Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Vergelijkbare documenten
Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Cultuur- 1

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Versie: 3 oktober 2014

Stadsmonitor. -Cultuur- Modules. Definitieve versie: februari Samenvatting 2 Cultuurdeelname 3 Cultuurproductie 12 Cultuurhistorie 13 Bronnen 14

Publieksonderzoek de Stadsschouwburg

Publieksonderzoek Doornroosje

Publieksonderzoeken Nijmeegse podia

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Publieksonderzoek LUX

Publieksonderzoek De Vereeniging

De cultuurparticipatie van de Nijmegenaren in beeld gebracht. Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Hoofdstuk 21. Cultuur

Publieksonderzoek Podia Nijmegen

Sportparticipatie Volwassenen

Vergelijkingstabellen publieksonderzoeken culturele podia 2002

Publieksonderzoek Lindenberg Theater

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

Hoofdstuk 22. Cultuur

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Publieksonderzoek Steigertheater

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Cultuurpodia in Enschede September 2011

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

Publieksonderzoek Stadsschouwburg

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

Sport I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Factsheet cultuur 2014

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2006

ontwikkeling, ontspanning STATISTISCH JAARBOEK

Stads- en Wijkmonitor

Deel III Ranglijsten

Stadsmonitor. -thema Imago Stad-

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam

Publieksonderzoek LUX

Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met hoofdstuk 8 over Toerisme en recreatie, daar staat bijvoorbeeld meer informatie over evenementen.

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

Publieksonderzoek concertgebouw De Vereeniging

Participatie in sport, hobby s en cultuur

Cultuurkaart Amersfoort

Culturele activiteiten in Noord

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Evaluatie bibliotheekvestigingen op maat. Onderzoek in Neerbosch Oost en Oosterhout

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

Vrije tijd & Cultuur in Almere De cultuurparticipatie van Almeerders

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2010

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

De slag om de vrije tijd

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

ontwikkeling, ontspanning

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Digipanel Theater aan de Parade

Museumbezoek meest favoriet cultureel uitje Rapport - onderzoek naar cultuurbeleving van Nederland

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

8. Werken en werkloos zijn

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010

Strategisch Thema. -Duurzame stad-

Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T

Weinig mensen sociaal aan de kant

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Publieksonderzoek De Lindenberg

ontwikkeling, ontspanning

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Samenvatting WijkWijzer 2017

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

Transcriptie:

Nijmegen heeft relatief veel cultureel aanbod, heeft podia die positief gewaardeerd worden en telt veel hoogopgeleiden, die in het algemeen meer belangstelling voor cultuur hebben. Met grote tentoonstellingen weet museum Het Valkhof veel bezoekers te trekken en jaarlijks vindt in de stad een aantal grote culturele evenementen plaats. Deze zaken dragen ertoe bij dat Nijmegen een stad met een hoge cultuurdeelname is. In vergelijking met 2003 zijn jongeren meer aan kunsteducatie gaan doen. Het aantal leden van de bibliotheek is aan het dalen. Landelijk was deze daling al eerder begonnen. I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN CULTUUR? Een meerderheid van de Nijmegenaren bezoekt culturele voorstellingen Van de volwassen Nijmegenaren bezoekt 61% minimaal 1 keer per jaar een culturele voorstelling in Nijmegen (exclusief film). Verder bezoekt 66% filmvoorstellingen in Nijmegen en gaat ruim veertig procent in 1 jaar tijd naar 1 of meer Nijmeegse musea. Voor de 12 17 jarigen hebben we in de Jeugdmonitor 2008 ongeveer dezelfde percentages gemeten. Sinds 2002/2003 is het percentage Nijmeegse jongeren en volwassenen, dat culturele voorstellingen bezoekt niet veel veranderd. filmvo o rs tellingen culturele vo o rs tellingen (exclus ief film ) musea 41% 61% 66% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Illustratie 1: percentage volwassen Nijmegenaren dat in het voorgaande jaar in Nijmegen een bezoek bracht aan 1 of meer... Bron: Stadspeiling 2007, O&S Bij volwassenen zijn film, popmuziek, cabaret/kleinkunst en toneel de meest populaire genres. Voor bijna alle genres geldt dat de belangstelling bij hoogopgeleiden duidelijk groter is dan bij laag en middelbaar opgeleiden. Dit geldt niet voor musicals, dance en harmonieën/fanfares. Jongeren hebben behalve voor film vooral belangstelling voor musicals, popconcerten, danceactiviteiten en toneelvoorstellingen. Voor elk van deze genres geldt dat tussen de 10 en 20% van 12 17 jarigen jaarlijks 1 of meer voorstellingen bezoekt. Jongeren op het vmbo gaan minder naar culturele voorstellingen dan havo en vwoleerlingen. Dit zien we het sterkst bij cabaret en musicals, maar bijvoorbeeld ook bij popconcerten, toneelvoorstellingen en filmvoorstellingen. Niet westerse allochtone jongeren gaan minder naar musicals en cabaret. Bij andere genres zijn de verschillen tussen allochtone en autochtone jongeren kleiner, zoals bij popconcerten, toneelvoorstellingen, filmvoorstellingen en dance. Een deel van de jongeren en volwassenen zou wel vaker naar voorstellingen willen gaan, maar de kosten en een gebrek aan tijd zijn de belangrijke belemmeringen om dat niet te doen. Hierbij hoort wel de nuancering dat de kosten naar verhouding vaak als bezoekbelemmering worden genoemd door personen die al frequent naar voorstellingen gaan. Van de personen, die nooit naar culturele voorstellingen gaan, noemt 10% de kosten als een bezoekbelemmering. Het aanbod is minder een bezoekbelemmering. Het aandeel volwassen Nijmegenaren, dat in Nijmegen een bepaald cultuuraanbod mist, daalde van 26% in 2002 naar 15% in 2007. Vooral frequente voorstellingenbezoekers missen zaken in het cultuuraanbod. Van de mensen, die geen culturele voorstellingen bezoeken, mist 3% een bepaald aanbod. Ruim 1 op de 3 Nijmegenaren in vrije tijd met kunstzinnige activiteiten bezig Ruim een derde van de volwassen Nijmegenaren is in de vrije tijd met 1 of meer kunstzinnige activiteiten bezig. De meest populaire activiteiten zijn tekenen, schilderen, grafisch werk, een muziekinstrument bespelen en fotografie, film, video. We kunnen niet zeggen of het percentage amateurkunstbeoefenaars gestegen of gedaald is, omdat de vraagstelling hierover in 2002 anders was. Van de amateurkunstbeoefenaars heeft 9% het afgelopen jaar voorstellingen of optredens gegeven of meegewerkt aan een expositie. Deels gaat het daarbij om personen die deel uitmaken van een creatief gezelschap: 7,5% van alle volwassen Nijmegenaren maakt in de vrije tijd deel uit van een toneelgroep, dansgroep, koor, band, fotoclub e.d.; driekwart daarvan heeft het afgelopen jaar voorstellingen of optredens gegeven. En deels gaat het om amateurkunstbeoefenaars, die als individu met hun kunst naar buiten treden. Het percentage professionele kunstbeoefenaars onder de Nijmeegse bevolking ligt op 0,8%. Dat is in de buurt van het gemiddelde voor de (middel)grote steden in Nederland. O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 1

