Betreft: Quick scan PRV-wijziging huisvesting tijdelijke werknemers op agrarische percelen. Geacht college,

Vergelijkbare documenten
Provincie Noord-Holland

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland

Ontwerp wijziging PRVS

Onderwerp: Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten in de tuinbouwgebieden van Erica en Klazienaveen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Concept-omgevingsvergunning voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Nummer : 2011/60 Datum : 8 november 2011 Onderwerp : Huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten

Provincie Noord-Holland

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Gedeputeerde Staten. Betreft: stand van zaken Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Geachte leden,

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Ruimtelijke beleidsnotitie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten

Provincie Noord-Holland

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

Bouwen en wonen in het buitengebied

Provincie Noord-Holland

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Huisvesting voor tijdelijke arbeidsmigranten.

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Telefoonnummer: Datum: 24 januari 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Bekendmaking Beleidskader tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten.

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

verblijfsruimte: ruimte voor het verblijven van mensen;

Bekendmaking ontwerpwijziging Provinciale Ruimtelijke Verordening en Actualisatie Structuurvisie Noord-Holland 2040

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Huisvesting arbeidsmigranten

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 6

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

Provincie Noord-Holland


Beleidsnota Plattelandswoning

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Telefoonnummer: Datum: 30 oktober 2012 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Geachte mevrouw Dekker,

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Provincie 4B Noord-Holland

Nota Van Beantwoording

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER:

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren)

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 22 juni 2010 Corr. nr.:

v o o r d r a c h t 13 september 2016 Corr.nr , RS Nummer 64/2016 Zaaknr

hebben op 23 juli 2015 een aanvraag voor omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen van:

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

: M.P.C. Gadella - Van Gils

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Provinciaal blad van Noord-Brabant

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I

29 januari 2014 H. de Paepe. Onderwerp Beleidsnota woningen in het buitengebied van de gemeente Lansingerland 2014

Vrijstellingsverzoek voor het spelen van boerengolf in Lage Zwaluwe, Verzoek voor het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het betrokken gebied.

Hierbij doe ik een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) in het kader van de taken van

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Provincie Noord-Holland

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Zienswijzennotitie ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Slagendijk en Petersweg 5/5a te Markelo. Gemeente Hof van Twente.

Gedeputeerde Staten HR Haarlem. Betreft: Samenwerkingsovereenkomsten Afsluitdijk. Geachte leden,

Huisvesting arbeidsmigranten Omschreven voorzieningen uit de "Handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden"

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Argumenten. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum:

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 10

mevr. C de Boer De Feart NT DRACHTSTERCOMPAGNIE

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010

Toelichting Wijzigingsplan Glastuinbouw Nieuwe Dijk 7 Artikel 3.6 Wro

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Voorschriften en overwegingen

Pagina 1/6 T

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo)

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Gelet op artikel 19, zesde lid, aanhef en onderdeel b van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Transcriptie:

POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon T. Dijkers BEL/RI Doorkiesnummer (023) 514 4415 dijkerst@noord-holland.nl 1 3 Betreft: Quick scan PRV-wijziging huisvesting tijdelijke werknemers op agrarische percelen Verzenddatum Geacht college, In de bijlage zenden wij u een quick scan over de wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) uit 2013 voor huisvesting van tijdelijke werknemers op agrarische percelen. Kenmerk 122507-528409 Uw kenmerk Doel quick scan Met deze quick scan is een blik gegeven op het gebruik van de mogelijkheid om tijdelijke werknemers te huisvesten op een agrarisch bouwperceel. Het doel van deze wijziging was om een belemmering voor gemeenten weg te nemen om tijdelijke werknemers te huisvesten. In een telefonische belronde onder enkele gemeenten is nagegaan wat het voor gemeenten betekent dat de wijziging is ingevoerd, wat de inschattingen zijn over het gebruik van de maatregel, en of er neveneffecten zijn. Rol provincie De provincie heeft een ruimtelijke rol in de regelgeving rondom tijdelijke werknemers en stimuleert gemeentelijke samenwerking waar nodig. Ook hebben wij een verantwoordelijkheid om in te grijpen als gemeenten hun handhavingstaken hierop structureel niet op orde hebben. Wijziging Bij de huisvesting op een agrarisch bouwperceel kan het gaan om nieuwe bebouwing maar ook een functiewijziging van bijvoorbeeld een boerenschuur van agrarisch naar een woonfunctie. Er zijn drie voorwaarden waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. Naast de eis dat het binnen het bouwperceel moet plaats vinden, moet de huisvesting ook nodig zijn voor agrarische bedrijfsvoering en een ondergeschikte functie zijn aan de agrarische bedrijfsvoering. Postbus 3007 2001 DA Haarlem Telefoon (023) 514 3143 Fax (023) 514 3030 Houtplein 33 Haarlem [2012 DE] www.noord-holland.nl

