Bouwen, bouwen, handen uit je mouwen. Een muziekproject voor kleuters

Vergelijkbare documenten
Een kar vol muziek. Rotterdam, mijn stad. Een muziekproject voor kleuters

Een kar vol muziek met..

Polka. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje.

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4

Hoe deel je ritmestokjes uit? Een les(onderdeel) met ritmestokjes begint met het uitdelen ervan. Dat kan op verschillende manieren.

Hoor de trommel en de fluiten

weer: regen, wind, onweer en zon ander soort kleding aantrekt dat je het niet koud krijgt weer vaker voorkomen in bepaalde seizoenen

Lesbrief Waar de Wind Woont

Lesideeën claves: onderbouw

Van ik tot allemaal. Muziek. Mu1/2b. Mu1/2b.1. Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal

Weer n liedje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

1. Samen maken we muziek vandaag

De wakkere wekker. Benodigdheden: - Een luid tikkende wekker

Doe Je Mee. LeSBRieF LieD. Martijje. TeR GeLeGeNHeiD VaN De ondertekening VaN MuZieKaKKooRD DRenTHe. 20 JuNi Lesbrief Doe je mee Martijje

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Lesmateriaal. Waar slaat dat op! Basisonderwijs groep 5 groep 8

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1

MUZIEK Groep 3 en 4. Korte omschrijving lessenserie:

LEVE(N)DE MUZIEK Lesbrief voor groep 1 t/m 3

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

RIJMEN EN DICHTEN 1 GROEP 5

Muzieklessen groep 1 en 2

KUNSTLES Suzan Overmeer Jazz4kids

Auto. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; focus op de leerkracht.

Thema: De K van Moeilijkheid : ** Ruimte aarde milieu Tijdsduur : *** Weerboekje. Na deze opdracht weet meer over temperatuur, onweer en de weerkaart

geeft de planten water

God gaf mij 2 handen

Spillebeen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Kun je Herfst* winter, lente, zomer horen? gr 1-2

VOORBEELDEXEMPLAAR LESPAKKET KBW 2013

Materiaal: hoepels, banken, touw (dik en dun), klimrek, dikke mat, stapstenen

Kleuren. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Muziek Singer Songwriter 1. Workshop Handleiding. Singer Songwriter 1. wat is jouw talent? 1. Singer Songwriter 1

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Lesbrief De Gruffalo en de muis Gebaseerd op het verhaal de Gruffalo van Julia Donaldson en Axel Scheffler

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in

Adewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding groep 1 en 2. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

Algemene doelstellingen voor lessenreeks De Tijdmachine

HOOR! KLEUTERS. Vossenoren

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Inhoud. Inleiding 6. Liedjesindex 185. Inhoud van de cd 187. Credits daar komt de boegieman BW_gecorrigeerd.indd :06:41

1. Waarover gaat de voorstelling?

Themaboekje ouders JONG LEREN IN HET VERKEER

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Film Leer meer en Bekijk onze film over beperkingen van kinderen in het verkeer.

Ontdekdoos Geluid voor groep 5 en 6. docentenhandleiding

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

LESBRIEF. Tekst: Tjeerd P. Oosterhuis & Niki Smit Muziek en productie: Tjeerd P. Oosterhuis Choreografie en lesopzet: Lucia Marthas

Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

Bekijk het introductiefilmpje op de homepagina en lees het onderstaande verhaal hierbij.

Fiche voorbereiden van activiteiten

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw

RIJMRITMES 1 GROEP 3

Workshop Handleiding. Boomwhackers. wat is jouw talent?

Mentor Datum Groep Aantal lln

Product beschrijvingen. september 2014

vastleggen: van grafisch naar traditioneel

25-29 juni op de maandag, woensdag, donderdag en vrijdagmorgen van 8.45 uur tot uur 9 juli om uur. Vervoer Broem, tingeling.

Ik ben een heel klein muisje

Werkboek. Wij werken samen. Nederlands Mentorles Duits Geschiedenis Kunst Muziek Percussie. oktober - december 2015 Meridiaan College JAAR VAK

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

Fiche voorbereiden van activiteiten

Hoera! Het regent - 4 t/m 7 jaar

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding voor groep 3. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

Informatie. Maak kennis, maak muziek! Onderwijsprogramma. voor GROEP 5 van het basisonderwijs Gemeente. Woudrichem BROCHURE.

