November 2015 Evaluatie Wet werk en zekerheid (WWZ) (34351) Wet verbetering hybride markt WGA (34336) Verzamelwet SZW 2016 (34273) Wet invoering Beschikking geen loonheffing/wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (34036) Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (32550) Topinkomens (30111) Arbeidsmarktbeleid (29544) Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregels Ontslag om bedrijfseconomische redenen Regeling tot aanpassing van het wettelijk minimumloon Pagina 1 van 10
Nieuw wetsvoorstel Evaluatie Wet werk en zekerheid (WWZ) Evaluatie Wet werk en zekerheid (WWZ) Kamerstuk 34351 Datum indiening 27-11-2015 Nieuw wetsvoorstel In zijn brief gaat de minister in op de volgende onderwerpen: de wijze waarop de evaluatie van de WWZ zal worden vormgegeven; zijn eerste indruk van de invoering van de wet; de inkomstenverrekening in de WW, waaronder de voorstellen voor reparatie van het dagloonbesluit; de inspanningen die zijn verricht op het gebied van voorlichting over de WWZ. In zijn brief gaat de minister onder meer in op de jurisprudentie na invoering van de WWZ. In het bijgevoegde plan van aanpak van de evaluatie van de WWZ worden de doelen van de wet uiteengezet, wordt toegelicht welke vragen bij de evaluatie van de wet en de verschillende deelrapportages centraal staan en welke informatie bijdraagt aan het beantwoorden van deze vragen. Voorts is in een bijlage een overzicht opgenomen van afspraken die door cao-partijen in 2015 zijn gemaakt ten aanzien van het gebruik van opeenvolgende tijdelijke contracten. Ingediend bij de Tweede Kamer op 27 november 2015. Brief van de minister van SZW van 27 november 2015. Pagina 2 van 10
Wet verbetering hybride markt WGA Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele andere wetten in verband met verbetering van de hybride markt van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten Wet verbetering hybride markt WGA Kamerstuk 34336 Datum indiening 09-11-2015 Datum inwerkingtreding 01-01-2017 Nieuw wetsvoorstel Door middel van dit wetsvoorstel wordt de financieringswijze aangepast van de zogenaamde publieke staartlasten van middelgrote en grote werkgevers die na een periode van publieke verzekering bij UWV voor het WGA-risico kiezen voor eigenrisicodragerschap ( ERD ). De publieke staartlasten zijn de nog doorlopende WGA-lasten van werknemers die een WGA-uitkering ontvangen of die ziek zijn en op termijn een WGA-uitkering zullen ontvangen, nadat een werkgever van de publieke verzekering bij UWV is overgestapt naar ERD. Daartoe worden twee maatregelen voorgesteld: de publieke staartlasten worden niet meer meegenomen bij de afbakening van het eigenrisico van werkgevers die de overstap naar ERD maken; de wijze waarop de individuele premie wordt vastgesteld wordt aangepast, in die zin dat naast de lopende uitkeringslasten, ook de publieke staartlasten worden meegenomen (volledig historisch overzicht) bij de vaststelling van de hoogte van de premie. Ingediend bij de Tweede Kamer op 9 november 2015. Voorstel van wet en memorie van toelichting van 9 november 2015. Pagina 3 van 10
Verzamelwet SZW 2016 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verzamelwet SZW 2016 Kamerstuk 34273 Datum indiening 04-09-2015 Datum inwerkingtreding 01-01-2016 Nadat het wetsvoorstel op 12 november 2015 naar de Eerste Kamer is gestuurd, heeft de minister de voorzitter van de Eerste Kamer verzocht het wetsvoorstel met spoed te behandelen opdat het voorstel op 1 januari 2016 in werking kan treden. Ingediend bij de Tweede Kamer op 4 september 2015. Gewijzigd voorstel van wet van 12 november 2015, brief van de minister van SZW van 16 november 2015 en eindverslag van 17 november 2015. Wet invoering Beschikking geen loonheffing/wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het vervangen van de Verklaring arbeidsrelatie door de Beschikking geen loonheffingen Wet invoering Beschikking geen loonheffing/wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties Kamerstuk 34036 Datum indiening 19-09-2014 Datum inwerkingtreding 01-05-2016 In zijn brief van 16 november 2015 biedt de minister het transitieplan voor de invoering van de met dit wetsvoorstel samenhangende nieuwe werkwijze voor het geven van zekerheid over de loonheffingen aan. Het plan is opgedeeld in drie fases: Pagina 4 van 10
