De cultuurparticipatie van de Nijmegenaren in beeld gebracht. Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De cultuurparticipatie van de Nijmegenaren in beeld gebracht. Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken"

Transcriptie

1 De cultuurparticipatie van de Nijmegenaren in beeld gebracht Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken O&S Nijmegen april 2003

2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies Inleiding De deelname aan verschillende soorten culturele activiteiten Belemmeringen voor cultuurdeelname Verbreding van de cultuurdeelname Cultuurdeelname onder de jongeren van 16 t/m 24 jaar Cultuurdeelname onder de allochtonen uit de niet-rijke landen De zes gesubsidieerde podia De belangstelling voor film- en (pop)muziek Belangstelling bij Nijmegenaren voor film Belangstelling bij Nijmegenaren voor muziek 13 2 Inleiding Aanleidingen voor de cultuuronderzoeken Inhoud van de synthese Indeling van de synthese Opmerkingen vooraf over de onderzoeken 17 3 Verschillende vormen van cultuurparticipatie Bezoek aan culturele voorstellingen in Nijmegen Gerichtheid op Nijmegen per genre Bezoek aan Nijmeegse gesubsidieerde podia Bezoek aan Nijmeegse festivals Bezoek aan informele culturele voorstellingen in Nijmegen Bezoek aan Nijmeegse musea Amateurkunstbeoefening en kunsteducatie Totaaloverzicht cultuurdeelname in Nijmegen Verschillen naar opleiding Gebiedsverschillen Conclusies 29 4 Belemmeringen voor cultuurdeelname Belemmeringen bij wel- en niet-bezoekers van culturele voorstellingen Kosten Uitkomsten bevolkingsonderzoek Uitkomsten publieksonderzoeken Aanbod Uitkomsten bevolkingsonderzoek Uitkomsten publieksonderzoeken 37

3 Inhoudsopgave (vervolg) 4.4 Informatie Gezinssituatie Parkeren Uitkomsten bevolkingsonderzoek Uitkomsten publieksonderzoeken Conclusies 44 5 Verbreden van cultuurdeelname Cultuurparticipatie bij de jongeren van 16 t/m 24 jaar Mate waarin de 16- t/m 24-jarigen in Nijmegen aan cultuur doen Redenen van niet-bezoek aan de podia bij de 16- t/m 24-jarigen Informatiekanalen om de 16- t/m 24-jarigen te bereiken Cultuurparticipatie bij de allochtonen uit de niet-rijke landen Mate waarin de allochtonen uit de niet-rijke landen in Nijmegen aan cultuur doen Redenen van niet-bezoek aan de podia bij de allochtonen uit de niet-rijke landen Informatiekanalen om de allochtonen uit de niet-rijke landen te bereiken Conclusies Conclusies over de jongeren van 16 t/m 24 jaar Conclusies over de allochtonen uit niet-rijke landen 56 6 Profielen van de zes gesubsidieerde podia LUX De Stadsschouwburg De Vereeniging Het Steigertheater De Lindenberg Doornroosje Conclusies Conclusies over de afzonderlijke podia Conclusies over alle podia 74 7 De belangstelling voor film en (pop)muziek De belangstelling voor film De belangstelling voor (pop)muziek Conclusies 82 2

4 Samenvatting en conclusies 1 Samenvatting en conclusies 1.1 Inleiding Wie maakt er wel en niet gebruik van het Nijmeegse cultuuraanbod? Is dit aanbod goed afgestemd op de vraag? Om een antwoord op deze vragen te krijgen, is in het voorjaar van 2002 een bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie uitgevoerd. Daarbij is speciale aandacht besteed aan twee belangrijke doelgroepen van het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik: de jongeren en de allochtonen uit de niet-rijke landen. Tegelijk met het bevolkingsonderzoek zijn bij de zes gesubsidieerde podia publieksonderzoeken uitgevoerd 1. Daarbij gaat het om vragen als: hoe is het publiek van de podia samengesteld? En hoe waardeert het publiek het programma-aanbod, de accommodatie en de service? De zes podia zijn in een overleggroep betrokken geweest bij de voorbereiding en uitvoering van de cultuuronderzoeken. De uitkomsten van het bevolkingsonderzoek en de publieksonderzoeken zijn in dit syntheserapport met elkaar in verband gebracht. In de samenvatting staan de belangrijkste bevindingen. Let wel: de bevindingen uit het bevolkingsonderzoek hebben betrekking op de Nijmegenaren van 16 jaar en ouder. En ook de personen, die aan de publieksonderzoeken bij de podia hebben meegewerkt, zijn veelal 16 jaar of ouder. Een deel van die personen is afkomstig van buiten Nijmegen. 1.2 De deelname aan verschillende soorten culturele activiteiten Hoe breed is de cultuurparticipatie in Nijmegen? In de gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal uit 2001 staat dat cultuur er meer voor iedereen die daarvan wil genieten moet zijn, en niet alleen voor de elite. Het bevolkingsonderzoek laat zien dat met het huidige Nijmeegse cultuuraanbod al veel Nijmegenaren bereikt worden. Enkele voorbeelden: 80% van de Nijmegenaren bezoekt in 1 jaar tijd in Nijmegen één of meer culturele voorstellingen (theatervoorstellingen, muziekoptredens, filmvoorstellingen, enzovoorts); 46% bezoekt in die periode in Nijmegen één of meer informele culturele voorstellingen 2 ; 70% bezoekt in die periode één of meer van de zes gesubsidieerde podia; 54% bezoekt in 1 jaar tijd in Nijmegen één of meer culturele festivals; 40% bezoekt in die periode één of meer Nijmeegse musea. 1 LUX, de Stadsschouwburg, De Vereeniging, het Steigertheater, De Lindenberg en Doornroosje. 2 De informele culturele voorstellingen zijn in de vragenlijst als volgt omschreven: feesten met optredens van muzikanten, dansers, toneelspelers, cabaretiers of dj s/vj s. Het gaat hier om feesten in de eigen kring van familie, kennissen, vrienden, collega s of verenigingen. Dus niet om bijvoorbeeld algemeen toegankelijke voorstellingen, festivals of danceparties. 3

