Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding (70110120AT) Bachelorjaar 1 Cursusjaar: 2012-2013 Semester: 2 coördinator/docent: dr. Louise Elffers Amsterdam, december 2012 1
1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure. Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure www.student.uva.nl/pw of /owk. Deelname herkansing Als je wilt deelnemen aan de herkansing dien je je minimaal 8 dagen voor de herkansing aan te melden via Student Self Service (SIS). Aanmelden kan nadat de uitslagen van de eerste afsluitingsgelegenheid bekend zijn gemaakt. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan de herkansing op praktische gronden worden geweigerd, of kan het werk niet worden nagekeken en/of beoordeeld. 2. Inleiding Pedagogen en onderwijskundigen worden in hun werk met allerhande problemen geconfronteerd die vragen om een systematische aanpak. Een systematische aanpak van problemen noemen we beleid. In de module Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding kijken we met een beleidsmatige bril naar verschillende vraagstukken uit het werkveld van pedagogen en onderwijskundigen. Het verloop van beleidscycli in jeugd- en onderwijsbeleid, en de rol van verschillende actoren in de verschillende fases van dergelijke beleidscycli, worden bestudeerd aan de hand van verschillende actuele onderwijskundige en opvoedkundige beleidsvraagstukken. 3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Er is geen specifieke voorkennis vereist voor deze module. Parallel met de module nemen studenten deel aan de practicumgroepen, die inhoudelijk aansluiten bij de module. In de practicumgroepen wordt gewerkt aan drie casusopdrachten en een academische eindopdracht die gerelateerd zijn aan de inhoud van deze module. Met name deze opdrachten en het tweede deeltentamen (zie onder punt 10) doen een beroep op kennis en vaardigheden die aan bod zijn gekomen in de module Argumentatieleer in het voorgaande blok. Daarnaast wordt van de student verwacht dat hij/zij over lees- en schrijfvaardigheden beschikt zoals die verwacht mogen worden op academisch niveau. 4. Leerdoelen Kennis en inzicht: Kennis en inzicht mbt de beleidscyclus, de verschillende fases en de rol van verschillende actoren in de beleidscyclus, en verschillende benaderingen van opvoedkundige en onderwijskundige beleidsproblemen (PW 1, 2; OWK 1, 2, 3) 2
Toepassen kennis en inzicht: Het leren opstellen en verdiepen van argumentaties bij het nadenken over geschikte aanpakken van onderwijskundige en opvoedkundige beleidsvraagstukken aan de hand van relevante wetenschappelijke theorie en praktijkinformatie (PW 8; OWK 9, 10) Oordeelsvorming: Op basis van relevante wetenschappelijke theorie en praktijkinformatie een oordeel vormen over geschikte aanpakken van onderwijskundige en opvoedkundige beleidsvraagstukken (PW 15; OWK 12) In de practicumgroepen behorend bij deze module wordt specifieker gewerkt aan: Oordeelsvorming: Eigen standpunten formuleren en onderbouwen en de onderbouwing van standpunten van anderen beoordelen in discussies over de aanpak van onderwijskundige en opvoedkundige beleidsvraagstukken (PW 16, 17) Communicatie: Schriftelijk en mondeling rapporteren over de analyse van een beleidsprobleem en mogelijke aanpak daarvan (PW 19; OWK 16) 5. Inhoud De module Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding is opgebouwd uit twee gedeeltes, die elk worden afgesloten met een deeltentamen. In het eerste gedeelte van de module wordt een introductie gegeven van beleidswetenschappelijke theorie, de beleidscyclus als hulpmiddel bij het analyseren van beleidsvraagstukken, de rol van verschillende actoren (burgers, politiek, media, praktijk, wetenschap) in de verschillende fases van de beleidscyclus en verschillende benaderingen van vraagstukken in het jeugd- en onderwijsbeleid. Dit gedeelte wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen waarin kennis en inzicht met betrekking tot de behandelde collegestof wordt getoetst. In het tweede gedeelte van de module wordt de lesstof uit het eerste gedeelte verdiept en toegepast aan de hand van enkele actuele onderwijskundige en opvoedkundige vraagstukken. Verschillende docenten van de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde bespreken een beleidsprobleem uit hun vakgebied, met verwijzing naar de verschillende fases en actoren in beleidscyclus. Dit gedeelte wordt afgesloten met een open boek-tentamen met casusgerelateerde vragen die betrekking hebben op de in de colleges behandelde beleidsvraagstukken. 6. Literatuur Verplichte literatuur voor de eerste reeks colleges die getoetst wordt op het eerste deeltentamen: 3
