ERVARINGEN VAN SCHOLEN

Vergelijkbare documenten
Het Vraagprofiel Instrument VPI

2

Kennismaking met Handelingsgericht Werken in het

TOELAATBAARHEIDSCRITERIA VOOR HET VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

Toelaatbaarheidscriteria voor het Speciaal Voortgezet Onderwijs

HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS

SLOA onderzoek Terugplaatsing van cluster 4 leerlingen naar het regulier onderwijs

Richtlijn Toelaatbaarheid tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs

Richtlijn Toelaatbaarheid tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs

... Inloggen Gebruikersaccounts aanmaken

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

Regeling indicatoren voor toelaatbaarheid VSO Cluster 3: Zeer moeilijk lerend (ZML)

Handleiding Vraag Profiel Instrument (VPI)

Toelichting ontwikkelingsperspectief

HGW in de groep. Uitslagen Quick Scan. Basisschool De Bakelgeert

Uitkomsten enquête onder psychologen en pedagogen werkzaam in het onderwijs

Procedure schooladvies

Passend Onderwijs Wat leeft er op de werkvloer?

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

Proces Overstappen Passend Onderwijs Almere

Schoolondersteuningsprofiel. 08PJ00 J.J. Anspachschool

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

Oktober Toelichting

Ondersteuningsprofiel o.b.s. De Bonte Stegge

SCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind

Bijlage beoordelingskader. Bepaling soort TLV en SO-categorie

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Het leerlingaantal op de Montinischool is de afgelopen jaren stabiel gebleken, zo rond de 275 leerlingen. We maken geen gebruik van leerling weging.

ONDERSTEUNINGSPROFIEL MONTESSORI LYCEUM staat aangegeven:

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Checklist bij 'Een doorgaande lijn PO - VO voor hoogbegaafde leerlingen'

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

Aanpak Inspira/edag - 3 maart 2016

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

Preventieve Ambulante Begeleiding

Procedure schooladvies

Overstap van PO naar VO met intensieve onderwijs- en ondersteuningsbehoeften Het multidisciplinair overleg: MDO overdracht

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Schoolondersteuningsprofiel. 14QN00 IBS De Twamester

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT

Gepersonaliseerd Onderwijs! Ondersteuningsprofiel Locatie Norg

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Ook ná Portalis de juiste onderwijszorg. Uitleg over de automatische indicatie cluster 4

Aanvraag extra ondersteuning

Bijlage persbericht Simulatieprogramma s RdMC voor 1-zorgroute

Schoolondersteuningsprofiel. 17EQ00 PC Basisschool De Fakkel

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

ondersteuningsbehoeften m a t r i x

HANDREIKING Advieswijzer voor plaatsing in het voortgezet onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Protocol Ontwikkelingsperspectief. 1. Inleiding. 2. Wet en regelgeving. 3. Huidig toezicht- en waarderingskader inspectie

Het aanvragen van een TLV of ondersteuningsarrangement

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Overgang van Primair naar Voortgezet Onderwijs Almere

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

1. Ons beleid over ons pedagogisch klimaat wordt door alle teamleden toepast.

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

CHECKLIST VO VOOR OVERGANG VAN PO NAAR VO

sine limite voor ieder kind

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Van speciaal naar regulier onderwijs: een hele overstap! Het Congres 29 november 2013

5. Toelaatbaarheidscriteria Voortgezet Speciaal onderwijs

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

Procedure Aanvraag TLV

Plaatsingsprocedure leerjaar 1. Clusius College Castricum

Schoolondersteuningsprofiel. 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker

Bijlage 1. Indicatiecriteria SWV VO Lelystad

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatiebijeenkomst LWOO/PrO & Route september 2018

Onderzoek Passend Onderwijs

Protocol Advisering PO VO OBS De Straap

Inspectie van het Onderwijs en ZIEN!

