Oordeel klager / aspirant werkgever

Vergelijkbare documenten
2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

Oordeel Klaagster / Defensie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

Oordeel De klacht

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

Oordeel klager / aspirant werkgever

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Utrecht, 12 februari 2007

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

Beslissing op bezwaar

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 18 juni 2012

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

Beslissing. inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

cka Jaarverslag 2012 Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Landelijke Klachtencommissie VPTZ Geschilregeling tussen VPTZ organisaties en VPTZ Nederland

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Publicatiedatum 21 september 2015 Rapportnummer 2015/137

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

U I T S P R A A K

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Klachtenreglement. Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015

Landelijke Klachtencommissie VPTZ Klachtenprocedure vrijwilligers of coördinatoren

Rapport. Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman (OO) ontving het verzoek op 31 oktober Het betreft de gemeente Oldenzaal.

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

U I T S P R A A K

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Wet op de medische keuringen

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1136

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Klachtencommissie Governance en Beloning MBO

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

SAMENVATTING klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

ECCVA/U CVA/LOGA 08/37 Lbr. 08/187

Transcriptie:

Oordeel 2015-02 klager / aspirant werkgever Klager heeft gesolliciteerd naar de functie van reservist bij de Koninklijke Landmacht (ministerie van Defensie). Uit de aanstellingskeuring bleek dat klager aan beide oren gehoorverlies heeft. Klager heeft vervolgens om nader onderzoek gevraagd. De KNO-arts die dit specialistische onderzoek heeft uitgevoerd heeft het gehoorverlies bevestigd. Klager is vervolgens niet geschikt verklaard voor de functie van militair ambtenaar. Klager meent dat de aspirant werkgever, op basis van het Militair Keuringsreglement (hierna: MKR), onvoldoende rekening houdt met gehoorverlies door ouderdom. Daarnaast stelt hij dat de eisen uit het MKR strenger zijn dan de eisen van buitenlandse krijgsmachten en bovendien gedateerd zijn. Klager verzoekt de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) een oordeel te geven of aspirant werkgever in strijd heeft gehandeld met de Wet op de medische keuringen (Wmk). De CKA vindt het niet in strijd met de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen dat voor iedere militair ambtenaar de eis van algemene inzetbaarheid geldt. Voor een militaire aanstellingskeuring mag op basis van ruimere eisen worden gekeurd dan die voor de dagelijkse functie noodzakelijk zijn. Per militair specialisme kunnen aanvullende eisen worden gesteld in verband met de aan die functie te stellen bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid. In het MKR zijn basiseisen opgenomen waar een militair ambtenaar op wordt onderzocht tijdens de militaire aanstellingskeuring. In de Lijst van Aandoeningen en gebreken behorende bij het MKR is aangegeven welke beperkingen (onder meer t.a.v. het gehoor: ziektecode 389 doofheid of gehoorverlies ) leiden tot afkeuring voor de functie. De CKA concludeert dat er sprake is van bijzondere medische eisen voor de functie van militair ambtenaar, waaraan klager moet voldoen. Volgens de afgenomen gehoortesten voldoet klager daar ten aanzien van het gehoor niet aan. De leeftijd van een kandidaat is hierbij niet relevant, aangezien de eis van algemene inzetbaarheid als militair ambtenaar (zowel voor beroepspersoneel als reservepersoneel) voor alle leeftijden geldt. Daarbij wordt in het MKR al rekening gehouden met een afname van het gehoor en laat aanwijzing DMG 032 daarnaast een ruimer gehoorverlies toe dan het MKR. Dat er in het buitenland andere eisen worden gesteld aan militairen is niet van belang en niet richtinggevend voor aspirant werkgever. Aspirant werkgever heeft niet in strijd gehandeld met de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen. De Commissie acht de klacht tegen aspirant werkgever ongegrond. Oordeel 2015-02 klager / aspirant werkgever De leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA): mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; de heer prof. dr. J.R. Anema; de heer drs. P.G.W. Grijpink. in tegenwoordigheid van de heer mr. I. Güvec, plaatsvervangend secretaris.

