To read or not to read



Vergelijkbare documenten
To read or not to read

Nieuwsconsumptie in een digitaal tijdperk

HOOFDSTUK 6 Samenvattende conclusies

The New News Consumer Bevindingen survey

Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws in de klas

Sociale media, de laatste cijfers

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015

Designing the Daily Digital innovatieplatform voor de NL media

Uit huis gaan van jongeren

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

#SMING12 IMPACT SOCIAL MEDIA 2012

Trends in Digitale Media; nieuwe opportunities voor TV

FACTS & FIGURES Wie raadpleegt online nieuws in Vlaanderen en... wie betaalt ervoor? Ruben Vandenplas & Ike Picone

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen

Nieuwsmedia profiteren van opmars tablet en smartphone

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Trends in Digitale Media december SPOT publicatie GfK onderzoek in samenwerking met KVB SMB, PMA, RAB, en SPOT

Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Multi-Screen Consument

Communicatie, lokale media en samenwerking 2015

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

45-PLUSSERS EN ONLINE SHOPPEN

GfK 2013 Trends in digitale Media December

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Mobiliteit in de sportsector

Jongeren & hun financiële verwachtingen

4 Rol sociale en nieuwe media in het onderwijs

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rob van Stuivenberg. 23 januari 2005

Thuiszorg. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

ICT in de gezondheidszorg

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Informatieblad: Opvattingen over nieuwsmedia en politiek in Nederland

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA

Trends in Digitale Media 2012

Afvalinzameling Maart 2013

Rapportage Intomart GfK Voor Cebuco juni 2013

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Nederlanders en hun gedrukte kranten uitkomsten van NOM Print Monitor 2010-II 2011-I

4x V vwo Maastricht 3x V vwo Zwolle 2x M mbo Hilversum 1x M vwo Zuthpen

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Profiel lezers van gedrukte kranten Uitkomsten NPM 2011-I 2011-II

Nationale Social Media Onderzoek 2014

Gebruik mobiele apparaten

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Kijk- en luisteronderzoek 2013b

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

Voorwoord. Uitkomsten enquête

de Bibliotheek aan den IJssel

KLANTONDERZOEK. Meest risicovolle aanname Consument wil interactief nieuws tot zich nemen

Onderzoek website 2015

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Nederlanders aan het woord

RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten.

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

IMPACT VAN SOCIAL MEDIA OP HET NIEUWS

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Allen Vrouw Man N= % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7

Onderzoek naar verandering in gebruik sociale media onder jongeren uit de gereformeerde gezindte Rapportage, april 2016

Rapport kwantitatief onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 18 juni 2019

10% 23% 40% 20% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 2 Bent u bekend met het werk van de gemeenteraad van Zeewolde? (n=547) in grote lijnen.

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

Onderzoek naar gedrag van consumenten betreft online en offline communicatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Floriade Almere 2022 juli 2018

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319)

Transcriptie:

To read or not to read Een onderzoek naar de meest gebruikte Nederlandse nieuwsmedia Mijke Slot Fleur Munniks de Jongh Luchsinger Juni 2011 Een 3D-rapport

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerder onderzoek naar nieuwsconsumptie... 9 3 Onderzoeksresultaten... 15 4 Conclusie... 31 5 Bronnen... 33 Bijlagen: I Vragenlijst... 35 II Over het 3D-project... 39

To re@d or not to re@d 1 Inleiding Hoewel het aantal abonnees op kranten al geruime tijd afneemt, groeit de behoefte aan nieuws, duiding en opinie. Uit onderzoek van McKinsey komt naar voren dat mensen in Groot Brittannië de afgelopen drie jaar twintig procent meer nieuws zijn gaan consumeren (Nattermann, 2010). Mediagebruikers hebben dan ook de beschikking over een wijd palet aan nieuwsbronnen: ze consumeren nieuws op papier, via televisie, internet, mobiele telefoons, tablets of ereaders. Heeft deze toename aan mogelijke nieuwsbronnen het nieuwsconsumptiegedrag van mensen veranderd? En welke media worden gebruikt voor het bijhouden van headlines of het vergaren van achtergrondnieuws? In deze publicatie doen we verslag van een onderzoek naar nieuwsconsumptie in Nederland. Dit onderzoek is om verschillende redenen relevant. Allereerst levert het een bijdrage aan de actuele discussie over de nieuwsconsumptie van jongeren. Jongeren zouden nieuws wel belangrijk vinden, maar in de praktijk nauwelijks meer kranten lezen (Huysmans & de Haan, 2010; Costera Meijer, 2009; Drok & Schwarz, 2009). Zijn kranten voor jo En als ze geen kranten lezen, betekent dat dan ook dat ze geen nieuws meer consumeren? Welke media gebruiken ze dan wel? En verschillen ze in dit nieuwsgebruik van de oudere leeftijdsgroepen in onze samenleving? Ook zijn de onderzoeksresultaten interessant voor nieuwsproducenten; de onderzoeksresultaten geven inzicht in welke media mensen waardevol vinden, maar ook welke media mensen gebruiken (iets wat niet per se overeen hoeft te komen). Het inzicht in mediagebruik zorgt ervoor dat producenten beter op de behoeftes van het publiek kunnen inspelen. Dit onderzoek is uitgevoerd door TNO, onder de vlag van het Designing the Daily Digital Project (3D, zie bijlage). Binnen dit project is TNO verantwoordelijk voor de 3D Academy; een denktank voor strategische visieontwikkeling en kennisuitwisseling in de journalistiek. In de 3D Academy Nederlandse journalistiek, (2) online nieuwsproductie, (3) nieuwsgebruik en (4) auteursrechten in een online omgeving. Dit onderzoek valt onder thema drie: nieuwsgebruik. Voor dit onderzoek is, naast een literatuurstudie, een gebruikersonderzoek uitgevoerd, aan de hand van een representatieve 5

Designing the Daily Digital steekproef onder de Nederlandse bevolking tussen de 14 en 65 jaar. 1 De onderzoeksvraag die binnen deze studie centraal staat is: Welke mediatechnologieën en welke nieuwsmedia gebruiken Nederlanders en achten zij het meest de moeite waard, en hoe verschillen diverse leeftijdsgroepen hierin van elkaar? Onderzoeksopzet Het onderzoek dat in dit boekje gepresenteerd wordt, is een combinatie van literatuurstudie en een representatief surveyonderzoek. Het onderzoek is gebaseerd op Deens onderzoek naar nieuwsconsumptie (Schrøder & Larsen, 2010; Schrøder & Kobbernagel, 2010). Dit onderzoek belicht de media die de Deense bevolking het meest de moeite waard vinden voor het vergaren van nieuws. De onderzoekers maken daarbij onderscheid tussen media die mensen de moeite waard vinden voor het vergaren van headlines, en media die mensen moeite waard vinden voor achtergrondinformatie (Schrøder & Larsen, 2010; Schrøder & Kobbernagel, 2010). Deze indeling is in het Nederlandse onderzoek ook aangehouden. Methodische verantwoording De online enquête naar nieuwsconsumptie (zie bijlage I) werd in de periode van 21 februari 2011 tot en met 2 maart 2011 onder 573 Nederlandse respondenten afgenomen, en is representatief naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. In de resultaten zijn de respondenten opgedeeld in verschillende leeftijdscategorieën en opleidingsniveaus. 2 De leeftijdscategorieën zijn 14-24 jaar, 25-34 jaar, 35-44, 45-54 jaar en 55-65 jaar; de opleidingsniveaus zijn gemeten naar hoogst genoten opleiding, en De resultaten van deze enquête zijn geanalyseerd, waarbij is gekeken naar significante verschillen op basis van geslacht, leeftijdscategorie en opleidingsniveau. De meest significante verschillen zijn zichtbaar tussen de verschillende leeftijdscategorieën, gevolgd door de verschillende opleidingsniveaus. Er bleken nauwelijks significante verschillen tussen de resultaten van mannen en vrouwen te bestaan; in het resultatenhoofdstuk zal hier dan ook niet specifiek op ingegaan worden. 1 Het gebruikersonderzoek is uitgevoerd door Survey Sampling International en is representatief op leeftijd, geslacht en opleiding. 2 SSI gebruikt de T-test om de significante verschillen aan te tonen. 6