RICHTLIJNEN TOELAATBAARHEIDSVERKLARING ALMERE

Procedure aanmelding, toelating en plaatsing brugklas schooljaar

Schoolondersteuningsprofiel. 15TG00 OBS De TWA Fisken

Samenvatting. Totalen

Richtlijnen plaatsing voortgezet onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs

Overgang POVO bij leerlingen met ondersteuningsbehoeften

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

TUSSENRAPPORTAGE INTENSIVERINGSTRAJECT REKENONDERWIJS VO. mei 2015

Procedure advies en aanmelding september Samenwerken aan Passend Onderwijs voor elke leerling

Adviesformulier VO Bijlage Sociaal-emotionele ontwikkeling

Onderwijskundig rapport nieuwkomers Oberon, maart 2012

Transcriptie:

ERVARINGEN VAN SCHOLEN met het gebruik van het Vraagprofiel Instrument Contactadres: Dr. Jan Bijstra RENN4, Schweitzerlaan 6 9728 NP GRONINGEN j.bijstra@renn4.nl

INHOUDSOPGAVE Voorwoord 3 Wat is het Vraagprofiel Instrument? 4 Opzet van het onderzoek 7 Resultaten 8 Discussie 10 Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 2

VOORWOORD Ieder kind heeft recht op onderwijs dat het beste past bij zijn of haar talenten. Dit geldt uiteraard ook voor kinderen die om een of andere reden extra ondersteuning nodig hebben. Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 krijgen samenwerkingsverbanden een centrale rol in het vormgeven van procedures en inhoud om die passende onderwijsondersteuning vorm te geven. Daarbij zullen scholen op inhoudelijk verantwoorde wijze moeten onderbouwen waarom zij denken dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, hetzij binnen de eigen setting, hetzij via plaatsing op een andere (speciale) school. Het Vraagprofiel Instrument (VPI) is een instrument dat bij deze onderbouwing behulpzaam kan zijn. Het VPI is ontwikkeld door RENN4, OnderwijsAdvies Leiden en de Universiteit Leiden. RENN4 en OnderwijsAdvies Leiden participeren in PI7, een landelijk ontwikkel- en onderzoeksconsortium waarvan de deelnemers een relatie hebben met een pedologische instituutschool. Het VPI is gedigitaliseerd en verkrijgbaar via Dotcomschool (www.dotcomschool.nl). In dit rapport worden de ervaringen beschreven van scholen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe die met het VPI hebben gewerkt. Jan Bijstra April 2014 Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 3

WAT IS HET VRAAGPROFIEL INSTRUMENT? 1 Inhoud van het VPI Er zijn twee versies van het VPI, een PO/VO versie en een MBO versie. Beide versies hebben drie delen. Deel 1 bestaat uit vragen die betrekking hebben op de extra ondersteuning die de leerling/student 2 vraagt in vergelijking met zijn/haar klasgenoten. In de PO/VO versie wordt aan de respondent gevraagd in welke mate een leerling op een achttal gebieden extra ondersteuning nodig heeft in vergelijking met zijn/haar klasgenoten: 1) Emoties en persoonskenmerken, 2) Omgaan met anderen, 3) Praktische redzaamheid, 4) Voorwaarden om te kunnen leren, 5) Taal en spraak, 6) Leerontwikkeling, 7) Denken en 8) Lichamelijke ontwikkeling. Daarnaast is er nog een negende gebied, Stage, dat uiteraard alleen relevant is voor VO leerlingen die stage lopen. De MBO versie verschilt op enkele punten: het gebied Praktische redzaamheid is weggelaten en het gebied Leerontwikkeling bevat enkele andere vragen. Verder heet het gebied Stage in de MBO versie Functioneren in de beroepspraktijkvorming; in het MBO is dit uiteraard een gebied dat voor alle leerlingen relevant is. In deel 2 ligt de focus op het handelen van de leraar/docent 3. Aan de respondent wordt gevraagd welke extra ondersteuningshandelingen van de leraar nodig zijn om de leerling verder te helpen in zijn/haar ontwikkeling. Extra wordt opgevat als die inzet die meer is dan wat gebruikelijk is in deze groep, c.q. wat meer is dan wat de gemiddelde leerling in de groep nodig heeft. Er zijn zeven gebieden (PO/VO en MBO versie zijn identiek): 1) Pedagogische veiligheid, 2) Pedagogisch reguleren, 3) Aansluiten bij het verstandelijk niveau, 4) Aanpassen van de leeromgeving, 5) Aanpassen van de lesstof, 6) Aanpassen didactische begeleiding en 7) Medische zorg en/of hulpmiddelen. In deel 3 zijn enkele aanvullende vragen opgenomen naar beschermende factoren en de ingeschatte noodzaak van ondersteuningsvormen buiten de klas. Voor wie en door wie? Het VPI is een inhoudelijk instrument: het geeft een beeld van het functioneren van de leerling in de klas en welke extra ondersteuningshandelingen van de leraar worden gevraagd om tegemoet te komen aan zijn/haar ondersteuningsvraag. Het kan worden afgenomen bij alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag, ongeacht leeftijd, niveau van functioneren, vragen, mogelijkheden of beperkingen. Bij het invullen van het VPI moet in ieder geval de leraar betrokken zijn: hij/zij heeft immers het beste zicht op het functioneren van de leerling in de klas. Desgewenst kan hij/zij bij het invullen worden ondersteund/aangevuld door de IB-er, zorgcoördinator, mentor of andere relevante disciplines (indien beschikbaar). Ook kan uiteraard ter vergelijking worden besloten om meerdere VPI s in te vullen bij dezelfde leerling, bijvoorbeeld door de leraar en de IB-er. 1 Een uitgebreide beschrijving van het VPI is te downloaden vanaf de site van Dotcomschool (http://www.vpionderwijs.nl) en de site van Passend Onderwijs (http://www.passendonderwijs.nl). 2 Voor het lezersgemak hierna: leerling. 3 Voor het lezersgemak hierna leraar. Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 4