Deelname aan kunsteducatie toegenomen In vergelijking met 2003 zien we een toename van het aandeel jongeren, dat buiten school les volgt in een creatieve activiteit: van 32 naar 36% bij de 10 11 jarigen en van 14 naar 22% bij de 12 17 jarigen. Het aandeel jongeren dat tegen betaling les volgt bij de Lindenberg was de afgelopen jaren vrij stabiel (6,5% van de 0 17 jarigen, afgaande op het cursistenbestand van de Lindenberg), het aandeel dat dat doet bij andere instellingen of leraren die als zelfstandige werken is toegenomen. Ook het aanbod en het bereik van naschoolse culturele activiteiten, die onder meer door de Lindenberg verzorgd worden, is groter geworden. bezoekt gesubsidieerde podia bezoekt culturele voorstellingen (e xc l. film ) bezoekt filmvo o rs tellingen bezoekt biblio theek beoe fe nt in vrije tijd kunstzinnige activiteiten 54% 44% 43% 46% 43% 76% 84% 84% Van de volwassenen volgt 7,5% in de vrije tijd les in een kunstzinnige activiteit. Behalve bij de Lindenberg (1,6%), doet men dat bij dansscholen, in wijkcentra, bij hobbyclubs en bij leraren die als zelfstandige werken. Of de deelname van volwassenen aan kunsteducatie is toe of afgenomen, kunnen we niet zeggen (vraagstelling hierover niet hetzelfde als in 2002). Opleidingsniveau en andere kenmerken van invloed op cultuurdeelname Op basis van de Stadspeiling 2007 is nagegaan met welke achtergrondkenmerken cultuurdeelname bij volwassenen samenhangt. Daaruit kwam naar voren dat opleiding de meeste bepalende factor is. Afhankelijk van de vorm van cultuurdeelname zijn ook kenmerken als leeftijd, geslacht, etniciteit, inkomen en het type huishouden van invloed. Daarnaast blijkt ook de nabijheid van het aanbod een rol te spelen. bezoekt musea maakt deel uit van creatief gezelschap neemt deel aan kunsteducatie 5% 4% 10 % 10 % 26% 54% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Illustratie 2: cultuurdeelname naar opleidingsniveau Bron: Stadspeiling 2009, O&S laag-/middelbaar o pgele iden hoogopgeleiden Voor zover met Nijmegen vergelijkbare steden recentelijk cijfers over cultuurdeelname bij de bevolking verzameld hebben, is dat gebeurd via andere onderzoeksmethodes. Daardoor kunnen we geen actuele stedenvergelijking voor de cultuurdeelname geven. Illustratie 2 geeft een beeld van de verschillen in cultuurdeelname tussen laag en middelbaar opgeleiden en hoogopgeleiden. In het hoofdstuk Jeugd staat een soortgelijke illustratie voor de jongeren. Uit cijfers over cultuurdeelname in verschillende steden, verzameld in de periode 2002 2003, weten we dat Nijmegenaren relatief veel gebruik maken van cultureel aanbod. Een belangrijke verklaring hiervoor is dat in Nijmegen relatief veel hoogopgeleiden wonen. Ook het aanbod is van invloed. In de ranglijst van steden met het grootste aanbod aan podiumkunsten gerelateerd aan het aantal inwoners staat Nijmegen op de 4 e plaats. In Nijmegen vinden vooral relatief veel popconcerten plaats. O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 2

II.H OE GAAT HET MET DE PODIA? Jaarlijks aantal bezoeken gesubsidieerde podia boven de 500.000 Opnieuw net als in de vorige edities van de SWM constateren we dat het podiabezoek in Nijmegen zich gunstig ontwikkelt. Sinds 2007 worden bij gesubsidieerde podia (Keizer Karel Podia, Doornroosje, LUX en Lindenberg Theater) jaarlijks meer dan een half miljoen voorstellingenbezoeken geteld: ruim 200.000 bezoeken aan filmvoorstellingen plus rond de 300.000 bezoeken aan theater en muziekvoorstellingen. Een belangrijke impuls voor de groei van het aantal bezoeken was de opening van het Lindenbergtheater in 2006. Dit theater trekt 80% meer bezoekers dan vroeger de Lindenberg en het Steigertheater bij elkaar (ruim 44.000 bezoeken in 2008). Maar ook bij Doornroosje (recordaantal van 65.000 betalende bezoekers in 2008), de Stadsschouwburg (120.500 bezoekers in seizoen 2007/2008) en LUX (21.000 bezoekers voor de theater en muziekvoorstellingen en debatten in 2008) steeg het aantal bezoeken. 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 10 0.0 0 0 0 2006 2007 2008 filmvo o rs tellingen LUX muziek-/theatervo o rs tellingen ges ubs idieerde po dia Illustratie 3: aantal voorstellingenbezoeken in gesubsidieerde podia Bron: tellingen van podia De toename van het aantal bezoeken hangt samen met de toename van het aanbod: het aantal theateren muziekvoorstellingen in de gesubsidieerde podia is gestegen van 802 in 2006 naar 1.092 in 2008. Het totale aantal filmbezoeken in Nijmegen in de twee commerciële bioscopen en in LUX tezamen lag in 2008 op 378.000. Meer dan de helft van die bezoeken (211.000) vond in LUX plaats. De podia tezamen bereiken circa twee derde van de Nijmegenaren. Van de volwassen Nijmegenaren bezoekt 67% in 1 jaar tijd 1 of meer gesubsidieerde podia in Nijmegen. Voor de jeugd (12 17 jaar) ligt dit percentage ongeveer even hoog (69%). Hoge waardering voor aanbod podia In 2007 hebben O&S en de gesubsidieerde podia voor de tweede keer publieksonderzoeken bij die podia uitgevoerd. Voor alle podia geldt dat een meerderheid van de bezoekers tevreden is over de kwaliteit van het aanbod. Hooguit een paar procent is er ontevreden over. Hetzelfde kunnen we zeggen over de diversiteit van het aanbod. In vergelijking met 2002 is het oordeel over het aanbod, de accommodaties en de service positiever. Podiabezoek gaat gepaard met uitgaven in stadscentrum Op basis van de publieksonderzoeken zijn de jaarlijkse bestedingen in de stad door podiabezoekers geraamd op 6,5 miljoen euro. Dat is exclusief de uitgaven in de podia. Bij de uitgaven in de stad gaat het voornamelijk om eten en drinken, gevolgd door winkelen en parkeren. Een groot deel van de uitgaven komt van LUX bezoekers. Dit podium trekt de meeste bezoekers en die bezoekers combineren hun voorstellingenbezoek relatief vaak met winkelen. Verschillende publieksgroepen voor gesubsidieerde podia Doornroosje trekt relatief veel jongvolwassenen, De Vereeniging en de Stadsschouwburg hebben een relatief oud publiek en LUX en het Lindenberg Theater hebben qua leeftijd een meer gemengd publiek. Alle podia, behalve Doornroosje, trekken meer vrouwen dan mannen. En bij alle podia is een meerderheid van de bezoekers hoogopgeleid. Wel is het aandeel hoogopgeleiden bij LUX, Doornroosje en het Lindenberg Theater groter dan bij de Keizer Karel Podia. Het Nijmeegse deel van het publiek van de Stadsschouwburg is tamelijk evenredig over de Nijmeegse stadsdelen verdeeld. In iets mindere mate geldt dat ook voor De Vereeniging. Bij de andere podia zien we een oververtegenwoordiging van bezoekers uit Nijmegen Oost in combinatie met een ondervertegenwoordiging van bezoekers uit Dukenburg en Lindenholt. Doornroosje trekt naar verhouding de meeste niet westerse allochtonen. Doornroosje is het enige podium waarvoor geldt dat het aandeel niet westerse allochtonen onder de Nijmeegse bezoekers even hoog is als het aandeel niet westerse allochtonen onder de Nijmeegse bevolking. Bij de publieksgroepen van de andere podia zien we een ondervertegenwoordiging van niet westerse allochtonen. Voor De Vereeniging, de Stadsschouwburg en Doornroosje geldt dat ruim de helft van de bezoekers van buiten de stad komt. Bij De Vereeniging en de Stadsschouwburg gaat het vooral om bezoekers uit de regio, bij Doornroosje gaat het relatief vaak om bezoekers van verder weg. O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 3