To re@d or not to re@d Leeswijzer In het tweede hoofdstuk geven we een korte samenvatting van eerder onderzoek naar nieuwsconsumptie. Ook worden de opzet en vraagstelling van het onderzoek toegelicht. In hoofdstuk drie volgen de resultaten en analyse van het empirische gedeelte van het onderzoek. We sluiten deze publicatie af met een conclusie in hoofdstuk 4. De belangrijkste resultaten in een notendop: uit het kwantitatieve onderzoek blijkt dat de meeste mensen het nog steeds belangrijk vinden om nieuws te consumeren; 43 procent van de mensen besteedt hier dan ook een half uur tot twee uur per dag aan. De televisie blijkt nog steeds het meest gebruikte nieuwsmedium te zijn, maar de rol van internet groeit. Nieuwssites van kranten en omroepen staan op de derde plek wat betreft meest gebruikte media, en de computer staat op de tweede plek als meest waardevolle medium voor achtergrondinformatie en headlines. Jongeren tussen de 14 en 24 jaar zetten het medium zelfs op de eerste plek als meest waardevolle medium voor headlines en achtergronden; iets wat mogelijk gevolgen zou kunnen hebben voor het toekomstige medialandschap. Toch worden traditionele media, zoals de radio en de betaalde landelijke krant, ook nog volop gebruikt en waardevol geacht. Aan de hand van de resultaten kan geconcludeerd worden dat mensen voor zowel headlines als achtergrondinformatie vrijwel dezelfde media gebruiken, en dat de meeste verschillen zichtbaar zijn tussen de diverse leeftijdscategorieën. 7

Designing the Daily Digital 8

To re@d or not to re@d 2 Eerder onderzoek naar nieuwsconsumptie Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar nieuwsconsumptie (zie bijvoorbeeld Costera Meijer, 2007; Drok & Schwarz, 2009; Cauwenberge et al., 2010; De Cock, 2010; Lee & Delli Carpini, 2010). De opkomst van internet lijkt aan deze onderzoeken ten grondslag te liggen; internet heeft voor een radicaal andere mediaomgeving gezorgd, onder andere op het - tussen nieuws en informatie vervaagd (Purcell, 2011). Ook is het nieuws tegenwoordig gratis, altijd beschikbaar, en overal te gebruiken via een veelheid aan mediabronnen en nieuwsplatforms. De ontwikkeling en verspreiding van mobiel internet heeft hier een steentje aan bijgedragen; in Amerika consumeren iets meer dan een kwart van de volwassenen het nieuws wel eens op hun mobiele telefoon (Purcell, 2011). Onderzoekers stellen in deze veranderende context de vraag wat het internet voor invloed heeft op de hedendaagse nieuwsconsumptie. Wordt nieuwsconsumptie via traditionele media zoals de televisie en radio vervangen door nieuwe technologieën, of blijven mensen deze naast elkaar gebruiken? En in hoeverre verschillen jongeren en ouderen hierin van elkaar? Hebben jongeren nog wel oog voor nieuws? En hoe nemen zij nieuws in de vorm van headlines en achtergrondinformatie tot zich? Uit diverse onderzoeken komt één ding duidelijk naar voren; Nederlanders zijn nog steeds vrij traditionele nieuwsconsumenten, maar de rol van het internet groeit. In dit hoofdstuk worden diverse onderzoeken met betrekking tot nieuwsconsumptie naast elkaar gezet. Televisie populairder dan internet, maar hoe lang nog? Om het nieuws te kunnen volgen hoeven mensen niet meer om acht uur het journaal aan te zetten; het nieuws kan via diverse mediatechnologieën en nieuwsbronnen gevolgd worden. Hoewel het internet een steeds grotere rol gaat spelen, blijkt uit onderzoek dat traditionele media nog volop worden benut. Televisie is nog steeds het meest gebruikte nieuwsmedium, zowel onder jongeren als onder volwassenen (Drok & Schwarz, 2009; Cauwenberge et al., 2010; De Cock, 2010). In 2009 besteedden 15 tot 29 jarigen gemiddeld 36 minuten per dag aan het kijken van nieuws op televisie (Drok & Schwarz, 2009). Ook 10 tot 12 jarigen gebruiken de televisie het meest als ze nieuws consumeren (de Cock, 2010). 9

Designing the Daily Digital Ook de radio wordt nog volop benut voor het vergaren van nieuws; jongeren luisterden in 2009 gemiddeld 22 minuten per dag naar het radionieuws en vinden het medium de twee na belangrijkste bron van informatie. De krant wordt aanzienlijk minder gebruikt; onderzoek uit 2009 laat zien dat jongeren (tussen de 15 en 29 jaar) per dag ongeveer 12 minuten aan het lezen van de krant besteden. Aan online kranten spenderen ze slechts drie minuten per dag (Drok & Schwarz, 2009). Ondanks dat uit het bovengenoemde tijdsbestedingonderzoek naar voren komt dat online kranten door 15 tot 29 jarigen in beperkte mate worden gebruikt, is het internet als nieuwsplatform sterk in opkomst. Het internet heeft dan ook diverse voordelen; het is snel, mensen kunnen zelf een selectie maken van het gewenste nieuws en het nieuws is altijd up-to-date (Costera Meijer, 2007). Ook is het medium efficiënt in gebruik; het dient zowel communicatiebehoeften als informatie- en amusementsdoeleinden (Drok & Schwarz, 2009). Deze gebruiksvoordelen zorgden ervoor dat het internet in 2010 in tijdsbestedingonderzoeken naar nieuws op de tweede plek stond; consumenten spendeerden toen gemiddeld 15 minuten per dag aan online nieuwsconsumptie (Cauwenberge et al., 2010). Het is te verwachten dat de rol van het internet in de toekomst alleen maar groter zal worden; 13 tot 49 jarigen verwachten in 2029 vaker het internet te gebruiken voor de consumptie van nieuws dan de televisie. Ook 50 tot 65 jarigen verwachten het internet vaker te gaan gebruiken, alhoewel de televisie voor hen het belangrijkste medium zal blijven (TNS NIPO, 2009). Afsluitend kan worden opgemerkt dat nieuwsconsumptiegedrag verschilt op basis van opleidingsniveau. Zo komt uit onderzoek van Cauwenberge et al. naar voren dat hoog opgeleiden meer online nieuws consumeren dan laag opgeleiden, en laag opgeleiden meer televisie nieuws kijken dan hoogopgeleiden (Cauwenberge et al., 2010). Deze verschillen worden bevestigd door de resultaten van het onderzoek dat in deze bundel besproken wordt. Mediumkeuze is een generatiekwestie Onderzoek van Lee en Delli Carpini toont aan dat de mediumkeuze afhankelijk is van het medialandschap waarin iemand opgegroeid is. Mensen zijn volgens hen op te delen in drie mediageneraties; (1) digital 10