Gebruiksmogelijkheden Het VPI als instrument voor toewijzing van ondersteuning of verwijzing Het VPI is in eerste instantie ontwikkeld als een alternatief voor de huidige indicatiesystematieken. Met de komst van Passend Onderwijs moet de focus echter breder zijn. Wanneer zich een leerling aandient met een extra ondersteuningsvraag, dient de principiële vraag te luiden: kan de huidige school deze ondersteuning bieden? Zo ja, dan luidt de vervolgvraag welke inzet moet worden gepleegd. Pas als de school onvoldoende mogelijkheden ziet, komt de verwijzingsvraag aan de orde. Het VPI is bedoeld om inhoudelijke input te leveren voor beide beslismomenten: het draagt bouwstenen aan ten behoeve van een verwijzing naar een andere school en het draagt bouwstenen aan ten behoeve van een te ontwikkelen aanpak. Het VPI als (gedeeltelijke) vervanger van het onderwijskundig rapport Het VPI is een instrument waarmee scholen systematisch, gestructureerd en snel informatie kunnen verzamelen: informatie over de ondersteuningsbehoefte van de leerling en informatie op welke wijze ondersteuning gewenst is. Dit is tevens deels informatie die bij de overgang van een leerling naar een andere school in een onderwijskundig rapport moet worden aangeleverd ( deels omdat in het VPI bijvoorbeeld geen toetsresultaten staan). Met andere woorden: het VPI levert in relatief korte tijd (de geoefende gebruiker zal in ongeveer 20 minuten klaar zijn) een substantieel deel van de inhoud van een onderwijskundig rapport. Het VPI als preventief instrument Het VPI kan ook worden ingezet als preventief instrument, dus in situaties waarin de leraar nog niet een expliciete ondersteuningsvraag voor een leerling heeft geformuleerd, maar waarin hij/zij wel vragen heeft als: Ik kan er niet helemaal de vinger achter krijgen welke benadering goed is voor deze leerling. Of: Ik heb het vermoeden dat er voor deze leerling een zeker risico is dat hij in de toekomst extra zorg zal gaan vragen. Het VPI in het speciaal onderwijs Voor het speciaal onderwijs zien de ontwikkelaars vooral mogelijkheden in een omgekeerd gebruik, namelijk wanneer de vraag zich voordoet of terugplaatsing in het regulier onderwijs aan de orde kan zijn. Met omgekeerd gebruik wordt bedoeld dat in die situatie niet zozeer moet worden gekeken of een leerling in vergelijking met zijn/haar klasgenoten hoge scores haalt (lees: veel extra ondersteuningsbehoeften heeft), maar lage (lees: weinig extra ondersteuningsbehoeften heeft). Immers: in het speciaal onderwijs is veel extra ondersteuningsbehoefte de standaard. Wanneer een leerling dus in die setting nog (relatief) weinig ondersteuningsbehoeften heeft, ondersteunt dat de gedachte dat gekeken zou moeten worden of hij/zij toe is aan terugplaatsing in het regulier onderwijs. Wellicht kan het VPI ook in het SBO omgekeerd worden gebruikt. VPI voor ouders Het VPI voor ouders is in grote lijnen identiek aan het VPI PO/VO met dien verstande dat de vragen enigszins zijn aangepast qua formulering. Het VPI stelt ouders in de gelegenheid om gestructureerd aan te geven wat zij vinden wat hun zoon/dochter nodig heeft op school. Door de VPI uitkomsten van school en ouders naast elkaar te leggen, kunnen school en ouders onderbouwd het gesprek aangaan over wat de beste aanpak voor leerling/kind is. Daarmee wordt de communicatie vergemakkelijkt en Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 5