FHKE Pabo Veghel Floor van Uittert. Vakspecialist muziek

Tekst: Lucia Marthas en Tjeerd P. Oosterhuis Productie & muziek: Tjeerd P. Oosterhuis Choreografie en lesopzet: Lucia Marthas Institute for

DE MARINIERSKAPEL IN DE DOELEN Maandag 9 en maandag 16 maart 2015

Muzieklessen groep 5:

SAMEN. Korte omschrijving: Doelstellingen: Materiaal en ruimte:

Graaf Floris V, de boeren en het golvende water. Groep:onderbouw 0/1/2

Melkweg. Kijk goed uit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: Veilig verkeer

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Schaop. Etienne Borgers. Lerarenhandleiding. bij de voorstelling. voor de groep 1,2,3 en 4. van het basisonderwijs -1-

Spider. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2

Lesbrief ter voorbereiding op de voorstelling DE VERGETEN DROOM. voor de groepen 1 en 2

Aanvulling Woordenschat NT2

Ernstig meervoudig gehandicapten. muziek

Handleiding bij de website van het lesmateriaal van de SamenDOOR!-dag met philharmonie zuidnederland

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Dini s poppenrijk Lesbrief

Een kronkelige slang

17. Wij zijn olifanten groot en klein

Kleur. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Thema 2 Activiteit 3 Terretektorh op kindermaat

Lesbrief les 1 groep 1 en 2 Fit zijn is fijn

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.

Transcriptie:

Bouwen, bouwen, handen uit je mouwen Een muziekproject voor kleuters 1

Inhoud Inleiding 3 Inhoud van de kar 4 Tips bij het geven van muzieklessen 5 Halte 1 hoog/laag Bouwput 6 Halte 2 hard/zacht Centraal Station 7 Halte 3 kort/lang Optocht 9 Halte 4 snel/langzaam Stoplicht 10 Halte 5 hoog/laag De speeltuin 11 Halte 6 hard/zacht In het park 12 Halte 7 snel/langzaam Blijdorp 13 De liedjes 14 Suggesties voor het werken met de kar 16 Bijlages (afbeeldingen bij de verschillende haltes) 17 2

Inleiding Bouwen, bouwen, handen uit de mouwen. is een muziekproject voor kleuters. De kar rijdt door de stad en onderweg komen we van alles tegen. Bij elke halte waar we kunnen stoppen hoort een les. De kinderen zingen liedjes en maken zelf muziek gebaseerd op de muzikale tegenstellingen snel en langzaam, hard en zacht, hoog en laag, kort en lang, wel geluid en geen geluid. Deze muzikale tegenstellingen worden visueel zichtbaar gemaakt door een aantal voor kleuters aansprekende attributen, dat in de kar aanwezig is. In elke voorbeeldles staat één van de muzikale tegenstellingen centraal en ervaren de kinderen door te luisteren, bewegen en zelf instrumenten te bespelen hoe ze deze tegenstelling kunnen vertalen in muziek. Bij elke les wordt een korte uitleg gegeven over de specifieke kenmerken van de muzikale tegenstelling die centraal staat en hoe kleuters deze ervaren. De tegenstelling wel geluid, geen geluid heeft te maken met het verschil tussen geluid en stilte. Deze tegenstelling kan in elke les aan bod komen. De kinderen moeten namelijk leren dat stoppen met muziek maken net zo belangrijk is als beginnen en doorgaan met muziek maken. Door een duidelijk start en stopteken te geven wordt deze tegenstelling visueel zichtbaar voor de kinderen. De andere tegenstellingen worden bij elke les apart besproken. Halte 1 t/m 4 zijn heel uitgebreid beschreven. Deze lessen duren ongeveer 30 minuten Halte 5 t/m 7 zijn kortere lessen. Deze speciaal voor jonge kinderen ontworpen kar met instrumenten zijn gemaakt door Bert van Bommel onder de naam Tutti Timbri. Deze instrumenten en vele andere zijn te koop via de website http://www.tuttitimbri.nl Je wordt vriendelijk verzocht de inhoud van de kar goed te controleren voordat deze weer opgehaald wordt. Heb je op- of aanmerkingen over de kar of de lessen dan verzoeken wij je vriendelijk deze te melden bij Sari Goudriaan: s.goudriaan@kc-r.nl Wij wensen je heel veel plezier met de lessen!! 3