To re@d or not to re@d natives, (2) digital immigrants en (3) digital settlers. 3 Digital natives zijn jongeren die na 1980 geboren zijn, en opgroeiden met moderne technologieën zoals het internet. Digital immigrants zijn mensen tussen de 30 en 64 jaar, die opgroeiden met de radio en televisie als dominante nieuwsmedia. Alhoewel deze generatie niet met het internet opgroeide, leerden zij op latere leeftijd met het medium om te gaan. De 65-plussers, oftewel de digital settlers, groeiden op met de krant als dominant nieuwsmedium. De radio en de televisie waren in hun jeugd in opkomst (Lee & Delli Carpini, 2010). Volgens Lee en Delli Carpini blijven mensen de media waarmee ze zijn opgegroeid op latere leeftijd gebruiken. Zo zullen kinderen die opgroeien met de krant als dominant medium de krant blijven lezen als ze volwassen zijn. Tegelijkertijd blijkt het online nieuwsconsumptiegedrag het offline nieuwsconsumptiegedrag voor een groot deel te reflecteren. Zo zullen NRC Handelsblad lezers ook online naar de website van deze krant gaan. Jongeren, die al opgroeiden met digitale technologieën, zullen als ze volwassen zijn diverse digitale bronnen hanteren voor de consumptie van nieuws (Lee & Delli Carpini, 2010). Gaan online en offline nieuwsconsumptie hand in hand? Lee en Delli Carpini (2010) stelden vast dat er een verband is tussen online nieuwsconsumptie en offline nieuwsconsumptie. Mensen die offline gewend zijn een krant te lezen, zullen online sneller naar een krantensite gaan dan naar een andere nieuwssite zoals Google News of Nu.nl. Maar vormen online en offline mediaplatformen geen bedreiging voor elkaar? Het lijkt niet meer dan logisch dat mensen de beschikbare mediatijd over verschillende platforms verdelen, en dan ook minder tijd per medium besteden. Is er onderzoek gedaan naar de complementariteit of rivaliteit tussen oude en nieuwe media? Onderzoek van Cauwenberge et al. (2010) toont aan dat online en offline nieuwsmedia naast en door elkaar gebruikt worden. Volgens de onderzoekers heeft een toename aan online nieuwsconsumptie dan ook niet ptie tot gevolg; er bestaat volgens hen zelfs een positief verband tussen het lezen van kranten, het kijken van het nieuws op televisie en het consumeren van online nieuws (Cauwenberge et al., 2010). Dit is mogelijk te verklaren door het feit dat 3 De termen digital natives en digital immigrants ontleenden ze van Palfrey en Grasser (2010) 11

Designing the Daily Digital mensen die van nature geïnteresseerd zijn in het nieuws, het dan ook via diverse kanalen volgen. Toch vindt er ook vervanging plaats. Zo vervangen jongeren traditionele nieuwsmedia steeds vaker voor online nieuwsmedia. Dit omdat het internet vaak gemakkelijker en aantrekkelijker is dan zijn papieren evenbeeld (De Waal & Schoenbach, 2010). Het deel van de Nederlandse bevolking dat de krant en nieuwsbladen van internet haalt, groeide dan ook van 35 procent in 2005 tot 49 procent in 2009 (Huysmans & de Haan, 2010). Uit onderzoek van het SCP bleek echter dat in 2008 de papieren krant nog steeds boven de online variant verkozen werd; het aantal jongeren dat de papieren krant las, was toen groter dan het aantal jongeren dat de online variant bekeek. Ongeveer 18 procent van de 12 tot 18 jarigen las de papieren krant 5 tot 7 dagen per week, tegenover 4 procent van de jongeren die de online versie 5 tot 7 dagen per week lazen (Schols, Duimel & de Haan, 2011). Voorlopig lijken we niet bang te hoeven zijn dat traditionele en nieuwere media uit ons medialandschap verdwijnen; mede omdat mensen vaak vasthouden aan bepaalde consumptiegewoontes (Michelstein & Boczkowski, 2010). Media die de moeite waard zijn voor headlines en achtergronden Amerikaans onderzoek uit 2010 laat zien dat negen van de tien Amerikanen dagelijks meerdere platforms gebruikt voor het vergaren van nieuws (Purcell, 2011). Bij bijna 60 procent van de Amerikanen zijn dat zowel online als offline platforms. Zo kijken zij bijvoorbeeld naar het nieuws op televisie, maar gaan daarnaast ook online om de website van een krant te lezen. Nieuwsportals, zoals Google News, zijn onder Amerikanen het populairst. Het onderzoek dat wij voor deze studie uitvoerden, is geïnspireerd op onderzoek van Schrøder & Larsen (2010) en Schrøder & Kobbernagel (2010). Zij onderzochten welke media Denen de moeite waard vinden voor nieuwsconsumptie. Hierbij maakten ze onderscheid tussen media die mensen de moeite waard vinden voor de consumptie van headlines, en media die mensen de moeite waard vinden voor de consumptie van achtergrondinformatie. Samenvattend geven de resultaten aan dat de Denen (net als Nederlanders) 12

To re@d or not to re@d gebruikt als het meest de moeite waard geacht voor de consumptie van headlines. Voor het vergaren van achtergronden stond het medium op de tweede plek. Internetsites bleken in 2008 in opkomst; het medium werd door 78 procent van de Denen gebruikt, en door 19 procent van de Denen als het meest onmisbare medium omschreven. Er bleek weinig verschil in media die de Denen gebruikten voor headlines en achtergronden. In beide top- kwamen de televisie, nieuwssites en nationale kranten voor, aangevuld met oor headlines, en lokale of regionale kranten voor achtergrondinformatie. Concluderend Uit eerder uitgevoerde onderzoek kan afgeleid worden dat mensen nog steeds vrij traditionele nieuwsconsumenten zijn. De televisie is het meest gebruikte medium voor nieuws. Maar wat is de invloed van de nieuwste technologieën, zoals smartphones en tablets, op de hedendaagse nieuwsconsument? De verspreiding hiervan is de laatste jaren sterk gestegen. Hebben deze nieuwe mediatechnologieën de consument al omgedoopt tot digitale nieuwsconsument, of blijven mensen nog steeds vasthouden aan de media waarmee ze zijn opgegroeid? Wordt het internet, door de toename aan mobiele technologieën waarop het internet gebruikt kan worden, waardevoller geacht? En maken Nederlandse nieuwsconsumenten wél onderscheid tussen headlinemedia en media die achtergrondinformatie bieden? Op deze en andere vragen zal in het volgende hoofdstuk antwoord worden gegeven. 13