de betrokkenheid van ouders bij school vergroot. Ook formeel is dit van belang aangezien de ouders moeten instemmen met het ontwikkelingsperspectief. Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 6

OPZET VAN HET ONDERZOEK Deelnemende scholen Aan het onderzoek deden mee: twaalf PO scholen, drie SBO scholen, acht VO scholen, twee cluster 3 scholen, één cluster 4 school en enkele locaties van twee ROC s. In totaal werden meer dan 100 VPI s ingevuld. Doel en opzet Doel van onderzoek was om concrete ervaringen te verzamelen met het gebruik van het VPI: vanaf het moment dat zich een ondersteuningsvraag aandient bij een leerling tot het moment dat een besluit wordt genomen over het inzetten van een aanpak binnen de school dan wel plaatsing op een andere (speciale) school met een beter passend ondersteuningsprofiel. Op het moment dat zich een casus aandiende, werd een onderzoeker ingezet om het proces te volgen. Haar taak was om de genomen stappen en beslissingen gedurende het proces in kaart te brengen en daarbij de inhoudelijke rol van het VPI te monitoren. Daarnaast kon zij ondersteunend ingezet worden wanneer er bij de invulling van het VPI vragen ontstonden of onduidelijkheden waren. Het proces bleef echter wel eigendom van de school. De onderzoeker volgde slechts en speelde geen inhoudelijk adviserende rol. Dat gold ook voor de betrokkenheid bij de invulling van het VPI: het ging alleen om toelichting op vragen, uitleg bij de uitkomsten etc. Om tot een beoordeling te komen, werden de volgende aandachtspunten geformuleerd: Voldoet het VPI als kort maar krachtig instrument om de ondersteuningsgebieden van de leerling in kaart te brengen? Voldoet het VPI als kort maar krachtig instrument om de ondersteuningshandelingen door de leraar in kaart te brengen? Is het VPI te gebruiken als beslisinstrument voor al dan niet verwijzen naar een andere (speciale) school? Is het VPI te gebruiken als bouwsteen voor het formuleren van een aanpak? Biedt het VPI de mogelijkheid om (een deel van) het onderwijskundig rapport te vervangen? Biedt het VPI kansen om als preventief instrument te worden ingezet? Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 7