Inhoud van de kar De instrumenten zijn te verdelen in een aantal groepen. Kloppen 2 houten drums in deksel kar, met vilten kloppers 2 houten drums in voor- en achterkant kar, met vilten kloppers 1 houten basdrum in standaard, met vilten klopper 1 Thaise gong in handvat, met vilten klopper 2 Birmaanse gongs in handvat, met houten kloppers Schudden 4 klopperbuizen 12 schuddoosjes Turkse schapenbelletjes in handvat Tikken 25 paar rietkloppers in doos 25 paar ritmestokjes in doos 2 set claves 2 losse chimes in handvat Overig Chimebar in rekje 2 lippendozen 2 ruisplaten 2 ruiswielen aan de zijkanten van de kar Attributen bij de verschillende lessen Mini kar Rails Halte 1 drie schuddoosjes uit de kar (hoog en laag) Halte 2 een fietsbel en een toeter (hard en zacht) Halte 3 een laars en een de mini kar (kort en lang) Halte 4 een stoplicht met verkeersborden (snel en langzaam) Afbeeldingen bij lessen Halte 3 Halte 4 Halte 7 Fanfare Stoplicht rood en stoplicht groen snelle en langzame dieren 4

Tips bij het geven van muzieklessen Er zijn leerkrachten die opzien tegen het geven van muziekles omdat het altijd zoveel herrie maakt en de kinderen er onrustig van worden. Hieronder volgen een paar tips die je kunt gebruiken bij het geven van de lessen. Zorg voor een goede geluidsbeheersing. Bespreek vooraf met de kinderen hoe hard ze mogen spelen. Zachte muziek is ook mooi! Bedenk een duidelijk start- en stopteken. Laat dit zien aan de kinderen en oefen het een aantal keer voordat je gaat beginnen met de les. Omgaan met de instrumenten. Hoe doe je dat? Laat goed zien en horen hoe de kinderen met een instrument om moeten gaan, zodat het niet kapot kan gaan. Laat de kinderen de instrumenten onder de stoel leggen als de leerkracht praat, maar leer ze ook om niet te spelen als ze het instrument nog vasthebben, dan haal je de vaart niet steeds uit de les als je kort iets wil vertellen. Zing met de kinderen een liedje tijdens het uitdelen (en ophalen) van de instrumenten en laat ze meespelen. Als alle kinderen eenmaal het instrument hebben kan het onder stoel gelegd worden zodat ze goed naar de uitleg kunnen luisteren. Leer de kinderen tijdens het spelen te kijken naar de dirigent. Deze geeft tekens en die moet je kunnen zien om ernaar te kunnen luisteren. 5

Halte 1 Bouwput in Rotterdam (hoog en laag) Nodig: drie schuddoosjes uit de kar, uitschuiffluitjes, instrumenten met hoge en lage geluiden Introductie De tram is aangekomen bij de eerste halte. Welkom bij wat is dit eigenlijk? Dit gebouw is nog niet klaar! Ze zijn nog aan het bouwen. Hoe hoog gaat dit gebouw eigenlijk worden? Zullen we een handje helpen? Ervaren van hoge en lage geluiden We beginnen op de grond en we gaan steeds hoger. Zing langzaam een toonladder op cijfers: 1-2-3-4-5-6-7-8 en beeld met je vuisten uit dat je omhoog gaat. Doe het nog eens en laat de kinderen meedoen. Kunnen we ook weer naar beneden? 8-7-6-5-4-3-2-1 Wat een hoog gebouw! Gelukkig is er ook een lift gemaakt. Speel op het uitschuiffluitje omhoog en weer omlaag. Laat de leerlingen dit geluid meezingen. Ga samen met de kinderen op je hurken zitten en ga je in een vloeiende beweging omhoog, net als in de lift. Als je boven bent ga je op je tenen staan en geniet je van het uitzicht over Rotterdam. Wat zie je allemaal? Hoge gebouwen? Laag bij de grond? Laat de basdrum horen aan de kinderen. Zijn we beneden of boven? Terwijl de leerkracht (of kind) op de basdrum speelt bouwen de kinderen op de grond. Speel op de dekseldrums en de kinderen gaan op hun tenen staan en kijken uit over de stad. Laat ook op deze manier de hoogste en laagste fluit aan de kinderen horen. Herhaal bovenstaande bewegingsactiviteit. Extra: Maak met 6 kinderen een laag en hoog orkest. Met je handen geef je aan wanneer de lage instrumenten mogen spelen (bouwen bij de grond) en wanneer de hoge instrumenten mogen spelen (op je tenen staan en geniet van het uitzicht). Laat de andere kinderen hier goed naar luisteren, en laat ze meedoen met jouw bewegingen. Liedje: (melodie deze vuist op deze vuist ) Deze steen op deze steen, deze steen op deze steen, deze steen op deze steen en zo bouw ik naar boven 6