Designing the Daily Digital 14

To re@d or not to re@d 3 Onderzoeksresultaten Begin 2011 lieten we een survey afnemen onder een representatieve steekproef (op basis van leeftijd, geslacht en opleidingsniveau) van de Nederlandse bevolking. In dit hoofdstuk geven we de belangrijkste resultaten van deze survey weer. Waar van toepassing zullen we de verschillen tussen de groepen toelichten. Wanneer de verschillen tussen bijvoorbeeld leeftijdscategorieën of opleidingsniveaus in de tekst besproken worden, zijn deze statistisch significant. Het belang van en de tijd voor nieuws Ongeveer 65 procent van de Nederlanders vindt het belangrijk tot heel belangrijk om op de hoogte te zijn van het nieuws. Slechts zeven procent vindt dit onbelangrijk tot heel onbelangrijk, en 28 procent heeft hier geen uitgesproken mening over. Wanneer nieuwsconsumenten in verschillende groepen worden geplaatst en met elkaar vergeleken worden, blijkt dat er geen significante verschillen zichtbaar zijn tussen mannen en vrouwen zijn. De meeste verschillen zijn te zien tussen de verschillende leeftijdsgroepen (zie Figuur 1). Belang nieuwsconsumptie (leeftijd) 55-65 45-54 35-44 25-34 14-24 Heel onbelangrijk Onbelangrijk Neutraal Belangrijk Heel belangrijk 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 1 Het gepercipieerde belang van nieuwsconsumptie per leeftijdsgroep Hoewel op het eerste gezicht de verschillen niet zo heel groot zijn, komt uit bovenstaande figuur naar voren dat de twee jongste leeftijdsgroepen (14 tot 25- en 25 tot 35-jarigen) het volgen van het nieuws vaker niet of helemaal 15

Designing the Daily Digital niet belangrijk vinden dan oudere leeftijdsgroepen. De leeftijdsgroep van 55 tot en met 65 jaar vindt het volgen van het nieuws vaker belangrijk dan de twee jongste leeftijdsgroepen en de leeftijdsgroep tussen de 45 en 54 jaar vindt het volgen van het nieuws vaker heel belangrijk dan de twee jongste leeftijdsgroepen. Aangezien dit onderzoek niet longitudinaal van aard is, is het moeilijk te voorspellen of de jongeren naarmate ze ouder worden nieuws belangrijker gaan vinden. Naast het belang dat de verschillende leeftijdsgroepen toekennen aan nieuws, verschilt ook de tijd die zij aan het volgen van nieuws besteden. tussen een kwartier en een half uur aan het bijhouden van nieuws en actuele gebeurtenissen. Ruim 40 procent van de Nederlanders besteedt op een gemiddelde dag tussen een half uur en twee uur aan het bijhouden van nieuws en actuele gebeurtenissen (zie voor een overzicht Figuur 2). Tijd besteed aan nieuws op een gemiddelde dag (%) 30 27 19 16 4 3 Geen <15 min. 15-30 min. 30-60 min. 60-120 min. >120 min. Figuur 2 Tijd besteed aan nieuws Ook hier zijn de meest significante verschillen terug te vinden tussen de jonger en oudere leeftijdsgroepen. De twee jongste leeftijdsgroepen besteden vaker geen tijd aan het bijhouden van nieuws dan oudere leeftijdsgroepen, terwijl de oudere leeftijdsgroepen (35 tot 45 jaar, 45 tot 54 jaar en 55 tot en met 65 jaar) besteden vaker tussen een uur en twee uur aan het bijhouden van nieuws dan jongere leeftijdsgroepen. Een overzicht van deze verschillen is te zien in onderstaande figuur (Figuur 3). 16

To re@d or not to re@d Tijd besteed aan nieuws per dag (leeftijd) 55-65 45-54 35-44 25-34 Geen 0-30 min. 30-60 min. >60 min. 14-24 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 3 Tijd besteed aan nieuws per leeftijdsgroep Opvattingen over online nieuwsconsumptie Naast vragen over de gebruikte nieuwsmedia, hebben de respondenten ook een aantal stellingen met betrekking tot hun nieuwsconsumptiegedrag beantwoord. Bijna de helft van de Nederlanders heeft vaste momenten op de dag, waarop ze nieuws consumeren. Hierbij zijn er geen significante verschillen zichtbaar tussen mannen en vrouwen. De oudere leeftijdscategorieën (35 tot en met 65-jarigen) zijn het echter vaker helemaal met de stelling eens, dan de jongere leeftijdscategorieën (14 tot 35-jarigen) (zie Figuur 4). Vaste momenten voor nieuwsconsumptie 55-65 45-54 35-44 25-34 14-24 0% 20% 40% 60% 80% 100% Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Niet van toepassing Figuur 4 Stelling: Ik heb vaste momenten op de dag dat ik nieuws consumeer 17

Designing the Daily Digital Iets meer dan de helft van de Nederlanders geeft aan voor het nieuws naar een aantal vaste websites te gaan (zie Figuur 5). Vaste nieuwswebsites 10% 7% 7% Helemaal mee oneens Mee oneens 30% 24% Neutraal Mee eens Helemaal mee eens 22% Niet van toepassing Figuur 5 Stelling: Voor online nieuws ga ik altijd naar dezelfde websites Meer dan 43 procent van de Nederlanders vindt de hoeveelheid nieuws die vandaag de dag beschikbaar is via verschillende bronnen overweldigend. De oudste leeftijdscategorieën (45 tot en met 65-jarigen) zijn het vaker helemaal met de stelling eens dan de jongere leeftijdscategorieën (14 tot 34 jarigen) (zie Figuur 6). Hoeveelheid beschikbaar nieuws overweldigend 55-65 45-54 35-44 25-34 14-24 Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 6 Stelling: De hoeveelheid nieuws die vandaag de dag beschikbaar is via verschillende bronnen, vind ik overweldigend 18

To re@d or not to re@d Het belang van sociale netwerksites om op de hoogte te blijven 55-65 45-54 35-44 25-34 14-24 Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Niet van toepassing 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 7 Stelling: Sociale netwerksites zijn voor mij belangrijk om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws Wanneer we stellen dat sociale netwerksites belangrijk zijn om op de hoogte te blijven van het nieuws, geeft slechts 17 procent aan het daarmee eens te zijn. Hier zijn duidelijke verschillen te zien tussen de verschillende leeftijdsgroepen (zie Figuur 7). De oudere leeftijdscategorieën (25 tot en met 65-jarigen) zijn het vaker helemaal oneens met de stelling, dan de jongste leeftijdscategorie. Televisie is nog steeds het belangrijkste medium In de survey vroegen we de respondenten welke bronnen ze op een gemiddelde dag gebruiken om nieuws (in de brede zin van het woord) te consumeren. Uit een lange lijst opties konden zij de bronnen aanvinken die ze gebruiken. Ook was er ruimte om andere (niet genoemde) nieuwsbronnen aan te vinken. Gemiddeld kruisten de respondenten vier verschillende media aan.. Aan de hand van de resultaten hebben we een top-10 samengesteld, met hierin de meest genoemde (gebruikte) nieuwsbronnen (zie Tabel 1). De televisie wordt door 73 procent van de respondenten genoemd, en is daarmee het meest genoemde medium voor nieuws op een gemiddelde dag, gevolgd door de radio (47 procent) en de computer (45 procent) 19