RESULTATEN Beoordeling VPI PO/VO Van de 26 deelnemende scholen spreken 23 scholen zich overwegend positief uit over het VPI. Deze scholen geven aan dat het VPI voldoet als kort en krachtig instrument om de ondersteuningsgebieden van de leerling en ondersteuningshandelingen door de leraar in kaart te brengen. Ook levert het bouwstenen voor het formuleren van een aanpak en kan het worden ingezet als beslisinstrument voor het al dan niet verwijzen naar een andere (speciale) school. Scholen zien ook mogelijkheden voor het VPI als preventief instrument. Het VPI kan volgens de scholen dienen als vervanger van een deel van het onderwijskundig rapport. Ter illustratie enkele uitspraken. Het VPI is een goed praatpapier om beter de extra zorgbehoefte in kaart te krijgen, zowel met leraren als tijdens een leerlingbespreking of groepsbespreking. De uitslagen geven direct een richtlijn van de probleemgebieden, voldoende mogelijkheden voor een HP en voldoende aanknopingspunten om als instrument in te zetten. De uitkomsten leveren een duidelijk en herkenbaar beeld op van de leerling. In korte tijd is duidelijk waar de zwaartepunten liggen in de ondersteuningsbehoefte en onderwijsbehoefte van de leerling. Het beeld is sneller compleet dan bij het lezen van een onderwijskundig rapport: de uitkomst is compact en vergt een geringe tijdsinvestering. Door de combinatie met een normering geeft het meer houvast en een grotere objectiviteit. Daarnaast geeft het een richting aan waarin de oplossing kan worden gezocht. Het is een bevestiging van het beeld dat de invuller van de leerling heeft. Het is ook als vergelijkingsinstrument te gebruiken om te kijken of docenten het op een verschillende wijze hebben ingevuld. Het is prettig om via het VPI alle items langs te lopen en zo een overzicht te krijgen waar de problematiek zit. De drie delen van het VPI geven tezamen een duidelijk beeld van de leerling. Het is gebruiksvriendelijk en voor mentoren goed te doen. Het VPI is een mooie aanvulling en het biedt een overzichtelijk beeld. Het VPI zou voor de leerlingbespreking in het zorgteam een goed aanvullend instrument kunnen zijn. Bij het invullen is de focus op de leerling prettig: je wordt bewust gemaakt van zijn/haar specifieke zorgvragen. Drie scholen een reguliere basisschool, een school voor speciaal basisonderwijs en een school voor voortgezet onderwijs zien niet zoveel (meer)waarde in het VPI. Een belangrijk kritiekpunt is dat het VPI niet een zodanige uitkomst oplevert dat de gewenste aanpak zich meteen uittekent. De essentie van dit punt wordt overigens ook door sommige positieve scholen genoemd, maar dan milder verwoord ( Jammer dat de handelingsuggesties niet wat concreter zijn. ). Ook zijn de drie scholen van mening dat het VPI geen nieuwe inzichten oplevert, maar hoogstens een bevestiging van wat men al weet. Tot slot wordt opgemerkt dat het VPI nooit het enige beslisinstrument kan zijn voor verwijzing. In de discussie komen we op deze kritiekpunten terug. Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 8

Tot slot: door alle 26 deelnemende scholen werden kleinere op- en aanmerkingen gemaakt over bijvoorbeeld de formulering van sommige vragen en werden er inhoudelijke verbetersuggesties gedaan (bijvoorbeeld het toevoegen van een onderdeel verzuim). Beoordeling VPI MBO De twee deelnemende ROC s zien positieve kanten aan het VPI. Vertegenwoordigers van één ROC melden dat het VPI prettig werkt, omdat de invuller langs alle vragen wordt geleid; daarbij zijn de vragen dekkend voor de zichtbare problematiek. Ook vindt men dat het VPI kan worden gebruikt voor het bespreekplatform voor leerlingen en dat het geschikt zou zijn om in het aanmeldingsdossier mee te nemen. Door het andere REC wordt opgemerkt dat het VPI het denken stuurt in de richting waar op moet worden gelet en dat het op veel domeinen informatie geeft. Tegelijkertijd is echter duidelijk dat voor een goede MBO versie nog wel specifieke aanpassingen van de inhoud nodig zijn. Zo moet het onderdeel Stage zwaarder worden gemaakt en zouden vragen toegevoegd moeten worden op het vlak van structuur, zelfstandigheid, verzuim en omgaan met vrijheden en motivatie. Ook wordt het kritiekpunt dat de handelingsadviezen te weinig concreet zijn weer genoemd. Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 9