2 3 122507-528409 Deze eisen zijn toegevoegd om te voorkomen dat er (grote) logiesbedrijven worden gevestigd op het agrarisch bouwperceel. Resultaat quick scan Uit reacties van de gemeenten in Noord-Holland die bevraagd zijn, blijkt dat zij grotendeels positief zijn over de wijziging, waarin de provincie Noord-Holland de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten bij agrarische bedrijven in het buitengebied mogelijk heeft gemaakt. Door agrariërs wordt daadwerkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dergelijke huisvesting te realiseren. Uit de reacties blijkt dat er ook meer in de huisvesting wordt geïnvesteerd. Gegeven de ruimtelijke rol van de provincie op dit dossier, waarbij het uitgangspunt is dat gezocht moet worden naar huisvesting binnen BBG, heeft de provincie met de wijziging van de PRV een goede invulling gegeven aan haar rol en gemeenten gefaciliteerd in het vinden van oplossingen voor de huisvesting van tijdelijke werknemers. Bovendien is het een oplossing die agrariërs faciliteert, en die het landschap ontziet. Aandachtspunten: brandveiligheid en schaalgrootte Een belangrijk aandachtspunt bij het huisvesting van arbeidsmigranten is dat hulpdiensten mogelijk slecht ter plaatse kunnen komen door afscherming van de bebouwing. Ook is het voor hulpdiensten mogelijk niet goed zichtbaar dat er mensen op het erf wonen. Het is aan gemeenten om te zorgen voor de (brand)veiligheid van de huisvesting. Het stimuleren van registratie in de Basisregistratie Personen (BRP) of agrariërs een nachtregister laten bijhouden, draagt hieraan bij. Verder is het belangrijk dat gemeenten in de gaten houden dat de huisvesting ondergeschikt blijft aan de bedrijfsvoering.

3 3 122507-528409 Vervolg Op basis van de quick scan hebben wij besloten het artikel uit de PRV te handhaven. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de resultaten van deze quick scan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, provinciesecretaris voorzitter 1 bijlage(n) Quick scan PRV-wijziging huisvesting tijdelijke werknemers op agrarische percelen in Noord-Holland, inclusief bijbehorende bijlagen

Provincie Noord-Holland Quick scan PRV-wijziging huisvesting tijdelijke werknemers op agrarische percelen in Noord-Holland Korte beschouwing van gebruik en reacties op PRV-wijziging d.d. 6 mei 2013 Directie Beleid 20-1-2015

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding en doel quick scan... 2 1.2. Afbakening en hoofdvragen... 2 2. Context... 3 2.1. Aanleiding wijziging... 3 2.2. Wat is er gewijzigd?... 3 3. Korte beschouwing uit belronde... 4 3.1. Gebruik van de mogelijkheid... 4 3.2. Andere effecten... 4 4. Tot slot... 6 Bijlage 1. Statenvoordracht bij besluit 2013 (pdf)... 7 Bijlage 2. Toelichting op de aanpak van de quick scan... 8 Pagina 1 van 8 Provincie Noord-Holland

1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel quick scan Op 6 mei 2013 hebben PS besloten om een wijziging door te voeren in de toenmalige PRVS (hierna te noemen: PRV) waardoor het mogelijk werd om in bestemmingsplannen huisvesting van tijdelijke werknemers op agrarische percelen toe te staan (zie bijlage 1). GS hebben daarbij toegezegd om eind 2014 voorgestelde wijziging te evalueren. Het doel van de maatregel is om het palet aan mogelijke oplossingen voor gemeenten om het tekort aan huisvesting voor tijdelijke werknemers te bestrijden, uit te breiden. Met de PRV wijziging is zeker gesteld dat de provincie in elk geval geen belemmering vormt. Het maakt een ontwikkeling juridisch mogelijk die in de praktijk al door enkele gemeenten werd toegestaan of gedoogd. In de quick scan wordt bekeken wat het voor gemeenten betekent dat de belemmering is weggenomen, wat de inschattingen zijn over het gebruik van de maatregel, en of er neveneffecten zijn. 1.2. Afbakening en hoofdvragen Hoofdvraag: in hoeverre heeft de PRV-wijziging gemeenten geholpen in het vinden van oplossingen voor het tekort aan huisvesting voor tijdelijke werknemers? Subvragen: - Wat zijn de ervaringen van gemeenten met toepassing van de mogelijkheid om tijdelijke werknemers op agrarische percelen te huisvesten sinds mei 2013? - In hoeverre wordt de mogelijkheid gebruikt door agrariërs? - Heeft de PRV-wijziging neveneffecten gehad? De quick scan gaat hiermee dus in op de PRV-wijziging uit 2013, en niet op de rol van de provincie in beleid rondom arbeidsmigranten. Vanwege de genoemde doelen van de maatregel (belemmering wegnemen en palet aan oplossingen uitbreiden) wordt niet geëvalueerd of deze wijziging het tekort aan huisvesting voor tijdelijke werknemers heeft verkleind. De PRV-wijziging en deze quick scan gaan overigens alleen over tijdelijke werknemers. Permanente werknemers vallen onder regulier woonbeleid, dit valt niet onder de quick scan. Provincie Noord-Holland Pagina 2 van 8