Designing the Daily Digital (waarbij de respondenten aangaven dat het hierbij ging om nieuwssites van kranten en/of omroepen). Andere nieuwssites, zoals Nu.nl of Google, nieuws staan in deze top-10 op de zesde plaats. Gratis kranten staan met 41 procent op de vierde plek, gratis lokale/regionale kranten en betaalde landelijke kranten staan met 24 procent op de zevende en achtste plek. Teletekst staat met 41 procent op de vijfde plek. Sociale netwerksites via de computer staan in dit overzicht op de negende plaats; 18 procent van de Nederlanders gebruikt op een gemiddelde dag sociale netwerksites om nieuws te volgen. Ongeveer 6 procent van de Nederlanders zegt hun mobiele telefoon te gebruiken om nieuwssites te bekijken; 5 procent doet dit middels een nieuwsapp. De mobiele telefoon is daarmee niet opgenomen in de top-10 van meest genoemde nieuwsbronnen. Top-10 nieuwsbronnen op een gemiddelde dag: 1. Televisie 2. Radio 3. Nieuwssites van kranten en/of omroepen 4. Gratis kranten 5. Teletekst 6. Overige nieuwssites (zoals NU.nl) 7. Gratis lokale/regionale kranten 8. Betaalde landelijke kranten 9. Sociale netwerksites 10. Betaalde lokale/regionale kranten Tabel 1 Top-10 nieuwsbronnen verschillen tussen de leeftijdsgroepen te ontdekken. Ook zijn er verschillen zichtbaar, die gerelateerd kunnen worden aan opleidingsniveau. Hieronder zal op deze verschillen nader worden ingegaan. De jongste leeftijdscategorie en de twee oudste leeftijdscategorieën lezen vaker betaalde kranten dan de middelste leeftijdsgroepen. Dit is te zien in Figuur 8. We zien eenzelfde patroon bij betaalde landelijke en betaalde regionale/lokale kranten. Een mogelijke verklaring voor dit verschijnsel is dat bij de jongste leeftijdsgroep die meestal nog thuis woont de krant van hun ouders vaak al op de keukentafel ligt. Hiermee hebben ze makkelijk (en 20

To re@d or not to re@d gratis) toegang tot dit nieuwsmedium (dit wordt ook opgemerkt door Schols, Duimel & de Haan, 2011). De leeftijdsgroep tussen de 25 en 34 jaar geeft het minst vaak aan de betaalde krant op een gemiddelde dag te gebruiken voor het vergaren van nieuws. Gebruikte nieuwsbronnen (leeftijd) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 28 27 35 31 13 17 19 9 10 18 Betaalde landelijke kranten Betaalde lokale / regionale kranten Figuur 8 Kranten als nieuwsbron Bekijken we de televisie als nieuwsbron in meer detail, dan valt op dat de oudste leeftijdscategorieën (44 tot 55-jarigen en 55 tot en met 65-jarigen) vaker nieuws en actualiteit dan de jongste leeftijdscategorie. De twee oudste leeftijdscategorieën gebruiken ook vaker teletekst voor het consumeren van nieuws dan de jongste leeftijdscategorie (zie Figuur 9). Binnen de oudste leeftijdsgroep wordt teletekst door iets meer dan de helft van de respondenten genoemd. Bij de jongste groep is dat nog geen derde van de respondenten. Het is wel opvallend dat bij alle leeftijdsgroepen teletekst vaker genoemd wordt als dagelijkse nieuwsbron dan betaalde landelijke kranten. Gebruikte nieuwsbronnen (leeftijd) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 65 71 75 78 78 32 34 42 45 52 TV: nieuws en actualiteitenprogramma's TV: teletekst Figuur 9 Televisie als nieuwsbron 21

Designing the Daily Digital Het gebruik van de computer voor het vergaren van nieuws is in alle leeftijdsgroepen hoog. De oudere leeftijdsgroepen geven iets vaker aan nieuwssites van kranten en omroepen te gebruiken voor het bijhouden van nieuws dan de jongere leeftijdsgroepen, maar de verschillen zijn hier niet heel erg groot. Het grootste verschil is te zien in het gebruik van sociale netwerksites. De jongste leeftijdscategorie gebruikt beduidend vaker sociale netwerksites op de computer dan de overige leeftijdscategorieën om op de hoogte te blijven van het nieuws (zie Figuur 10). Ongeveer 35 procent van de 14 tot 25-jarigen zegt sociale netwerksites te gebruiken voor nieuwsconsumptie op een gemiddelde dag, tegenover acht procent van de 55 tot en met 65-jarigen. Gebruikte nieuwsbronnen (leeftijd) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 35 34 35 38 26 38 38 53 44 48 35 19 14 12 8 Computer: overige nieuwssites Figuur 10 Internet als nieuwsbron Computer: nieuwssites kranten / omroepen Computer: sociale netwerksites Vanwege de toegenomen verspreiding van smartphones (zoals de iphone en Androidtelefoons) in Nederland, hebben we ook gekeken naar het nieuwsgebruik via de mobiele telefoon. Hoewel het gebruik van de mobiele telefoon voor nieuws nog veel minder vaak wordt genoemd dan de bijvoorbeeld televisie, kranten en de computer, zijn de resultaten toch interessant. Figuur 11 laat duidelijk zien dat de jongste leeftijdscategorie vaker de mobiele telefoon (nieuwssites, nieuwsapps en sociale netwerksites) gebruikt voor de consumptie van nieuws dan oudere leeftijdscategorieën. Het is te verwachten dat, met de toename van het aantal mensen met een smartphone in Nederland, het belang van de mobiele telefoon als nieuwsbron de komende jaren toe zal nemen. 22

To re@d or not to re@d Gebruikte nieuwsbronnen (leeftijd) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 11 10 10 10 8 7 6 3 2 2 2 3 3 1 0 Mobiele telefoon: nieuwssites Mobiele telefoon: nieuwsapps Mobiele telefoon: sociale netwerksites Figuur 11 De mobiele telefoon als nieuwsbron Zoals aangegeven zijn er wat betreft de gebruikte media, naast verschillen tussen leeftijdsgroepen, ook significante verschillen gerelateerd aan opleidingsniveau zichtbaar. Hoogopgeleiden gebruiken vaker betaalde landelijke kranten en week- en maandbladen voor het vergaren van nieuws, dan midden en laag opgeleiden. Ook gebruiken midden- en hoog opgeleiden vaker nieuwssites van kranten en/of omroepen en overige nieuwssites (zoals Nu.nl) op de computer, dan laag opgeleiden. De mobiele telefoon wordt ook vaker door midden- en hoog opgeleiden gebruikt; ze gebruiken vaker nieuwssites en nieuwsapps op de mobiele telefoon, dan laag opgeleiden. De meest waardevolle media voor nieuwsconsumptie Na een inventarisatie van de meest gebruikte nieuwsbronnen voor nieuwsconsumptie op een gemiddelde dag, vroegen we de respondenten een top-3 te maken van hun meest waardevolle media voor het consumeren van headlines en voor het vergaren van achtergrondinformatie. Deze resultaten werden gewogen bij elkaar opgeteld; wanneer iemand televisie op de eerste plaats zette, werden daar 3 punten voor toegekend, de nummer twee kreeg twee punten en de nummer drie kreeg 1 punt. Op deze manier kon voor de respondenten als geheel en per groep een gezamenlijke ranglijst worden samengesteld met de meest gewaardeerde media voor nieuwsconsumptie. Headlines In Tabel 2 staat een overzicht van de top-10 meest waardevolle media voor headlines. Hierin is te zien dat televisie op de eerste plaats staat. Televisie steekt met kop en schouders boven de andere media uit 42 procent van 23