voorbereidingsfase (heden tot 1 april 2016): de nadruk ligt op beoordelen en publiceren van overeenkomsten; implementatiefase (1 april 2016 tot 1 januari 2017): partijen moeten hun werkwijze aan passen aan een werkwijze die voorzien is in een voorbeeld- of modelovereenkomst. De Belastingdienst zal gedurende de implementatietermijn wel toezicht houden maar niet handhaven. Als partijen na 1 januari 2017 niet overeenkomstig een goedgekeurde overeenkomst werken en er blijkt sprake te zijn van een dienstbetrekking dan zal de Belastingdienst met terugwerkende kracht tot 1 april 2016 een naheffingsaanslag opleggen. Uitgangspunt daarbij is dat voor 1 april 2016 wordt gewerkt met een (geldige) VAR; toepassing nieuwe werkwijze (vanaf 1 januari 2017): de inspanningen van partijen moet hebben geresulteerd in een werkwijze die voldoet aan de regels. De Belastingdienst legt een correctieverplichting of een naheffingsaanslag op als er sprake is van een dienstbetrekking en er geen loonheffingen worden afgedragen. Als deze dienstbetrekking in 2016 al bestond, wordt alleen de periode vanaf 1 april 2016 in de handhaving betrokken, indien voorafgaand aan 1 april 2016 de vrijwarende werking van de VAR van toepassing was. Ingediend bij de Tweede Kamer op 19 september 2014. Brief van de minister van SZW van 4 november 2015, brief van de staatssecretaris van Financiën van 16 november 2015 en brief van de voorzitter van de vaste commissie van Financiën van 17 november 2015. Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 De initiatiefnemers verzoeken de voortzetting van de behandeling van vorengenoemd wetsvoorstel tot nader order aan te houden in verband met het feit dat voor een adequate beantwoording van de door de leden van de Eerste Kamer gestelde vragen behoefte bestaat aan overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ingediend bij de Tweede Kamer op 3 november 2010. Brief van de Tweede Kamerleden Van Weyenberg en Keijzer van 5 november 2015. Pagina 5 van 10
Topinkomens Topinkomens Topinkomens Kamerstuk 30111 Datum indiening 29-04-2005 Met zijn brief informeert de minister over de voortgang van het kabinetsbeleid inzake de normering van de topinkomens in de (semi)publieke sector: Het algemene maximum is voor het jaar 2016 vastgesteld op 179.000. Er is een AMvB in voorbereiding waarin nadere regels worden gesteld over de maximale bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (externe inhuur) voor de eerste twaalf maanden. De bezoldiging wordt daarmee genormeerd én het wettelijk bezoldigingsmaximum van 179.000 wordt na twaalf maanden functievervulling onverkort van toepassing. De eerste twaalf maanden mag de bezoldiging niet meer bedragen dan 24.000 per maand voor de eerste zes maanden en 18.000 per maand voor de volgende zes maanden. Ook geldt een uurtarief van maximaal 175. De planning is erop gericht dat deze nieuwe normering van de bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking met ingang van 1 januari 2016 in werking treedt. De voor specifieke sectoren geldende aparte normen worden voor het jaar 2016 aangepast aan het verlaagde wettelijke bezoldigingsmaximum. Ingediend bij de Tweede Kamer op 29 april 2005. Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 november 2015 en brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 november 2015. Arbeidsmarktbeleid Arbeidsmarktbeleid Arbeidsmarktbeleid Kamerstuk 29544 Datum indiening 31-05-2010 Datum inwerkingtreding 01-01-2017 Pagina 6 van 10
De minister heeft toegezegd om in het voorjaar van 2016 een brief aan de Tweede Kamer te zullen sturen waarin de door het kabinet voorgestelde collectivisering van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (na zes maanden) voor kleine werkgevers wordt uitgewerkt. Voorts doet de minister verslag van het onderzoek naar de effecten van AVV, waarbij een aantal uitdagingen worden gesignaleerd (1) toegenomen versplintering van het cao-stelsel (2) discrepantie tussen de moderne arbeidsmarkt (w.o. zzp ers en andere flexwerkers) en de klassieke cao-structuur en (3) decentralisering en regionalisering die het werk naar werk begeleiden belemmert. Ingediend bij de Tweede Kamer op 31 mei 2010. Brief van de minister van SZW van 2 november 2015. Motie van de leden Vermeij en Krol, motie van de leden van Weyenberg en Krol, motie van de leden Anne Mulder en Vermeij, motie van het lid Anne Mulder, allen van 4 november 2015. Brief van de minister van SZW van 4 november 2015. Gewijzigde motie van de leden Vermeij en Krol en brief van de minister van SZW van 10 november 2015. Brief van de minister van SZW van 13 november 2015. Brief van de staatssecretaris van SZW en brief van de minister van SZW van 27 november 2015. Pagina 7 van 10