2. Context 2.1. Aanleiding wijziging De provincie heeft een ruimtelijke rol in de regelgeving rondom huisvesting van tijdelijke werknemers en stimuleert gemeentelijke samenwerking waar nodig. Uit de convenanten die gemeenten, huisvesters en werkgevers in drie regio s in Noord-Holland hebben gesloten over het realiseren van huisvesting 1, kon je concluderen dat er in Noord-Holland een tekort aan huisvesting voor tijdelijke werknemers was. In 2012 kwam uit ambtelijk contact met gemeenten en brancheorganisatie LTO Noord naar voren dat een huisvestingsoplossing die door veel agrarische bedrijven werd gewenst, huisvesting op het bedrijf zelf is. Noord-Hollandse gemeenten die dit wilden toestaan, stuitten daarbij op de PRV. De planologische middelen voor gemeenten boden wel mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting op een agrarisch bouwperceel voor maximaal 5 jaar, maar de behoefte aan tijdelijke werknemers is structureel. Bovendien gaven agrariërs aan niet veel in deze huisvesting te durven investeren omdat de vergunningen tijdelijk waren. Overigens was er beleid van vóór de PRV dat het wel toestond en werd het huisvesten op een agrarisch bouwperceel door veel gemeenten gedoogd. 2.2. Wat is er gewijzigd? De provincie beoordeelt huisvesting voor tijdelijke werknemers op basis van regels in de Provinciale Ruimtelijke Verordening over nut en noodzaak en ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunt daarbij is het zoeken naar huisvesting binnen bestaand bebouwd gebied. De beleidswijziging (zie bijlage 1 voor de toelichting op het ontwerpbesluit) geeft gemeenten de ruimte om huisvesting van tijdelijke werknemers toe te staan op het agrarisch bouwperceel. Het kan gaan om nieuwe bebouwing maar ook een functiewijziging van bijvoorbeeld een boerenschuur van agrarisch naar een woonfunctie. Er zijn drie voorwaarden waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. Naast de eis dat het binnen het bouwperceel moet plaats vinden, moet de huisvesting ook nodig zijn voor agrarische bedrijfsvoering en een ondergeschikte functie zijn aan de agrarische bedrijfsvoering. Deze eisen zijn toegevoegd om te voorkomen dat er (grote) logiesbedrijven worden gevestigd op het agrarisch bouwperceel. 1 Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Greenport Aalsmeer. Greenport Aalsmeer omvat overigens ook Zuid-Hollandse gemeenten. Pagina 3 van 8 Provincie Noord-Holland

3. Korte beschouwing uit belronde 3.1. Gebruik van de mogelijkheid Alle gemeenten die zijn gebeld, op uitzondering van Amstelveen/Aalsmeer, hebben de mogelijkheid in hun bestemmingsplan(nen) opgenomen. Sommige gemeenten hadden de mogelijkheid zelfs al in het bestemmingsplan staan (Schagen, Den Helder, Hollands Kroon, regio West-Friesland) 2. Andere gemeenten hebben het later toegevoegd (zoals Haarlemmermeer). Er wordt door agrariërs daadwerkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tijdelijke werknemers te huisvesten. In sommige gemeenten bestond al veel van deze huisvesting en komt er met regelmaat iets bij. Om een beeld te geven van bestaande hoeveelheden: in Drechterland bestaan nu ongeveer 250 huisvestingsplaatsen op een agrarisch bouwperceel (schatting). Om een beeld te geven van toevoegingen: In Schagen zijn er ca. tien vergunningen verleend in 2014 en ca. zes in 2013. Hollands Kroon verleende in 2014 zes vergunningen. Haarlemmermeer en Hoorn melden dat dit type huisvesting niet veel voorkomt de gemeente. Omdat de PRV geen beperking oplegt over aantallen huisvestingsplaatsen op een perceel, kunnen agrariërs voor buurondernemers een gezamenlijke huisvestingsvoorziening realiseren. Een gemeente gaf aan dat het effect hiervan kan zijn dat de huisvesting grootschalig 3 wordt (Schagen). De huisvesting op het agrarisch perceel moet volgens de PRV ondergeschikt zijn aan de agrarische bedrijfsvoering, maar dit hoeft niet de eigen agrarische bedrijfsvoering te zijn. Hiervoor is bewust gekozen, om het mogelijk te maken dat uitwisseling van huisvestingsplaatsen tussen ondernemers mogelijk is. Op deze wijze kunnen de huisvestingsplaatsen optimaal worden benut (een fruitteler kan huisvesting in een rustige periode verhuren aan bijvoorbeeld werknemers bij een bollenteler) en zijn er per saldo minder huisvestingsplaatsen nodig. Het is aan gemeenten om erop toe te zien dat de huisvesting ondergeschikt blijft aan de bedrijfsvoering. 3.2. Andere effecten Veel gemeenten zijn positief over de PRV-wijziging. Zo wordt genoemd dat de wijziging heeft bijgedragen aan de kwaliteit van de huisvesting. Voorheen was alleen een tijdelijke huisvestingsverordening mogelijk; nu het huisvesten op en agrarisch bouwperceel permanent is toegestaan, durven ondernemers te investeren in de huisvesting (LTO Noord). Ook wordt genoemd dat de wijziging heeft bijgedragen aan het verminderen van schrijnende gevallen. Immers, de boer heeft zelf het toezicht op de leefomstandigheden (Schagen, LTO Noord, Medemblik). Ander beleid, zoals de regionale samenwerking via o.a. handhavings- en huisvestingsproject Kompas heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. De projecten Kompas West-Friesland en Kompas Noordkop zijn inmiddels beëindigd en de activiteiten worden voortgezet via bestaande structuren. De mogelijkheid in de PRV is een van de oplossingen die bijdraagt aan het realiseren van meer huisvesting (Drechterland). Daarnaast helpt het agrariërs bij het aantrekken van personeel en dus hun bedrijfsvoering (LTO Noord, Medemblik). Ook wordt door LTO Noord een concreet neveneffect van het beleid genoemd: het proces van het aanpassen van de PRV, waar gemeenten 2 Hollands Kroon heeft sinds januari 2008 een parapluregeling voor de huisvesting van seizoenarbeiders op agrarische percelen als nevenfunctie van het agrarisch bedrijf). 3 16 tot 18 wooneenheden. Provincie Noord-Holland Pagina 4 van 8

