Evenementenvergunning / tijdelijke gebruiksvergunning Aanvraagformulier vergunning(en) voor het houden van een evenement Uw aanvraag dient tijdig én voorzien van de benodigde situatieschets(en), plattegrond(en) en overige benodigde bijlagen ingediend te worden. 1. Aanvrager 1.1 Naam organisatie: 1.2 Kamer van Koophandelnummer: 1.3 Adres: 1.4 Postcode: Plaats : 1.5 Naam aanvrager/gemachtigde: 1.6 BSN nummer: 1.7 Adres: 1.8 Postcode: Plaats : 1.9 Telefoon: Mobiel : 1.10 Fax: E mail : 1.11 Naam contactpersoon: 1.12 Adres: 1.13 BSN nummer: 1.14 Postcode: Plaats : 1.15 Telefoon: Mobiel : 1.16 Fax: E mail : 2. Gegevens contactpersonen tijdens evenement 2.1 Gegevens contactpersoon 1: (mobiel) telefoonnummer:
2.2 Gegevens contactpersoon 2: (mobiel) telefoonnummer: 2.3 Gegevens contactpersoon 3: (mobiel) telefoonnummer: 3. Gegevens evenement 3.1 Naam evenement: 3.2 Datum evenement : van t/m 3.3 Tijdstip(pen) evenement: Datum Start tijd Eind tijd Start opbouw Einde afbraak 3.4 Verwachte aantal deelnemers en/of bezoekers: 3.5 Doelgroep: 3.6 Omschrijving evenement: Welke activiteiten omvat het evenement? 3.7 Locatie(s) van het evenement: Indien er activiteiten plaatsvinden op meerdere locaties, dan alle locaties benoemen (bijvoorbeeld als er overnachting ten behoeve van het evenement plaats vindt op een andere locatie).
Locatie 1: Adres: Postcode en Plaats: Locatie 2: Adres: Postcode en Plaats: Locatie 3: Adres: Postcode en Plaats: Locatie 4: Adres: Postcode en Plaats: 3.8 Maakt u gebruik van (een gedeelte van) een bestaand bouwwerk of een omliggend terrein van een bouwwerk? Ja, ga door naar vraag 4. Let op! Bij vraag 8 wordt hier verder op in gegaan! Nee, ga door naar vraag 5. 4. Gegevens bestaande bouwwerken 4.1 Onder welke functiecategorie valt het bouwwerk waar het evenement plaats vindt? Gebruik de locatie zoals deze is weergegeven bij vraag 3.7 om in onderstaande tabel de bijbehorende functie aan te vinken (zie voor uitleg van de functies bijlage 1). Categorie / Functie Locatie 1 Locatie 2 Locatie 3 Locatie 4 Woonfunctie Kantoorfunctie Logiesfunctie Onderwijsfunctie Gezondheidszorg Bedrijfsgebouw Bouwwerken voor wegverkeer Publieksfunctie Anders, nl: 4.2 Waar wordt het bouwwerk tijdens het evenement voor gebruikt? (bijvoorbeeld slapen, bijeenkomst). Activiteit Locatie 1 Locatie 2 Locatie 3 Locatie 4
Let op! Indien het gebruik tijdens het evenement anders is dan het reguliere gebruik zal er een tijdelijke gebruiksvergunning van toepassing zijn. De aanvraag voor de tijdelijke gebruiksvergunning wordt automatisch in behandeling genomen. De legeskosten hiervan kunt u terugvinden op www.overheid.nl. 5. Het plaatsen van objecten, voorwerpen of stoffen op, aan of boven de openbare weg 5.1 Worden er objecten (= tijdelijke bouwwerken) geplaatst? (bijvoorbeeld een tent, podium, stellage, tribune, (licht)toren, hekwerk of overkapping). Indien ja, om hoeveel en wat voor bouwwerken gaat het? Let op! Bij vraag 8 wordt verder ingegaan op deze objecten. 5.2 Wordt de locatie waar het evenement plaatsvindt afgeschermd? (bijvoorbeeld door hekwerk). Let op! Indien ja, dan is de afgeschermde locatie een inrichting. Bij vraag 8 wordt hier verder op in gegaan. 5.3 Wilt u vlaggenmasten plaatsen? Indien ja, hoeveel vlaggenmasten? 5.4 Wilt u versiering boven de straat hangen? Indien ja, op welke hoogte? 5.5 Wilt u kermisattracties plaatsen? Indien ja, welke attracties? 5.6 Maakt u gebruik van verkooppunten (bijvoorbeeld kraam, tafel of voertuig voor verkoop van waren en/of goederen)? Indien ja, hoeveel en wat voor verkooppunten?
