Toespraak minister Spies (BZK) tijdens de ondertekening van de Nationale verklaring huisvesting arbeidsmigranten op 28 maart bij BZK. Dames en heren, Welkom allemaal hier bij BZK. We gaan vandaag onze handtekening zetten onder een belangrijk document: de Nationale verklaring huisvesting arbeidsmigranten. Daarmee geven we het startsein voor de aanpak van een probleem dat zich de afgelopen jaren op diverse plaatsen in ons land heeft gemanifesteerd: de huisvesting van werknemers uit andere EU-lidstaten, vooral uit Midden- en Oost-Europese landen. Nederlandse bedrijven doen in toenemende mate een beroep op deze arbeidsmigranten. Zij leveren daarmee een positieve bijdrage aan onze economie. Inmiddels verblijven er ca. 300.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost- Europa in ons land; een aantal dat de komende jaren mogelijk nog zal toenemen.
Door deze toestroom is een relatief nieuw huisvestingsvraagstuk ontstaan: de groeiende behoefte aan tijdelijke en flexibele huisvesting, zoals kamergewijze verhuur, kort verblijf-adressen en logies-mogelijkheden. Daar is nu een tekort aan. De buitenlandse werknemers moeten daardoor vaak noodgedwongen hun toevlucht zoeken tot huisjesmelkers. Of ze wonen met te veel mensen in één huis of op een etage. Dat leidt tot allerlei leefbaarheidsproblemen voor zowel de werknemers als voor de directe omgeving. De diverse instanties die hier iets aan zouden kunnen doen, hebben te lang naar elkaar gewezen als het ging om de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van deze mensen. Maar daar is de afgelopen maanden gelukkig verandering in gekomen. Gemeenten, woningcorporaties, werkgevers, vakbonden en het Rijk hebben afgesproken zich sterk te gaan maken voor voldoende en veilige tijdelijke huisvesting voor werknemers uit andere landen. Overigens is er op diverse plaatsen in ons land al het nodige gebeurd of in gang gezet. Zo komt er in Den Haag wat men in de volksmond noemt een Polenhotel. 2
Dat is een wooncomplex voor 360 werknemers uit Middenen Oost-Europa. In het Westland staat al een dergelijk complex en in Brabant heeft een aardbeienkweker gezorgd voor tijdelijke huisvesting voor zijn werknemers neergezet die voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit. Maar dat waren gunstige uitzonderingen. Na vandaag zullen er meer nieuwe panden of complexen bijkomen en bestaande panden geschikt worden gemaakt voor tijdelijke huisvesting van buitenlandse werknemers. Dat gebeurt onder meer op grond van de zogeheten bed-voorbedregeling. Die regeling houdt in dat gemeenten en werkgevers ervoor zorgen dat bedden die nu nog in panden staan die op plekken waar het niet mag en waarin vaak veel te veel mensen moeten overnachten, komen te staan in woningen of complexen die wél passen in de omgeving en waarin een normaal aantal mensen is ondergebracht. Ook juich ik het toe dat werkgevers en vakbonden werken aan normen voor goede huisvesting en voor het toezicht daarop. 3
Je zou kunnen zeggen: we dweilen en we draaien de kraan dicht. Dweilen doen we door op te treden tegen wat onacceptabel is en de kraan dichtdraaien door te zorgen voor extra aanbod. Bijkomend voordeel van dergelijke maatregelen is dat huisjesmelkers de wind uit de zeilen wordt genomen en dat is natuurlijk mooi meegenomen! De bed-voor-bedregeling is onderdeel van de verklaring die we zo gaan tekenen. Dat geldt ook voor een campagne in minimaal acht regio s. Lokale bestuurders en andere betrokken partijen in die regio s moeten onderling gaan afspreken wie er hoeveel wooneenheden gaat realiseren en waar. Ik zal in de gaten houden of dat ook echt gebeurt en zonodig aansporen tot actie. Ik verwacht dat uiterlijk eind dit jaar die afspraken zijn gemaakt en met de uitvoering ervan is begonnen. Bij die afspraken gaat het mij vooral om aantallen extra plekken voor tijdelijke huisvesting en om locaties waar wordt gebouwd of verbouwd. Ook op het nakomen van de afspraken die zijn opgenomen in de Nationale verklaring zal ik scherp toezien. Ik ga er overigens van uit dat iedereen doet wat ie beloofd te gaan doen. Maar als dat niet zo is, zal ik de partij of de persoon die in gebreke blijft daarop aanspreken. 4
Want ik vind deze kwestie té belangrijk om te laten versloffen. Ik wil dat de afspraken die we vandaag met elkaar maken, ertoe leiden dat over een jaar of twee à drie de misstanden rond de huisvesting van arbeidsmigranten tot het verleden behoren. Straks maakt de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting bekend waar er zal worden geëxperimenteerd met nieuwe vormen van tijdelijke huisvesting. Enkele ondertekenaars van de Nationale verklaring hebben toegezegd deze proefprojecten te adopteren. Als ze succesvol zijn, zullen deze projecten hopelijk snel de bekende olievlekwerking hebben. Alles bij elkaar denk ik dat we vandaag een belangrijke stap zetten op weg naar voldoende, goede en veilige huisvesting voor arbeidsmigranten. Daarvoor moet de komende tijd veel gebeuren. Ieder van u zal de eigen achterban op de huid moeten zitten en hen helpen afspraken te maken én die ook uit te voeren. Want een intentieverklaring is mooi, maar je kunt er niet in wonen, om voormalig staatssecretaris Jan Schäfer te parafraseren. 5
Tot slot vraag ik u namens mijn collega Leers aandacht voor de taal. De arbeidsmigranten uit Midden- en Oost- Europa zijn doorgaans goed opgeleid. Naar schatting 20 procent heeft een universitaire opleiding. Zij zouden dus goed in staat moeten zijn om met behulp van de zelfstudiepakketten die BZK heeft laten ontwikkelen, onze taal te leren en in te burgeren. Met werkgevers en gemeenten willen Leers en ik dit jaar afspreken dat zij de arbeidsmigranten gaan stimuleren om met deze pakketten aan de slag te gaan. Wat mij betreft kunnen we nu gaan tekenen en daarna: aan de slag! 6