1. De klacht 1.1 [naam klager] (hierna: klager), wonende te [Nederland], heeft op 15 september 2015 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie). Klager heeft bij verweerder (hierna: aspirant werkgever) gesolliciteerd naar de functie van Schutter Natres militair bij de Koninklijke Landmacht (hierna: reservist). De Koninklijke Landmacht is onderdeel van de Nederlandse Krijgsmacht, dat valt onder het ministerie van Defensie (hierna: Defensie). Vervolgens heeft klager op 17 maart 2015 bij de Marinekazerne in Amsterdam een aanstellingskeuring ondergaan in het kader van zijn sollicitatie naar de functie van reservist. Naar aanleiding van de keuringsuitslag heeft de militaire keuringsarts klager laten weten dat hij niet voldoet aan door aspirant werkgever gestelde eisen voor het gehoor. De KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht heeft op 20 april 2015 een nader specialistisch onderzoek verricht naar zijn gehoor. De uitslaggevend arts heeft klager per brief d.d. 30 april 2015 definitief bevestigd dat klager ongeschikt is bevonden voor het vervullen van de functie vanwege het niet voldoen aan de door aspirant werkgever gestelde eisen voor het gehoor. 1.2 Klager klaagt over het navolgende. Een medische aanstellingskeuring mag op grond van de Wet op de medische keuringen (hierna: Wmk) alleen worden uitgevoerd, indien aan de betrokken functie bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld. In het Militair Keuringsreglement (hierna: MKR) zijn keuringseisen ten aanzien van het gehoor opgenomen. De klacht richt zich tegen deze keuringseisen. Volgens klager houden deze keuringseisen geen rekening met de leeftijd van de keurling bij de bepaling van de medische geschiktheid. Volgens klager houden de medische keuringseisen bij buitenlandse krijgsmachten meer rekening met gehoorverlies door ouderdom dan het MKR. De eisen zijn bovendien gedateerd. Samenvattend stelt klager dat de eisen ten aanzien van het gehoor in het MKR in strijd zijn met de Wmk, omdat: - aspirant werkgever onvoldoende rekening houdt met het gehoorverlies door ouderdom; - aspirant werkgever keuringseisen stelt die strenger zijn dan de geldende keuringseisen voor militairen in dienst van buitenlandse krijgsmachten; - de geldende keuringseisen gedateerd zijn. Klager vraagt de Commissie een oordeel te geven over de vraag of aspirant werkgever (al dan niet) in strijd heeft gehandeld met de Wmk. 2. Verloop van de procedure Klager heeft op 15 september 2015 via het klachtenformulier een klacht ingediend bij de Commissie. Bij het klachtenformulier is een tiental producties gevoegd: 1. Entry Standards of Royal Marines United Kingdom, Verenigd Koninkrijk; 2. Canadion Armed Forces Medical Standards (CFP 154), Canada; 3. Koninklijk besluit tot vaststelling van de medische geschiktheidscriteria voor de dienst als militair, Sectie 6.3. Aandoeningen van het gehoor en het evenwichtsstelsel, België; 4. Army Regulation 40 501, Standards of Medical Fitness, Rapid Action Revision (RAR) Issue Date: 4 August 2011, Verenigde Staten; 5. Occupational Safety and Health Standards, Occupational Health and Environmental Control, Calculations and application of age corrections to audiograms, 1910.95 App, United States Department of Labor, Verenigde Staten;