5.7 Maakt u gebruik van bakwagens en/of bakkramen? Indien ja, om hoeveel en wat voor bakwagens en/of bakkramen gaat het? 5.8 Plaatst u toiletvoorzieningen? Indien ja, om hoeveel en wat voor toiletvoorzieningen gaat het? 5.9 Wilt u een terras plaatsen of een tijdelijke vergroting van een bestaand terras?, ik wil een terras plaatsen, ik wil het bestaande terras tijdelijk vergroten Bij een uitbreiding van een bestaand terras dient u het bijgevoegde formulier uitbreiding terras in te vullen. Let op! Wanneer u één of meerdere vragen van onderdeel 5 met ja heeft beantwoord, moet u de te plaatsen voorwerpen aangeven op een situatietekening, schaal 1:1000. In bijlage 2 vindt u een uitleg over de situatietekening. Tevens dient u van alle tijdelijke bouwwerken (objecten, zie vraag 5.1) een plattegrondtekening, schaal 1:100 in te dienen. In bijlage 3 vindt u een uitleg over de plattegrondtekening. Bij het ontbreken van een situatietekening of een plattegrondtekening kunnen wij uw aanvraag niet in behandeling nemen. 6. Gebruik openbare ruimte 6.1 Wilt u straten/pleinen in gebruik nemen? Indien ja, welke straten/pleinen?
6.2 Wilt u groenstroken/parken in gebruik nemen? Indien ja, welke groenstroken/parken? 6.3 Wilt u tijdens het evenement (doorgaande) wegen, straten, fietspaden, plein, parken, etc. of een deel daarvan afsluiten voor het verkeer? Indien ja, vermeld de naam van het weggedeelte en de periode van afsluiting. 6.4 Maakt u gebruik van parkeergelegenheden? Indien ja, welke? 6.5 Zet u medewerkers in voor parkeerbegeleiding? Indien ja, hoeveel? 6.6 Maakt u gebruik van verkeersregelaars? Indien ja, hoeveel? 7. Veiligheid 7.1 * Zijn er brandveiligheidsinstructies voor personeel/gebruikers? * Is er een ontruimingsplan aanwezig? * Is er een bedrijfshulpverleningsorganisatie aanwezig? * Maakt u gebruik van een EHBO post tijdens het evenement? Let op! Bovenstaande zaken dient u geregeld te hebben en de nodige stukken aan te leveren. Bij het ontbreken van één van bovenstaande stukken, kunnen wij uw aanvraag in behandeling nemen. 7.2 Worden er tijdens het evenement beveiligingsmedewerkers ingezet? Naam bedrijf: Contactpersoon:
Adres: Telefoonnummer.: Email adres: Totale inzet aantal medewerkers: 8. Brandveiligheid Wanneer u een evenement organiseert kan het zijn dat u een tijdelijke gebruiksvergunning nodig heeft in verband met het (brand)veilige gebruik van de locatie. Om een goede afweging te kunnen maken dient u onderstaande gegevens in te vullen. De legeskosten van een tijdelijke gebruiksvergunning kunt u terugvinden op www.overheid.nl. De volgende vragen hebben betrekking op alle objecten (tijdelijke bouwwerken, zie vraag 5.1), bestaande bouwwerken en inrichtingen (afgebakend gebied/terrein, zie vraag 5.2). 8.1 Zijn er tegelijkertijd meer dan 50 personen in een bouwwerk, object of inrichting aanwezig? 8.2 Wordt er aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar dagverblijf verschaft? 8.3 Wordt er aan meer dan 10 personen met lichamelijke of geestelijke beperking dagverblijf verschaft? 8.4 Wordt er aan meer dan 4 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf verschaft? 8.5 Maximaal aantal aanwezige personen per ruimte (bestaand bouwwerk, object en/of inrichting). Indien er binnen een inrichting één of meerdere objecten en/of bouwwerken aanwezig zijn, dan zowel het maximaal aantal personen per object en/of bouwwerk aangeven als het maximaal aantal personen in de gehele inrichting. Ruimte 1 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 2 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 3 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 4 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Overdag..personen..personen..personen..personen s Avonds..personen..personen..personen..personen s Nachts..personen..personen..personen..personen (*) doorhalen wat niet van toepassing is.