Designing the Daily Digital de Nederlanders zet de televisie op de eerste plaats wanneer zij een top-3 moeten samenstellen van de meest waardevolle nieuwsmedia. In totaal heeft ruim driekwart van de respondenten televisie opgenomen in de top-3. De computer staat bij Nederlanders op nummer twee; 62 procent heeft de computer opgenomen in de top-3 van meest waardevolle media en 22 procent van de respondenten zet de computer als meest waardevolle headline medium op de eerste plaats. Betaalde landelijke kranten nemen een derde positie in; 28 procent van de mensen neemt kranten op in de top- 3, en 11 procent zet een betaalde landelijke krant op de eerste plaats. Mobiele telefoons komen in deze rangschikking uit op de 7 e plaats, vlak voor sociale netwerksites. Week- en maandbladen en tablets worden door bijna geen enkele respondent op de eerste plaats gezet. Meest waardevolle media voor headlines 1. Televisie 2. Computer 3. Radio 4. Betaalde kranten 5. Lokale / regionale kranten 6. Gratis kranten 7. Mobiele telefoons 8. Sociale netwerksites 9. Week- en maandbladen 10. Tablet Tabel 2 Top-10 meest waardevolle media voor headlines In onderstaande tabel zijn de uitkomsten weergegeven, geaggregeerd per leeftijdscategorie (Tabel 3). Het meest opvallende significante verschil in deze tabel is de plaats van de televisie en de computer. Televisie is voor de oudere leeftijdscategorieën (25 tot en met 65-jarigen) waardevoller voor het vergaren van het laatste nieuws, dan voor de jongste leeftijdscategorie (14 tot 25-jarigen). Waar televisie bij deze oudere groepen op nummer een staat, wordt deze plaats bij de jongste leeftijdscategorie ingenomen door de computer. Dit lijkt op een verschuiving van mediumvoorkeur te duiden, hoewel we dit pas met zekerheid kunnen vaststellen over een aantal jaren. 24

To re@d or not to re@d Verder valt op dat radio voor de middelste leeftijdscategorieën (35 tot 55- jarigen) waardevoller is voor het vergaren van het laatste nieuws, dan voor de jongste en de oudste leeftijdscategorieën; bij de drie middelste leeftijdscategorieën neemt radio een derde plek in als belangrijk medium voor headlines. De mobiele telefoon is voor de jongste leeftijdscategorieën waardevoller voor het vergaren van het laatste nieuws, dan voor de oudste leeftijdscategorieën (45 tot en met 65-jarigen). NR 14-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-65 jaar 1 Computer Televisie Televisie Televisie Televisie 2 Televisie Computer Computer Computer Computer 3 Betaalde landelijke kranten 4 Gratis kranten Betaalde landelijke kranten Radio Radio Radio Betaalde landelijke kranten Betaalde landelijke kranten Betaalde landelijke kranten 5 Radio Gratis kranten Gratis kranten Lokale/region ale kranten Lokale/region ale kranten Radio 6 Lokale/region ale kranten Lokale/region ale kranten Lokale/region ale kranten Gratis kranten Gratis kranten 7 Mobiele telefoon Mobiele telefoon Mobiele telefoon Mobiele telefoon Online sociale netwerken 8 Online sociale netwerken Online sociale netwerken Online sociale netwerken Online sociale netwerken Mobiele telefoon 9 Tablet Week- en maandbladen E-reader Week- en maandbladen Week- en maandbladen 10 Week- en maandbladen Tablet Week- en maandbladen Tablet Tablet Tabel 3 Top-10 meest waardevolle media voor headlines per leeftijdscategorie De verschillen in de waarde die door de respondenten wordt toegekend aan de kranten, televisie en de computer voor headlines, worden nog duidelijker wanneer we ze in een grafiek naast elkaar zetten. Figuur 12 laat duidelijk zien dat voor de jongste respondenten de computer een (significant) belangrijkere plaats inneemt dan bij de oudere leeftijdscategorieën. 25

Designing the Daily Digital Waarde van televisie, computer en betaalde kranten bij headlines (per leeftijdscategorie) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 TV Computer Betaalde landelijke kranten Figuur 12 Waarde van televisie, computer en betaalde kranten bij headlines voor verschillende leeftijdscategorieën Achtergrondinformatie We hebben eenzelfde weging uitgevoerd voor de media die de respondenten het meest waardevol vonden voor het bijhouden van achtergronden. Tabel 4 geeft een top-10 weer met de meest waardevolle media voor achtergrondinformatie. Ook hier is te zien dat televisie de eerste plaats inneemt. De televisie wordt door 36 procent van de respondenten aangeduid als het meest waardevolle medium voor het vergaren van achtergrondinformatie, gevolgd door de computer (25 procent) en betaalde landelijke kranten (13 procent). Opvallend is, dat voor het vergaren van headlines en achtergrondinformatie dezelfde media waardevol worden geacht. Het enige verschil is dat bij het vergaren van headlines lokale/regionale kranten boven gratis kranten staan, en dat dit bij het vergaren van achtergrondinformatie andersom is. Ook hier hebben we de verschillende leeftijdsgroepen met elkaar vergeleken, met vergelijkbare resultaten. Tabel 5 geeft de resultaten weer. 26

To re@d or not to re@d Meest waardevolle media voor achtergronden 1. Televisie 2. Computer 3. Betaalde landelijke kranten 4. Radio 5. Lokale/regionale kranten 6. Gratis kranten 7. Mobiele telefoon 8. Sociale netwerksites 9. Week- en maandbladen 10. Tablet Tabel 4 Top-10 meest waardevolle media voor achtergronden NR 14-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-65 jaar 1 Computer Televisie Televisie Televisie Televisie 2 Televisie Computer Computer Computer Computer 3 Betaalde landelijke kranten Betaalde landelijke kranten Radio 4 Radio Radio Betaalde landelijke kranten Betaalde landelijke kranten Radio 5 Gratis kranten Gratis kranten Gratis kranten Lokale / regionale kranten 6 Lokale / regionale kranten 7 Mobiele telefoon Lokale / regionale kranten Mobiele telefoon Lokale / regionale kranten Mobiele telefoon Gratis kranten Week- en maandbladen Betaalde landelijke kranten Radio Lokale / regionale kranten Gratis kranten Online sociale netwerken 8 Online sociale netwerken Online sociale netwerken Online sociale netwerken Mobiele telefoon Week- en maandbladen 9 Week- en maandbladen Week- en maandbladen Anders Online sociale netwerken Mobiele telefoon 10 Tablet Tablet Week- en maandbladen Tablet Tablet Tabel 5 Top-10 meest waardevolle media voor achtergronden per leeftijdscategorie 27

Designing the Daily Digital Uit tabel 5 wordt duidelijk dat betaalde kranten bij een aantal leeftijdsgroepen iets in waarde zijn gestegen. Bij vier van de vijf leeftijdscategorieën staan betaalde kranten nu op de derde plaats als meest waardevol medium voor achtergrondinformatie. Wederom is goed te zien dat de televisie door de jongste leeftijdscategorie minder waardevol wordt gevonden dan door de andere leeftijdsgroepen. Bij de jongste leeftijdsgroepen staat de computer op nummer een. Verder vinden de jongere leeftijdscategorieën (14 tot 25 en 25 tot 35-jarigen) gratis kranten waardevoller voor het vergaren van achtergrondinformatie, dan 55 tot en met 65-jarigen. De jongste leeftijdscategorie (14 tot 25-jarigen) vindt de computer daarentegen weer waardevoller voor het vergaren van achtergrondinformatie, dan de oudste leeftijdscategorieën (45 tot 55 en 55 tot en met 65-jarigen). Figuur 13 laat de verschillen tussen de waarde van televisie, computer en betaalde kranten zien voor de verschillende leeftijdsgroepen. Waarde van televisie, computer en betaalde kranten bij achtergrondinformatie (per leeftijdscategorie) 14-24 25-34 35-44 45-54 55-65 TV Computer Betaalde landelijke kranten Figuur 13 Waarde van televisie, computer en betaalde kranten bij achtergrondinformatie, voor verschillende leeftijdscategorieën 28