bij zijn betrokken, heeft de discussie actueel gemaakt. Het opstellen van de convenanten in de regio heeft daarmee volgens LTO Noord een impuls gekregen. In Greenport Aalsmeer is het convenant in april 2014 ondertekend, in de Kop van Noord-Holland in oktober 2014 en in West- Friesland in 2013. De wijziging van de PRV heeft ook procedurele voordelen opgeleverd (Drechterland): gemeenten hoeven geen ontheffing aan te vragen bij de provincie om de tijdelijke vergunningen te kunnen verlenen. Bovendien is de praktijk die al gedoogd werd nu niet meer illegaal. Volgens LTO Noord is het goed dat zowel inpandige huisvesting als units zijn toegestaan. Inpandige huisvesting is vanuit landschappelijk oogpunt vaak wenselijk, maar dit niet altijd gemakkelijk te realiseren omdat het krijgen van een verzekering lastiger is dan voor units. Dit geldt vooral als bestaande bebouwing geschikt wordt gemaakt voor bewoning, minder voor nieuwbouw. Er worden enkele kanttekeningen bij de PRV-wijziging geplaatst die gaan over huisvesting op een agrarisch perceel in het algemeen. Een gemeente geeft aan dat hulpdiensten minder snel kunnen ontdekken dat er mensen op het erf wonen, omdat het niet altijd direct zichtbaar is (bijvoorbeeld als de woningen zijn gerealiseerd in een voormalige schuur) (Hollands Kroon). In de kadernota huisvesting arbeidsmigranten regio Noordkop Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Heerhugowaar is afgesproken dat de arbeidsmigranten moeten worden geregistreerd in het BRP (Basisregister Personen) of dat er een nachtregister moet worden aanhouden (in dit geval door de agrariër), zodat de overheid weet hoeveel personen er in een pand verblijven. Eén gemeente noemt als kanttekening van huisvesting op agrarische percelen mogelijke verloedering van het agrarische gebied (Amstelveen/Aalsmeer). Ook noemt deze gemeente dat tijdelijke werknemers die wonen en werken op dezelfde plek wellicht te afhankelijk zijn van hun werkgever. Malafiditeit van werkgevers wordt vanuit hun verschillende verantwoordelijkheden aangepakt door gemeenten en de uitzendsector (SNA en SNCU). 4. De gemeente Hollands Kroon noemt verder dat de wijziging van de PRV volgens de gemeente te laat is ingezet: door PRV was het ongeveer 3 jaar niet goed mogelijk om huisvesting van arbeidsmigranten op een agrarisch perceel te realiseren. 5 4 Nationale Verklaring (tijdelijke) huisvesting EU-Arbeidsmigranten, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/richtlijnen/2012/04/11/nationale-verklaringtijdelijke-huisvesting-eu-arbeidsmigranten.html 5 De gemeente geeft ook aan in 2006 signalen te hebben gegeven dat huisvestingsproblematiek van tijdelijke werknemers aan de orde was en had ook graag een meer faciliterende rol van de provincie gezien op dit dossier. De provincie heeft toen geen actieve rol gepakt, omdat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de huisvesting. Dit valt buiten de scope van deze quick scan. Pagina 5 van 8 Provincie Noord-Holland