III.H OE GAAT HET MET DE ANDERE CULTURELE INSTELLINGEN? 70% 60% 50% 40% 30% 20% Afname bereik bibliotheek In de vorige SWM constateerden we een daling van het bereik van de bibliotheek op grond van het percentage Nijmegenaren dat aangaf de bibliotheek in het voorgaande jaar bezocht te hebben. Maar er was nog geen sprake van een ledendaling. Hoe is de situatie nu? Illustratie 4 laat zien dat met name het percentage jongvolwassenen (18 24 jaar), dat de bibliotheek bezoekt, verder gedaald is. In de leeftijdscategorieën daarboven is het bereik sinds 2007 licht gedaald. 10 % 0% 63% 59% 37% 30% 59% 55% 45% 43% 42% 40% 39% 37% 18-24 jaar 25-44 jaar 45 jaar e.o. 2003 2005 2007 2009 Illustratie 4: percentage bibliotheekbezoekers naar leeftijd Bron: Stadspeiling 2003, 2005, 2007, 2009, O&S De Jeugdmonitor 2008 laat zien dat ook het aandeel bibliotheekbezoekers bij de jeugd (12 17 jaar) is gedaald: van 85% in 2003 naar 73% in 2008. Het verstrekken van gratis cultuurpassen, waarmee middelbare scholieren automatisch lid van de bibliotheek zijn, heeft deze neerwaartse trend niet kunnen keren. Uit de Jeugdmonitor blijkt dat 57% van de bezitters de cultuurpas als bibliotheekpas gebruikt. Niet alleen de Stadspeiling, maar ook de ledencijfers van de bibliotheek laten een afnemend bereik zien. Het aantal leden daalde van 54.876 in 2007 naar 51.823 in 2008 ( 7,4%). De periode daarvoor was er nog sprake van een groei van het aantal leden, onder meer door de introductie van de cultuurpas. Circa 12.500 van de 51.823 leden zijn scholieren met een gratis cultuurpas C4J, waarmee ze automatisch lid van de bibliotheek zijn. En ruim 4.000 leden wonen buiten Nijmegen. Landelijk is het aantal leden in de periode 2003 2007 licht gedaald. Voor 2008 en 2009 zijn de landelijke cijfers nog niet beschikbaar. Het aantal uitleningen in Nijmegen is minder afgenomen dan het aantal leden, namelijk met 2,7% (van 1.433.624 naar 1.395.350 in 2008). Degenen, die hun lidmaatschap hebben opgezegd, leenden gemiddeld genomen dus minder boeken/andere materialen. Cijfers van de bibliotheek laten verder zien dat het totaal aantal bezoeken, dat in 1 jaar tijd aan de bibliotheek gebracht wordt, met ruim 7% is afgenomen. De afname is wat sterker voor de centrale bibliotheek in het centrum (gedaald met 9% van 507.856 in 2007 naar 459.968 in 2008) dan voor de wijkvestigingen (gedaald met 5% van 445.021 in 2007 naar 423.856 in 2008). Sinds de opening in oktober 2008 van wijkfiliaal Lindenholt (bij brede school InterAcker) zijn er in totaal 12 bibliotheekvestigingen: de centrale bibliotheek De Mariënburg, twee stadsdeelbibliotheken (Zwanenveld en Muntweg) en negen wijkfilialen. Bij drie van de negen wijkfilialen gaat het om kleinere vestigingen bij een schoolgebouw of voorzieningenhart, die zich met name richten op doelgroepen zoals kinderen, ouderen en allochtonen (Lindenholt, Neerbosch Oost en Oosterhout). In die vestigingen kunnen overigens ook de niet doelgroepen boeken bestellen. In de komende jaren zullen ook andere wijkfilialen omgevormd worden tot doelgroepvestigingen. Uit een in 2007 verrichte evaluatie van de eerste experimenten met dergelijke vestigingen (Neerbosch Oost en Oosterhout) bleek dat vooral kinderen en hun ouders er gebruik van maken. Daar stond tegenover dat in Neerbosch Oost de doelgroep 65 plussers, en daarbinnen vooral de niet westerse allochtonen, minder bereikt werd dan de bedoeling was. Over het aanbod waren de bezoekers in het algemeen erg tevreden. Het gemiddelde rapportcijfer van de bezoekers voor de vestiging in Neerbosch Oost lag op 8,3. Voor Oosterhout was dat een 7,7. Verschillen in bereik bibliotheek naar stadsdeel In vergelijking met andere steden telt Nijmegen veel bibliotheekvestigingen, die verspreid over de stad liggen. Wat betekent dat voor het bereik van de bibliotheek in verschillende stadsdelen? Illustratie 5 geeft daar een beeld van. Het percentage leden varieert van 22% in Nijmegen Oud West tot 32% in Nijmegen Midden. Bij het percentage frequente bezoekers is het verschil tussen de stadsdelen wat groter. Kijken we echter naar het bereik per stadsdeel voor andere culturele instellingen (gesubsidieerde podia, musea) dan valt op dat de verschillen tussen de stadsdelen voor wat betreft het bereik van de bibliotheek relatief klein zijn. O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 4