8.6 Vindt er overnachting plaats? Indien ja, dan dient u per ruimte een zgn. beddenplan schaal 1:100 ter goedkeuring in te dienen. Om een beddenplan in te richten, zie bijlage 5. Tevens dient u te voldoen aan de eisenzoalsgesteld inbijlage6. Ruimte 5 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 6 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 7 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Ruimte 8 Inrichting/ Bouwwerk/ Object(*) Overnachting..personen..personen..personen..personen (*) doorhalen wat niet van toepassing is. 8.7 Wat is de (vloer)oppervlakte per ruimte? Ruimtenummers en oppervlakten invullen. Ruimte.. Ruimte Ruimte.. Ruimte Oppervlakte m² m² m² m² Ruimte.. Ruimte Ruimte.. Ruimte Oppervlakte m² m² m² m² 8.8 Geef de bezettingsgraadklasse per ruimte aan. Bezettingsgraad / aantal personen per verblijfsruimte: B1 > minder dan 2 m² per persoon. B4 > 12 tot 30 m² per persoon B2 > 2 tot 5 m² per persoon B5 > meer dan 30 m² per persoon B3 > 5 tot 12 m² per persoon Bezettingsgraadklasse en het max. aantal personen per verblijfsruimte aangeven op tekening. Ruimte.. Ruimte Ruimte.. Ruimte Bezettingsgraadklasse B B B B Ruimte.. Ruimte Ruimte.. Ruimte Bezettingsgraadklasse B B B B 8.9 Worden er zitplaatsen in rijen opgesteld? Indien ja, dan dient u per ruimte een zgn. stoelenplan schaal 1:100 ter goedkeuring in te dienen. Om een stoelenplan in te richten, zie bijlage 5.
8.10 Wordt er gebakken of gebraden? (geldt niet voor bakkramen). 8.11 Worden er ruimten verwarmd (in tijdelijke bouwwerken)? Indien ja, welke installaties zijn daarvoor aanwezig? 8.12 Vindt er (feest)versiering plaats? Let op! Versiering in ruimten dient aantoonbaar brandveilig te zijn. 8.13 Wordt er gebruik gemaakt van gasflessen? Aantal, inhoud en type gas aangeven. 8.14 Vindt er gasflessenopslag plaats? Zo ja, geef de locatie van de opslag aan op de situatie en/of plattegrondtekening. Geef de locatie van de gasflessen aan op de tekeningen. In bijlage 2 en 3 staat aangegeven waar de tekeningen aan moet voldoen. 8.16 Wordt er gebruik gemaakt van fakkels en/of vuur? Indien ja, geef een toelichting. 8.17 Is er anderszins sprake van brandgevaarlijke stoffen? Indien ja, welke brandbare, brandbevorderende en/of bij brand gevaar opleverende l d stoffen zijn aanwezig? Ruimte Stofnaam Stofklasse UN(VN)nummer Hoeveelheid 8.18 Vindt er opslag van brandgevaarlijke stoffen plaats? Zo ja, geef aan of de opslag buiten, in een tijdelijk bouwwerk of bestaand gebouw plaatsvindt. Geef de locatie aan op de plattegrond. 8.19 Zijn er brandblusmiddelen? Let op: minimaal 1 brandblusser a 6 kg per 200 m² verblijfsruimte.
