,84 opp. historische kernen, <40 ha 3.352,42 3.352,42 opp. historische kernen, 40-64 ha 7.027,02 7.027,02 opp. historische kernen, >64 ha 15.569,38 15.569,38 lengte historisch water 15,41 15,41 bewoonde oorden 1930 31,13 31,13 hist.woningen in bewoonde oorden 87,70 87,70 ISV (a) 14.824.166,19 14.824.166,19 ISV (b) 9.316.642,46 9.316.642,46 omgevingsadressendichtheid (OAD) 63,17 63,17 OAD *% slechte grond 0,21 0,21 oeverlengte * bodemfactor gemeente 7,15 7,15 oeverlengte *dichtheid *bf. gemeente 3,55 3,55 kernen 9.592,05 9.592,05 (voortzetting op de volgende bladzijde) Meicirculaire gemeentefonds 2013 55

Tabel 1: Verdeeltabel 2013 (stand mei 2013; bedragen in in basis) maatstaven en b.p.e. 2013 wijzigingen bedragen per uitkeringsfactor stand sinds eenheid 2013 december 2012 december 2012 (deze circulaire) kernen *bodemfactor buitengebied 14.910,99 14.910,99 bedrijfsvestigingen 114,54 114,54 vast bedrag voor iedere gemeente 1 276.226,36 276.226,36 vast bedrag voor Amsterdam 189.217.770,47 104.186,67 189.321.957,14 vast bedrag voor Rotterdam 109.868.360,21 109.868.360,21 vast bedrag voor Den Haag 81.418.324,67 81.418.324,67 vast bedrag voor Utrecht 45.061.771,28 45.061.771,28 vast bedrag Waddengemeenten 149.950,63 149.950,63 herindeling (per gemeente) 2.245.440,00 2.245.440,00 herindeling (per inwoner) 53,29 53,29 uitkeringsfactor 1,470-0,030 1,440 1 Vanaf 2006 ontvangt Baarle-Nassau twee maal het vaste bedrag. Meicirculaire gemeentefonds 2013 56

Tabel 2: Wijzigingen bedragen per eenheid verdeelmaatstaven per cluster (in ) alsmede wijzigingen uitkeringsfactor voor 2013 maatstaven wijzigingen algemene cluster ontwikmei mutaties zorg keling 2013 UB vast bedrag voor Amsterdam 104.186,67 104.186,67 uitkeringsfactor -0,030-0,029-0,001 Meicirculaire gemeentefonds 2013 57

Tabel 3: Verdeeltabel 2014 (stand mei 2013; bedragen in in basis) maatstaven en b.p.e. 2013 w ijzigingen bedragen per uitkeringsfactor stand volgens eenheid 2014 deze circulaire deze circulaire (deze circulaire) OZB (w oningen eigenaar) -0,1005% -0,0080% -0,1085% OZB (niet w oningen gebruiker) -0,1083% -0,0070% -0,1153% OZB (niet w oningen eigenaar) -0,1343% -0,0087% -0,1430% inw oners 133,66 0,19 133,85 nieuw bouw w oningen 1.292,90 1.292,90 krimp 397,63 397,63 kernen met minstens 500 adressen 28.180,76 28.180,76 OZB w aarde niet w oningen (in mln) 312,00 312,00 jongeren 225,23 225,23 ouderen 83,55 83,55 ouderen 75-85 jaar 27,63 27,63 w adden, t/m 2500 inw oners 189,02 189,02 w adden, van 2501 t/m 7500 inw oners 147,72 147,72 w adden, vanaf 7501 inw oners 32,56 32,56 huishoudens met laag inkomen 86,84-0,03 86,81 huishoudens met laag inkomen (drempel) 364,87-0,03 364,84 bijstandsontvangers 1.474,39-0,83 1.473,56 ABW schaalnadeel 112.501,96-90,73 112.411,23 ABW schaalvoordeel 3.709,68-3,49 3.706,19 uitkeringsontvangers 108,72-0,01 108,71 minderheden 315,02-15,28 299,74 eenouderhuishoudens 147,72 147,72 klantenpotentieel lokaal 51,45 51,45 klantenpotentieel regionaal 15,48 15,48 leerlingen (V)SO 315,82 315,82 leerlingen VO 467,74 7,67 475,41 extra groei leerlingen VO 221,81 221,81 extra groei jongeren 169,94 169,94 land 32,83 32,83 land *% slechte grond -1,67-1,67 land *bodemfactor gemeente 31,35 0,08 31,43 binnenw ater 41,84 0,08 41,92 buitenw ater 23,10 23,10 oppervlak bebouw ing 478,28 478,28 opp. bebouw ing kern *bodemfactor kern 3.322,69 3.322,69 opp. beb. buitengebied *bf. buitengebied 1.646,31 1.646,31 w oonruimten 178,49 178,49 w oonruimten *bodemfactor kern 27,77 27,77 w oonruimten *% slechte grond 25,84 25,84 opp. historische kernen, <40 ha 3.352,42 3.352,42 opp. historische kernen, 40-64 ha 7.027,02 7.027,02 opp. historische kernen, >64 ha 15.569,38 15.569,38 lengte historisch w ater 15,41 15,41 bew oonde oorden 1930 31,13 31,13 hist.w oningen in bew oonde oorden 87,70 87,70 ISV (a) 14.824.166,19 14.824.166,19 ISV (b) 9.316.642,46 9.316.642,46 omgevingsadressendichtheid (OAD) 63,17 63,17 OAD *% slechte grond 0,21 0,21 oeverlengte * bodemfactor gemeente 7,15 7,15 oeverlengte *dichtheid *bf. gemeente 3,55 3,55 kernen 9.592,05 9.592,05 (voortzetting op de volgende bladzijde) Meicirculaire gemeentefonds 2013 58

Tabel 3: Verdeeltabel 2014 (stand mei 2013; bedragen in in basis) maatstaven en b.p.e. 2013 w ijzigingen bedragen per uitkeringsfactor stand volgens eenheid 2014 deze circulaire deze circulaire (deze circulaire) kernen *bodemfactor buitengebied 14.910,99 14.910,99 bedrijfsvestigingen 114,54 114,54 vast bedrag voor iedere gemeente 1 276.226,36-2.322,13 273.904,23 vast bedrag voor Amsterdam 189.321.957,14-104.186,67 189.217.770,47 vast bedrag voor Rotterdam 109.868.360,21 109.868.360,21 vast bedrag voor Den Haag 81.418.324,67 81.418.324,67 vast bedrag voor Utrecht 45.061.771,28 45.061.771,28 vast bedrag Waddengemeenten 149.950,63 149.950,63 herindeling (per gemeente) 2.245.440,00 2.245.440,00 herindeling (per inw oner) 53,29 0,00 53,29 uitkeringsfactor 1,440 0,076 1,516 1 Vanaf 2006 ontvangt Baarle-Nassau tw ee maal het vaste bedrag. Meicirculaire gemeentefonds 2013 59

Tabel 4: Wijzigingen bedragen per eenheid verdeelmaatstaven per cluster (in ) alsmede wijzigingen uitkeringsfactor voor 2014 maatstaven wijzigingen algemene cluster cluster cluster cluster cluster cluster ontwikmei mutaties werk & zorg educatie wegen bevolkings- keling 2013 ink. inkomen en water zaken UB OZB (woningen eigenaar) -0,0080% -0,0080% OZB (niet woningen gebruiker) -0,0070% -0,0070% OZB (niet woningen eigenaar) -0,0087% -0,0087% inwoners 0,19 0,71-0,52 huishoudens met laag inkomen -0,03-0,03 huishoudens met laag inkomen (drempel) -0,03-0,03 bijstandsontvangers -0,83-0,83 ABW schaalnadeel -90,73-90,73 ABW schaalvoordeel -3,49-3,49 uitkeringsontvangers -0,01-0,01 minderheden -15,28-15,28 leerlingen VO 7,67 7,67 land *bodemfactor gemeente 0,08 0,08 binnenwater 0,08 0,08 vast bedrag voor iedere gemeente -2.322,13-2.322,13 vast bedrag voor Amsterdam -104.186,67-104.186,67 uitkeringsfactor 0,076 0,085-0,009 Meicirculaire gemeentefonds 2013 60

9.2 Bijlage 2 Overzicht van verdeeltabellen 2014, gegroepeerd naar cluster Meicirculaire gemeentefonds 2013 61

Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenhe voor het jaar 2014, gegroepeerd naar cluster (bedragen in in basis, stan mei 2013) bedragen per eenheid verdeelmaatstaven cluster eigen inkomsten -0,1085% -0,1153% -0,1430% -36,56 OZB (w oningen eigenaar) OZB (niet-w oningen gebruiker) OZB (niet-w oningen eigenaar) w oonruimten cluster w erk en inkomen 38,39 huishoudens met laag inkomen 53,49 1.348,99 huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstandsontvangers 112.411,23 ABW schaalnadeel 3.706,19 ABW schaalvoordeel 1,55 klantenpotentieel regionaal 16,12 uitkeringsontvangers -0,06 inw oners cluster maatschappelijke zorg 33,52 inw oners 37,64 jongeren 83,55 ouderen 27,63 3,55 226,06 124,57 bijstandsontvangers 92,59 uitkeringsontvangers 147,73 minderheden 2,48 klantenpotentieel lokaal 5,97 klantenpotentieel regionaal 1,73 land 1,41 binnenw ater 19,96 w oonruimten 13,91 omgevingsadressendichtheid 147,72 eenouderhuishoudens 1.949,72 kernen -177.567,75 vast bedrag Amsterdam -177.258,66 vast bedrag Rotterdam -127.918,63 vast bedrag Den Haag -59.512,80 vast bedrag Utrecht 9,31 leerlingen VO 18.107,49 vast bedrag voor iedere gemeente cluster educatie 1,63 inw oners 187,59 jongeren 81,30 315,82 huishoudens met laag inkomen (drempel) leerlingen (V)SO 466,10 leerlingen VO 109,50 minderheden 221,81 extra groei leerlingen VO 169,94 extra groei jongeren 1,67 klantenpotentieel regionaal 5,04 land 5,03 binnenw ater 4,91 omgevingsadressendichtheid 5.337,11 kernen (voortzetting op de volgende bladzijde) ouderen 75-85 jaar huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) Meicirculaire gemeentefonds 2013 62

bedragen per eenheid verdeelmaatstaven cluster sport, kunst & ontspanning 21,86 inw oners 36,09 klantenpotentieel lokaal 8,94 klantenpotentieel regionaal 0,82 w oonruimten 9.597,91 vast bedrag voor iedere gemeente cluster groen 24,34 inw oners 59,71 w oonruimten cluster VHROSV 44,87 huishoudens met laag inkomen 21,66 minderheden 2,80 land 2,72 binnenw ater 33,26 w oonruimten 14.824.166,19 ISV (a) 9.316.642,46 ISV (b) 10,76 omgevingsadressendichtheid 17.064,31 vast bedrag voor iedere gemeente 31.461.504,83 vast bedrag Amsterdam 22.409.733,46 vast bedrag Rotterdam 18.708.867,43 vast bedrag Den Haag 8.691.475,41 vast bedrag Utrecht cluster oudheid 3.352,42 opp. historische kernen, <40 ha 3.349,07 opp. historische kernen, 40-64 ha 3.355,72 opp. historische kernen, >64 ha 31,13 bew oonde oorden 1930 87,70 hist.w oningen in bew oonde oorden 0,69 w oonruimten cluster riolering -2,46 land -1,67 land * % slechte grond -20,56 w oonruimten 25,84 w oonruimten * % slechte grond 2,97 omgevingsadressendichtheid 0,21 OAD * % slechte grond cluster reiniging -5,48 inw oners -12,58 w oonruimten cluster w egen en w ater 17,12 inw oners 5,67 klantenpotentieel lokaal 16,48 land 31,43 land * bodemfactor gemeente 31,32 binnenw ater 15,16 buitenw ater 3.322,69 opp. bebouw ing kern * bodemfactor kern 1.646,31 opp. beb. buitengebied * bf. buitengebied 8,73 w oonruimten 27,77 w oonruimten * bodemfactor kern 3.677,95 opp. historische kernen, 40-64 ha 12.213,66 opp. historische kernen, >64 ha 15,41 lengte historisch w ater 18,43 omgevingsadressendichtheid 7,15 oeverlengte * bodemfactor gemeente 3,55 oeverlengte * dichtheid * bodemf. Gemeente 14.910,99 kernen * bodemfactor buitengebied 15,38 bedrijfsvestigingen -5.457,58 vast bedrag voor iedere gemeente (voortzetting op de volgende bladzijde) Meicirculaire gemeentefonds 2013 63

bedragen per eenheid verdeelmaatstaven cluster openbare orde -0,29 inw oners en veiligheid 28.180,76 kernen met minstens 500 adressen 312,00 w oz w aarde niet w oningen (in miljoenen) 1.292,90 nieuw bouw w oningen 3,99 6,43 huishoudens met laag inkomen (drempel) minderheden 1,08 klantenpotentieel lokaal 2,53 klantenpotentieel regionaal 2,07 land 2,04 binnenw ater 7,94 buitenw ater 107,89 opp. bebouw ing totaal 42,30 w oonruimten 15,47 omgevingsadressendichtheid 2.305,22 kernen 7,18 bedrijfsvestigingen 44.983,08 vast bedrag voor iedere gemeente 278.199,30 vast bedrag Amsterdam 3.885.389,03 vast bedrag Rotterdam 653.140,17 vast bedrag Den Haag 200.625,33 vast bedrag Utrecht cluster fysiek milieu 4,69 inw oners -0,81 klantenpotentieel regionaal 6,10 land -0,60 binnenw ater 370,39 opp. bebouw ing totaal 17,25 w oonruimten 1,73 omgevingsadressendichtheid 82,29 bedrijfsvestigingen 6.109,16 vast bedrag voor iedere gemeente cluster bevolkingszaken 8,51 inw oners 14,42 minderheden 10.765,53 vast bedrag voor iedere gemeente 366.450,57 vast bedrag Den Haag cluster bestuursorganen 11,72 inw oners 6,13 klantenpotentieel lokaal -4,37 klantenpotentieel regionaal 16,92 w oonruimten -5,01 omgevingsadressendichtheid 128.412,87 vast bedrag voor iedere gemeente -276.484,02 vast bedrag Amsterdam -361.606,38 vast bedrag Rotterdam -266.482,72 vast bedrag Den Haag -144.505,45 vast bedrag Utrecht (voortzetting op de volgende bladzijde) Meicirculaire gemeentefonds 2013 64

bedragen per eenheid verdeelmaatstaven cluster overig/ 16,29 inwoners algemene ondersteuning 397,63 krimp 189,02 wadden t/m 2500 inwoners 147,72 wadden 2500-7500 inwoners 32,56 wadden >7500 inwoners 48,55 woonruimten 1,07 land 9,69 bedrijfsvestigingen 44.321,46 vast bedrag voor iedere gemeente 157.932.118,11 vast bedrag Amsterdam 84.112.102,76 vast bedrag Rotterdam 62.084.267,85 vast bedrag Den Haag 36.373.688,79 vast bedrag Utrecht 149.950,63 vast bedrag Waddengemeenten 2.245.440,00 herindeling (per gemeente) 53,29 herindeling (per inwoner) Meicirculaire gemeentefonds 2013 65

9.3 Bijlage 3 Volumina maatstaven 2013-2018 Meicirculaire gemeentefonds 2013 66

Tabel 1 bevat de volumina van de voornaamste dynamische maatstaven van het gemeentefonds. Deze vormen de grondslag voor de ramingen van de uitkeringsbasis en de uitkeringsfactoren van de jaren 2013 tot en met 2018. Tabel 1 Volumina maatstaven 2013-2018 (ramingen mei 2013) Maatstaven 2013 2014 2015 - OZB 1.936.159.538.210 1.864.840.997.316 1.872.798.581.931 - inwoners 16.779.575 16.824.132 16.870.652 - jongeren 3.870.773 3.849.435 3.828.640 - ouderen 2.824.345 2.919.615 3.004.721 - ouderen 75-85 jaar 891.007 908.703 929.499 - huishoudens met een laag inkomen 2.292.750 2.298.888 2.305.026 - bijstandsontvangers 1 351.641 377.001 393.513 - uitkeringsontvangers 1.286.136 1.316.676 1.340.915 - minderheden 1.325.092 1.340.725 1.356.543 - eenouderhuishoudens 523.650 531.348 535.568 - leerlingen (V)SO (gewogen) 380.096 379.843 379.573 - leerlingen VO (gewogen) 722.007 730.761 739.621 - oppervlakte bebouwing totaal 108.598 111.148 113.808 - woonruimten 7.906.035 7.927.201 7.948.367 - omgevingsadressendichtheid 15.069.779 15.191.513 15.315.008 - bedrijfsvestigingen 1.101.128 1.154.223 1.209.878 Maatstaven 2016 2017 2018 - OZB 1.880.769.104.607 1.888.752.553.143 1.896.748.915.380 - inwoners 16.920.182 16.973.054 17.030.172 - jongeren 3.815.449 3.804.619 3.794.862 - ouderen 3.084.051 3.159.462 3.238.955 - ouderen 75-85 jaar 951.455 969.698 991.944 - huishoudens met een laag inkomen 2.311.165 2.317.303 2.323.441 - bijstandsontvangers 397.342 387.900 377.660 - uitkeringsontvangers 1.352.061 1.355.173 1.357.457 - minderheden 1.372.548 1.388.741 1.405.125 - eenouderhuishoudens 537.018 538.437 539.632 - leerlingen (V)SO (gewogen) 379.387 379.233 379.134 - leerlingen VO (gewogen) 748.588 757.664 766.850 - oppervlakte bebouwing totaal 116.494 119.246 122.067 - woonruimten 7.969.533 7.990.699 8.011.865 - omgevingsadressendichtheid 15.440.289 15.565.661 15.691.884 - bedrijfsvestigingen 1.273.054 1.336.771 1.403.177 1 De gegevens 2013 zijn gebaseerd op statline CBS gecorrigeerd voor administratieve vertragingen. Voor verdere jaren is gebruik gemaakt van de groeifactor stand septembercirculaire 2012. Doorgaans zijn voluminamutaties van jaar tot jaar gebaseerd op de groei van de aantallen inwoners en woonruimten. Tabel 2 geeft een overzicht van de geraamde procentuele groei van deze maatstaven in de jaren 2013 tot en met 2018. Tabel 2 Raming groeipercentages: inwoners en woonruimten 2013-2018 2013 2014 2015 2016 2017 2018 - inw oners 0,29% 0,27% 0,28% 0,29% 0,31% 0,34% - w oonruimten 0,70% 0,27% 0,27% 0,27% 0,27% 0,26% Meicirculaire gemeentefonds 2013 67

9.4 Bijlage 4 Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruiker Meicirculaire gemeentefonds 2013 68

Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers In het eerste jaar van de suppletie-uitkering (2006) wordt het herverdeeleffect van het afschaffen van het gebruikersdeel woningen van de OZB van individuele gemeenten (zowel een positief als een negatief herverdeeleffect) volledig verevend. Sinds 2006 wordt de suppletie-uitkering stapsgewijs afgebouwd. Het verloop van de suppletie-uitkering is afhankelijk van het verloop van het reële accres. Als het accres laag uitkomt, loopt de afbouw van de regeling trager. Mocht het accres in enig jaar op nul of lager uitkomen, dan staat de afbouw van de regeling dat jaar stil. Omdat het accres geen vaststaand gegeven is, zal ook de raming van het verloop van de suppletie-uitkering jaarlijks in de meicirculaire voor de komende vier jaar worden weergegeven. Afbouw suppletie-uitkering na 2006 Het tempo waarin de suppletie-uitkering wordt afgebouwd wordt zo bepaald dat geen enkele gemeente er in een jaar reëel op achteruit gaat ten opzichte van het vorige jaar. Door de afbouw van de suppletie-uitkering ontstaat voor de nadeelgemeenten (die een positieve suppletie-uitkering hebben) een nadelig effect. Dit nadelige effect kan per gemeente worden uitgedrukt in een percentage van de algemene uitkering van een gemeente. Als gevolg van het reële accres (dit is het nominale accres gecorrigeerd voor inflatie en de ontwikkeling van de uitkeringsbasis) ontstaat voor iedere gemeente een positief financieel effect dat ook is uitgedrukt in een percentage van de algemene uitkering van een gemeente. Door het tempo van de afbouw van de suppletie-uitkering zo aan te passen dat het nadelige effect van de afbouw in geen enkele gemeente groter is dan het positieve effect als gevolg van de toename van de algemene uitkering via het accres wordt bereikt dat geen enkele gemeente er reëel op achteruit gaat. Dit wordt toegelicht aan de hand van het voorbeeld waarin de gemeente Y wordt beschreven die bepalend is voor het tempo van de afbouw van de suppletie-uitkering in 2007. Die gemeente zit met andere woorden op de 0-lijn. In alle andere gemeenten is het reële accres groter dan het effect van de afbouw van de suppletie-uitkering. Voor deze gemeenten geldt dus dat er sprake is van vooruitgang. Het is mogelijk dat in andere jaren een andere gemeente bepalend is voor het tempo van de afbouw van de suppletie-uitkering als gevolg van diverse mogelijke ontwikkelingen (herindeling, sterke groei) in de gemeente Y. Meicirculaire gemeentefonds 2013 69

Suppletie-uitkering OZB Gemeente Bedrag 2014 en verder Gemeente Bedrag 2014 en verder Aa en Hunze -628 Bunschoten -53.925 Aalburg 8.229 Buren -34.818 Aalsmeer 44.341 Bussum -236.992 Aalten -71.159 Capelle aan den IJssel 74.664 Achtkarspelen 89.844 Castricum 130.949 Alblasserdam 22.667 Coevorden 116.435 Albrandswaard 26.159 Cranendonck 17.812 Alkmaar 23.076 Cromstrijen 16.160 Almelo 203.677 Cuijk -45.413 Almere 405.400 Culemborg 118.085 Alphen aan den Rijn 67.485 Dalfsen -79.391 Alphen-Chaam -5.595 Dantumadiel 11.060 Ameland -15.983 De Bilt 6.171 Amersfoort 685.615 De Marne -571 Amstelveen -39.673 De Ronde Venen -1.724 Amsterdam -1.977.830 De Wolden 30.640 Apeldoorn 443.491 Delft 287.917 Appingedam 70.574 Delfzijl 119.197 Arnhem 1.219.710 Den Helder 74.314 Assen 90.895 Deurne -5.442 Asten -34.155 Deventer 224.401 Baarle-Nassau 434 Diemen -37.446 Baarn -83.372 Dinkelland 69.627 Barendrecht 66.429 Doesburg 19.684 Barneveld -97.079 Doetinchem -30.070 Bedum 13.085 Dongen -24.635 Beek 48.366 Dongeradeel 2.012 Beemster -926 Dordrecht 272.072 Beesel -25.786 Drechterland -38.523 Bellingwedde 16.935 Drimmelen -64.562 Bergambacht 23.181 Dronten 50.484 Bergeijk -45.090 Druten 37.680 Bergen L -17.414 Duiven -15.893 Bergen NH -47.386 Echt-Susteren -43.497 Bergen op Zoom 7.125 Edam-Volendam -37.730 Berkelland 13.359 Ede 303.106 Bernheze -1.838 Eemnes -20.448 Bernisse 14.824 Eemsmond 124.771 Best -85.321 Eersel 15.853 Beuningen 7.911 Eijsden-Margraten -2.275 Beverwijk 12.544 Eindhoven -113.808 Binnenmaas -3.513 Elburg -47.935 Bladel -12.511 Emmen 648.773 Blaricum 84.940 Enkhuizen 85.608 Bloemendaal 151.769 Enschede 877.088 Boarnsterhim 23.810 Epe -81.395 Bodegraven-Reeuwijk 32.861 Ermelo -34.128 Boekel -9.824 Etten-Leur -13.882 Borger-Odoorn 101.184 Ferwerderadiel 24.124 Borne 24.142 Franekeradeel 44.443 Borsele 74.169 Gaasterlan-Sleat -479 Boskoop 55.015 Geertruidenberg -47.247 Boxmeer 25.795 Geldermalsen -19.834 Boxtel -21.976 Geldrop-Mierlo -79.094 Breda -69.833 Gemert-Bakel -13.643 Brielle 1.069 Gennep -33.594 Bronckhorst -117.740 Giessenlanden -51.861 Brummen -23.540 Gilze en Rijen -37.130 Brunssum 35.920 Goeree-Overflakkee -43.581 Bunnik 112.350 Goes 207.873 Meicirculaire gemeentefonds 2013 70

Meicirculaire gemeentefonds 2013 71

Suppletie-uitkering OZB Gemeente Bedrag 2014 en verder Gemeente Bedrag 2014 en verder Goirle -49.352 Kapelle 7.572 Gorinchem -36.880 Katw ijk -41.183 Gouda 265.802 Kerkrade 278.717 Graft-De Rijp -5.586 Koggenland -83.888 Grave 3.727 Kollumerland en Nw kruisl -5.045 Groesbeek -66.797 Korendijk -15.111 Groningen 791.557 Krimpen aan den IJssel 155.188 Grootegast 24.016 Laarbeek -45.316 Gulpen-Wittem 34.586 Landerd -38.372 Haaksbergen 43.427 Landgraaf 142.075 Haaren 27.306 Landsmeer 31.658 Haarlem 9.265 Langedijk -36.276 Haarlemmerliede Spaarnw 5.099 Lansingerland 60.670 Haarlemmermeer 469.062 Laren -40.355 Halderberge -24.173 Leek 42.800 Hardenberg 15.876 Leerdam 41.550 Harderw ijk -37.550 Leeuw arden 734.910 Hardinxveld-Giessendam 2.484 Leeuw arderadeel 41.373 Haren 45.241 Leiden 1.789.691 Harlingen 19.727 Leiderdorp 30.214 Hattem -450 Leidschendam-Voorburg 28.587 Heemskerk -17.974 Lelystad 476.760 Heemstede -23.976 Lemsterland 9.373 Heerde -68.949 Leudal -61.596 Heerenveen 94.988 Leusden -11.426 Heerhugow aard 54.069 Lingew aal -20.455 Heerlen 363.517 Lingew aard -34.128 Heeze-Leende -28.396 Lisse -36.453 Heiloo -105.172 Littenseradiel 23.828 Hellendoorn 27.479 Lochem -66.747 Hellevoetsluis -21.873 Loon op Zand -39.146 Helmond 279.556 Lopik -12.888 Hendrik-Ido-Ambacht 67.231 Loppersum 32.919 Hengelo O 212.319 Losser 12.897 Het Bildt 100.227 Maasdonk -26.478 Heumen -64.111 Maasdriel -11.963 Heusden -159.716 Maasgouw -29.856 Hillegom 537 Maassluis 2.875 Hilvarenbeek -15.632 Maastricht 419.594 Hilversum 32.170 Marum 3.981 Hof van Tw ente -13.015 Medemblik -53.774 Hollands Kroon 27.150 Meerssen 27.766 Hoogeveen 135.050 Menameradiel 15.947 Hoogezand-Sappemeer 110.826 Menterw olde 45.253 Hoorn 22.525 Meppel -9.570 Horst aan de Maas 122.946 Middelburg 57.522 Houten 117.734 Midden Drenthe 9.461 Huizen -226.368 Midden-Delfland 15.942 Hulst 4.330 Mill en Sint Hubert -645 IJsselstein -24.241 Millingen aan de Rijn 6.012 Kaag en Braassem -32.460 Moerdijk 80.879 Kampen 13.221 Molenw aard -1.869 Meicirculaire gemeentefonds 2013 72

Suppletie-uitkering OZB Gemeente Bedrag 2014 en verder Gemeente Bedrag 2014 en verder Montferland -94.424 Rensw oude -12.198 Montfoort U 14.783 Reusel-De Mierden 3.815 Mook en Middelaar 10.500 Rheden 130.190 Muiden -2.638 Rhenen 36.346 Naarden -47.631 Ridderkerk -3.768 Neder-Betuw e 56.697 Rijnw aarden -14.442 Nederlek 16.579 Rijnw oude 52.290 Nederw eert 40.949 Rijssen-Holten -15.830 Neerijnen -6.139 Rijsw ijk 39.959 Nieuw egein 81.311 Roerdalen 2.480 Nieuw koop 56.927 Roermond 101.932 Nijkerk -50.183 Roosendaal -28.764 Nijmegen 1.344.473 Rotterdam 2.559.647 Noord-Beveland 39.690 Rozendaal -476 Noordenveld -5.871 Rucphen -3.723 Noordoostpolder 35.294 Schagen 17.504 Noordw ijk 26.378 Schermer 10.962 Noordw ijkerhout -50.804 Scherpenzeel -5.604 Nuenen c.a. 72.085 Schiedam 68.229 Nunspeet -80.522 Schiermonnikoog 4.587 Nuth 14.369 Schijndel -74.143 Oegstgeest -26.844 Schinnen 4.019 Oirschot -35.842 Schoonhoven 1.077 Oisterw ijk -67.460 Schouw en-duiveland 28.716 Oldambt 268.362 's-gravenhage 510.511 Oldebroek -5.726 's-hertogenbosch 106.318 Oldenzaal 67.973 Simpelveld 42.393 Olst-Wijhe 59.890 Sint-Anthonis 14.965 Ommen 31.667 Sint-Michielsgestel -25.599 Onderbanken 25.492 Sint-Oedenrode -15.006 Oost Gelre -10.427 Sittard-Geleen 246.029 Oosterhout 39.880 Skarsterlan -29.804 Ooststellingw erf -29.465 Sliedrecht -26.257 Oostzaan 7.735 Slochteren 21.071 Opmeer -13.957 Sluis -13.940 Opsterland 32.982 Smallingerland 213.770 Oss -62.763 Soest -104.878 Oud-Beijerland 87.732 Someren -31.583 Oude IJsselstreek -66.165 Son en Breugel 25.547 Ouder-Amstel -18.812 Spijkenisse 122.677 Ouderkerk 29.229 Stadskanaal 68.450 Oudew ater -39.968 Staphorst -51.649 Overbetuw e -89.205 Stede Broec 4.990 Papendrecht -7.308 Steenbergen 2.474 Peel en Maas 4.628 Steenw ijkerland 36.518 Pekela 55.556 Stein 45.549 Pijnacker-Nootdorp 21.132 Stichtse Vecht -33.808 Purmerend 56.994 Strijen -10.751 Putten -69.188 Sudw est Fryslan 113.275 Raalte 2.520 Ten Boer 29.967 Reimersw aal 14.340 Terneuzen 119.780 Renkum 178.165 Terschelling -16.261 Meicirculaire gemeentefonds 2013 73

Suppletie-uitkering OZB Gemeente Bedrag 2014 en verder Gemeente Bedrag 2014 en verder Texel -97.082 Wierden -21.193 Teylingen -74.754 Wijchen -14.684 Tholen -19.062 Wijdemeren -14.803 Tiel -24.276 Wijk bij Duurstede 14.771 Tilburg -91.777 Winsum 59.917 Tubbergen 23.376 Wintersw ijk -16.997 Tw enterand 26.597 Woensdrecht -15.853 Tynaarlo -35.610 Woerden 68.890 Tytsjerksteradiel 119.005 Wormerland 22.413 Ubbergen -1.688 Woudenberg 14.961 Uden -13.836 Woudrichem -10.817 Uitgeest -14.907 Zaanstad 306.170 Uithoorn -13.936 Zaltbommel -5.325 Urk 28.711 Zandvoort 2.977 Utrecht 946.841 Zederik -17.055 Utrechtse Heuvelrug -4.357 Zeevang -2.314 Vaals -15.820 Zeew olde 59.666 Valkenburg aan de Geul 63.448 Zeist -105.115 Valkensw aard -16.417 Zevenaar -23.026 Veendam 38.563 Zoetermeer 801.010 Veenendaal -41.596 Zoeterw oude -3.496 Veere -25.739 Zuidhorn 22.478 Veghel -59.225 Zuidplas 52.122 Veldhoven -53.432 Zundert -46.227 Velsen 37.323 Zutphen -56.192 Venlo 471.913 Zw artew aterland 16.940 Venray 71.088 Zw ijndrecht 77.865 Vianen -79.293 Zw olle 349.799 Vlaardingen 192.935 Totaal 19.787.686 Vlagtw edde -1.785 Vlieland 4.439 Vlissingen 162.640 Vlist 18.041 Voerendaal -8.076 Voorschoten 37.532 Voorst -84.248 Vught 39.851 Waalre -50.084 Waalw ijk -50.658 Waddinxveen 17.095 Wageningen 103.695 Wassenaar 50.374 Waterland -18.133 Weert -29.774 Weesp -20.455 Werkendam -21.486 West Maas en Waal 6.431 Westerveld -15.943 Westervoort 9 Westland 4.651 Weststellingw erf 53.971 Westvoorne -28.897 Meicirculaire gemeentefonds 2013 74

9.5 Bijlage 5 Integratie-uitkering Wmo Meicirculaire gemeentefonds 2013 75

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Aa en Hunze 2.495.773 2.570.805 2.622.104 2.660.502 Aalburg 944.736 978.442 1.010.003 1.025.326 Aalsmeer 1.978.953 2.045.267 2.128.968 2.160.810 Aalten 2.854.306 2.958.382 2.979.757 3.024.636 Achtkarspelen 2.819.012 2.895.598 2.986.470 3.031.943 Alblasserdam 1.801.888 1.861.885 1.900.639 1.929.518 Albrandswaard 1.287.431 1.336.013 1.396.921 1.417.884 Alkmaar 8.422.411 8.721.769 8.879.959 9.012.274 Almelo 7.736.830 7.936.359 8.164.892 8.285.323 Almere 9.724.085 10.319.062 10.784.812 10.942.697 Alphen aan den Rijn 5.205.998 5.535.083 5.724.958 5.807.375 Alphen-Chaam 694.697 754.016 784.653 796.627 Ameland 275.800 289.973 301.823 306.396 Amersfoort 9.799.212 10.276.988 10.488.486 10.641.757 Amstelveen 6.919.795 7.054.874 7.203.183 7.310.391 Amsterdam 59.708.623 61.212.605 62.444.163 63.361.758 Anna Paulowna 955.233 Apeldoorn 14.938.932 15.426.669 15.728.179 15.955.936 Appingedam 1.810.550 1.893.904 1.912.531 1.941.213 Arnhem 13.037.310 13.901.586 14.181.393 14.385.519 Assen 6.083.751 6.322.572 6.466.942 6.559.509 Asten 1.187.966 1.275.163 1.309.667 1.329.440 Baarle-Nassau 715.996 752.101 776.830 788.695 Baarn 2.632.053 2.618.763 2.658.749 2.693.995 Barendrecht 2.508.241 2.697.125 2.813.927 2.856.075 Barneveld 3.221.763 3.453.878 3.535.435 3.588.551 Bedum 995.654 1.045.192 1.066.497 1.081.807 Beek 1.765.086 1.827.134 1.871.520 1.900.039 Beemster 654.534 672.889 694.638 704.833 Beesel 1.306.393 1.360.758 1.394.674 1.415.833 Bellingwedde 1.255.952 1.269.556 1.265.249 1.284.577 Bergambacht 668.183 741.859 795.145 807.248 Bergeijk 1.310.096 1.367.097 1.396.546 1.417.791 Bergen L 1.438.491 1.491.577 1.535.260 1.558.560 Bergen NH 2.705.267 2.841.636 2.892.690 2.935.772 Bergen op Zoom 6.907.603 7.177.387 7.316.107 7.424.700 Berkelland 4.325.903 4.500.995 4.601.076 4.670.907 Bernheze 2.165.356 2.234.072 2.304.957 2.339.865 Bernisse 877.894 945.311 981.371 996.353 Best 2.025.065 2.145.042 2.227.365 2.260.897 Beuningen 1.722.805 1.857.776 1.927.457 1.956.440 Beverwijk 4.014.376 4.070.299 4.166.065 4.229.488 Binnenmaas 2.177.776 2.313.280 2.402.130 2.438.798 Bladel 1.416.202 1.522.312 1.567.140 1.590.458 Blaricum 546.570 588.322 599.455 608.476 Bloemendaal 1.387.528 1.427.361 1.477.379 1.498.967 Boarnsterhim 1.470.523 1.610.749 1.682.746 1.708.368 Bodegraven-Reeuwijk 2.108.348 2.241.773 2.305.104 2.339.758 Boekel 657.725 691.110 706.633 717.252 Borger-Odoorn 2.660.144 2.732.055 2.758.424 2.800.484 Borne 1.843.275 1.956.720 1.985.531 2.015.642 Meicirculaire gemeentefonds 2013 76

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Borsele 1.760.103 1.852.629 1.890.115 1.918.859 Boskoop 1.035.322 1.104.872 1.134.972 1.152.073 Boxmeer 2.356.631 2.477.595 2.547.608 2.585.929 Boxtel 2.536.733 2.654.569 2.720.124 2.760.071 Breda 15.209.484 15.724.487 16.239.230 16.479.052 Brielle 1.079.418 1.149.719 1.198.733 1.216.538 Bronckhorst 3.721.927 3.862.431 3.914.352 3.973.809 Brummen 2.124.598 2.201.630 2.243.479 2.276.555 Brunssum 4.116.440 4.225.890 4.315.893 4.381.043 Bunnik 947.292 1.000.076 1.039.128 1.054.979 Bunschoten 1.151.799 1.201.425 1.207.386 1.225.684 Buren 1.660.555 1.712.331 1.748.695 1.775.335 Bussum 2.918.093 2.997.801 2.998.601 3.044.010 Capelle aan den IJssel 5.698.384 5.976.758 6.125.205 6.217.553 Castricum 2.701.053 2.865.529 2.931.308 2.975.655 Coevorden 3.992.850 4.094.056 4.148.667 4.211.549 Cranendonck 1.706.405 1.773.398 1.833.628 1.861.550 Cromstrijen 1.015.577 1.104.093 1.148.061 1.165.592 Cuijk 2.154.857 2.246.147 2.307.567 2.342.296 Culemborg 1.951.856 2.036.117 2.118.660 2.150.381 Dalfsen 2.155.193 2.233.786 2.307.844 2.342.856 Dantumadiel 2.245.658 2.310.048 2.336.160 2.371.327 De Bilt 3.780.049 3.829.255 3.914.753 3.973.765 De Marne 1.215.222 1.292.382 1.325.455 1.345.707 De Ronde Venen 2.541.267 2.706.980 2.795.762 2.837.909 De Wolden 2.253.340 2.359.593 2.410.555 2.447.162 Delft 8.341.650 8.582.549 8.691.202 8.821.285 Delfzijl 3.518.725 3.563.619 3.607.260 3.661.539 Den Helder 6.008.553 6.290.384 6.441.009 6.534.640 Deurne 2.712.430 2.834.157 2.917.034 2.959.414 Deventer 8.928.795 9.162.261 9.351.802 9.490.608 Diemen 1.803.304 1.856.129 1.907.661 1.936.803 Dinkelland 2.043.494 2.117.459 2.175.545 2.208.404 Dirksland 795.248 804.434 Doesburg 1.299.031 1.326.835 1.353.837 1.374.325 Doetinchem 5.764.504 5.959.924 6.071.571 6.160.908 Dongen 2.210.973 2.317.942 2.370.202 2.405.921 Dongeradeel 2.643.878 2.754.231 2.838.555 2.881.496 Dordrecht 11.476.419 11.873.422 12.108.465 12.288.498 Drechterland 1.230.941 1.298.130 1.331.852 1.351.984 Drimmelen 2.208.003 2.294.058 2.351.812 2.386.178 Dronten 2.751.339 2.948.928 3.022.226 3.067.554 Druten 1.391.364 1.474.460 1.530.441 1.551.755 Duiven 1.703.915 1.835.936 1.899.897 1.928.542 Echt-Susteren 3.510.703 3.612.291 3.706.542 3.760.591 Edam-Volendam 1.809.883 1.917.584 1.989.929 2.020.002 Ede 8.476.571 8.887.911 9.086.235 9.219.842 Eemnes 512.396 550.823 553.858 562.243 Eemsmond 1.842.330 1.920.994 1.990.369 2.020.729 Eersel 1.474.894 1.495.731 1.549.552 1.571.219 Eijsden-Margraten 2.060.002 2.159.756 2.220.839 2.254.713 Meicirculaire gemeentefonds 2013 77

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Eindhoven 21.953.334 22.514.917 22.905.447 23.240.420 Elburg 1.711.895 1.816.553 1.887.423 1.915.872 Emmen 13.264.918 13.530.172 13.784.570 13.991.271 Enkhuizen 1.673.754 1.718.606 1.770.723 1.797.584 Enschede 16.240.467 16.638.746 16.961.334 17.212.288 Epe 3.459.725 3.560.016 3.644.189 3.699.209 Ermelo 2.694.158 2.825.938 2.894.814 2.931.747 Etten-Leur 3.419.909 3.614.911 3.792.820 3.849.450 Ferwerderadiel 783.399 821.320 837.430 850.200 Franekeradeel 2.240.172 2.306.551 2.351.158 2.386.494 Gaasterlan-Sleat 1.041.001 1.078.796 1.116.039 1.133.042 Geertruidenberg 1.896.766 1.989.766 2.055.367 2.085.763 Geldermalsen 1.749.020 1.849.463 1.893.812 1.921.700 Geldrop-Mierlo 3.449.616 3.638.387 3.761.789 3.818.745 Gemert-Bakel 2.235.694 2.345.331 2.414.462 2.450.379 Gennep 1.861.281 1.930.688 1.987.163 2.011.330 Giessenlanden 847.427 906.244 945.918 960.284 Gilze en Rijen 2.069.793 2.163.419 2.253.903 2.288.088 Goedereede 989.448 1.022.796 Goeree-Overflakkee 4.670.040 4.739.672 Goes 4.177.776 4.279.224 4.372.412 4.436.776 Goirle 1.753.843 1.915.284 1.985.614 2.015.433 Gorinchem 3.395.001 3.505.055 3.600.671 3.654.713 Gouda 5.849.339 6.106.664 6.292.182 6.386.091 Graafstroom 492.978 527.486 Graft-De Rijp 426.732 452.470 468.125 475.264 Grave 1.095.482 1.121.588 1.144.684 1.159.406 Groesbeek 2.229.667 2.263.719 2.325.809 2.359.267 Groningen 14.875.939 15.261.541 15.523.449 15.750.107 Grootegast 1.056.137 1.122.288 1.132.389 1.149.570 Gulpen-Wittem 1.454.117 1.533.345 1.579.450 1.603.572 Haaksbergen 2.097.830 2.193.464 2.242.976 2.276.442 Haaren 1.151.732 1.196.756 1.238.714 1.254.129 Haarlem 13.371.665 13.649.145 13.894.156 14.101.655 Haarlemmerliede Spaarnw 363.713 398.491 410.359 416.623 Haarlemmermeer 7.979.542 8.522.202 8.829.213 8.958.748 Halderberge 2.860.952 2.930.217 3.003.609 3.049.290 Hardenberg 5.160.040 5.316.394 5.388.204 5.467.996 Harderwijk 3.823.227 3.978.691 4.052.728 4.113.139 Hardinxveld-Giessendam 1.511.297 1.549.282 1.584.977 1.609.096 Haren 1.742.952 1.800.061 1.844.033 1.870.870 Harenkarspel 1.055.840 1.106.980 Harlingen 1.761.272 1.818.632 1.840.007 1.867.577 Hattem 1.032.048 1.090.827 1.122.783 1.139.884 Heemskerk 3.665.319 3.785.080 3.871.645 3.928.651 Heemstede 2.406.285 2.448.539 2.503.863 2.539.021 Heerde 1.736.839 1.790.160 1.836.224 1.863.668 Heerenveen 4.717.919 4.803.541 4.934.278 5.008.247 Heerhugowaard 3.269.400 3.535.080 3.630.156 3.681.514 Heerlen 12.997.110 13.271.815 13.584.593 13.787.917 Heeze-Leende 1.290.195 1.338.455 1.401.328 1.419.712 Meicirculaire gemeentefonds 2013 78

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Heiloo 1.827.338 1.922.860 1.946.777 1.976.204 Hellendoorn 3.204.224 3.312.568 3.387.282 3.437.677 Hellevoetsluis 2.956.852 3.097.687 3.189.255 3.236.698 Helmond 7.439.113 7.808.942 8.055.771 8.175.597 Hendrik-Ido-Ambacht 1.750.475 1.816.859 1.848.673 1.876.735 Hengelo O 8.074.115 8.370.720 8.516.192 8.643.399 Het Bildt 1.106.761 1.129.058 1.144.975 1.162.246 Heumen 1.123.897 1.216.038 1.277.797 1.297.002 Heusden 3.322.766 3.504.120 3.623.886 3.678.558 Hillegom 1.758.227 1.820.865 1.863.702 1.891.747 Hilvarenbeek 1.040.537 1.121.487 1.158.260 1.175.772 Hilversum 8.144.822 8.325.656 8.417.556 8.543.898 Hof van Twente 3.366.366 3.507.167 3.582.217 3.636.167 Hollands Kroon 3.597.455 3.645.625 3.701.078 Hoogeveen 6.456.015 6.633.325 6.742.669 6.843.553 Hoogezand-Sappemeer 4.440.703 4.643.205 4.760.981 4.830.578 Hoorn 5.728.483 5.957.666 6.077.417 6.167.774 Horst aan de Maas 3.287.712 3.471.698 3.573.351 3.626.535 Houten 2.073.789 2.201.220 2.294.161 2.328.472 Huizen 3.312.802 3.409.631 3.497.068 3.548.939 Hulst 3.050.861 3.138.218 3.183.247 3.229.750 IJsselstein 2.196.112 2.318.669 2.402.302 2.438.568 Kaag en Braassem 1.637.886 1.740.056 1.809.505 1.837.060 Kampen 4.295.044 4.424.694 4.571.088 4.638.640 Kapelle 950.397 976.295 1.001.095 1.016.267 Katwijk 4.615.584 4.877.759 5.079.212 5.154.084 Kerkrade 6.693.881 6.858.928 7.009.394 7.114.698 Koggenland 1.372.899 1.447.542 1.474.718 1.497.087 Kollumerland en Nwkruisl 1.309.503 1.391.475 1.420.565 1.442.153 Korendijk 775.446 812.840 864.960 878.162 Krimpen aan den IJssel 2.345.943 2.522.414 2.598.758 2.638.435 Laarbeek 1.635.012 1.769.379 1.830.881 1.858.777 Landerd 1.097.957 1.138.113 1.190.527 1.208.388 Landgraaf 4.680.803 4.795.723 4.935.349 5.008.483 Landsmeer 778.186 823.688 849.797 862.725 Langedijk 1.485.728 1.606.916 1.668.230 1.693.468 Lansingerland 2.235.167 2.378.426 2.490.377 2.527.629 Laren 867.311 921.150 922.328 935.777 Leek 1.899.552 2.027.270 2.085.282 2.115.235 Leerdam 2.125.249 2.194.099 2.289.578 2.324.196 Leeuwarden 10.425.752 10.736.562 10.969.178 11.131.647 Leeuwarderadeel 1.021.355 1.064.443 1.094.785 1.110.937 Leiden 8.555.970 8.934.221 9.110.390 9.246.159 Leiderdorp 2.060.194 2.208.279 2.268.675 2.302.676 Leidschendam-Voorburg 7.341.598 7.594.242 7.792.611 7.909.726 Lelystad 5.267.004 5.555.194 5.693.474 5.778.063 Lemsterland 1.142.059 1.213.829 1.232.190 1.250.803 Leudal 2.865.850 3.048.902 3.133.246 3.180.542 Leusden 1.746.762 1.837.659 1.908.460 1.936.956 Liesveld 537.200 579.268 Lingewaal 703.101 764.695 800.776 812.986 Meicirculaire gemeentefonds 2013 79

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Lingewaard 3.413.661 3.578.628 3.685.541 3.740.888 Lisse 1.895.893 1.988.253 2.020.083 2.050.875 Littenseradiel 760.778 791.681 808.133 820.391 Lochem 3.178.834 3.311.062 3.371.024 3.420.950 Loon op Zand 2.078.122 2.174.967 2.236.905 2.270.781 Lopik 788.737 826.371 851.297 864.256 Loppersum 1.083.897 1.112.404 1.153.403 1.171.018 Losser 2.342.694 2.415.749 2.451.898 2.487.500 Maasdonk 740.263 780.337 815.991 828.425 Maasdriel 1.799.402 1.880.501 1.913.260 1.942.159 Maasgouw 2.613.841 2.727.955 2.778.836 2.817.669 Maassluis 3.049.922 3.130.472 3.171.430 3.219.270 Maastricht 13.981.207 14.445.903 14.690.752 14.908.562 Marum 820.917 844.227 855.247 868.245 Medemblik 3.153.426 3.317.691 3.379.702 3.429.658 Meerssen 1.839.773 1.947.510 1.988.188 2.018.477 Menameradiel 1.200.392 1.256.375 1.311.460 1.331.459 Menterwolde 1.235.954 1.280.096 1.333.414 1.353.754 Meppel 3.108.857 3.205.524 3.262.228 3.309.888 Middelburg 4.833.790 4.946.247 5.025.497 5.098.328 Middelharnis 1.768.419 1.847.173 Midden Drenthe 3.284.309 3.376.230 3.464.407 3.516.646 Midden-Delfland 950.671 1.029.116 1.019.027 1.034.577 Mill en Sint Hubert 987.056 1.025.054 1.061.114 1.077.236 Millingen aan de Rijn 569.431 579.843 598.760 607.895 Moerdijk 3.080.008 3.224.428 3.302.090 3.352.035 Molenwaard 1.707.033 1.733.025 Montferland 3.591.435 3.719.514 3.811.321 3.869.241 Montfoort U 711.413 788.810 807.011 819.300 Mook en Middelaar 601.894 641.575 667.050 677.063 Muiden 409.299 437.094 443.289 450.048 Naarden 1.181.922 1.227.854 1.228.911 1.247.275 Neder-Betuwe 1.743.494 1.799.771 1.831.659 1.859.209 Nederlek 1.232.895 1.284.111 1.309.618 1.329.509 Nederweert 1.405.464 1.482.077 1.522.996 1.546.129 Neerijnen 782.700 811.968 835.348 848.078 Niedorp 686.770 Nieuwegein 4.454.361 4.725.577 4.858.326 4.931.160 Nieuwkoop 1.722.171 1.867.136 1.953.125 1.980.162 Nieuw-Lekkerland 575.931 591.749 Nijkerk 2.731.065 2.897.932 2.988.460 3.033.076 Nijmegen 14.770.976 15.139.113 15.530.435 15.758.598 Noord-Beveland 770.318 780.873 787.717 799.743 Noordenveld 3.133.798 3.266.071 3.348.281 3.399.079 Noordoostpolder 3.530.329 3.625.835 3.686.396 3.741.340 Noordwijk 2.198.191 2.270.403 2.332.220 2.362.875 Noordwijkerhout 1.294.380 1.360.580 1.435.996 1.457.090 Nuenen c.a. 1.453.702 1.593.706 1.710.345 1.736.161 Nunspeet 2.321.033 2.402.990 2.486.293 2.522.946 Nuth 1.629.497 1.703.571 1.739.316 1.765.801 Oegstgeest 1.300.889 1.372.946 1.401.123 1.422.009 Meicirculaire gemeentefonds 2013 80