4. Tot slot De reacties die tot nu toe op de PRV-wijziging zijn geweest, zijn positief. De navraag bij enkele contactpersonen bevestigt dit. Er wordt genoemd dat het een bijdrage heeft geleverd aan het verminderen van schrijnende gevallen, dat ondernemers meer durven te investeren in de huisvesting waardoor er meer huisvesting komt en met betere kwaliteit. Bijna alle gemeenten hebben de mogelijkheid opgenomen in het bestemmingsplan. Door agrariërs wordt daadwerkelijk gebruik gemaakt van de regel; er bestond ook al veel van dergelijke huisvesting. Hoewel niet te kwantificeren, kan gezegd worden dat de PRV-wijziging dus op zijn minst een bijdrage heeft geleverd aan meer en betere huisvesting voor tijdelijke werknemers. Bovendien is het een maatregel die agrariërs faciliteert, en die het landschap ontziet. Een kanttekening bij het huisvesten op een agrarisch perceel is dat hulpdiensten soms niet gemakkelijk kunnen zien dat er mensen op het erf wonen. Oplossingen hiervoor vallen onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Daarnaast is het belangrijk is dat gemeenten in de gaten houden dat de huisvesting ondergeschikt blijft aan de bedrijfsvoering. Gegeven de ruimtelijke rol van de provincie op dit dossier, waarbij het uitgangspunt is dat gezocht moet worden naar huisvesting binnen BBG, heeft de provincie met de wijziging van de PRV een goede invulling gegeven aan haar rol en gemeenten gefaciliteerd in het vinden van oplossingen voor de huisvesting van tijdelijke werknemers. Aanbeveling is dan ook om de regels die in 2013 zijn ingevoerd in de PRV te handhaven. Er is geen aanleiding tot wijziging van het artikel. Provincie Noord-Holland Pagina 6 van 8

Bijlage 1. Statenvoordracht bij besluit 2013 (pdf) Pagina 7 van 8 Provincie Noord-Holland

Bijlage 2. Toelichting op de aanpak van de quick scan Het is niet mogelijk om valide conclusies te trekken over de bijdrage van de PRV-wijziging op het dossier van huisvesting voor tijdelijke werknemers. De complexiteit van dit vraagstuk kent te veel onzekerheden en externe invloeden. Zo is er aanpalend beleid op landelijk en gemeentelijk niveau dat ook effect kan hebben gehad op de huisvesting van tijdelijke werknemers, en economische omstandigheden hebben invloed. Het korte bestaan van de maatregel, 1,5 jaar, is ook te kort om hierover met zekerheid dingen te zeggen. Daarnaast ontbreekt een nulmeting, dus is er ook geen startsituatie van waaruit uitspraken gedaan kunnen worden. We hebben de opzet van dit onderzoek zo gekozen dat er wel conclusies getrokken kunnen worden over de gevolgen van de wijziging van de PRV voor de gemeentelijke vergunningverlening. Daarnaast hebben we naar de mening van LTO Noord gevraagd, die goede contacten in het veld heeft en zicht heeft op de manier waarop agrariërs de huisvestingsproblematiek ervaren. Als provincie hebben wij geen zicht op het daadwerkelijke gebruik van de maatregel door agrariërs, daarom hebben hiernaar gevraagd bij gemeenten. Vanwege de doelen van het beleid (belemmering wegnemen en palet aan oplossingen uitbreiden) is gekozen voor een light aanpak. Dit past ook bij de bescheiden en ruimtelijke rol die de provincie heeft op dit onderwerp. Per telefoon zijn gesprekken gevoerd met contactpersonen bij gemeenten en bij LTO Noord- Noord. Er is een aselecte steekproef gedaan bij gemeenten. De gemeenten waarvan wij verwachtten dat de wijziging effect heeft gehad, zijn geselecteerd. Dit zijn gemeenten in de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en de gemeenten rondom Greenport Aalsmeer. In totaal zijn negen gemeenten aangeschreven. Zes gemeenten hebben gehoor gegeven aan het verzoek tot een gesprek. Twee keer is er digitaal gereageerd. De gesprekken zijn gevoerd op basis van een semi-gestructureerd interview. Alle partijen hebben de mogelijkheid gekregen om na het interview nog opmerkingen na te sturen. Daarvan is zes keer gebruik gemaakt. Provincie Noord-Holland Pagina 8 van 8