Halte 2 Centraal Station (hard en zacht) Nodig: Fietsbel en toeter, harde en zachte instrumenten Introductie De tram is aangekomen bij de tweede halte. Wat hoor ik hier voor geluiden? Bedenk met de kinderen geluiden die je hoort op straat en bij het station: lopen, roepen, praten, trein, auto, brommer etc. Probeer de geluiden samen na te bootsen. Voorstellen fietsbel en toeter. Wat zijn dit voor voorwerpen? Hoe klinken ze? Wat is het verschil? Wie klinkt het hardst? Wie klinkt het zachtst? Welke harde en zachte geluiden hoor je nog meer in de stad? Ervaren van harde en zachte geluiden Wie kan een zacht geluid maken? Eén kind doet voor, andere kinderen doen na. Wie kan een hard geluid maken? Eén kind doet voor, andere kinderen doen na. Oefen met lopen op de tenen en stampen met de voeten. Als je de fietsbel hoort loop je rond op je tenen. Als je de toeter hoort stamp je in het rond. Wanneer beide attributen stil zijn, sta je stil. Spelen op instrumenten Laat de instrumenten die je voor deze les wil gebruiken aan de kinderen zien en horen. Welke klinken hard (luid) en welke klinken zacht? Verdeel samen met de kinderen de instrumenten in Fietsbel en Toeter instrumenten. Spreek een start en stopteken af en oefen dit een paar keer. Deel de instrumenten uit en laat de kinderen eventueel even experimenteren. Geef het stopteken. Doe de volgende oefeningen; Als je de Fietsbel ziet, spelen de zachte instrumenten, als je de Toeter ziet, spelen de harde (luide) instrumenten. Oefen ook de tegenstelling wel geluid, geen geluid Wanneer beide attributen onzichtbaar zijn is het helemaal stil Laat twee kinderen een Fietsbel en Toeter instrument tegelijkertijd spelen. De andere kinderen luisteren heel goed. Welk instrument hoor je het best? Laat de instrumenten onder de stoel leggen. Bewegen op muziek/lied aanleren Wanneer maak je lawaai? En wanneer ben je heel stil? Laat de kinderen afwisselend stampen in de plassen en sluipen door het huis. Speel daarbij zelf op een Fietsbel en Toeter instrument. Extra: Zing het lied de straat Laat de kinderen zelf nog meer voertuigen met bijbehorende geluiden verzinnen en voeg deze toe aan het lied 7

Halte 3 De optocht Voorwerpen: een schoen en een rolschaats. Afbeelding van marcherende fanfare Introductie We komen bij de volgende halte. Wat is het hier druk? Wat veel mensen! Waar kijken ze naar. Een optocht! (wat is een optocht? Wat zie je dan? Wat hoor je er bij?) Daar komt de fanfare aan. De muziek klinkt mooi! De muzikanten lopen mooi allemaal tegelijk, in de maat. Wie heeft dit wel eens gezien?(afbeelding laten zien) Als we goed luisteren kunnen we hun voetstappen ook horen. Hoe klinkt een voetstap eigenlijk? Duurt dat geluid lang? Nee, het duurt het kort. Net zo kort als 1 keer in je handen klappen De fanfare is voorbij. Wat komt daar aan? Afbeelding van rollerskaters laten zien. Wat doen deze mensen? Hoe ziet dat er uit? Wat hoor je er bij? Hoe klinkt het geluid van een rolschaats? Duurt dat ook heel kort? Nee, dat duurt langer. Zelf maken van korte en lange geluiden We maken met ons lichaam korte en lange geluiden Stampen- schuiven met je voet Op dijbeen klappen- handen rond wrijven op dijbeen Handen klappen- handen wrijven Kort stemgeluid- lang stemgeluid Spelen op instrumenten Instrumenten sorteren die kort en lang klinken Instrumenten verdelen over de kinderen. De twee groepen spelen afwisselend korte en lange geluiden Wij kunnen ook meedoen aan de optocht! We zijn de muzikanten. Kunnen we de muziek mooi maken? Alle korte instrumenten klinken precies tegelijk. De lange instrumenten klinken steeds heel lang Bewegen op muziek/lied aanleren Lied: tam tam Lied aanleren, kinderen marcheren door het lokaal. Als ze het lied kennen kunnen de instrumenten mee. Eerst lopen, dan spelen. (om de beurt kort en lang) Kunnen we ook lopen en spelen tegelijk? Allemaal door elkaar 8