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Oirschot 1.206.944 1.287.106 1.333.902 1.354.134 Oisterwijk 2.322.921 2.409.508 2.502.878 2.540.157 Oldambt 5.625.353 5.761.732 5.844.306 5.932.425 Oldebroek 1.722.630 1.792.008 1.851.959 1.879.900 Oldenzaal 3.198.681 3.317.291 3.411.840 3.462.757 Olst-Wijhe 1.536.160 1.612.377 1.677.753 1.702.655 Ommen 1.496.825 1.559.196 1.600.314 1.624.485 Onderbanken 867.328 897.612 910.837 924.751 Oost Gelre 2.628.482 2.761.237 2.775.092 2.816.775 Oosterhout 4.764.564 5.035.382 5.165.101 5.242.970 Oostflakkee 992.558 1.015.007 Ooststellingwerf 2.898.770 2.964.317 3.051.871 3.097.625 Oostzaan 655.277 691.897 708.524 719.347 Opmeer 838.594 874.784 887.324 900.827 Opsterland 2.751.352 2.829.087 2.891.329 2.933.390 Oss 7.760.501 8.069.033 8.297.145 8.421.554 Oud-Beijerland 1.708.369 1.794.655 1.836.955 1.863.931 Oude IJsselstreek 4.311.189 4.449.225 4.529.989 4.598.129 Ouder-Amstel 908.721 947.506 944.450 958.844 Ouderkerk 604.037 610.228 635.009 644.704 Oudewater 685.656 714.959 741.498 752.809 Overbetuwe 3.135.767 3.289.973 3.378.463 3.429.665 Papendrecht 2.541.883 2.672.993 2.754.990 2.796.806 Peel en Maas 3.333.377 3.546.836 3.664.411 3.718.799 Pekela 1.830.647 1.851.790 1.902.392 1.931.296 Pijnacker-Nootdorp 2.245.986 2.404.958 2.541.057 2.577.105 Purmerend 7.424.215 7.619.443 7.844.383 7.959.571 Putten 1.947.870 2.043.355 2.089.913 2.121.552 Raalte 3.136.066 3.256.103 3.325.901 3.375.378 Reimerswaal 1.919.690 1.974.414 2.037.599 2.068.498 Renkum 3.430.205 3.529.586 3.589.939 3.642.763 Renswoude 243.399 248.791 257.472 261.387 Reusel-De Mierden 894.410 924.886 959.026 973.610 Rheden 5.480.013 5.629.938 5.753.634 5.840.788 Rhenen 1.565.931 1.650.866 1.695.589 1.720.397 Ridderkerk 4.935.491 5.133.633 5.207.264 5.286.228 Rijnwaarden 964.117 998.394 1.031.665 1.047.389 Rijnwoude 1.181.632 1.270.768 1.316.471 1.336.551 Rijssen-Holten 3.127.030 3.251.612 3.317.011 3.366.704 Rijswijk 6.031.926 6.156.433 6.232.750 6.327.600 Roerdalen 2.000.513 2.097.077 2.150.878 2.183.667 Roermond 6.088.146 6.307.535 6.442.565 6.538.741 Roosendaal 7.647.974 7.978.693 8.240.710 8.363.540 Rotterdam 64.053.563 65.513.362 66.959.363 67.946.668 Rozendaal 86.017 91.035 89.174 90.535 Rucphen 2.439.084 2.536.897 2.623.532 2.663.336 Schagen 1.754.344 1.824.675 3.797.020 3.853.798 Schermer 266.095 293.894 308.061 312.749 Scherpenzeel 674.645 690.213 716.263 727.175 Schiedam 7.755.317 7.943.805 8.129.314 8.251.922 Schiermonnikoog 130.382 145.342 146.539 148.781 Meicirculaire gemeentefonds 2013 81

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Schijndel 1.934.748 2.033.386 2.096.071 2.127.621 Schinnen 1.231.355 1.285.693 1.319.067 1.339.037 Schoonhoven 1.018.355 1.075.000 1.087.291 1.103.738 Schouwen-Duiveland 3.440.935 3.531.516 3.624.112 3.679.091 's-gravenhage 43.951.670 45.053.568 45.913.424 46.592.610 's-hertogenbosch 11.992.467 12.516.873 12.798.868 12.985.952 Simpelveld 1.176.665 1.233.818 1.277.276 1.296.244 Sint-Anthonis 922.162 972.997 1.004.828 1.019.409 Sint-Michielsgestel 2.230.887 2.304.962 2.358.517 2.392.508 Sint-Oedenrode 1.437.076 1.554.443 1.593.689 1.617.882 Sittard-Geleen 11.302.907 11.699.763 11.908.172 12.083.976 Skarsterlan 2.516.210 2.511.387 2.584.008 2.622.532 Sliedrecht 2.719.203 2.766.492 2.829.055 2.868.750 Slochteren 1.240.439 1.303.414 1.338.659 1.359.069 Sluis 2.925.255 2.985.166 3.053.567 3.099.822 Smallingerland 5.999.283 6.146.647 6.256.728 6.347.804 Soest 3.864.298 4.034.806 4.130.351 4.191.915 Someren 1.450.957 1.528.111 1.606.437 1.630.843 Son en Breugel 1.199.342 1.315.712 1.380.010 1.399.995 Spijkenisse 6.069.298 6.392.695 6.609.494 6.708.396 Stadskanaal 4.704.156 4.846.705 4.933.670 5.008.465 Staphorst 890.521 940.672 966.470 980.975 Stede Broec 1.618.558 1.719.270 1.766.102 1.792.386 Steenbergen 2.130.484 2.246.069 2.305.881 2.340.841 Steenwijkerland 4.722.162 4.797.033 4.857.156 4.930.529 Stein 2.700.888 2.794.767 2.882.222 2.925.712 Stichtse Vecht 4.194.151 4.411.182 4.526.368 4.594.650 Strijen 767.291 784.261 811.481 823.874 Sudwest Fryslan 7.719.168 8.002.020 8.153.135 8.274.733 Ten Boer 559.756 583.959 607.365 616.624 Terneuzen 6.244.564 6.487.025 6.641.420 6.741.344 Terschelling 375.613 398.154 418.743 425.066 Texel 1.206.641 1.229.432 1.267.648 1.286.702 Teylingen 2.189.909 2.303.252 2.377.381 2.412.717 Tholen 2.505.736 2.538.221 2.602.766 2.642.363 Tiel 3.199.011 3.409.092 3.511.282 3.562.705 Tilburg 19.116.972 19.674.366 20.235.108 20.528.151 Tubbergen 1.587.795 1.665.065 1.709.464 1.735.357 Twenterand 2.924.925 3.015.243 3.096.012 3.142.921 Tynaarlo 2.967.616 3.088.812 3.177.044 3.223.925 Tytsjerksteradiel 3.026.706 3.121.937 3.206.703 3.254.764 Ubbergen 1.017.316 1.073.004 1.099.876 1.116.167 Uden 3.294.322 3.471.738 3.580.773 3.634.110 Uitgeest 694.294 728.277 754.259 765.735 Uithoorn 2.137.624 2.202.511 2.270.743 2.304.994 Urk 639.325 711.514 727.473 738.179 Utrecht 19.009.780 19.501.014 19.846.696 20.133.945 Utrechtse Heuvelrug 4.182.395 4.386.647 4.463.296 4.528.223 Vaals 1.213.763 1.244.054 1.260.140 1.279.234 Valkenburg aan de Geul 2.076.220 2.109.107 2.152.988 2.185.594 Valkenswaard 3.088.646 3.242.687 3.345.731 3.396.212 Meicirculaire gemeentefonds 2013 82

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Veendam 3.535.640 3.682.664 3.783.686 3.840.505 Veenendaal 5.090.014 5.309.788 5.420.252 5.500.982 Veere 1.753.886 1.827.991 1.857.881 1.885.497 Veghel 2.850.061 2.972.926 3.055.952 3.101.734 Veldhoven 3.533.157 3.748.469 3.911.312 3.968.055 Velsen 6.289.021 6.464.755 6.621.003 6.720.594 Venlo 10.912.659 11.521.272 11.882.613 12.059.845 Venray 3.613.092 3.836.958 3.920.503 3.977.915 Vianen 1.478.057 1.570.204 1.604.989 1.629.422 Vlaardingen 8.251.575 8.424.947 8.509.875 8.638.574 Vlagtwedde 2.329.529 2.367.140 2.425.442 2.461.851 Vlieland 104.542 109.136 115.097 116.852 Vlissingen 5.276.199 5.461.155 5.541.403 5.624.766 Vlist 734.350 742.717 766.613 777.815 Voerendaal 1.238.128 1.283.538 1.330.591 1.350.911 Voorschoten 1.770.715 1.826.156 1.881.117 1.909.804 Voorst 2.250.286 2.342.525 2.394.454 2.428.269 Vught 2.130.765 2.212.844 2.277.861 2.309.810 Waalre 1.210.377 1.288.659 1.350.690 1.371.240 Waalwijk 4.384.808 4.603.854 4.713.174 4.784.050 Waddinxveen 1.969.967 2.079.615 2.147.385 2.179.749 Wageningen 2.360.118 2.443.043 2.509.306 2.546.549 Wassenaar 1.748.201 1.787.922 1.836.024 1.863.726 Waterland 1.224.931 1.283.241 1.318.313 1.338.434 Weert 4.733.293 4.982.914 5.136.896 5.213.774 Weesp 1.491.506 1.544.851 1.577.760 1.601.362 Werkendam 1.947.481 2.038.416 2.064.044 2.095.155 West Maas en Waal 1.500.931 1.543.255 1.587.642 1.611.588 Westerveld 2.157.248 2.204.669 2.242.761 2.276.335 Westervoort 1.135.385 1.215.323 1.252.763 1.271.809 Westland 7.119.272 7.587.021 7.849.885 7.964.369 Weststellingwerf 2.946.790 3.016.390 3.047.582 3.093.442 Westvoorne 1.028.712 1.144.680 1.158.243 1.175.767 Wierden 1.697.030 1.815.398 1.872.999 1.901.376 Wieringen 863.249 Wieringermeer 1.022.814 Wijchen 3.207.279 3.345.986 3.445.777 3.497.556 Wijdemeren 1.654.091 1.743.672 1.759.185 1.785.719 Wijk bij Duurstede 1.324.009 1.431.601 1.501.619 1.524.388 Winsum 1.116.574 1.168.384 1.190.624 1.208.375 Winterswijk 3.278.735 3.343.227 3.397.326 3.448.257 Woensdrecht 1.871.600 1.995.378 2.028.469 2.059.230 Woerden 3.200.172 3.405.965 3.522.542 3.575.323 Wormerland 1.238.669 1.317.417 1.343.932 1.364.467 Woudenberg 868.358 905.536 911.398 923.972 Woudrichem 1.106.041 1.159.662 1.199.662 1.217.777 Zaanstad 13.336.102 13.762.624 14.098.619 14.309.416 Zaltbommel 1.896.772 2.013.170 2.067.956 2.099.305 Zandvoort 2.042.431 2.077.342 2.115.693 2.146.930 Zederik 949.335 980.973 1.015.302 1.030.788 Zeevang 390.272 413.594 417.983 424.285 Meicirculaire gemeentefonds 2013 83

Integratie-uitkering Wmo Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Zeewolde 878.132 966.493 999.530 1.014.368 Zeist 5.434.336 5.683.035 5.779.194 5.858.939 Zevenaar 3.081.043 3.261.022 3.342.205 3.392.172 Zijpe 800.430 857.165 Zoetermeer 8.796.189 9.233.691 9.532.489 9.674.781 Zoeterwoude 641.747 690.877 697.044 705.889 Zuidhorn 1.422.128 1.492.830 1.535.191 1.558.080 Zuidplas 2.305.085 2.488.142 2.569.029 2.607.680 Zundert 2.141.333 2.230.507 2.300.194 2.334.309 Zutphen 4.710.163 4.900.745 4.960.935 5.034.574 Zwartewaterland 1.508.784 1.596.356 1.649.397 1.674.429 Zwijndrecht 4.597.893 4.794.316 4.928.415 5.003.066 Zwolle 9.397.622 9.671.857 9.904.912 10.049.073 Totaal 1.455.985.634 1.511.305.000 1.547.507.000 1.570.485.000 Meicirculaire gemeentefonds 2013 84

9.6 Bijlage 6 Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang Meicirculaire gemeentefonds 2013 85

Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang Gemeente Bedrag 2014 Alkmaar 2.068.818 Almere 1.920.488 Amersfoort 1.838.217 Amsterdam 8.561.116 Apeldoorn 2.444.173 Arnhem 5.697.212 Breda 6.330.661 Delft 1.793.581 Den Helder 963.174 Dordrecht 1.902.746 Ede 1.331.017 Eindhoven 2.767.738 Emmen 2.175.464 Enschede 3.179.767 Gouda 2.119.653 Groningen 3.914.620 Haarlem 2.667.457 Heerlen 1.353.518 Helmond 1.043.331 Hilversum 1.210.315 Leeuwarden 4.374.555 Leiden 4.241.835 Maastricht 2.602.986 Nijmegen 2.432.622 Rotterdam 6.055.321 's-gravenhage 5.424.457 's-hertogenbosch 3.266.643 Spijkenisse 1.311.682 Tilburg 5.089.612 Utrecht 5.347.421 Venlo 2.292.959 Vlaardingen 999.204 Vlissingen 1.765.193 Zaanstad 1.512.965 Zwolle 3.333.480 Totaal 105.334.001 Meicirculaire gemeentefonds 2013 86

9.7 Bijlage 7 Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Meicirculaire gemeentefonds 2013 87

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Aa en Hunze 71.175 13.877 Aalburg 56.738 11.062 Aalsmeer 87.090 16.980 Aalten 77.243 15.060 Achtkarspelen 81.979 15.983 Alblasserdam 68.482 13.352 Albrandswaard 76.508 14.917 Alkmaar 173.304 33.789 Almelo 153.732 29.973 Almere 401.625 78.304 Alphen aan den Rijn 154.796 30.180 Alphen-Chaam 47.327 9.227 Ameland 38.451 7.497 Amersfoort 309.573 60.357 Amstelveen 161.100 31.409 Amsterdam 1.146.755 223.581 Apeldoorn 279.695 54.532 Appingedam 49.966 9.742 Arnhem 258.592 50.417 Assen 147.535 28.765 Asten 58.888 11.481 Baarle-Nassau 40.976 7.989 Baarn 69.660 13.582 Barendrecht 123.479 24.075 Barneveld 142.164 27.718 Bedum 49.821 9.714 Beek 54.748 10.674 Beemster 46.577 9.081 Beesel 53.448 10.421 Bellingwedde 44.281 8.633 Bergambacht 50.578 9.861 Bergeijk 61.772 12.044 Bergen L 52.139 10.165 Bergen NH 74.068 14.441 Bergen op Zoom 130.886 25.519 Berkelland 104.137 20.303 Bernheze 84.580 16.490 Bernisse 50.540 9.854 Best 81.497 15.889 Beuningen 73.754 14.380 Beverwijk 95.246 18.570 het Bildt 50.724 9.890 De Bilt 101.000 19.692 Binnenmaas 76.814 14.976 Bladel 64.274 12.531 Blaricum 46.347 9.036 Bloemendaal 70.303 13.707 Boarnsterhim 66.485 12.962 Bodegraven-Reeuwijk 90.434 17.632 Boekel 50.540 9.854 Ten Boer 46.362 9.039 Meicirculaire gemeentefonds 2013 88

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Borger-Odoorn 71.436 13.928 Borne 69.209 13.494 Borsele 72.476 14.131 Boskoop 59.469 11.595 Boxmeer 77.541 15.118 Boxtel 81.941 15.976 Breda 303.551 59.183 Brielle 56.439 11.004 Bronckhorst 90.724 17.688 Brummen 64.963 12.666 Brunssum 70.609 13.767 Bunnik 57.311 11.174 Bunschoten 70.999 13.843 Buren 75.896 14.797 Bussum 89.814 17.511 Capelle aan den IJssel 135.331 26.385 Castricum 85.766 16.722 Coevorden 88.842 17.321 Cranendonck 62.966 12.276 Cromstrijen 51.963 10.131 Cuijk 72.782 14.190 Culemborg 81.635 15.916 Dalfsen 81.015 15.795 Dantumadiel 64.228 12.522 Delft 149.914 29.229 Delfzijl 69.760 13.601 Deurne 82.147 16.016 Deventer 194.850 37.990 Diemen 69.309 13.513 Dinkelland 78.436 15.293 Doesburg 50.456 9.837 Doetinchem 122.729 23.928 Dongen 73.004 14.233 Dongeradeel 73.456 14.322 Dordrecht 219.150 42.727 Drechterland 65.062 12.685 Drimmelen 73.058 14.244 Dronten 104.787 20.430 Druten 63.884 12.455 Duiven 77.549 15.120 Echt-Susteren 73.976 14.423 Edam-Volendam 82.683 16.121 Ede 226.174 44.097 Eemnes 48.283 9.414 Eemsmond 58.260 11.359 Eersel 60.119 11.721 Eijsden-Margraten 68.865 13.427 Eindhoven 336.161 65.541 Elburg 73.693 14.368 Emmen 199.479 38.892 Enkhuizen 60.571 11.809 Meicirculaire gemeentefonds 2013 89

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Enschede 266.619 51.982 Epe 81.558 15.901 Ermelo 73.463 14.323 Etten-Leur 100.900 19.672 Ferwerderadiel 48.398 9.436 Franekeradeel 66.654 12.995 Gaasterlan-Sleat 49.002 9.554 Geertruidenberg 66.118 12.891 Geldermalsen 79.829 15.564 Geldrop-Mierlo 93.150 18.161 Gemert-Bakel 79.492 15.498 Gennep 59.086 11.520 Giessenlanden 57.985 11.305 Gilze en Rijen 74.641 14.553 Goeree-Overflakkee 112.117 21.859 Goes 87.174 16.996 Goirle 68.819 13.418 Gorinchem 89.852 17.518 Gouda 152.164 29.667 Graft-De Rijp 43.203 8.423 Grave 52.537 10.243 's-gravenhage 834.815 162.763 Groesbeek 58.735 11.451 Groningen 255.149 49.746 Grootegast 55.353 10.792 Gulpen-Wittem 49.989 9.746 Haaksbergen 72.201 14.077 Haaren 54.350 10.597 Haarlem 265.570 51.778 Haarlemmerliede Spaarnw 41.274 8.047 Haarlemmermeer 290.873 56.711 Halderberge 75.047 14.632 Hardenberg 139.815 27.260 Harderwijk 112.484 21.931 Hardinxveld-Giessendam 65.376 12.746 Haren 61.917 12.072 Harlingen 57.556 11.222 Hattem 52.438 10.224 Heemskerk 92.262 17.988 Heemstede 76.003 14.818 Heerde 61.818 12.053 Heerenveen 101.314 19.753 Heerhugowaard 128.583 25.070 Heerlen 142.646 27.811 Heeze-Leende 56.049 10.928 Heiloo 68.597 13.374 Den Helder 114.573 22.338 Hellendoorn 92.102 17.957 Hellevoetsluis 92.071 17.951 Helmond 186.189 36.301 Hendrik-Ido-Ambacht 86.317 16.829 Meicirculaire gemeentefonds 2013 90

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Hengelo O 164.130 32.000 's-hertogenbosch 249.748 48.693 Heumen 60.196 11.736 Heusden 102.438 19.972 Hillegom 64.595 12.594 Hilvarenbeek 57.028 11.119 Hilversum 166.525 32.467 Hof van Twente 88.674 17.289 Hollands Kroon 112.423 21.919 Hoogeveen 124.260 24.227 Hoogezand-Sappemeer 85.300 16.631 Hoorn 151.207 29.481 Horst aan de Maas 100.059 19.508 Houten 126.402 24.644 Huizen 98.001 19.107 Hulst 71.696 13.978 IJsselstein 95.958 18.709 Kaag en Braassem 74.259 14.478 Kampen 129.524 25.253 Kapelle 55.406 10.802 Katwijk 145.171 28.304 Kerkrade 88.161 17.189 Koggenland 71.581 13.956 Kollumerland en Nwkruisl 54.029 10.534 Korendijk 50.548 9.855 Krimpen aan den IJssel 80.701 15.734 Laarbeek 67.526 13.165 Landerd 58.138 11.335 Landgraaf 81.076 15.807 Landsmeer 48.627 9.481 Langedijk 79.638 15.527 Lansingerland 147.244 28.708 Laren 48.543 9.464 Leek 65.429 12.757 Leerdam 67.541 13.168 Leeuwarden 168.583 32.868 Leeuwarderadeel 49.255 9.603 Leiden 189.525 36.951 Leiderdorp 76.019 14.821 Leidschendam-Voorburg 136.655 26.643 Lelystad 166.188 32.401 Lemsterland 55.781 10.876 Leudal 86.134 16.793 Leusden 81.099 15.812 Lingewaal 51.053 9.954 Lingewaard 110.411 21.527 Lisse 67.794 13.218 Littenseradiel 52.529 10.242 Lochem 83.035 16.189 Loon op Zand 67.625 13.185 Lopik 59.010 11.505 Meicirculaire gemeentefonds 2013 91

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Loppersum 49.140 9.581 Losser 68.222 13.301 Maasdonk 51.320 10.006 Maasdriel 72.514 14.138 Maasgouw 63.593 12.399 Maassluis 80.923 15.777 Maastricht 164.184 32.011 De Marne 48.038 9.366 Marum 50.341 9.815 Medemblik 105.881 20.643 Meerssen 59.393 11.580 Menameradiel 55.988 10.916 Menterwolde 51.489 10.039 Meppel 88.245 17.205 Middelburg 107.634 20.985 Midden-Delfland 64.940 12.661 Midden Drenthe 85.529 16.675 Mill en Sint Hubert 49.714 9.693 Millingen aan de Rijn 41.764 8.143 Moerdijk 90.242 17.594 Molenwaard 92.408 18.017 Montferland 85.177 16.607 Montfoort U 58.184 11.344 Mook en Middelaar 44.541 8.684 Muiden 43.233 8.429 Naarden 65.919 12.852 Neder-Betuwe 78.092 15.225 Nederlek 54.236 10.574 Nederweert 57.556 11.222 Neerijnen 54.871 10.698 Nieuwegein 123.869 24.151 Nieuwkoop 76.210 14.859 Nijkerk 105.881 20.643 Nijmegen 251.140 48.964 Noord-Beveland 42.728 8.331 Noordenveld 80.135 15.624 Noordoostpolder 118.674 23.138 Noordwijk 69.263 13.504 Noordwijkerhout 57.212 11.155 Nuenen c.a. 66.761 13.016 Nunspeet 80.793 15.752 Nuth 52.820 10.298 Oegstgeest 71.742 13.987 Oirschot 61.588 12.008 Oisterwijk 71.994 14.037 Oldambt 87.220 17.005 Oldebroek 72.660 14.166 Oldenzaal 86.164 16.799 Olst-Wijhe 62.116 12.111 Ommen 60.640 11.823 Onderbanken 43.103 8.404 Meicirculaire gemeentefonds 2013 92

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Oost Gelre 83.203 16.222 Oosterhout 115.048 22.431 Ooststellingwerf 72.683 14.171 Oostzaan 47.281 9.218 Opmeer 52.132 10.164 Opsterland 84.007 16.379 Oss 167.191 32.597 Oud-Beijerland 72.805 14.195 Oude IJsselstreek 95.040 18.530 Ouder-Amstel 54.450 10.616 Ouderkerk 47.097 9.182 Oudewater 49.760 9.702 Overbetuwe 117.205 22.851 Papendrecht 85.055 16.583 Peel en Maas 99.531 19.405 Pekela 51.588 10.058 Pijnacker-Nootdorp 135.821 26.481 Purmerend 155.201 30.259 Putten 74.955 14.614 Raalte 92.438 18.023 Reimerswaal 75.927 14.803 Renkum 78.941 15.391 Renswoude 42.453 8.277 Reusel-De Mierden 52.047 10.148 Rheden 94.359 18.397 Rhenen 66.302 12.927 Ridderkerk 95.353 18.591 Rijnwaarden 49.645 9.679 Rijnwoude 63.463 12.373 Rijssen-Holten 106.578 20.779 Rijswijk 92.109 17.958 Roerdalen 60.448 11.785 Roermond 113.456 22.120 De Ronde Venen 103.846 20.247 Roosendaal 150.695 29.381 Rotterdam 957.035 186.592 Rozendaal 35.062 6.836 Rucphen 60.793 11.853 Schagen 108.605 21.175 Schermer 41.925 8.174 Scherpenzeel 50.640 9.873 Schiedam 148.583 28.969 Schiermonnikoog 33.868 6.603 Schijndel 69.140 13.480 Schinnen 50.249 9.797 Schoonhoven 52.231 10.183 Schouwen-Duiveland 81.589 15.907 Simpelveld 46.730 9.111 Sint-Anthonis 51.871 10.113 Sint-Michielsgestel 79.339 15.469 Sint-Oedenrode 61.719 12.033 Meicirculaire gemeentefonds 2013 93

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Sittard-Geleen 158.093 30.823 Skarsterlan 80.020 15.601 Sliedrecht 73.387 14.308 Slochteren 58.849 11.474 Sluis 63.241 12.330 Smallingerland 125.308 24.431 Soest 107.159 20.893 Someren 60.938 11.881 Son en Breugel 60.119 11.721 Spijkenisse 140.075 27.310 Stadskanaal 82.109 16.009 Staphorst 68.811 13.416 Stede Broec 68.597 13.374 Steenbergen 66.891 13.042 Steenwijkerland 103.265 20.133 Stein 66.263 12.919 Stichtse Vecht 136.808 26.673 Strijen 45.375 8.847 Sudwest Fryslan 173.373 33.802 Terneuzen 112.071 21.850 Terschelling 39.079 7.619 Texel 53.501 10.431 Teylingen 95.453 18.610 Tholen 80.013 15.600 Tiel 104.045 20.286 Tilburg 339.879 66.266 Tubbergen 72.032 14.044 Twenterand 94.902 18.503 Tynaarlo 85.583 16.686 Tytsjerksteradiel 86.294 16.825 Ubbergen 46.447 9.056 Uden 98.758 19.255 Uitgeest 55.949 10.908 Uithoorn 81.023 15.797 Urk 84.733 16.520 Utrecht 519.255 101.238 Utrechtse Heuvelrug 109.279 21.306 Vaals 43.593 8.499 Valkenburg aan de Geul 52.583 10.252 Valkenswaard 74.955 14.614 Veendam 75.514 14.723 Veenendaal 147.780 28.812 Veere 67.013 13.065 Veghel 95.086 18.539 Veldhoven 99.554 19.410 Velsen 137.856 26.878 Venlo 177.765 34.659 Venray 101.681 19.825 Vianen 65.039 12.681 Vlaardingen 135.805 26.478 Vlagtwedde 55.360 10.793 Meicirculaire gemeentefonds 2013 94

Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugd(zorg) Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Vlieland 34.113 6.651 Vlissingen 94.565 18.437 Vlist 48.819 9.518 Voerendaal 49.522 9.655 Voorschoten 74.152 14.457 Voorst 68.819 13.418 Vught 74.244 14.475 Waalre 60.311 11.759 Waalwijk 102.630 20.010 Waddinxveen 73.754 14.380 Wageningen 78.406 15.287 Wassenaar 75.254 14.672 Waterland 58.398 11.386 Weert 102.875 20.057 Weesp 59.515 11.604 Werkendam 78.383 15.282 West Maas en Waal 61.244 11.941 Westerveld 60.142 11.726 Westervoort 55.827 10.885 Westland 200.910 39.171 Weststellingwerf 71.772 13.993 Westvoorne 52.285 10.194 Wierden 73.440 14.318 Wijchen 101.321 19.754 Wijdemeren 68.872 13.428 Wijk bij Duurstede 71.443 13.929 Winsum 56.822 11.079 Winterswijk 78.253 15.257 Woensdrecht 63.800 12.439 Woerden 122.806 23.943 De Wolden 71.206 13.883 Wormerland 57.220 11.156 Woudenberg 55.995 10.917 Woudrichem 56.646 11.044 Zaanstad 272.525 53.134 Zaltbommel 83.723 16.323 Zandvoort 52.973 10.328 Zederik 56.990 11.111 Zeevang 42.766 8.338 Zeewolde 77.151 15.042 Zeist 133.464 26.021 Zevenaar 80.158 15.628 Zoetermeer 231.905 45.214 Zoeterwoude 44.939 8.762 Zuidhorn 68.207 13.298 Zuidplas 102.714 20.026 Zundert 63.065 12.296 Zutphen 110.396 21.524 Zwartewaterland 78.811 15.366 Zwijndrecht 99.944 19.486 Zwolle 238.814 46.561 Totaal 39.750.000 7.749.997 Meicirculaire gemeentefonds 2013 95

9.8 Bijlage 8 Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Meicirculaire gemeentefonds 2013 96

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Eerste tranche Percentage van deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Alkmaar 140% 359.520 18,0 Almelo 140% 303.800 15,2 Amersfoort 120% 543.120 27,2 Amsterdam 140% 2.583.840 129,2 Arnhem 140% 516.320 25,8 Breda 140% 659.960 33,0 's-hertogenbosch 140% 518.840 25,9 's-gravenhage 140% 1.840.160 92,0 Deventer 140% 396.200 19,8 Dordrecht 140% 481.600 24,1 Eindhoven 140% 726.320 36,3 Emmen 120% 366.480 18,3 Enschede 140% 579.880 29,0 Groningen 140% 519.960 26,0 Haarlem 120% 462.480 23,1 Heerlen 140% 300.160 15,0 Hengelo O 140% 335.720 16,8 Leeuwarden 120% 280.560 14,0 Leiden 100% 284.600 14,2 Lelystad 140% 318.640 15,9 Maastricht 140% 362.320 18,1 Nijmegen 140% 538.720 26,9 Rotterdam 140% 2.257.640 112,9 Schiedam 100% 207.200 10,4 Sittard-Geleen 140% 348.600 17,4 Tilburg 140% 753.480 37,7 Utrecht 140% 1.009.120 50,5 Venlo 140% 382.760 19,1 Zaanstad 140% 571.760 28,6 Zwolle 140% 469.840 23,5 Tweede tranche Almere 120% 784.560 39,2 Alphen aan den Rijn 140% 302.120 15,1 Apeldoorn 140% 626.080 31,3 Assen 140% 281.400 14,1 Beek 100% 45.400 2,3 Boarnsterhim 120% 73.200 3,7 Borsele 140% 102.760 5,1 Capelle aan den IJssel 120% 223.920 11,2 Coevorden 60% 61.680 3,1 De Bilt 100% 123.800 6,2 De Wolden 140% 101.080 5,1 Delft 140% 306.320 15,3 Delfzijl 100% 75.000 3,8 Den Helder 140% 222.040 11,1 Edam-Volendam 140% 126.560 6,3 Ede 60% 209.040 10,5 Eemsmond 100% 51.000 2,6 Gemert-Bakel 120% 101.760 5,1 Gilze en Rijen 140% 106.400 5,3 Meicirculaire gemeentefonds 2013 97

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage van Gemeente deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Goeree-Overflakkee 120% 174.000 8,7 Goes 140% 142.240 7,1 Gouda 140% 308.000 15,4 Haarlemmermeer 120% 535.680 26,8 Hardenberg 140% 269.920 13,5 Harlingen 100% 45.200 2,3 Heerenveen 140% 171.080 8,6 Heerhugowaard 100% 160.400 8,0 Hellendoorn 140% 151.200 7,6 Hellevoetsluis 60% 68.400 3,4 Helmond 120% 317.520 15,9 Heusden 140% 185.640 9,3 Hollands Kroon 140% 207.480 10,4 Hoorn 120% 247.440 12,4 Houten 140% 234.920 11,7 Hulst 120% 90.960 4,5 IJsselstein 120% 141.360 7,1 Kapelle 140% 56.280 2,8 Langedijk 140% 121.240 6,1 Leidschendam-Voorburg 80% 150.240 7,5 Losser 120% 77.520 3,9 Middelburg 140% 191.520 9,6 Nieuwegein 140% 235.200 11,8 Nunspeet 120% 107.280 5,4 Oosterhout 140% 214.480 10,7 Oss 140% 346.360 17,3 Pijnacker-Nootdorp 100% 158.600 7,9 Purmerend 140% 323.120 16,2 Reimerswaal 100% 74.000 3,7 Rheden 140% 157.080 7,9 Ridderkerk 140% 157.640 7,9 Rijssen-Holten 120% 155.520 7,8 Rijswijk 140% 144.760 7,2 Roermond 120% 173.520 8,7 Roosendaal 60% 132.000 6,6 Schagen 140% 196.840 9,8 Schijndel 140% 95.480 4,8 Simpelveld 140% 40.040 2,0 Spijkenisse 140% 292.600 14,6 Steenwijkerland 80% 105.120 5,3 Stichtse Vecht 140% 261.800 13,1 Texel 140% 56.840 2,8 Tiel 100% 133.200 6,7 Tubbergen 140% 104.720 5,2 Twenterand 80% 87.360 4,4 Tynaarlo 140% 129.640 6,5 Uden 140% 170.800 8,5 Veenendaal 80% 165.600 8,3 Velsen 80% 163.040 8,2 Venray 80% 104.160 5,2 Vlaardingen 120% 224.400 11,2 Meicirculaire gemeentefonds 2013 98

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage van Gemeente deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Vlissingen 140% 161.560 8,1 Weert 140% 186.760 9,3 Wijchen 140% 174.440 8,7 Wijk bij Duurstede 80% 61.920 3,1 Woerden 120% 188.160 9,4 Zoetermeer 120% 425.760 21,3 Zuidplas 140% 188.720 9,4 Derde tranche Aa en Hunze 140% 101.640 5,1 Aalsmeer 120% 88.080 4,4 Achtkarspelen 140% 122.360 6,1 Albrandswaard 120% 79.680 4,0 Barneveld 140% 266.560 13,3 Bedum 100% 34.200 1,7 Bergen NH 100% 81.400 4,1 Bergen op Zoom 100% 183.600 9,2 Bernheze 60% 57.480 2,9 Best 100% 94.200 4,7 Bladel 120% 70.800 3,5 Borger-Odoorn 140% 105.000 5,3 Borne 140% 91.840 4,6 Boxmeer 140% 124.880 6,2 Boxtel 100% 89.400 4,5 Cuijk 140% 103.320 5,2 Culemborg 100% 91.800 4,6 Dalfsen 60% 52.680 2,6 Drechterland 140% 82.600 4,1 Eersel 100% 54.400 2,7 Geldermalsen 80% 69.760 3,5 Goirle 60% 37.320 1,9 Gorinchem 140% 140.840 7,0 Halderberge 80% 64.320 3,2 Harderwijk 140% 185.640 9,3 Haren 80% 44.320 2,2 Heemstede 120% 88.560 4,4 Hendrik-Ido-Ambacht 140% 120.120 6,0 Hoogeveen 100% 159.400 8,0 Kampen 140% 233.240 11,7 Katwijk 140% 281.960 14,1 Krimpen aan den Ijssel 100% 87.600 4,4 Landgraaf 100% 95.200 4,8 Lansingerland 80% 135.520 6,8 Leek 100% 58.800 2,9 Leerdam 140% 90.160 4,5 Leusden 100% 89.000 4,5 Maassluis 80% 70.080 3,5 Meppel 100% 91.800 4,6 Noord-Beveland 100% 18.200 0,9 Noordenveld 100% 90.600 4,5 Oisterwijk 140% 109.200 5,5 Meicirculaire gemeentefonds 2013 99

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage van Gemeente deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Olst-Wijhe 140% 76.720 3,8 Putten 100% 76.000 3,8 Raalte 140% 165.200 8,3 Renkum 140% 119.840 6,0 Scherpenzeel 80% 24.800 1,2 Schinnen 100% 36.200 1,8 Schouwen-Duiveland 60% 55.560 2,8 Skarsterlan 140% 120.400 6,0 Sluis 140% 83.440 4,2 Smallingerland 100% 165.800 8,3 Son en Breugel 60% 28.920 1,4 Stadskanaal 140% 131.880 6,6 Staphorst 100% 65.400 3,3 Sudwest Fryslan 120% 305.760 15,3 Terneuzen 120% 181.680 9,1 Teylingen 60% 69.480 3,5 Uithoorn 140% 118.720 5,9 Utrechtse Heuvelrug 140% 200.760 10,0 Valkenswaard 100% 82.400 4,1 Veere 100% 65.000 3,3 Vianen 140% 85.400 4,3 Voorschoten 100% 68.400 3,4 Werkendam 140% 117.320 5,9 Westland 60% 189.120 9,5 Wierden 140% 104.440 5,2 Wijdemeren 100% 69.200 3,5 Zaltbommel 120% 109.200 5,5 Zeist 140% 241.640 12,1 Zevenaar 60% 52.680 2,6 Zuidhorn 80% 51.680 2,6 Zundert 100% 58.600 2,9 Zwartewaterland 100% 84.600 4,2 Vierde tranche Aalburg 140% 61.320 3,1 Alblasserdam 120% 73.200 3,7 Ameland 140% 28.000 1,4 Appingedam 120% 38.160 1,9 Beemster 100% 25.600 1,3 Beesel 140% 55.160 2,8 Bellingwedde 140% 33.040 1,7 Bergeijk 80% 44.960 2,2 Bergen L 60% 23.760 1,2 Berkelland 140% 189.560 9,5 Bernisse 100% 36.000 1,8 Bloemendaal 100% 67.400 3,4 Boekel 100% 33.000 1,7 Boskoop 140% 70.560 3,5 Brielle 60% 27.000 1,4 Brummen 120% 75.120 3,8 Brunssum 100% 72.800 3,6 Meicirculaire gemeentefonds 2013 100

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage van Gemeente deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Castricum 100% 106.000 5,3 Cranendonck 140% 78.680 3,9 Cromstrijen 100% 37.200 1,9 Dantumadiel 140% 86.240 4,3 Dongen 120% 90.480 4,5 Dongeradeel 140% 109.200 5,5 Druten 140% 80.920 4,0 Duiven 140% 125.720 6,3 Echt-Susteren 140% 113.960 5,7 Elburg 140% 102.760 5,1 Enkhuizen 140% 71.680 3,6 Ermelo 120% 93.840 4,7 Eijsden-Margraten 100% 39.400 2,0 Ferwerderadiel 140% 39.480 2,0 Gaasterlan-Sleat 140% 44.240 2,2 Gennep 120% 55.920 2,8 Giessenlanden 100% 46.800 2,3 Graft-De Rijp 80% 16.960 0,8 Groesbeek 100% 52.400 2,6 Grootegast 80% 33.600 1,7 Gulpen-Wittem 60% 22.320 1,1 Hattem 100% 36.200 1,8 Heemskerk 140% 157.080 7,9 Heerde 140% 74.760 3,7 Heeze-Leende 140% 62.160 3,1 Hilvarenbeek 100% 49.000 2,5 Hoogezand-Sappemeer 140% 133.280 6,7 Horst aan de Maas 120% 150.480 7,5 Kaag en Braassem 60% 47.280 2,4 Landsmeer 60% 17.880 0,9 Lemsterland 140% 58.240 2,9 Lingewaal 100% 34.800 1,7 Lingewaard 100% 137.400 6,9 Lochem 120% 111.120 5,6 Loppersum 60% 19.440 1,0 Maasdonk 60% 22.440 1,1 Maasgouw 120% 74.640 3,7 Marum 100% 32.800 1,6 Menterwolde 100% 36.600 1,8 Mill en Sint Hubert 140% 46.760 2,3 Molenwaard 80% 88.000 4,4 Montferland 100% 102.800 5,1 Montfoort U 140% 64.960 3,2 Neder-Betuwe 120% 102.000 5,1 Nederlek 100% 43.200 2,2 Nederweert 140% 68.880 3,4 Noordoostpolder 100% 157.600 7,9 Noordwijk 100% 64.400 3,2 Noordwijkerhout 120% 54.240 2,7 Oldambt 100% 103.800 5,2 Oldebroek 100% 74.400 3,7 Meicirculaire gemeentefonds 2013 101

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage van Gemeente deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Oostzaan 140% 40.320 2,0 Opmeer 140% 52.920 2,6 Oud-Beijerland 120% 91.440 4,6 Ouder-Amstel 140% 54.880 2,7 Ouderkerk 60% 16.080 0,8 Oudewater 60% 19.320 1,0 Peel en Maas 120% 155.280 7,8 Pekela 80% 29.920 1,5 Reusel-De Mierden 140% 50.400 2,5 Rijnwoude 140% 80.920 4,0 Roerdalen 140% 74.760 3,7 Schiermonnikoog 100% 20.000 1,0 Schoonhoven 140% 50.960 2,5 Sint-Anthonis 140% 54.040 2,7 Sint-Oedenrode 100% 54.000 2,7 Sliedrecht 100% 71.200 3,6 Steenbergen 140% 92.120 4,6 Strijen 100% 27.000 1,4 Ten Boer 140% 34.720 1,7 Terschelling 140% 28.000 1,4 Tholen 140% 119.560 6,0 Tytsjerksteradiel 140% 137.200 6,9 Vaals 80% 18.240 0,9 Valkenburg aan de Geul 100% 40.000 2,0 Veendam 80% 61.760 3,1 Veldhoven 100% 124.400 6,2 Vlieland 100% 20.000 1,0 Vlist 140% 43.680 2,2 Voerendaal 120% 40.080 2,0 Vught 60% 45.840 2,3 Wageningen 60% 48.840 2,4 Waterland 100% 49.800 2,5 Weesp 100% 45.400 2,3 West Maas en Waal 140% 75.600 3,8 Westerveld 120% 62.160 3,1 Westervoort 100% 49.200 2,5 Westvoorne 100% 38.200 1,9 Woensdrecht 100% 57.400 2,9 Wormerland 100% 48.400 2,4 Woudrichem 100% 44.800 2,2 Zandvoort 140% 53.760 2,7 Zeevang 120% 24.480 1,2 Zeewolde 140% 112.560 5,6 Zwijndrecht 140% 171.640 8,6 Meicirculaire gemeentefonds 2013 102

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage Gemeente van deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Vijfde tranche Alphen-Chaam 140% 40.040 2,0 Asten 140% 72.240 3,6 Baarn 80% 53.280 2,7 Barendrecht 100% 145.000 7,3 Bergambacht 80% 25.120 1,3 Beuningen 100% 81.600 4,1 Bodegraven-Reeuwijk 100% 106.000 5,3 Bronckhorst 120% 134.400 6,7 Bunschoten 60% 40.920 2,0 De Ronde Venen 140% 194.600 9,7 Deurne 140% 133.280 6,7 Dinkelland 140% 123.760 6,2 Doesburg 100% 35.200 1,8 Doetinchem 140% 232.680 11,6 Drimmelen 100% 76.800 3,8 Dronten 100% 129.000 6,5 Epe 140% 129.080 6,5 Etten-Leur 100% 118.800 5,9 Franekeradeel 120% 74.880 3,7 Geertruidenberg 100% 57.600 2,9 Geldrop-Mierlo 60% 65.760 3,3 Grave 140% 54.600 2,7 Hardinxveld-Giessendam 100% 61.000 3,1 Heiloo 100% 64.400 3,2 Hillegom 120% 68.880 3,4 Hilversum 60% 135.600 6,8 Hof van Twente 140% 145.600 7,3 Koggenland 120% 84.240 4,2 Laarbeek 100% 65.200 3,3 Leiderdorp 60% 48.720 2,4 Leudal 140% 154.000 7,7 Lisse 100% 65.200 3,3 Littenseradiel 100% 37.600 1,9 Loon op Zand 100% 67.000 3,4 Lopik 140% 70.280 3,5 Medemblik 140% 185.920 9,3 Meerssen 60% 32.040 1,6 Midden-Delfland 100% 60.400 3,0 Midden Drenthe 60% 60.000 3,0 Moerdijk 100% 104.000 5,2 Naarden 140% 80.360 4,0 Neerijnen 100% 39.800 2,0 Nieuwkoop 60% 50.760 2,5 Meicirculaire gemeentefonds 2013 103

Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Percentage Gemeente van deelname Rijksbijdrage 2013 fte 2013 Nuth 100% 39.800 2,0 Oirschot 140% 78.120 3,9 Oldenzaal 140% 132.720 6,6 Ommen 140% 71.960 3,6 Oost Gelre 120% 113.760 5,7 Ooststellingwerf 120% 92.400 4,6 Opsterland 100% 93.000 4,7 Papendrecht 60% 56.040 2,8 Rhenen 100% 57.800 2,9 Sint-Michielsgestel 60% 51.720 2,6 Slochteren 100% 46.200 2,3 Stein 100% 66.800 3,3 Ubbergen 140% 35.840 1,8 Urk 140% 122.640 6,1 Vlagtwedde 140% 62.160 3,1 Voorst 140% 94.360 4,7 Waalre 100% 51.800 2,6 Waalwijk 140% 179.200 9,0 Waddinxveen 100% 80.400 4,0 Wassenaar 80% 61.280 3,1 Weststellingwerf 100% 72.000 3,6 Winsum 100% 45.400 2,3 Winterswijk 120% 104.160 5,2 Woudenberg 140% 54.600 2,7 Zederik 100% 45.400 2,3 Zesde tranche Amstelveen 60% 124.920 6,2 Beverwijk 60% 61.320 3,1 Bunnik 60% 26.400 1,3 Buren 60% 47.640 2,38 De Marne 100% 30.600 1,5 Diemen 140% 93.240 4,7 Haaksbergen 100% 72.600 3,6 Haarlemmerliede Spaarnw 140% 23.800 1,2 Huizen 100% 127.400 6,4 Millingen aan de Rijn 60% 10.560 0,5 Muiden 140% 29.400 1,5 Nijkerk 140% 176.120 8,8 Oude Ijsselstreek 120% 144.000 7,2 Schermer 140% 23.520 1,2 Stede Broec 120% 81.120 4,1 Veghel 60% 69.600 3,5 Totaal 55.212.080 2.760,6 Meicirculaire gemeentefonds 2013 104

9.9 Bijlage 9 Suppletie-uitkering Bommenregeling Meicirculaire gemeentefonds 2013 105

Suppletie-uitkering Bommenregeling Gemeente 2013 70% Amersfoort 1.627.900 1.139.530 Apeldoorn 4.200.000 2.940.000 Bergen L 384.000 268.800 Best 876.762 613.733 Boarnsterhim 46.745 32.722 Boskoop 92.500 64.750 Boxmeer 478.544 334.981 Bronckhorst 400.000 280.000 Bunnik 349.000 244.300 Bunschoten 74.072 51.850 Bussum 35.455 24.819 Coevorden 240.000 168.000 Delfzijl 864.000 604.800 Deventer 836.610 585.627 Diemen 549.000 384.300 Dordrecht 2.215.686 1.550.980 Echt-Susteren 126.500 88.550 Epe 162.410 113.687 Gemert-Bakel 21.325 14.928 Gilze en Rijen 98.011 68.608 Haarlemmermeer 1.000.000 700.000 Hellendoorn 102.396 71.677 Heusden 235.020 164.514 Hilversum 68.537 47.976 Laren 39.842 27.889 Leudal 648.790 454.153 Lochem 170.723 119.506 Maasgouw 21.278 14.895 Midden-Delfland 655.025 458.518 Muiden 1.574.000 1.101.800 Nederweert 84.631 59.242 Neerijnen 55.967 39.177 Oirschot 80.000 56.000 Oisterwijk 570.000 399.000 Oss 184.920 129.444 Renkum 56.256 39.379 Roerdalen 204.000 142.800 Roosendaal 535.925 375.148 Soest 846.632 592.642 Stichtse Vecht 218.000 152.600 Ubbergen 232.720 162.904 Utrecht 2.371.970 1.660.379 Utrechtse Heuvelrug 17.018 11.912 Velsen 446.742 312.719 Vlaardingen 71.790 50.253 Weesp 2.448.000 1.713.600 West Maas en Waal 29.215 20.450 Meicirculaire gemeentefonds 2013 106

Suppletie-uitkering Bommenregeling Gemeente 2013 70% Westerveld 111.710 78.197 Westervoort 251.340 175.938 Wijdemeren 391.000 273.700 Zaanstad 176.684 123.679 Zaltbommel 262.821 183.974 Zutphen 607.501 425.251 Totaal 28.450.985 19.914.281 Meicirculaire gemeentefonds 2013 107

9.10 Bijlage 10 Decentralisatie-uitkering Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK) Meicirculaire gemeentefonds 2013 108

Mutaties decentralisatie-uitkering Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK) Gemeente Project Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Dordrecht Westelijke Dordtse Oever 15.000.000 Rotterdam Hart van Zuid 317.000 22.000 15.000 Tilburg Spoorzone 61.000 28.000 50.000 Zaanstad Inverdan 56.000 56.000 28.000 Totaal 15.434.000 106.000 93.000 1 Mutatie ten opzichte van eerdere circulaires. De bedragen in 2013 zijn inclusief de btw -bedragen van 2012. Meicirculaire gemeentefonds 2013 109