Provinciale Staten van Noord-Holland 166196/166210 Bijlage 1 Voordracht Haarlem, 2 april 2013 Onderwerp: Vaststelling wijziging Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Bijlagen: ontwerpbesluit 1. Toelichting op het ontwerpbesluit In Noord-Holland is een groot tekort aan huisvesting voor arbeidsmigranten. Veel huisvesting vindt plaats in illegale of ongewenste omstandigheden, zoals op recreatieparken of met veel mensen in eengezinswoningen. Mensen kunnen niet op straat worden gezet en de arbeidsmigranten zijn bovendien hard nodig voor bedrijven in Noord-Holland. Daarom worden deze oplossingen door veel gemeenten gedoogd, totdat een betere oplossing voorhanden is. Gezien de grote diversiteit van de groep die moet worden gehuisvest, is er niet één oplossing. Sommige groepen verblijven hier maar tijdelijk, anderen willen zich hier vestigen en weer anderen blijven een middellange periode. De oplossingen zullen dus per definitie ook een breed spectrum moeten beslaan. Gemeenten zijn hiermee in regionaal verband aan de slag gegaan afgelopen jaar. Ook het Rijk bemoeit zich actief met het probleem. Het ministerie van BZK dringt aan op regionale samenwerking door gemeenten en concrete afspraken daarin en roept provincies op planologische belemmeringen weg te nemen. Om de urgentie te benadrukken heeft het Rijk een Nationale Verklaring hierover opgesteld. Een oplossing die door veel agrarische bedrijven wordt gewenst is huisvesting op het bedrijf zelf. Noord-Hollandse gemeenten die dat onder voorwaarden wilden toestaan, stuitten daarbij op de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (hierna: PRVS). Op grond van de PRVS is het niet mogelijk deze bestemmingsplannen goed te keuren, ook al was er provinciaal beleid van vòòr de PRVS dat het wel toestond. De Provincie heeft onderzocht wat er wel mogelijk is. In juli 2012 is een beleidsnota door GS ter kennisname aangenomen en vrijgegeven voor discussie. Hierin wordt onder andere voorgesteld de PRVS aan te passen om huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten op het agrarisch perceel mogelijk te maken, via aanpassing van artikelen 13, 14 en 17. Bij nader inzien geeft aanpassing van die artikelen teveel risico op continuering van de woonfunctie, na beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering of wanneer de behoefte aan tijdelijk personeel weg is. Ook dreigt daarbij precedentwerking voor andere woonvormen buiten BBG. Beter is het om huisvesting van tijdelijke werknemers te zien als onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering, waardoor de artikelen 26 en 28 in beeld komen. Door de huisvesting arbeidsmigranten op te nemen in artikel 26 en 28, die over resp. grootschalige en gecombineerde landbouwgebieden gaan, en te bepalen dat de huisvesting alleen mag plaatsvinden ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, is zij direct gekoppeld aan de agrarische bestemming van het perceel. Gebruik van de voorziening voor iets anders, bijvoorbeeld recreatie, is dan illegaal. Gemeenten moeten hier op handhaven. Als zij hierin falen kan de Provincie, maar ook iedere andere partij, gemeenten hierop aanspreken. Afhankelijk van de definitieve vormgeving van het Interbestuurlijk toezicht (IBT) kan de provincie ook via dat kanaal goede gemeentelijke handhaving stimuleren. De ervaring tot nu toe is dat gemeenten dezelfde belangen hebben als de

provincie op dit dossier. De bestemmingsplannen die ons nu bekend zijn (en waarop wij onder de huidige PRVS een zienswijze of aanwijzing moesten indienen), stellen dezelfde kaders en perken die zelfs nog verder in met aanvullende voorwaarden over bijvoorbeeld aantallen mensen en maximale verblijfsduur. Door de huisvesting nadrukkelijk als ondergeschikte functie te omschrijven, is gewaarborgd dat huisvesting van tijdelijke werknemers geen hoofdactiviteit wordt en dus niet de boventoon gaat voeren. Zoals gezegd is de huisvesting ook gekoppeld aan de agrarische bedrijfsvoering. Als de agrarische bedrijfsvoering stopt, betekent dat ook een einde aan de huisvesting van tijdelijke werknemers. Hierop moet wederom de gemeente handhaven. Net als andere bebouwing binnen het agrarisch perceel, zal nieuwe bebouwing moeten voldoen aan de eisen m.b.t. ruimtelijke kwaliteit zoals verwoord in artikel 15 van de PRVS. Hierop ziet de Provincie toe. Met een aantal gemeenten, de KvK Noordwest-Holland en LTO-noord is contact geweest over deze aanpassing. Alle partijen waren erg verheugd dat de Provincie dit zo voortvarend regelde en de benodigde planologische ruimte gaf. De keuze voor artikel 26 en 28 werd ook door alle partijen onderschreven als logisch en het meest duidelijk. Of voorgestelde aanpassing voldoende is om de problemen rond huisvesting van arbeidsmigranten op te lossen, kunnen we nu nog niet weten. Onze verwachting is dat het een groot deel van de bestaande problemen oplost, omdat het belemmeringen voor gemeenten wegneemt. In 2014 zal de provincie evalueren of deze maatregel genoeg heeft geholpen en ook geen onbedoelde neveneffecten kent. 2. Voorgestelde tekst van de artikelen Hieronder ziet u geel gemarkeerd de voorgestelde wijzigingen in de context van het artikel. I Artikel 26 komt te luiden: Artikel 26 Gebied voor grootschalige landbouw 1. Voor een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een gebied voor grootschalige landbouw, zoals op kaart 6 aangegeven en op de digitale verbeelding ervan, geldt het volgende: 1. Agrarische bebouwing moet worden geconcentreerd binnen het bouwperceel; 2. Een agrarisch bouwperceel mag worden vergroot tot maximaal 2 ha ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf mits dit noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering alsmede voor het oprichten van een biomassa inrichting ten behoeve van eigen gebruik; 3. Ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal één agrarische bedrijfswoning toegestaan; het bestemmingsplan kan met een ontheffing, als bedoeld in artikel 3.6 van de wet, één extra bedrijfswoning mogelijk maken mits dit noodzakelijk is voor het toezicht; 4. Een bestemmingsplan kan voorzien in de huisvesting van tijdelijke werknemers, indien: 1. de huisvestingsvoorziening wordt gesitueerd binnen het agrarisch bouwperceel; 2. de huisvesting plaatsvindt ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering en; 3. het een ondergeschikte functie ten opzichte van een volwaardig agrarisch bedrijf betreft. e. Een bestemmingsplan bevat geen bestemmingen of regels die voorzien in nieuwvestiging van volwaardige intensieve veehouderijen al dan niet als neventak. Ook bevat een bestemmingsplan geen bestemmingen of regels die voorzien in de herontwikkeling van een bestaand agrarisch bedrijf naar, al dan niet als nevenfunctie, intensieve veehouderij; f. Verplaatsing van de op het moment van inwerkingtreding van deze verordening bestaande intensieve veehouderijen in Noord-Holland wordt niet beschouwd als nieuwvestiging;