Akkerman, A. & de Vries, M.S. (2008). Problemen op de agenda. Uit: A. Hoogerwerf & M. Herweijer (red). Overheidsbeleid. Een inleiding in de beleidswetenschap (8 e editie). Alphen aan den Rijn: Kluwer. Akkers, M. & Fenger, M. (2005). Het beleidsproces in theorie en praktijk. Uit: P.H.M. van Hoesel, F.L. Leeuw & J.W.N. Mevissen (red.) Beleidsonderzoek in Nederland. Assen: Koninklijke van Gorcum. Coolsma, J.C. (2008). De uitvoering van overheidsbeleid. Uit: A. Hoogerwerf & M. Herweijer (red). Overheidsbeleid. Een inleiding in de beleidswetenschap (8 e editie). Al phen aan den Rijn: Kluwer. Hermanns, J.M.A. (2007). Opvoeden en opgroeien: een visie achter het beleid. Uit: P.A.H. van Lieshout, M.S.S. van der Meij & J.C.I. De Pree (red). Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid. Amsterdam: Amsterdam University Press. Hermanns, J.M.A. & van Montfoort, A.J. (2007). Hoe pedagogisch verantwoord is het beleid van de Nederlandse overheid? Uit: P.A.H. van Lieshout, M.S.S. van der Meij & J.C.I. De Pree (red). Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid. Amsterdam: Amsterdam University Press. Herweijer, M. & Pröpper, I.M.A.M. (2008). Burgers in het beleidsproces. Uit: A. Hoogerwerf & M. Herweijer (red). Overheidsbeleid. Een inleiding in de beleidswetenschap (8 e editie). Alphen aan den Rijn: Kluwer. van Hoesel, P.H.M., Kok, J. & Misdorp, P. (2005). Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces Uit: P.H.M. van Hoesel, F.L. Leeuw & J.W.N. Mevissen (red.) Beleidsonderzoek in Nederland. Assen: Koninklijke van Gorcum. van Hoesel, P.H.M. (2009). Methoden van beleidsonderzoek in de toekomst. Uit: M. Boekenoogen, P. van Hoesel, Y. Prince & C. Verheijen (red.). Methoden van beleidson derzoekers: creatief en oplossingsgericht. Den Haag: Lemma. Karsten, S. (2001). De zorg van overheden voor het onderwijs. Uit: B.P.M. Creemers, M.L. Krüger, P.J.C. Sleegers en C.A. van Vilsteren (red.). Handboek schoolorganisatie en onderwijsmanagement. Leiding geven in bestel, school en klas. Alphen aan den Rijn: Kluwer. van Veen, D. (2012). Naar betere zorg én leerresultaten voor leerlingen: het onderwijs en samenwerking met jeugdzorg, welzijn en gezondheidszorg. Uit: R. Klarus (red.) Wat is goed onderwijs? Capita selecta. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. van Wieringen, F. (2012). Organisatie van het onderwijsbestel. Uit: R. Klarus (red.) Wat is goed onderwijs? Capita selecta. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Deze literatuur wordt middels een reader beschikbaar gesteld. Deze reader is te verkrijgen via de Onderwijsbalie POWL. Voor de tweede reeks colleges wordt per college literatuur via Blackboard ter beschikking gesteld. Deze stukken gelden als verplichte literatuur voor de tweede reeks colleges en het tweede deeltentamen. De lesstof van de eerste zes colleges en het bijbehorende eerste deeltentamen wordt niet meer direct getoetst op het tweede deeltentamen, maar wordt daar wel bekend verondersteld. 4
7. Onderwijsvormen In de eerste reeks hoorcolleges door dr. Louise Elffers wordt een algemene inleiding gegeven over het begrip beleid, de beleidscyclus, verschillende benaderingen van onderwijs- en jeugdbeleid, met illustraties aan de hand van enkele beleidsvraagstukken op het gebied van onderwijs en opvoeding. In de tweede reeks hoorcolleges worden colleges verzorgd door verschillende docenten van de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde over actuele beleidsvraagstukken uit hun vakgebied. Er worden geen webcolleges beschikbaar gesteld. Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). 