9.11 Bijlage 11 Decentralisatie-uitkering Bodemsanering Meicirculaire gemeentefonds 2013 110

Decentralisatie-uitkering Bodemsanering Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Alkmaar 331.095 336.450 Almelo 370.627 376.531 Amersfoort 318.821 323.879 Amsterdam 4.167.933 4.193.202 Arnhem 381.863 387.174 Breda 434.164 440.721 Den Haag 1.128.961 1.147.909 Deventer 354.112 359.734 Dordrecht 330.661 336.002 Eindhoven 349.143 354.795 Emmen 546.316 554.490 Enschede 437.866 444.734 Groningen 435.663 442.725 Haarlem 874.854 879.794 Heerlen 343.985 349.429 Helmond 306.400 311.355 Hengelo O 400.308 406.509 Leeuwarden 365.072 370.917 Leiden 343.317 348.880 Maastricht 388.625 394.786 Nijmegen 345.127 350.527 Rotterdam 1.199.471 1.212.821 Schiedam 315.764 320.882 s-hertogenbosch 294.383 299.085 Sittard-Geleen 2.991 2.991 Tilburg 546.537 555.149 Utrecht 271.585 279.667 Venlo 426.964 433.106 Zaanstad 1.212.115 1.218.405 Zwolle 327.997 333.071 Totaal 17.552.720 17.765.720 Meicirculaire gemeentefonds 2013 111

9.12 Bijlage 12 Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang Meicirculaire gemeentefonds 2013 112

Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Alkmaar 2.833.948 2.692.507 2.683.299 2.802.349 Almelo 2.461.168 2.292.570 2.467.714 2.453.064 Almere 5.118.614 5.319.269 5.594.054 5.677.619 Amersfoort 4.390.096 4.277.522 4.469.987 4.511.559 Amsterdam 40.402.586 41.935.897 42.810.784 44.320.913 Apeldoorn 5.774.620 4.990.641 3.699.384 3.510.665 Arnhem 7.667.232 7.089.068 6.804.258 6.411.127 Assen 3.798.289 3.708.766 3.827.236 3.756.407 Bergen op Zoom 2.424.783 2.365.406 2.518.655 2.505.710 Breda 5.912.931 5.454.825 5.042.680 4.984.111 Delft 2.584.141 2.366.110 2.357.909 2.269.163 Den Helder 1.447.446 1.483.057 1.600.354 1.564.177 Deventer 3.017.680 2.762.033 2.819.213 2.822.780 Doetinchem 2.948.012 2.785.171 3.014.619 2.998.700 Dordrecht 6.058.427 5.064.859 5.022.175 4.843.943 Ede 2.167.209 1.968.630 1.848.401 1.711.118 Eindhoven 12.206.034 11.985.586 10.612.830 10.787.802 Emmen 2.342.216 2.250.844 2.287.369 2.185.577 Enschede 7.054.892 6.559.189 6.740.182 6.708.317 Gouda 1.843.737 1.710.880 1.712.467 1.613.861 Groningen 13.131.422 13.144.254 13.171.537 13.408.813 Haarlem 6.587.177 6.461.727 6.810.684 6.479.512 Heerlen 6.205.529 5.583.635 5.607.952 5.240.718 Helmond 2.904.250 2.324.776 2.366.859 2.276.426 Hilversum 2.603.113 2.320.104 2.227.245 2.025.528 Hoorn 1.952.873 1.797.107 1.958.413 1.934.276 Leeuwarden 13.226.453 12.833.702 12.588.444 12.238.445 Meicirculaire gemeentefonds 2013 113

Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang Gemeente Bedrag 2011 Bedrag 2012 Bedrag 2013 Bedrag 2014 Leiden 5.306.248 5.150.974 5.201.679 5.120.174 Maastricht 6.988.957 6.469.112 5.771.085 5.766.490 Nijmegen 7.973.300 7.645.478 7.750.456 7.684.292 Oss 3.201.235 3.417.503 3.699.164 3.682.546 Purmerend 1.223.032 1.162.828 1.267.461 1.239.777 Rotterdam 36.875.904 36.924.617 35.813.637 36.005.793 's-gravenhage 20.372.663 20.541.135 21.494.650 22.124.606 's-hertogenbosch 4.323.504 3.742.164 3.823.597 3.790.640 Spijkenisse 2.607.581 2.327.162 2.236.984 2.062.407 Tilburg 7.851.785 7.359.243 6.924.634 6.967.815 Utrecht 17.005.596 17.263.354 17.824.367 18.279.547 Venlo 6.675.422 6.433.946 6.855.988 6.899.924 Vlaardingen 2.051.044 1.860.794 1.972.665 1.944.562 Vlissingen 5.900.636 5.157.709 4.399.146 4.091.427 Zaanstad 2.124.112 2.082.833 2.224.658 2.209.906 Zwolle 7.682.220 7.461.128 7.603.124 7.615.411 Totaal 307.228.114 298.528.114 297.528.000 297.528.000 Meicirculaire gemeentefonds 2013 114

9.13 Bijlage 13 Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Meicirculaire gemeentefonds 2013 115

Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Aa en Hunze 480.284 495.298 Boskoop 336.715 351.237 Aalburg 276.414 287.451 Boxmeer 567.394 580.860 Aalsmeer 655.672 691.499 Boxtel 636.977 660.938 Aalten 546.372 567.846 Breda 3.786.767 3.962.314 Achtkarspelen 597.467 627.435 Brielle 304.113 318.087 Alblasserdam 445.484 467.031 Bronckhorst 706.508 726.858 Albrandswaard 557.977 585.004 Brummen 425.412 434.311 Alkmaar 2.066.102 2.156.921 Brunssum 567.310 585.125 Almelo 1.731.306 1.790.178 Bunnik 291.850 305.740 Almere 5.657.840 5.880.613 Bunschoten 440.562 462.037 Alphen aan den Rijn 1.626.411 1.696.735 Buren 511.443 531.112 Alphen-Chaam 177.167 183.094 Bussum 735.468 768.064 Ameland 69.028 71.280 Capelle aan den IJssel 1.642.944 1.696.332 Amersfoort 3.665.749 3.855.954 Castricum 666.121 683.380 Amstelveen 1.744.564 1.841.276 Coevorden 700.771 728.764 Amsterdam 21.242.574 22.135.015 Cranendonck 378.664 390.538 Apeldoorn 3.282.112 3.411.930 Cromstrijen 235.892 245.574 Appingedam 248.339 259.465 Cuijk 541.859 560.613 Arnhem 3.473.864 3.639.264 Culemborg 678.128 699.993 Assen 1.495.947 1.553.102 Dalfsen 552.829 575.466 Asten 326.213 331.155 Dantumadiel 394.350 407.227 Baarle-Nassau 111.940 116.096 De Bilt 881.204 916.500 Baarn 495.438 513.631 De Marne 204.073 211.540 Barendrecht 1.143.531 1.202.040 De Ronde Venen 911.868 934.840 Barneveld 1.244.958 1.303.282 De Wolden 455.315 476.356 Bedum 210.717 220.729 Delft 1.902.557 1.968.904 Beek 302.102 309.740 Delfzijl 543.778 556.533 Beemster 168.537 174.633 Den Helder 1.196.711 1.242.752 Beesel 273.192 284.020 Deurne 625.851 645.334 Bellingwedde 163.699 164.006 Deventer 2.241.318 2.333.589 Bergambacht 208.207 217.466 Diemen 613.396 638.657 Bergeijk 348.846 360.481 Dinkelland 533.279 550.534 Bergen L 244.807 252.312 Dirksland 178.180 Bergen NH 558.032 571.294 Doesburg 265.076 272.271 Bergen op Zoom 1.461.794 1.520.132 Doetinchem 1.173.046 1.224.741 Berkelland 875.699 905.771 Dongen 516.304 538.754 Bernheze 607.979 630.737 Dongeradeel 504.258 524.747 Bernisse 221.368 228.694 Dordrecht 2.874.410 2.978.736 Best 616.151 635.866 Drechterland 385.984 400.129 Beuningen 529.542 543.609 Drimmelen 487.713 506.460 Beverwijk 884.525 923.079 Dronten 893.658 932.800 Binnenmaas 540.514 559.704 Druten 392.536 407.658 Bladel 378.751 393.037 Duiven 568.445 583.066 Blaricum 174.271 180.849 Echt-Susteren 560.161 576.831 Bloemendaal 453.027 472.041 Edam-Volendam 589.242 616.782 Boarnsterhim 411.012 426.790 Ede 2.402.851 2.517.927 Bodegraven-Reeuwijk 700.555 725.475 Eemnes 192.065 198.007 Boekel 205.099 214.371 Eemsmond 334.762 342.813 Borger-Odoorn 488.165 500.963 Eersel 336.812 345.951 Borne 438.475 462.549 Eijsden-Margraten 448.939 462.787 Borsele 473.547 493.427 Eindhoven 4.660.562 4.868.549 Meicirculaire gemeentefonds 2013 116

Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Elburg 465.193 488.875 Hellendoorn 708.374 736.661 Emmen 2.204.379 2.296.624 Hellevoetsluis 809.641 841.689 Enkhuizen 388.313 401.972 Helmond 2.102.161 2.193.678 Enschede 3.477.258 3.618.546 Hendrik-Ido-Ambacht 629.305 667.830 Epe 634.114 658.817 Hengelo O 1.816.983 1.884.627 Ermelo 508.898 526.864 Het Bildt 232.600 237.365 Etten-Leur 883.906 926.937 Heumen 339.270 351.526 Ferwerderadiel 187.946 198.485 Heusden 888.531 922.854 Franekeradeel 430.256 450.134 Hillegom 412.635 431.479 Gaasterlan-Sleat 196.258 205.765 Hilvarenbeek 290.953 301.146 Geertruidenberg 415.890 435.310 Hilversum 1.867.490 1.959.552 Geldermalsen 561.130 578.948 Hof van Twente 687.526 702.683 Geldrop-Mierlo 788.725 820.202 Hollands Kroon 967.963 1.001.683 Gemert-Bakel 566.991 592.169 Hoogeveen 1.155.469 1.203.987 Gennep 334.451 349.736 Hoogezand-Sappemeer 790.978 814.383 Giessenlanden 293.077 303.551 Hoorn 1.686.351 1.751.209 Gilze en Rijen 530.465 558.277 Horst aan de Maas 815.285 843.047 Goedereede 217.403 Houten 1.127.793 1.169.709 Goeree-Overflakkee 981.707 Huizen 895.294 925.115 Goes 736.156 761.887 Hulst 505.365 522.581 Goirle 450.134 472.847 IJsselstein 835.799 867.396 Gorinchem 828.992 862.163 Kaag en Braassem 498.081 514.617 Gouda 1.723.319 1.781.712 Kampen 1.135.505 1.194.893 Graafstroom 226.402 Kapelle 261.212 274.941 Graft-De Rijp 131.701 135.262 Katwijk 1.333.330 1.401.243 Grave 249.966 256.151 Kerkrade 857.360 891.510 Groesbeek 344.368 356.921 Koggenland 458.382 477.335 Groningen 3.572.484 3.732.843 Kollumerland en Nwkruisl 263.472 272.570 Grootegast 267.265 279.087 Korendijk 210.769 218.965 Gulpen-Wittem 235.917 240.407 Krimpen aan den IJssel 604.305 634.399 Haaksbergen 495.825 510.694 Laarbeek 421.234 438.017 Haaren 258.731 266.998 Landerd 297.332 311.688 Haarlem 3.395.149 3.572.534 Landgraaf 689.343 710.173 Haarlemmerliede Spaarnw 114.203 117.832 Landsmeer 204.705 217.561 Haarlemmermeer 3.371.033 3.503.736 Langedijk 579.428 596.711 Halderberge 565.589 583.178 Lansingerland 1.314.615 1.407.702 Hardenberg 1.249.763 1.302.719 Laren 212.003 214.939 Harderwijk 1.040.377 1.094.589 Leek 404.563 424.824 Hardinxveld-Giessendam 374.796 391.890 Leerdam 490.473 511.871 Haren 361.667 378.620 Leeuwarden 1.979.166 2.077.655 Harenkarspel 346.109 Leeuwarderadeel 207.795 213.383 Harlingen 338.794 353.267 Leiden 2.405.725 2.504.135 Hattem 236.228 244.827 Leiderdorp 578.299 600.481 Heemskerk 818.390 846.108 Leidschendam-Voorburg 1.509.458 1.574.685 Heemstede 540.353 565.047 Lelystad 1.966.042 2.048.730 Heerde 341.094 356.965 Lemsterland 285.456 297.500 Heerenveen 900.247 936.246 Leudal 662.285 680.745 Heerhugowaard 1.205.297 1.267.589 Leusden 590.154 611.472 Heerlen 1.797.614 1.846.999 Liesveld 214.481 Heeze-Leende 286.244 295.216 Lingewaal 221.913 230.144 Heiloo 439.382 456.253 Lingewaard 939.494 979.292 Meicirculaire gemeentefonds 2013 117

Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Lisse 443.193 458.816 Oldambt 756.831 780.397 Littenseradiel 234.815 241.505 Oldebroek 457.963 478.217 Lochem 622.903 647.441 Oldenzaal 687.966 717.007 Loon op Zand 446.753 459.693 Olst-Wijhe 356.750 369.367 Lopik 308.976 320.209 Ommen 329.399 345.759 Loppersum 210.530 217.888 Onderbanken 145.682 149.210 Losser 438.066 457.256 Oost Gelre 612.571 632.001 Maasdonk 224.705 231.607 Oosterhout 1.143.191 1.175.088 Maasdriel 477.179 496.326 Oostflakkee 194.455 Maasgouw 409.063 418.527 Ooststellingwerf 512.485 530.470 Maassluis 734.369 765.493 Oostzaan 188.381 194.253 Maastricht 2.092.794 2.166.465 Opmeer 235.348 243.201 Marum 222.153 228.320 Opsterland 624.090 647.549 Medemblik 897.793 931.006 Oss 1.816.452 1.888.043 Meerssen 342.486 350.699 Oud-Beijerland 494.917 512.260 Menameradiel 280.986 290.838 Oude IJsselstreek 824.302 847.516 Menterwolde 242.536 250.915 Ouder-Amstel 288.181 301.426 Meppel 707.397 739.288 Ouderkerk 166.365 175.623 Middelburg 1.014.209 1.054.831 Oudewater 204.975 214.136 Middelharnis 352.160 Overbetuwe 1.005.712 1.049.381 Midden Drenthe 651.145 671.869 Papendrecht 685.090 712.789 Midden-Delfland 383.342 396.972 Peel en Maas 825.441 852.060 Mill en Sint Hubert 210.867 217.945 Pekela 259.369 268.005 Millingen aan de Rijn 115.734 120.107 Pijnacker-Nootdorp 1.243.720 1.297.706 Moerdijk 717.754 748.010 Purmerend 1.806.218 1.867.756 Molenwaard 696.590 Putten 494.248 515.266 Montferland 671.457 691.085 Raalte 732.171 753.339 Montfoort U 299.679 311.576 Reimerswaal 495.473 520.811 Mook en Middelaar 148.815 152.078 Renkum 599.769 621.907 Muiden 141.164 142.468 Renswoude 108.034 113.932 Naarden 395.730 416.609 Reusel-De Mierden 230.467 240.277 Neder-Betuwe 526.305 545.118 Rheden 861.883 895.924 Nederlek 268.075 281.582 Rhenen 403.398 420.764 Nederweert 308.104 318.287 Ridderkerk 867.541 907.700 Neerijnen 255.652 267.704 Rijnwaarden 216.263 224.159 Nieuwegein 1.317.032 1.368.111 Rijnwoude 369.715 383.607 Nieuwkoop 536.221 552.203 Rijssen-Holten 848.467 886.422 Nieuw-Lekkerland 225.954 Rijswijk 949.305 996.631 Nijkerk 869.492 913.951 Roerdalen 363.939 377.202 Nijmegen 3.384.433 3.536.506 Roermond 1.205.267 1.257.880 Noord-Beveland 133.650 138.206 Roosendaal 1.696.234 1.757.493 Noordenveld 598.243 617.880 Rotterdam 17.732.579 18.396.941 Noordoostpolder 1.054.559 1.094.992 Rozendaal 28.542 30.342 Noordwijk 480.110 500.052 Rucphen 369.275 381.397 Noordwijkerhout 307.715 321.564 Schagen 368.705 971.862 Nuenen c.a. 422.205 433.798 Schermer 109.862 113.914 Nunspeet 560.476 584.449 Scherpenzeel 205.172 216.155 Nuth 268.250 276.461 Schiedam 1.982.908 2.058.053 Oegstgeest 480.642 501.559 Schiermonnikoog 17.054 18.091 Oirschot 343.620 357.784 Schijndel 453.558 474.516 Oisterwijk 509.513 524.749 Schinnen 234.228 239.851 Meicirculaire gemeentefonds 2013 118

Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Schoonhoven 258.982 272.055 Veere 412.002 426.543 Schouwen-Duiveland 624.257 643.100 Veghel 805.545 835.804 's-gravenhage 14.100.084 14.715.801 Veldhoven 833.225 870.461 's-hertogenbosch 3.042.648 3.185.036 Velsen 1.423.173 1.467.768 Simpelveld 187.774 195.186 Venlo 2.124.352 2.201.982 Sint-Anthonis 232.404 236.000 Venray 904.770 941.013 Sint-Michielsgestel 557.984 578.342 Vianen 429.159 447.481 Sint-Oedenrode 349.478 362.835 Vlaardingen 1.670.306 1.733.448 Sittard-Geleen 1.824.947 1.879.122 Vlagtwedde 307.751 313.428 Skarsterlan 566.548 589.909 Vlieland 21.334 21.189 Sliedrecht 511.304 537.960 Vlissingen 928.149 965.026 Slochteren 315.091 332.905 Vlist 192.291 200.098 Sluis 409.069 425.462 Voerendaal 223.230 229.140 Smallingerland 1.182.590 1.233.623 Voorschoten 517.842 542.630 Soest 1.006.856 1.044.047 Voorst 436.948 458.892 Someren 346.270 354.624 Vught 536.438 547.949 Son en Breugel 325.736 342.481 Waalre 331.610 349.789 Spijkenisse 1.617.076 1.680.320 Waalwijk 942.981 979.744 Stadskanaal 658.868 682.877 Waddinxveen 536.805 552.087 Staphorst 390.311 405.758 Wageningen 639.371 668.731 Stede Broec 451.361 465.187 Wassenaar 535.444 556.767 Steenbergen 434.293 451.080 Waterland 323.189 335.399 Steenwijkerland 878.673 914.051 Weert 986.694 1.016.756 Stein 455.520 465.733 Weesp 391.206 414.951 Stichtse Vecht 1.334.813 1.393.072 Werkendam 534.781 557.082 Strijen 167.397 171.389 West Maas en Waal 348.187 361.643 Sudwest Fryslan 1.748.441 1.815.589 Westerveld 342.914 351.915 Ten Boer 160.823 169.290 Westervoort 327.227 336.545 Terneuzen 1.097.706 1.138.474 Westland 2.081.470 2.164.023 Terschelling 82.500 87.414 Weststellingwerf 509.415 524.506 Texel 266.064 274.881 Westvoorne 244.932 254.817 Teylingen 759.657 793.318 Wierden 478.468 497.293 Tholen 556.503 583.892 Wijchen 853.329 891.333 Tiel 1.018.690 1.054.960 Wijdemeren 457.239 472.012 Tilburg 4.622.831 4.824.576 Wijk bij Duurstede 482.371 498.176 Tubbergen 449.185 465.875 Winsum 301.956 311.962 Twenterand 718.793 755.048 Winterswijk 591.792 616.174 Tynaarlo 638.615 671.155 Woensdrecht 399.229 410.941 Tytsjerksteradiel 651.701 674.284 Woerden 1.097.830 1.153.224 Ubbergen 175.819 183.065 Wormerland 326.009 333.360 Uden 865.561 900.088 Woudenberg 261.600 277.450 Uitgeest 271.958 286.998 Woudrichem 285.782 298.721 Uithoorn 635.402 665.646 Zaanstad 3.640.529 3.796.087 Urk 546.739 578.585 Zaltbommel 607.484 636.241 Utrecht 7.359.243 7.802.346 Zandvoort 310.312 321.358 Utrechtse Heuvelrug 972.133 1.006.284 Zederik 277.238 287.681 Vaals 166.073 170.696 Zeevang 125.599 127.405 Valkenburg aan de Geul 284.993 288.524 Zeewolde 522.327 541.058 Valkenswaard 563.318 583.016 Zeist 1.383.703 1.452.536 Veendam 590.551 617.058 Zevenaar 631.367 654.117 Veenendaal 1.490.354 1.551.316 Zijpe 226.500 Meicirculaire gemeentefonds 2013 119

Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin Gemeente Bedrag 2012 Bedrag 2013 Zoetermeer 2.992.042 3.112.609 Zoeterwoude 158.038 161.342 Zuidhorn 412.884 430.154 Zuidplas 876.218 908.629 Zundert 382.317 397.381 Zutphen 1.070.107 1.103.298 Zwartewaterland 506.246 532.761 Zwijndrecht 967.427 1.007.317 Zwolle 2.677.224 2.818.034 Totaal 368.137.000 383.137.000 Meicirculaire gemeentefonds 2013 120

9.14 Bijlage 14 Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Meicirculaire gemeentefonds 2013 121

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Aa en Hunze 1.796 Aalburg 1.115 Aalsmeer 2.278 Aalten 1.658 Achtkarspelen 1.827 Alblasserdam 1.237 Albrandswaard 1.372 Alkmaar 5.864 Almelo 3.619 Almere 10.361 Alphen aan den Rijn 4.450 Alphen-Chaam 946 Ameland 490 Amersfoort 9.611 Amstelveen 5.172 Amsterdam 68.363 Apeldoorn 9.377 Appingedam 502 Arnhem 9.077 Assen 3.291 Asten 1.386 Baarle-Nassau 725 Baarn 2.028 Barendrecht 3.203 Barneveld 4.913 Bedum 578 Beek 1.126 Beemster 840 Beesel 651 Bellingwedde 584 Bergambacht 781 Bergeijk 1.638 Bergen L 828 Bergen NH 2.367 Bergen op Zoom 3.750 Berkelland 3.317 Bernheze 2.275 Bernisse 781 Best 1.863 Beuningen 1.519 Beverwijk 2.769 Binnenmaas 1.865 Bladel 1.547 Blaricum 795 Bloemendaal 1.672 Boarnsterhim 1.509 Bodegraven-Reeuwijk 2.612 Boekel 868 Borger-Odoorn 1.705 Borne 1.364 Borsele 1.657 Boskoop 1.095 Boxmeer 1.825 Meicirculaire gemeentefonds 2013 122

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Boxtel 1.980 Breda 12.007 Brielle 1.010 Bronckhorst 3.200 Brummen 1.333 Brunssum 1.126 Bunnik 1.221 Bunschoten 1.488 Buren 2.458 Bussum 2.870 Capelle aan den IJssel 3.785 Castricum 2.064 Coevorden 2.435 Cranendonck 1.541 Cromstrijen 957 Cuijk 1.479 Culemborg 1.847 Dalfsen 2.114 Dantumadiel 1.098 De Bilt 3.267 De Marne 780 De Ronde Venen 3.766 De Wolden 2.100 Delft 5.470 Delfzijl 1.385 Den Helder 2.355 Deurne 2.465 Deventer 5.434 Diemen 1.550 Dinkelland 2.157 Doesburg 595 Doetinchem 3.659 Dongen 1.569 Dongeradeel 1.576 Dordrecht 6.667 Drechterland 1.378 Drimmelen 1.881 Dronten 2.792 Druten 1.247 Duiven 1.517 Echt-Susteren 2.152 Edam-Volendam 2.368 Ede 7.970 Eemnes 830 Eemsmond 1.037 Eersel 1.491 Eijsden-Margraten 1.646 Eindhoven 13.559 Elburg 1.363 Emmen 6.047 Enkhuizen 1.230 Enschede 8.125 Epe 2.295 Meicirculaire gemeentefonds 2013 123

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Ermelo 1.855 Etten-Leur 2.591 Ferwerderadiel 589 Franekeradeel 1.328 Gaasterlan-Sleat 937 Geertruidenberg 1.426 Geldermalsen 2.317 Geldrop-Mierlo 2.272 Gemert-Bakel 2.144 Gennep 1.013 Giessenlanden 1.227 Gilze en Rijen 1.631 Goeree-Overflakkee 3.337 Goes 2.642 Goirle 1.383 Gorinchem 2.296 Gouda 3.894 Graft-De Rijp 507 Grave 696 Groesbeek 1.082 Groningen 10.771 Grootegast 940 Gulpen-Wittem 1.039 Haaksbergen 1.692 Haaren 1.148 Haarlem 10.707 Haarlemmerliede Spaarnw 398 Haarlemmermeer 10.948 Halderberge 2.056 Hardenberg 3.892 Harderwijk 2.793 Hardinxveld-Giessendam 1.167 Haren 1.198 Harlingen 1.078 Hattem 711 Heemskerk 1.868 Heemstede 1.946 Heerde 1.057 Heerenveen 2.892 Heerhugowaard 2.963 Heerlen 4.299 Heeze-Leende 1.309 Heiloo 1.345 Hellendoorn 2.101 Hellevoetsluis 1.780 Helmond 4.966 Hendrik-Ido-Ambacht 1.540 Hengelo O 4.703 het Bildt 682 Heumen 1.061 Heusden 2.964 Hillegom 1.330 Hilvarenbeek 1.345 Meicirculaire gemeentefonds 2013 124

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Hilversum 6.733 Hof van Twente 2.862 Hollands Kroon 3.751 Hoogeveen 3.282 Hoogezand-Sappemeer 1.497 Hoorn 4.265 Horst aan de Maas 2.711 Houten 3.401 Huizen 2.889 Hulst 1.675 IJsselstein 2.039 Kaag en Braassem 1.953 Kampen 3.159 Kapelle 782 Katwijk 3.050 Kerkrade 1.975 Koggenland 1.684 Kollumerland en Nwkruisl 915 Korendijk 724 Krimpen aan den IJssel 1.573 Laarbeek 1.549 Landerd 1.216 Landgraaf 1.527 Landsmeer 819 Langedijk 1.655 Lansingerland 3.913 Laren 1.232 Leek 1.400 Leerdam 1.198 Leeuwarden 5.085 Leeuwarderadeel 543 Leiden 6.730 Leiderdorp 1.448 Leidschendam-Voorburg 3.972 Lelystad 4.603 Lemsterland 1.139 Leudal 2.493 Leusden 2.114 Lingewaal 842 Lingewaard 2.656 Lisse 1.457 Littenseradiel 1.019 Lochem 2.707 Loon op Zand 1.529 Lopik 1.300 Loppersum 732 Losser 1.400 Maasdonk 998 Maasdriel 2.349 Maasgouw 1.626 Maassluis 1.404 Maastricht 6.854 Marum 780 Meicirculaire gemeentefonds 2013 125

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Medemblik 3.295 Meerssen 1.120 Menameradiel 862 Menterwolde 657 Meppel 2.119 Middelburg 2.564 Midden Drenthe 2.397 Midden-Delfland 1.186 Mill en Sint Hubert 862 Millingen aan de Rijn 264 Moerdijk 2.857 Molenwaard 2.103 Montferland 2.250 Montfoort U 1.078 Mook en Middelaar 493 Muiden 553 Naarden 1.671 Neder-Betuwe 1.823 Nederlek 907 Nederweert 1.419 Neerijnen 1.183 Nieuwegein 3.790 Nieuwkoop 2.096 Nijkerk 3.138 Nijmegen 8.927 Noord-Beveland 657 Noordenveld 2.117 Noordoostpolder 3.760 Noordwijk 1.933 Noordwijkerhout 1.183 Nuenen c.a. 1.719 Nunspeet 1.903 Nuth 1.025 Oegstgeest 1.262 Oirschot 1.520 Oisterwijk 2.140 Oldambt 2.082 Oldebroek 1.610 Oldenzaal 1.924 Olst-Wijhe 1.258 Ommen 1.411 Onderbanken 380 Oost Gelre 1.996 Oosterhout 3.554 Ooststellingwerf 1.779 Oostzaan 610 Opmeer 920 Opsterland 2.124 Oss 5.517 Oud-Beijerland 1.516 Oude IJsselstreek 2.538 Ouder-Amstel 944 Ouderkerk 594 Meicirculaire gemeentefonds 2013 126

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Oudewater 922 Overbetuwe 3.142 Papendrecht 1.670 Peel en Maas 2.788 Pekela 537 Pijnacker-Nootdorp 2.961 Purmerend 3.911 Putten 2.010 Raalte 2.488 Reimerswaal 1.451 Renkum 1.996 Renswoude 532 Reusel-De Mierden 1.029 Rheden 2.312 Rhenen 1.322 Ridderkerk 2.711 Rijnwaarden 601 Rijnwoude 1.445 Rijssen-Holten 2.325 Rijswijk 3.005 Roerdalen 1.131 Roermond 3.568 Roosendaal 4.702 Rotterdam 36.953 Rozendaal 104 Rucphen 1.724 Schagen 3.480 Schermer 534 Scherpenzeel 677 Schiedam 4.024 Schiermonnikoog 99 Schijndel 1.801 Schinnen 775 Schoonhoven 765 Schouwen-Duiveland 2.899 's-gravenhage 32.343 's-hertogenbosch 10.532 Simpelveld 534 Sint-Anthonis 1.033 Sint-Michielsgestel 2.175 Sint-Oedenrode 1.466 Sittard-Geleen 5.263 Skarsterlan 2.276 Sliedrecht 1.452 Slochteren 1.056 Sluis 2.256 Smallingerland 3.238 Soest 3.539 Someren 1.591 Son en Breugel 1.305 Spijkenisse 2.697 Stadskanaal 1.804 Staphorst 1.460 Meicirculaire gemeentefonds 2013 127

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Stede Broec 1.073 Steenbergen 1.605 Steenwijkerland 3.146 Stein 1.245 Stichtse Vecht 4.609 Strijen 696 Sudwest Fryslan 6.288 Ten Boer 465 Terneuzen 3.110 Terschelling 533 Texel 1.564 Teylingen 2.226 Tholen 1.743 Tiel 2.647 Tilburg 11.200 Tubbergen 1.832 Twenterand 2.009 Tynaarlo 1.986 Tytsjerksteradiel 1.934 Ubbergen 620 Uden 3.066 Uitgeest 779 Uithoorn 1.880 Urk 1.147 Utrecht 21.671 Utrechtse Heuvelrug 4.189 Vaals 526 Valkenburg aan de Geul 1.201 Valkenswaard 2.191 Veendam 1.405 Veenendaal 4.194 Veere 1.916 Veghel 2.841 Veldhoven 2.584 Velsen 3.822 Venlo 5.719 Venray 2.638 Vianen 1.433 Vlaardingen 3.245 Vlagtwedde 1.072 Vlieland 142 Vlissingen 1.946 Vlist 858 Voerendaal 753 Voorschoten 1.361 Voorst 1.810 Vught 1.848 Waalre 1.127 Waalwijk 3.463 Waddinxveen 1.613 Wageningen 1.918 Wassenaar 1.875 Waterland 1.244 Meicirculaire gemeentefonds 2013 128

Overzicht aantal bedrijfsvestigingen Gemeente Aantal 2013 Weert 3.190 Weesp 1.458 Werkendam 2.069 West Maas en Waal 1.562 Westerveld 1.541 Westervoort 688 Westland 8.405 Weststellingwerf 1.964 Westvoorne 1.007 Wierden 1.557 Wijchen 2.632 Wijdemeren 2.283 Wijk bij Duurstede 1.667 Winsum 847 Winterswijk 2.025 Woensdrecht 1.258 Woerden 3.890 Wormerland 1.034 Woudenberg 1.000 Woudrichem 1.067 Zaanstad 8.578 Zaltbommel 2.344 Zandvoort 1.246 Zederik 1.198 Zeevang 534 Zeewolde 1.843 Zeist 4.593 Zevenaar 1.849 Zoetermeer 5.911 Zoeterwoude 702 Zuidhorn 1.163 Zuidplas 2.871 Zundert 1.743 Zutphen 2.686 Zwartewaterland 1.503 Zwijndrecht 2.590 Zwolle 6.974 Totaal 1.101.127 Meicirculaire gemeentefonds 2013 129

9.15 Bijlage 15 Aanpassing BBV Meicirculaire gemeentefonds 2013 130

Achtergrondinformatie bij aanpassing BBV De aanpassingen in het wijzigingsvoorstel van het BBV zijn deels nodig als nadere uitwerking van een wijziging van de Gemeentewet en Provinciewet (inzake een aantal wijzigingen met betrekking tot het financieel toezicht op gemeenten en provincies; Stb. 2013, nr. 141), zodat raad cq staten en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Andere aanpassingen van het BBV zijn mede gebaseerd op een evaluatie van de financiële functie in gemeenten en provincies. Alle wijzigingen zijn gericht op een versterking van de deugdelijkheid en transparantie van de begroting en de meerjarenraming. Belangrijke wijzigingen in het BBV in verband met de introductie van structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming: - de BBV-bepalingen over de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting en op de meerjarenraming zijn aangepast ivm structureel evenwicht. Nieuw is dat het overzicht van de incidentele baten en lasten voortaan per programma moet worden gegeven, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen. En ook is nieuw dat voortaan een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves moet worden opgenomen in beide toelichtingen. - ook nieuw in de BBV-bepalingen over de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting en op de meerjarenraming is dat naast de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd voortaan ook de motivering daarvan gegeven moet worden. Dit ter invulling van reëel evenwicht. Andere belangrijke wijzigingen in het BBV, gericht op een versterking van de deugdelijkheid en transparantie van de begroting en de meerjarenraming: - de BBV-bepalingen over de paragraaf verbonden partijen. Nieuw is dat de lijst van verbonden partijen, en de informatie die ten minste over een verbonden partij opgenomen dient te worden in de lijst, voortaan informatie is die in de paragraaf verbonden partijen moet worden opgenomen. Dit was informatie die in de toelichting op de productenrealisatie moest worden opgenomen, maar die verplichting komt nu te vervallen. Met betrekking tot (de beschikbaarheid van) de financiële informatie over verbonden partijen geeft de nota van toelichting als volgt extra verduidelijking: In de begroting jaar t+1 van de medeoverheid kan de informatie uit de jaarrekening jaar t-1 van de verbonden partij worden opgenomen. In het jaarverslag jaar t van de medeoverheid kan de informatie uit de jaarrekening jaar t van de verbonden partij worden opgenomen, en als die nog niet voorhanden is de conceptcijfers van de jaarrekening jaar t, en als die er ook nog niet zijn de laatst beschikbare cijfers uit tussenrapportages van de verbonden partij (met daarbij de vermelding dat het gaat om conceptcijfers cq cijfers van een tussenrapportage omdat de definitieve cq conceptcijfers jaar t nog niet beschikbaar waren). Meicirculaire gemeentefonds 2013 131

- de BBV-bepaling over de paragraaf weerstandsvermogen. Om het aspect risicobeheersing van deze paragraaf beter tot uitdrukking te laten komen is de naam van de paragraaf weerstandsvermogen gewijzigd in weerstandsvermogen en risicobeheersing. Uit de evaluatie blijkt dat de paragraaf weerstandsvermogen voldoet aan een behoefte, maar ook dat raadsleden het lastig vinden om op basis van de verstrekte informatie in de paragraaf weerstandsvermogen een goed beeld te vormen over de mate waarin het gemeentebestuur de mogelijke risico s onder controle heeft. De aandacht voor risicobeheersing is duidelijk toegenomen, de uitdaging is om deze paragraaf niet te laten uitmonden in een voornamelijk (reken)technische operatie. Een manier om hieraan tegemoet te komen is om bij onderwerpen waar risico s kunnen spelen inzicht te geven in mogelijke ontwikkelingen (scenario s), en welke (beleidsmatige) opties er zijn om mogelijke niet geraamde financiële consequenties zo goed mogelijk te beheersen mocht dat scenario zich gaan voordoen. - de BBV-bepalingen waarin onderdelen van de begroting cq jaarstukken worden genoemd. De naamgeving van een paar onderdelen zijn aangepast om duidelijker tot uiting te laten komen welk onderdeel van de jaarstukken de tegenhanger is van een onderdeel uit de begroting. Schematisch (doorhalingen en schuingedrukte tekstdelen betreffen aanpassingen): 1. Begroting (artikel 7 BBV) 2. Jaarstukken (artikel 24 BBV) rekening 1.1 beleidsbegroting 2.1 jaarverslag 1.1.1 programmaplan 2.1.1 programmaverantwoording 1.1.2 paragrafen 2.1.2 paragrafen 1.2 financiële begroting 2.2 jaarrekening 1.2.1 het overzicht van baten en lasten 2.2.1 programmarekening wordt: in de begroting 1.2.2 de uiteenzetting van de financiële positie 2.2.2 balans het overzicht van b&l in de (2.2.3 sisa-bijlage) Ook de begrippen mbt resultaatbestemmen zijn aangepast. Het BBV introduceerde binnen het overzicht van baten en lasten in de begroting het begrip geraamde resultaat voor bestemmen en het begrip geraamde resultaat na bestemmen (de tegenhangers daarvoor in de jaarrekening zijn respectievelijk het gerealiseerde resultaat voor bestemmen en het gerealiseerde resultaat na bestemmen ). Het verschil tussen beide betreft de beoogde mutaties op (bestemmings)reserves. Het BBV staat toe dat de raad al bij de begroting autoriseert dat er geplande toevoegingen en onttrekkingen aan bestemmingsreserves plaatsvinden. Bij resultaatbestemmen wordt echter vaak gedacht aan het besluiten over de bestemming van het niet geplande maar wel gerealiseerde resultaat in de jaarrekening (dat ontstaat doordat de uitvoering nooit helemaal precies conform de begroting plaatsvindt). Schematisch het nieuwe overzicht: Het overzicht van baten en lasten in de begroting bevat a. per programma 3 de raming van de baten en lasten en het saldo; b. het overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen en het geraamde bedrag voor onvoorzien c. het geraamde totaal saldo van baten en lasten, volgend uit de onderdelen a en b d. de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma 3 of per programmaonderdeel als bedoeld in artikel 8, vierde lid, als daarvan gebruik wordt gemaakt. Meicirculaire gemeentefonds 2013 132

e. het geraamde resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d. - nieuwe bepalingen in het BBV in verband met investeringen die worden bekostigd uit de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. In de praktijk is gebleken dat de regelgeving over de verslaggeving van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing en de daaraan gerelateerde lasten tot onduidelijkheden in fiscale procedures leidde. Mede gezien de juridische consequenties die een onjuiste kostentoerekening aan deze taken kan hebben, is besloten om het BBV aan te passen. Deze aanpassing betekent geen inhoudelijke aanpassing. Riool- en afvalinvesteringen blijven investeringen met een economisch nut omdat er een bestemmingsheffing voor kan worden geheven. Er is voor gekozen om de route van de investeringen voor beide taken en de bijdrage voor vervanging apart zichtbaar te maken. Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of het verzamelen van huishoudelijk afval, worden deze investeringen voortaan op de balans opgenomen onder de investeringen met economisch nut in een aparte categorie. Indien gemeenten in de heffing bijdragen hebben opgenomen voor de toekomstige vervanging van investeringen voor deze beide taken, komen deze gelden in een vervangingsvoorziening. Dit was reeds het geval, echter op de balans is er voortaan een aparte categorie voor deze voorzieningen. Indien vervolgens de daadwerkelijke vervangingsinvestering plaats vindt, worden deze investeringen geactiveerd ex artikel 35, tweede lid, onder b. Vervolgens moeten de bedragen opgenomen in de voorzieningen bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder d, rechtstreeks op de vervangingsinvesteringen in mindering worden gebracht ex artikel 62, vierde lid. De vervangingsbijdragen uit de voorziening moeten dus altijd in mindering worden gebracht op de vervangingsinvestering. Gemeenten kunnen wat betreft deze vervangingsinvesteringen ook een situatie creëren die vergelijkbaar is met een ideaal complex. Die situatie ontstaat als het bedrag aan vervangingsinvesteringen in een begrotingsjaar gelijk is aan het bedrag dat voor vervangingsinvesteringen in de heffing is opgenomen. Gemeenten kunnen dan nog in datzelfde begrotingsjaar de vervangingsinvestering (vrijwel naar nul) afboeken met de in dat jaar opgehaalde spaarbedragen in de heffing. De overige aanpassingen zijn aangebracht uit oogpunt van normaal onderhoud. Zo is giro geschrapt uit een aantal BBV-bepalingen (artikelen 40 en 48), hoeft het saldo tussen de compensabele BTW en de uitkering uit het BTW-compensatiefonds niet meer opgenomen te worden in het overzicht algemene dekkingsmiddelen (artikel 8) en is een omissie in artikel 52a gecorrigeerd. Meicirculaire gemeentefonds 2013 133

9.16 Bijlage 16 Decentralisatie Jeugdzorg Meicirculaire gemeentefonds 2013 134

Decentralisatie Jeugdzorg Gemeenten moeten zich goed kunnen voorbereiden op de nieuwe jeugdtaak. Daarom wordt in deze circulaire een toelichting gegeven op het macrobudget en de bijbehorende verdeling over de individuele gemeenten. De verdeling geeft een zo getrouw mogelijk beeld. Nu, anderhalf jaar voor de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet staat nog niet alles vast. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan meest recente gegevens en de nog te nemen besluiten. In de meicirculaire 2014 wordt u nader geïnformeerd over de budgetten per gemeente op basis van de objectieve verdeling, welke geleidelijk van kracht zal zijn vanaf 2016. Vaststelling macrobudget Jeugd In de bestuursafspraken 2011-2015 is vastgelegd welke rekenregel gehanteerd wordt bij het vaststellen van het macrobudget. De Algemene Rekenkamer toetst op dit moment of de rekenregel correct is toegepast en welke afwijkingen er zijn, bijvoorbeeld als gevolg van maatregelen die na de bestuursafspraken zijn genomen. Het rapport over deze toets zal naar verwachting op 18 juni 2013 verschijnen. Bij de toepassing van de rekenregel is geconstateerd dat er nog enige onzekerheden in het totaalbedrag zitten. In de eerste plaats door aannames in de berekening van het bedrag voor 2012 (AWBZ en Zorgverzekeringswet) en 2014 (Begroting). In de tweede plaats doordat nadere besluitvorming noodzakelijk is om van het berekende bedrag voor 2012 (AWBZ en ZVW) naar het bedrag voor 2015 te komen. Pas na besluitvorming over de wijze waarop maatregelen uit de Regeerakkoorden (Rutte I, Lenteakkoord en Rutte II) worden uitgewerkt en welk effect dit heeft op de uitgaven in het jeugddomein kan het definitieve beeld worden gegeven. Bij het te verdelen bedrag wordt in deze circulaire voorzichtigheidshalve uitgegaan van het laagste scenario (met de hoogste kortingsbedragen en de laagste groeipercentages). Het totaal van het door de Algemene Rekenkamer getoetste bedrag telt op tot bruto 3,6 miljard (afgerond) voor 2012 en 2014. Van daaruit wordt het macrobudget voor 2015 verder berekend, met onder andere correcties voor de taakstelling Rutte I en II, de PGBmaatregel en mogelijke groei. Op grond van de meest actuele ramingen van de bedragen waarover nog onzekerheid bestaat, volgt dat de ondergrens van de bandbreedte zich rond de 3,3 miljard bevindt. Dit bedrag is gehanteerd voor de verdeling over de gemeenten. In dit bedrag is ook de taakstelling van 120 miljoen voor 2015 opgenomen. Deze taakstelling loopt verder op tot 300 miljoen in 2016 en 450 miljoen structureel vanaf 2017. Verdeling over gemeenten De verdeling van het beschikbare budget voor 2015 zal plaatsvinden op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau (bron: SCP en Cebeon). Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel geleidelijk ingevoerd. U treft in deze bijlage een totaalbedrag voor uw gemeente aan. De gegevens over aantallen cliënten per zorgvorm, zoals gebruikt voor de verdeling van het budget voor 2015, worden vanaf juni Meicirculaire gemeentefonds 2013 135

2013 ontsloten via de jeugdmonitor/lokale jeugdspiegel van het CBS (jeugdmonitor.cbs.nl). Invoering- en uitvoeringskosten Informatie over de invoeringskosten voor 2013 staat vermeld in paragraaf 6.5 van deze circulaire. In de septembercirculaire 2013 zal nadere informatie worden opgenomen over de vrijvallende uitvoeringskosten van rijkswege die worden toegevoegd aan het budget. Bij deze toelichting zal ook waar mogelijk worden aangegeven welk deel van het over te hevelen macrobudget met de uitvoering van taken te maken heeft. Hierna treft u de verdeling per gemeente aan. Meicirculaire gemeentefonds 2013 136

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Aa en Hunze 4.033.519 Aalburg 1.961.427 Aalsmeer 3.248.915 Aalten 2.777.146 Achtkarspelen 4.999.106 Alblasserdam 3.589.999 Albrandswaard 3.210.371 Alkmaar 19.653.804 Almelo 21.397.996 Almere 109.280.184 Alphen aan den Rijn 16.759.036 Alphen-Chaam 1.302.937 Ameland 347.365 Amersfoort 29.738.024 Amstelveen 11.489.630 Amsterdam 163.829.088 Apeldoorn 24.198.786 Appingedam 2.529.768 Arnhem 23.568.798 Assen 22.324.126 Asten 2.622.270 Baarle-Nassau 615.261 Baarn 2.695.557 Barendrecht 8.515.396 Barneveld 6.809.584 Bedum 2.326.411 Beek 2.884.730 Beemster 1.269.715 Beesel 2.902.398 Bellingwedde 2.435.140 Bergambacht 1.687.463 Bergeijk 2.295.895 Bergen L 2.262.331 Bergen NH 3.705.470 Bergen op Zoom 15.289.422 Berkelland 7.222.821 Bernheze 4.536.681 Bernisse 1.283.950 Best 4.437.083 Beuningen 3.110.987 Beverwijk 5.785.070 Binnenmaas 4.352.171 Bladel 2.456.303 Blaricum 1.136.291 Bloemendaal 2.013.251 Boarnsterhim 2.843.370 Bodegraven-Reeuwijk 6.164.563 Boekel 1.856.700 Borger-Odoorn 4.720.877 Borne 3.766.863 Borsele 5.285.188 Boskoop 3.208.338 Boxmeer 5.438.357 Meicirculaire gemeentefonds 2013 137

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Boxtel 6.226.499 Breda 37.498.852 Brielle 2.041.945 Bronckhorst 4.767.806 Brummen 2.970.757 Brunssum 6.753.258 Bunnik 1.812.384 Bunschoten 2.213.080 Buren 2.664.243 Bussum 3.792.743 Capelle aan den IJssel 15.079.654 Castricum 4.114.209 Coevorden 6.221.077 Cranendonck 3.002.501 Cromstrijen 2.324.116 Cuijk 5.328.144 Culemborg 3.266.545 Dalfsen 4.288.623 Dantumadiel 3.224.239 De Bilt 6.165.928 De Marne 2.963.256 De Ronde Venen 5.462.727 De Wolden 2.944.340 Delft 18.468.572 Delfzijl 6.591.368 Den Helder 16.033.248 Deurne 5.227.870 Deventer 24.606.404 Diemen 3.852.254 Dinkelland 2.266.152 Doesburg 1.804.176 Doetinchem 10.353.208 Dongen 4.722.475 Dongeradeel 4.306.748 Dordrecht 28.435.332 Drechterland 2.987.810 Drimmelen 3.659.875 Dronten 18.427.278 Druten 2.347.421 Duiven 4.019.070 Echt-Susteren 6.871.282 Edam-Volendam 2.711.815 Ede 18.022.316 Eemnes 1.463.693 Eemsmond 4.083.816 Eersel 2.370.995 Eijsden-Margraten 4.423.333 Eindhoven 49.618.648 Elburg 2.902.771 Emmen 27.174.774 Enkhuizen 3.658.793 Enschede 39.602.176 Epe 4.254.780 Meicirculaire gemeentefonds 2013 138

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Ermelo 4.142.058 Etten-Leur 8.437.031 Ferwerderadiel 1.716.975 Franekeradeel 4.352.986 Gaasterlan-Sleat 1.718.711 Geertruidenberg 3.414.264 Geldermalsen 3.344.863 Geldrop-Mierlo 7.368.176 Gemert-Bakel 5.144.511 Gennep 2.833.069 Giessenlanden 2.045.593 Gilze en Rijen 4.506.303 Goeree-Overflakkee 6.243.335 Goes 6.843.995 Goirle 5.791.138 Gorinchem 8.206.498 Gouda 20.828.978 Graft-De Rijp 1.004.726 Grave 2.196.677 Groesbeek 2.479.242 Groningen 44.862.016 Grootegast 2.506.361 Gulpen-Wittem 2.115.652 Haaksbergen 3.541.790 Haaren 2.730.384 Haarlem 29.257.390 Haarlemmerliede Spaarnw 543.568 Haarlemmermeer 23.772.158 Halderberge 5.235.139 Hardenberg 11.319.012 Harderwijk 6.741.748 Hardinxveld-Giessendam 3.042.034 Haren 3.226.283 Harlingen 3.467.941 Hattem 1.958.082 Heemskerk 8.436.836 Heemstede 3.289.798 Heerde 2.371.243 Heerenveen 8.062.132 Heerhugowaard 13.254.946 Heerlen 28.595.618 Heeze-Leende 2.478.150 Heiloo 2.472.956 Hellendoorn 6.066.080 Hellevoetsluis 7.298.374 Helmond 20.336.402 Hendrik-Ido-Ambacht 5.384.449 Hengelo O 18.080.228 het Bildt 2.156.764 Heumen 2.128.770 Heusden 7.184.769 Hillegom 4.006.320 Hilvarenbeek 2.109.419 Meicirculaire gemeentefonds 2013 139