8.20 Is er een noodverlichtingsinstallatie? Let op: verplicht bij avond of nachtgebruik (ook inrichtingen, dus buiten(terreinen) 8.21 Is de vluchtwegaanduiding voorzien van verlichting? Let op: verplicht bij meer dan 49 personen in een ruimte (dus ook inrichtingen). Indien aanwezig, locatie aangeven van de brandblusmiddelen/noodverlichtingsinstallatie/ vluchtwegaanduiding aan op de tekeningen. 9. (Nuts)voorzieningen 9.1 Maakt u gebruik van één of meer aggregaten? Indien ja, hoeveel? Geef de locatie van de aggregaten aan op de situatietekening 9.2 Maakt u op een andere wijze gebruik van stroomvoorzieningen? Indien ja, om wat voor stroomvoorziening gaat het? 9.3 Maakt u gebruik van een stroomvoorziening van de gemeente? Indien ja, om wat voor stroomvoorziening gaat het? 10. Geluid 10.1 Wilt u geluid ten gehore brengen? Indien nee, ga daar naar vraag 11 10.2 Om wat voor soort geluid gaat het? O Muziek O Spraak (ga door naar vraag 11) O Anders, namelijk: 10.3 Geef aan wat van toepassing is op de muziek O versterkt O live muziek O buiten O onversterkt O bandopname O binnen 10.4 Wat is het genre van de muziek?
11. Eten en drinken Wanneer u zwakalcoholische dranken tegen vergoeding verstrekt dient u een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank en Horecawet aan te vragen. Het formulier daarvoor vindt u bijgesloten. Aan het aanvragen van een ontheffing zijn kosten verbonden, zie www.overheid.nl. Het schenken van sterk alcoholische dranken is buiten een horeca inrichting niet toegestaan. 11.1 Wordt er tijdens het evenement tegen vergoeding zwakalcoholische drank verstrekt? Indien ja, bij hoeveel verkooppunten? 12. Promotieactiviteiten 12.1 Wilt u driehoeksborden of sandwichborden langs de openbare weg plaatsen? Voor het plaatsen van driehoeks of sandwichborden dient u een ontheffing aan te vragen. Aan het plaatsen van reclameborden zijn kosten verbonden (precario). U dient de aanvraag ontheffing te doen bij Event Support Holland, telefoon: 0348 689362, info@eventsupportholland.nl 13. Afval 13.1 Op welke wijze wordt vrijkomend afval ingezameld? 13.2 Hoe en door wie wordt het terrein na afloop schoongemaakt? U kunt gebruik maken van evenementencontainers, deze kunt u lenen via de Stadswerf, telefoon: (0347) 369 911.
14. Overige zaken Indien er nog overige zaken zijn, die niet op dit aanvraagformulier aan de orde zijn geweest, maar die wel van belang (kunnen) zijn bij de beoordeling van uw aanvraag, dan kunt u deze in de ruimte hieronder aangeven: 15. Ondertekening Plaats : Plaats : Datum : Datum : Handtekening rechthebbende Handtekening eventuele gemachtigde (indien van toepassing) (Indien de handtekeningen namens rechtspersonen worden gezet, dan dient de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar te worden vermeld, bijvoorbeeld Jan Klaasen, voorzitter) Let op! Indien van toepassing dienen bij deze aanvraag de volgende bescheiden te worden overlegd: situatietekening(en), zie bijlage 2 voor uitleg, bouwkundige plattegrondtekening(en), zie bijlage 3 voor uitleg, certificaten/attesten van versieringen, tenten, technisch apparatuur en installaties etc., ontruimingsplan(nen), beddenplan(nen), stoelenplan(nen), formulier uitbreiding terras en formulier ontheffing art. 35 Drank en Horecawet.
Bijlage 1: Toelichting vraag 4.1 1. Bouwwerken met een woonfunctie: Bejaardenoorden, verpleeghuizen, woongebouwen met een bijzondere bestemming, gevangenissen, huizen van bewaring, t.b.s. klinieken, e.d. 2. Bouwwerken met een kantoorfunctie: Kantoorgebouwen. 3. Bouwwerken met een logiesfunctie: Hotels, verblijfsgebouwen, gebouwen waar nachtverblijf wordt verstrekt e.d. 4. Bouwwerken met een onderwijsfunctie; Basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, scholen voor voortgezet en universitair onderwijs, collegezalen, examenhallen, particuliere opleidingsinstituten, dagverblijven, kinderopvangcentra, e.d. 5. Bouwwerken voor de gezondheidszorg: Gezondheidszorggebouwen, poliklinieken, psychiatrische klinieken, ziekenhuizen,e.d. 6. Bouwwerken die dienen als bedrijfsgebouw: Hieronder vallen gebouwen voor energie en communicatie, loodsen, vemen, opslagplaatsen, magazijnen, openbare bedrijfsgebouwen, radio / film / t.v. studio's, e.d. 7. Bouwwerken voor (weg)verkeer: Hieronder vallen spoorweggebouwen, bedrijfsgarages, parkeergarages, e.d. 8. Bouwwerken met een publieksfunctie: a. winkels, warenhuizen, showrooms, (kunst en antiek)veilingen; b. amusementsgebouwen zoals theaters, schouwburgen, bioscopen, stadions; c. sporthallen, zwembaden, sportscholen en fitnesscentra; d. info en expogebouwen, tentoonstellingsruimten, musea, kunstgalerijen; e. restaurants, cafés, bars, ontmoetingscentra, gemeenschapscentra, buurt en wijkcentra, jeugdhonken, dansscholen, sociëteiten, biljartzalen, (speel)automatenhallen, vermaakshallen; f. religieuze gebouwen, kerken, kapellen.