To re@d or not to re@d Concluderend In dit hoofdstuk hebben we een overzicht gegeven van de onderzoeksresultaten van ons kwantitatieve onderzoek naar nieuwsconsumptie. We vroegen respondenten welke bronnen ze op dagelijkse basis gebruiken voor nieuws, en welke media ze het meest waardevol vinden voor headlines en voor achtergrondinformatie. We hebben kunnen constateren dat de grootste verschillen te vinden zijn tussen leeftijdsgroepen. In het laatste hoofdstuk van dit boekje zijn onze belangrijkste conclusies op een rijtje gezet. 29

Designing the Daily Digital 30

To re@d or not to re@d 4 Conclusie Hoewel traditionele nieuwsmedia het de laatste jaren niet gemakkelijk hebben, ze hun publiek zien fragmenteren en het nog steeds moeilijk is via online kanalen voldoende inkomsten te genereren, lijkt ook in Nederland de behoefte aan nieuws, duiding en opinie niet afgenomen. Een zeer ruime meerderheid van de Nederlanders vindt het belangrijk tot zeer belangrijk om op de hoogte te blijven van het nieuws. Slechts een klein percentage vindt dat niet belangrijk. Dat nieuwsconsumptie de afgelopen jaren is veranderd, staat vast. Maar welke media staan voor Nederlanders bovenaan als het gaat om het bijhouden van headlines of het opzoeken van achtergrondinformatie met betrekking tot het nieuws? Anno 2011 hebben gebruikers als geen ander de mogelijkheden om nieuws te consumeren, via een veelheid aan media. Zijn ze al massaal overgestapt op het internet en hun mobiele telefoon of blijkt het niet? Maken ze onderscheid tussen media die geschikt zijn voor headlines en voor achtergronden bij het nieuws? En in hoeverre verschillen mannen en vrouwen, hoger en lager opgeleiden en verschillende leeftijdsgroepen hierin van elkaar? In dit onderzoek hebben we deze vragen tegen het licht gehouden. In deze conclusie geven we een beknopt overzicht van de belangrijkste resultaten weer, en vergelijken we deze met de resultaten van eerder onderzoek naar nieuwsconsumptie. Het afnemende belang van televisie De onderzoeksresultaten laten zien dat, net als in landen als Denemarken en de Verenigde Staten, ook in Nederland de televisie de meest gebruikte nieuwsbron is. De computer staat vooralsnog op de tweede plaats. In dat opzicht onderbouwt ons onderzoek de resultaten van onderzoek uit 2009 en 2010 (zoals besproken in hoofdstuk 2) en sluit het goed aan bij het onderzoek van Schrøder en Larsen, en Schrøder en Kobbernagel. Deze eerdere onderzoeken, die in het tweede hoofdstuk van dit boekje besproken zijn, geven aan dat televisie het meest gebruikte medium is, en dat de computer op de tweede plaats staat. TNS NIPO verwacht dat in 2029 de computer naar de eerste plaats zal zijn gestegen. Ons onderzoek toont aan dat dit voor de jongste leeftijdsgroep (14 tot 25-jarigen) al het geval is. Dit kan een indicatie zijn dat de ontwikkelingen sneller gaan dan gedacht. Ook bij de andere leeftijdsgroepen neemt de computer een steeds belangrijkere plaats in. Longitudinaal onderzoek zal hier uitsluitsel over kunnen geven. 31

Designing the Daily Digital In grote lijnen kunnen we stellen dat het tot nu toe nog steeds zo is dat de mediumkeuze afhankelijk is van het medialandschap waarin mensen opgroeien. Dit verklaart ook waarom we veel meer significante verschillen vonden tussen leeftijdsgroepen dan tussen opleidingsniveaus of geslacht. Sociale netwerken en smartphones Voordat we aan ons onderzoek begonnen, verwachtten we dat mobiele telefoons en sociale netwerken belangrijk zouden zijn voor nieuwsconsumptie, en dan vooral voor jongeren. Maar hoewel er wel een duidelijk verschil zichtbaar is tussen jongeren en ouderen bij het gebruiken van smartphones en het belang van sociale netwerken voor nieuwsconsumptie, consumeren ook jongeren hun nieuws nog steeds het meest en het liefst via de computer of de televisie. Een opvallende uitkomst was dat nieuwsapps en sociale netwerksites via de mobiele telefoon significant vaker worden genoemd door jongeren, terwijl bij de nieuwsconsumptie van gewone nieuwssites via de mobiel tussen de 14 tot 45-jarigen niet hele grote verschillen zichtbaar waren. Verschil tussen headlines en achtergronden Net als in de Deense studie, vonden wij weinig verschillen in het gebruik van media voor headlines en achtergronden. Hoewel we verwachtten dat mensen voor achtergronden eerder een traditioneel medium zoals de krant zouden gebruiken en voor de headlines bijvoorbeeld internet of mobiele telefoons, bleek dat niet het geval. Het lijkt erop dat mensen een aantal vaste media gebruiken voor de consumptie van nieuws, en hierbij weinig onderscheid maken tussen bepaalde typen media. Een kwalitatief vervolgonderzoek kan hier uitsluitsel over geven. 32

To re@d or not to re@d 5 Bronnen Associated Press. 2008. A New Model for News. Studying the Deep Structure of Young-Adult News Consumption. A Research Report from the Associated Press and the Context-Based Research Group. Emerging Consumption Patterns among Young People of Traditional and Internet News Platforms in the Low Countries. Observatorio Journal 4 (3), 335 352. Cock, R. de. 2010. Jong maar traditioneel? Exploratief kwalitatief onderzoek naar nieuwsgebruik bij kinderen. Centrum voor Mediacultuur en Communicatietechnologie, K.U. Leuven. Costera Meijer, I. 2007. The paradox of popularity. How Young people experience the news. Journalism Studies 8 (1), 96 116. Drok, N. & Schwarz, F. 2009. Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid. Hogeschool Windesheim / Stichting Krant in de Klas. http://www.krantindeklas.nl/publicaties/drokschwarz_jongerennieuwsmedia-betrokkenheid_compleet.pdf (geraadpleegd in mei 2011). Huysmans, F. & Haan, de, J. 2010. Alle kanalen staan open. De digitalisering van mediagebruik. Den Haag: SCP. Lee, A.M. & Delli Carpini, M.X. 2010. News Consumption Revisited: Examening the Power of Habits in the 21st Century. Texas: 11th Online Symposium on Online Journalism. Nattermann, P.M. 2010. A glimmer of hope for newspapers. McKinsey Quarterly April 2010. http://www.mckinseyquarterly.com/media_entertainment/publishing/a_glimm er_of_hope_for_newspapers_2560 (geraadpleegd in mei 2011). Mitchelstein, E. & Boczkowski, P.J. 2010. Online news consumption research: An assessment of past work and an agenda for the future. New media & society 12 (7), 1085-1102. Purcell, K. 2011. Trends to Watch: News and Information Consumption. Presentatie PEW. http://www.pewinternet.org/presentations/2011/mar/catholic-press- Association.aspx (geraadpleegd in mei 2011). 33