6. Een brief d.d. 30 april 2015 van Commando Diensten Centra van aspirant werkgever, waarin gemeld wordt dat klager ongeschikt is voor de functie; 7. Een brief d.d. 8 mei 2015 van klager in reactie op de brief d.d. 30 april 2015 van Commando Diensten Centra van aspirant werkgever, waarin wordt verzocht om een nadere schriftelijke reactie te geven op de ongeschiktheid van klager; 8. Een brief d.d. 18 mei 2015 van Commando Diensten Centra van aspirant werkgever, in reactie op de brief d.d. 8 mei 2015 van klager, waarbij een kopie van de gehoortest op 17 maart 2015 bij de Marinekazerne in Amsterdam en op 20 april 2015 bij de KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht is gevoegd; 9. Een brief d.d. 9 juni 2015 van klager inzake de klacht tegen de negatieve beslissing medische keuring reservist KL gericht aan de Commissie maar verstuurd aan aspirant werkgever; 10. Een brief d.d. 30 juli 2015 van Commando Diensten Centra van aspirant werkgever, in reactie op de brief d.d. 9 juni 2015 van klager. 2.2 De Commissie heeft klager op 21 september 2015 een ontvangstbevestiging gezonden. 2.3 De klacht is op 21 september 2015 doorgestuurd naar aspirant werkgever met het verzoek om een reactie op de klacht, alsmede om de functieomschrijving van de functie van reservist en de daarbij behorende bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid toe te zenden. 2.4 In een brief d.d. 23 oktober 2015 heeft aspirant werkgever gereageerd op de klacht van klager. 2.5 In een e-mail d.d. 28 oktober 2015 heeft de Commissie de aspirant werkgever verzocht om alsnog de functieomschrijving van de functie reservist en de daarbij behorende bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid toe te zenden. 2.6 In een e-mail d.d. 29 oktober 2015 heeft aspirant werkgever de functieomschrijving van Schutter Natres Groep aan de Commissie gestuurd met de daarbij behorende bijzondere functie-eisen. 2.7 Naar aanleiding van deze e-mail heeft de Commissie in een e-mail d.d. 30 oktober 2015 aan klager gevraagd of hij inderdaad gesolliciteerd heeft naar de functie van Schutter Natres militair, hetgeen door klager is bevestigd. 2.8 In een e-mail d.d. 16 november 2015 geeft aspirant werkgever een aanvulling op zijn e-mail d.d. 29 oktober 2015. Aspirant werkgever geeft aan dat het van belang is dat de Commissie in ogenschouw neemt dat militairen, maar ook reservisten, niet voor een functie worden aangesteld, maar als militair ambtenaar en er daarom breder gekeken moet worden bij de appreciatie van de bijzondere functie-eisen. 2.9 Op 13 november 2015 heeft de Commissie telefonisch contact opgenomen met klager met de vraag of hij het noodzakelijk acht dat hij nog wordt gehoord, omdat zowel het standpunt van klager als het standpunt van aspirant werkgever uitgebreid schriftelijk is toegelicht. Klager heeft vervolgens afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord op voorwaarde dat hij in de gelegenheid wordt gesteld een aanvullend schriftelijk betoog in te brengen. 2.10 Op 16 november 2015 is contact opgenomen met aspirant werkgever over de hoorzitting. Ook aspirant werkgever heeft afstand gedaan van het recht te worden gehoord op voorwaarde dat hij in de gelegenheid wordt gesteld om te kunnen reageren op het aanvullend schriftelijke betoog van de klager. 2.11 Klager heeft per brief d.d. 24 november 2015 zijn betoog schriftelijk uiteengezet.