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Hilversum 15.120.306 Hof van Twente 4.502.296 Hollands Kroon 6.807.240 Hoogeveen 13.942.092 Hoogezand-Sappemeer 11.526.766 Hoorn 17.277.716 Horst aan de Maas 7.648.877 Houten 8.774.974 Huizen 7.388.630 Hulst 3.976.027 IJsselstein 5.511.944 Kaag en Braassem 4.133.883 Kampen 10.651.126 Kapelle 1.793.614 Katwijk 11.161.568 Kerkrade 12.211.533 Koggenland 3.566.509 Kollumerland en Nwkruisl 1.899.730 Korendijk 2.066.408 Krimpen aan den IJssel 5.396.796 Laarbeek 3.570.665 Landerd 2.845.356 Landgraaf 8.868.681 Landsmeer 1.756.556 Langedijk 5.199.218 Lansingerland 6.431.590 Laren 1.007.673 Leek 4.619.777 Leerdam 3.340.080 Leeuwarden 27.895.482 Leeuwarderadeel 2.403.173 Leiden 23.911.500 Leiderdorp 5.764.379 Leidschendam-Voorburg 10.516.053 Lelystad 55.960.600 Lemsterland 2.354.912 Leudal 7.954.335 Leusden 4.549.553 Lingewaal 957.085 Lingewaard 4.963.396 Lisse 2.974.406 Littenseradiel 1.360.621 Lochem 4.917.079 Loon op Zand 3.500.461 Lopik 2.334.865 Loppersum 1.941.515 Losser 3.869.156 Maasdonk 2.078.788 Maasdriel 3.017.847 Maasgouw 3.660.056 Maassluis 5.240.221 Maastricht 31.405.920 Marum 2.509.293 Meicirculaire gemeentefonds 2013 140

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Medemblik 7.606.260 Meerssen 4.865.390 Menameradiel 2.251.825 Menterwolde 3.192.680 Meppel 6.137.456 Middelburg 11.222.211 Midden Drenthe 5.939.138 Midden-Delfland 1.919.170 Mill en Sint Hubert 1.643.458 Millingen aan de Rijn 540.776 Moerdijk 5.839.707 Molenwaard 5.917.108 Montferland 5.224.674 Montfoort U 2.046.911 Mook en Middelaar 845.433 Muiden 653.381 Naarden 2.471.557 Neder-Betuwe 3.479.960 Nederlek 2.233.134 Nederweert 3.172.668 Neerijnen 1.140.227 Nieuwegein 12.881.815 Nieuwkoop 4.011.522 Nijkerk 5.015.019 Nijmegen 25.294.600 Noord-Beveland 1.927.130 Noordenveld 4.857.525 Noordoostpolder 19.968.702 Noordwijk 3.874.648 Noordwijkerhout 2.568.112 Nuenen c.a. 3.295.281 Nunspeet 3.226.076 Nuth 2.421.620 Oegstgeest 4.465.825 Oirschot 2.040.502 Oisterwijk 5.184.560 Oldambt 11.445.629 Oldebroek 3.188.718 Oldenzaal 6.258.643 Olst-Wijhe 2.812.948 Ommen 2.559.985 Onderbanken 2.007.330 Oost Gelre 4.820.319 Oosterhout 10.949.059 Ooststellingwerf 4.389.099 Oostzaan 1.280.255 Opmeer 1.947.615 Opsterland 7.018.916 Oss 17.512.646 Oud-Beijerland 3.986.597 Oude IJsselstreek 5.365.596 Ouder-Amstel 1.539.123 Ouderkerk 1.470.543 Meicirculaire gemeentefonds 2013 141

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Oudewater 1.285.673 Overbetuwe 6.679.553 Papendrecht 5.520.001 Peel en Maas 7.445.472 Pekela 4.288.186 Pijnacker-Nootdorp 8.654.456 Purmerend 17.335.888 Putten 2.996.194 Raalte 6.645.349 Reimerswaal 3.876.715 Renkum 8.602.732 Renswoude 875.584 Reusel-De Mierden 1.913.550 Rheden 6.025.419 Rhenen 2.760.768 Ridderkerk 5.485.724 Rijnwaarden 1.784.626 Rijnwoude 2.782.652 Rijssen-Holten 6.447.798 Rijswijk 6.778.877 Roerdalen 3.842.608 Roermond 18.537.538 Roosendaal 18.824.586 Rotterdam 126.993.752 Rozendaal 175.620 Rucphen 3.569.863 Schagen 7.136.258 Schermer 721.086 Scherpenzeel 1.233.333 Schiedam 12.785.392 Schiermonnikoog 5.579 Schijndel 4.718.802 Schinnen 2.692.001 Schoonhoven 2.027.036 Schouwen-Duiveland 5.089.231 's-gravenhage 108.925.280 's-hertogenbosch 27.969.954 Simpelveld 2.036.858 Sint-Anthonis 1.405.235 Sint-Michielsgestel 4.156.829 Sint-Oedenrode 2.262.587 Sittard-Geleen 22.667.674 Skarsterlan 3.662.733 Sliedrecht 3.920.610 Slochteren 2.572.023 Sluis 2.896.580 Smallingerland 16.760.062 Soest 7.781.218 Someren 2.642.382 Son en Breugel 2.153.898 Spijkenisse 14.932.330 Stadskanaal 9.528.876 Staphorst 2.649.272 Meicirculaire gemeentefonds 2013 142

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Stede Broec 4.688.678 Steenbergen 4.780.738 Steenwijkerland 8.128.014 Stein 5.633.406 Stichtse Vecht 8.915.146 Strijen 1.248.436 Sudwest Fryslan 16.059.174 Ten Boer 1.839.496 Terneuzen 12.195.294 Terschelling 674.604 Texel 1.521.090 Teylingen 6.433.221 Tholen 4.839.174 Tiel 5.333.304 Tilburg 48.613.068 Tubbergen 1.779.604 Twenterand 5.819.652 Tynaarlo 6.539.290 Tytsjerksteradiel 6.010.209 Ubbergen 1.310.718 Uden 8.887.099 Uitgeest 1.661.869 Uithoorn 4.701.928 Urk 7.314.509 Utrecht 57.776.928 Utrechtse Heuvelrug 8.785.987 Vaals 1.743.681 Valkenburg aan de Geul 2.372.826 Valkenswaard 3.777.061 Veendam 8.239.909 Veenendaal 15.353.562 Veere 2.900.690 Veghel 7.072.907 Veldhoven 7.131.670 Velsen 12.614.269 Venlo 23.703.664 Venray 9.816.136 Vianen 3.330.817 Vlaardingen 12.033.154 Vlagtwedde 2.888.373 Vlieland 99.490 Vlissingen 9.994.777 Vlist 1.205.882 Voerendaal 2.105.144 Voorschoten 4.150.275 Voorst 3.543.168 Vught 4.629.740 Waalre 2.319.791 Waalwijk 8.752.524 Waddinxveen 4.920.764 Wageningen 4.167.319 Wassenaar 2.572.273 Waterland 2.048.001 Meicirculaire gemeentefonds 2013 143

Overzicht historische verdeling jeugd Gemeente Bedrag Weert 9.773.593 Weesp 2.784.471 Werkendam 3.562.438 West Maas en Waal 1.716.588 Westerveld 2.493.168 Westervoort 2.188.585 Westland 15.863.460 Weststellingwerf 4.763.976 Westvoorne 2.468.958 Wierden 2.503.239 Wijchen 5.461.974 Wijdemeren 2.427.885 Wijk bij Duurstede 4.229.940 Winsum 3.345.837 Winterswijk 3.517.360 Woensdrecht 3.704.297 Woerden 6.879.913 Wormerland 2.923.913 Woudenberg 2.173.913 Woudrichem 2.662.224 Zaanstad 30.776.672 Zaltbommel 3.521.772 Zandvoort 2.661.056 Zederik 1.917.637 Zeevang 681.479 Zeewolde 9.616.896 Zeist 14.725.716 Zevenaar 5.080.935 Zoetermeer 32.009.942 Zoeterwoude 1.795.651 Zuidhorn 4.776.973 Zuidplas 7.205.624 Zundert 3.940.114 Zutphen 10.045.634 Zwartewaterland 5.038.645 Zwijndrecht 8.937.419 Zwolle 34.190.680 Totaal 3.348.999.997 Meicirculaire gemeentefonds 2013 144

Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties BDF/Financieel en Informatiestelsel Postbus 20011 2500 ea Den Haag Mei 2013 B-19207

Einde bijlage: Ingekomen Stuk - Bijlage Meicirculaire-gemeentefonds-2013 Terug naar het agendapunt

Ingekomen Stuk - Bijlage brief van het college aan de raadsleden over gevolgen mei circulaire (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122535#

Postadres: Postbus 93 9460 AB Gieten Tel. : 14 0592 Fax : 0592 267799 Bezoekadres: Spiekersteeg 1, Gieten Internetadres: www.aaenhunze.nl Raadsleden Onderwerp : Beleidsplan 2013/ Meicirculaire juni 2013 Gieten, 19 juni 2013 No. : U2013002836 Behandeld door : G. Reilink Uw brief van : - Bijlagen : - Doorkiesnummer : (0592) 26 78 22 Uw kenmerk : - Geachte leden van de gemeenteraad, Het leek ons verstandig u nog vóór de behandeling van het beleidsplan in de raadsvergadering van 3 juli expliciet te informeren over de gevolgen van de inhoud van de door het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties op 31 mei jongstleden gepubliceerde meicirculaire. Uit die circulaire kunnen gemeenten opmaken hoe het gemeentefonds, waaronder de algemene uitkering die zij jaarlijks van de rijksoverheid ontvangen zich de komende jaren zal ontwikkelen. In Aa en Hunze gaat het daarbij om circa 23 miljoen op een begroting van circa 50 miljoen. Wij hielden in onze (meerjaren)begroting al rekening met een verlaging van de algemene uitkering in de komende jaren met een bedrag van 1,7 miljoen per jaar. In de meicirculaire 2013 is duidelijkheid gegeven over de fasering volgens welke die verlaging de komende jaren gestalte zal krijgen. Het tempo van de verlaging zal lager zijn dan wij hadden verwacht. Dat leidt in de jaren 2014 t/m 2016 tot incidentele meevallers van een behoorlijke omvang. Berichten in de media na het verschijnen van de meicirculaire duiden er echter op, dat al in de komende maanden door de rijksoverheid zal worden besloten tot aanvullende bezuinigingen tot een bedrag van om en nabij 6 miljard in 2014 (i.v.m. EU-afspraken over een maximaal begrotingstekort). Een dergelijke bezuiniging op de rijksuitgaven leidt direct tot een extra verlaging van de algemene uitkering voor onze gemeente van ca. 470.000 per jaar. In deze brief maken wij verder van de gelegenheid gebruik om u te informeren over een omissie in het verloopoverzicht van de Vrije Algemene Reserve (VAR) in het aan u toegezonden beleidsplan. Verschillen meicirculaire 2013 & beleidsplan 2013 In onderstaande tabel zijn de gevolgen opgenomen van de veranderde fasering van de verlaging van de algemene uitkering (in x 1.000): 2013 2014 2015 2016 2017 Berekening algemene uitkering volgens meicirculaire 2013 22.775 23.534 22.365 22.535 22.501 Hoogte algemene uitkering in beleidsplan 2013 22.795 22.358 21.760 22.350 22.543 Verschil meicirculaire beleidsplan -20 1.176 605 185-42 Bank relatie: BNG te s-gravenhage, nr. 28.50.790.69

Bij bovenstaande tabel hoort de vraag in hoeverre de sterke verhoging van de algemene uitkering in 2014 werkelijkheid zal worden, gelet op de te verwachten nieuwe rijksbezuinigingen. Naar het zich laat aanzien zal de rijksoverheid daarover in augustus een besluit nemen. Uitgangspunt daarbij lijkt te zijn de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3% voor 2014. Wij achten het op dit moment reëel om de effecten van extra rijksbezuinigingen in 2014 toch alvast te verwerken in onze begroting 2014. Voor Aa en Hunze gaat het om een structureel effect van 470.000. Hierdoor verandert het in de tabel hierboven weergegeven positieve beeld (de incidentele voordelen in de jaren 2014 t/m 2016) aanzienlijk en is het geprognosticeerde tekort (structureel) van de algemene uitkering in 2017 behoorlijk groter. Hieronder is de tabel inclusief het effect van de aanvullende rijksbezuinigingen weergegeven (in x 1.000): 2013 2014 2015 2016 2017 Berekening algemene uitkering volgens meicirculaire 2013 22.775 23.064 21.895 22.065 22.031 Hoogte algemene uitkering in beleidsplan 2013 22.795 22.358 21.760 22.350 22.543 Verschil meicirculaire beleidsplan -20 706 135-285 -512 Gevolgen meicirculaire 2013 voor structurele saldi In onderstaande tabel zijn de gevolgen opgenomen van de fasering van de verlaging van de algemene uitkering en de aanvullende rijksbezuinigingen voor de structurele begrotingssaldi in de jaren 2014 t/m 2017 (in x 1.000): 2013 2014 2015 2016 2017 1. Saldo volgens beleidsplan 2013-98 17-222 154-115 2. Algemene uitkering verschil -20 706 135-285 -512 3. Effect prijsontwikkeling 0 35 200 200 225 4. Effect onderuitputting 0-250 -250-250 -250 5. Effect wet BAG 0 200 0 0 0 Saldo -118 708-137 -181-652 De aanvullende rijksbezuinigingen in 2014 leiden op deze manier tot een structureel nadelig saldo met ingang van 2015, oplopende naar een tekort van ruim 650.000 in 2017. Daarmee wordt duidelijk, dat het nog de nodige creativiteit (en extra bezuinigingen) zal vragen om u ook na 2014 sluitende begrotingen te kunnen presenteren. Tabelregel 3: de ontwikkeling van de trend (prijsontwikkeling) maakt eveneens onderdeel uit van de meicirculaire en de hoogte van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Bij het opstellen van het beleidsplan 2013 is voor 2013 uitgegaan van hogere percentages dan in de meicirculaire. Het rekenen met lagere percentages voor de jaren 2014 t/m 2017 heeft een structureel positief effect op het saldo van de begrote baten/lasten in het beleidsplan. Dit effect bedraagt ca. 35.000 in 2014 en loopt op tot ca. 225.000 in 2017 als gevolg van de fors lagere trend (0,90% in plaats van 2,00%). Belangrijke kanttekening hierbij is dat de huidige bekende prijsontwikkeling geen garantie is voor de toekomst. Tabelregel 4: overwogen zou kunnen worden vanwege te verwachten onderuitputting van budgetten van de rijksoverheid in de komende jaren een lokale behoedzaamheidsreserve in te bouwen. Tabelregel 5: het is nu nog niet duidelijk of recreatiewoningen vanaf 2015 nog wel mee blijven tellen bij het berekenen van de hoogte van de algemene uitkering. In de bovenstaande tabel wordt rekening gehouden met het wegvallen van deze inkomsten. Voor meer gedetailleerde informatie over het vorenstaande wordt u verwezen naar de stukken die op de gebruikelijke wijze ter inzage zijn gelegd.

Omissie/verloop VAR Bij de bezuinigingsronde in 2010 is van alle investeringen met maatschappelijk nut beoordeeld in hoeverre het ineens afboeken daarvan verantwoord was. Uiteindelijk heeft deze beoordeling geresulteerd in een besluit om investeringen tot een bedrag van 3 miljoen ineens af te boeken. Als gevolg van het versneld afschrijven van deze investeringen is een structureel bedrag van 185.000 (a.g.v. het niet meer hebben van de structurele kapitaallasten) bezuinigd. Een aantal lopende investeringen met maatschappelijk nut was op dat moment nog niet afgerond en is daarom nog niet direct meegenomen. Het gaat hier om een bedrag van 1.590.000. In lijn met hetgeen eerder is besloten t.a.v. deze activa willen wij ook deze activa nu versneld afschrijven (incidenteel t.l.v. de VAR). Dit levert m.i.v. het jaar 2014 een structureel voordeel op van 56.000. Dat voordeel is meegenomen in het bezuinigingstraject jaarschijf 2014 (zie blz. 118 van het beleidsplan 2013). In het beleidsplan is op pagina 118 een aantal bezuinigingsvoorstellen van ons college opgenomen. Eén van die voorstellen (nr. 31) betreft dus het versneld afboeken van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (pagina 123). Conform de door ons college gekozen systematiek worden de effecten van onze bezuinigingsvoorstellen al direct verwerkt in het in het beleidsplan geschetste begrotingsperspectief en in het FMP. Als die werkwijze consequent was doorgevoerd, had ook de tabel op pagina 22 alvast moeten worden aangepast (verloop Vrije Algemene Reserve). Dat is niet gebeurd. De onttrekking van 1.590.000 aan de VAR als gevolg van het versneld afschrijving van de activa met maatschappelijk nut had dus ook meegenomen moeten worden in de onttrekking in jaarschijf 2014 van het verloopoverzicht van de VAR op blz. 22 van het beleidsplan 2013. Dit levert het volgende beeld op (inclusief onttrekking ad 1.590.000 in 2014): Verwacht verloop VAR 2013 2014 2015 2016 2017 geprognosticeerde stand per 1 januari 11.211.000 10.184.000 7.847.000 7.869.000 7.576.000 storting 1.078.000 116.000 101.000 55.000 55.000 Onttrekking -2.105.000-2.453.000-79.000-348.000-135.000 geprognosticeerde stand per 31 december 10.184.000 7.847.000 7.869.000 7.576.000 7.496.000 Ook de incidentele onttrekking aan de VAR in het jaar 2014 van het Financieel meerjarenperspectief (FMP) 2014 2017 op blz. 113 van het beleidsplan 2013 dient te worden gecorrigeerd naar 2.453.000 zoals ook hierboven in te tabel te zien is. Wij zijn raadslid Oussoren erkentelijk voor het feit, dat zij ons direct op bovengenoemde omissie heeft gewezen. Wij hadden er in eerste instantie overheen gelezen. Wij vertrouwen erop u hiermee naar genoegen te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Het college van de gemeente Aa en Hunze, de heer mr. F. Snoep secretaris de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester In afschrift aan: MIfin

Einde bijlage: Ingekomen Stuk - Bijlage brief van het college aan de raadsleden over gevolgen mei circulaire Terug naar het agendapunt

Raadsvoorstel Beleidsplan 2013 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Raadsvoorstel De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122482#

Adviesnota Raad Raadsvergadering d.d. : 3 juli 2013 Agendapunt : 7 Onderwerp : Vaststelling van het beleidsplan 2013 Portefeuillehouder : burgemeester drs. H.F. van Oosterhout Datum : 19 juni 2013 Onderwerp Vaststelling van het beleidsplan 2013 Voorgesteld besluit 1. De voorgestelde bijstellingen van de budgetten over het lopende jaar 2013 vaststellen, door vaststelling van de 10 e begrotingswijziging 2013. 2. Het voor de lopende begroting over 2013 verwachte negatieve saldo van in totaal 420.550 uit de VAR onttrekken. 3. De financiële uitgangspunten, zoals opgenomen in hoofdstuk 2.1, vaststellen. 4. De inhoud van hoofdstuk 2.2 Bezuinigingstraject voor kennisgeving aannemen. 5. In stemmen met de adviezen in hoofdstuk 2.3 Ontwikkeling algemene uitkering. 6. De financiële ontwikkelingen in hoofdstuk 2.4 voor kennisgeving aannemen. 7. Het financiële kader in paragraaf 2.4 voor de programmabegroting 2014 vaststellen. 8. Het FMP 2014-2017 voor kennisgeving aannemen. Inleiding Het beleidsplan 2013 is in tegenstelling tot de begroting 2013 voorzien van nieuwe incidentele beleidswensen voor de jaren 2013 t/m 2017. Het jaarresultaat 2012 en de voorgestelde storting in de vrije algemene reserve (VAR) ad ruim 900.000, alsmede de specifieke bestemmingsreserves maken dit grotendeels mogelijk. Hiernaast dient een beroep te worden gedaan op een gedeelte van de reeds bestaande VAR. De volgende actuele beleidsmatige thema s en speerpunten komen in het resterende deel van deze collegeperiode aan de orde en zijn verwerkt in dit beleidsplan: 1. Jaar van de Duurzaamheid 2013; 2. Ontwikkeling Gasselterveld; 3. Inrichtingsplan Centrum Rolde; 4. MFC Gasselternijveen; 5. Herontwikkeling Schaapskooi Balloërveld; 6. Grondexploitatie en woningbouw; 7. Burgerparticipatie; 8. Samenwerking Noord Drenthe (STAAN); 9. Decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, invoering Participatiewet); 10. Winkelcentra Annen, Gieten en Rolde; 11. Groen bedrijventerrein Spekstoep Gieten; 12. Windenergie; 13. Geluidsbeperkende voorzieningen N-33/N-34.

Naast bovengenoemde actuele beleidsthema s en speerpunten zijn de volgende incidentele beleidswensen in het beleidsplan opgenomen: 1. Voetbalaccommodaties; 2. Leefbaarheidsfonds; 3. Startersleningen; 4. Pilot Voorzieningenbeleid; 5. Healthy ageing; 6. Burgernet; 7. Onderwijs; 8. Verkeersmaatregelen Julianalaan; 9. Onkruidbestrijding op verharding. Beoogd effect In dit beleidsplan wordt gerapporteerd over de beleidsmatige voortgang van de programma s, alsmede de bijstelling van een aantal budgetten voor 2013. Tevens zijn de uitgaven opgenomen m.b.t. de bovengenoemde beleidsthema s/speerpunten en de (incidentele) beleidswensen. Daarnaast is het beoogd effect de financiële uitgangspunten en het financiële kader voor de programmabegroting 2014 vast te stellen. Argumenten - Kanttekeningen Er blijft een grote mate van onzekerheid bestaan over de toekomstige ontwikkeling van de gemeentelijke financiën. Vooralsnog gaan we er vanuit, dat die ontwikkeling de komende jaren niet positief zal zijn. Dit heeft grotendeels te maken met de economische crisis waarin we verkeren en het feit, dat het rijk het huishoudboekje niet op orde heeft in relatie tot Europese afspraken daarover. Om het begrotingstekort van de rijksoverheid in de toekomst in lijn met de Europese norm van 3% te krijgen, is daarop geanticipeerd in het regeerakkoord Bruggen slaan van 2012. Uitwerkingen hiervan zijn het Financieel akkoord rijk en medeoverheden dat is gesloten begin 2013 en het in april 2013 gesloten Sociaal akkoord. Financiën In het beleidsplan zijn de uitgaven opgenomen m.b.t. de bovengenoemde beleidsthema s/speerpunten en de (incidentele) beleidswensen. Het betreft forse uitgaven, maar wel uitgaven met een incidenteel karakter, zodat de gemeentelijke begroting er niet structureel extra door wordt belast. Hieronder is op hoofdlijnen weergegeven hoe de voorstellen worden gedekt. Deze uitgaven zijn opgenomen in hoofdstuk 3 bij de individuele programma s als bijstelling en in het FMP (hoofdstuk 4) als nieuw voorstel incidenteel (het voorstel is alleen opgenomen indien dekking plaatsvindt vanuit de VAR). In dit overzicht zijn tevens de uitgaven en dekking als gevolg de bijstellingen van bestaand beleid weergegeven. In alle gevallen betreft dit uitzettingen ten opzichte van de geraamde budgetten in de begroting 2013 (incl. FMP). Uitgaven Totale uitgaven beleidsthema s/speerpunten 506.000 Totale uitgaven (incidentele) beleidswensen 1.323.000 Totale uitgaven bijstellingen bestaand beleid 133.000 Totale uitgaven 1.962.000 Dekking Dekking vanuit de VAR 1.406.000 Dekking vanuit bestemmingsreserves 556.000 Totale dekking 1.962.000 Communicatie De communicatie zal via de Schakel en het Persuurtje plaatsvinden. Uitvoering - 2

Bijlagen meegezonden Beleidsplan 2013 Het college van de gemeente Aa en Hunze, de heer mr. F. Snoep secretaris de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester 3

Einde bijlage: Raadsvoorstel Beleidsplan 2013 Terug naar het agendapunt

Raadsbesluit Beleidsplan 2013 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Raadsbesluit De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122483#

De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 19 juni 2013, agendapunt 7; b e s l u i t : 1. De voorgestelde bijstellingen van de budgetten over het lopende jaar 2013 vaststellen, door vaststelling van de 10 e begrotingswijziging 2013. 2. Het voor de lopende begroting over 2013 verwachte negatieve saldo van in totaal 420.550 uit de VAR onttrekken. 3. De financiële uitgangspunten, zoals opgenomen in hoofdstuk 2.1, vaststellen. 4. De inhoud van hoofdstuk 2.2 Bezuinigingstraject voor kennisgeving aannemen. 5. In stemmen met de adviezen in hoofdstuk 2.3 Ontwikkeling algemene uitkering. 6. De financiële ontwikkelingen in hoofdstuk 2.4 voor kennisgeving aannemen. 7. Het financiële kader in paragraaf 2.4 voor de programmabegroting 2014 vaststellen. 8. Het FMP 2014-2017 voor kennisgeving aannemen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 3 juli 2012. De griffier, De voorzitter, Mr. E.P. van Corbach Drs. H.F. van Oosterhout

Einde bijlage: Raadsbesluit Beleidsplan 2013 Terug naar het agendapunt

Beleidsplan 2013 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured2:122480#

.

BELEIDSPLAN 2013 INHOUDSOPGAVE blz. 1. Hoofdstuk 1 Koersvaste ontwikkeling 3 2. Hoofdstuk 2 Financiële positie 19 3. Hoofdstuk 3 Programmaplan 1 Bestuur 29 2 Publiekszaken 35 3 Openbare Orde en Veiligheid 39 4 Economische Zaken 45 5 Onderwijs 47 6 Cultuur 53 7 Sport 57 8 Sociale Zaken 61 9 Welzijn 67 10 Gemeentelijke Afvaltaken 75 11 Openbare Werken/ Verkeer en Vervoer 77 12 Milieu 83 13 Wonen en Leefomgeving 89 14 Plattelands- en Natuurontwikkeling 95 15 Recreatie en Toerisme 97 16 Financiën en Bedrijfsvoering 101 Totaal bijstellingen 107 4. Hoofdstuk 4 Financieel Meerjaren Perspectief 2014-2017 111 Bijlage: Grondbeleid

1. Koersvaste ontwikkeling 1.1 Inleiding Dit beleidsplan is alweer het laatste uit de bestuursperiode 2010-2014. Met onverminderd enthousiasme en vol energie wordt gewerkt aan het realiseren van de toekomstvisie van de gemeente Aa en Hunze en aan de uitvoering van het collegeprogramma. Met een klein jaar te gaan, is dit een goed moment om de peilstok er nog eens in te steken: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in Aa en Hunze en welke zaken moeten het komende jaar bijzondere aandacht krijgen. Op voorhand zijn wij van mening tot een goede afronding van het collegeprogramma te kunnen komen. Meer in detail daarover bij de verantwoording per programma in hoofdstuk 3. Door solide financieel beleid te voeren zijn we nog steeds in staat een goede bijdrage te leveren aan de gewenste ontwikkeling van deze gemeente. Zo investeren we in een nieuw multicultureel centrum in Gasselternijveen, in de winkelcentra van Annen, Gieten en Rolde, in de kwaliteit van de openbare ruimte (wegen, riolering) en zijn we in staat goed sociaal beleid te voeren. En op basis van het nieuwe vastgestelde toekomstgericht voorzieningenbeleid kunnen we voorzieningen die levensvatbaar zijn op een verantwoorde manier in stand te houden. Ons land verkeert in een economische recessie die ook aan de inwoners en bedrijven van Aa en Hunze niet ongemerkt voorbij gaat. De financiële positie van de gemeente is gelukkig nog steeds goed. Met onze reservepositie kunnen we ook bij forse tegenvallers voldoende weerstand bieden. En in 2012 hebben we, ondanks de in de afgelopen jaren gerealiseerde bezuinigingen, wederom een fors overschot op de jaarrekening kunnen inboeken. Dat is zeker geen doel op zichzelf geweest, maar wel een teken dat we de afgesproken bezuinigingen ook daadwerkelijk hebben gerealiseerd. Kortom: we kunnen in Aa en Hunze nog discussiëren over beleidsprioriteiten en investeringswensen en we hoeven ons niet volledig te beperken tot de vraag hoe we financiële tekorten op kunnen vangen. Onder invloed van aanvullende rijksbezuinigingen zullen we ook in Aa en Hunze de komende jaren kritisch moeten zijn op onze uitgaven, maar als college van B&W achten wij het verantwoord in dit beleidsplan ook voorstellen te doen tot het realiseren van nieuwe wensen (met een incidenteel karakter). Wij stellen voor deze nieuwe incidentele beleidswensen te financieren vanuit de toevoeging aan de Vrije Algemene Reserve (VAR) uit het rekeningresultaat 2012 en (daarnaast) uit enkele specifieke bestemmingsreserves. Natuurlijk hebben we hierbij ook nu weer de noodzakelijke terughoudendheid betracht, want we willen wel financieel gezond blijven om daarmee de leefbaarheid in onze gemeente en de kwaliteit van de voorzieningen in de dorpen zoveel mogelijk te behouden. Om met premier Rutte te spreken: alleen met somberen komen we er niet. Problemen zijn er om aangepakt te worden. Dit beleidsplan laat zien welke prioriteiten de gemeente Aa en Hunze stelt als het gaat om het stimuleren van een gezonde, duurzame ontwikkeling van onze mooie gemeente. De inhoud van dit beleidsplan is als volgt: - In hoofdstuk 1 komen de belangrijke beleidsmatige thema s en speerpunten voor het jaar 2013 aan de orde en tevens de belangrijkste (incidentele) beleidswensen voor de jaren 2013 t/m 2017, alsmede een recapitulatie van de financiële gevolgen. - In hoofdstuk 2 gaan we in op de financiële uitgangspunten, op het algemene financiële kader en op de grootste onzekere factor voor de begroting: de algemene uitkering uit het gemeentefonds van de rijksoverheid. - Hoofdstuk 3 bestaat uit de beleidsmatige en financiële voortgangsrapportage over de eerste vier maanden van 2013. - In hoofdstuk 4 komt het financieel meerjaren perspectief 2014-2017 (FMP) aan de orde. - Bijlage: Grondbedrijf. 3

1.2 Belangrijke beleidsmatige thema s en speerpunten 2013 Het collegeprogramma kent de volgende uitgangspunten: 1. Implementeren toekomstvisie; 2. Betrokkenheid; 3. Solidariteit; 4. Duurzaamheid; 5. Leefbaarheid. Deze uitgangspunten geven gezamenlijk richting aan het beleid met het doel Aa en Hunze nog meer betrokken, solidair, duurzaam en leefbaar te maken. De volgende actuele beleidsmatige thema s en speerpunten komen in het resterende deel van deze collegeperiode aan de orde: 1. Jaar van de Duurzaamheid 2013; 2. Ontwikkeling gebied Gasselterveld; 3. Inrichtingsplan Centrum Rolde; 4a. MFC Gasselternijveen; 4b. Herinrichtingsvisie Vaart Gasselternijveen / centraal voorplein MFC; 5. Herontwikkeling Schaapskooi Balloërveld; 6. Grondexploitatie en woningbouw; 7. Burgerparticipatie; 8. Samenwerking Noord Drenthe (STAAN); 9. Decentralisaties (Participatiewet, AWBZ - begeleiding en Jeugdzorg); 10. Winkelcentra Annen, Gieten en Rolde; 11. Groen bedrijventerrein Spekstoep Gieten; 12. Windenergie; 13. Geluidsbeperkende voorzieningen N-33/N-34. 4

1. Jaar van de Duurzaamheid 2013 Via een aantal informerende marktplaatsen is informatie verzameld en gedeeld over duurzaamheid in samenhang tot het gemeentelijke werkterrein en in het verlengde van onze toekomstvisie. Dat heeft geresulteerd in het vaststellen van een duurzaamheidsvisie. Hoewel duurzaamheid breder is dan alleen duurzame energie ligt de nadruk daarbij wel op verduurzaming van de energievoorziening. In de visie is als centrale doelstelling vastgelegd het streven om in 2025 50% minder CO 2 uit te stoten dan in 2010. Deze doelstelling kan worden behaald als wordt ingezet op energiebesparing door isolatie van gebouwen, inzet van zonnepanelen waar het kan, toepassen van windenergie onder voorwaarden en het maximaal benutten van de aanwezige biomassa in onze groene gemeente. De gemeente kan dit niet alleen maar gaat samen met burgers, bedrijven, instellingen en andere stakeholders deze duurzaamheidsvisie tot uitvoering brengen. Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld met plannen die allemaal tot CO 2 reductie moeten leiden. Door het toepassen van hernieuwbare bronnen voor energieopwekking zoals zon, wind, biomassa en aardwarmte wordt onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen minder. In het voorjaar 2012 is via een oproep in de Schakel gestart met de voorbereidingen van het themajaar Duurzaam Aa en Hunze 2013. Via de oproep is een brainstormsessie georganiseerd over hoe en wat de gemeente samen met inwoners, bedrijven en instellingen kan en wil gaan doen binnen dit thema. Dat heeft geleid tot het opstellen van een jaarprogramma, waarin maandelijks een ander thema aan de orde zal komen. Dat programma is openbaar gemaakt op een speciale openingsmarkt tijdens de gemeentelijke Nieuwjaarsreceptie op 7 januari jl. in de sporthal in Gasselternijveen. Duurzaamheid is opgedeeld in de thema s wonen, bedrijven, water, energie (besparen + opwekken), dorpeninitiatieven, voedsel, scholen/educatie, verkeer/vervoer, natuur en landschap en afval. Het hele jaar door wordt op deze wijze bijzondere aandacht gegeven aan het thema duurzaamheid. Initiatieven en ideeën van inwoners worden daarbij centraal gesteld. 2. Ontwikkeling gebied Gasselterveld Voor het Gasselterveld is op basis van de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Gasselterveld een uitvoeringsprogramma opgesteld, met een inventarisatie van concrete ontwikkelingen. Over de daadwerkelijke uitvoering van dit programma wordt met diverse partijen gesproken. De zandwinner is intussen gestart met het afwerken van de zandwinplas en heeft een ontheffing van het bestemmingsplan tot 1 januari 2015 aangevraagd, teneinde het resterende zand uit depot te kunnen halen. Voor de locatie van het voormalige Motel Gasselterveld heeft een initiatiefnemer inmiddels verzocht een planologische procedure op te starten. Met betrekking tot Vakantieoord De Kremmer BV heeft het kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie een advies uitgebracht. Met de initiatiefnemer van het Wildpark Gasselterveld vindt intensief overleg plaats om de plannen nader uit te werken. Staatsbosbeheer is hierbij nauw betrokken en er is een link gelegd met het Geopark. Het park zal een oppervlakte krijgen van ca. 45 hectare. Gelet op de diverse ontwikkelingen die planologisch ingepast moeten worden, is het de bedoeling tot één bestemmingsplan te komen voor het gehele visiegebied, waarin alle initiatieven zullen worden meegenomen. Gelet op de omvang van het visiegebied, de noodzakelijke omgevingsonderzoeken (ecologie, archeologie e.d.) in dit gebied en de noodzaak een MER-procedure voor het gebied te doorlopen zullen de kosten van deze procedures aanzienlijk zijn. Wij stellen u voor ten behoeve van voorbereidings- en procedurekosten 100.000 te reserveren ten laste van de reserve Toeristische Recreatieve Ontwikkelingen (TRO). Naast deze kosten is er een regulier (reeds gelabeld) budget beschikbaar van 115.000 voor de daadwerkelijke uitvoeringskosten in het gebied. De voorwaarden waaronder uitvoering moet plaatsvinden zijn contractueel vastgelegd. 5

3. Inrichtingsplan Centrum Rolde Het inrichtingsplan richt zich op een herinrichting van het centrum van Rolde binnen kaders die in de vastgestelde Centrumvisie Rolde zijn aangegeven. Het doel is het aantrekkelijker maken van Rolde voor inwoners en bezoekers, door onder andere het beperken van het verkeer en een betere inrichting voor het winkelend publiek. Het concept inrichtingsplan is op 17 december 2012 tijdens een inloopbijeenkomst gepresenteerd. Dit plan is in nauwe samenwerking met Stichting Dorpsbelangen, de Ondernemersvereniging Rolde e.o. en de gemeente tot stand gekomen. Het concept inrichtingsplan is vervolgens tijdens een raadscommissievergadering op 6 februari 2013 besproken. Daarna heeft een inspraakperiode plaatsgevonden. Ons college zal - waarschijnlijk met een aantal aanpassingen - het inrichtingsplan ter vaststelling voorleggen aan de gemeenteraad. Vaststelling door de raad is gepland in september 2013. De aanbestedingsprocedure zal dit jaar worden afgerond. De start van de uitvoering is gepland in het voorjaar 2014. Wij zullen ons tot het uiterste inspannen de werkzaamheden zo vroeg mogelijk te laten beginnen, doch e.e.a. is mede afhankelijk van de weersomstandigheden. 4a. MFC Gasselternijveen Eind 2012 heeft de aanbesteding met betrekking tot de bouw van het MFC plaatsgevonden waarna aan de aannemer en de installateur de opdracht is verstrekt tot realisatie van het MFC Gasselternijveen. Uitgangspunt voor de totale investeringskosten vormt het raadsbesluit waarin een totaalkrediet beschikbaar is gesteld van 2.958.000 inclusief BTW en inclusief kosten voor herinrichting van het terrein en sloop van de woningen van De Volmacht. Inmiddels heeft de aannemer een gedetailleerde bouwplanning opgesteld. Verhuizing van de basisscholen staat gepland in en rondom de herfstvakantie 2013 nadat de nieuwbouw van de 1 e fase is afgerond. Na oplevering van de 1 e fase zal de 2 e fase (verbouw bestaand gebouwgedeelte) aanvangen. Deze wordt opgeleverd in week 11 van 2014. In samenspraak met de werkgroep waarin de gemeente en de betrokken partijen zijn vertegenwoordigd wordt gewerkt aan de oprichting van de beheerstichting, het opstellen van een beheerovereenkomst tussen gemeente en beheerstichting en de ingebruikgevingsovereenkomst tussen gemeente en schoolbesturen voor wat betreft het onderwijsgedeelte. De uitwerking van deze overeenkomsten zal plaatsvinden in een nog op te stellen beheerplan waarin tevens uitwerking van de exploitatie van het MFC is opgenomen. 4b. Herinrichtingsvisie Vaart Gasselternijveen / centraal voorplein MFC In 2009 is aan een extern stedenbouwkundig bureau opdracht gegeven om voor de Vaart Gasselternijveen een herinrichtingsvisie op te stellen. In deze visie is een aantal varianten opgenomen voor de herinrichting van het gebied tussen het kruispunt Hoofdstraat/Vaart-Havenkade tot en met de locatie van de AVEBE. Aan deze herinrichtingsvisie is nog geen financiële paragraaf toegevoegd, omdat er ten tijde van het eerste concept geen zicht was op financieringsmogelijkheden. Daarbij is bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor Gasselternijveen de prioriteit bij het MFC gelegd. In de herinrichtingsvisie is echter een duidelijke relatie gelegd tussen het stedenbouwkundig centrum van Gasselternijveen (kruispunt Hoofdstraat met Vaart/Havenkade) en het maatschappelijke centrum, omgeving MFC en De Strohalm. Dit maakt het gewenst de uitvoering van het voorplein voor het MFC af te stemmen met de Herinrichtingsvisie. Op deze wijze kan ook een goede afweging worden gemaakt ten aanzien van de inzet van de beschikbare middelen voor Gasselternijveen. De diverse varianten van de Herinrichtingsvisie worden momenteel financieel doorgerekend. 6

5. Herontwikkeling schaapskooi Balloërveld In 2012 is in gezamenlijkheid met de stichting Schaapskooi Balloërveld en de herders van Balloo gewerkt aan de plannen voor herbouw van de kooi en de bedrijfsbebouwing. Inmiddels is de herbouw gestart. Daarbij heeft de raad in januari 2013 ook ingestemd met de realisatie van een dienstwoning. De bouw daarvan is na bestemmingsplanwijziging in 2014 gepland. Met de omgeving en partners binnen het Nationaal Park Drentsche Aa is een inrichtingsplan gemaakt volgens het Brinkmodel. Het gaat om een goede parkeervoorziening voor bezoekers van het Balloërveld. Het gebiedje wordt open en leesbaar gemaakt en zo beter landschappelijk passend binnen het fraaie esdorpenlandschap ter plaatse. Met alle ontwikkelingen samen wordt invulling gegeven aan de gebiedsvisie 2011 van het Overlegorgaan Drentsche Aa. Voor de gemeente Aa en Hunze wordt op deze wijze de (ook uit toeristisch recreatief oogpunt) waardevolle locatie bij het Balloërveld weer hersteld. 6. Grondexploitatie en woningbouw In 2011 en 2012 is door ons meerdere keren met uw raad gesproken over de grondexploitaties. Het landelijke beeld is dat de werkelijke verkoop van kavels ver achter blijft bij de prognoses en planningen. Dit geldt ook voor de kavelverkoop in de gemeente Aa en Hunze. Naast een aantal kleinere grondexploitaties zijn er twee meer omvangrijke grondexploitaties in onze gemeente: het bedrijventerrein Bloemakkers in Gieten en het woningbouwplan Nooitgedacht ten zuiden van Rolde. De langdurige crisis op de financiële markt en op de woningmarkt vraagt om grote alertheid en een herijking van eerder genomen besluiten en richtingen. Voor het plan Nooitgedacht betekent het dat deze op een zorgvuldige wijze verder ter hand moet worden genomen, zodat met een minimum aan middelen een maximaal woongenot voor de huidige en toekomstige bewoners/gebruikers ontstaat. Tevens zal de flexibiliteit in de ontwikkeling benut moeten worden om doorlopend adequaat te kunnen inspelen op de markt. Om meer grip te krijgen op de flexibiliteit in het plan en de ontwikkelingsmogelijkheden wordt een aantal ruimtelijke en financiële scenario s opgesteld. Op basis van onderzoeksgegevens en ontwikkelingsmogelijkheden is eind 2012 met de raad een hoofdkoers van het plan besproken. Momenteel worden scenario s uitgerekend hetgeen in 2013 moet leiden tot een aangepast ruimtelijk plan en een bijbehorende grondexploitatie. Om geen kansen onbenut te laten, wordt door ons voorgesteld ook in Aa en Hunze startersleningen te verstrekken. Daarmee kunnen starters op de woningmarkt het gat opvullen tussen het maximale hypotheekbedrag en de prijs van het huis. De starterslening is in de regel de eerste drie jaar renteloos en aflossingsvrij. Daarnaast ligt nog ter tafel de uitvoering van de motie van de raad, aangenomen tijdens de behandeling van de begroting 2013, met betrekking tot het onderzoeken van de mogelijkheden voor het uitgeven van bouwkavels in erfpacht als ondergrond voor energieneutrale woningen voor starters. Gezien de minder gunstige economische situatie en de hiervoor genoemde nog uit te schrijven scenario s is dit onderzoek doorgeschoven naar de 2 e helft van 2013. De uitgiftesnelheid van de bedrijfskavels op Bloemakkers is en blijft gelet op de huidige economische situatie een financieel risico. Vanuit de gemeente is een aantal stimulerende maatregelen/acties genomen (tijdelijke grondprijsverlaging, verlengde reserveringstermijn, inzet makelaar/internet). Het 7

beperkte aantal percelen dat we hier in de verkoop hebben, maakt dat we met een enkele transactie zomaar weer op schema kunnen lopen. In de Breelandsessie van 8 februari 2013 is verzocht om in het beleidsplan 2013 een toekomstbeeld voor het grondbedrijf te schetsen met één of meerdere scenario s. In een afzonderlijke bijlage van dit beleidsplan is een toekomstbeeld voor het grondbedrijf geschetst met enkele scenario s. De basis van dit toekomstbeeld is de financiële positie per 31 december 2012. De financiële positie is nader geanalyseerd en er zijn voor de relevante grondexploitaties één of meerdere scenario s beschreven. Het toekomstbeeld in dit beleidsplan is een eerste aanzet en in het najaar wordt in een nog te plannen commissie- en/of raadsvergadering een uitgebreider beeld geschetst. 7. Burgerparticipatie In de notitie over de nieuwe organisatie van Aa en Hunze is opgenomen dat we de essentie van burgerparticipatie willen integreren in onze dienstverlening en beleidsontwikkeling. De projectgroep Burgerparticipatie is met deze opdracht van start gegaan, maar burgerparticipatie gaat veel verder dan de interne organisatie. Uit de toekomstvisie, het collegeprogramma en vele andere beleidsdocumenten blijkt het belang van samenwerking met de bevolking. Dit is een proces van buiten naar binnen. Uit onderzoeken blijkt dat we op dat punt nog wel wat kunnen verbeteren. De projectgroep Burgerparticipatie heeft een projectplan en een uitvoeringsplan opgesteld, welke begin juni ter vaststelling in het college komt. Het uitvoeringsplan is de basis om voor de komende jaren activiteiten te organiseren om burgerparticipatie vorm en inhoud te geven. Een aantal projecten waarbij gericht betrokkenheid van de inwoners wordt gevraagd, maar die ook zorgen voor inbedding in de interne organisatie. Het betrekken van inwoners bij ontwikkeling én uitvoering van beleid moet een vanzelfsprekendheid worden, zowel voor inwoners als voor bestuur en medewerkers. Het voornemen is op korte termijn het thema afvalbeleid via een traject van burgerparticipatie te laten verlopen als opmaat voor een bespreking in de gemeenteraad. Daarnaast gaan we actief met burgerparticipatie aan de slag bij de volgende beleidsonderwerpen: koopcentra, zelfsturende dorpen, woonomgeving en voorzieningenbeleid, de 100 van Aa en Hunze (Burgerpanel) en lokale initiatieven. 8. Samenwerking Noord Drenthe (STAAN) De omgeving van de gemeente is sterk aan ontwikkeling en verandering onderhevig. Enerzijds wordt vanuit de landelijke politiek druk uitgeoefend om samenwerking tussen gemeenten te realiseren en schaalvergroting te bereiken. De drie decentralisaties die op de gemeenten afkomen, vormen daarbij argumenten voor het vergroten van bestuurlijke, financiële en ambtelijke slagkracht. Anderzijds is te zien dat burgers mondiger worden, steeds meer gebruik maken van social media, en hun eigen participatie organiseren. In de netwerksamenleving verandert de rol van de gemeente meer en meer in een regisseursrol en daarbij past het doorontwikkelen van de verschillende samenwerkingsverbanden. Dit sluit aan op de ambitie van de gemeente om actief samenwerking te zoeken met andere overheden (gemeenten), instanties, ondernemers en burgers, zoals die staat vermeld in de Strategische Toekomstvisie 2020. Dit is overigens geen vreemd fenomeen voor de gemeente Aa en Hunze; al jaren vindt op diverse niveaus samenwerking plaats, onder andere in de regio Noord- en Midden-Drenthe. Van recente datum is het initiatief STAAN; het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Tynaarlo, Aa en Hunze, Assen en Noordenveld dat zich richt op de bedrijfsvoering. 8

Met de decentralisaties voor de deur, is hét moment gekomen om een heldere visie te ontwikkelen op de samenwerkingsverbanden tussen de Drentse gemeenten. Hiervoor zijn de bestuurlijke verkenningen gestart en is een aantal uitgangspunten geformuleerd: Redeneer vanuit de inhoud; Stel de burger centraal; Geen herindeling, maar intensivering van samenwerking. De bestuurlijke en ambtelijke verkenningen zijn de opmaat geweest voor een raadsbijeenkomst op 8 mei 2013 over de visie op gemeentelijke samenwerking. Bij die gelegenheid zijn de uitkomsten nader toegelicht en besproken. Op basis van de uitkomsten van de discussie in deze bijeenkomst zal voor de raad van september a.s. een voorstel worden opgesteld op basis waarvan de raad kan komen tot het vaststellen van een visie op de bestuurlijke toekomst van onze gemeente. Zoals met uw raad is afgesproken zullen daarbij verschillende scenario s aan de orde komen. Extra incidentele middelen voor frictiekosten zijn opgenomen in de bijstellingen voor 2013 van programma 16 ( 250.000). 9. Decentralisaties (Participatiewet, AWBZ - begeleiding en Jeugdzorg) In de afgelopen periode is met betrekking tot de voorbereiding van de invoering van de Participatiewet met de gemeenten Assen, en Tynaarlo de concept visie en ambitie ten aanzien van werk en inkomen gedeeld. Zoals we in punt 9 Samenwerking Noord Drenthe hebben aangegeven wordt in relatie tot de landelijke politieke druk ingezet op vergroten van de bestuurlijke, financiële en ambtelijke slagkracht. Met de gemeenten Assen, Tynaarlo en zo mogelijk Noordenveld en Midden Drenthe willen we ten aanzien van onder andere beleidsontwikkeling, afstemming en uitvoering onderzoeken hoe e.e.a. kan worden vorm gegeven en willen we inzicht in de mogelijke consequenties voor de huidige samenwerkingsverbanden ISD en Alescon. Het recent afgesloten sociaal akkoord heeft naar alle waarschijnlijkheid grote gevolgen voor de tot nu toe getroffen voorbereidingen. Inmiddels is duidelijk dat de invoering van de Participatiewet wordt uitgesteld naar 1 januari 2015. Enkele belangrijke punten uit het akkoord met directe gevolgen voor de gemeenten zijn: Er komen 35 werkpleinen waarin regionale werkgevers en vakbondsbestuurders samen met de wethouders van de betrokken gemeenten een regionaal arbeidsmarktbeleid tot stand brengen en verantwoordelijk worden voor mensen in WW, WWB en niet uitkeringsgerechtigden; Er komen ook 35 werkbedrijven, gevormd uit de huidige sw-bedrijven, dit zijn er nu 90, voor mensen met een functiebeperking (Wajong en WSW); Werkpleinen en werkbedrijven zijn voor wat betreft gebiedsindeling gelijk aan de arbeidsmarktregio s; Het UWV gaat samen met CIZ en wordt verantwoordelijk voor de keuring van de mate van arbeidsgeschiktheid en van de behoefte aan zorg en extra ondersteuning bij het aan het werk helpen van betrokkene; Gemeenten hebben de lead bij de werkbedrijven, die met een commerciële inslag worden geleid. Werkgevers, vakbonden en overheid doen mee in de leiding van het Werkbedrijf. Werkgevers kunnen bovendien meedoen in de financiering. In een eerste reactie van de VNG wordt aangegeven dat de inhoud van het akkoord grote effecten heeft op de manier waarop gemeenten het sociale domein (werk, Wmo en jeugd) kunnen inrichten en uitvoeren. Voor de decentralisatie Jeugdzorg maakt Aa en Hunze deel uit van de regio Noord- en Midden Drenthe. Er is een kwartiermaker aangesteld die voor een aantal regionale vraagstukken onderzoek en voorbereiding van bestuurlijke besluitvorming organiseert en begeleidt. Op regioniveau is hiervoor een uitvoeringsplan transitie jeugdzorg 2013-2015 vastgesteld door de samenwerkende gemeenten. Het uitvoeringplan wordt ter kennisname aan uw raad aangeboden. Hierin wordt de aanpak, alsmede de lokale, regionale en provinciale thema s benoemd. De diverse vraagstukken zullen afhankelijk van het thema op een passende schaal worden uitgewerkt. Lokaal gaat het om vormgeving van de lokale toegang en het invoegen van de toegangstaken van Bureau Jeugdzorg. Bovenregionale thema s zijn o.a. inkoop, monitoring en onderzoek naar de organisatorische inrichting. In het uitvoeringsplan zijn de momenten aangegeven waarin de lokale, regionale en bovenregionale besluitvorming zijn voorzien. 9