g. Voor zover een bestemmingsplan bestemmingen of regels bevat voor bestaande intensieve veehouderijen, al dan niet als neventak, geldt dat: 1. uitbreidingsmogelijkheden uitsluitend mogen worden opgenomen als aan de wettelijke milieu- en dierenwelzijneisen is voldaan zodat het bedrijf op de huidige locatie op duurzame wijze wordt ontwikkeld, als de uitbreiding als onder 1. bedoeld op de huidige locatie niet mogelijk is, dan wel gelegen in gebied voor gecombineerde landbouw, kan het bedrijf zich verplaatsen naar gebied voor grootschalige landbouw. 2. die bestemmingen of regels er in voorzien dat bij uitbreiding ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren; h. Een nieuw glastuinbouwbedrijf en de uitbreiding van een bestaand glastuinbouwbedrijf zijn uitsluitend binnen de op de kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan aangegeven glastuinbouwconcentratiegebieden toegestaan en mogen in het bestemmingsplan niet onmogelijk worden gemaakt; i. In afwijking van het bepaalde in g. maakt een bestemmingsplan uitbreiding van op het moment van inwerkingtreding van de verordening - bestaande glastuinbouwbedrijven tevens mogelijk in het gebied, op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan aangegeven als tuinbouwconcentratiegebied ; j. Indien sprake is van verplaatsing van een glastuinbouwbedrijf naar het gebied, op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan aangegeven als glastuinbouwconcentratiegebied dient zeker gesteld te worden dat door toepassing van de Ruimte voor Ruimte-regeling de bestaande locatie geherstructureerd wordt. k. Uitbreiding van teeltondersteunend glas van meer dan 2000 m 2 per perceel op een grondgebonden landbouwbouwbedrijf buiten de onder g. bedoelde gebieden is niet toegestaan; l. Een nieuw bollenteeltbedrijf voor permanente bollenteelt en de uitbreiding van een bestaand bedrijf alsmede het mogelijk maken van grondbewerkingen als bezanden, omzetten en omspuiten ten behoeve van permanente bollenteelt zijn uitsluitend toegestaan: 1. In de bollenconcentratiegebieden, zoals aangegeven op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan; 2. Een bestemmingsplan voor de gebieden, genoemd onder 1. maakt de vestiging van een bollenteeltbedrijf voor permanente bollenteelt niet onmogelijk. m. De nieuwvestiging van een zaadveredelingsbedrijf is uitsluitend mogelijk binnen het op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan aangegeven zaadveredelings-concentratiegebied en mag in dat zaadveredelingsconcentratiegebied in het bestemmingsplan niet onmogelijk worden gemaakt. n. Uitbreiding van op het moment van inwerkingtreding van de verordening bestaande daarbuiten gelegen zaadveredelingsbedrijven, is uitsluitend toegestaan voor als zodanig op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan specifiek aangegeven bedrijven. ( ) De artikelsgewijze toelichting komt te luiden: Artikel 26 en 27 In de structuurvisie hebben wij onze landbouwhoofdstructuur ontwikkeld die gebaseerd is op een indeling in twee gebieden: 1. het gebied voor grootschalige landbouw 2. het gebied voor gecombineerde landbouw Artikel 26 eerste lid legt vast dat voor de grootschalige landbouw hier concentratiegebieden voor de permanente bollenteelt, de glastuinbouw, de zaadteelt, mogelijke intensieve veehouderij zijn aangegeven. Daartoe zijn bouwpercelen van 2 hectare toegestaan. Gedeputeerde staten kunnen een ontheffing verlenen voor grotere bouwpercelen. De vestiging van