Designing the Daily Digital Schols, M., Duimel, M. & Haan, de, J. 2011. Hoe cultureel is de digitale generatie? Den Haag: SCP. http://www.scp.nl/dsresource?objectid=27713&type=org Schrøder, K. C. & Larsen, B. S. 2010. The shifting cross-media news landscape. Journalism Studies 11 (4), 524 534. Schrøder, K. C. & Kobbernagel, C. 2010. Towards a typology of cross-media news consumption: a qualitative-quantitative synthesis. Northern Lights 8, 115-137. TNS NIPO 2008. Nederlandse jongeren: in 2029 internet nieuwsbron nummer 1. http://www.tns-nipo.com/pages/nieuws-persvnipo.asp?file=persvannipo\internet_no1_in_2029_1109.htm (geraadpleegd in mei 2011). Waal, E. de & Schoenbach, K. 2010. uses, evaluations and media displacement effects over time. New media & society 12 (3), 477 496. 34

To re@d or not to re@d I Vragenlijst Online onderzoek naar nieuwsconsumptie: vragenlijst 1. Wat is uw geslacht? O Man O Vrouw 2. Wat is uw geboortedatum? 3. Wat is uw hoogst genoten opleiding? O LO (lagere school, LAVO, VGLO) O LBO (LBO, LTS, ITO, LEAO, Huishoudschool, LLO) O MAO (MAVO, IVO, MULO, ULO, 3jr HBS, 3jr VWO, 3jr VHMO) O MBO (MTS, UTS, MEAO) O HAO (HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, NMS, HBS, Lyceum) O HBO (HTS, HEAO, Wetenschap. Kand., Univers. Onderwijs Kand.) O WO (Universitair onderwijs, Doctoraalopleiding, TH) 4. Kunt u op onderstaande schaal aangeven hoe belangrijk het volgen van het nieuws voor u is? O Helemaal niet belangrijk O Niet belangrijk O Neutraal O Belangrijk O Heel belangrijk 5. Hoeveel tijd besteedt u op een gemiddelde dag aan het bijhouden van nieuws en actuele gebeurtenissen? O Geen O 15 minuten of korter O Tussen een kwartier en een half uur O Tussen een half uur en een uur O Tussen een uur en twee uur O Langer dan twee uur 35

Designing the Daily Digital 6. Welke bronnen gebruikt (leest, bekijkt of beluistert) u op een gemiddelde dag voor het vergaren van nieuws? O Betaalde landelijke kranten O Gratis kranten O Betaalde lokale / regionale kranten O Gratis lokale / regionale kranten O Week- en maandbladen (zoals HP/De Tijd of Elsevier) O Televisie: nieuws- O Televisie: teletekst O Radio O Computer: nieuwssites van kranten en/of omroepen O Computer: overige nieuwssites (zoals NU.nl) O Computer: sociale netwerksites (zoals Facebook, Hyves of Twitter) O Computer: blogs O Mobiele telefoon: nieuwssites O Mobiele telefoon: nieuwsapps O Mobiele telefoon: sociale netwerksites (zoals Facebook, Hyves of Twitter) O Mobiele telefoon: blogs O Tablet (zoals ipad): nieuwssites O Tablet (zoals ipad): sociale netwerksites (zoals Facebook, Hyves of Twitter) O Tablet (zoals ipad): blogs O ereader O Anders, namelijk O Geen van bovengenoemde 7. Welke media zijn voor u het meest waardevol voor het vergaren van het laatste nieuws (headlines)? Kunt u een top 3 opstellen, waarbij op 1 het meest onmisbare medium staat? O Betaalde landelijke kranten O Gratis kranten O Lokale / regionale kranten O Week- en maandbladen (zoals HP/De Tijd of Elsevier) O Televisie O Radio O Computer (internet) O Mobiele telefoon O Tablet (zoals ipad) O Online sociale netwerken (zoals Facebook, Hyves of Twitter) O Anders, namelijk O Geen van bovengenoemde 36

To re@d or not to re@d 8. Welke media zijn voor u het meest waardevol voor het vergaren van toelichting en achtergronden bij het nieuws? Kunt u een top 3 opstellen, waarbij op 1 het meest onmisbare medium staat? O Betaalde landelijke kranten O Gratis kranten O Lokale / regionale kranten O Week- en maandbladen (zoals HP/De Tijd of Elsevier) O Televisie O Radio O Computer (internet) O Mobiele telefoon O Tablet (zoals ipad) O Online sociale netwerken (zoals Facebook, Hyves of Twitter) O Anders, namelijk O Geen van bovengenoemde 9. O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 10. nieuws ga ik altijd naar de O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 11. mobiel eerder om op de hoogte te blijven van het snelle nieuws O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 37

Designing the Daily Digital 12. O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 13. veelheid nieuws die vandaag de dag beschikbaar is via verschillende bronnen, O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 14. netwerksites (zoals Hyves, Facebook of Twitter) zijn voor mij belangrijk O Helemaal oneens O Oneens O Neutraal O Eens O Helemaal mee eens 38

To re@d or not to re@d II Over het 3D-project -project biedt aan de Nederlandse media en start-ups in de communicatiesector een ontwikkelomgeving voor innovatieve toepassingen. Informatieverschaffing verschuift van distributie naar interactie, van product- naar dienstgericht, van monomedia naar multimedia. De consequenties van die ingrijpende transformatie komen ruim aan bod in dit R&D-project. De researchactiviteiten richten zich op zowel het managementniveau, de journalistieke werkvloer als de commerciële en/of marketing diensten van betrokken media. De verschuiving naar digitale condities is op dit moment vooral voor de gedrukte media actueel, maar raakt uiteindelijk alle nieuwsproducenten, dus ook omroepen, internetmedia en de diverse toeleverbedrijven van de informatiesector. Het 3D-project, met een looptijd van mei 2009 tot mei 2011, benadrukt dit gedeelde belang, geeft een dieper inzicht in de karakteristieken van elektronische informatieverschaffing en schetst concrete handelingsperspectieven. De uitvoerende kerngroep bestaat uit: Lectoraat Infonomics & New Media, Hogeschool Zuyd, Maastricht (projectcoördinator) Lectoraat CrossMedia Content, Hogeschool Utrecht, Utrecht TNO In totaal werken twee lectoren en een bijzonder hoogleraar parttime aan het project, en zijn vier onderzoekers fulltime aangesteld voor uitvoering van werkzaamheden. Daarnaast worden onderzoeksassistenten ingehuurd voor specifieke studies en/of onderzoeken. De diverse activiteiten vinden verspreid over het land plaats. In kort bestek biedt 3D de volgende activiteiten: een denktank voor strategische visieontwikkeling en innovatie: de 3D Academy. In dit onderdeel worden acht workshops voor mediamanagers gerealiseerd en vier thematische, verkennende studies uitgevoerd. Centrale vraag is: hoe maak je de geesten rijp voor fundamentele verandering van proces en product? een ontwerpstudio voor het ontwikkelen van innovatieve digitale toepassingen en het testen van prototypes met informatiegebruikers: 39