N-Midden N-Oost N-Noord Lindenho lt N-Zuid Dukenburg 32% 31% 31% 25% 30% 31% 20% 25% 23% IV.H OE GAAT HET MET HET OVERIGE CULTUURAANBOD? Vierdaagsefeesten blijven grote publiektrekker Het aantal evenementen in Nijmegen gerelateerd aan het aantal inwoners ligt in de buurt van het gemiddelde voor de grote steden, maar met de Vierdaagse heeft de stad wel een topevenement. In de landelijke evenementen top 100, gebaseerd op het aantal bezoekers en de media aandacht, staan de feesten op nummer 1. In 2009 werden naar schatting ruim 1,3 miljoen bezoeken aan de feesten gebracht. N-Nieuw-West N-Centrum N-Oud-West 17 % 19 % 23% 24% 22% 25% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% % le den % bezoekt bibliotheek minimaal 1 x per maand Illustratie 5: aandeel bezoekers bibliotheek, naar stadsdeel Bron: Stadspeiling 2009, O&S Grote tentoonstellingen in museum Het Valkhof blijven veel bezoekers trekken In 2008 werd opnieuw een hoog bezoekersaantal gehaald met een speciale tentoonstelling: Luxe en decadentie over het leven aan de Romeinse goudkust trok circa 70.500 bezoekers. O&S heeft tijdens eerdere speciale tentoonstellingen publieksonderzoeken verricht. Daaruit bleek dat de tentoonstellingen veel bezoekers van buiten Nijmegen en omgeving trekken. Circa de helft daarvan geeft aan dat ze Nijmegen vaker willen gaan bezoeken. Het tentoonstellingbezoek gaat gepaard met circa 2 miljoen euro aan extra bestedingen in de stad. Op de ranglijst van steden met het hoogste gewogen aantal musea staat Nijmegen op de 13 e plaats 1. Andere culturele evenementen, die veel publiek trekken, zijn de popconcerten in het Goffertpark (circa 60.000 voor de uitverkochte concerten), het Gebroeders van Limburg festival (naar schatting 40.000 à 50.000 bezoekers), de Music Meeting (circa 15.000 in 2009), het Wintertuinfestival (circa 14.000 bezoekers), de Dag van het Levenslied (10.000 tot 15.000 bezoekers) en de Open Monumentendag (jaarlijks circa 12.000 bezoekers). Op initiatief van de CNN werd in 2008 voor het eerste een culturele zondag gehouden. In 2009 kreeg deze een groter vervolg; 19 culturele instellingen en bedrijven werkten aan deze dag mee. Eerste onderzoek naar effecten popconcerten In 2008 is in het kader van de evenementenmonitor voor het eerst onderzoek verricht naar de economische en promotionele effecten van een popconcert in het Goffertpark. Het onderzoek is verricht onder bezoekers van Rockin Park. Bijna 80% van de bezoekers kwam van buiten de regio; circa de helft bezocht niet eerder een popconcert in het Goffertpark. Een ruime meerderheid denkt in toekomst vaker naar concerten in het Goffertpark te gaan en denkt anderen te gaan aansporen om dat ook te gaan doen. De uitgaven van de bezoekers vinden vooral op het festivalterrein plaats gemiddeld 40 euro en een minderheid van 15% combineert het bezoek met andere activiteiten in Nijmegen. In 2009 richt het evenementenonderzoek van O&S zich op twee andere culturele evenementen: het Gebroeders van Limburg festival en de Music Meeting. De uitkomsten zullen in de loop van 2009 bekend gemaakt worden. 1 Rijksmusea tellen het zwaarst mee, daarna de musea die aangesloten zijn bij de Stichting Museumkaart of de Nederlandse Museumvereniging. De overige musea hebben het minste gewicht. O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 5