dergelijke bedrijven binnen deze concentratiegebieden mag door de bestemmingsplannen niet onmogelijk worden gemaakt. Onder duurzame wijze wordt verstaan dat een intensieve veehouderij moet voldoen aan alle eisen voor volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn. Huisvesting van tijdelijke werknemers, in bestaande of nieuw op te richten bebouwing, is toegestaan binnen het agrarisch bouwperceel. Onder tijdelijke werknemers wordt verstaan: Werknemers die tijdelijk arbeid verrichten en het hoofdverblijf elders hebben. De huisvesting mag slechts een nevenfunctie betreffen van een volwaardig agrarisch bedrijf en mag dus niet als kernactiviteit worden uitgevoerd. Op grond van het vijfde lid van dit artikel zijn de ruimtelijke kwaliteitseisen van artikel 15 van overeenkomstige toepassing op nieuw op te richten bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing. De functie blijft agrarisch. Recreatief (mede)gebruik van de voorziening is dus niet toegestaan. De vestiging van middelgrote en grote bio-massa inrichtingen is mogelijk op agrobusiness- terreinen of bedrijfsterreinen. Deze vallen binnen het bestaand bebouwd gebied. Bio-massa inrichtingen voor eigen gebruik zijn overal in de provincie mogelijk, zo nodig na een ontheffing van gedeputeerde staten ten behoeve van een vergroting van het bouwperceel ( dit laatste geldt uitsluitend voor het gebied voor grootschalige landbouw). Wij begrijpen onder eigen gebruik ook de situaties dat energie wordt geleverd aan derden, zolang maar sprake is van een ondergeschikte functie ten opzichte van de agrarische hoofdbestemming. De regeling van het teeltondersteunende glas bij volle grond bedrijven voor dit gebied en voor de gebieden daarbuiten is overeenkomstig het nu geldende beleid. De verplichting tot het maken van een Landbouw-effect rapportage geldt in geval van MER- plichtige activiteiten en overige activiteiten die een aanzienlijk effect op de landbouw hebben. II Artikel 28 komt te luiden: Artikel 28 Gebieden voor gecombineerde landbouw 1. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op het gebied buiten de in artikel 26 eerste lid bedoelde gebieden, maakt geen agrarische bouwpercelen mogelijk, groter dan 1,5 hectare. ( ) 6. Het bepaalde in artikel 26, eerste lid, onderdelen a, c, d en k alsmede het derde lid 3 is van overeenkomstige toepassing. ( ) De toelichting op artikel 28 wordt niet gewijzigd. In het zesde lid van artikel 28 wordt immers verwezen naar artikel 26, en dus impliciet ook naar de toelichting op dit artikel. 3. Communicatie Na het besluit van gedeputeerde staten op 18 december 2012 over de ontwerp wijziging en de vergadering van de Commissie R&M en M&W van 14 januari 2013, heeft de ontwerp wijziging PRVS gedurende vier weken ter inzage gelegen. Dit is aangekondigd in de Staatscourant, de lokale bladen van Noord-Holland en op de website van de Provincie Noord-Holland. De ontwerp wijziging kon worden ingezien via de website van de Provincie Noord-Holland, via www.ruimtelijkeplannen.nl en op het kantoor van de Provincie Noord-Holland aan de Ceylonpoort. Er zijn geen informatieavonden georganiseerd.

In de periode van de terinzagelegging is één brief met opmerkingen ingediend. Deze is bijgevoegd als bijlage. Besloten is deze opmerkingen niet tot wijzigingen te laten leiden in de ontwerp wijziging. In een brief aan de indiener (zie bijlagen 3 en 4) is uitgezet waarom. Beide brieven zijn kort samengevat in de Nota van Beantwoording (bijlage 2) 4. Proces en procedure De wijziging van de PRVS zal zo spoedig mogelijk, na de vaststelling door provinciale staten op 6 mei 2013, worden gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl en in het provinciaal blad en daags daarna in werking treden. 5. Voorstel Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het bijgaande ontwerpbesluit. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, J.W. Remkes, voorzitter mw. mr. G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van [..], kenmerk [ ], tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening; Besluiten: Artikel I De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie als volgt te wijzigen: A Onder vernummering van de onderdelen d tot en met m tot e tot en met n, een nieuw onderdeel d in te voegen in artikel 26, eerste lid, luidende: d. Een bestemmingsplan kan voorzien in de huisvesting van tijdelijke werknemers, indien: 1. de huisvestingsvoorziening wordt gesitueerd binnen het agrarisch bouwperceel 2. de huisvesting plaatsvindt ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering en 3. het een ondergeschikte functie ten opzichte van een volwaardig agrarisch bedrijf betreft B In artikel 28, zesde lid, wordt onderdelen a, c en j vervangen door: onderdelen a, c, d en k. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciale blad waarin het wordt geplaatst. Haarlem, [datum vaststelling PS] Provinciale Staten van Noord-Holland J.W. Remkes, voorzitter. J.J.M. Vrijburg, griffier. Toelichting De wijzigingen van artikel 26 en 28 beogen huisvesting van tijdelijke werknemers, in bestaande of nieuw op te richten bebouwing, toe te staan binnen het agrarisch bouwperceel. Onder tijdelijke werknemers wordt verstaan: Werknemers die tijdelijk arbeid verrichten en het hoofdverblijf elders hebben. De huisvesting mag slechts een nevenfunctie betreffen van een volwaardig agrarisch bedrijf en mag dus niet als kernactiviteit worden uitgevoerd. Op grond van het vijfde lid van dit artikel zijn de ruimtelijke kwaliteitseisen van artikel 15 van overeenkomstige toepassing op nieuw op te richten bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing. De functie blijft agrarisch. Recreatief (mede)gebruik van de voorziening is dus niet toegestaan.