Bijlage 2: Situatietekening De situatietekening is een overzichtstekening (plattegrond) waarop de situatie tijdens het evenement op weergegeven wordt. De tekening moet op schaal zijn (niet kleiner dan 1:1000). Op de situatietekening moet de kadastrale aanduiding en zo mogelijk de straatnaam en huisnummer vermeld zijn van het bouwwerk c.q. terrein/kavel waar een inrichting of object geplaatst wordt. Geef op de situatietekening de volgende zaken, indien aanwezig of van toepassing, aan: Alle bestaande bouwwerken, objecten (tijdelijke bouwwerken) en/of inrichtingen, welken direct of indirect onderdeel uitmaken van het evenement, Aanwezige bluswatervoorzieningen, Vrij te houden doorgaande route t.b.v. de toegang voor de hulpverlenende diensten, Hekwerken of andere vormen van afbakening (ook wegafsluitingen), Vlaggenmasten, Versiering dat boven de straat gehangen wordt, Kermisattracties, Verkooppunten, Bakkramen en/of bakwagens met eventuele gasflessenaanduidingen, Toiletvoorzieningen, Terrassen, Aggregaten, Gasflessenopslag of opslag van andere brandgevaarlijke stoffen, Locatie t.b.v. ontsteking van vuurwerk. Als u zelf niet over een basisplattegrond van de locatie beschikt, kunt u deze opvragen bij de gemeente, afdeling vergunning & handhaving (telefonisch spreekuur op werkdagen van 09.00 tot 12.00 uur, 0347 369911).
Bijlage 3: Bouwkundige plattegrondtekeningen Op een schaal niet kleiner dan 1:100 voor bestaande bouwwerken en objecten (tijdelijke bouwwerken). Op een schaal niet kleiner dan 1:1000 voor zeer grote inrichtingen (bijvoorbeeld grote dansfestivals etc.) Geef op de plattegrondtekening de volgende zaken aan: Maataanduiding, Ligging en breedte van de uitgangen en nooduitgangen, Draairichting van alle deuren, Openingen en doorgangen bij bijvoorbeeld tenten, Indeling (toneel, podium, bar, opslag, bak, braad of kookapparatuur, verwarmingsapparatuur, geluidsapparatuur etc.), Opstelling van zitplaatsen (zie bijlage 5), tafels en alle overige meubilair, bedden (zie bijlage 5) Blusvoorzieningen, vluchtwegaanduiding, eventueel aanwezige branddetectieapparatuur (zoals een brandmeldinstallatie, rookmelders, handbrandmelders etc.) en overige (brand)veiligheidsinstallaties of voorzieningen, Noodverlichtingsarmaturen en transparantverlichting, Bestemming van de ruimte met maximaal aantal aanwezige personen en bezettingsgraadklasse, Vluchtroutes, vrij te houden gang en looppaden, vrije vloeroppervlakten, overige voor publiek beschikbare vloeroppervlakten, Brandweeringang(en) bij inrichtingen, Renvooi. Hieronder vindt u een overzicht van een aantal universele symbolen die u kunt gebruiken.