Halte 4 Het stoplicht langzaam/snel Voorwerp: stoplicht Nodig; ritmestokjes Afbeelding van een rood voetgangerslicht Afbeelding van een groen voetgangerslicht (zie bijlage) Introductie We zijn bij de volgende halte. Hier vlakbij is de speeltuin. Maar dan moeten we eerst oversteken. Er is een zebrapad met een stoplicht. Het licht is rood. Kan je dat alleen maar zien, of kan je het ook horen? Luister eens goed. Hoe klinkt het geluid als het stoplicht rood is? (leerkracht tikt langzaam met ritmestokjes) Hoe klinkt het geluid als het stoplicht groen is? (leerkracht tikt snel met ritmestokjes) Welk licht klinkt snel? Welk licht klinkt langzaam? Ervaren van snel en langzaam Er wordt een nieuw stoplicht geplaatst en wij mogen het geluid er in stoppen. Dan moeten we goed oefenen! Eerst met onze handen; het rode geluid, dat is langzaam. Kunnen we het mooi precies tegelijk? Anders wordt het een rommeltje en dan snappen de voetgangers het niet. Dan het groene geluid. Dat moet snel, maar ook precies tegelijk! We spelen afwisselend snel en langzaam met behulp van de afbeeldingen van de stoplichten Spelen op de instrumenten Ritmestokjes uitdelen. Eerst even proberen. Dan snel en langzaam spelen door te reageren op de afbeeldingen Zijn er nog meer instrumenten waar we snel en langzaam mee kunnen spelen? Deze instrumenten toevoegen. Afwisseling inbouwen door bv de stokjes langzaam en de trommels snel te laten spelen en andersom. Bewegen /lied aanleren Het lied rood of groen Als de kinderen het lied kennen spelen we stoplichtje Twee stoplichten (kinderen die die de afbeeldingen vasthouden), twee kinderen met ritmestokjes Voor het eerste couplet van het lied wordt het rode stoplicht omhoog gehouden en daarbij wordt langzaam getikt met de stokjes. De kinderen wachten en zingen. Daarna wordt het groene stoplicht omhoog gehouden en daarbij wordt snel getikt met de stokjes. De kinderen steken over en zingen. 9

Halte 5 De speeltuin hoog/laag Nodig: liedje wipwap, hoog- en laagklinkende instrumenten In de speeltuin staat een wipwap. Zing het liedje voor en beweeg mee door te gaan staan en te gaan zitten. Laat zo het verschil zien tussen hoog en laag. De kinderen doen vanzelf mee. In de kring, handen vast; armen omhoog en omlaag zwaaien, daarna lopend. Laat de kinderen in tweetallen zelf een beweging bij de wipwap verzinnen, bijvoorbeeld; de kinderen gaan om en om staan en hurken. Verdeel hoog- en laag klinkende instrumenten. De kinderen met de hoge instrumenten beginnen eerst, speel om en om (1 toon) tijdens het zingen van het liedje. Halte 6 In het park hard/zacht Nodig: boom, rietkloppertjes We zijn in het park en staan op een groot grasveld. Om ons heen staan hoge bomen en allerlei struiken en planten. Als we omhoog kijken zien we een donkere wolk boven Rotterdam, en het begint zacht te regenen. Trommel zacht met je handen op je bovenbenen. De druppels worden steeds groter en het gaat harder regenen. Trommels steeds iets harder. De kinderen doen vanzelf mee. Een heldere flits aan de hemel en daar komt de donder. Roep: Boem! En stamp tegelijkertijd met beide voeten op de grond, blijf ondertussen gewoon trommelen met je handen. Herhaal dit een paar keer. De zon gaat weer schijnen en het houdt op met regenen. Doe dit nogmaals met de rietkloppertjes. Ieder kind krijgt twee rietkloppertjes. Kan je nog meer zachte geluiden maken met de rietkloppertjes? Tik met de stokjes op elkaar. Op de grond, op de stoel, op de muur etc. Wees creatief en probeer met de kinderen te schuilen voor de regen onder een grote boom, waar dikke druppels (hard!) naar beneden vallen. Laat een kind dirigeren. Bedenk eerst een stopteken (bijvoorbeeld twee vuisten in de lucht) Handen bijna tegen elkaar is zachtjes spelen. Armen wijd is hard spelen. Oefen niet alleen met hard en zacht maar ook van hard naar zacht en van zacht naar hard. (gebruik de plaatjes harder en zachter, crescendo en decrescendo) 10