Samengevat moet er in de regio in 2015 sprake zijn van: Een effectieve ketensamenwerking, gebaseerd op de Drentse visie Als jeugd en toekomst tellen ; Een duidelijke organisatiestructuur voor zowel de gemeentelijke CJG s/ gebiedsteams als andere vormen van (boven)regionale jeugdzorg; Een samenhangende inkoop van zorg waarbij de beschikbare middelen in principe toereikend zijn om adequate ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien te genereren; Ketensamenwerking die in alle facetten voldoet aan landelijke wet- en regelgeving. Ook bij de voorbereidingen voor de decentralisatie van de AWBZ wordt op diverse onderdelen samengewerkt binnen de regio Noord- en Midden Drenthe. Naar het nu lijkt heeft het sociaal akkoord grote gevolgen voor de inrichting van het sociaal domein, waarvan de feitelijke gevolgen op dit moment nog niet duidelijk zijn, bovendien geldt overigens voor alle drie de decentralisaties dat het besluitvormingstraject en wetgevingstraject in het parlement nog niet is afgerond. Echter gelet op de - met rasse schreden naderende geplande invoeringsdatum van de taken - blijven wij koersen op de oorspronkelijke geplande afronding van de visievorming. Het is de intentie om u nog in het tweede kwartaal op hoofdlijnen hierover te informeren en vervolgens in het derde kwartaal dit decentralisatievraagstuk opiniërend aan u voor te leggen en daarna ter besluitvormend. Met betrekking tot de budgettaire kaders wordt er in het beleidsplan vanuit gegaan dat de toekomstige uitvoering van de taken vooralsnog binnen de van het rijk overkomende budgetten kan worden gerealiseerd. 10. Winkelcentra Annen, Gieten en Rolde Op verzoek van de ondernemers uit Annen zijn de mogelijkheden voor het opknappen van de openbare ruimte nabij het winkelcentrum d Anloop te Annen verkend. Vervolgens is opdracht verstrekt aan Grontmij voor het opstellen van een drietal ontwerpschetsen met bijbehorende kostenramingen bij eventuele uitvoering. Het plangebied betreft de Zuidlaarderweg, vanaf de kruising met de Markeweg tot aan de kruising met de Kruisakkers en het voorterrein van het winkelcentrum. Die inrichtingsschetsen zijn besproken met een afvaardiging van ondernemers van het winkelcentrum. Door ons college is de vraag opgeworpen of het niet verstandig zou zijn vooral in te zetten op aantrekkelijkheid van het winkelcentrum en daarbij het parkeren meer te concentreren op het achterterrein. Hiervoor is een nieuwe ontwerpschets ontwikkeld die wederom is besproken met een delegatie van de ondernemers. Op 31 oktober 2012 is de begroting 2013 door uw raad vastgesteld. Daarin is voor onderhavig project een bedrag van 500.000 beschikbaar gesteld. Begin 2013 is een concept inrichtingsplan ook gepresenteerd aan de aanwonenden van het betreffende deel van de Zuidlaarderweg. Het concept inrichtingsplan is daarna op 17 april 2013 voorgelegd aan de raadscommissie Leefomgeving. Die reageerde positief op de plannen die nu in uitvoering kunnen worden genomen. Dat traject begint met het bieden van de mogelijkheid tot inspraak op het conceptinrichtingsplan gedurende een gebruikelijke periode van zes weken. Daarna zullen wij als college een besluit nemen, waarbij ook ingegaan wordt op de eventueel ingediende inspraakreacties. Op basis daarvan maakt Grontmij het inrichtingsplan definitief. Gestreefd wordt om dit voor de zomervakantie (juli / augustus) af te ronden. Direct daarna volgt het besteksgereed maken en daarna de aanbesteding. Onze insteek is in dit proces zoveel mogelijk vaart te maken, zonder de vereiste zorgvuldigheid geweld aan te doen. Door de nieuwe aanbestedingswet duurt de procedure echter langer. Start met de uitvoering kan op z n vroegst eind 2013 plaatsvinden, uitlopend tot voorjaar 2014. 10

In Gieten is begin 2013 de 2 e fase van de herinrichting van de Stationsstraat gerealiseerd. Ontwikkelingen met betrekking tot koopgedrag (internetaankopen) en de economische crisis hebben gevolgen voor de verkoopvloeroppervlakte in de detailhandel. Het aantal vierkante meters zal afnemen, hetgeen leegstand in winkelgebieden tot gevolg zal hebben. Deze ontwikkeling doet zich voor in het winkelcentrum van Gieten. Leegstand heeft een negatief effect op de uitstraling van winkelcentra, waarbij verschraling van het aanbod optreedt. Na overleg met ondernemers en de raadscommissie Leefomgeving is de gedeelde conclusie getrokken dat het goed is in beeld te brengen hoe ondernemers en de lokale overheid gezamenlijk kunnen optrekken om de negatieve effecten van genoemde trends te keren, om aldus een goed draaiend winkelcentrum in Gieten te behouden. Om te beginnen wordt hiertoe door ondernemers en gemeente een schouw georganiseerd, waarbij gezamenlijk wordt bekeken welke situaties verbeterd zouden kunnen worden. Vooralsnog wordt voor deze opgave een bedrag van 250.000 uitgetrokken. In Rolde is een herinrichting van het centrum in voorbereiding (zie onder 3). 11. Groen bedrijvenpark Spekstoep Gieten Wij hebben de ruimtelijk-economische haalbaarheid van het realiseren van een groen bedrijvenpark op de locatie Spekstoep in Gieten onderzocht. Dit projectinitiatief heeft betrekking op het realiseren van een clustering van bedrijven, die zich richten op het inzamelen, verwerken en opwaarderen van biomassa tot hernieuwbare producten en/of duurzame energie. Dit alles op zodanige wijze dat door synergie van de bedrijvigheid een meerwaarde ontstaat voor de individuele bedrijfsvoering en het milieu. Door een externe deskundige is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd op basis van een publiek-private samenwerking met de beoogde projectpartners: Waterschap Hunze en Aa s en een aantal bedrijven. De uitkomsten van het onderzoek zijn neergelegd in een rapport. De uitkomst van het rapport is dat er voor het projectinitiatief op dit moment geen business case valt te maken die financieel-economisch uitvoerbaar is. De benodigde investeringen voor grond, infrastructuur en installaties wegen in de huidige markt niet op tegen het te behalen rendement uit de productie van duurzame energie. 12. Windenergie In het collegeprogramma 2010-2014 is als actie opgenomen, dat de mogelijkheden van het realiseren van windparken zouden worden onderzocht en dat we zouden zorgen voor besluitvorming daarover. Niemand zal ontgaan zijn dat dit onderwerp prominent op de agenda is gekomen, sterker dan we in het voorjaar van 2010 konden voorspellen. Op 19 juni 2013 zal een door ons met de provincie Drenthe en de gemeente Borger-Odoorn opgestelde gebiedsvisie met uw raad worden besproken. 13. Geluidsbeperkende voorzieningen N-33/N-34 Al langere tijd ontvangen wij klachten over het verkeerslawaai dat afkomstig is van de N-33 (en de N- 34). Bovendien zijn er zorgen over de ontwikkelingen van het verkeersgeluid na de realisatie van de verdubbeling van de N-33. In formele zin wordt door de verantwoordelijke wegbeheerders (Rijkswaterstaat en de provincie Drenthe) gesteld, dat het verkeersgeluid binnen de officiële normen blijft en dat om die reden het treffen van nadere voorzieningen niet noodzakelijk is. Wij onderkennen desalniettemin, dat inwoners last 11

van verkeersgeluid ondervinden en wij nemen de klachten/zorgen van onze inwoners serieus. Daarom onderzoeken wij welke geluidsbeperkende voorzieningen met name in Rolde en Gieten getroffen zouden kunnen worden en welke investeringskosten gepaard gaan met het treffen van die maatregelen. Wij stellen ons ten doel nog in deze bestuursperiode een concreet voorstel met uw raad te bespreken. 1.3 Belangrijkste (incidentele) beleidswensen 2013 t/m 2017 Naast de actuele beleidsthema s voor 2013 zijn in dit hoofdstuk de belangrijkste (incidentele) beleidswensen voor de jaren 2013 t/m 2017 opgenomen. Het gaat hierbij om de volgende incidentele beleidswensen: 1. Voetbalaccommodaties; 2. Leefbaarheidsfonds; 3. Startersleningen; 4. Pilot Voorzieningenbeleid; 5. Healthy ageing; 6. Burgernet; 7. Onderwijs; 8. Verkeersmaatregelen Julianalaan; 9. Onkruidbestrijding op verharding; 10. Stichting Leergeld. 1. Voetbalaccommodaties In het (nieuwe) beleid voor de voetbalaccommodaties is uitgesproken, dat de gemeente verantwoordelijk is voor de velden en de clubs voor de gebouwen. Bij de besluitvorming over de invoering van dat beleid is de situatie van de vv Gieten in een uitzonderingspositie geplaatst. Die vereniging beschikt namelijk over dermate gedateerde gebouwen, dat het standpunt van het verenigingsbestuur, dat het niet verantwoord is dergelijke gebouwen zonder nadere afspraken over te nemen is onderschreven. De gedachte was een kunstgrasveld te realiseren, zodat in ruimtelijke zin overcapaciteit zou ontstaan. Die overcapaciteit zou dan gebruikt kunnen worden voor woningbouw. De opbrengsten daarvan zouden vervolgens geïnvesteerd kunnen worden in nieuwbouw voor de voetbalclub (met een flinke bijdrage van de club zelf). Die lijkt bij nader inzien voor de komende jaren niet realistisch te zijn. Daarmee bestaat dus een knelpunt, dat vroeg of laat moet worden opgelost. Op dit moment wordt onderzocht wat de kosten van een renovatie zijn, maar waarschijnlijk zal de conclusie luiden, dat op enig moment nieuwbouw de enige optie is. De voetbalclub Annen heeft een capaciteitsprobleem. Dat wordt met name veroorzaakt doordat de afgelopen jaren in Annen steeds meer meisjes zijn gaan voetballen. In het geharmoniseerde beleid m.b.t. de voetbalaccommodaties is bepaald dat de gemeente verantwoordelijk is voor de velden en de clubs voor de gebouwen. Er zijn twee manieren om het capaciteitstekort op te lossen: een verwijzing naar de velden van andere verenigingen in de gemeente (op sommige complexen is sprake van overcapaciteit) of het realiseren van een kunstgrasveld. De vv Annen opteert nadrukkelijk voor het laatste alternatief. Het realiseren van een kunstgrasveld vergt een forse investering tot een bedrag van ongeveer 375.000. De voordelen van een kunstgrasveld qua gebruiksmogelijkheden zijn legio. Indien deze wens van de vv Annen wordt gehonoreerd ligt het voor de hand daaraan diverse eisen te stellen op het gebied van medegebruik (andere verenigingen, scholen). Beide voetbalclubs hebben een centrale positie in onze gemeente. Indien in de toekomst zou worden besloten tot het clusteren van accommodaties dan zullen de verenigingen in Gieten en Annen hoe dan ook blijven bestaan. 12

2. Leefbaarheidsfonds Het instellen van een leefbaarheidsfonds is een succes gebleken. Met een zekere regelmaat is vanuit de samenleving op dit fonds een beroep gedaan. Om ruimte te (blijven) geven aan nieuwe initiatieven is het noodzakelijk voor het resterende deel van deze bestuursperiode een toevoeging te doen aan dit fonds. Voorgesteld wordt om voor het jaar 2013 100.000 toe te voegen aan het leefbaarheidsfonds. 3. Startersleningen Dit voorjaar zijn in een 8-tal dorpen de starters op de woningmarkt bezocht. Daarbij is voorlichting gegeven door de corporaties v.w.b. huur- en koopmogelijkheden van bestaande huurwoningen en de gemeente heeft mogelijke ontwikkellocaties gepresenteerd voor nieuwe starterswoningen in de dorpen. Op de startersavonden is tevens informatie verstrekt door de Rabobank over financieringsmogelijkheden van de starters. Regelmatig werd op de bijeenkomsten de vraag gesteld of de gemeente ook een starterslening verstrekt. Ook vanuit de bankensector zijn wij op (het ontbreken van) deze mogelijkheid gewezen. Tot op heden maakte de gemeente Aa en Hunze geen deel uit van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland. Sinds 2002 verzorgt SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland) namens de deelnemende gemeenten de verstrekking van Startersleningen aan particulieren. De Starterslening geeft starters op de woningmarkt een steuntje in de rug bij de aankoop van een eigen woning. Het verschil tussen de verwervingskosten van de woning en het maximaal te lenen hypotheekbedrag bij de bank kan door middel van de Starterslening worden overbrugd. SVn beheert revolverende fondsen, waarin rente en aflossing terugvloeien die daardoor steeds weer ter beschikking komen van het fonds voor de Starterslening. De starter kan, mits hij aan de door de gemeente gestelde criteria voldoet, voor een periode van 15 jaar rentevast lenen waarbij over de eerste drie jaar geen rente en aflossing verschuldigd is. Bij de reguliere starterslening verstrekt het Rijk de helft van de lening renteloos. Gezien de huidige woningmarkt wordt steeds meer druk gelegd op de overheid om financiële middelen aan te wenden om doorstroming en werkgelegenheid te stimuleren. De rijksoverheid heeft inmiddels 20 miljoen extra ter beschikking gesteld voor startersleningen. Ook als gemeente Aa en Hunze kunnen we de startersmarkt stimuleren door alsnog deel te nemen aan het stimuleringsfonds van SVn. Daarbij zullen keuzes gemaakt moeten worden als het gaat om de wijze waarop de bijdragen worden ingezet (bestaande bouw en/of nieuwbouw, locatie, maximale bijdrage, etc.) Deze keuzes zullen in een verordening moeten worden vastgelegd. De starterslening betreft geen éénmalige bijdrage maar een renteloze lening voor maximaal 3 jaar. Na de eerste 3 jaar gaat de koopstarter marktconforme rente en aflossing betalen. M.a.w. de starterslening is slechts een tijdelijk hulpmiddel om bij aankoop van de woning een financiering bij de bank rond te kunnen krijgen. Wij stellen voor om maximaal 350.000 te beschikbaar te stellen middels een bijdrage in het stimuleringsfonds voor voorfinanciering van startersleningen. De rente-effecten hiervan zullen worden betrokken bij het opstellen van de begroting 2014. 4. Pilot voorzieningenbeleid Eind 2012 is het nieuwe beleidskader voorzieningenbeleid vastgesteld. Een mooie mijlpaal. De volgende stap is de inbedding en uitvoering ervan. Ook hier worden burgers, instellingen en organisaties bij betrokken. De gemeente heeft immers participatie hoog in het vaandel staan. Maar dit kan wellicht nog een stap verder gaan: van beleidsparticipatie naar sociale participatie, vanuit traditionele betrokkenheid naar meer innovatieve manieren van betrokkenheid. Ideeën en projecten vloeien dan niet voort uit beleid, maar vanuit inwoners zelf. Hier is in deze gemeente mogelijk een slag 13

te winnen, ten gunste van een hogere mate van leefbaarheid. Via een pilot willen we de kansen hiervan onderzoeken. Inschatting is dat hiervoor een budget nodig is van 15.000 dat geheel ten goede komt aan projecten in het pilotgebied. Dit bedrag wordt gedekt binnen het budget voor burgerparticipatie. In dit verband verdient vermelding, dat het ons bekend is, dat een aantal inwoners zich samen met het OV-bureau oriënteert op nieuwe mogelijkheden van aanvullend/kleinschalig openbaar vervoer. 5. Healthy ageing Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) is het kennis- en ontwikkelingscluster op het gebied van gezond ouder worden. Healthy Ageing is: Zo lang mogelijk gezond, Vergroten welbevinden/welzijn, Verminderen en voorkomen eenzaamheid, en Verbeteren kwaliteit van leven. Het aantal ouderen neemt snel toe en dat vraagt om nieuwe, slimme oplossingen om de kwaliteit van het leven te vergroten en de maatschappelijke lasten voor gezondheid te minimaliseren. Noord- Nederland heeft de kennis, ervaring en urgentie om voorop te lopen in innovatie en onderzoek op het gebied van gezond ouder worden. Daarom is HANNN in het leven geroepen. De vergrijzende maatschappij biedt niet alleen uitdagingen, maar ook geweldige kansen en economische impulsen. De komende jaren is ontgroening en tegelijkertijd vergrijzing een belangrijk aandachtspunt. Het impliceert demografische krimp waardoor het buitengewoon lastig wordt om met name de groeiende zorgvraag van de steeds ouder wordende bevolking te kunnen bedienen. Om ontgroening tegen te gaan en op termijn de zorgvraag nog te kunnen bedienen is het noodzakelijk de kwaliteit van het gebied te behouden en zo mogelijk te vergroten. Binnen Healthy ageing is er ook aandacht voor nieuwe economisch activiteiten die de werkgelegenheid kunnen bevorderen. Door bevordering van een betere levensstijl en een meer geïntegreerd zorg- en welzijnsaanbod met meer vraagsturing kan een betere preventie worden ontwikkeld. Langer gezond en vitaal is het streven bij de innovatie van de zorg en preventieaanpak (voeding, bewegen, leren, arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie). Er worden lokale projecten (innovatiewerkplaatsen) ontwikkeld waarbij deze thema s worden uitgevoerd. In Aa en Hunze wordt het project Lambartushof in een innovatiewerkplaats opgezet waarbij o.a. wonen en werken de thema s zijn. Gericht op innovatie werken o.a. bedrijven, kennisinstellingen zorg- en welzijnsinstellingen samen. Binnen het onderdeel Healthy Lifestyle Hospitality krijgt een innovatieve, creatieve benadering dus een belangrijke rol. Het innovatieve karakter komt vooral tot uitdrukking door nieuwe combinaties die voortkomen uit de ziensen handelswijze door onder meer het sport-, cultuur- en horecaperspectief en gezondheidszorg te combineren. Hierbij gebruik makend van de nieuwste technologische middelen en inzichten. Die benadering zal vooral in het teken staan van welzijn waarin zorgverlening een faciliterende, dienende rol speelt. De ontwikkelingen binnen Healthy ageing kunnen ook een impuls zijn voor de gemeente Aa en Hunze. Belangrijk daarbij is om te kunnen profiteren van de daarbij ontwikkelde innovaties en de beschikbaar gestelde middelen. De gemeente Aa en Hunze heeft al goede ervaringen opgedaan door de samenwerking met de provincie Drenthe, waarbij Aa en Hunze met het project met de gemeente Vrees in Duitsland in verbinding is gebracht met de ontwikkelingen binnen Healthy ageing. Het heeft er o.a. toe geleid dat Lambartushof verder wordt ontwikkeld en dat er voor het project KleurrijkKanaal Interreg-gelden beschikbaar zijn gesteld. Momenteel wordt onderzocht of het project met Vrees kan worden voortgezet. De EDR heeft reeds aangegeven daar positief tegen over te staan. Daarbij zal wel een bijdrage van de gemeente worden gevraagd. Ook bij de opzet van een innovatiewerkplaats voor Lambartushof zoals voornoemd, zal een bijdrage van de gemeente Aa en Hunze worden gevraagd. Andere initiatieven die i.h.k.v. Healthy lifestyle worden opgezet hebben te maken met de gezondheidseconomie en kunst en cultuur. 14

Om voornoemde ontwikkelingen te kunnen uitvoeren en aan te kunnen sluiten bij andere op te zetten initiatieven binnen Healthy ageing wordt voorgesteld daarvoor een bedrag ad 60.000 beschikbaar te stellen. Hiervan is 20.000 opgenomen bij de bijstellingen voor 2013 ten behoeve de innovatiewerkplaats Lambertushof en voortzetting van het project Vrees. De resterende 40.000 is opgenomen in het FMP jaarschijf 2014 onder nieuwe ontwikkelingen incidenteel. (de dekking hiervan geschiedt vanuit de reserve WMO). 6. Burgernet Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een telefonisch netwerk van inwoners en medewerkers van bedrijven uit de gemeente. De centralist van de meldkamer van de politie start na een melding een Burgernetactie op. Burgernetdeelnemers krijgen een ingesproken bericht via de (mobiele) telefoon of een tekstbericht per SMS met het verzoek uit te kijken naar bijvoorbeeld een persoon of voertuig. Zo kunnen zij behulpzaam zijn bij de opsporing van bijvoorbeeld dader(s), een voertuig of een vermist kind. Burgernet wordt bijvoorbeeld ingezet bij: Diefstal of inbraak; Doorrijden na een aanrijding; Tasjesroof; Geweld; Vermiste personen. In september 2013 komt er een voorstel in de Raad over deelname van Aa en Hunze aan Burgernet. De kosten worden voorlopig geraamd op 12.000 incidenteel, onder voorbehoud van 50% subsidiëring door de politie, en structureel op 6.500. 7. Onderwijs Op het gebied van het onderwijs spelen de komende jaren een aantal (financiële) ontwikkelingen: 1. Landelijk wordt er een bezuiniging doorgevoerd op de algemene uitkering, onderdeel onderwijshuisvesting. Deze is verwerkt in het beleidsplan. Voor onze gemeente betreft dit een bedrag ad 330.000; 2. Met ingang van 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud aan schoolgebouwen overgeheveld van het gemeentebestuur naar het schoolbestuur. Voor de gemeente Aa en Hunze betekent dit een vermindering van haar inkomsten in de Algemene Uitkering van naar verwachting ca. 200.000. Daar tegenover staat dat de kosten voor groot onderhoud niet meer ten laste van de gemeente komen. Nog niet bekend is of er een overgangsregeling c.q. verevening komt van de restant boekwaarden van de gedane onderhoudsuitgaven; 3. Op dit moment is er een verkenning gaande m.b.t. doordecentralisatie in het voortgezet onderwijs bij het Dr. Nassau College. Uit een eventuele doordecentralisatie volgt dan een jaarlijkse financiële last voor de gemeente. Mocht dit proces geen doorgang vinden dan dient de school dit jaar een aanvraag in voor tijdelijke uitbreiding en eventueel in de nabije toekomst een aanvraag voor vervangende nieuwbouw; 15

4. Door de verschillende schoolbesturen zijn aanvragen ingediend in het kader van het Huisvestingsprogramma 2014, waaronder een aanvraag van de Stichting PrimAh voor klimaatbeheersing voor het jaar 2014 en 2015. Het investeringsbedrag hiervoor beloopt ca. 760.000. Inhoudelijke beoordeling vindt plaats op basis van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. Op dit moment is het totale financiële plaatje nog niet duidelijk en is er voor gekozen om nog geen bedragen in dit beleidsplan op te nemen. 8. Verkeersmaatregelen Julianalaan De Julianalaan vormt samen met de Hunzelaan de oude verbinding tussen de dorpen Gasselte en Gasselternijveen. Ter hoogte van Gasselte waaiert de bebouwde kom over grote lengte uit, terwijl de feitelijke verdichte bebouwing pas in de buurt van de Thebincklaan begint. Uit verkeersonderzoek en handhaving blijkt dat de snelheid van het autoverkeer hier ruimschoots hoger is dan de nu toegestane 50 km/uur (V85>70km/uur). Uit oudere en ook meer recente ongevallendata is gebleken dat dit ook objectieve verkeersonveiligheid tot gevolg heeft gehad. Een weginrichting met een duidelijke bebouwde kom entree op deze locatie en een 60 km/uur-regime (buiten bebouwde kom) voor het weggedeelte richting de Kamplaan, past beter bij de landelijke uitstraling van de weg. Tevens kan door middel van een 60 km/uur-plateau bij de aansluitingen Kamplaan en Beatrixlaan de gewenste snelheidsbeperking worden afgedwongen. Door de voorgestelde reconstructie wordt de weginrichting in overeenstemming gebracht met de toegestane snelheid en de functie van de weg. De kostenraming hiervan bedraagt 100.000. Voor het project is BDU - subsidie aangevraagd tot een percentage van 50%. De gemeentelijke bijdrage komt hiermee op 50.000. Wanneer de BDU - subsidie niet wordt toegekend, zal het project geen doorgang vinden in 2014. Graskeien Het toepassen van bermverharding vindt hoofdzakelijk plaats als sprake is van een smalle rijbaan en een in verhouding hoge verkeersintensiteit of bij intensief gebruik door landbouwverkeer. In beide gevallen treedt structurele bermschade op, die zich kan vertalen in verkeersonveiligheid. De Julianalaan te Gasselte kent een verhardingsbreedte van circa 5,60 meter, wat ruimte biedt aan een maatgevende combinatie van autoverkeer en zwaar verkeer/landbouwverkeer in het breedteprofiel. Het toepassen van bermverharding langs dit wegtracé heeft daarmee geen prioriteit. Dat neemt niet weg, dat er vanuit het dorp Gasselte al jaren een sterke vraag is om het realiseren van graskeien en dat door de gemeente ter plaatse met een zekere regelmaat herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. De kosten van het realiseren van graskeien op deze locatie worden geraamd op een bedrag van 87.000. Onderzocht zal worden of deze wens als project op een alternatieve manier kan worden gerealiseerd. 9. Onkruidbestrijding op verharding De onkruidbestrijding op verharding in de kernen wordt in de huidige praktijk uitgevoerd door selectief chemisch te spuiten. In 2013 is in Rolde een pilot gestart met het uitvoeren van onkruidbestrijding op een niet chemische wijze met hete lucht. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin chemische onkruidbestrijding wordt verboden. De inwerkingtreding van dat besluit is al eerder uitgesteld. De vermoedelijke ingangsdatum is het jaar 2016. Deze wijze van onkruidbestrijding is arbeidsintensiever en daardoor duurder dan chemisch selectieve onkruidbestrijding. Om in 2016 de onkruidbestrijding volledig Glysofaat vrij te kunnen uitvoeren willen we in de jaren 2014 t/m 2016 het oppervlak dat op niet chemische wijze onkruid vrij wordt gehouden uitbreiden. Dit heeft een gefaseerde verhoging van het bestaande budget tot gevolg. Het huidige structurele budget bedraagt 43.000. Voorgesteld wordt het budget voor de jaren 2014 en 2015 met 32.000 incidenteel te verhogen. Daarna vindt een evaluatie plaats over 16

deze wijze van onkruidbestrijding. Afhankelijk van de uitkomsten van deze evaluatie zal het budget daarna in structurele zin kunnen worden opgehoogd. 10. Stichting Leergeld Lionsclub De Hondsrug wil een actie opzetten om geld in te zamelen voor Stichting Leergeld dat ten goede dient te komen aan de kinderen in Aa en Hunze. Stichting Leergeld wil op een duurzame manier investeren in de participatie en ontwikkeling van kinderen, die zonder extra steun aan de zijlijn van de samenleving terecht dreigen te komen. De stichting heeft als missie het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen in gezinnen met minimale financiële middelen. Stichting Leergeld biedt kansen aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Hierdoor kunnen ook deze kinderen hun sociale vaardigheden en kennis zo optimaal mogelijk ontwikkelen en later als volwassenen volwaardig participeren in de samenleving. Door deze kinderen niet buiten te sluiten, wordt bovendien voorkomen dat de maatschappij er later leergeld voor gaat betalen. Tijdens het gesprek is de methodiek van de stichting besproken. Er wordt samengewerkt met organisaties die ook de belangen van de doelgroep behartigen. Dit zijn bijvoorbeeld ISD en Humanitas. Er wordt gewerkt met goed opgeleide vrijwilligers die bij de mensen thuis op bezoek gaan. Deze werkwijze past in de aanpak van Aa en Hunze. Na evaluatie van het gesprek is geconcludeerd dat de aanpak van Stichting Leergeld gedegen is en een aanvulling kan zijn op de reeds in onze gemeente aanwezige activiteiten. Om die reden is geconcludeerd dat een onderzoek naar de instelling van een afdeling in Aa en Hunze ondersteund kan worden. Er wordt geen structurele bijdrage van de gemeente gevraagd. Stichting Leergeld probeert de door hen geboden ondersteuning te bekostigen uit donaties. Er zullen wel initiële kosten gemaakt moeten worden om tot de instelling van een afdeling Aa en Hunze over te gaan. Daarnaast zullen vrijwilligers moeten worden geworven en opgeleid. Stichting Leergeld schat de aanloopkosten in op 7.500. Wij stellen voor een incidenteel budget beschikbaar te stellen van 10.000 (dekking hiervan geschiedt vanuit de reserve Sociaal beleid). Daaruit kunnen dan ook de eerste aanvragen voor ondersteuning worden betaald. 1.4 Recapitulatie financiële gevolgen thema s/speerpunten en beleidswensen Resumerend komen wij tot de volgende voorgestelde uitgaven m.b.t. de beleidsthema s/speerpunten en de (incidentele) beleidswensen. Het betreft voor de goede orde uitgaven met een incidenteel karakter, zodat de gemeentelijke begroting er niet structureel extra door wordt belast. Hieronder is op hoofdlijnen weergegeven hoe de voorstellen worden gedekt. Deze uitgaven zijn opgenomen in hoofdstuk 3 bij de individuele programma s als bijstelling en in het FMP (hoofdstuk 4) als nieuw voorstel incidenteel (het voorstel is alleen opgenomen indien dekking plaatsvindt vanuit de VAR). In dit overzicht zijn tevens de uitgaven en dekking als gevolg de bijstellingen van bestaand beleid weergegeven. In alle gevallen betreft dit uitzettingen ten opzichte van de geraamde budgetten in de begroting 2013 (incl. FMP). Op deze wijze maken we gebruik van het netto rekeningoverschot over 2012 voor een bedrag van afgerond 916.000 en doen we daarnaast een onttrekking van 556.000 aan diverse bestemmingsreserves. Tenslotte onttrekken we eenmalig een bedrag van 490.000 aan de VAR. Deze incidentele extra onttrekking achten wij verantwoord, omdat onze financiële positie solide is te noemen. Zo is ons weerstandsvermogen in de vermogenssfeer in 2012 gegroeid tot 22.167.000 en zit het weerstandsdeel van de algemene reserve dicht tegen de vastgestelde maximale grens aan. Verder verloopt het bezuinigingstraject tamelijk voorspoedig en zijn we ervan overtuigd uw raad voor het jaar 2014 een sluitende begroting te kunnen presenteren. Terughoudendheid blijven wij betrachten als het gaat om nieuw beleid met een structureel karakter. 17

Uitgaven Totale uitgaven beleidsthema s/speerpunten 506.000 Totale uitgaven (incidentele) beleidswensen 1.323.000 Totale uitgaven bijstellingen bestaand beleid 133.000 Totale uitgaven 1.962.000 Dekking Dekking vanuit de VAR 1.406.000 Dekking vanuit bestemmingsreserves 556.000 Totale dekking 1.962.000 18

2. FINANCIËLE POSITIE In hoofdstuk 2 wordt het vizier gericht op de verwachte ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente Aa en Hunze. In hoofdstuk 1 van dit beleidsplan zijn de financiële gevolgen van de thema s/speerpunten en de incidentele beleidswensen reeds weergegeven, waarbij een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden in relatie tot het weerstandsvermogen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende specifieke onderwerpen: Financiële uitgangspunten; Bezuinigingstraject; Ontwikkeling algemene uitkering; Financiële kader en ontwikkelingen; Conclusie; Voorstellen. 2.1 Financiële uitgangspunten Om ervoor te zorgen dat we ons huishoudboekje blijvend op orde houden, stellen we voor ons te conformeren aan onderstaande financiële uitgangspunten: Een sluitende begroting voor 2014 en een sluitend FMP 2015 2017. De taakstellende bezuinigingen dienen voor de begrotingsjaren 2014 2016 concreet te worden ingevuld met bezuinigingsmaatregelen op programmaniveau, zodat voor die jaren steeds een sluitende begroting tot stand komt. Bij het niet (kunnen) realiseren van een bezuinigingstaakstelling binnen een programma dient bij voorkeur primair binnen ditzelfde programma een alternatief te worden gevonden. Indien niet mogelijk, dient een alternatief te worden gevonden door integrale afweging binnen de totale programma s (procesafspraak). Tijdens het proces van opstellen van het beleidsplan 2013 en de begrotingsvoorbereiding 2014 beoordelen of een aanvullende bezuinigingstaakstelling noodzakelijk is. Bij het opvoeren van nieuw beleid / nieuwe wensen dient (alternatieve) dekking te worden aangeven voor hetzelfde begrotingsjaar. Of aangegeven dient te worden welk oud beleid plaats maakt voor het nieuwe. Rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksmiddelen, zonder plus : de decentralisaties begeleiding (AWBZ/Wmo), jeugdzorg en invoering Participatiewet (of de vervanger daarvan) zijn budgettair neutraal in de begroting verwerkt. De toevoegingen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds die we van de rijksoverheid ontvangen voor specifieke beleidsvelden worden niet automatisch omgezet in stelposten voor het bedoelde beleidsterrein, maar gebruikt bij een integrale afweging van beleidsprioriteiten. Uitgangspunt: geen stelpost opvoeren, tenzij Inkomstenontwikkeling: voor 2014 wordt uitgegaan van een verhoging van de tarieven met het geldende inflatiepercentage (trendmatige verhoging) uit de meest recente circulaire. Uitzonderingen hierop zijn de tariefsverhogingen die onderdeel zijn van het bezuinigingstraject. Loonontwikkeling: voor 2013 is het uitgangspunt een nullijn m.b.t. de salarissen en voor 2014 is het uitgangspunt een Cao verhoging van 1,25% (verwachte uitkomst onderhandelingen). In beide jaren is geen rekening gehouden met nieuwe/aanvullende premiestijgingen en een verlaging van het accres (risico s). 19

2.2 Bezuinigingstraject Op 8 februari 2013 is een informele raadsbijeenkomst gehouden over het bezuinigingstraject, waarbij is ingegaan op de tot en met 2012 reeds gerealiseerde bezuinigingen en de resterende opgave richting 2017. Belangrijke conclusies/uitgangspunten hierbij: Rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksmiddelen; De voorgestelde bezuinigingen 2013-2016 zijn weliswaar ingevuld, maar feitelijk nog niet gerealiseerd; Er is geen geld (budget) voor nieuw beleid opgenomen in het FMP; Winstwaarschuwing met betrekking tot het budgettair neutraal verwerkt hebben van de decentralisaties die op de gemeente afkomen. Tijdens deze sessie is afgesproken dat wij het initiatief zouden nemen als het gaat om voorstellen voor de nog in te vullen bezuinigingsopgave, waarover we de raad voorafgaande aan de besluitvorming over het beleidsplan 2013 zouden informeren. In navolging op deze raadsbijeenkomst is op 10 april 2013 een informerende collegebijeenkomst gehouden, waarbij wij uw raad hebben geïnformeerd over en betrokken bij de uitgangspunten van het beleidsplan 2013 en de invulling van de resterende nog in te vullen bezuinigingsopgave 2014-2016. Daarnaast is door ons college aangegeven, dat de eventuele gewijzigde fasering van de verlaging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zal worden verwerkt in de begroting 2014 en in het FMP. Ditzelfde geldt voor de verwachte aanvullende rijksbezuinigingen in 2014 van 4,3 miljard (zie paragraaf 2.3). Deze beide effecten zijn nog niet meegenomen in dit beleidsplan! 2.3 Ontwikkeling algemene uitkering Aa en Hunze heeft na het uitkomen van het Lente-akkoord halverwege mei vorig jaar geanticipeerd op de financiële gevolgen daarvan. De begrote algemene uitkering uit het gemeentefonds is in ons FMP (gefaseerd) verlaagd met 1,7 miljoen. Op hoofdlijnen heeft het eind oktober 2012 gesloten regeerakkoord Bruggen slaan een vergelijkbare financiële impact voor de gemeente, waarbij inmiddels duidelijk lijkt, dat de fasering van de diverse maatregelen afwijkt van hetgeen gepresenteerd is in het Lente-akkoord. Verwacht wordt dat bij het uitkomen van de meicirculaire 2013 hierover meer duidelijkheid zal ontstaan. De gevolgen hiervan zullen worden verwerkt in de begroting 2014-FMP. In het regeerakkoord Bruggen slaan valt te lezen dat het rijk in totaal ruim 17 miljard moet bezuinigingen om te voldoen aan de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3%. Dit heeft een nadelig netto-effect op de algemene uitkering uit het gemeentefonds van landelijk 1,4 miljard. Het effect voor Aa en Hunze van dit akkoord is een verlaagde algemene uitkering van 1,7 miljoen in 2017. In hoofdlijnen is de verwachte korting op de algemene uitkering voor Aa en Hunze als volgt te specificeren: Samen trap af Afromen budget onderwijshuisvesting Korting BTW compensatiefonds 0,7 miljoen 0,3 miljoen 0,7 miljoen 1,7 miljoen Tevens valt in het regeerakkoord te lezen, dat in 2025 1,0 miljard bezuinigd dient te worden op de apparaatskosten van de gemeenten. Een opgave die onlosmakelijk verbonden is met gemeentelijke samenwerking. In 2017 wordt vanuit het rijk in dit kader alvast 0,2 miljard bezuinigd; het effect hiervan op onze gemeente is 0,2 miljoen. Dit houdt in dat Aa en Hunze eind 2017 de apparaatskosten met 0,2 miljoen dient te hebben verlaagd. Hiermee is reeds rekening gehouden in het verlagen van de te verwachten algemene uitkering uit het gemeentefonds. Tijdens de informerende collegebijeenkomst op 10 april jl. is door ons aangegeven, dat er rekening wordt gehouden met aanvullende rijksbezuinigingen van 4,3 miljard in 2014. Dit heeft een nadelig financieel effect op de begroting van Aa en Hunze van ca. 260.000. Bij het presenteren van het Sociaal akkoord tussen werkgevers, vakbonden en rijksoverheid op 11 april 2013 is aangegeven, dat de aanvullende rijksbezuinigingen van 4,3 miljard in ieder geval tot augustus in de ijskast zullen worden gezet. In augustus zullen de effecten van het Sociaal akkoord op de economie worden geëvalueerd, waarbij de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3% voor 2014 nog steeds het uitgangspunt is. Ook het vasthouden aan die norm staat overigens ter discussie. Mochten 20

de gevolgen van het Sociaal akkoord niet leiden tot het terugdringen van het begrotingstekort tot 3%, dan zullen de aanvullende rijksbezuinigingen (wellicht in aangepaste vorm) alsnog uit de ijskast worden gehaald en worden ingezet. Vanuit voorzichtigheidsprincipe achten wij het wenselijk om de effecten van de in onze ogen zeer waarschijnlijke aanvullende rijksbezuinigingen in 2014 toch alvast te verwerken in de begroting 2014. 2.4 Financiële kader en ontwikkelingen Er blijft een grote mate van onzekerheid bestaan over de toekomstige ontwikkeling van de gemeentelijke financiën. Vooralsnog gaan we er vanuit, dat die ontwikkeling de komende jaren niet positief zal zijn. Dit heeft grotendeels te maken met de economische crisis waarin we verkeren en het feit, dat het rijk het huishoudboekje niet op orde heeft in relatie tot Europese afspraken daarover. Om het begrotingstekort van de rijksoverheid in de toekomst in lijn met de Europese norm van 3% te krijgen, is daarop geanticipeerd in het regeerakkoord Bruggen slaan van 2012. Uitwerkingen hiervan zijn het Financieel akkoord rijk en medeoverheden dat is gesloten begin 2013 en het in april 2013 gesloten Sociaal akkoord. Financieel akkoord rijk en medeoverheden Op 18 januari 2013 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen VNG, IPO, UvW en het Ministerie van Financiën. In dit overleg is een onderhandelaarsakkoord bereikt over een aantal samenhangende financiële onderwerpen dat de mede overheden raakt. De belangrijkste afspraken hebben betrekking op: 1. Wet HOF, waarbij de ambitie en de tekortnorm voor de mede overheden voor de komende jaren zodanig is vastgesteld dat ruimte blijft voor investeringen. 2. Wet schatkistbankieren, waarbij mede overheden hun overtollige middelen zullen onderbrengen in de schatkist. Het wetsvoorstel zal zodanig worden aangepast dat ook onderling lenen mogelijk wordt. 3. BTW compensatiefonds, waarvoor is overeengekomen dat het kabinet zal afzien van de voorgenomen afschaffing. Daarbij geldt dat de korting van macro 550 miljoen wordt gehandhaafd en de beheersbaarheid van het fonds wordt gegarandeerd. 72% van de gemeenten is met kanttekeningen akkoord gegaan met bovengenoemd akkoord. De effecten van de invoering van de Wet HOF en de Wet schatkistbankieren hebben, volgens de huidige inzichten, in zeer beperkte mate gevolgen voor de gemeente Aa en Hunze. Wel wordt de treasuryfunctie steeds meer van belang en dient verslaglegging hieromtrent opgenomen te worden in de reguliere P&C cyclus. Bij het uitkomen van het Lente-akkoord is reeds geanticipeerd op de nadelige financiële effecten van (de destijds nog voorgestelde afschaffing) van het BTW compensatiefonds. Sociaal akkoord In april 2013 is het zogenaamde Sociaal akkoord gesloten. Een akkoord dat tot stand is gekomen tussen het kabinet en de sociale partners. De hoofdlijn van dit akkoord kan wel worden omschreven als van decentraal naar centraal. De (financiële) gevolgen voor de gemeenten zijn groot. Hierover bestaat op dit moment echter nog geen concreetheid. In hoofdlijnen Gemeenten, werkgevers en bonden verzorgen binnen de arbeidsregio vanaf 2015 samen de uitvoering rond loonvormend werk. Binnen die regio s krijgen de werkpleinen een spilfunctie in arbeidsmarktbemiddeling voor alle mensen die kunnen werken. Alle mensen met een beperkte verdiencapaciteit kunnen terecht bij 35 Werkbedrijven. Een landelijke organisatie waarin UWV en CIZ opgaan, zorgt voor de indicering. Daarnaast komen er landelijke (!) organisaties die de uitkeringen betalen en de uitvoering toetsen. Voor de individuele gemeente rest dan binnen het sociale domein de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wmo, de (jeugd-)zorg en een stukje inkomensondersteuning via bijzondere bijstand, armoedebeleid en schuldhulpverlening. De gemeenten ontvangen een totaalbudget voor WWB, SW en Wajong, en dragen van daaruit bij aan de exploitatie van het regionale Werkbedrijf. Er komt geen loondispensatieregeling. In de regelgeving wordt vastgelegd, dat het Werkbedrijf evenredig aandacht besteedt aan relatief makkelijk en moeilijk bemiddelbaren. Het UWV gaat periodiek leerlingen in het speciaal onderwijs keuren op hun arbeidsmogelijkheden Het bedrijfsleven realiseert tot 2026 100.000 banen voor mensen met een beperking. De overheid 25.000 in tien jaar. In afwachting van de resultaten voert het kabinet geen 21

quotumregeling in; mogelijk wel als de resultaten tegenvallen. Er wordt 50 miljoen beschikbaar gesteld voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid, waarvan de helft voor regionale projecten. De andere helft wordt ingezet voor het stimuleren van langer leren Voor maatregelen om de werkgelegenheid voor ouderen te behouden komt in 2013 en 2014 in totaal 67 miljoen beschikbaar waarvoor het UWV een actieplan opstelt. De invoering van de Participatiewet wordt uitgesteld naar 1 januari 2015, een concreet gevolg van het Sociaal akkoord. Het is niet duidelijk of het uitstellen van de invoering van de Participatiewet gevolgen heeft voor de andere decentralisaties. Het rijk verwacht dat de effecten van de invoering van het Sociaal akkoord dusdanig zijn dat de eerder aangekondigde aanvullende bezuinigingsmaatregelen van 4,3 miljard in 2014 niet meer nodig zijn. Zoals hiervoor reeds aangegeven zal in augustus van dit jaar een evaluatie plaatsvinden van de effecten van het Sociaal akkoord, waarbij al gesteld is de aanvullende bezuinigingsmaatregelen weer op tafel te leggen als de gewenste effecten uitblijven. Bezuinigingstaakstelling 2013-2016 In 2010 is het bezuinigingstraject gestart met toentertijd een taakstelling van 4 miljoen. In de jaren erna is, als gevolg van een herbezinning op de omvang van de bezuinigingen, de totale opgave verhoogd naar totaal 5,5 miljoen. Hiervan is reeds een bedrag van 2,5 miljoen gerealiseerd in de periode 2010-2012. De resterende opgave in de periode 2013-2016 zou daarmee komen op 3 miljoen. Als gevolg van het niet doorgaan van de versobering van de langdurigheidstoeslag (effect 42.500) en de structurele uitzettingen van het beleidsplan 2013 (effect 223.000) wordt de opgave voor de jaren 2013-2016 navenant groter. In de bezuinigingsopgave van 3 miljoen voor de jaren 2013-2016 zit ook nog een openstaande taakstelling voor een bedrag van 560.000, welke verdeeld is over de jaren 2014-2016. Samenvattend betekent dit dat de nog in te vullen bezuinigingsopgave voor deze periode bijna 800.000 is, waarbij de nadruk ligt op de jaarschijf 2014. In dit beleidsplan is voor een groot deel concrete invulling gegeven aan de hiervoor genoemde bezuinigingsopgave, zoals besproken in de Breelandsessie op 8 februari jl. en de Informerende collegebijeenkomst op 10 april. Er resteert een nog in te vullen taakstelling van ca. 115.000, waarvan 95.000 in 2014. Bij de begroting 2014 dient deze nog in te vullen taakstelling te zijn voorzien van concrete bezuinigingsvoorstellen. Voor de invulling van de openstaande taakstelling wordt verwezen naar hoofdstuk 4 het FMP 2014-2017. FMP 2014-2017 De volgende uitkomsten worden geprognosticeerd: FMP 2014 2015 2016 2017 Saldo structureel 17.000-222.000 154.000-115.000 Incidentele onttrekkingen uit de VAR -863.000-79.000-348.000-135.000 Verloop van de Vrije Algemene Reserve (VAR) Verwacht verloop Vrije Algemene Reserve 2013 2014 2015 2016 2017 Geprognosticeerde stand per 1 januari 11.211.000 10.184.000 9.437.000 9.459.000 9.166.000 Storting 1.078.000 116.000 101.000 55.000 55.000 Onttrekking 2.105.000 863.000 79.000 348.000 135.000 Geprognosticeerde stand per 31 december 10.184.000 9.437.000 9.459.000 9.166.000 9.086.000 In dit beleidsplan wordt geraamd dat in de planperiode 2013-2017 per saldo, de stortingen minus de onttrekkingen, een bedrag van 2,1 miljoen aan de VAR wordt onttrokken. 22