DISCUSSIE EN SLOTCONCLUSIE Het merendeel van de scholen die aan het onderzoek hebben deelgenomen, sprak zich positief uit over het VPI. Desondanks waren er kritiekpunten waar we hieronder op in zullen gaan. Het VPI kan nooit het enige beslisinstrument zijn Een aantal scholen merkte op dat het VPI kan worden gebruikt als beslisinstrument voor al dan niet verwijzen naar een andere (speciale) school, maar dat dan nog wel meer aanvullende informatie nodig is. Wij zijn het daarmee volledig eens: we hebben zeker niet de pretentie dat met de uitkomsten van het VPI het volledige plaatje in beeld is gebracht. In ieder geval zijn harde gegevens als CITO toetsresultaten en IQ scores niet in het VPI opgenomen. Scholen zullen dus voor een zorgvuldige afweging mogelijk nog allerlei andere gegevens willen/moeten betrekken. De uitkomsten van het VPI kunnen daar wel leidend in zijn: er kan gerichter worden gezocht naar aanvullende gegevens over die gebieden van het VPI die hoog scoren. Na invulling weten we nog niet precies wat we moeten doen Een van de uitgangspunten bij de ontwikkeling van het VPI is geweest dat we geen standaard kookboek wilden maken: Doe A bij uitkomst x en doe B bij uitkomst y. Een dergelijke benadering doet namelijk geen recht aan de unieke situatie waarin de leerling met een extra ondersteuningsvraag verkeert. Zo is het niet ondenkbaar dat twee leerlingen met eenzelfde VPI profiel twee verschillende routes gaan bewandelen. De ene leerling kan op de eigen school blijven, omdat de zorgstructuur van de school toereikend is en/of de uitkomsten van het VPI zijn vertaald in een adequate interventie en/of de leraar die goed weet uit te voeren. Voor de andere leerling moet een andere school worden gezocht, omdat de zorgstructuur niet toereikend is en/of de huidige leraar onvoldoende competenties en vaardigheden heeft voor een goede aanpak van het gedrag van de leerling. Met andere woorden: de uitkomst van het VPI is bij beide leerlingen x, maar voor de ene leerling is het vervolg A en voor de andere leerling is het B. Er zal aan de hand van de uitkomsten van het VPI dus nog een concrete vertaalslag moeten plaatsvinden hoe de extra ondersteuning vorm moet worden gegeven. Dit hangt natuurlijk af van de precieze ondersteuningsvraag van de leerling, maar daarnaast ook van het in het ondersteuningsprofiel gedefinieerde aanbod, van de mogelijkheden van de leraar, van de klassensituatie, van de schoolcontext, van de ouderbetrokkenheid en van de aanwezige zorgstructuur. Het samenspel tussen deze factoren gaat de uiteindelijke invulling bepalen; deze kan gericht zijn op de leerling (bijvoorbeeld een specifieke aanpak), de leraar (bijvoorbeeld beeldcoaching), de klas (bijvoorbeeld een sociaalemotioneel interventieprogramma), de school (bijvoorbeeld schoolbrede bijscholing) of een combinatie. Ook kan de uitkomst zijn dat de school concludeert dat er onvoldoende mogelijkheden zijn binnen de eigen school en in dat geval moet dus worden gezocht naar een andere (speciale of reguliere) school. Vanuit dit uitgangspunt kijken we naar de kritische kanttekening van sommige scholen dat de handelingsadviezen erg algemeen worden gevonden. Er wordt onder andere opgemerkt dat ze wel een eerste aanzet voor een aanpak bieden, maar dat die aanpak nog wel moet worden vormgegeven. Deze constatering klopt en sluit dus aan bij het hierboven besproken uitgangspunt: het VPI levert Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 10