8. Rooster Hoorcolleges Bijeenkomst Docent Thema Lezen voor het college ma 4 februari - studiehandleiding dr. Louise Elffers Inleiding beleid - Akkers & Fenger - Hermanns woe 6 februari dr. Louise Elffers Jeugdbeleid - Hermanns & van Montfoort ma 11 februari woe 13 februari ma 18 februari woe 20 februari ma 25 februari di 26 februari woe 27 februari ma 4 maart woe 6 maart ma 11 maart dr. Louise Elffers dr. Louise Elffers dr. Louise Elffers dr. Louise Elffers dr. Louise Elffers prof.dr. Monique Volman Onderwijsbeleid Agendavorming en de rol van burgers, politiek en media Beleidsvoorbereiding en de rol van de wetenschap Beleidsuitvoering en rol van de professional Geen college ivm tentamenvoorbereiding Deeltentamen I Voortijdig schoolverlaten Sekseverschillen in het onderwijs: van meisjesachterstand naar jongensprobleem? - van Wieringen - Karsten - Herweijer & Pröpper - Akkerman & de Vries - van Hoesel, Kok & Misdorp - van Hoesel - van Veen - Coolsma Synopsis WRR rapport Vertrouwen in de school ntb prof.dr. Ruben Fukkink Kinderopvang ntb dr. Peer van der Helm Leefklimaat en werkklimaat in de gesloten jeugdzorg ntb 5
woe 13 maart ma 18 maart woe 20 maart di 26 maart di 4 juni prof.dr. Sjoerd Karsten prof.dr. Geert-Jan Stams prof.dr. Jo Hermanns Schaduwonderwijs Preventie en aanpak jeugddelinquentie: factfree politics Herziening van de jeugdzorg Deeltentamen II EC-rapport The challenge of shadow education ntb Herkansing schriftelijk tentamen (integraal) Oratie Het opvoeden verleerd Werkgroepen De casusopdrachten, academische opdracht en beoordelingsformulieren zijn te vinden in de aparte blackboardomgeving: Pract. propedeuse vakken Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde. Datum Werkgroep Voorbereiding 08-02-2013 Cursus specifieke bijeenkomst Maken van oefencasusopdracht 1 (inleveren op blackboard op 07-02 voor 10:00 uur) en lezen van studiehandleiding 13-02-2013 Algemene bijeenkomst 20-02-2013 Algemene bijeenkomst Inleveren opzet academische opdracht (inleveren op blackboard op 19 februari, voor 13:00 uur) 22-02-2013 Cursus specifieke bijeenkomst Maken van oefencasusopdracht 2 (inleveren op blackboard op 21-02 voor 10:00 uur) 27-02-2013 Algemene bijeenkomst 06-03-2013 Algemene bijeenkomst Inleveren complete concepttekst academische opdracht (inleveren op blackboard op 28 februari, voor 13:00 uur) 08-03-2013 Cursus specifieke bijeenkomst Maken van oefencasusopdracht 3 (inleveren op blackboard op 07-03 voor 10:00 uur) 13-03-2013 Algemene bijeenkomst 20-03-2013 Algemene bijeenkomst 22-03-2012 Presentatiebijeenkomst Inleveren definitieve versie academische opdracht (inleveren op blackboard op 22 maart, voor 13:00 uur) 6
* Deelname aan alle bijeenkomsten is verplicht. Bij afwezigheid dien je een geldige reden te hebben en een vervangende opdracht maken dan wel een bijeenkomst in te halen. Indien niet aan de aanwezigheidsplicht wordt voldaan, kun je worden uitgesloten voor verdere deelname aan de cursus. Studenten die het vak Beleid volgen als bijvakstudent of het vak dit jaar dienen te herkansen, zijn niet verplicht de algemene bijeenkomsten bij te wonen. De locatie van het onderwijs vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de website www.student.uva.nl/pw of www.student.uva.nl/owk in de gaten voor roosterwijzigingen. 9. Van de student verwachte activiteiten Bestuderen van de literatuur Voorbereiding en actieve participatie in hoorcolleges Voorbereiding en actieve participatie practicumgroepen en het uitvoeren van de bijbehorende opdrachten 10. Beoordeling Deze module wordt aan de hand van verschillende toetsvormen beoordeeld: twee schriftelijke deeltentamens, halverwege en aan het eind van de onderwijsperiode de academische eindopdracht van de practicumgroepen die behandeld en begeleid wordt in de practicumgroepen en gekoppeld is aan deze module. Deeltentamen I gaat in op de stof behorende bij de eerste reeks van zes colleges. Het betreft een schriftelijk tentamen met open vragen, waarin kennis en inzicht wordt getoetst mbt de stof die is behandeld in de eerste zes colleges. Deeltentamen II is een open boek-tentamen en bestrijkt de stof van de tweede reeks van zeven colleges. Een open boek tentamen houdt in dat studenten uitgeprinte literatuur, uitgeprinte collegeslides en eigen aantekeningen op papier mee mogen nemen naar het tentamen en deze kunnen naslaan bij het maken van de tentamenopgaven. Het gebruik van digitale apparaten (laptops, e-readers e.d.) is hierbij niet toegestaan. Deeltentamen II toetst aan de hand van casus-gerelateerde vragen: (1) analyse: het kunnen verzamelen en interpreteren van relevante informatie bij het nadenken over een geschikte beleidsaanpak van onderwijskundige en pedagogische vraagstukken; (2) argumentatie: toepassing van kennis en inzicht bij het opstellen en verdiepen van argumentaties over een geschikte beleidsaanpak van onderwijskundige en pedagogische vraagstukken. De tentamenopgaven zijn gerelateerd aan de behandelde beleidsvraagstukken in de tweede reeks colleges. De academische eindopdracht voor de practicumgroepen staat beschreven in de studiehandleiding en/of het opdrachtenboek van de practicumgroepen. 7