Met name valt op dat het beginsaldo van de VAR in 2013 ten opzichte van de presentatie in de begroting 2013 1,6 miljoen hoger is. Dit is vooral het gevolg van de storting in 2012 van het saldo van de reserve Centrum Jeugd en Gezin van 520.000, de storting van positieve mutatie in jaarresultaat 2012 ad 480.000 zoals opgenomen in de najaarsnota 2012, het nog niet afboeken van de boekwaarde t Kompas van 320.000 en de uitgestelde onttrekking voor nieuw beleid voetbalcomplexen ad 150.000. Daarnaast is de te verwachten storting in het jaar 2013 fors hoger t.o.v. de verwachte storting in de programmabegroting 2013 door het jaarrekeningresultaat 2012 van ruim 900.000. Ontwikkeling salarissen Conform de afspraken met raad en college moet in totaal 550.000 worden bezuinigd via een efficiëntere uitvoering van de bedrijfsvoering. Tot en met 2012 is daarvan al 400.000 gerealiseerd. De overige 150.000 wordt verdeeld over de jaren 2013, 2014 en 2015. Bij de organisatiewijziging is hiervan voor 2013 en 2014 een bedrag van 87.000 gerealiseerd. Het restant van de taakstelling ad 63.000 zal naar verwachting komen uit de vacatureruimte die de komende jaren ontstaat bij het uit dienst treden van oudere werknemers. Zoals eerder al door ons college aangegeven zal e.e.a. wel gepaard moeten gaan met het schrappen van taken om te voorkomen dat het ten koste gaat van de kwaliteit van dienstverlening. In het totale bezuinigingsbedrag van 550.000 op efficiency bedrijfsvoering is nog geen rekening gehouden met aanvullende rijksbezuinigingen. Bij het opstellen van de begroting 2013 is uitgegaan van een taakstelling van 102.000. Met name door stijging van premies ( 200.000) en een voordeel op salarissen als gevolg van de organisatieverandering ( 87.000) wordt de taakstelling voor 2013 ingeschat op 231.000. Deze werkt structureel door naar 2014. In de begroting 2014 wordt uitgegaan van een stijging van het accres van 1,75%. Dit betekent een verhoging van het salarisbudget met 184.000. Een trendmatige verhoging op de salarissen uit het accres wordt normaal gebruikt ter compensatie van de loonstijging die voortkomt uit de CAO. Voor 2014 wordt de stijging van het accres ingezet ter compensatie van de stijging van de premies uit 2012 en 2013. Ditzelfde geldt voor de inzet van het accres in 2013. In de berekening van de salariskosten voor de begroting 2013 is rekening gehouden met een stijging van de pensioenpremies en de premies voor zorgverzekering van in totaal 200.000. Aanvullende premiestijgingen nadien betekenen een structureel nadeel voor de begroting. De huidige CAO liep af per 31 december 2012. In de begroting 2013 is uitgegaan van de nullijn. De onderhandelingen over een nieuwe CAO zijn gestart. De bonden stellen een koopkrachtontwikkeling voor van 2,5%. Elke loonstijging meer dan 0% betekent een structureel nadeel. Aangezien wordt verwacht dat het uitgangspunt nullijn, zoals opgenomen in de begroting, niet wordt gerealiseerd wordt in dit beleidsplan (in het FMP) voorgesteld om een verhoging van 1,25% (middenweg tussen voorstel bonden 2,5% en voorstel CvA 0%) mee te nemen. Dit betekent een uitzetting van de lasten met 125.000 (structureel), welke leidt tot een aanvullende bezuinigingsopgave (zie paragraaf bezuinigingstaakstelling 2013-2016). Ter afweging staande onderwerpen Met de aanbieding van dit beleidsplan wordt uw raad voorgesteld het financiële kader voor de programmabegroting 2014 vast te stellen. Dit houdt in dat de jaarschijf 2014 uit het FMP de basis is voor het opstellen van de programmabegroting 2014. Een belangrijk onderdeel van dit financiële kader zijn de ter afweging staande onderwerpen. Met als belangrijkste voor 2014 het bezuinigingstraject. Binnen de afgesproken uitgangspunten kan uw raad hier haar kaderstellende rol tot uitdrukking brengen. 23

In het FMP zijn onder de noemer Ter afweging staande onderwerpen de volgende bedragen geraamd: 2014 2015 2016 2017 Structureel Collegeprogramma -20.000-20.000 0 0 Bezuinigingstraject 1.101.000 443.000 276.000 0 Taakstelling bezuinigingen 63.000 82.000-125.000 pm Nieuwe voorstellen -125.000 0 0 0 Subtotaal structureel 1.019.000 505.000 151.000 0 Incidenteel Collegeprogramma -570.000-520.000-135.000-135.000 Bezuinigingstraject 262.000 335.000 0 0 Nieuwe voorstellen -555.000-88.000-28.000 0 Subtotaal incidenteel -863.000-265.000-163.000-135.000 Totaal 156.000 240.000-12.000-135.000 Voor de concrete invulling van de bezuinigingsopgave wordt verwezen naar de betreffende paragraaf in het voorgaande van dit hoofdstuk. Risicomatrix Ten opzichte van de risicomatrix in de jaarrekening 2012 zijn er geen significante verschillen bij de beleidsmatige en bedrijfsvoeringrisico s. Om die reden is de risicomatrix achterwege gelaten. In de programmabegroting 2014 wordt de volgende actuele risicomatrix in de paragraaf weerstandsvermogen gepresenteerd. 2.5 Conclusie De onzekerheid over de economische ontwikkelingen en meer specifiek over de ontwikkeling van de gemeentelijke financiën blijft aanhouden, maar als college van B&W achten wij het, zoals reeds gezegd, verantwoord in dit beleidsplan ook voorstellen te doen tot het realiseren van nieuwe wensen (met een incidenteel karakter). Wij stellen voor deze nieuwe incidentele beleidswensen, alsmede de beleidsthema s/speerpunten, te financieren uit het netto rekeningoverschot over 2012 voor een bedrag van afgerond 916.000, via een onttrekking van 556.000 aan diverse bestemmingsreserves en een eenmalige onttrekking van 490.000 aan de VAR. Een moeilijk in te schatten ontwikkeling is die van de algemene uitkering. Hierin zullen immers de gevolgen merkbaar worden van de verwachte langdurige periode zonder of met weinig economische groei en tevens de gevolgen van de rijksbezuinigingen. Dit noodzaakt gemeentes tot het maken van een pas op de plaats. Het is te verwachten dat de gemeentefinanciën de komende jaren een negatieve ontwikkeling gaan doormaken. Hierop is reeds geanticipeerd, waarbij de fasering nog een onzekere factor is. Onverminderd zal worden doorgegaan met het op een juiste wijze invulling geven aan de bezuinigingsopgave waar Aa en Hunze voor staat. Net als in voorgaand jaar wordt daarom ook voorgesteld om onverminderd terughoudend te zijn ten aanzien van nieuw beleid en verhoging van de structurele lasten. 24

2.6 Voorstellen Aan uw raad wordt voorgesteld: 1. De voorgestelde bijstellingen van de budgetten over het lopende jaar 2013 vast te stellen, door vaststelling van de 10 e begrotingswijziging 2013. 2. Het voor de lopende begroting over 2013 verwachte negatieve saldo van in totaal 420.550 uit de VAR te onttrekken. 3. De financiële uitgangspunten, zoals opgenomen in hoofdstuk 2.1, vast te stellen. 4. De inhoud van hoofdstuk 2.2 Bezuinigingstraject voor kennisgeving aan te nemen. 5. In te stemmen met de adviezen in hoofdstuk 2.3 Ontwikkeling algemene uitkering. 6. De financiële ontwikkelingen in hoofdstuk 2.4 voor kennisgeving aan te nemen. 7. Het financiële kader in paragraaf 2.4 voor de programmabegroting 2014 vast te stellen. 8. Het FMP 2014-2017 voor kennisgeving aan te nemen. 28 mei 2013 College van Burgemeester en Wethouders gemeente Aa en Hunze Eric van Oosterhout (burgemeester), Jur Wiersum, Bert Wassink, Harry Dijkstra (wethouders) en Fred Snoep (gemeentesecretaris/algemeen directeur). 25

26

3. Beleid op hoofdlijnen 27

28

1. Bestuur Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink F. Snoep / M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Bestuur: - Algemeen bestuur - Kern- en buurtgericht werken A. Algemeen bestuur Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Een bestuur dat de belangen behartigt van al haar inwoners op een laagdrempelige en toegankelijke wijze. Een bestuur dat voor de burger transparant is in wat het doet, waarom en hoe. Een bestuur dat de nieuwe media integraal in haar communicatiebeleid opneemt. Een bestuur dat de doelen bereikt die gesteld zijn, waarbij de belanghebbende vanaf het begin wordt betrokken bij het maken van plannen omtrent (nieuw) beleid, o.a. door het stimuleren van burgerparticipatie en burgerinitiatief. Een onafhankelijke, objectieve behandeling van bezwaren, beroepen en klachten, binnen de wettelijke termijnen. Gemeentelijke dienstverlening waarbij kwaliteit een vanzelfsprekendheid is. Een bestuur dat hoge eisen stelt aan integrale en interactieve beleidsvorming en integrale uitvoering van beleid. Een vertaling van de strategische toekomstvisie 2020 in de in- en externe communicatie. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Het op consistente wijze vertalen van de strategische toekomstvisie 2020 in 2013-2014 onze in- en externe communicatie. 2. Het communiceren over de nieuwe organisatie (onder andere door aan te sluiten 2013-2014 op strategische toekomstvisie): intern: medewerkers informeren over en betrekken bij de ontwikkelingen extern: relevante doelgroepen informeren over en betrekken bij de ontwikkelingen. 3. De inwoners en bedrijven/instellingen op een toegankelijke wijze informeren over 2013-2014 de gemeentelijke dienstverlening (KCC). 4. Interne en externe communicatie over de projectopdrachten van de organisatie 2013-2014 29

(doorlopend). 5. (Interactieve) functionaliteiten van intranet en internet verder benutten en integraal inzetten om communicatiedoelen te bereiken en dienstverlening te verbeteren/ ondersteunen. 6. Communicatie (onder andere internet) inzetten bij initiatieven voor interactieve 2013-2014 beleidsvorming/burgerparticipatie. 7. Social Media met name toe te passen bij externe communicatie door: 2013-2014 - ervaring op te doen met een aantal pilots (onder andere het dorpsportaal); - het vaststellen van richtlijnen; - het trainen van medewerkers; - beleid te formuleren en een actieplan op te stellen en uit te voeren. Afstemming vindt plaats in de werkgroep Social Media. 8. Interne en externe communicatie over het Jaar van de Duurzaamheid. 2013 Doelstelling is kennis over te dragen over duurzaamheid, bewustwording te realiseren en initiatieven te ondersteunen. Participatie door inwoners is van groot belang, zodat een grote groep mensen kan meedenken en meedoen. 9. Voortzetting sponsorbeleid. Hiervoor is voor 2013 een voorstel opgenomen. (zie 2013-204 collegeprogramma incidenteel) 10. Communicatie over de gemeenteraad: met het presidium en de griffie een 2013-2014 communicatieplan opstellen en uitvoeren, waarin we diverse communicatieuitingen een plek geven, waaronder de begrotingspagina s in De Schakel en Raad in beeld. 11. Campagne Brandveilig Leven in Aa en Hunze met communicatie ondersteunen. 2013 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning 1. Actualiseren van het beleidskader communicatie (n.a.v. aanbeveling onderzoek rekenkamercommissie). 2. Burgerparticipatie in organisatie (cultuur en werkprocessen) verankeren (werkgroep) in combinatie met omgevingsgericht werken en communicatief beleid. In de notitie over de nieuwe organisatie van Aa en Hunze is opgenomen dat we de essentie van burgerparticipatie willen integreren in onze dienstverlening en beleidsontwikkeling. De projectgroep Burgerparticipatie is met deze opdracht van start gegaan, maar burgerparticipatie gaat veel verder dan de interne organisatie. Uit de toekomstvisie, het collegeprogramma en vele andere beleidsdocumenten blijkt het belang van samenwerking met de bevolking. Dit is een proces van buiten naar binnen. Uit onderzoeken blijkt dat we op dat punt nog wel wat kunnen verbeteren. De projectgroep Burgerparticipatie heeft een projectplan en een uitvoeringsplan opgesteld, welke in juni ter vaststelling in het college zijn geweest. Het uitvoeringsplan is de basis om voor de komende jaren activiteiten te organiseren om burgerparticipatie vorm en inhoud te geven. Een aantal projecten waarbij gericht betrokkenheid van de bewoners wordt gevraagd, maar die ook zorgen voor inbedding in de interne organisatie. Het betrekken van inwoners bij ontwikkeling én uitvoering van beleid moet een vanzelfsprekendheid worden, zowel voor inwoners als voor bestuur en medewerkers. Voor 2013 en 2014 is zijn bedragen van 50.000 beschikbaar gesteld om aan de uitwerking van burgerparticipatie vorm te geven. In hoeverre dit toereikend zal zijn is op dit moment niet in te schatten. 3. Communicatie over visie op en ontwikkelingen in gemeentelijke samenwerkingsverbanden (waaronder ook STAAN). 4. Ondersteunende activiteiten verkiezingen: vooruitlopend op gemeenteraadsverkiezingen in 2014. 5. Sponsoring: Budget wordt in 2014 zonder incidentele toevoeging aanzienlijk lager. Uitgifte sponsorbudgetten herzien en communicatie erover. 6. Communicatie over veranderingen in welzijnsbeleid: WMO, AWBZ, Wet sociale werkvoorziening, Jeugdzorg en met belanghebbenden Wanneer 2013 2013 / 2014 2013 / 2014 2013 / 2014 Half 2013 2013/2014 30

Wat hebben we bereikt t/m april 2013 000000 1. In communicatieplannen en communicatie-uitingen hebben we aandacht voor de verbinding met de strategische toekomstvisie. 2. Ontwikkelingen in het kader van de nieuwe organisatie zijn en worden gecommuniceerd aan medewerkers. Vanuit de nieuwe organisatie zijn werkgroepen op een aantal thema s geformeerd. 3. Interne en externe communicatie over resultaten van het onderzoek Waar staat je gemeente?. 4. Over diverse projecten vindt interne en externe communicatie plaats (windenergie, schaapskooi Balloo, MFC Gasselternijveen, etc). 5. De webstrategie en het plan van aanpak zijn gereed. In 2013 gaan we aan de slag met de actiepunten. 6. De werkgroep Burgerparticipatie is gestart. 7. De workshop social media voor college/mt en beleidsmedewerkers heeft plaatsgevonden. 8. De opening van het Jaar van de Duurzaamheid en in- en externe communicatie hierover. Onder andere gestart met een Facebookpagina, informatie op website, de gemeentepagina, flyers, posters, activiteitenkalender, etc. 9. Sponsoring: het budget wordt in 2014 zonder incidentele toevoeging aanzienlijk lager. Uitgifte sponsorbudgetten herzien en communicatie erover. 10. Het overleg is gestart met de griffie over communicatieplanning vanuit de raad. 11. Interne en externe uitingen over campagne brandveilig Aa en Hunze: zie o.a. website, gemeentepagina, etc. Loopt het hele jaar door. B. Kern- en buurtgericht werken. Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl De huidige vorm van kern- en buurtgericht werken doorontwikkelen als een beproefde methode om inwoners van kernen/buurten te bereiken. Overig Het accent in kern- en buurtgericht werken leggen op de communicatie tussen de gemeente en de kernen en buurten. Alsmede een meer thematische behandeling van zaken. Bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij de zorg voor hun leefomgeving en versterken van de saamhorigheid in dorp en wijk. In een zo vroeg mogelijk stadium de kernen en buurten betrekken bij beleidsvorming. Met elan investeren in het Kern- en buurtgericht werken als een beproefde methode om de inwoners van onze kernen te bereiken. Inwoners die actief betrokken willen zijn bij de inrichting van hun eigen leefomgeving ondersteunen. In 2014 voor elk dorp beschikken over een jaarplan voor en/of een actielijst van in de eigen leefomgeving te realiseren verbeteringen. Wij zetten in op een (verdere) verbetering van de dorpsoverlegstructuren en geven prioriteit aan het verbeteren van de interactie. 31

000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl 1. Het project Doorontwikkeling kern- en buurtgericht werken is bijgesteld naar aanleiding van de evaluatie van het kern- en buurtgericht werken nieuwe stijl. De focus is komen te liggen op het oppakken van gesignaleerde verbeterpunten en het jaarlijks opnemen van speerpunten. Op 21 september 2011 is een openbare informerende bijeenkomst samenleving gehouden met als onderwerp Doorontwikkeling Kern- en buurtgericht werken / burgerparticipatie. Er was instemming met de gepresenteerde evaluatie, verbeteren speerpunten van de doorontwikkeling van het kern- en buurtgericht werken en het invulling geven aan burgerparticipatie op basis van de notitie Burgerparticipatie. 2013-2014 Overig 1. Aandacht besteden aan kern- en buurtgericht werken met als uitgangspunt een 2013-2014 goede communicatie met de burgers en organisaties van dorpsbelangen. 2. Informeren en in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van de kernen en 2013-2014 buurten bij beleidsvorming en terugkoppeling van gemeentelijke acties. 3. Oppakken verbeterpunten uit evaluatie 2011, zoals dorpen nog beter bij 2013-2014 beleidsontwikkeling betrekken, de dorpsagenda een krachtiger instrument maken, dorpen nadrukkelijker betrekken bij communicatie naar buiten (profileren). 4. Inhoudelijke ondersteuning van de organisaties bij relevante beleidsthema s. 2013-2014 5. Twee keer per jaar dorpenoverleg, mede voor bevorderen kennisuitwisseling en 2013-2014 expertiseoverdracht tussen de organisaties van dorpsbelangen. 6. Jaarlijks overleg van het gemeentebestuur/de portefeuillehouder met de 2013-2014 afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen met dorpsagenda als vast agendapunt. 7. Het vergroten/verbeteren van het draagvlak van de organisaties van 2013 dorpsbelangen. 8. Opnieuw evalueren kern- en buurtgericht werken. 2013 9. Nadrukkelijke rol van Kern- en buurtgericht werken bij nieuwe vormen van communicatie en burgerparticipatie. 2013 0000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De contactambtenaar en portefeuillehouder hebben verschillende overleggen gevoerd met besturen van dorpsbelangen, wijkteam De Volmacht en communitywerkers van SWAH. 2. De contactambtenaar is zijdelings betrokken bij o.a. windenergie, voorzieningenbeleid, avonden t.b.v. starters woningbouw. 3. In de overlegstructuren met de dorpen en de manier waarop kern -en buurtgericht werken wordt uitgedragen worden de verbeterpunten geïmplementeerd. 4. Organisatie van de (landelijke) opschoondagen 2013. Gedurende het jaar is dit een doorlopend proces. 5. Er is gestart met het jaarlijks overleg 2013 van de portefeuillehouder en contactambtenaar met de afzonderlijke organisaties van dorpsbelangen. 6. Er is één keer per jaar een overleg met elk dorp. T/m april heeft er al aantal overleggen plaatsgevonden. 7. Het vergroten van het draagvlak vindt o.a. plaats door de overlegstructuren die er zijn en heeft voortdurend de aandacht. 8. De evaluatie vindt in het najaar van 2013 plaats. 9. Deelname van de contactambtenaar aan de gestarte projectgroep burgerparticipatie. 32

Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Algemeen Bestuur 2.260 2.260 0 0 Kern- en buurtgericht werken 173 173 0 0 Resultaat voor bestemming 2.433 0 2.433 0 0 0 Mutatie reserve 0 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 2.433 0 2.433 0 0 0 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 33

34

2. Publiekszaken Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Publiekszaken: - Publiekszaken - Lijkbezorging A. Publiekszaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Klantcontactcentrum (KCC) Verbetering van de dienstverlening en het creëren van een centrale ingang voor burgers, bedrijven en instellingen. Overig Door een professionele en flexibele organisatie wil de gemeente hét loket zijn voor burgers, ondernemers en instanties. Uitgangspunt voor ons contact met de inwoners en bedrijven is, dat zij slechts voor heel specifieke zaken fysiek het gemeentehuis zullen moeten bezoeken (de toekomst is: steeds meer digitaal). Probleemloze organisatie van verkiezingen en referenda. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Klantcontactcentrum (KCC) 1. Doorontwikkeling van het KCC als centrale ingang voor burgers, bedrijven en 2013 instellingen. 2. Doorontwikkeling van Triple-C en het antwoordportaal. 2013 3. Uitbreiding van het aantal producten dat op afspraak kan worden afgenomen 2013 Overig 1. We gaan (verdere) samenwerkingsmogelijkheden met omliggende gemeenten zoeken. 2. Onderzoek en uitbreiding naar gespecialiseerde dienstverlening op locatie in relatie tot de toepassingen van het virtueel loket. 2013-2014 2013-2014 35

3. Verkiezingen gemeenteraad. 2014 4. Verkiezingen Europees Parlement. 2014 5. In het tweede halfjaar van 2012 zal worden deelgenomen aan de benchmark en 2013 het klanttevredenheidsonderzoek Waar staat je gemeente. De resultaten van dit onderzoek zullen in maart 2013 bekend zijn. 6. Het project Modernisering GBA is landelijk weer herstart. Het project zorgt voor de invoering van de Basisregistratie Personen en vormt de basis van een nieuw en efficiënter gegevensmodel. In 2013 zal een definitieve keuze zijn gemaakt voor het te kiezen traject, de leverancier en de daarbij horende fasering. 2013 e.v. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 000000 1,2,3 De doorontwikkeling van het KCC heeft doorlopend aandacht. 1. De samenwerking met omliggende gemeenten vindt plaats in het STAAN verband. 2. Met de verschillende partners die samenwerken in het project van het Virtuele loket is overleg gaande hoe het Virtuele Loket ingezet kan worden voor de dienstverlening op het gebied van Sociaal en WMO beleid. 3. De volgende verkiezingen stonden gepland voor woensdag 5 maart 2014. Omdat dit echter samenvalt met Aswoensdag, worden deze verkiezingen vermoedelijk op 19 maart 2014 gehouden (ligt momenteel bij de 1 e Kamer ter vaststelling). 4. N.v.t. 5. De positieve resultaten van het onderzoek Waar staat je gemeente zijn bekend gemaakt aan college, raad en inwoners van Aa en Hunze. De resultaten van het onderzoek worden nu gebruikt voor het verder ontwikkelen van dienstverlening en beleid (zoals bijv. veiligheid). 6. De eerste kwaliteitsmeting en bestandvergelijking van de Gemeentelijke Basisadministratie is uitgevoerd en positief doorlopen. Deze eerste vergelijking is de eerste stap van kwaliteitstoetsen die doorlopen moet zijn voordat aangesloten kan worden op de nieuwe Basisregistratie Personen (BRP). B. Lijkbezorging Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Op de gemeentelijke begraafplaatsen zorgen voor voldoende ruimte voor begravingen en asbestemmingen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. De capaciteit van de begraafplaats Rolde vergroten. 2013-2014 2. Een onderzoek doen naar de staat van onderhoud van de begraafplaats 2013 Gasselte en deze begraafplaats aanpassen. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De mogelijkheden voor de verschillende varianten van de begraafplaats Rolde zijn besproken met de provincie Drenthe. Ook zijn de archeologische onderzoeksresultaten van een vooronderzoek van één uitbreidingsvarianten bekend geworden. Op de bestaande begraafplaats is een voorlopige locatie gekozen voor de realisatie van een nieuwe (7 E )urnenmuur. 2. Het eerste concept inrichtingsplan van de begraafplaats Gasselte is besproken met de begraafplaatsvereniging van Gasselte. 36

Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Publiekszaken 929 929 398 398 Lijkbezorging 444 444 205 205 Resultaat voor bestemming 1.373 0 1.373 603 0 603 Mutatie reserve 0 0 0 19 0 19 Resultaat na bestemming 1.373 0 1.373 622 0 622 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 37

38

3. Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout F. Snoep / M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Openbare Orde en Veiligheid: - Brandweer en rampenbestrijding - Openbare orde en veiligheid - Handel en ambacht A. Brandweer en rampenbestrijding Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het hebben en houden van een goed woonklimaat. We kijken kritisch en alert naar de mogelijkheden om onze veiligheid te behouden en ons veiligheidsgevoel toch verder te versterken. Door creatief te zijn kan een beweging gemaakt worden van repressie naar goede preventie. Professionele partners die nauw samenwerken met bewoners en bedrijven, waarbij de gemeente de regierol heeft. Wij richten onze maatregelen en instrumenten op houding en gedrag van personen en op de fysieke omgeving om de veiligheid te vergroten. De gemeente Aa en Hunze wil als organisatie adequaat kunnen (blijven) reageren op crises, rampen en zware ongevallen, waarbij we werken aan het verder optimaliseren van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisismanagement. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Het samenwerkingsverband tussen de brandweerbureaus van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze (AaTyn) wordt geëvalueerd en opgenomen in het district Noord- en Midden Drenthe. 2. Het brandweer district Noord- en Midden Drenthe wordt opgericht en uitgebouwd, naar aanleiding van de bestuurlijke intentieverklaring van 2 februari 2011. 3. Door de wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio s worden twee projecten gestart om te komen tot één regionale brandweer in Drenthe. Het Algemeen Bestuur van de HVD heeft op 29 juni 2011 besloten dat per 1 januari 2014 de geregionaliseerde brandweer een feit moet zijn. 4. Het Bouwbesluit 2012 zal inhoudelijk effect hebben op het afgeven van gebruiksmeldingen en gebruiksvergunningen, alsmede op de systematiek van aansluitingen op het Openbaar automatisch brandmeldsysteem (OMS). 5. Het draaiboek facilitaire ondersteuning bij calamiteiten is geactualiseerd. Dit is in 2012 al meegenomen bij bepaalde oefeningen maar zal in 2013 intensiever worden beoefend. 2013 2013 2013-2014 2013 2013 39

6. Blijven oefenen op het gebied van crisismanagement. Dit zal zowel in regionaal als in lokaal verband ook onaangekondigd worden georganiseerd. Het evalueren van de oefeningen zal op basis van kostenbesparingen en efficiency in afnemende mate door externen gebeuren en er zullen meer visuele middelen worden gebruikt. 7. Om deelname aan oefeningen beter te monitoren is in 2012 continue registratie van deelname ingevoerd. In het oefenjaarplan 2013 zullen daarover ook weer nadere afspraken gemaakt worden over de wijze van en verantwoordelijkheid van het registreren van deelnemers, en de consequenties die hier aan verbonden worden. 8. Om beter te kunnen volgen wat de geoefendheid is van de gemeentelijke medewerkers zal een (regionaal) oefenpaspoort worden ingevoerd. Dit stond gepland voor 2012 maar is nog niet geëffectueerd. De voorbereidingen lopen wel al. 9. Voor de alarmering van de functionarissen binnen de gemeentelijke processen wordt OOV alert ingevoerd en gebruikt. 10. In het verlengde van het inwerking treden van de Wet op de Veiligheidsregio s komt er een aantal AMVB s, waaronder het besluit Kwaliteit personeel Veiligheidsregio s en de PPMO (Periodiek Preventief Medisch Onderzoek brandweerpersoneel) als ook wijzigingen in de CAR-UWO voor de brandweer. De gevolgen van deze wijzigingen worden op regionale schaal uitgewerkt en geïmplementeerd. 11. Zorg voor de continuïteit van de repressieve brandweerzorg door een gedegen personeelsbeleid voor het personeel en een effectief middelenbeheer; daarbij zien wij in de komende beleidsperiode als speerpunten: - een parate brandweerorganisatie die in 80% van alle meldingen binnen 15 minuten ter plaatse is (Drentse norm). - het aantal loze automatische brandmeldingen is teruggedrongen. 90% van alle bereikbaarheidskaarten voor risicovolle objecten is vastgelegd. 12. Het stellen van voorwaarden en het geven van adviezen ten behoeve van de risicobeheersing in de planfase. 13. Zorg voor groter (brand-) veiligheidsbewustzijn van inwoners en bedrijven door het gericht geven van voorlichting en advies over preventieve maatregelen. 14. Wij richten onze maatregelen en instrumenten op houding en gedrag van personen en bedrijven om daarmee brandveiligheid in de fysieke omgeving te vergroten. Daarvoor zetten we een aantal sporen uit: a. 80% van alle huishoudens in Aa en Hunze heeft minimaal één werkende rookmelder. Daarna aansluiten bij het rijksbeleid met streven naar 100% rookmelderdichtheid na 2012. b. Jongeren hebben les gehad in brandveiligheid en EHBO, doordat dit op alle basisscholen in Aa en Hunze in het lesprogramma is opgenomen voor de hoogste groepen. c. Binnen de zorginstellingen is een groter bewustzijn over de eigen veiligheidsmaatregelen en hoe te handelen bij calamiteiten. d. Het in gebruik nemen van de risicomatrix als prioriteringsmiddel voor handhaving op brandveiligheidsgedrag. 15. Op 3 februari 2011 is door de burgemeesters van de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo een intentieverklaring ondertekend. Daarmee is aangeven dat de deelnemende gemeenten gaan samenwerken op het gebied van de brandweer. Het is de bedoeling om te komen tot één gezamenlijke (vooralsnog virtuele) backoffice, waarbij efficiency, continuïteit, en kwaliteit belangrijke uitgangspunten zijn. Om het district verder vorm te geven is een districtscommandant aangesteld en zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat er op het gebied van de financiering en formatiesterkte verschillen aanwezig zijn tussen de betrokken gemeenten. Deze verschillen zijn op hoofdlijnen verklaarbaar, maar het vraagt tijd om te komen tot een eenduidig uitgangspunt voor de verdere districtsvorming. De komende twee jaar zal verder worden gewerkt aan de 2013-2014 2013 2013 2013 2013 2013 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 2013 2013 2013 40

opbouw van het district Noord- en Midden Drenthe. 16. Naast de districtsvorming dient de brandweer te worden geregionaliseerd. Bij de regionalisering dienen de twaalf Drentse gemeenten o.a. besluiten te nemen over kwaliteit van de brandweerzorg in Drenthe en over de financiering hiervan. Tevens is de opdracht om de brandweer te ontvlechten uit de gemeentelijke organisaties. Uitgangspunt is dan ook dat er in de districtsvorming geen besluiten worden genomen die in een latere fase eveneens aan de orde komen bij de regionalisering. Het traject richting regionalisering wordt Drenthe breed opgepakt onder leiding van een (externe) projectleider. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Dit punt is in 2012 afgerond. 2. Dit loopt gedurende 2013 door tot het uitmondt in het regionalisatieproces. 3. Per 1 januari 2014 zal de basisbrandweerzorg voor geheel Drenthe ondergebracht zijn bij de Veiligheidsregio Drenthe. Deze transitie vergt een aanzienlijke voorbereiding, met name ook voor wat betreft de financiën. Ontvlechting van gemeentelijke kosten en het vervolgens opstellen van een regionale begroting is een enorme klus. Daarom heeft het algemeen bestuur van de veiligheidsregio besloten hiervoor de noodzakelijke tijd te nemen om te komen tot een gedegen conceptbegroting. De raden zijn geïnformeerd middels een brief waarin de uitgangspunten voor de begroting 2014 al zijn weergegeven. In de zomer kunnen de gemeenteraden hun zienswijze geven over de ontwerpbegroting 2014 van de Veiligheidsregio Drenthe. 4. In 2012 is het huidige Bouwbesluit van kracht geworden. De uitgangspunten hieruit worden gehanteerd. 5. Voor medewerkers die niet werkzaam zijn bij de gemeente Aa en Hunze en komen ondersteunen bij een calamiteit, ligt er een tas klaar met benodigde spullen en de benodigde inlogcodes. 6. Op 14 februari 2013 is een onaangekondigde oefening gehouden voor het crisisteam en een aantal gemeentelijke processen. 7. Er wordt een registratie op persoonsniveau ingevoerd waarna gerichte terugkoppeling en bijsturing kan plaatsvinden. 8. Het oefenpaspoort is nog niet ingevoerd. Het accent ligt nu namelijk vooral op het organiseren van oefeningen en trainingen. De aanwezigheid bij oefeningen en trainingen wordt ondertussen nauwgezet vastgelegd. Periodiek wordt daar per functie verslag van gedaan. Op die manier is eenvoudig te zien, wie voor welke functie bij oefeningen en trainingen aanwezig is geweest. 9. OOV alert voor de alarmering van het crisisteam en de gemeentelijke processen bij een calamiteit, is ingevoerd en wordt ook regelmatig getest. 10. Vanuit de CAR worden de vergoedingen aan de vrijwilligers in 2013 geharmoniseerd. Startdatum 1 juli 2013. Met het PPMO (Periodieke Preventief Medisch Onderzoek) wordt in 2013 proefgedraaid. Invoering op regionale schaal medio 2014. 11. Is een continue punt van aandacht. Rapportages hierover in de district-marap. 12. Is continue proces en blijvend punt van aandacht. 13. Zie punt 14. 14. a) Voor de gebieden waar de brandweer meer dan 15 minuten nodig heeft om ter plaatse te komen is het project Brandveilig Leven Aa en Hunze opgestart in de vorm van Smokey. Bewoners in deze gebieden kunnen een woningcheck laten uitvoeren en er worden rookmelder(s) geplaatst. De gebieden Schipborg, Annerveenschekanaal, Eexterveenschekanaal, Bareveld en Nieuwediep zijn inmiddels afgerond. Op dit moment zijn de adviseurs bezig in Eexterveen, waarna de plaatsen Grolloo, Amen, Geelbroek, Ekehaar worden bezocht. b) Scholen worden bezocht door de educatief medewerkster uit Assen. Zij verzorgt lessen betreffende brandveiligheid voor de midden- en hoogbouw. c) In het district Noord- en Midden Drenthe is het project Brandveiligheid in de zorg opgestart. Samen met gezondheidszorginstellingen zal een groter bewustzijn op het gebied van brandveiligheid worden bewerkstelligd. Gestart wordt met een onderzoek in onze gemeente bij zorginstelling Hendrik Kok in Rolde. Individuele verzoeken van organisaties om voorlichting te geven aan ouderen worden op ad hoc basis gehonoreerd. d) Voor de handhaving op de afgegeven vergunningen Brandveilig gebruik (voorheen gebruiksvergunning) maakt Team Backoffice van de afdeling Dienstverlening en Samenleving gebruik van de matrix die door het College in 2009 is vastgesteld. Dit wordt in 2013 gecontinueerd. 41

15. Zie punt 2. 16. Zie punt 3. B. Openbare Orde en veiligheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze burgers. Als organisatie adequaat kunnen reageren op crises, rampen en zware ongevallen. Verminderde regelgeving op het gebied van OOV, waarbij als uitgangspunt blijft een kwalitatief goed brandveiligheidniveau, zonder achterstanden in de afgifte, het toezicht op naleving en handhaving van de gebruiksvergunningen. De regie voeren over de aanpak en uitvoering van, door het gemeentebestuur vastgesteld, beleid op het gebied van de openbare orde. De wijk- en buurtzorg blijft bij de politie centraal staan. De informatievoorziening tussen politie en gemeente wordt daarbij gecontinueerd en indien noodzakelijk geïntensiveerd. De integrale invoering van de Omgevingsvergunning. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Op basis van het in 2009 vastgesteld Integraal Veiligheidsbeleid, wordt jaarlijks een nieuw actieplan opgesteld. Dit actieplan vormt input voor het werkplan van de politie. 2. Het inbedden van de afgifte, toezicht en handhaving van de diverse vergunningen, inclusief de gebruiksvergunning bouwwerken binnen de omgevingsvergunning, (mede in relatie tot taakverdeling tussen de gemeente en de Veiligheidsregio). 3. Stimuleren van het gebruik van reflecterende huisnummers in het buitengebied t.b.v. hulpdiensten. Hiermee is in 2012 een begin gemaakt middels een pilot. 4. Uitvoering geven aan de nota Integraal veiligheidsbeleid en die in 2013 evalueren en actualiseren. 5. Ten behoeve van de nieuwe nota Integraal veiligheidsbeleid zal in 2013/2014 een veiligheidsmonitor worden gehouden. Deze veiligheidsmonitor zal qua inhoud grotendeels nationaal/regionaal bepaald zijn met de mogelijkheid om lokaal vragen toe te voegen. 6. Het nauwlettend blijven volgen van de ontwikkelingen t.a.v. de bezetting en functie van het politiebureau in Gieten in relatie tot de politiereorganisatie. 7. De politie is nu georganiseerd in 26 korpsen, elk met een eigen korpschef. Die korpsen verdwijnen en daarvoor in de plaats komt 1 nationale politie. Er komen 10 regionale eenheden die de politietaken uitvoeren. Groningen, Drenthe en Friesland vormen vanaf 1 januari 2013 samen één politieregio binnen de nationale politie. Aan het hoofd van zo n eenheid staat een politiechef. Iedere politieregio stelt een regionaal beleidsplan op. Daarbij worden de door de minister vastgestelde landelijke prioriteiten in acht genomen. Voorafgaand aan de vaststelling hoort iedere burgemeester in het gebied van de regionale eenheid de gemeenteraad van zijn eigen gemeente over het ontwerpbeleidsplan. Het gezag over de politie verandert in principe niet. De burgemeester, chef van de basiseenheid en de officier van Justitie maken lokaal afspraken over de inzet van de politie. De gemeente maakt een veiligheidsplan op grond waarvan de burgemeester de politie aanstuurt. Wel is er 1 superburgemeester voor de politieregio Groningen, Drenthe en Friesland. 2013 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 2013/2014 2013 e.v. 2013 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer 1. In het actieplan Veiligheid 2013 zijn woninginbraken als speerpunt benoemd. Mei 2013 Samen met de politie is in mei 2013 het witte voetjesproject worden uitgevoerd ten behoeve van het bewuster maken van het risico van een woninginbraak. 2. Voor het opstellen van de nieuwe nota Integraal veiligheidsbeleid, zijn de 2014 42

resultaten van de veiligheidsmonitor van belang. De resultaten van die monitor zijn begin 2014 bekend. Voor een actuele nota Integraal veiligheidsbeleid, is het derhalve verstandig deze af te ronden en vast te stellen nadat de resultaten van de monitor bekend zijn. 3. Een keuze te maken voor het wel/niet deelnemen aan Burgernet. Juni 2013 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het actieplan Veiligheid 2013 is in januari 2013 vastgesteld. 2. In het actieplan Veiligheid staat jeugd en alcohol als speerpunt genoemd. In april 2013 is er een eerste aanzet m.b.t. de handhaving van de nieuwe drank- en horecawet opgesteld. Daarbij is het uitgangspunt samen te werken met de drie andere Noord Drentse gemeenten. 3. Na het doen van een aanvraag blijkt dat voor het plaatsen van reflecterende huisnummerborden in het buitengebied via de Rabobank een financiële bijdrage mogelijk is. Dit moet worden aangevraagd door een stichting of een vereniging. Samen met vereniging Dorpsbelangen Gasselternijveenschemond wordt de procedure gestart voor het plaatsen van reflecterende huisnummerborden. 4. Er wordt uitvoering gegeven aan de nota Integraal veiligheidsbeleid. 5. Ten aanzien van de te houden veiligheidsmonitor is er regionaal een aanbestedingsprocedure gevolgd. Door (samen) te werken met soortgelijke vragenlijsten plus de mogelijkheid zelf nog vragen toe te voegen is er benchmarking mogelijk en zijn kostenvoordelen gehaald. De uitvoering van de monitor staat gepland in het najaar van 2013. De resultaten zullen begin 2014 bekend zijn. 6. De ontwikkelingen t.a.v. de bezetting en functie van het politiebureau in Gieten in relatie tot de politiereorganisatie worden nauwlettend gevolgd. 7. De nationale politie is inmiddels een feit. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Brandweer en Rampenbestrijding 1.745 1.745 18 18 Openbare Orde en Veiligheid 177 19 196 2 2 Handel en ambacht 35 35 0 0 Geldleningen en uitzettingen lang 0 0 0 0 Resultaat voor bestemming 1.957 19 1.976 20 0 20 Mutatie reserve 29 0 29 48 0 48 Resultaat na bestemming 1.986 19 2.005 68 0 68 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Nieuwe ontwikkelingen Openbare orde en veiligheid 1 Burgernet -12.000-6.500 Totaal nieuwe ontwikkelingen -12.000-6.500 Totaal -12.000-6.500 43

Ad 1. Burgernet is een systeem waarbij de politie via sms, berichten kan sturen naar deelnemende bewoners om uit te kijken naar bijvoorbeeld vermiste personen of verdachten. Er is richting de raad aangegeven dat er een voorstel komt omtrent de deelname aan Burgernet. Dit voorstel, met daarin de voorwaarden en kosten, zal in september 2013 ter besluitvorming voorliggen. De kosten worden voorlopig geraamd op: 12.000 incidenteel onder voorbehoud van 50% subsidiering door de politie en structureel op 6.500. 44

4. Economische Zaken Portefeuillehouder Budgethouder Producten J.B. Wassink H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Economische Zaken: - Economische aangelegenheden Economische Zaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Uitvoeren van de door de raad reeds vastgestelde beleidsvoornemens. Stimuleren en behouden van de leefbaarheid in de kernen door het bevorderen en behouden van kleinschalige bedrijvigheid. Samen met de belangenorganisaties (mede) zorg dragen voor een goed ondernemersklimaat in onze gemeente. Versterken van de sector toerisme & recreatie. Versterken van de regionale positie van Gieten als economische hoofdkern. Voeren van samenhangend werkgelegenheidsbeleid. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Verkennen van de mogelijkheid voor het realiseren van een groen 2013 e.v. bedrijventerrein aan de Spekstoep in Gieten. 2. Uitvoering geven aan de herinrichting Stationsstraat Gieten tweede fase. 2013 e.v. 3. Ontwikkelen van een bedrijventerrein Rolde i.s.m. private sector. 2013 e.v. 4. Opstellen inrichtingsplan voor entree Stationsstraat-Noord, bussenbrink en 2013 Boddeveld te Gieten. 5. Overleg voeren over en zo mogelijk herinrichten van het openbare gebied bij het 2013-2014 winkelcentrum d Anloop te Annen. 6. Opstellen en uitvoering geven aan de herinrichting van het centrum van Rolde. 2013 7. Meedenken in bieden van perspectief voor de landbouw door: het bieden van 2013 e.v. planologische ontwikkelingsruimte in het bestemmingsplan buitengebied, landbouwmogelijkheden agenderen bij opstellen gebiedsagenda s en beheerplannen, inzetten op een toekomstige strategie voor de landbouw in de Veenkoloniën op basis rapport Perspectieven door kracht (commissie Rabbinge). 8. Stimuleren van plaatselijke bedrijvigheid tot innovatie, kennisontwikkeling en 2013-2014 samenwerking via voorlichting en overleg. 9. Extra inzet voor uitgifte kavels bedrijventerrein Bloemakkers Gieten. 2013-2014 10. Blijvend investeren in deregulering en vermindering regeldruk o.a. uitvoeren 2013 e.v. 45

verbeterplan Normenkader Dienstverlening. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het economische en juridische haalbaarheidsonderzoek m.b.t. een groen bedrijventerrein aan de Spekstoep is uitgevoerd. De conclusie is getrokken dat op dit moment er geen draagvlak bij de betrokken partijen is om een groen bedrijventerrein op te richten. 2. De herinrichting Stationsstraat fase II is afgerond. 3. De ontwikkeling van het bedrijventerrein Rolde is in afwachting van initiatief vanuit de private sector. 4. Het inrichtingsplan voor de entree Stationsstraat-Noord, bussenbrink en Boddeveld te Gieten is in voorbereiding. 5. Het proces betreffende de herinrichting van het openbaar gebied bij het winkelcentrum d Ánloop te Annen is in samenspraak met ondernemers en omwonenden gestart. Het concept inrichtingsplan wordt uitgewerkt. 6. Het inrichtingsplan voor het centrum van Rolde ligt ter inzage voor inspraak. 7. Met betrekking tot de landbouw zijn de planologische ontwikkelingsmogelijkheden verwerkt in door de raad vastgestelde Nota van Uitgangspunten (NvU) voor het bestemmingsplan buitengebied. 8. Het stimuleren van plaatselijke bedrijvigheid tot innovatie, kennisontwikkeling en samenwerking via voorlichting en overleg is een doorlopend proces. 9. Sinds 2012 is er wat betreft de uitgifte van kavels op het bedrijventerrein Bloemakkers te Gieten ondersteuning door een makelaar. Verder betreft dit een doorlopend proces. 10. Het investeren in deregulering en vermindering regeldruk is een doorlopend proces. O.a. uitvoering geven aan de verbeterpunten vanuit Bewijs van goede Dienst. 11. Deskundigen geven aan, dat bij continuering van de ontwikkeling van het dataverkeer in de afgelopen jaren op termijn ook voor onze inwoners en (vooral) voor bedrijven de beschikbaarheid van glasvezelverbindingen voor het internetverkeer zonder meer noodzakelijk zal zijn. Met de provincie Drenthe en de buurgemeenten Tynaarlo en Borger-Odoorn maken we een inventarisatie van de (on)mogelijkheden v.w.b. het realiseren van glasvezelverbindingen. In dunbevolkt gebied waar van commerciële aanbieders geen actie te verwachten valt, kan de lokale overheid wellicht een (stimulerende) rol spelen bij het realiseren van deze voorziening. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Economische aangelegenheden 60 60 34 34 Resultaat voor bestemming 60 0 60 34 0 34 Mutatie reserve 0 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 60 0 60 34 0 34 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 46

5. Onderwijs Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.J. Dijkstra M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Onderwijs: - Bijzonder basisonderwijs - Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs - Voortgezet onderwijs - Volwasseneneducatie - Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (o.a. onderwijshuisvesting) A. Volwasseneneducatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Opheffen van educatieve achterstanden die het maatschappelijk functioneren van individuen belemmeren. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Extra aandacht voor participatie van specifieke doelgroepen. 2013-2014 2. Aanbod van cursussen voor educatieve en sociale vaardigheden in 2013-2014 samenwerking met Regionaal Opleidingen Centrum. 3. Voortgaande implementatie van het beleid laaggeletterdheid en de gezamenlijke 2013-2014 inzet van betrokken partners om de positie van laaggeletterden in Aa en Hunze structureel te verbeteren. 4. Onderzoeken in hoeverre maatschappelijke stages kunnen worden ingezet om 2013-2014 bepaalde cursussen van de volwasseneneducatie te kunnen overnemen. 5. Heroriëntatie volwasseneneducatie vanwege rijksbezuinigingen. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Binnen de volwasseneneducatie is specifiek ingezet op laaggeletterden en inburgeraars. Daarnaast wordt buiten het ROC om taalles gegeven aan Burundese vluchtelingen. 2. Vanwege de rijksbezuinigingen is er een zeer beperkt aanbod van cursussen. 3. Er worden op dit moment twee cursussen verzorgd, te weten in Gieten en Gasselternijveen. 4. De maatschappelijke stages zijn overgedragen aan het Steunpunt Vrijwilligers. 5. Vanwege de rijksbezuinigingen is er sprake van zeer forse inkrimping van het budget. N.B. Op basis van Kamervragen is de verwachting dat er voor 2013 geen herverdeling van middelen plaatsvindt. Informatie ministerie afwachten. 47

B. Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs B1. Lokaal onderwijsbeleid algemeen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Meer samenhang tussen het onderwijs en het jeugdbeleid. Intensivering van de samenwerking en samenhang tussen organisaties op het gebied van kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, jeugdzorg en jeugdbeleid. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. In het kader van de lokale jeugdagenda, samen met schoolbesturen en aanverwante organisaties lokaal jeugdbeleid en onderwijs ontwikkelen. 2. Ook in 2013 zal er een onderwijsmonitor verschijnen waar de gegevens omtrent de voor- en vroegschoolse educatie worden weergegeven. Wanneer 2013-2014 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De uitgangspunten voor het jeugdbeleid worden meegenomen in het WMO beleidsplan. 2. De uitkomsten van de onderwijsmonitor zullen worden besproken met de onderwijsinstellingen. B2. Ondersteuning van de schoolloopbaan Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Zorg dragen voor een gedegen zorgstructuur voor de categorie leerlingen in het voortgezet onderwijs voor wie extra ondersteuning wenselijk/noodzakelijk is en voor leerlingen die dreigen uit te vallen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Op basis van het leerplichtregistratiesysteem inzicht krijgen in de deelname van 2013-2014 doelgroepleerlingen aan de diverse vormen van voortgezet onderwijs. Vervolgens worden de doelgroepleerlingen gevolgd (monitoring). Hierdoor wordt inzicht verkregen in de problemen die zich voordoen bij de doelgroepleerlingen, bijv. worden de problemen veroorzaakt door de thuissituatie, verslaving (alcohol, drugs, gokken), verzuim en financiële problemen. 2. Preventie activiteiten (bijv. schoolpreventieplan) en opvoedingsondersteuning. 2013-2014 3. Efficiënte registratie en monitoring van jongeren dankzij de aansluiting bij de 2013-2014 Drentse Onderwijsmonitor en deze koppelen aan de jeugdmonitor. 4. Continueren van trajectbegeleiding voortijdige schoolverlaters. 2013-2014 5. Implementatie van Sluitende Ketenaanpak in Aa en Hunze voor jongeren van 13 tot 23 jaar die leidt naar een startkwalificatie. 2013-2014 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De leerplichtadministratie wordt gebruikt voor de Drentse onderwijs- en jeugdmonitor. 2. Dit betreft onderdeel van e bestaande werkwijze binnen het CJG. 3. De leerplichtadministratie wordt gebruikt voor de Drentse onderwijs- en jeugdmonitor. 4. Het begeleiden van voortijdige schoolverlaters is een standaard onderdeel van het Regionaal Melden Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaters. 5. Dit maakt standaard onderdeel uit van het werkproces van de ambtenaren leerplicht. 48

B3. Logopedie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 We willen de lokale onderwijsvoorzieningen zo goed mogelijk laten aansluiten op de behoeften van de leerlingen en hun verzorgers. 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Evaluatie huidig beleid logopedie als basis voor toekomstige invulling c.q. uitvoering. 2. Logopedie is geen kerntaak. Voorgesteld wordt gefaseerd en op termijn te stoppen met het aanbieden van logopedie en om de afbouw samen te laten vallen met de afloop van het contract van één van de logopedistes en de pensionering van de tweede logopediste. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 Wanneer 2013 1. Zie punt 2. 2. Sinds juli 2012 is 16 uur logopedie komen te vervallen. Er zal gestopt worden met het aanbieden van logopedie wanneer de logopedist met pensioen gaat (per 2016). B4. Leerlingenvervoer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Een efficiënt en veilig vervoer van leerlingen van het speciaal/bijzonder onderwijs. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Enquête m.b.t. het leerlingenvervoer onder ouders/verzorgers van leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer. Wanneer 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De enquête is inmiddels uitgezet. De reacties kunnen tot 1 mei 2013 worden ingediend. B5. Leerplicht Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het doel is het waarborgen van het recht op onderwijs. Het uitgangspunt daarbij is dat kinderen op een school goed voorbereid worden op hun zelfstandig functioneren in de samenleving. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Preventief werken in het VO en MBO d.m.v. het inzetten van spreekuren en 2013 e.v. deelname aan het CJG. 2. Deelname ZAT s binnen het VO en MBO. 2013 e.v. 3. Deelname aan digitale sluitende registratie met scholen voor VO en MBO en 2013 e.v. uitbreiden met basisonderwijs via Dienst Uitvoering Onderwijs. 4. Integrale aanpak van risicovolle jongeren door middel van de Drentse 2013 e.v. Verwijsindex. 5. Het huidige kabinet hecht zeer aan het terugdringen van de schooluitval in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Leerplicht heeft hierin een specifieke rol. Onder andere door middel van intergrip, switch en het toekomstloket. 2013 e.v. 49