handelingsuggesties op, maar daarmee moet de school wel aan de (vertaal)slag. Hiermee zal ook duidelijk zijn dat we het volledig eens zijn met de kritische reactie van een school die stelde: Je kunt niet zeggen.als deze of deze score hoog is, dan verwijzen we. Een dergelijke manier van besluitvorming impliceert namelijk slagboomdiagnostiek: besluitvorming over al dan niet verwijzen zonder rekening te houden met de unieke situatie van deze leerling. De uitkomst van het VPI betekent voor de school dus werk aan de winkel in de zin dat het moet leiden tot antwoorden op de volgende vragen: wat heeft deze leerling nodig, op welke wijze moet daar invulling aan worden gegeven, kunnen wij dat als school of is verwijzing aan de orde. Tot slot: gezien het voorgaande doet het VPI ook geen uitspraak over de toewijzing van middelen. Die is namelijk afhankelijk van de vertaalslag die nog gemaakt moet worden: aan de aanschaf en implementatie van een interventieprogramma of een verwijzing van een leerling naar het speciaal onderwijs hangt nu eenmaal een ander prijskaartje dan aan een serie intervisiebijeenkomsten. Het VPI levert op wat we al dachten of wisten Met de door sommige scholen gegeven reactie Het VPI levert op wat we al dachten of wisten is iets bijzonders aan de hand: sommige scholen labelen dat als positief en andere ervaren bijna teleurstelling. Laatstgenoemde scholen hadden blijkbaar gehoopt op een eyeopener waar zij zelf nog geen moment aan hadden gedacht. Zoals echter met alle beoordelingslijsten het geval is, levert ook het VPI eenvoudigweg die informatie op die de invuller er in stopt maar dan wel gestructureerd in categorieën met een score en via de normering voorzien van vergelijkingsmateriaal. Zo is het VPI dan ook bedoeld: als instrument waarmee scholen systematisch, gestructureerd en snel informatie kunnen verzamelen over de ondersteuningsbehoefte van de leerling en over de noodzakelijke ondersteuningshandelingen. Het VPI creëert daarmee bovendien een gemeenschappelijke taal. Voor het categoriseren van gedragsproblematiek in meer algemene zin bestaat die taal al veel langer. Dankzij bijvoorbeeld de CBCL en TRF zijn uitspraken als een klinische score op externaliserend gedrag gemeengoed geworden. Gaat het om functioneringsgebieden in de klas, dan is er nog een slag te slaan. Door veelvuldig gebruik van het VPI kan ook daar een gemeenschappelijke taal ontstaan: Deze leerling heeft een zeer grote ondersteuningsbehoefte op gebied Leervoorwaarden; de leraar zou vooral zeer veel ondersteuningshandelingen moeten bieden op gebied Aanpassen van de leeromgeving. Het invullen van het VPI is subjectief Wanneer aan een individu wordt gevraagd om informatie te verstrekken over iets of iemand, levert dat per definitie subjectieve informatie op. Of dat nu gaat via een open gesprek, een gestructureerd interview of een vragenlijst, degene die de informatie verstrekt, zal dat altijd doen door zijn of haar eigen gekleurde bril. Dat is een gegeven waar ook gerenommeerde en door de COTAN goedgekeurde instrumenten mee te maken hebben. Met het VPI is dat dan ook niet anders. De vraag is echter of dat een probleem is. Sterker nog: is dat niet juist wat we willen weten? Het VPI komt in beeld op het moment dat de leraar problemen begint te ervaren met het (leer- en/of omgangs-)gedrag van een leerling. Het VPI levert dan aan op welke gebieden de leerling volgens de leraar extra ondersteuning nodig heeft en welke handelingen daarvoor nodig zijn. Via deze invulling komt in feite de leraar leerling interactie in beeld: deze leraar geeft aan dat hij problemen ervaart met deze leerling. Dat is ook precies wat we willen weten: immers, in eerste instantie moet deze Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 11