Bij de berekening van het eindcijfer voor deze module worden de verschillende onderdelen als volgt gewogen: schriftelijk tentamen: 70% (deeltentamen I: 35%; deeltentamen II: 35%) de academische eindopdracht van de practicumgroepen: 30% (inclusief de brief aan de beoordelaar, die voor 10% meetelt voor het cijfer voor de academische eindopdracht) Voor reguliere studenten geldt dat om de module met goed gevolg af te sluiten, er aan de volgende verplichtingen dient te worden voldaan: het gewogen eindcijfer voor de module is een 5,5 of hoger. het gewogen gemiddelde van de cijfers voor beide deeltentamens is een 5,5 of hoger. Daarbij worden geen minimumeisen gesteld aan het niveau waarop de afzonderlijke deeltentamens worden afgesloten. De academische eindopdracht van de practicumgroepen wordt met minimaal een 4 afgesloten. Het deelcijfer voor de academische opdracht kan dus worden gecompenseerd met het tentamencijfer van de module mits de student minimaal een 4 behaalt voor de academische opdracht. de student heeft de academische opdracht binnen de gestelde termijn ingeleverd. de student heeft voldaan aan de aanwezigheidsplicht van de werkgroep. Eindbeoordelingen tussen 5,0 en 6,0 worden in de registratie afgerond op hele cijfers. Herkansing Indien het eindcijfer over tentamen (70%) en academische eindopdracht (30%) minder dan 5,5 bedraagt, danwel het gewogen gemiddelde van de cijfers voor beide deeltentamens lager dan 5,5 is, danwel de academische eindopdracht met een cijfer lager dan een 4 is beoordeeld, kunnen tentamen en/of opdracht herkanst worden. In het geval van het schriftelijk tentamen is de herkansing van deeltentamens altijd overkoepelend: schriftelijke tentamens kunnen niet in delen worden herkanst. Zowel de eindopdracht van de practicumgroep behorend bij deze module, als het schriftelijk tentamen (bestaande uit de twee deeltentamens) kunnen één keer worden herkanst. Resultaten hiervan zijn dit studiejaar geldig. Wanneer één onderdeel van de module met een onvoldoende is beoordeeld en er is geen mogelijkheid tot herkansing meer, dan dient de gehele module het volgende jaar worden overgedaan (inclusief de bijbehorende practicumgroepen). Met betrekking tot de herkansing van de academische eindopdracht geldt het volgende: Wanneer de student voor de academische opdracht een cijfer lager dan een 4 behaalt, dan kan deze opdracht eenmaal worden herkanst. Dit behelst een revisie van het ingeleverde stuk. Bij de beoordeling van herkansingsopdrachten wordt er rekening mee gehouden dat studenten vergeleken met studenten die geen herkansing doen steken in het proces hebben laten vallen en / of extra feedback hebben ontvangen. De brief aan de beoordelaar wordt beoordeeld met een 1, voor de beoordeling van de tekst worden dezelfde beoordelingscriteria en weging aangehouden als voor een eerste definitieve versie. 8
In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pw of www.student.uva.nl/owk onder Studiegids -> Studiegids POW 2012-2013. De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen, aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren. 11. Feedback Inzage en nabespreking van het schriftelijk tentamen geschiedt op aanvraag bij de coördinerend docent na afloop van de module. Zonodig wordt hiervoor een bijeenkomst georganiseerd, die op Blackboard aangekondigd zal worden. Aangezien het schriftelijk tentamen niet in delen kan worden herkanst, vindt eventuele inzage en nabespreking van beide deeltentamens tezamen plaats na afronding van de volledige module. Tijdens de practicumbijeenkomsten krijgen studenten feedback van de practicumdocent op de gemaakte opdrachten. 12. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. 9
Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook Serviceplein voor studenten, Fraude- en plagiaatregeling, http://www.student.uva.nl/fraudeplagiaat/voorkomen.cfm, en OER bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, artikel 5.14. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. 10