Halte 7 Blijdorp snel/langzaam Nodig: verschillende dierenfiguurtjes of afbeeldingen van snelle en langzame dieren (zie bijlage) Trommels, ritmestokjes In de dierentuin Blijdorp wonen heel veel verschillende dieren. Welke dieren kennen we? Hoe zien ze er uit? Wat eten ze? Hoe bewegen ze zich voort? Enkele kinderen laten zien hoe deze dieren zich voortbewegen Welke dieren zijn heel snel? Welke dieren zijn heel langzaam? Laat de afbeeldingen of dierenfiguurtjes zien en sorteer met de kinderen de snelle en de langzame dieren. De kinderen gaan vervolgens zelf bewegen net als deze dieren. De leerkracht speelt hierbij afwisselend langzaam en snel op de trommel. Als de trommel langzaam gaat wordt je een langzaam dier. Als de trommel snel gaat wordt je een snel dier (De leerkracht kan de kinderen helpen door de naam van het dier er bij te noemen of de afbeelding te laten zien) De leerkracht deelt de trommels en ritmestokjes uit. De kinderen spelen nu zelf afwisselend snel en langzaam. Ze reageren hierbij op de afbeeldingen van de dieren die de leerkracht laat zien. Extra; zing het lied Naar de dierentuin! 11

De liedjes Beginlied op de melodie van naar de dierentuin (zie les 7) Ga je mee Met de kar Door Ro-tter-dam Ga je mee Want het is fijn Om eens een keertje in de grote stad te zijn Halte 1 (melodie, deze vuist op deze vuist) Deze steen op deze steen, deze steen op deze steen, deze steen op deze steen en zo bouw ik naar boven Halte 2 Aangepaste tekst: Door de straat door de straat rijdt een autobus Van je pep pep pep doet de autobus Tsjonge jonge jonge, moet je horen Met je oren, met je oren Tsjonge jonge jonge, moet je horen Wat een herrie in de straat 12

Door de straat door de straat rijdt de brandweer Van je tu ta tu doet de brandweer Tsjonge jonge jonge, moet je horen Met je oren, met je oren Tsjonge jonge jonge, moet je horen Wat een herrie in de straat Door de straat door de straat rijdt een fietsje Van je tring tring tring doet het fietsje Tsjonge jonge jonge, moet je horen Met je oren, met je oren Tsjonge jonge jonge, moet je horen Wat een herrie in de straat Verzin er zelf nog meer bij! Halte 3 13

Halte 4 Halte 5 14

Halte 6 Halte 7 15

Suggesties voor het werken met de kar Muziekhoek Maak een tijdelijke muziekhoek met naast de kar allerlei muziekattributen. Denk aan een dirigentenjas, dirigeerstokje, muziekpapier, muziekboeken, cd s, een muziekstandaard, afbeeldingen van diverse musici, muziekinstrumenten, dirigenten, orkesten, (symfonieorkest, blaasorkest, fanfare) en bands. Besteed hier in de kring aandacht aan. Laat de kinderen zelf experimenteren met de instrumenten. In het boek gevangen in een schelp (L. de Jong, Noordhoff uitgevers bv) staat een prachtig muziekproject met kleuters beschreven. Uitgangspunt van de schrijver is de manier waarop jonge kinderen leren en zich ontwikkelen. De kar kan hier zeker een rol in spelen. Klankspel Gebruik de houten fluiten, ritmestokjes, rietkloppers en drums om regen en onweer te verklanken met de kinderen. Laat de instrumenten eerst afzonderlijk horen en vertel een verhaal; Ik maakte een wandeling want het was mooi weer, toen begon het zachtjes te regenen etc. Gebruik de instrumenten bij je verhaal. Vertel het verhaal nog een keer en laat nu de kinderen meespelen. Gebruik eventueel beeldmateriaal om het verhaal te verduidelijken. Geen muziek regen=rietkloppers hagel=ritmestokjes Drums= onweer houten fluiten= wind allemaal tegelijk! Bron afbeeldingen; http://www.juf2juf.info/projecten/herfst/herfst.html 16

Bijlagen Halte 3 Fanfare en rollerskaters 17

Halte 4 stoplichten (vergroten en uitprinten) 18

Halte 7 Afbeeldingen dieren (vergroten en uitprinten) Langzame dieren Het zeepaardje De koala De reuzenschildpad De tuinslak De zeester De luiaard 19

Snelle dieren De kangoeroe De haas De leeuw De springbok De gnoe De cheetah (het jachtluipaard) 20