Hoge waardering voor Open Monumentendag Nijmegen telt ruim 200 Rijksmonumenten en bezet daarmee de 25 e plaats in de ranglijst van steden met de meeste Rijksmonumenten (2008). Daarnaast zijn er in Nijmegen 460 gemeentelijke monumenten. Tijdens de jaarlijkse Open Monumentendag zijn circa 50 monumenten open voor publiek. Uit een publieksonderzoek, dat in 2008 tijdens deze dag is gehouden, blijkt dat ruim 60% van bezoekers uit Nijmegen komt. De helft combineert het bezoek met andere activiteiten in de stad, waarbij winkelen (16%) en horecabezoek (19%) het vaakst genoemd zijn. Gemiddeld waarderen de bezoekers het totale dagprogramma met een 7,7. In de ranglijst van steden met de meeste archeologische monumenten staat Nijmegen op de 6 e plaats. Bronnen Stadspeiling 2003, 2005, 2007, 2009, O&S Jeugdmonitor 2003, 2008, O&S Publieksonderzoeken gesubsidieerde podia 2007, O&S Gesubsidieerde podia: gegevens over bezoekersaantallen Cursistenbestand de Lindenberg 2008, bewerkt door O&S Jaarverslagen 2007 en 2008, Bibliotheek Gelderland Zuid Ledenbestand bibliotheek 2008, bewerkt door O&S Evaluatie bibliotheekvestigingen op maat; Onderzoek in Neerbosch Oost en Oosterhout, O&S, 2007 Rockin Park 2008; Effectmeting Nijmeegse evenementenmonitor, O&S Landelijke Respons Evenementenmonitor, 2009 Publieksonderzoek Open Monumentendag Nijmegen, Truc Hoang, 2008 Bibliotheekonderzoek.nl Atlas voor gemeenten 2009, Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht, 2009 O&S Gemeente Nijmegen, november 2009 6