6. Beleidsmatige afstemming met regio- en grensgemeenten. 2013 e.v. 7. Krachtig inzetten op thuiszitters; jongeren die langer dan vier weken thuiszitten 2013 e.v. door verschillende oorzaken. 8. Betere afstemming met het openbaar ministerie door deelname aan het Justitieel 2013 e.v. Casus Overleg. 9. Inzetten op schoolziekteverzuim. Door een samenwerking van school, jeugdgezondheidszorg en leerplicht is snel zicht op de aard van het verzuim, de ernst, de vooruitzichten en de terugkeer naar school. 10. De voortijdig schoolverlaters beter inzichtelijk krijgen door betere registratie. 2013 e.v. 11. Scholen activeren en informeren met betrekking tot het belang van signaleren 2013 e.v. van ziekteverzuim van jongeren. 12. Meer profileren binnen het primair onderwijs. 2013 e.v. 13. Het convenant aanval op de uitval m.b.t. voortijdig schoolverlaters wordt in 2013 2012 verlengd (40% reductie aantal voortijdig schoolverlaters). 14. Oriëntatie op vernieuwing leerplichtsysteem o.a. door gebruik van i-pads. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het preventief werken is uitgevoerd en blijft daarnaast een onderdeel in het reguliere werkproces. 2. De deelname aan de ZAT s is uitgevoerd en blijft daarnaast een onderdeel in het reguliere werkproces. 3. Er vindt een digitale uitwisseling van in- en uitschrijfgegevens plaats van zowel het MBO, VO als het BAO. Met betrekking van de verzuimregistratie heeft het ministerie van Onderwijs besloten om de komende jaren de scholen in het primair onderwijs niet aan te laten sluiten op het Digitaal Verzuimloket. Het VO en MBO melden het verzuim wel via DUO aan de gemeenten. 4. De Drentse verwijsindex blijft onder de aandacht en is een onderdeel in het reguliere werkproces. 5. In de regio Noord- en Midden Drenthe is het convenant ondertekend tussen Onderwijs Cultuur en Welzijn (OCW), scholen en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt gemeenten inzake het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters in het studiejaar 2012-2013 tot en met 2014-2015. Regionaal is subsidie toegekend voor nieuwe maatregelen om het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen, zoals het toekomstplein, switch en Time Out. Aan elk van deze maatregel is een regiegroeplid RMC uit de regio Noord- en Midden Drenthe gekoppeld om de maatregel te monitoren. Binnen het RMC wordt gediscussieerd over het preventieve beleid en het curatieve beleid (terugkeerders). 6. Er vindt beleidsmatige afstemming plaats met regio- en grensgemeenten door deelname aan structurele overleggen met beleidsambtenaren, leerplichtambtenaren en administraties. Daarnaast blijft leerplicht actief betrokken bij de transitie op de jeugdzorg, AWBZ, passend onderwijs, MBO ontwikkelingen (inclusief entree opleiding en werkschool). 7. Het actief inzetten op thuiszitters en in beeld houden van thuiszitters blijft een onderdeel in het reguliere werkproces. 8. Een leerplichtambtenaar uit de regio Noord- en Midden Drenthe neemt deel aan het Justitieel Casus Overleg. Jaarlijks wijzigt de deelnemende leerplichtambtenaar. 9. Door eenmalige deelname aan het ZAT Carroussel van de GGD in samenwerking met stichting Noordermaat is in januari 2013 een eerste stap gemaakt om op de individuele basisscholen het ziekteverzuim bespreekbaar te maken. 10. De contactgemeente (Assen) van het RMC Noord- en Midden Drenthe is jaarlijks (voor 1 december) verplicht de resultaten, die bereikt zijn op het gebied van de bestrijding van voortijdig schoolverlaten, te rapporteren aan het ministerie van OCW. In februari 2013 zijn de cijfers over het schooljaar 2011-2012 van het aantal voortijdig schoolverlaten Noord- en Midden Drenthe voorgelegd. 11. Door eenmalige deelname aan het ZAT Carroussel van de GGD in samenwerking met stichting Noordermaat is in januari 2013 een eerste stap gemaakt om op de individuele basisscholen het ziekteverzuim bespreekbaar te maken. 12. Hier is nog geen start mee gemaakt. De doelstelling is om vanaf maart tot aan de zomervakantie 2013 alle basisscholen te bezoeken. 13. Het ministerie van OCW heeft voorlopige cijfers verstrekt over het convenantjaar 2011-2012. Hierin wordt vermeld dat de regio Noord- en Midden Drenthe een daling van 18,4% voortijdige schoolverlaters t.o.v. het convenantjaar 2005-2006 heeft. Landelijk ligt dit cijfer op 31,2%. Voor de gemeente Aa en Hunze is dit percentage gelegen op 18,6%. 50

14. Het programma van wensen en eisen wordt uitgewerkt, evenals het bestek. In het voorjaar van 2013 komt het aanbod op de aanbestedingsagenda. De gemeente Aa en Hunze heeft een proactieve houding ten aanzien van het inkopen van een regionaal applicatiesysteem en ten aanzien van de samenwerking in het kader van STAAN. B6. Onderwijshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het bieden van adequate huisvesting aan scholen in de gemeente, conform de verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs. We willen een goede, toekomstbestendige voorziening voor het Voortgezet Onderwijs in Gieten behouden. Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. Uitwerking gebiedsgerichte benadering. In het kader van de brede schoolgedachte een multifunctioneel centrum in Gasselternijveen realiseren. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan het huisvestingsprogramma 2013 (o.a. het uitvoeren van 2013 groot onderhoud bij zes scholen van de Stichting PrimAH). De aanvraag om tijdelijke uitbreiding voor het Dr. Nassau College is afgewezen omdat de gemeente gezien het aantal benodigde m 2 geen zorgplicht heeft. 2. Behandeling van het huisvestingsprogramma 2014. 2013 3. Ontwikkelen gemeentelijk Accommodatieplan (incl. onderwijshuisvesting) in 2013 e.v. samenhang met strategische toekomstvisie en gebiedsgericht voorzieningenbeleid. Afhankelijk van uitkomsten notitie gebiedsgericht voorzieningenbeleid. 4. Realisatie MFC Gasselternijveen. 2013-2014 5. Met betrekking tot de wens van nieuwbouw van het Dr. Nassau College zal 2013 onderzoek naar het voortbestaan en de positie van het Dr. Nassaucollege plaatsvinden na oktober 2012, waarna in overleg met het Dr. Nassaucollege wordt bezien of een aanvraag voor (ver)nieuwbouw zal worden ingediend. 6. Als gevolg van prioriteitstelling vindt er in 2013 geen inhoudelijke 2013 e.v. doorontwikkeling plaats van Brede Samenwerking in Gasselternijveen. Focus ligt op realisatie MFC mede vanuit inhoudelijke samenwerking partners. 7. I.a.v. het duurzaamheidsbeleid (VROM) bezien in hoeverre 2013 duurzaamheidsinitiatieven mogelijk zijn bij accommodaties (dorpshuizen, scholen en verenigingen). 8. Opstellen notitie verhuur en medegebruik schoolgebouwen. 2013 9. Opstellen Verordening Materiële en Financiële Gelijkstelling Onderwijs. 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning 5. Er zal een verkenning worden gedaan naar de mogelijkheid van doordecentralisatie bij het Dr. Nassau College. Er is een aanvraag ingediend voor tijdelijke huisvesting (mocht doordecentralisatie geen optie zijn). 8. Er vindt verkenning plaats naar de mogelijkheden tot het opstellen van de notitie Verhuur en medegebruik schoolgebouwen. Wanneer 2013 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Er is gestart met de voorbereidingen voor het uitvoeren van het groot onderhoud bij schoolgebouwen. 2. De schoolbesturen Stichting PrimAH, COG Drenthe, SWS Oostermoer en het Dr. Nassau College hebben aanvragen ingediend in het kader van het Huisvestingsprogramma Onderwijs. 3. In het kader van het Toekomstgericht voorzieningenbeleid zal uitvoering worden gegeven aan het uitvoeringsplan. 51

4. De aannemer is gestart met de bouw van het MFC in Gasselternijveen. 5. Er is een verkenning gestart naar de mogelijkheden van doordecentralisatie bij het Dr. Nassau College. De school heeft een aanvraag ingediend voor tijdelijke huisvesting, mocht doordecentralisatie geen optie zijn. 6. Binnen het project MFC Gasselternijveen wordt gewerkt aan inhoudelijke samenwerking tussen de partners. Dit wordt in overleg tussen partners onderling en met gemeente vastgelegd. 7. In het kader van duurzaamheidsbeleid zijn maatregelen getroffen bij het MFC Gasslternijveen. 8. Er vindt verkenning plaats naar de mogelijkheden tot het opstellen notitie verhuur en medegebruik schoolgebouwen. 9. De Verordening Materiële en Financiële gelijkstelling is in februari 2013 door de raad vastgesteld. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Openbaar basisonderwijs 961 961 43 43 Bijzonder basisonderwijs 172 172 0 0 Bijzonder speciaal voortgezet onderwijs 0 0 0 0 Voortgezet onderwijs 53 53 0 0 Volwasseneneducatie 171-118 54 141-118 24 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs 1.233 28 1.261 13 13 Resultaat voor bestemming 2.590-90 2.501 197-118 80 Mutatie reserve 91 0 91 10 0 10 Resultaat na bestemming 2.681-90 2.592 207-118 90 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Nieuwe ontwikkelingen Volwasseneneducatie 1 Volwasseneneducatie 117.553-117.553 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs 2 Prijsstijging leerlingenvervoer. -28.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen -28.000 0 Totaal -28.000 0 Ad 1. Ad 2. Over 2013 wordt voor het onderdeel volwasseneneducatie binnen het participatiebudget geen 140.743 maar 23.190 ontvangen. Het daartegen ingediende bezwaarschrift is ongegrond verklaard. Dit betekent dat de inkomsten en uitgaven op het terrein van de volwasseneneducatie worden verlaagd met 117.553. In het leerlingenvervoer is in 2013 sprake van een prijsstijging van 6,5% (voornamelijk als gevolg van de stijging van de brandstofprijzen). De kosten stijgen daardoor met 28.000 t.o.v. de realisatie 2012. 52

6. Cultuur Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout F. Snoep / M. Jalving / H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Cultuur: - Dodenherdenking - Cultuurparticipatie - Informatie en taal - Cultuurhistorie - Beeldende kunst A. Cultuurparticipatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Culturele gemeente van Drenthe 2011 Een impuls geven aan de culturele activiteiten binnen de gemeente waardoor de culturele infrastructuur wordt versterkt. Inwoners en bezoekers van Aa en Hunze en Drenthe kunnen gebruik maken van of deelnemen aan diverse vormen van kunst en cultuur. Overig Het vergroten van een cultureel klimaat waarbij een goede samenhang bestaat tussen de voorzieningen en de participatie van onze inwoners. Uitvoeren van de cultuurnota 2009 2012 die als uitgangspunt heeft de bereikbaarheid van cultuur voor al onze inwoners en in het bijzonder de jeugd in onze gemeente te behouden c.q. te vergroten. Evalueren en bijstellen cultuurnota. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Overig 1. Prestatieafspraken maken met het ICO over de af te nemen producten. 2013 2. Het initiëren, ondersteunen en subsidiëren van kunst- en cultuurprojecten. 2013 3. Op basis van inhoudelijke taakstelling komen tot de bezuinigingstaakstelling. 2013-2014 4. Eind 2012 loopt de huidige cultuurnota af. Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe cultuurnota voor de periode 2013-2016. In de nieuwe cultuurnota wordt voortgebouwd op de huidige nota met dien verstande dat we accentverschillen gaan aanbrengen en nieuwe activiteiten op gaan pakken. We reageren op nieuw beleid vanuit het rijk en de provincie, maar ook op de financieel onzekere tijd waarin we momenteel verkeren. Op 25 september jl. hebben we met het 2013 53

culturele veld gesproken over een aantal items die in de cultuurnota aan bod komen. De uitkomsten worden verwerkt in de conceptnota die op 7 november wordt besproken tijdens de informerende bijeenkomst Samenleving. Deze concept nota wordt ook uitgezet naar het culturele veld. Begin januari wordt de nota ter bespreking voorgelegd tijdens een opiniërende bijeenkomst Samenleving waarna de nota in februari/maart vastgesteld kan worden door de raad. 5. Met ingang van 2013 treedt de landelijke regeling Cultuureducatie met Kwaliteit in werking. Deze regeling vervangt de regeling Programmafonds Cultuurparticipatie. In Drents verband wordt een uitvoeringsplan + financieringsregeling opgesteld. Deze regeling wordt meegenomen in de nieuwe cultuurnota. 6. De huidige eigenaar van de Amer heeft aangegeven het pand te willen verkopen. De eigenaar en het bestuur van Stichting De Amer zijn op zoek naar een passende en financieel haalbare oplossing om De Amer en de activiteiten in De Amer te behouden. Hierbij is men in onderhandeling met DBF. Gedacht wordt aan een vergelijkbare constructie als die in Eext is toegepast. In dat kader zal men op korte termijn een verzoek aan de gemeente richten voor een eenmalige bijdrage om De Amer en haar functies in stand te houden. 2013 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het opstellen van de uitvoeringsovereenkomst 2013 voor het ICO zit in een afrondende fase. In de overeenkomst zijn de taken opgenomen die ook in de cultuurnota 2013 2016 verwoord zijn. De uitvoeringsovereenkomst is de bijlage van de subsidiebeschikking 2013. 2. Op grond van de beleidsregels amateurkunst, incidentele subsidies en waarderingssubsidies zijn subsidies toegekend aan diverse culturele instellingen. 3. Met betrekking tot de bezuinigingen ligt er een bezuinigingstaakstelling bij de bibliotheek en het ICO. Voor beide partijen is de taakstelling opgenomen in de cultuurnota 2013 2016. Met beide partijen zijn afspraken gemaakt over de realisatie van deze taakstelling. De bezuinigingen hebben als gevolg dat de gemeente frictiekosten moet gaan betalen. Het ICO moet nog een overzicht m.b.t. de frictiekosten aan de gemeente aanleveren. 4. Op 6 maart is de cultuurnota 2013 2016 ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. In de nota zijn de bezuinigingsvoorstellen met betrekking tot het bibliotheekwerk en het ICO opgenomen, welke in dit beleidsplan zijn verwerkt. 5. In samenwerking met het basisonderwijs, de combinatiefunctionaris cultuur, het ICO, de bibliotheek Aa en Hunze en Kunst en Cultuur Drenthe wordt momenteel invulling gegeven aan de nieuwe regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. 6. De aanvraag van de Amer is eind februari 2013 binnengekomen en wordt verder in behandeling genomen. De raad heeft in haar vergadering van 6 maart besloten geen geld beschikbaar te stellen voor aankoop van het pand. B. Informatie en taal Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het actief bevorderen van het lezen en het leesgedrag van de inwoners van Aa en Hunze. Verhogen leesgedrag door doelgroep jongeren. Beschikbare ruimte in de bibliotheekgebouwen buiten en tijdens openingstijden beter benutten. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. De uitgangspunten voor het bibliotheekwerk beschreven in de cultuurnota worden uitgewerkt. 2. Op basis van inhoudelijke discussie komen tot de bezuinigingstaakstelling. De inhoudelijke discussie wordt gevoerd aan de hand van een nota over het bibliotheekwerk 2013 2016. Wanneer 2013 2013-2016 54

000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Met ingang van 1 januari 2013 doen de bibliobussen de haltes 1x per 2 weken aan. Dit was 1x per week. Deze wijziging is een gevolg van de bezuinigingstaakstelling. 2. De bibliotheekvisie is opgenomen in de cultuurnota 2013 2016. De cultuurnota is op 6 maart a.s. ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. C. Cultuurhistorie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 In stand houden van de torens en molens die in eigendom zijn van de gemeente. Bevorderen van de integratie van oudheidkunde en cultuurhistorie in de processen rondom de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Aa en Hunze. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Het geven van voorlichting over in de gemeente voorkomende oudheidkundige 2013 e.v. waarden. 2. Het incidenteel ondersteunen van particuliere initiatieven om oudheidkundige 2013 e.v. waarden in stand te houden. 3. Deelname aan het project Geopark Hondsrug. 2013 4. (laten) Opstellen cultuurhistorische waardenkaart. 2013 000000 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Zie voor het Geopark de Hondsrug: programma 15 Recreatie en toerisme. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 Wanneer 1. Er wordt voorlichting gegeven over in de gemeente voorkomende oudheidkundige waarden. 2. Daar waar gevraagd worden particuliere initiatieven ondersteund om oudheidkundige waarden in stand te houden. 3. Er wordt deelgenomen aan het Project Geopark Hondsrug (zie programma 15 Recreatie en toerisme). 4. Vanwege het opstellen van de cultuurhistorische waardenkaart wordt een beroep gedaan op Libau. De opdracht voor inhoudelijke en procesmatige begeleiding is gegeven. Dekking vanuit de reservering cultuurhistorisch instrumentarium. D. Beeldende kunst 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Eigen gemeentelijke kunstcollectie aan publiek tonen door het organiseren van exposities in het gemeentehuis (minimaal 1 expositie per jaar). Wanneer 2013 e.v. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Beeldende kunst is opgenomen in de cultuurnota 2013 2016. 55

Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Dodenherdenking 6 6 0 0 Cultuurparticipatie 443 53 496 0 0 Informatie en taal 526 526 0 0 Cultuurhistorie 431 431 13 13 Beeldende kunst 9 40 49 0 0 Resultaat voor bestemming 1.415 93 1.508 13 0 13 Mutatie reserve 0 0 0 109 53 162 Resultaat na bestemming 1.415 93 1.508 122 53 175 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Nieuwe ontwikkelingen Cultuurparticipatie 1. Uitwerking cultuurnota -52.500 Beeldende kunst 2. Vervanging gestolen beelden -40.000 Mutatie reserves 3. Reserve kunst-, cultuur- en vrijwilligersbeleid 52.500 Totaal nieuwe ontwikkelingen -40.000 0 Totaal -40.000 0 Ad 1. Ad 2. Ad 3. Op 6 maart 2013 is de nieuwe cultuurnota door de raad vastgesteld. Hierbij zijn voor 2013 de volgende incidentele bijdragen vastgesteld: Bijdrage festivals 25.000 Subsidie Huus van de Taol 2.500 Huisvesting Theater het Hek van de Dam in de Boerhoorn 25.000 De bijdragen worden gedekt uit de reserve Kunst-, cultuur- en vrijwilligersbeleid. Tijdens de vergadering op 6 maart jl. heeft de raad besloten dat de gestolen beelden in Annerveenschekanaal en Eexterveenschekanaal vervangen moeten worden. Vanuit de Reserve kunst-, cultuur- en vrijwilligersbeleid vind dekking plaats voor uitwerking van de nieuwe cultuurnota in 2013 voor een totaal van 52.500, zie ad 1. 56

7. Sport Portefeuillehouder Budgethouder Producten J.B. Wassink M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Sport: - Sport Sport Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Met het nieuwe sportbeleid de sportparticipatie stimuleren en sport benaderen als een middel voor duurzame sociale binding. Ook moet het sportbeleid ontwikkelingskansen bieden voor verenigingen. Het beleid met betrekking tot de sportaccommodaties is onderdeel van ons integraal accommodatiebeleid. Stimuleren van de gehandicaptensport. Voortzetting van het huidige beleid vanuit een gebiedsgerichte benadering. Bestaande sportaccommodaties betrekken bij de discussie over het voorzieningenbeleid. Vergroten van de deelname aan sportactiviteiten, zowel binnen gesubsidieerde verenigingen als daarbuiten. De relatie tussen sportclubs en de basisscholen programmatisch uitbouwen vanuit het onderwijs met als doel om de sportbeoefening beter aan te laten sluiten bij de schooltijden. Dit willen we bereiken door uitbreiding van de formatie van de combinatiefunctionarissen sport conform de landelijke regeling, vooralsnog t/m 2012. Van gemeentewege bijdragen aan publiciteit over de vele sportevenementen in onze gemeente. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Verenigingsondersteuning door Sport Drenthe. 2013-2014 2. Implementatie nieuw beleid voetbalaccommodaties. 2013 3. Ontwikkeling sport-, bewegings-, en gezondheidsstimuleringsprojecten. 2013-2014 4. Besluitvorming over structurele invulling buurtsportcoaches 2013 (combinatiefunctionarissen). 5. Realiseren bezuinigingstaakstelling. 2013 6. In het kader van het bezuinigingstraject komen tot een fasegewijze verhoging 2013-2015 van de tarieven van de gemeentelijke sportaccommodaties. 7. Bijstellen Gemeentelijk beleid sport en bewegen in Aa en Hunze. 2013 8. Evaluatie Olympisch Aa en Hunze. 2013 9. Reorganisatie beleidsterrein zwembaden. 2013 57

Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning 1. Verenigingsondersteuning wordt niet meer uitgevoerd in 2013 en 2014 door SportDrenthe; er is geen budget beschikbaar. Wanneer 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Verenigingsondersteuning wordt niet meer uitgevoerd in 2013 en 2014 door SportDrenthe; er is geen budget beschikbaar. 2. Op dit moment wordt in samenwerking met de voetbalverenigingen gewerkt aan de afronding van de implementatie van het nieuwe beleid voetbalaccommodaties. 3. Er zijn vele activiteiten georganiseerd, zoals peutergym, sportactiviteiten voor jongeren, ondersteunen van verenigingen. 4. Vanaf 1 april is een uitbreiding van 1,5 fte gerealiseerd, hiermee komt het totaal op 3 fte. 5. Er wordt uitvoering gegeven aan de bezuinigingstaakstelling op sport. 6. De tarieven voor zwembaden zijn verhoogd met 5%; de tarieven voor binnensportaccommodaties zijn verhoogd met 10%. 7. De bijstelling Gemeentelijk beleid sport en bewegen in Aa en Hunze vindt plaats in derde kwartaal 2013. 8. De vragenlijsten zijn uitgezet onder in inwoners. De eindresultaten zullen aan de raad worden gepresenteerd. 9. Het zwembad Zwanemeer in Gieten is per 1 april overgenomen door de gemeente. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Sport 2.102 88 2.190 386 386 Geldleningen en uitzettingen lang 0 0 0 0 Resultaat voor bestemming 2.102 88 2.190 386 0 386 Mutatie reserve 5 33 38 13 3 16 Resultaat na bestemming 2.107 121 2.228 399 3 402 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 58

Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Bezuinigingen 1 Beheer sportcomplexen -20.000 Totaal bezuinigingen -20.000 0 Nieuwe ontwikkelingen Sport 2 Buurtsportcoach -14.520 3 Najaarsnota 2012 Buurtsportcoaches impulsregeling -44.000 4 Najaarsnota 2012 Renovatie zwembad "de Borghoorns" Annen -6.750 Mutatie reserves 5 Verlichting trainingsveld vv Gasselternijveen -33.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen -33.000-65.270 Totaal -53.000-65.270 Ad 1. Ad 2. Ad 3. Ad 4. Ad 5. De taakstelling wordt in 2013 maar ten dele gerealiseerd. Het restant wordt doorgeschoven naar 2014. De honorering vanuit de Impulsregeling Brede scholen, sport en cultuur voor de buurtsportcoaches is voor onze gemeente verhoogd van 120 naar 140%. De betekent een extra bijdrage vanuit het rijk via de algemene uitkering van 14.520. Najaarsnota 2012: in 2012 is de impulsregeling brede scholen, sport en cultuur uitgebreid met de buurtsportcoaches. Er wordt via de algemene uitkering een bedrag van 44.000 ontvangen. Najaarsnota 2012: per saldo is er een overschrijding op het budget voor de renovatie zwembad de Borghoorns te Annen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de bijstelling in Programma 7 van de Najaarsnota 2012. In het kader van de harmonisatie beleid voetbalcomplexen zijn de voetbalvelden van de voormalige geprivatiseerde voetbalvereniging Gasselternijveen terug gekomen naar de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de voetbalvelden en als basisvoorziening ook verantwoordelijk voor de veldverlichting van het trainingsveld. Op dit moment staan er 4 lichtmasten en deze voldoen niet aan de eisen en moeten vervangen worden en uitgebreid worden naar 6 lichtmasten. In het harmonisatietraject is dit niet meegenomen. De investering van 33.000 wordt gedekt uit een nieuw te vormen Reserve dekking kapitaallasten Verlichting trainingsveld vv Gasselternijveen. Afschrijving 25 jaar, rentepercentage van 5%. 59

60

8. Sociale Zaken Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.J. Dijkstra M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Sociale Zaken: - Bijstandverlening - Werkgelegenheid - Inkomensvoorzieningen - Gemeentelijk minimabeleid - Vreemdelingen - Wet Kinderopvang - Schuldhulpverlening A. Bijstandverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Regelen van de wettelijke zorgplicht in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening die naar verwachting op 1 januari 2012 in werking treedt. Met de inwerkingtreding van deze wet is de plicht tot de uitvoering van de schuldhulpverlening bij de gemeente neergelegd. Zo groot mogelijke participatie en tegengaan van sociaal isolement van burgers. Het voorkomen van een toename van armoedeoverdracht aan kinderen door financiële ondersteuning van activiteiten op het gebied van sport, cultuur en onderwijs. Het terugdringen van het aantal mensen bij wie een uitzichtloze schuldensituatie tot afsluiting van nutsvoorzieningen dreigt of tot uitzetting uit de woning. Vooral in het kader van de wet WWB jeugd een belangrijk accent geven. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Verdere doorontwikkeling en verankering van beleid met betrekking tot 2013 arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. 2. Ontwikkelen beleid i.v.m. de invoering van de Wet gemeentelijke 2013 schuldhulpverlening (Wsg) inclusief opstellen verordening. 3. Ontwikkelen beleid i.v.m. de invoering van de Participatiewet. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1/3 Zie de opmerkingen bij Grote projecten hieronder. 2. De aanzet van het beleidsplan Schuldhulpverlening is besproken in de raadscommissie. Het concept beleidsplan schuldhulpverlening is voor advies voorgelegd aan de WMO-raad (incl. cliëntenraad) 61

B. Werkgelegenheid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 In het kader van werkgelegenheid willen we een hogere deelname bereiken van lokale werkgevers om voor uitkeringsgerechtigden voldoende werkervaringsplaatsen beschikbaar te stellen. We zullen in nauwe samenwerking met de gemeenten Assen en Tynaarlo het arbeidsmarktbeleid gaan ontwikkelen. Terugdringen van de jeugdwerkloosheid om te voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan. De vaardigheden van iedere WSW-geïndiceerde moeten dusdanig worden bevorderd dat hij/zij zal uitkomen op zijn/haar persoonlijk hoogst mogelijke vorm van arbeidsdeelname. Binnen het beschikbare rijksbudget zoveel mogelijk mensen van de WSW-wachtlijst geplaatst krijgen op basis van de volgorde die is vastgesteld in de Verordening plaatsingsvolgorde WSW. Invulling bezuinigingsdoelstelling gesubsidieerde arbeid o.a. door synergievoordelen te realiseren op het snijvlak van uitkeringen en gesubsidieerde arbeid en het beheer van het openbaar gebied, sportvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Decentralisatie Participatiewet, AWBZ- begeleiding en jeugdzorg 1. Voorbereiden invoering van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt waarin de WWB, WIJ, Wajong en WSW worden betrokken en waarbij tevens mogelijkheden tot gezamenlijke uitvoering met arbeidsmatige dagbesteding AWBZ wordt onderzocht. Herijken en afsluiten uitvoeringsovereenkomst WSW. We gaan ons richten op preventie en snelle afhandeling van aanvragen schuldhulpverlening. Overig 1. Jongeren onder de 27 jaar een werk- of leeraanbod of een combinatie van beide aanbieden. Onderzoek bezuinigingsmogelijkheden gesubsidieerde arbeid in relatie tot beheer van openbare ruimte, sport- en welzijnsvoorzieningen. 2. We gaan ons richten op preventie en snelle afhandeling van aanvragen schuldhulpverlening. Jongeren onder de 27 jaar een werk- of leeraanbod of een combinatie van beide aanbieden. 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 e.v. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Participatiewet: in de notitie Werk Loont zijn voorstellen opgenomen voor mogelijke doelgroepenbenadering. Met betrekking tot de voorbereiding van de invoering van de Participatiewet is met de gemeenten Assen, en Tynaarlo de concept visie en ambitie ten aanzien van werk en inkomen gedeeld en op basis hiervan worden deze gemeenten als de natuurlijke partners gezien van Aa en Hunze om gezamenlijk de voorbereiding voort te zetten. Voor de decentralisatie Jeugdzorg is voor de regio Noord- en Midden Drenthe een kwartiermaker aangesteld die voor een aantal regionale vraagstukken onderzoek en voorbereiding van bestuurlijke besluitvorming organiseert en begeleidt. AWBZ Voor de transitie van AWBZ-functies begeleiding en persoonlijke verzorging naar de WMO vindt voorbereiding plaats. Voor de functie begeleiding heeft een inventarisatie in NMD plaatsgevonden. Deze is ter kennis gebracht aan de gemeenteraad. De portefeuillehouders NMD stemmen af op welke wijze er kan worden samengewerkt. 1. De wet WIJ is ondergebracht in de WWB. Daardoor vallen jongeren onder de regels van deze wet. Tevens is er voor jongeren beneden 27 jaar een wachttijd opgenomen van 4 weken voordat recht op een wwb-uitkering gaan gelden. De afbouw van gesubsidieerde arbeid (A-werk) wordt momenteel geëvalueerd. 2. Het concept beleidsplan is voor inspraak aangeboden aan de WMO-raad (incl. cliëntenraad). Met de GKB zijn afspraken gemaakt om de wachttijd tot bespreking van verzoeken om schuldhulpverlening te minimaliseren. 62

C. Gemeentelijk Minimabeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Zo groot mogelijke participatie om achterstandssituaties te voorkomen. De gevolgen van armoede voor kinderen (in de zin van armoedeoverdracht) zo veel mogelijk voorkomen. Het voorkomen van een toename van afsluitingen c.q. uithuiszettingen. Iedereen, ongeacht de financiële situatie, moet de kans hebben om deel te nemen aan de samenleving. Het minimabeleid is gericht op het activeren van burgers om te participeren en op het bieden van een toekomstperspectief. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Promoten van de inzameling van tweedehands kleding. 2013 e.v. 2. We gaan ons richten op preventie en snelle afhandeling van aanvragen voor 2013 e.v. schuldhulpverlening. 3. Door uitvoering te geven aan het meedoenbeleid wordt ingezet op het gericht 2013-2014 meedoen aan de maatschappij via meerdere beleidsterreinen, zoals onderwijs, economie, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening- en preventie. 4. Gemeentelijke ondersteuning van de Voedselbank indien nodig. 2013-2014 5. In het kader van taakstellende bezuinigingen uitgangspunten opstellen voor het te voeren beleid. 2013-2014 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Gemeenten krijgen met deze wet expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te voeren. Wanneer 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Kan bij project Duurzaam Aa en Hunze worden opgepakt. 2. Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Gemeenten krijgen met deze wet expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te voeren. De aanzet van het beleidsplan Schuldhulpverlening is besproken in de raadscie. Het concept beleidsplan schuldhulpverlening is voor advies voorgelegd aan de WMO-raad (incl. cliëntenraad). 3. Bij de opzet van de toegang tot het sociaal domein zullen deze elementen worden betrokken. 4. De Voedselbank ontvangt gemeentelijke subsidie voor haar activiteiten. 5. Dit onderdeel is betrokken bij de beoordeling in het brede kader. 63

Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Bijstandsverlening 4.551 4.551 3.580 3.580 Werkgelegenheid 3.971 520 4.491 3.703 520 4.223 Inkomensvoorzieningen 240 240 273 273 Gemeentelijk minimabeleid 553 53 606 0 0 Inburgering 70 70 24 24 Voorzieningen gehandicapten 0 0 0 0 Wet Kinderopvang 57 57 0 0 Resultaat voor bestemming 9.442 573 10.015 7.580 520 8.100 Mutatie reserve 0 0 0 0 10 10 Resultaat na bestemming 9.442 573 10.015 7.580 530 8.110 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Bezuinigingen Gemeentelijk minimabeleid 1 Versoberen meedoenpremies: langdurigheidstoeslag -42.500 Totaal bezuinigingen 0-42.500 Nieuwe ontwikkelingen Werkgelegenheid 2 Najaarsnota 2012: Alescon bijdrage buitengemeente -520.000 2 Najaarsnota 2012: Rijksbijdrage Sociale werkvoorziening 520.000 Gemeentelijk minimabeleid 3 Stichting Leergeld -10.000 Mutatie reserve 4 Reserve sociaal beleid 10.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen 0 0 Totaal 0-42.500 1. In de raadsvergadering van december 2012 is het besluit tot versobering van de verordening langdurigheidstoeslag afgewezen. Met het voorstel werd invulling gegeven aan een voorgenomen bezuiniging van 42.500 waartoe bij de vaststelling van de begroting 2013 al een besluit was genomen. Als gevolg van het raadsbesluit van december dient het bedrag weer in de begroting te worden opgenomen. Voor 2013 wordt dit bedrag incidenteel gedekt uit de post onvoorzien. Zie ook programma 16 Financiën en bedrijfsvoering. 2. Najaarsnota 2012: Bijna 20 wsw ers uit onze gemeente zijn werkzaam bij Sw-bedrijven in de regio niet zijnde Alescon. In de begroting 2013 was nog geen rekening gehouden met de rijksbijdrage en doorbetaling van de subsidie voor deze wsw ers. Hiermee is een budgettair neutraal bedrag van 520.000 gemoeid. 64

3. Stichting Leergeld Lionsclub De Hondsrug wil een actie opzetten om geld in te zamelen voor Stichting Leergeld dat ten goede dient te komen aan de kinderen in Aa en Hunze. (zie ook de beleidswensen in hoofdstuk 1). Er wordt geen structurele bijdrage van de gemeente gevraagd. Stichting Leergeld probeert de door hun geboden ondersteuning te bekostigen uit donaties. Er zullen wel initiële kosten gemaakt moeten worden om tot de instelling van een afdeling Aa en Hunze over te gaan. Daarnaast zullen vrijwilligers moeten worden geworven en opgeleid. Stichting Leergeld schat de aanloopkosten in op 7.500. Wij stellen voor een incidenteel budget beschikbaar te stellen van 10.000 (dekking hiervan geschiedt vanuit de reserve Sociaal beleid). 4. Het budget ten behoeve van de Stichting Leergeld, zie ad. 3, wordt beschikbaar gesteld vanuit de reserve Sociaal beleid. 65

66

9. Welzijn Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.J. Dijkstra / J.J. Wiersum M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Welzijn: - Vormings- en ontwikkelingswerk - Maatschappelijk werk - Sociaal-cultureel werk - Kinderdagopvang - Openbare gezondheidszorg - Gezondheidszorg algemeen - Jeugdgezondheidszorg - Centrum Jeugd & Gezin - Voorziening gehandicapten A. Maatschappelijk werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 In stand houden van een eerstelijnsvoorziening waarbij aan individuele burgers ondersteuning wordt gegeven bij het oplossen van problemen van psycho- en psychosociale aard. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Implementatie budgetfinanciering AMW Noordermaat e/o discussie bedrijfsvoering en taken i.h.k.v. de bezuinigingen. 2. Doorontwikkelen front office / back office Centrum Jeugd & Gezin (CJG) binnen gebiedsgebonden teams ter voorbereiding op de komst van de jeugdzorg naar de gemeente. 3. Schoolmaatschappelijk werk op basis- en voortgezet onderwijs als zorg advies teams laten aansluiten op het CJG/gebiedsgebonden teams. 4. Structurele inbedding Positief opvoeden en Veilig opgroeien Drenthe als methode binnen de hulpverlening. 5. Versterken OGGz structuur ter voorkoming van maatschappelijke uitval en aansluiting organiseren met gebiedsgebonden teams. Wanneer 2013-2014 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer 2 In 2013 wordt vooruitlopend op de decentralisatie van de jeugdzorg onderzocht 2013-2014 hoe de toegangstaken van Bureau Jeugdzorg kunnen worden geïmplementeerd in het CJG/gebiedsgebonden team in samenhang met de overige decentralisaties en het uitgangspunt van één gezin één plan. 3 Binnen de Drentse pilot jeugdzorg wordt onderzocht op welke wijze de 2013-2014 67

aansluiting tussen de zorg in en buiten de school (ZAT/CJG) effectief op elkaar kan aansluiten met als resultaat één gezin één plan. 4 Binnen de Drentse pilot worden bovenlokaal afspraken geformuleerd om Positief opvoeden structureel in te bedden in het ondersteuningsaanbod naar kinderen, ouders en professionals. 2013-2014 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Budgetfinanciering Noordermaat wordt in kader van de taken in het sociaal domein/decentralisaties vorm gegeven. 2. Met de kernpartners in het CJG zijn twee werkbijeenkomsten georganiseerd om de werkwijze binnen het Multidisciplinair team van het CJG meer BJZ toegangstaken proof te maken. 3. Netwerkpartners van het CJG nemen deel aan het ZAT overleg bij het Nassaucollege en binnen het basisonderwijs is maandelijks een ZAT carrousel waarin afstemming en overleg plaats vindt tussen de zorg en buiten de school. 4. Binnen de Drentse pilot zijn afspraken gemaakt over de inbedding en financiering van Positief Opvoeden Drenthe en Veilig Opgroeien Drenthe. 5. Samenwerking tussen de partijen binnen het OGGz werkgroep is versterkt en loopt goed onder voorzitterschap GGD. B. Sociaal cultureel werk Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Extra inzetten op het preventieve jeugdbeleid. Daarnaast ketensamenwerking rondom jeugd en de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin (koppelen aan Wegwiezers). Handhaven en zo mogelijk versterken van de bestaande accommodaties onder de expliciete voorwaarde, dat ze voldoende toekomstperspectief hebben. Wij willen een goed gebruik van onze accommodaties helpen bevorderen. Samenwerking rond de zorg voor en de belangen van het kind realiseren. Uitwerking geven aan de kadernotitie Brede Samenwerking (voorheen Brede School). Implementatie budgetfinanciering NoorderMaat. Een brede gemeentelijke welzijnsvisie en deze vertalen in concrete doelstellingen. Het behouden van de huidige vrijwilligers en het werven van nieuwe vrijwilligers. Opzetten van een netwerkstructuur voor de ontwikkeling van een loket voor wonen, zorg en welzijn. De Wegwiezer is een informatiepunt voor jong en oud. Op het gebied van accommodatiebeleid/beheer streven naar een versterking van de samenhang tussen de bestaande accommodaties. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten MFC Gasselternijveen 1. Realisatie Multifunctioneel centrum Gasselternijveen 2013-2014 Gebiedsgericht voorzieningenbeleid 2. Doorontwikkeling gebiedsgericht voorzieningenbeleid 2013 Overig 1. Preventief jeugdbeleid projectmatig oppakken. 2013 e.v. 2. Accommodatiebeleid: uitwerking binnen de door de raad gestelde kaders en 2013 e.v. budgetten. 3. Nadere uitwerking geven aan projecten op accommodatiegebied. 2013 e.v. 4. In het kader van het accommodatiebeleid (scholen en dorpshuizen) de 2013 e.v. samenhang tussen de bestaande accommodaties versterken. 5. Doorontwikkeling Breedbandprojecten: Telebrink, virtuele brede school, virtueel 2013-2014 loket, woon-zorg zoneproject. 6. In afwachting van het duurzaamheidsbeleid (VROM) bezien in hoeverre duurzaamheidinitiatieven mogelijk zijn bij accommodaties (dorpshuizen, scholen en verenigingen). 2013 e.v. 68

7. Uitvoering geven aan maatschappelijke stages, inclusief de inzet van 2013-2014 rijksmiddelen. 8. In het kader van de bezuinigingstaakstelling overleg met SWAH om te zoeken 2013 naar efficiencymogelijkheden in de bedrijfsvoering e/o discussie over de taken. 9. Uitvoeren nota vrijwilligerswerk Het moet wel leuk blijven. 2013-2014 10. Projecten jongeren en middelengebruik en vandalismeprojecten. 2013-2014 11. Versobering subsidies aan verenigingen. 2013-2014 12. Bezuinigingstraject gemeentelijk aandeel groot onderhoud is in gang gezet (70% gemeente/ 30% dorpshuizen) in 2011. Voor de bezuinigingstaakstelling 2012 zullen nadere voorstellen worden ingediend. 2013 e.v. 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer 1. In de verschillende beleidsnotities zal aandacht zijn voor preventief jeugdbeleid. 2013 e.v. 12. Bezuinigingstraject gemeentelijk aandeel groot onderhoud is in 2012 en 2013 2013 e.v. gehandhaafd op het niveau van 70% gemeente en 30% dorpshuizen 7. Ingaande het schooljaar 2015/2016 zijn de maatschappelijke stages niet langer wettelijk verplicht. De bekostiging vanuit de algemene uitkering verdwijnt dan ook ingaande 2015. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Binnen het MFC Gasselternijveen is er begonnen met de bouw van de beide scholen. De planning verloopt volgens schema. 2. In het kader van het Toekomstgericht voorzieningenbeleid zal uitvoering worden gegeven aan een uitvoeringsplan i.o.m. de dorpen 1. In de notitie volksgezondheid is een aantal thema s voor preventief jeugdbeleid benoemd. 2. In het kader van het Toekomstgericht voorzieningenbeleid zal uitvoering worden gegeven aan een uitvoeringsplan. 3. In het kader van het Toekomstgericht voorzieningenbeleid zal uitvoering worden gegeven aan een uitvoeringsplan. 4. Betreft onderdeel van gebiedsgericht voorzieningenbeleid. 5. Binnen het project met de Duitse gemeente Vrees in het kader van Netzwerk vindt de pilot online contact plaats. Daarbij zijn aan 10 zorgvragers, gecombineerd met mantelzorgers, tablets ter beschikking gesteld, waarbij op afstand contact kan worden gemaakt. Dit ter versterking van de positie van de zorgvrager en ter ontlasting van de mantelzorgers. 6. In het kader van duurzaamheidsbeleid zijn maatregelen getroffen bij het MFC Gasselternijveen. 7. De maatschappelijke stages zijn overgedragen aan het Steunpunt Vrijwilligers. 8. Stichting Welzijn Aa en Hunze heeft een notitie aangeboden waarin voorstellen worden gedaan voor de toekomstige kerntaken in relatie tot de ontwikkelingen in het sociaal domein en waarin tevens voorstellen tot invulling van de bezuinigingstaakstelling zijn opgenomen. Een eerste bespreking hiervan met uw raad vindt plaats op 24 april 2013 in relatie tot de evaluatie van het BCF-traject. 9. Dit punt is onderdeel van het takenpakket van de Stichting Welzijn Aa en Hunze. 10. Dit punt zal worden betrokken bij de nota Gezondheidsbeleid. 11. Er is besloten om de subsidies aan verenigingen in de gemeente niet te bevriezen. 12. Met de vaststelling van de nota Toekomstgericht voorzieningenbeleid is besloten om de regeling 70% gemeente en 30% dorpshuizen in stand te houden. C. Kinderopvang Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Een dekkend netwerk van kinderopvang en buitenschoolse opvang in de gemeente. 69

000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Bijhouden van het landelijk Register Kinderopvang. 2013-2014 2. Uitvoering geven aan Harmonisatie voorzieningen 0-4. 2013-2014 3. Vanzelfsprekend: kennis uit het project implementeren in bestaande organisaties 2013-2014 t.w. vroegsignalering, preventieve logopedie, registratie voor- en vroegschoolse educatie, professionalisering voor- en vroegschoolse educatie, overdracht peuterspeelzaalwerk en kinderdagopvang naar basisonderwijs, ouderbetrokkenheid verder vorm geven. 4. Positief opvoeden Drenthe (Triple P) uitrollen bij peuterspeelzalen, kinderopvang 2013-2014 en basisonderwijs. 5. Ervaringen pilot samenwerking peuterspeelzaal/kinderopvang Eext benutten bij 2013-2015 harmonisatie / integratie peuterspeelzalen en kinderopvang. 6. Planologische en bouwtechnische medewerking verlenen ten behoeve van 2013-2014 vestiging en spreiding kinderopvangvoorzieningen in onze gemeente. 7. Gemeentelijk handhavingsbeleid t.a.v. de kwaliteitseisen ingevolge de Wet 2013-2014 kinderopvang in overeenstemming houden met wettelijke voorschriften. 8. Signaleringsfunctie kinderopvang in het kader van de jeugdzorgtaken versterken via deelname Vroeg erbij. 2013 e.v. 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning In het regeerakkoord is aangekondigd dat de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet kinderopvang zal komen. Dit zal betekenen dat financiering van de peuteropvang niet meer via de gemeente plaats zal vinden. Wanneer 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De gegevens worden bijgehouden in het landelijk register. 2. Er is een start gemaakt met de uitvoering van de harmonisatie en integratie van het peuterspeelzaalwerk in de kinderopvang. 3. Binnen het project Vanzelfsprekend is gestart met Ouderbetrokkenheid on line en boekenproject met de bibliotheek. 4. Dit punt is nog niet opgepakt omdat de focus nu met name ligt op harmonisatie peuterspeelzaal/ kind voorziening. 5. De ervaringen van de harmonisatie in Eext worden benut in de gesprekken met de andere kinderopvangorganisaties. 6. De gemeente anticipeert op de vraag.oa. Gasselternijveen en Annen. 7. In overleg met de toezichthouder wordt uitvoering gegeven aan het handhavingsbeleid. 8. Vroeg erbij is gemeentebreed uitgerold. De deelnemende partijen hebben een convenant ondertekend. D. Openbare gezondheidszorg Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Bevorderen van de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving voor alle groepen in Aa en Hunze. Bevorderen van een gezond gedrag. Bevorderen van een sluitend systeem aan gezondheidsvoorzieningen en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen voor alle doelgroepen. 70

000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Decentralisaties Wwvn, AWBZ begeleiding en jeugdzorg 1. Vooruitlopend op de komst van de jeugdzorg is gestart met een pilot Vroeg erbij 2013 in Gasselternijveen. Hierin werken jeugdzorg, Icare, peuterspeelzalen en kinderopvang samen en zullen werkwijze implementeren en gemeentebreed uitrollen in aansluiting met Jeugdzorg. 2. Beleidsvoorbereiding t.b.v. overheveling AWBZ-functie extramurale begeleiding. 2013 3. Beleidsvoorbereiding t.b.v. overheveling jeugdzorg. 2013 Overig 1. Borging ketensamenwerking door minimaal twee werkconferenties. Jaarlijks 2. Ontwikkelen aansluiting CJG -jeugdzorg. 2013-2014 3. Implementeren mantelzorgbeleid na werkconferenties en panelgesprekken met 2013 alle betrokkenen bij mantelzorgondersteuning. 4. In het kader van de bezuinigingen opdracht aan de GGD om te komen tot 2013 aanvullende bezuinigingen vanaf 2012. 5. Extra aandacht voor het voorkomen van verslaving aan alcohol, drugs en tabak 2013 e.v. bij jeugdigen en het voorkomen en terugdringen van overgewicht. Project Alcohol en Jeugd. 6. Vervaardigen Nota Volksgezondheidsbeleid en implementatie. 2013 7. Invulling geven aan de doelstellingen van Drenthe JOGG provincie. 2013-2014 8. De gemeenten in Drenthe zijn vooruitlopend op de komst van de jeugdzorg naar de gemeenten in samenwerking met de provincie een Pilot gestart Op weg naar een effectieve ketensamenwerking in de Drentse jeugdzorg. Meetbaar beter. 2013-2014 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning De nieuwe Jeugdwet is in voorbereiding; de transitie Jeugdzorg sluit hier op aan. In verband met de forse bezuinigingen is het aan de gemeente om een transformatie te bewerkstelligen, met als doel de eigen kracht van burgers beter te benutten zodat minder vaak een beroep wordt gedaan op duurdere zorg. Wanneer 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Voor Noord- en Midden Drenthe is in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg een kwartiermaker aangesteld. Deze is verantwoordelijk voor de bovenlokale ontwikkelingen 2. Beleidsvoorbereiding is opgepakt in samenwerking met gemeenten in Noord- en Midden Drenthe 3. Regionaal en bovenregionaal wordt de voorbereiding in onderlinge afstemming vorm gegeven. 1. De werkconferentie ZAT/CJG is in voorbereiding. 2. Er heeft een verkennend werkbezoek plaats gehad bij BJZ. 3. De concept nota Mantelzorg is opgesteld i.o.m. Netwerk Mantelzorg. 4. De discussie hierover wordt betrokken bij de Kadernota GGD 2014. 5. Deze onderwerpen worden in nota Gezondheidsbeleid meegenomen. 6. De concept nota Gezondheidsbeleid is door college vastgesteld 7. Dit punt wordt betrokken bij de nota Gezondheidsbeleid. 8. Het onderzoek en de uitwerking vindt plaats in Drents verband. E. Voorziening gehandicapten Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Beperkingen die betrekking hebben op de woonomgeving en de participatie in het maatschappelijk verkeer zo veel mogelijk opheffen. In samenspraak met raad en cliëntenorganisaties zal het beleid geformuleerd worden, waarbij een zo maximaal mogelijke aansluiting gezocht zal worden bij de doelstelling van de Wmo. In de nieuwe Wmo willen wij onder het motto kanteling (van aanbod- naar vraaggericht) zorgen voor de invoering van keukentafelgesprekken. 71

000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Via verstrekking van fysieke hulpmiddelen en financiële tegemoetkomingen de situatie in de woonomgeving en het maatschappelijk verkeer verbeteren. Wanneer 2013-2014 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer De beleidsnotitie WMO wordt voorgelegd aan de raad. 3 e kw. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Deze taak is een onderdeel in het reguliere werkproces van de WMO consulenten. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Ontwikkelingswerk 6 6 0 0 Maatschappelijk werk 4.558-50 4.508 380 64 444 Sociaal-cultureel werk 1.655 70 1.725 340 340 Kinderdagopvang 475 475 0 0 Openbare gezondheidszorg 65 65 0 0 Gezondheidszorg algemeen 314 20 334 0 0 Jeugdgezondheidszorg 71-20 51 0 0 Centra Jeugd en Gezin 862 862 0 0 Geldleningen en uitzettingen lang 0 0 0 0 Resultaat voor bestemming 8.006 20 8.026 720 64 784 Mutatie reserve 0 0 0 2 70 72 Resultaat na bestemming 8.006 20 8.026 722 134 856 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 72

Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Bezuinigingen Maatschappelijk werk 1. WMO eigen bijdragen 75.000 2. Woonvoorzieningen 50.000 Totaal bezuinigingen 75.000 50.000 Nieuwe ontwikkelingen Maatschappelijk werk 3. Najaarsnota 2012: Preventieve activiteiten -11.000 Sociaal-cultureel werk 4. Inrichting centraal plein MFC Gasselternijveen -70.000 Gezondheidszorg algemeen 5. Healthy ageing -20.000 Jeugdgezondheidszorg 6. Subsidie ICARE 2013 20.000 Mutatie reserves 7. Onttrekking reserve Grote Projecten 70.000 8. Reserve WMO 20.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen 0 9.000 Totaal 75.000 59.000 1. Op basis van de rekeningcijfers 2011 en 2012 kan deze post in 2013 incidenteel met 75.000 worden verhoogd. Zie ook het FMP. 2. Binnen de WMO voorzieningen is in 2012 een aanbestedingsvoordeel gerealiseerd. Dit voordeel kan worden verrekend met de taakstelling op het gebied van inkoop. 3. Najaarsnota 2012: bij het beleidsplan 2011 is een inkomst t.b.v. preventieve activiteiten opgenomen. Dit in het kader van het in 2010 gesloten convenant preventieve activiteiten voor kwetsbare mensen. Deze inkomst was echter eenmalig maar is abusievelijk structureel verwerkt. Dit wordt nu teruggedraaid. 4. In het ontwerp inrichtingsplan voor het MFC is een zogenoemd dorpsplein voorzien. Dit plein bestaat uit een zichtbare verbinding in het straatwerk tussen het MFC en sportzaal De Strohalm. In eerste instantie vormt deze verharding een verkeersluwe zone waarbij zowel voetgangers, fietsers als automobilisten gelijkwaardig aan elkaar zijn. Daarnaast is bij het uitwerken van de plannen voor het MFC gebleken dat de bestaande parkeervoorzieningen rondom het MFC niet toereikend zijn. Het is daarom gewenst dat het terrein tussen het MFC en De Strohalm wordt heringericht. De kosten worden geraamd op 70.000. Dit bedrag kan worden gedekt binnen de reserve grote projecten. De herinrichting van het voorplein voor het MFC moet evenwel nog worden afgestemd met de herinrichtingsvisie Vaart Gasselternijveen. Op deze wijze kan ook een goede afweging worden gemaakt ten aanzien van de beschikbare middelen voor Gasselternijveen. De diverse varianten van de herinrichtingsvisie worden momenteel financieel doorgerekend. 5. Healthy ageing (voor een uitgebreide toelichting zie Hoofdstuk 1 Thema 5) Voor 2013 wordt een bedrag ad 20.000 gevraagd voor de innovatiewerkplaats Lambertushof en voortzetting subsidie voor het project Vrees. Dekking vind plaats uit de reserve WMO. 6. De subsidie voor ICARE JGZ 0-4 jaar valt voor 2013 ca. 20.000 lager uit doordat het aantal kinderen in de desbetreffende leeftijdscategorie afneemt. 7. De kosten voor het centraal plein MFC Gasselternijveen van 70.000 worden gedekt uit de reserve Grote projecten. Zie ad. 4 8. Het bedrag voor Healthy ageing wordt gedekt uit de reserve WMO. Zie punt 5. 73

74

10. Gemeentelijke Afvaltaken Portefeuillehouder Budgethouder Producten J.B. Wassink H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Gemeentelijke Afvaltaken: - Afvalbeleid - Afvalbrengstation - Huishoudelijk afval - Andere afvalstromen - Baten reinigingsrechten Afvalbeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het afvalbeheer optimaliseren door kostenbeheersing en grip krijgen op de hoeveelheden te verwerken afval. Adequate (gescheiden) inzameling van kunststof verpakkingen op basis van de ervaringen over 2010 en 2011. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Nieuwe initiatieven onderzoeken en zo mogelijk invoeren, zoals vergisting van 2013 e.v. GFT-afval betrekken bij het scheiden van (gemeentelijke) afvalstromen. 2. Monitoren van de gescheiden inzameling van plastic. 2013 e.v. 3. Landelijke doelstellingen voor GFT, papier, glas, textiel en klein chemisch afval 2013 e.v. spiegelen aan de behaalde resultaten in de gemeente. 4. Besluitvorming over de wijze van inzameling huishoudelijke en GFT-afval en 2013 containerbeheer. 5. Evalueren gescheiden inzameling kunststof verpakkingen. 2013 6. Benchmarken afvalbeheerprestaties met Drentse gemeenten. 2013 e.v. 7. Besluitvorming over toekomstige verwerking van het huishoudelijk afval. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De huidige contractant voor de verwerking van ons GFT-afval (Attero te Wijster) gaat per 1 juli 2013 het GFT-afval in Wijster vergisten om er groen gas uit te halen. Daarna wordt het GFT alsnog gecomposteerd. 2. Naast monitoring van andere afvalstromen vindt er maandelijks een rapportage plaats van de ingezamelde hoeveelheden kunststof verpakkingsafval bij NEDVANG. Er wordt hiervoor een vergoeding van het Afvalfonds ontvangen. 75

3. Via de werkgroep Markerein worden de behaalde resultaten van alle Drentse gemeenten onderling vergeleken en ook wordt een vergelijking met landelijke cijfers gemaakt. 4. Via burgerparticipatie zal het draagvlak voor de invulling/wijzigen van afvalbeheer worden bepaald, waarbij wordt geleerd van Tynaarlo die een dergelijk traject afgelopen herfst heeft doorlopen. De behandeling in de commissie wordt voorbereid. 5. Zie punt 2. 6. Zie punt 3. 7. D verwerking van restafval zal aanbesteed moeten worden per 1 juli 2016. De eerste voorbereidingen hiertoe worden getroffen door een voorbereidingsteam vanuit de Drentse afvalbeleidsmedewerkers (Markerein). Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Afvalverwijdering en -verwerking 0 0 0 0 Destructie 0 0 0 0 Ongediertebestrijding 5 5 0 0 Afvalverwijdering en -verwerking 2.267 2.267 2.626 2.626 Resultaat voor bestemming 2.272 0 2.272 2.626 0 2.626 Mutatie reserve 0 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 2.272 0 2.272 2.626 0 2.626 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 76

11. Openbare Werken/Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder Budgethouder Producten J.B. Wassink H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Openbare Werken/Verkeer en Vervoer: - Wegen, straten en pleinen - Verkeersmaatregelen te land - Waterkering, afwatering en landaanwinning - Riolering en Waterzuivering - Openbaar groen A. Wegen, straten en pleinen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Stimuleren van de keuze voor de fiets voor het woon-werkverkeer door slim verlichte (energiezuinige), goed onderhouden en (sociaal) veilige fiets-/wandelpaden die de kortste verbinding vormen, rekening houdend met gehandicapten. Het deelnemen aan het verkeer over goed onderhouden wegen en paden voor alle soorten verkeersdeelnemers. Dit geldt zowel voor de verkeersaspecten als voor de sociale veiligheidsaspecten. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan het onderhoudsprogramma bruggen. 2013-2014 2. Verdubbeling N33. 2013-2016. De verdubbeling van de N33 is gepland in de periode 2012-2015. Het tracébesluit is genomen (incl. MER). In de herfst van 2012 was de gunning van de aanbesteding, in het voorjaar 2013 is gestart met de werkzaamheden en op 31 maart 2015 staat de ingebruikname van de verdubbelde N33 gepland. De bestuurlijke afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Bij de uitvoering van werkzaamheden zullen wij inzetten op goede communicatie met inwoners/aanwonenden. 3. Wegen. 2014-2016 Uitvoering van het groot wegenonderhoud conform het wegenbeheersprogramma. 4. Openbare Verlichting. Uitvoering geven aan maatregelen uit het beleidsplan Openbare Verlichting. Er is een nieuw beleidsplan openbare verlichting opgesteld waarbij rekening is gehouden met de nieuwste ontwikkelingen. Er wordt ingezet op reductie van energie (CO2). 2013-2014 77

000000 5. Toegangspoort Deurze. In samenwerking met de gemeente Assen en provincie Drenthe wordt er een toeristische toegangspoort aangelegd bij Deurze langs de Asserstraat. Een deel van de Asserstraat wordt gereconstrueerd. De weg wordt heringericht conform de verkeersintensiteit van het traject Rolde Assen. 6. Aansluiting vanuit Eext op de rotonde Gieten zgn. 6 e poot: Haalbaarheid en geschiktheid van deze aansluiting voor het autoverkeer is onderzocht; besloten was alleen de aansluiting voor het openbaar vervoer te realiseren. Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning 4. Er is vertraging opgetreden bij de uitvoering van het vervangingsprogramma Openbare Verlichting door een geschil over eigendom en het doorlopen van de aanbestedingsprocedure. 6. De 6 e aansluiting op de rotonde Gieten gaat na heroverweging en aanpassing van de buslijn niet meer door. 2013-2014 2013-2014 2013 Wanneer 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De uitvoering van het onderhoudsprogramma 2012 liep nog door in het 1e kwartaal 2013; aansluitend wordt het programma 2013 uitgevoerd. 2. De verdubbeling van de N33 is in uitvoering. 3. In het voorjaar 2013 is begonnen met de uitvoering. 4. Er is vertraging opgetreden bij de uitvoering van het vervangingsprogramma Openbare Verlichting door een geschil over eigendom en het doorlopen van de aanbestedingsprocedure. 5. De inrichtingsschets is gereed. B. Verkeersmaatregelen te land Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het veilig bereikbaar maken van dorpshuizen en multifunctionele gebouwen door het verder inrichten van 30 km gebieden volgens het principe Duurzaam Veilig. Verbeteren van de verdere kwaliteit van het openbaar vervoer in het besef, dat dit primair een verantwoordelijkheid is van de provincie en het Openbaar Vervoer bureau. Het initiëren en uitvoeren van maatregelen gericht op het vergroten van de veiligheid van de gemeentelijke wegen. Inrichting wegen op basis van de richtlijn Essentiële HerkenbaarheidsKenmerken (EHK). Een definitief besluit nemen over het aanpakken van de verkeersoverlast in Rolde. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Aanzetten tot regionaal doelgroepenvervoer/vraaggericht collectief vervoer. 2013-2014 2. Vervolg geven aan de ontwikkeling van een visie voor het dorp Rolde met in dit 2013-2014 kader specifieke aandacht voor het onderdeel verkeer. 3. Werken aan het reduceren van de verkeersoverlast en de verkeersdruk in het 2013-2014 centrum van Rolde (in overleg met gemeente Assen en de provincie Drenthe). 4. Uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen bij diverse projecten. 2013-2014 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De uitvoering van het doelgroepen/vraaggericht collectief vervoer wordt verzorgd door het OVbureau, zoals de lijn/belbus en regiotaxi. 2. De inrichtingsschets van de reconstructie in Rolde wordt meegenomen in de inspraakprocedure. 3. Met de gemeente Assen zijn, in een Side-letter behorende bij het convenant Florijn-as, afspraken gemaakt over het terugdringen van de verkeersintensiteit door de kern Rolde. De inrichtingsschets van de reconstructie in Rolde wordt meegenomen in de inspraakprocedure. 78

4. De uitvoering wordt in hoofdzaak gecombineerd met het onderhoudsprogramma wegen en reconstructieplannen. C. Waterkering, afwatering en landaanwinning Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Een goede waterhuishouding 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan het onderhoudsprogramma schouwsloten. 2013 e.v. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het onderhoudsprogramma schouwsloten 2012 is uitgevoerd. D. Riolering en waterzuivering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het zorg dragen voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen ons grondgebied gelegen percelen ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Het dusdanig reduceren van rioolwateroverstortingen dat wordt voldaan aan het waterkwaliteitsspoor. Uitvoering geven aan de maatregelen Gemeentelijk Rioleringsplan. 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan het investeringsprogramma riolering. 2013 e.v. 2. Realiseren van maatregelen die worden genoemd in het waterplan 2007. 2013 e.v. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het investeringsprogramma riolering is in voorbereiding. 2. De maatregelen zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan(GRP). De uitvoering lift mee met de rioleringsprojecten. E. Openbaar groen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Onderhoudsniveaus vaststellen op basis waarvan uitvoering kan plaatsvinden door het vaststellen van beeldbestekken. Deze niveaus gebruiken als toetsingskader. Onze inwoners duidelijkheid bieden over de beeldbepalende groenstructuur. We zetten ons daarbij in voor het in stand houden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de groene leefomgeving. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Opstellen onderhoudsbestekken groen voor alle kernen. 2013-2014 2. Vaststellen hoofdgroenstructuur voor alle kernen en buitengebied in samenhang 2013-2014 met actualisatie bestemmingsplannen. 3. Landschappelijk inpassen verdubbeling N33 bij Rolde en compensatie groen 2013-2014 bestemmingsplan Nooitgedacht. 4. Opzetten en implementatie boomcontrolesysteem Visual Tree Assessment 2013-2014 (VTA). 5. Reconstructie begraafplaats Gasselte. 2013-2014 6. Uitbreiding/ inbreiding begraafplaats Rolde. 2013-2014 79

000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De onderhoudsbestekken voor de kernen zijn gereed. 2. De hoofdgroenstructuren in de kernen zijn verwerkt in de bestemmingsplannen. 3. Het overleg met Rolde over landschappelijke inpassing heeft plaats gevonden. De discussie over de landschappelijke inpassing is uitgebreid met onderzoek naar de effecten en mogelijkheden van een landschapswal of een geluidswal met geluidschermen. Of en in welke mate er boscompensatie moet plaats vinden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Nooitgedacht wordt heroverwogen. 4. Er is geen VTA systeem opgezet of geïmplementeerd. De aanzet hiertoe geschiedt in 2013. 5. Het renovatieplan is gereed voor inspraak. 6. De uitbreiding/inbreiding van de begraafplaats Rolde is afhankelijk van het verloop van de planologische procedure. De mogelijkheden voor de verschillende varianten van de begraafplaats Rolde zijn besproken met de provincie Drenthe. Ook zijn de archeologische onderzoeksresultaten van een vooronderzoek van één van de uitbreidingsvarianten bekend. Op de bestaande begraafplaats is een voorlopige locatie gekozen voor de realisatie van een nieuwe (7 E )urnenmuur. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Wegen, straten en pleinen 4.676 48 4.724 15 15 Verkeersmaatregelen te land 357 357 25 25 Waterkering, afwatering en landaanwinning 235 235 0 0 Riolering en waterzuivering 2.531 2.531 2.515 2.515 Openbaar groen 2.857 2.857 23 23 Geldleningen en uitzettingen lang 0 0 0 0 Resultaat voor bestemming 10.656 48 10.704 2.578 0 2.578 Mutatie reserve 15 0 15 1.143 0 1.143 Resultaat na bestemming 10.671 48 10.719 3.721 0 3.721 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Nieuwe ontwikkelingen Wegen, straten en pleinen 1 Wegen algemeen waterschapslasten -28.000 2 Verdubbeling N33-20.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen -20.000-28.000 Totaal -20.000-28.000 Ad 1. Per 21 november 2012 heeft het waterschap Hunze en Aa s de tarieven voor haar kostentoedelingsverordening watersysteembeheer gewijzigd. De wijziging trad in werking op 1 januari 2013. De wijziging houdt in dat eigenaren van verharde wegen meer waterschapsbelasting gaan betalen. Voor Aa en Hunze betekent dit, voor het onderdeel ongebouwd verharde wegen, een verdubbeling van het tarief. Het gaat voor 2013 om een bedrag van circa 28.000 euro extra. Dit is een structurele verhoging die jaarlijks wordt aangepast. 80

Ad. 2. De werkzaamheden voor de verdubbeling van de N33 zijn gestart. Voor dit project is een planologische procedure doorlopen, waarbij op basis van de Wet Geluidhinder de geluidseffecten van de verdubbeling van de N33 zijn berekend met akoestische rekenmodellen. Als gevolg van de geluidhinder die omwonenden reeds beleven en in toenemende mate verwachten is het gewenst om de uitkomsten van dit onderzoek te kunnen monitoren met geluidsmetingen. Tevens zal door een extern bureau akoestisch onderzoek worden verricht naar de effecten van de aanleg van een geluidswal langs de N33 bij Rolde. Verwachte kosten 20.000. Na onderzoek zal blijken welke investeringskosten gemoeid zullen zijn bij het treffen van maatregelen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het thema geluidsbeperkende voorzieningen N33/N34 in hoofdstuk 1. 81

82

12. Milieu Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink H. de Groot / M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Milieu - Milieubeheer A. Milieubeheer A1. Bedrijfsgebonden milieutaken Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Gemeentelijke milieutaken op het gebied van vergunningverlening en handhaving worden zodanig uitgevoerd dat tenminste wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan de omgevingsvergunning Wabo en het handhavingsbeleid. 2013 e.v. 2. Integraal milieubeleidsplan uitvoeren. 2013-2014. 3. Ontwikkeling Regionale uitvoeringsdiensten t.b.v. vergunningverlening en 2013 e.v. handhaving (bestuurlijk is in Drenthe gekozen voor de milieuvariant) met een verwachte inwerkingtreding per 1-1-2013 of 1-7-2013. 4. Klant Contact Centrum: fysieke omgeving optimaliseren. 2013 e.v. 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer 3. De RUD wordt naar verwachting op 1-1-2014 operationeel. 2014 e.v. 4. Er komt aandacht voor de aansluiting van de RUD met de fysieke omgeving van het KCC bij het optimaliseren van het KCC. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 000000 1. Het handhavingsuitvoeringsprogramma 2013 is vastgesteld. Dit betreft een continu proces. 2. Het milieubeleid wordt betrokken bij de vergunningverlening. Voor handhaving is in 2009 beleid vastgesteld. 3. Zie de verwachte ontwikkeling hierboven m.b.t. de RUD. 4. Het optimaliseren van de fysieke omgeving van het KCC is een continu proces. 83

A2. Bodem- en waterbodembeheer Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de bodem en de waterbodem. Door deze te beschermen via onder meer een goed rioolstelsel, controle van lozingen, het saneren van niet meer gebruikte ondergrondse tanks en het in beeld brengen van de bodemkwaliteit. Actief bodembeheer door middel van een bodembeleidsplan en een bodemkwaliteitskaart. 000000 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Uitvoering geven aan Nota Bodembeheer. 2013 e.v. 2. Duurzaamheidsvisie 2012 uitvoeren middels uitvoeringsprogramma. 2013 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wanneer Overheveling van de bodemtaken naar de RUD. 2014 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De uitvoering van de Nota Bodembeheer is een doorlopende activiteit. 2. Zie punt 5 onder A3. A3. Bouwen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Energiezuinig bouwen en verbouwen stimuleren en ondersteunen door de landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie. 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Uitvoering geven aan het thema duurzaam bouwen volgens door de raad in 2004 vastgesteld ambitieniveau (o.a. realiseren van energiezuinige woningen in Nooitgedacht). 2. Stimuleren dat meer nieuwbouwprojecten gebruik maken van omgevings- en bodemwarmte en -koelte. 3. Op bouwplaatsen controle uitoefenen op de naleving van de EPC-eisen voor energiebesparende bouw. 4. Energiebewust bewonersgedrag stimuleren door subsidiëring EPA maatwerkadviezen voor particuliere woningbouw. 5. Uitvoering geven aan het vastgestelde uitvoeringsprogramma (16 mei 2012 vastgesteld in de gemeenteraad): - Energiebesparende maatregelen in dorpshuizen, verenigingsgebouwen en scholen. Daarbij een revolving fund inzetten via Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland. - Voorbeeldproject zonnepanelen op het gemeentehuis. - Houtgestookte verwarming zwembad Zwanemeer. - Het jaar van de duurzaamheid 2013. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 Wanneer 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 2013 e.v 2013 2013 e.v. 2013 1. Uitvoering geven aan het thema duurzaam bouwen is gedeeltelijk gerealiseerd; bij het realiseren van nieuwbouw worden de gevolgen van de recessie ondervonden. 2. Gebruikmaking van omgevings- en bodemwarmte en koelte is onder meer toegepast bij het nieuwbouwdeel van het MFC Gasselternijveen. 3. Het op bouwplaatsen controle uitoefenen op de naleving van de EPC-eisen voor energiebesparende bouw is een standaard onderdeel van controle bij bouw. 4. De EPA subsidie is door de gemeente in januari 2012 gestopt om budgettaire redenen. 84

5. Het voorbeeldproject zonnepanelen op het gemeentehuis is afgerond. De opening van het Jaar van de Duurzaamheid heeft in januari plaatsgevonden middels een markt met de thema s die per maand onder speciale aandacht komen. In februari is een symposium voor bedrijven georganiseerd over duurzaam ondernemen. In maart staat water centraal en zijn excursies aangeboden naar de WMD. In april is het thema energie nader belicht. In het najaar wordt een groter project over afval gestart. A4. Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Klimaatbeleid (SLOK-subsidie) Binnen de mogelijkheden van onze gemeente en met ondersteuning van SLOK-gelden zoveel mogelijk duurzaamheid binnen de gemeente realiseren. Duurzaamheid c.q. energiebeleid een prominente plaats op de agenda geven. Binnen en vooral buiten het gemeentehuis. Groen bedrijvenpark Spekstoep Gieten Onderzoek naar de ruimtelijk - economische haalbaarheid van een groen bedrijventerrein op de locatie Spekstoep tussen het gemeentelijk afvalbrengstation en de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Overig Duurzame investeringen stimuleren bij inwoners en bedrijven. Aandacht voor het opwekken van duurzame energie versterken o.a. door duurzaam in te kopen en het onderzoeken van innovatiemogelijkheden bij de Spekstoep in Gieten en van het (mede)oprichten van een Drents Energiebedrijf. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Jaar van de Duurzaamheid 2013 1. Duurzaamheidsvisie + uitvoeringsprogramma (Jaar van de Duurzaamheid 2013.) 2013-2014 Groen bedrijvenpark Spekstoep Gieten 2. Uitvoering van een haalbaarheidsstudie op uitvoeringsniveau met een concreet Projectplan op basis van participatie lokale aanbieders en verwerkers van groene afvalstromen. 2013-2014 Overig 1. Afspraken maken met woningcorporaties over de verbetering van 2013 e.v. energieprestaties van bestaande woningen en over de toepassing van duurzame energiesystemen. 2. Energie-uitwisseling stimuleren tussen bedrijven en het toepassen van 2013 e.v. duurzame energie bij bedrijven. 3. Scholen stimuleren deel te nemen aan acties zoals Groene Voetstappen, Energy 2013 e.v. Survival, Warme Truiendag, Energieke Scholen, Check it Out, Sarah s Wereld etc.. 4. Burgers stimuleren om deel te nemen aan campagnes zoals de Warme 2013 e.v. Truiendag en het Klimaatstraatfeest. 5. Op de gemeentepagina s (Schakel en website) structureel ruimte reserveren 2013 e.v. voor informatie en tips over energiebesparing. 6. Op basis van uit te voeren energiescans de bedrijven stimuleren 2013 energiebesparende maatregelen uit te voeren. 7. Een stimuleringsproject, schone en zuinige bedrijven starten (via bijvoorbeeld 2013 een wedstrijd of prijs). 8. Een platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen instellen of stimuleren. 2013 9. Onderzoeken welke investeringen er nodig zijn om door middel van 2013 85

energiebeheer en energiebesparende maatregelen de eigen gebouwen die een label hebben lager dan B, deze qua label omhoog te brengen. 10. Het jaar van de duurzaamheid 2013 wordt in samenspraak met en mede door inzet van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties vormgegeven. Er is een werkgroep gevormd en het jaar 2013 zal met maandthema s worden ingevuld. 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Zie punt 5 onder A3. 2. Het haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd en afgerond is 19 maart in het college vastgesteld. En Wordt ter kennis gebracht aan de raad. 1. De afspraken met de woningbouwcorporaties moeten nog worden uitgewerkt. 2. Via het bedrijvensymposium wordt de meerwaarde van duurzaam ondernemen uitgedragen en in een 5-tal workshops nader vanuit de praktijk belicht. 3. Via het IVN scholennetwerk wordt een aantal duurzame thema s in het basisonderwijs opgenomen. Er is een project in voorbereiding over energiebesparing bij zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs vanuit Energy Valley. 4. De burgers zijn en worden gestimuleerd om deel te nemen aan de genoemde campagnes.. 5. Er wordt op de gemeentepagina s structureel ruimte gereserveerd voor informatie en tips over energiebesparing (elke week een of meer tips in de Schakel, aangevuld met een column per twee weken). 6. Via het gratis beschikbaar stellen van het instrument Milieubarometer voor bedrijven door de gemeente in samenwerking met de Rabobank Noord Drenthe, kunnen bedrijven hun milieuprestatie benchmarken met branchegenoten. 7. Een stimuleringsproject schone en zuinige bedrijven is nog niet gestart. 8. Er komt een bedrijvensymposium over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; wellicht komt hier een platform uit voort. 9. Dit onderzoek vindt momenteel plaats om uit te zoeken in welke gebouwen welke voorzieningen kunnen worden getroffen ter verbetering van het energielabel. 10. Met inbreng vanuit de werkgroep worden de maandthema s verder uitgewerkt en voorstellen aan het college voorgelegd. A5. Ruimtelijke Ordening en milieu Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Bevorderen en waarborgen van integrale toetsing van ruimtelijke plannen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Mogelijkheden voor het realiseren van windparken onderzoeken en zorgen voor 2013 e.v. besluitvorming daarover. 2. Opstellen gebiedsvisie windenergie met windgemeenten (4) en provincie. 2013 e.v. 3. Duurzaamheidsvisie 2012 programmatisch uitvoeren. 2013-2014 4. Toetsen aanvragen hogere grenswaarden geluid in het kader van 2013 e.v. wegverkeerslawaai: wordt ondergebracht bij de RUD i.o. 5. Energie meenemen in de planontwikkeling van bedrijventerreinen. 2013-2014 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning De RUD wordt naar verwachting op 1-1-2014 operationeel. Wanneer 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De gebiedsvisie Windenergie is inmiddels voltooid en klaar voor bestuurlijke besluitvorming. 2. Zie punt 1. 3. De Duurzaamheidsvisie 2012 wordt uitgevoerd (zie onder A3 en A4). 4. De toetsing van aanvragen hogere grenswaarden geluid in het kader van wegverkeerslawaai wordt overgeheveld naar de RUD. 5. De mogelijkheid heeft zich nog niet voorgedaan om energie mee te nemen in de planontwikkeling van bedrijventerreinen. 86

Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Milieubeheer 1.000 98 1.098 11 11 Resultaat voor bestemming 1.000 98 1.098 11 0 11 Mutatie reserve 0 0 0 175 0 175 Resultaat na bestemming 1.000 98 1.098 186 0 186 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Bezuinigingen 1 Taakstelling RUD -60.000 Totaal bezuinigingen -60.000 0 Nieuwe ontwikkelingen Milieubeheer 2 Invoeringskosten RUD vanuit algemene uitkering. -38.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen -38.000 0 Totaal -98.000 0 Ad 1. De bezuinigingstaakstelling ad 60.000 i.v.m. de realisering van de RUD wordt niet in 2013 gerealiseerd. Invoering van de RUD vindt plaats per 1-1-2014. Ad 2. In de decembercirculaire 2012 is een incidenteel bedrag toegekend ad 38.000 ten behoeve van de invoeringskosten RUD. Dit bedrag is uitbetaald in 2012 en wordt bij de jaarrekening overgeheveld naar 2013. Het bedrag wordt betrokken bij de financiële afwikkeling van de invoering van de RUD per 01.01.2014. Uw raad is in uw vergadering van 26 juni geïnformeerd over de vorming van de RUD. De verwerking van de financiële consequenties vindt plaats bij de begroting 2014. 87

88

13. Wonen en Leefomgeving Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink / H.J. Dijkstra H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Wonen en Leefomgeving: - Ruimtelijke ordening - Volkshuisvesting - Bouwkunde gemeentelijke gebouwen - Bouwvergunningen - Bouwgrondexploitatie A. Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Opstellen centrumvisie Rolde Vaststelling van de centrumvisie Rolde die inzicht biedt in de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van: 1. het centrum van Rolde; 2. het gebied rondom de basisschool, De Boerhoorn en de voormalige garage Brands. Overig Het behouden en waar mogelijk versterken van het huidige landschap en de woonomgeving. De gemeente Aa en Hunze verder ontwikkelen als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit, waar het ook goed recreëren en werken is. In de behoefte aan woonruimte voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden. Energiezuinig (ver)bouwen stimuleren en ondersteunen door landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer Grote projecten Opstellen centrumvisie Rolde 1. Inrichting centrum Rolde. 2013-2014 89

Overig 1. Opstellen structuurvisie. 2013-2014 2. Voortzetten en afronden van het project Actualisatie, Digitalisering en 2013 Harmonisatie van alle bestemmingsplannen (ADHB), waarbij er differentiatie is in de interactieve voorbereiding (lopend traject). 3. Verder uitvoering geven aan de vastgestelde Toekomstvisie Gieten met nadruk 2013 op een visie op de toekomstige functie van de Schoolstraat en de verdere herinrichting van de Stationsstraat (fase II). 4. Uitvoeren van de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied. 2013-2014 000000 Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Het bestemmingsplan Buitengebied heeft een langere doorlooptijd en zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2014 worden vastgesteld. Wanneer 2014 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De centrumvisie Rolde is behandeld in de commissie van januari 2013 en ligt nu voor inspraak ter inzage. 1. De structuurvisie kan na het doorlopen van de MER-procedure in het najaar 2013 in procedure worden gebracht. 2. Nagenoeg zijn alle kernen voorzien van een geactualiseerd bestemmingsplan. 3. De herinrichting van Stationsstraat fase II in Gieten is afgerond. 4. De Nota van Uitgangspunten (NvU) is vastgesteld in de raad van januari 2013. B. Volkshuisvesting Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 De groei van de woningbouw afstemmen op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp. De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Deelname aan de diverse provincie-brede onderzoeken rondom het thema krimp. 2. Monitoren en periodiek actualiseren van de afspraken met de woningbouwcorporaties. 3. Het laten uitvoeren van woonwensenonderzoeken in de kernen van de gemeente Aa en Hunze. 4. Integrale visie op de thema s wonen-zorg-welzijn opnemen in de Notitie Voorzieningenbeleid en in de Woonvisie. Wanneer 2013 e.v. 2013 e.v. 2013 2013 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Er is deelgenomen aan diverse provinciebrede onderzoeken rondom het thema krimp. 2. De afspraken met de woningbouwcorporaties worden middels bestuurlijk overleg gemonitord en periodiek geactualiseerd. In vele dorpen zijn goed bezochte informatieavonden voor starters op de woningmarkt georganiseerd samen met de woningbouwcorporaties en de Rabobank. De volgende stap is het samen met serieuze geïnteresseerden en betrokkenen bouwplannen ontwikkelen. 3. Voor alle kernen worden woonwensenonderzoeken uitgevoerd: dit proces loopt. 4. Een integrale visie op de thema s wonen-zorg-welzijn is opgenomen in de Woonvisie. Deze thema s hebben doorlopend aandacht bij de beleidsvorming c.a. 90

C. Omgevingsvergunningen C1. Vergunningverlening Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het verlenen en controleren van vergunningen volgens de nieuwe wetgeving rondom de Wabo (omgevingsvergunning). 000000 000000 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Uitvoeren van het Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving. 2. Het nieuwe Bouwbesluit treedt per 01-04-2012 in werking (in principe beleidsneutraal, meeste sloopvergunningen zullen sloopmeldingen worden). 3. Voor de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) is bestuurlijk in Drenthe gekozen voor de milieuvariant met een verwachte inwerkingtreding van 1-1-2013 (of uiterlijk 1-7-2013). Zowel ambtelijk als bestuurlijk wordt er geparticipeerd in allerlei overlegstructuren om de vorming van de RUD voor te bereiden. Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning 3. De RUD wordt naar verwachting op 1-1-2014 operationeel. 4. Het geactualiseerde welstandsbeleid zal in juni 2013 aan de raad worden voorgelegd ter vaststelling. Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Dit is een doorlopend proces. 2. Dit is een doorlopend proces. 3. De RUD wordt naar verwachting op 1-1-2014 operationeel. Wanneer 2013 e.v. 2013 e.v. 2013. Wanneer 2013 C2. Handhaving Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Het op adequate wijze en zoveel mogelijk integraal handhaven van de vergunningen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een risicoafweging. Het op adequate wijze handhaven van bestemmingsplanbepalingen, zoals gebruiksvoorschriften e.d.. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 1. Uitvoeren van het Vergunningverlening & Handhavingsplan - Beleid en uitvoeringsprogramma VROM toezicht en handhaving. Naar aanleiding van de evaluatie van handhaving VROM en stand van zaken van de PBR (Permanente Bewoning Recreatiewoningen) in de raad van 17 juli 2012 is een handhavingstraject opgestart voor een 3 tal recreatieparken. Een bestuurlijk gesprek met eigenaren van twee recreatieparken heeft plaatsgevonden. Bij het derde park zal daadwerkelijk volgens een nog vast te stellen plan van aanpak, achtereenvolgens aandacht worden besteed aan brandveiligheid, illegale bebouwing en permanente bewoning. 2. In Noord- Drents verband is de ontwikkeling en invoering van het Integrale toetsingsprotocol voor milieu en bouw toezicht opgepakt. Wanneer 2013 e.v. 2013 e.v. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor recreatieterreinen op het gebied van brandveiligheid, bouw en permanente bewoning. 2. Er wordt al gewerkt met het integrale toetsingsprotocol voor milieu, bouw en woningtoezicht en brandpreventie. 91

D. Bouwgrondexploitatie Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Exploitatie plan Nooitgedacht Het realiseren van het woningbouwprogramma en het afsluiten van de exploitatie zonder verlies. Overig Het voeren van een actieve grondpolitiek waarbij de groei van de woningbouw wordt afgestemd op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp. De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Grote projecten Exploitatie plan Nooitgedacht 1. Uitvoeren en exploiteren van het bestemmingsplan binnen de kaders van het bestemmingsplan en de vastgestelde grondexploitatie. Wanneer 2013-2020 Overig 1. Uitvoeren van de Nota Grondbeleid door o.a. het uitgeven van woningbouw- en 2013 e.v. bedrijfskavels, het actief verkopen van overhoekjes en het doen van strategische grondaankopen. 2. Specifieke aandacht vestigen op de exploitatie van het bedrijventerrein 2013 e.v. Bloemakkers. 3. Uitvoeren van het vastgestelde overhoekenbeleid. 2013 e.v. 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het bestemmingsplan Nooitgedacht wordt uitgevoerd en geëxploiteerd binnen de kaders van het bestemmingsplan en de vastgestelde grondexploitatie. 1. De Nota Grondbeleid wordt uitgevoerd. 2. Er wordt specifiek aandacht gevestigd op de exploitatie van het bedrijventerrein Bloemakkers. 3. Op basis van het overhoekenbeleid is er een Plan van Aanpak vastgesteld dat in 2013 en volgende jaren wordt uitgevoerd. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Volkshuisvesting 192 192 36 36 Ruimtelijke ordening 997 997 0 0 Bouwkunde gemeentelijke gebouwen 103 2 105 0 0 Bouwvergunningen 927 110 1.037 498 498 Bouwgrondexploitatie 6.085 6.085 6.049 6.049 Resultaat voor bestemming 8.304 112 8.416 6.583 0 6.583 Mutatie reserve 0 0 0 51 0 51 Resultaat na bestemming 8.304 112 8.416 6.634 0 6.634 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 92

Toelichting bijstelling(en) Nr. Product Bedrag Bedrag incidenteel structureel Nieuwe ontwikkelingen Bouwkunde gemeentelijke gebouwen 1. Najaarsnota 2012: Voormalig lijkwagenhuisje -2.300 Bouwvergunningen 2. Brandveiligheid recreatieterreinen -100.000 3 Handhaving Drank en horecawet -10.000 Totaal nieuwe ontwikkelingen -100.000-12.300 Totaal -100.000-12.300 Ad 1. Ad 2. Ad 3. Najaarsnota 2012: het aankoopbedrag bedraagt 31.000. De bijbehorende kapitaallast van 2.300 (afschrijving 40 jaar, rente 5%) dient met ingang van 2012 opgenomen te worden in de begroting. Op basis van hetgeen besproken is over de aanpak recreatieterreinen in de commissie leefomgeving van maart 2013 gaat het college uitvoering geven aan een plan van aanpak brandveiligheid en permanente bewoning op recreatieterreinen. Medio 2013 starten we met de aanpak van de brandveiligheid en de minnelijke aanpak PBR via communicatie en overleg met de bewoners. Hiervoor wordt voor 2013 een bedrag van 100.000 opgenomen. Ten aanzien van de Permanente Bewoning Recreatieverblijven (PBR) wordt gekozen voor een gefaseerde aanpak waarbij wordt gestart met een minnelijk traject. Omdat dit project de komende jaren doorloopt, wordt voor de jaren 2014 t/m 2017 hiervoor een PM post opgenomen. Per 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. De DHW biedt nieuwe maatregelen om het gebruik van alcohol onder de 16 jaar tegen te gaan en om de verkopers (horeca en bedrijven) aan te pakken. De wet beoogt ook bij te dragen aan een vermindering van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, met name horeca en aan het terugdringen van alcohol gerelateerde overlast. Door de DHW krijgen gemeenten meer mogelijkheden om op lokaal niveau invulling te gaan geven aan het alcoholbeleid. Het toezicht op en de handhaving van de DHW komt bij de gemeenten te liggen die daarmee maatwerk kunnen leveren om eventuele overtredingen aan te pakken. Voor een effectieve uitvoering van deze toezichtstaken kan gekozen worden voor een intergemeentelijke samenwerking tussen de gemeenten Assen, Tynaarlo, Noordenveld en Aa en Hunze. 93

94

14. Plattelands- en Natuurontwikkeling Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout / J.J. Wiersum / J.B. Wassink H. de Groot De volgende producten vallen onder het programma Plattelands- en Natuurontwikkeling: - Plattelands- en natuurontwikkeling Plattelands- en natuurontwikkeling Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Een vitaal platteland met leefbare dorpen en een gezonde plattelandseconomie. Doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken. Initiëren en uitvoeren van concrete projecten ter uitvoering van doelstellingen die voor het gebiedsgericht beleid zijn geformuleerd en het daarvoor benutten van subsidiemogelijkheden met gebruik van regionale, nationale en internationale samenwerkingsverbanden, met een zo groot mogelijke betrokkenheid van de bewoners van het gebied. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Grote projecten Herontwikkeling Schaapskooi Balloërveld 1. Zie hoofdstuk 1. Wanneer Overig 1. Uitvoeren van projecten in het kader van de bestuursopdracht Bio-energie door 2013 e.v. o.a. het initiëren van pilotprojecten voor toepassing van bio-energie, gericht op economische versterking van de landbouw in combinatie met andere ruimtelijke functies. 2. Invoering Gronings model stimuleren: bij nieuwe initiatieven eerst vooroverleg 2013 met relevante stakeholders in het gebied om mogelijkheden, ontwikkelingskaders en randvoorwaarden integraal te bespreken alvorens tot concrete planvorming wordt overgegaan. Werkwijze integreren in plansystematiek bestemmingsplan buitengebied. 3. Uitvoering projecten Agenda voor de Veenkoloniën, Gebiedsopgave Hunze, 2013 e.v. Integrale Kansenkaart Drentsche Aa (IKK), Landschapsvisie Drentsche Aa, Beheers- Inrichtings- en Ontwikkelingsplan Drentsche Aa. 4. Uitvoeren dorpsomgevingsplannen: diverse kleinere projecten in kader van 2013-2014 Lokale Agenda s (incidentele last van het budget ILG). 5. Realiseren projecten uit het plan van aanpak levend bezoekersnetwerk 2013-2014 95

Drentsche Aa gebied (de afronding van de toegangspoorten en knooppunten). 6. Uitvoering Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG). 2013 7. Natura 2000 Drentsche Aa mede opstellen van natuurbeheerplannen onder 2013-2014 regie van Dienst Landelijk Gebied. 8. Interactief uitwerken van de gekozen opstellingsvariant(en) uit de vastgestelde 2013-2014 Gebiedsvisie met bewoners en initiatiefnemers van windparken. 9. Mede opstellen van gebiedsagenda voor deelgebied Noord-Drenthe en Zuid- 2013 Oost Drenthe na besluit Gedeputeerde Staten inzake opheffing van de gebiedscommissies per 1 april 2012. Het gebiedsgericht werken zal in Drenthe anders vorm worden gegeven. 10. Uitvoering geven aan de realisatie van Toegangspoort Deurze. 2013-2014 000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. Het is een doorlopend proces om mogelijkheden en projecten in het kader van de bestuursopdracht Bio-energie in beeld te krijgen. 2. De invoering van het Groninger model wordt in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied verankerd. De raad heeft dit als uitgangspunt vastgesteld in de Nota van Uitgangspunten. 3. De genoemde projecten worden uitgevoerd. 4. Het uitvoeren van kleinere projecten in het kader van de Lokale Agenda s is een doorlopend proces. 5. Er wordt gewerkt aan de afronding van de resterende knooppunten en toegangspoorten (zie ook punt 11). 6. De ILG-regeling is inmiddels afgeschaft. 7. Er wordt met de provincie en Dienst Landelijk Gebied (DLG) samengewerkt aan Natura 2000 en natuurbeheersplannen. 8. De ontwerpgebiedsvisie is door de colleges van B&W en Gedeputeerde Staten vastgesteld en heeft voor inspraak ter inzage gelegen. 9. Het proces om te komen tot gebiedsagenda s voor het deelgebied en Zuidoost Drenthe is gaande. 10. De realisatie van de Toegangspoort Deurze is in voorbereiding. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Plattelands- en natuurontwikkeling 1.177 1.177 985 985 Resultaat voor bestemming 1.177 0 1.177 985 0 985 Mutatie reserve 0 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 1.177 0 1.177 985 0 985 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 96

15. Recreatie en Toerisme Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout H. de Groot / M. Jalving De volgende producten vallen onder het programma Recreatie en Toerisme: - Recreatie en toerisme - Speelvoorzieningen - Overige recreatieve voorzieningen - Openluchtrecreatie A. Recreatie en Toerisme A1. Recreatiebeleid Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Uitvoeringsprogramma Gasselterveld Een uitvoeringsprogramma waarin, binnen het gebied en de kaders van de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Gasselterveld, een inventarisatie is gemaakt van concrete ontwikkelingen. Daarnaast wordt per concrete ontwikkeling inzicht gegeven in de mogelijkheden voor de gemeente om de ontwikkeling te stimuleren en wordt inzicht gegeven in de afstemming tussen de verschillende ontwikkelingen. Overig Het duurzaam ontwikkelen en versterken van de toeristische en recreatieve sector, met inachtneming van de bijzondere culturele, natuurlijke en landschappelijke waarden en de belangen van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze, waarbij het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van bestedingen en het scheppen van werkgelegenheid centraal staan. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Grote projecten Uitvoeringsprogramma Gasselterveld 1. Stimuleren initiatiefnemers tot uitvoering mogelijke ontwikkelingen op basis van de per ontwikkeling vastgestelde Projectmatige aanpak. 2. Zorgdragen voor een goede afstemming (bedrijfsmatige) ontwikkeling zandwinplas en recreatieve- en natuurontwikkelingen op basis van Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Gasselterveld. Wanneer 2013 e.v. 2013 e.v. 97

Overig 1. Uitvoering geven aan de visie en het actieplan op het gebied van recreatie en 2013 e.v. toerisme (TROP). 2. Stimuleren productverbetering/vernieuwing en 2013 e.v. samenwerking/professionalisering. 3. Afronding TIP kantoor Gieten en opstarten nieuw TIP folderpunt (Bakkerij Job) in 2013 Gieten. 4. Uitvoeren fiets-, wandel- en ruiterpadenplan. 2013 5. Implementeren TROP en het kampeerbeleid in de structuurvisie en het te 2013 e.v. actualiseren bestemmingsplan Buitengebied. 6. Deelname aan het project Geopark Hondsrug (om te komen tot een Unesco 2013 European Geopark status en het vertellen van Het verhaal van de Hondsrug ). De insteek is in 2013 in onze gemeente de expeditiepoort natuur te realiseren en bij het Gasselterveld een belevingsroute. Nadere voorstellen hieromtrent volgen bij het beleidsplan 2013. 7. Opstellen/herijken Bed & Breakfast beleid. 2013 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 000000 1. Het project Ontwikkelingen Gasselterveld loopt en omvat diverse ontwikkelingen in het visiegebied Gasselterveld (onder andere de realisatie van een Wildpark).De ontwikkelingen worden met de initiatiefnemers opgepakt en op elkaar afgestemd. 2. De Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Gasselterveld dient als basis voor het goed afstemmen van bedrijfsmatige, recreatieve en natuurontwikkelingen. 1. Het jaar 2013 is positief gestart met een nieuwjaarsbijeenkomst waarin de recreatiesector is geïnformeerd over het Jaar van de Duurzaamheid en is gestimuleerd om op de kansen in te spelen. Door Bestemming Borger-Odoorn en de Stichting Recreatieondernemers Noord en Oost Drenthe is een succesvolle recreatiebeurs georganiseerd in het Hof van Saksen. 2. Er is een abonnement afgesloten met het Internetplatform zodat de folderpunten via de Drenthe app te vinden zijn. 3. Het doel om het folderpunt voor aanvang van het toeristische seizoen gereed te hebben is niet gelukt doordat de eigenaar van Oma s Winkeltje in Gieten wegens gezondheidsredenen is gestopt. Het nieuwe TIP folderpunt wordt ingericht in Bakkerij Job. 4. Het fietspadenplan is in januari in het college aan de orde geweest en in februari ter kennisname in de raad. Aan het Recreatieschap is aangegeven dat een vervolgonderzoek met betrekking tot het gezamenlijk (op Drents niveau) onderhouden van de fietspaden akkoord is. Het rapport met betrekking tot de ruiterpaden is in februari ontvangen en wordt in mei aan het college voorgelegd. Het wandelpadenplan is door het Recreatieschap nog niet breed uitgezet. Er is wel gestart met een pilotonderzoek in de gemeente De Wolden. 5. Het TROP en het Kampeerbeleid zijn verwerkt in de structuurvisie en de Nota van Uitgangspunten (NvU) voor het bestemmingsplan Buitengebied. 6. Het Geopark de Hondsrug is meegenomen in de cultuurnota 2013 2016.De financiële vertaling van de cultuurnota is opgenomen in dit beleidsplan. Voor de ontwikkeling van de expeditiepoort natuur die in de gemeente gerealiseerd moet worden is samenwerking gevonden met Zodiac Zoo s. 7. Het concept beleid Bed & Breakfast is gereed. B. Speelvoorzieningen Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 In stand houden van veilige speelvoorzieningen. 000000 Wat gaan we doen in 2013-2014 Wanneer 1. Evalueren en eventueel bijstellen huidige beleid inzake speelvoorzieningen. 2013 98

000000 Wat hebben we bereikt t/m april 2013 1. De speelvoorzieningen zijn allemaal geïnspecteerd en onderhouden. De logboeken zijn bijgewerkt. Het vervangingsschema is bijgewerkt en up to date gemaakt. De speelvoorziening Nooitgedacht is in samenwerking met de Trans en buurtbewoners gerealiseerd. Wat mag het kosten (x 1.000) begroot* 2013 Lasten bijstelling totaal 2013 begroot* 2013 Baten bijstelling totaal 2013 Recreatie en toerisme 198 198 0 0 Speelvoorzieningen 85 85 0 0 Overige recreatieve voorzieningen 8 8 0 0 Openluchtrecreatie 176 176 0 0 Resultaat voor bestemming 467 0 467 0 0 0 Mutatie reserve 0 0 0 70 0 70 Resultaat na bestemming 467 0 467 70 0 70 * begroot inclusief vastgestelde begrotingswijzigingen 2013 99

100

16. Financiën en Bedrijfsvoering Portefeuillehouder Budgethouder Producten H.F. van Oosterhout / J.B. Wassink F. Snoep / M. Jalving / H. de Groot / B. van Spronsen De volgende producten vallen onder het programma Financiën en Bedrijfsvoering: - Algemene uitkering - Algemene baten en lasten - Gemeentelijke belastingen - Geldleningen - Geldleningen en uitzettingen lang - Nutsbedrijven - Uitvoering wet WOZ - Overige financiële middelen - Saldo van kostenplaatsen Financiën en Bedrijfsvoering Wat willen we bereiken in de bestuursperiode 2010-2014 Grote projecten Nieuwe organisatie Een professionele organisatie voor de komende 10 jaar die flexibel genoeg is om burgers, bedrijven en instellingen op een goede manier van dienst te zijn in een context van versneld op de gemeente afkomende veranderingen. Bezuinigingstraject 2012-2015 Sluitende begrotingen in de jaren 2012-2015. Overig Onze dienstverlening versterken en aanpassen aan de eisen van deze tijd, gebruikmakend van alle nieuwe mogelijkheden die vooral de ICT-ondersteuning hierbij kan bieden. In onze organisatie een doorontwikkeling bewerkstelligen met een omslag van vooral specifieke inhoudelijke deskundigheid naar een meer dienstverlenende instelling. Brede en flexibele inzetbaarheid van medewerkers in het licht van de ontwikkeling van een krappere arbeidsmarkt en vergrijzing. In deze bestuursperiode in het personeelsbeleid de ontwikkeling van medewerkers centraal stellen. De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven, binnen de wettelijke toegestane kaders, gefaseerd verhogen tot 100%. 101