leraar verder met deze leerling. Dat de leraar dus zijn eigen subjectieve beleving doorgeeft aan het VPI, is exact de bedoeling. Dit betekent echter niet dat een andere leraar bij deze leerling het VPI op dezelfde manier zou invullen. Het kan heel goed zo zijn dat deze leraar bij uitstek over de juiste competenties en/of vaardigheden beschikt om de leerling verder te helpen. Als dat het geval is, ligt daarmee meteen al een basis voor een gesprek en voor een verdere invulling van de aanpak: Wat doe jij anders dan ik waardoor jij het wel redt met deze leerling? Vanuit dat perspectief is het aanbevelenswaard dat IB-er, zorgcoordinator, mentor, gedragswetenschapper etc. het VPI ook (of gezamenlijk met de leraar/leraren) invullen. Daarmee wordt dan wellicht geen objectief beeld gerealiseerd, maar in ieder geval wel een intersubjectief beeld. Kortom: met het VPI beogen we niet om het probleemgeval leerling objectief in beeld te brengen. Daarmee onderscheidt het zich bijvoorbeeld van de huidige cluster 4 indicatiesystematiek waarin de focus sterk ligt op het zo objectief mogelijk vaststellen van problematiek van de leerling. Zo impliceert een psychiatrische diagnose in feite dat het probleem bij de leerling ligt: Jan heeft namelijk ADHD. Wat we wel beogen, is een situatie in kaart brengen waarin we ten eerste kijken naar de gebieden waarop deze leerling extra ondersteuning nodig heeft en ten tweede naar de ondersteuningsgebieden waaruit deze leraar (of leraren) zou (zouden) kunnen putten om de leerling verder te helpen. Dit vraagt een andere manier van denken over en kijken naar leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Zo vestigt één school in dit verband de aandacht op hoogbegaafde leerlingen die gemakkelijk over het hoofd kunnen worden gezien, maar die vaak ook extra ondersteuningshandelingen nodig hebben..en bij wie dus ook iets extra s wordt gevraagd van de leraar. Tot slot: wat is dan de rol van de normgegevens in deze? De normgegevens geven de school de mogelijkheid om de score van een individuele leerling in een wat breder perspectief te plaatsen. Ter illustratie het volgende voorbeeld. Op het gebied Emoties en persoonskenmerken is het gemiddelde van de normgroep 1.95. Dit gemiddelde betekent dat een leerling met een gemiddelde score van 2.5 uitkomt op een percentielscore van 85%. Met andere woorden: 85% van de leerlingen in de normgroep scoort lager dan deze leerling. Deze kennis geeft een breder denkkader: het maakt duidelijk dat de invuller van mening is dat deze leerling op dit gebied in vergelijking met een grote groep leerlingen wel zeer veel ondersteuning nodig heeft. ******************** De slotconclusie luidt dat we als ontwikkelaars tevreden mogen zijn over de beoordeling van het VPI. Tevens is duidelijk dat verdere verbetering en doorontwikkeling gewenst is. Kleine inhoudelijke aanpassingen en verbetersuggesties worden, indien nodig, verwerkt. Verder zijn er enkele grotere aanpassingen en ingrepen waar we al mee bezig zijn of die we gepland hebben dan wel overwegen. Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een VPI voor leerlingen, één voor de basisschoolleeftijd en voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Onderzocht wordt of een VPI voor de voorschoolse situatie wenselijk en realiseerbaar is. Er wordt onderzocht of het mogelijk en wenselijk is om de handelingsuggesties van het VPI één slag dieper te maken. Daarvoor is nodig dat zicht wordt gekregen op welke aanpakken bij welke VPI uitkomsten zijn ingezet en wat dat heeft opgeleverd. Uiteindelijk kan dit resulteren Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 12

in een keuzepalet: de aanpakken K, L, M en N zijn succesvol gebleken bij VPI uitkomst x. Het is vervolgens aan de school om te onderzoeken welke aanpak het meest geschikt is in de betreffende situatie. Zoals aangegeven, moet het VPI MBO verder worden doorontwikkeld. Het onderdeel Stage is een erg belangrijk onderdeel van de opleiding en zou in het VPI ook zwaarder moeten zijn. Een ander punt is of alle voor MBO studenten belangrijke aspecten onvoldoende aan bod komen. Genoemd worden: structuur, zelfstandigheid, verzuim en omgaan met vrijheden en motivatie. Een derde punt is op welke wijze de student zelf bij de invulling betrokken kan worden: moet/kan dat gezamenlijk met bijvoorbeeld de studieloopbaanbegeleider of is het wenselijk dat er een studentversie komt. Ervaringen van scholen met het Vraagprofiel Instrument 13