Overige ontwikkelingen Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Datum indiening 17-11-2015 Overige ontwikkelingen Met ingang van 1 juli 2015 zijn artikel 6 BBA, het Ontslagbesluit en de daarop gebaseerde Beleidsregels ontslagtaak UWV vervallen voor verzoeken om toestemming de arbeidsovereenkomst op te zeggen die vanaf 1 juli 2015 worden ingediend. Vanaf die datum worden ontslagaanvragen vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid beoordeeld op basis van de bepalingen uit het BW en de Ontslagregeling (Stcrt. 2015, 12685). De bepalingen van het Ontslagbesluit en de beleidsregels van UWV hebben hun weerslag gevonden in de WWZ en de Ontslagregeling. Voor zover de WWZ en de Ontslagregeling hierin niet voorzien bijvoorbeeld als het gaat om welke gegevens een werkgever moet aanleveren voor het onderbouwen van langdurige arbeidsongeschiktheid of de herstelprognose voor de toekomstige periode van 26 weken heeft UWV deze regels opgenomen in onderhavig besluit. De bedrijfsarts heeft een taak als het gaat om het in kaart brengen van de (toekomstige) (on)mogelijkheden van re-integratie en is bevoegd daarover een oordeel te geven. Een oordeel van de bedrijfsarts is nodig om te komen tot een zorgvuldige afhandeling van ontslagaanvragen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. In onderhavige uitvoeringsregels is onder meer neergelegd dat aan de werkgever wordt gevraagd om een actuele verklaring van de bedrijfsarts te overleggen. Ook de rechter kan deze uitvoeringsregels in voorkomende gevallen betrekken bij de beoordeling van beslissingen van UWV waartegen beroep wordt aangetekend. Met de uitvoeringsregels wordt meer duidelijkheid geboden als het gaat om (het waarom van) de benodigde, verplicht gestelde, gegevens en de wijze van toepassing van de wettelijke bepalingen over ontslag en beoordeling van ontslagaanvragen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, met name als het gaat om de duur van de arbeidsongeschiktheid voor de bedongen arbeid, de mogelijkheden tot het verrichten van eigen werk in aangepaste vorm en de herplaatsingsverplichtingen. Besluit uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van 17 november 2015. Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van november 2015. Uitvoeringsregels Ontslag om bedrijfseconomische redenen Uitvoeringsregels Ontslag om bedrijfseconomische redenen Datum indiening 03-11-2015 Overige ontwikkelingen Met ingang van 1 juli 2015 zijn artikel 6 BBA, het Ontslagbesluit en de daarop gebaseerde Pagina 8 van 10
Beleidsregels ontslagtaak UWV vervallen voor verzoeken om toestemming de arbeidsovereenkomst op te zeggen die vanaf 1 juli 2015 worden ingediend. Vanaf die datum worden ontslagaanvragen vanwege bedrijfseconomische omstandigheden beoordeeld op basis van de bepalingen uit het BW en de Ontslagregeling (Stcrt. 2015, 12685). De bepalingen van het Ontslagbesluit en de beleidsregels van UWV hebben hun weerslag gevonden in de WWZ en de Ontslagregeling. Voor zover de WWZ en de Ontslagregeling hierin niet voorzien bijvoorbeeld als het gaat om welke gegevens een werkgever moet inleveren voor het onderbouwen van de bedrijfseconomische noodzaak heeft UWV deze regels opgenomen in onderhavig besluit. Ook de rechter kan deze uitvoeringsregels betrekken bij de beoordeling van beslissingen van UWV waartegen beroep wordt aangetekend. Met publicatie van de uitvoeringsregels biedt UWV meer duidelijkheid over (het waarom van) de benodigde, verplicht gestelde, gegevens en de wijze van toepassing van de wettelijke bepalingen over ontslag en beoordeling van verzoeken om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst om bedrijfseconomische redenen. Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen van 3 november 2015. Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen van november 2015. Regeling tot aanpassing van het wettelijk minimumloon Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 oktober 2015, nr. 2015-0000277569, tot aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2016 Regeling tot aanpassing van het wettelijk minimumloon Datum indiening 29-10-2015 Datum inwerkingtreding 01-01-2016 Overige ontwikkelingen De bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, b en c, van de WMM worden met ingang van 1 januari 2016 onderscheidenlijk als volgt vastgesteld: a. 1.524,60; b. 351,85; c. 70,37. Regeling van 29 oktober 2015. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Niets uit dit document mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever aan derden worden verstrekt. Hoewel de uiterste zorg is besteed aan de inhoud van deze Updates, aanvaarden de uitgever en de redactie geen aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid. - Deze pdf is gemaakt op 03-02-2017. Pagina 9 van 10
Pagina 10 van 10