2.12 Aspirant werkgever heeft per brief d.d. 9 december 2015 kort gereageerd op de brief van klager d.d. 24 november 2015. 3. De feiten 3.1 De Nederlandse Krijgsmacht valt onder Defensie en bestaat uit navolgende krijgsmachtdelen: de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee. 3.2 De selectie en de keuring voor de vier krijgsmachtsdelen worden centraal uitgevoerd op de Marinekazerne in Amsterdam door Dienstencentrum Werving en Selectie. 3.3 Het selectie- en keuringsproces van Dienstencentrum Werving en Selectie van aspirant werkgever bestaat uit een psychologische selectie, een militaire aanstellingskeuring en een veiligheidsonderzoek. Daarna volgt de aanstelling als militair ambtenaar. Er is een procedure bij klachten of bedenkingen. De militaire aanstellingskeuring omvat onder andere een gehoortest. 3.4 Klager, wonende in [Nederland], heeft gesolliciteerd bij aspirant werkgever naar de functie van reservist bij de Koninklijke Landmacht als schutter. 3.5 Klager heeft op 17 maart 2015 bij de Marinekazerne in Amsterdam een militaire aanstellingskeuring ondergaan in het kader van zijn sollicitatie naar de functie van reservist. De militaire aanstellingskeuring is verricht door een militaire keuringsarts van aspirant werkgever. 3.6 Na afloop van de procedure heeft de militair keuringsarts van aspirant werkgever aan klager de medische bijzonderheden toegelicht. Uit de militaire aanstellingskeuring is gebleken dat klager een gehoorverlies heeft aan beide oren. Klager was het met de uitslag van de militaire aanstellingskeuring op het onderdeel gehoor niet eens en heeft verzocht om een nader specialistisch onderzoek bij het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. 3.7 Klager is naar aanleiding van zijn verzoek doorverwezen naar de KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. 3.8 Op 20 april 2015 heeft klager een nader specialistisch onderzoek ondergaan bij het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. Deze KNO-arts heeft bevestigd dat klager gehoorverlies heeft aan beide oren, een verlies aflopend vanaf 4 khz tot 8kHz van 45 db. 3.9 Per brief d.d. 30 april 2015 heeft de uitslaggevend arts KL/KMar aan klager meegedeeld dat hij, gelet op de informatie van de militaire KNO-arts, tot de conclusie is gekomen dat klager niet geschikt is voor de functie van militair ambtenaar. Daarnaast is aan klager meegedeeld dat hij het recht heeft de uitslag van de militaire aanstellingskeuring (in de vorm van ongeschikt) niet kenbaar te maken aan de Personeelsvoorziening van de Koninklijke Landmacht. 3.10 Klager heeft per brief d.d. 8 mei 2015 aan de uitslaggevend arts meegedeeld dat hij gebruik maakt van het recht om de uitslag van de militaire aanstellingskeuring niet kenbaar te maken. Daarnaast heeft klager de uitslaggevend arts verzocht om een nadere schriftelijke toelichting te geven over de afwijzingsgronden en de audiogrammen van de afgenomen gehoortesten bij de Marinekazerne in Amsterdam en het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht toe te zenden. 3.11 De uitslaggevend arts heeft per brief d.d. 18 mei 2015 gereageerd op het verzoek van klager van 8 mei 2015. Daarin deelt de uitslaggevend arts mee dat het gehoorverlies beiderzijds te groot is in de hoge tonen, om voor een militaire functie in aanmerking te

komen. Klager wordt er in deze brief op gewezen dat de enige nog resterende mogelijkheid is om een dispensatieverzoek in te dienen. In de bijlage van deze brief zijn de verzochte gehoortesten van klager opgenomen. 3.12 Klager heeft per brief d.d. 9 juni 2015 een klacht ingediend tegen het besluit d.d. 30 april 2015. De brief is gericht aan de Commissie Klachtenafhandeling Aanstellingskeuringen van het ministerie van Defensie. In deze brief zet klager zijn klacht uiteen door het navolgende te stellen: - in tegenstelling tot andere onderdelen van het MKR wordt er bij MKR onderdeel 35-401, hoofdstuk 4, ziektecode 389 doofheid of gehoorverlies geen rekening gehouden met de leeftijd van de sollicitant; - bij afname van gehoortesten kan worden afgeweken van het MKR onderdeel 35-401, hoofdstuk 4, ziektecode 389 doofheid of gehoorverlies. Bij de afname van de gehoortesten geldt als grens 20 db op enige frequentie tot 3000 Hz in plaats van 15 db volgens het MKR. Deze eisen zijn na de afschaffing van de dienstplicht in 1996 onveranderd gebleven; - de functie van reservist staat open voor personen tussen 18 en 55 jaar. Er wordt bij militaire aanstellingskeuring geen rekening gehouden met gehoorverlies door ouderdom. Er wordt daarbij onvoldoende tolerantieverschil toegepast. Volgens de aanwijzingen van United States Department of Labor zijn er ruimere tolerantieverschillen van toepassing. 3.13 Bij brief d.d. 30 juli 2015 reageert de uitslaggevend arts op de brief d.d. 9 juni 2015. Daarin stelt hij dat de brief verkeerd is geadresseerd waardoor deze uiteindelijk terecht is gekomen bij de militaire post in Amsterdam. Hij vat voorts de brief van klager niet op als een bezwaarschrift tegen de uitslag van de militaire aanstellingskeuring. De uitslaggevend arts geeft zijn zienswijze op de eisen ten aanzien van het gehoor: - de militaire basiseisen gelden voor alle militairen op dezelfde wijze. De gehoorgrens die door aspirant werkgever gehanteerd wordt houdt al rekening met een afname van het gehoor, met name bij de hogere frequenties; - de eisen zijn niet leeftijdsafhankelijk, gelet op het werk van de militair. De functie van reservist valt hieronder. De taken van de reservist zijn de afgelopen jaren uitgebreid en worden in de toekomst verder verbreed. - in 2005 is er, als toevoeging op het MKR, een aanwijzing DMG 032 toegevoegd. Deze aanwijzing gaat uit van verlies van 20 db frequenties tot 3000 Hz. Het MKR gaat in tegenstelling tot deze aanwijzing nog uit van 15 db. De aanwijzing laat een ruimer gehoorverlies toe dan het MKR. - de aanwijzingen van United States Department of Labor zijn van toepassing op een situatie in de burgermaatschappij en niet van toepassing op het beroep als militair ambtenaar. 4. Standpunt klager Kort samengevat komen de standpunten van klager op het navolgende neer: 4.1 Klager vindt dat hij niet afgekeurd had mogen worden vanwege zijn gehoor. De functie van reservist staat open voor geïnteresseerden in de leeftijd tussen 18 en 55 jaar. Bij de aanstellingskeuring van een reservist wordt op meerdere onderdelen rekening gehouden met de leeftijd van de sollicitant. Bij de militaire aanstellingskeuring wordt echter geen rekening gehouden met gehoorverlies door ouderdom. Volgens klager is op grond van statistisch onderzoek gebleken dat er sprake is van gehoorverlies bij oudere sollicitanten en bij mannen meer dan vrouwen. Klager geeft aan dat oudere sollicitanten dan geen gelijke kansen hebben ten opzichte van jongere sollicitanten door de strenge keuringseisen ten aanzien van het gehoor. 4.2 De grenswaarden (max. 20dB < 3KHz; max. 30dB 3KHz < 8 KHz) ten aanzien van de medische geschiktheid voor het gehoor dateren nog uit de tijd van de dienstplicht. Deze eisen zijn na de afschaffing van de dienstplicht in 1996 onveranderd gebleven.