Bijlage 4: Toelichting op het juiste gebruik van locaties door de Brandweer Voor specifieke gevallen kunnen aanvullende eisen gelden, maar in grote lijnen zijn de voorschriften van de brandweer voor het opbouwen als volgt: Bereikbaarheid voor hulpdiensten dient te allen tijde gewaarborgd te blijven. De bereikbaarheid van de inrichting moet zodanig zijn dat hulpdiensten het object tot op minimaal 40 meter van de toegang kunnen benaderen. Ten behoeve van toegang van hulpverlenende diensten, moet een doorgaande route met een breedte van 3,5 meter en een hoogte 4,2 meter te worden vrijgehouden. Een brandweervoertuig heeft een draaicirkel van minimaal 10 meter. Bochten dienen over de volledige breedte vrij te blijven. Opstellingen zijn mogelijk vanaf minimaal 5 meter uit de bocht. Obstakels die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze route mogen geen losse goederen (zoals vlaggen, kledingrekken en overige) worden geplaatst. Aangrenzende percelen dienen eveneens bereikbaar te blijven. Dit geldt ook voor de omgeving van de activiteit, denk bijvoorbeeld aan geparkeerde auto s. Bluswatervoorzieningen dienen te allen tijde beschikbaar/bereikbaar te blijven voor de hulpdiensten. Denk hierbij aan brandkranen, blusvijvers en blusputten. Voor blusvijvers en blusputten geldt dat een blusvoertuig tot aan de oever/rand moet kunnen komen. Bij brandkranen geldt dat er om de brandkraan een werkcirkel moet zijn van minimaal 2 meter in doorsnede om veilig te kunnen werken en brandslangen af te kunnen leggen. Alle toegangen tot de gebouwen achter de inrichting dienen bereikbaar te zijn en bereikbaar te worden gehouden. Indien het terrein (tijdelijk) is afgesloten moet duidelijk de (brandweer )ingang zijn aangegeven en het toegangshek gemakkelijk zijn te openen, dan wel door een (eventuele) bewaking geopend te worden. (Tui )draden, elektriciteitskabels e.d. welke over de weg/terrein zijn gespannen dienen minimaal 4,2 meter boven het straatniveau worden aangebracht. Bakwagens en bakkramen. De afstand van een inrichting tot ieder andere inrichting dient dusdanig te zijn dat redelijkerwijs bij brand, overslag kan worden voorkomen. Bij inrichtingen met een bak of kookvoorziening als dient deze afstand minimaal 5 meter te bedragen. Vuurwerk. Het afsteken van vuurwerk binnen en in de directe omgeving van de inrichting is ten strengste verboden. Indien u vuurwerk wilt afsteken (op een veilige afstand van de inrichting), dan dient u hiervoor een vergunning aan te vragen bij de Provincie Utrecht sector vergunningverlening en handhaving branchegericht, telefoonnummer (030) 25 89 111. Hiervoor dient u een termijn van minimaal acht weken in acht nemen;
Bijlage 5: Stoelenplan en beddenplan Stoelenplan in een bestaand gebouw: Bij in rijen opgestelde zitplaatsen dient er een stoelenplan ter goedkeuring aangeleverd te worden. Voor het opstellen van een stoelenplan in een bestaand bouwwerk, dienen de voorschriften van artikel 7.13 uit afdeling 7.2 van het Bouwbesluit 2012 in acht genomen te worden. Hieronder vindt u dit artikel: Artikel 7.13 Opstelling zitplaatsen en verdere inrichting o 1. De inrichting van een ruimte is zodanig dat: a. voor elke persoon zonder zitplaats ten minste 0,25 m 2 vloeroppervlakte beschikbaar is; b. voor elke persoon met zitplaats ten minste 0,3 m 2 vloeroppervlakte beschikbaar is, indien geen inventaris kan verschuiven of omvallen als gevolg van gedrang; c. voor elke persoon met zitplaats ten minste 0,5 m 2 vloeroppervlakte beschikbaar is, indien inventaris kan verschuiven of omvallen als gevolg van gedrang. Bij de berekening van de per persoon beschikbare vloeroppervlakte wordt uitgegaan van de vloeroppervlakte aan verblijfsruimte na aftrek van de oppervlakte van de inventaris. o o o o o 2. In een ruimte met meer dan 100 zitplaatsen zijn de zitplaatsen gekoppeld of aan de vloer bevestigd, zodanig dat deze niet kunnen verschuiven of omvallen als gevolg van gedrang, voor zover die zitplaatsen in meer dan 4 rijen van meer dan 4 stoelen zijn opgesteld. 3. Bij in rijen opgestelde zitplaatsen is tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig met een breedte van ten minste 0,4 m, gemeten tussen de loodlijnen op de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen. 4. Indien in een rij als bedoeld in het derde lid tussen de zitplaatsen een tafel is geplaatst, bevindt deze zich niet in de vrije ruimte, bedoeld in dat lid. 5. Een rij zitplaatsen die slechts aan een einde op een gangpad of uitgang uitkomt, heeft niet meer dan 8 zitplaatsen. 6. Een rij zitplaatsen die aan beide einden op een gangpad of uitgang uitkomt, heeft ten hoogste: 16 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, niet groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 0,6 m is; 32 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 0,6 m is; 50 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 1,1 m is.