Oudere sollicitanten lopen in de hogere frequenties al snel tegen de grenswaarde van 30 db op. Er is geen sprake van gelijke sollicitatiekansen op basis van medische geschiktheid. 4.3 De buitenlandse krijgsmachten houden in tegenstelling tot aspirant werkgever meer rekening met gehoorlies door ouderdom. De keuringseisen zijn in de hoge toongebieden ruimer. Wanneer vergelijkbare keuringseisen van toepassing zijn, is klager geschikt voor deze functie. 4.4 Klager verzoekt de Commissie een oordeel uit te spreken. 5. Standpunt aspirant werkgever Kort samengevat komen de standpunten van aspirant werkgever op het volgende neer: 5.1 Uit artikel 4, lid 1, sub b, in samenhang met artikel 5, lid 1, sub b van het Algemeen militair ambtenaren reglement (hierna: Amar) volgt dat om voor aanstelling als militair ambtenaar in aanmerking te komen gegadigde moet voldoen aan de eisen van lichamelijke en geestelijke geschiktheid die ter zake zijn gesteld bij of krachtens het MKR. Dit MKR is opgesteld ten behoeve van de keuringen voor de Nederlandse Krijgsmacht teneinde de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de te keuren persoon te beoordelen. 5.2 Aspirant werkgever heeft het recht om als werkgever criteria te stellen op grond waarvan wordt beoordeeld of betrokkene als militair kan worden aangesteld. 5.3 Personen worden bij aspirant werkgever niet aangesteld voor een bepaalde functie maar als militair ambtenaar. De militaire basiseisen gelden voor alle militairen op dezelfde wijze. Gelet op de aanstelling als militair ambtenaar gelden de bijzondere functie-eisen daarmee ook voor reservisten. 5.4 Het stellen van de bijzondere eis van medische geschiktheid ten aanzien van het gehoor, is van belang bij het dagelijks functioneren als militair. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met de taken van de reservist die de afgelopen jaren zijn uitgebreid en in de toekomst verder zullen worden verbreed. 5.5 Gelet op de werkzaamheden van een militair ambtenaar zijn de eisen niet leeftijdsafhankelijk. Wel wordt er rekening gehouden met een afname van het gehoor met name bij de hogere frequenties. 5.6 De specifieke eisen aan ten aanzien van het gehoor zijn opgenomen in het MKR in onderdeel 35-401, hoofdstuk 4, ziektecode 389 doofheid of gehoorverlies. Het MKR gaat uit van afwijking van 15 db voor ongeschiktheid. In 2005 is een aanwijzing, DMG 032 genaamd, toegevoegd aan het MKR. Deze aanwijzing laat een ruimer gehoorverlies toe dan het MKR, wel te verstaan 20dB. 5.7 De klager heeft een afwijking van 45 db. De klager voldoet daarmee niet aan de eisen van het MKR noch aan aanwijzing DMG 032. Gelet daarop is klager ongeschikt bevonden voor de functie als reservist. 6. Overwegingen van de Commissie 6.1 Wat de ontvankelijkheid van de Commissie betreft: de klacht is binnen zes maanden na de keuring ingediend en ziet op de toepassing van de Wet op de medische keuringen (Wmk). De klacht is derhalve ontvankelijk en de Commissie acht zich bevoegd.