Stoelenplan in een object (tijdelijk bouwwerk): Voor het opstellen van een stoelenplan in een object (tijdelijk bouwwerk, zoals een tent, tribune etc.), dienen de voorschriften uit artikel 17a van de Brandbeveiligingsverordening in acht genomen te worden. Dit artikel komt eigenlijk overeen met het artikel 2.3.1 uit het Gebruiksbesluit, maar dan alleen geldig voor tijdelijke bouwwerken. Hieronder vindt u dit artikel: Artikel 17a Opstelling van inventaris 1. Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moet tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig zijn van ten minste 0,40 meter, gemeten tussen de loodlijnen door de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen. Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimte ter plaatse van de tafeltjes doorlopen. 2. In rijen opgestelde zitplaatsen, waarbij sprake is van; meer dan 4 stoelen in een rij, en meer dan 4 rijen, en een ruimte waarin meer dan 100 stoelen aanwezig zullen zijn, zijn zo gekoppeld dan wel aan de vloer bevestigd dat deze ten gevolge van gedrang niet kunnen verschuiven of omvallen. De stoelkoppeling moet ten genoegen het college van Burgemeester en Wethouders zijn uitgevoerd. 3. Een rij zitplaatsen, die slechts aan één einde op een gangpad of uitgang uitkomt, mag niet meer dan 8 zitplaatsen bevatten. 4. Een rij zitplaatsen die aan beide einden op een gangpad of een uitgang uitkomt, mag ten hoogste bevatten: 16 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen kleiner is dan 0,45 meter; 32 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 0,45 meter; 50 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 0,45 meter en er bovendien aan beide einden van de rijen per 4 rijen een uitgang met een breedte van ten minste 1,10 meter aanwezig is. 5. De inrichting van een ruimte, met inbegrip van door personen bezette stoelen, neemt tot een hoogte van 2,5 meter slechts zodanige oppervlakten in beslag gemeten in loodrechte projectie op de vloer dat ten minste 0,25 m² vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor geen zitplaats aanwezig is; 0,30 m² vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor een zitplaats aanwezig is die zodanig is of is aangebracht dat deze ten gevolge van gedrang niet kan verschuiven of omvallen; 0,50 m² vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor een zitplaats aanwezig is die niet zodanig is of is aangebracht dat deze ten gevolge van gedrang niet kan verschuiven of omvallen. 6. Inrichtingen in een ruimte waarin personen verblijven, zijn, indien de vrije vloeroppervlakte minder dan 0,5 m² per persoon bedraagt, zodanig aangebracht dat zij ten gevolge van gedrang niet kunnen verschuiven of omvallen. 7. Een tribune heeft een bouwconstructie die bestand is tegen de daarop werkende krachten. Te controleren door de constructeur van de gemeente. 8. Er moet een door of vanwege het college van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd opstellingsplan aanwezig zijn.