6.2 Zoals door de Commissie eerder is overwogen in Oordeel 2010-02 geeft de Commissie geen inhoudelijk oordeel over het al dan niet geschikt zijn van individuen voor functies, nu een dergelijk oordeel toekomt aan keurend artsen. Het is de taak van de Commissie een oordeel te geven over de vraag of de uitvoering van aanstellingskeuringen voldoet aan de voorschriften van de Wmk en overige relevante wetgeving. De Commissie overweegt als volgt: 6.3 Rechtpositie van reservist De Militaire Ambtenarenwet 1931 verstaat onder militaire ambtenaar: Zij, die zijn aangesteld bij het beroepspersoneel van de krijgsmacht of bij het reservepersoneel van de krijgsmacht om in militaire openbare dienst werkzaam te zijn. In artikel 4 Amar is geregeld dat een aanstelling van een militair ambtenaar kan plaatsvinden bij het beroepspersoneel en bij het reservepersoneel. Een reservist wordt ingedeeld bij een krijgsmachtdeel. Een reservist wordt op vrijwillige basis aangesteld als militair ambtenaar bij de aspirant werkgever om niet-doorlopend in werkelijke dienst te zijn. De rechtspositie van de militair ambtenaar in werkelijke dienst is van toepassing zodra en voor zolang de reservist in werkelijke dienst is. De militaire rechtspositie maakt dan ook in de regel geen onderscheid tussen beroepspersoneel en reservepersoneel en is bepalend voor de inhoud van de arbeidsrelatie die de reservist met Defensie heeft. 6.4 Bijzondere functie-eisen in de Wmk Artikel 1, onderdeel a, van de Wmk bepaalt voor zover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan: vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: ( ) 2. een aanstelling in openbare dienst, ( ). De Commissie dient te beoordelen of hier sprake is van een aanstellingskeuring. Tijdens een militaire aanstellingskeuring worden vragen gesteld over de gezondheidstoestand van de keurling en wordt medisch onderzoek verricht. De keuring is beslissend; een geschiktheidsverklaring als uitslag van de keuring leidt vervolgens in dit geval tot een aanstelling in de betreffende functie. Een en ander betekent dat sprake is van een aanstellingskeuring als bedoeld in artikel 1, lid a van de Wmk. De aspirant werkgever moet dan ook voldoen aan de verplichtingen die de Wmk en het Besluit Aanstellingskeuringen aan (aspirant) werkgevers opleggen. Artikel 4, lid 1, van de Wmk bepaalt in samenhang met artikel 3, lid 1, van het Besluit aanstellingskeuringen dat een aanstellingskeuring alleen mag plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld. Onder bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid wordt verstaan: - de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid; en - de risico s voor de gezondheid en de veiligheid, die niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. De risico s die met de functie samenhangen moeten dus in eerste instantie zoveel mogelijk door de werkgever worden voorkomen door het treffen van preventieve maatregelen.