Beddenplan: Bij overnachtingen in objecten (tijdelijke bouwwerken) of in bestaande gebouwen niet zijndelogiesfunctie, dient er een beddenplan ter goedkeuring aangeleverd te worden. Voor het opstellen van een beddenplan, dienen de voorschriften uit artikel 17b van het Gebruiksbesluit in acht genomen te worden. Hieronder vindt u dit artikel: Artikel 17b Opstelling van inventaris (beddenplan) 1. De inrichting van een ruimte, met inbegrip van door personen bezette slaapplaatsen, neemt tot een hoogte van 2,5 meter slechts zodanige oppervlakten in beslag gemeten in loodrechte projectie op de vloer dat per persoon meer dan 5 m² vloeroppervlakte beschikbaar blijft. 2. Een slaapplaats bestaat uit een slaapplek (bed, matras etc.) met tenminste aan één zijkant een vrije ruimte van 0,6m en tenminste aan één kopse kant een vrije ruimte van 0,5 meter (zie afbeelding 1). 3. Een slaapplek (bed, matras etc.) heeft een lengteafmeting van minimaal 2 meter en een breedteafmeting van minimaal 0,8 meter. 4. Tussen de slaapplaatsen moeten gangpaden (vluchtroutes) worden vrijgehouden die ten minste 2 meter breed zijn. Deze gangpaden moeten rechtstreeks leiden naar een (nood)uitgang, welke uitkomt op aansluitend terrein. 5. Van iedere slaapplaats (dus slaapplek met vrije ruimte), dient tenminste één zijde aan een gangpad (vluchtroute) te liggen. 6. Alle aanwezige (nood)uitgangen in een slaapruimte van een bestaand bouwwerk, dienen gebruikt te kunnen worden om de ruimte te kunnen verlaten in geval van calamiteit. Alle deuren op die desbetreffende routes dienen zonder los voorwerp direct over de gehele breedte geopend te kunnen worden om uiteindelijk de openbare weg te kunnen bereiken. Afbeelding 1
Bijlage 6: Aanvullende eisen m.b.t. slapen in een niet logiesgebouw of object (tijdelijk bouwwerk). 1. Het gebouw of object dient te zijn voorzien van een noodverlichtingsinstallatie en verlichtte vluchtrouteaanduiding. 2. De ruimte waarin geslapen wordt dient te zijn voorzien van noodverlichting, waarvan de lichtsterkte tenminste 1 lux op de vloer dient te bedragen. 3. Het gebouw dient te zijn voorzien van een niet automatische brandmeldinstallatie conform NEN2535 met een ontruimingsalarminstallatie conform NEN2575, waarbij een doormelding naar de Regionale Alarm Centrale niet vereist is. 4. De ruimte waarin wordt geslapen (zowel in een gebouw als in een object), dient (tijdelijk) te zijn voorzien van rookmelders. Toegestaan zijn de volgende soorten rookmelders: Rookmelders gekoppeld aan een brandmeldinstallatie, Rookmelders op netstroom, conform 2555 of Rookmelders op een 9 Volt batterij. 5. De plaats en het aantal rookmelders per ruimte moeten in overleg met de gemeente (Brandpreventie) worden bepaald. 6. In elke ruimte van de gebouwen waarin wordt overnacht moet ten minste één persoon van 18 jaar of ouder per 25 aanwezige personen aanwezig zijn die bij deze groep in dezelfde ruimte overnacht. Deze persoon moeten beschikken over een geldig diploma Bedrijfshulpverlener (BHV) en mag niet onder invloed van alcohol en/of drugs verkeren. Deze persoon heeft tot taak om bij een ontruiming de aanwezigen naar buiten te begeleiden en daar de compleetheid van de groep te checken. Indien er meerdere BHV ers aanwezig zijn dan dient er één BHV er als coördinator te worden aangesteld. Deze dient het overzicht te hebben van het totaal aantal personen per ruimte. 7. De gebruiksvergunningen van de gebouwen en de tijdelijke gebruiksvergunning voor het evenement met de (gewaarmerkte) plattegrondtekeningen dienen in de objecten, gebouwen of inrichting ter inzage voor functionarissen van de brandweer aanwezig te zijn. 8. Voor alle aanwezigen dient er op de locaties waar overnachting plaatsvindt een instructie wat te doen bij brand en de opgestelde huisregels aanwezig te zijn in het Nederlands en een taal die men machtig is (bijvoorbeeld Engels of Duits). 9. Er dient een geheel rookverbod te worden nageleefd in de ruimten waarin geslapen wordt. 10. Tijdens overnachtingen dient bij de entree van de gebouwen een register aanwezig te zijn met daarin: Een plattegrondtekening van het gebouw, Het totale aantal aanwezige personen, en Het aantal personen per ruimte. In het register dienen de controlerondes van de BHV ers opgenomen te worden door de BHV coördinator.