Een aanstellingskeuring mag derhalve alleen worden verricht in die situaties, waarbij functie-eisen een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van de kandidaat. 6.5 Bijzondere functie-eisen voor de functie van reservist In het Amar zijn de voorwaarden voor aanstelling geregeld. Een van de voorwaarden betreft het voldoen aan de eisen van lichamelijke en geestelijke geschiktheid die ter zake zijn gesteld bij of krachtens het MKR. Aspirant werkgever gebruikt één standaardkeuring als basis voor elke functie in alle onderdelen. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen beroepspersoneel en reservepersoneel. Per specialisme zijn aanvullende eisen vastgelegd, waarop moet worden gekeurd. De Commissie heeft eerder in Oordeel 2010-02 het oordeel gegeven dat het niet in strijd is met artikel 4 eerste lid van de Wmk juncto artikel 3 eerste lid van het Besluit aanstellingskeuringen dat voor iedere militaire ambtenaar de eis van algemene inzetbaarheid geldt. De militair ambtenaar is gehouden om alle hem in het belang van de taakuitoefening van aspirant werkgever opgedragen werkzaamheden en diensten te verrichten. Daarbij kan de militair ambtenaar overal ter wereld onder allerlei omstandigheden worden ingezet, hetgeen zware fysieke en geestelijke eisen aan hem stelt. Gelet op wetgeschiedenis van de Wmk vindt de Commissie dat voor een militaire aanstellingskeuring op basis van ruimere eisen mag worden gekeurd dan die voor de dagelijkse functie noodzakelijk zijn (Kamerstukken II 1997/1998, 25 648, voorstel van wet tot wijziging van de Wmk in verband met het van toepassing verklaren van de Wmk op aanstellingen in openbare dienst, Memorie van Toelichting nr. 3, p. 1-2). Per militair specialisme kunnen verder aanvullende eisen worden gesteld in verband met de aan die functie te stellen bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid. In het MKR zijn de basiseisen opgenomen waar een militair ambtenaar op wordt onderzocht tijdens de militaire aanstellingskeuring. In de Lijst van aandoeningen en gebreken behorende bij het MKR is aangegeven welke beperkingen leiden tot afkeuring voor de functie. Op grond van ziektecode 389 doofheid of gehoorverlies in deze lijst leidt iedere perceptieve gehoorvermindering van meer dan 15 db op enige frequentie tot 3000 Hz en/of meer dan 30 db op enige frequentie tot 8000 Hz bij aanname en dienstplichtkeuring tot ongeschiktverklaring. 6.6 Gelet op het voorgaande kan de Commissie niet tot een ander oordeel komen dan dat klager moet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een militair ambtenaar, omdat functie-eisen een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van de klager. Dat betekent dan ook in dit geval dat hij ook moet voldoen aan de eisen die aan het gehoor worden gesteld. Daarbij acht de Commissie de leeftijd van de klager niet relevant, omdat de eis van algemene inzetbaarheid geldt op iedere leeftijd. Daarbij wordt in het MKR reeds rekening gehouden met een afname van het gehoor. De aanwijzing DMG 032 laat daarnaast nog een ruimer gehoorverlies toe dan het MKR, te weten 20 db. Als klager niet aan de eis ten aanzien van het gehoor kan voldoen is hij ongeschikt voor elke functie bij aspirant werkgever. Dat de krijgsmachten in het buitenland andere eisen stellen dan aspirant werkgever is volgens de Commissie niet van belang en is ook niet richtinggevend voor aspirant werkgever. Zolang aspirant werkgever voldoet aan de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen is het geoorloofd dergelijke eisen op te nemen. De Commissie kan niet in de inhoudelijke beoordeling van de geformuleerde medische eisen treden. Daartoe is de Commissie niet bevoegd. Bij afname van gehoortesten bij de Marinekazerne in Amsterdam en het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht is gebleken dat klager niet voldoet aan de eis die gesteld is ten aanzien van het gehoor. Klager is door aspirant werkgever voorts gewezen op de mogelijkheid om met betrekking tot dit onderdeel dispensatie aan te vragen.

De Commissie acht de klacht jegens aspirant werkgever derhalve ongegrond. 7. Oordeel van de Commissie Op grond van vorenstaande overwegingen komt de Commissie tot het volgende oordeel: De aspirant werkgever heeft niet in strijd gehandeld met artikel 4 eerste lid van de Wmk juncto artikel 3 eerste lid van het Besluit aanstellingskeuringen. De klacht jegens aspirant werkgever is ongegrond. Voorzitter Plaatsvervangend secretaris Den Haag, december 2015