5 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Wel blijkt dat hoger opgeleiden duidelijk vaker aan cultuur deelnemen dan lager en middelbaar opgeleiden. Bij een behoorlijk deel van de Nijmegenaren is er sprake van een bredere culturele belangstelling: Figuur 1 laat zien dat 56% van de Nijmegenaren in 1 jaar tijd in Nijmegen minimaal twee verschillende soorten voorstellingen bezoekt (toneel, cabaret, klassieke muziek, pop-/wereldmuziek, dans/ballet, enzovoorts); 49% van de Nijmegenaren bezoekt in 1 jaar tijd minimaal twee van de zes gesubsidieerde podia. Figuur 1: aantal soorten voorstellingen dat men in de afgelopen12 maanden in Nijmegen bezocht heeft 21% 20% geen voorstellingen bezocht 1 soort voorstelling 35% 24% 2 of 3 soorten voorstellingen 4 of meer soorten voorstellingen Is er ook een groep Nijmegenaren die in Nijmegen niets aan cultuur doet? Die groep blijkt relatief klein. Het grootste deel van de Nijmegenaren, die niet naar de gesubsidieerde podia gaan, neemt in Nijmegen wel op een andere manier aan cultuur deel, bijvoorbeeld door het bezoeken van informele culturele voorstellingen, musea of culturele festivals. Een kleiner deel van de niet-podiabezoekers, gelijk aan 8% van alle Nijmegenaren, doet in Nijmegen niets aan cultuur. Bij die 8% gaat het veelal om personen met een lagere of middelbare opleiding en relatief vaak om personen met een laag inkomen en 55- plussers. 1.3 Belemmeringen voor cultuurdeelname Wat voor belemmeringen voor cultuurdeelname spelen een rol bij de Nijmegenaren, die geen culturele voorstellingen bezoeken? En zijn dat andere belemmeringen dan bij de Nijmegenaren die wel voorstellingen bezoeken? Niet-bezoekers De helft van de Nijmegenaren, die geen culturele voorstellingen bezoeken, heeft er geen belangstelling voor (zie figuur 2). Bij degenen, die eventueel wel naar voorstellingen zouden willen gaan, is tijdgebrek de belangrijkste bezoekbelemmering. Andere wat meer genoemde belemmeringen zijn de hoge leeftijd en/of slechte gezondheid en de kosten ( te duur ). Het aanbod is geen belangrijke belemmering voor de niet-bezoekers. 4

6 Samenvatting en conclusies Wel-bezoekers Van de Nijmegenaren, die wel culturele voorstellingen bezoeken, wil een kwart niet vaker naar voorstellingen gaan dan men nu doet (zie figuur 2). Degenen, die dat wel willen, noemen als bezoekbelemmeringen vooral tijdgebrek en de kosten. Net als bij de niet-bezoekers is het aanbod geen dominante bezoekbelemmering. Figuur 2: belemmeringen om vaker naar culturele voorstellingen of evenementen te gaan, naar het aantal voorstellingen dat men in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen bezocht heeft Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie zou niet vaker willen gaan 25% 25% 50% te weinig tijd 20% 34% 33% te duur 8% 20% 15% jonge kinderen thuis, regelen van oppas 2% 9% 9% geen passend aanbod breder aanbod wenselijk aantrekkelijker, beter aanbod wenselijk andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit snel uitverkocht niet op de hoogte van aanbod 7% 3% 3% 5% 3% 3% 5% 4% 2% 4% 4% 4% 5% 4% 1% 4% 6% 2% slechte gezondheid, leeftijd 0,5% 3% 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% geen voorstellingen bezocht 1-3 voorstellingen bezocht 4 of meer voorstellingen bezocht Kunnen veranderingen in het aanbod tot meer bezoek leiden? Het gegeven dat het aanbod geen belangrijke bezoekbelemmering is, wil niet zeggen dat Nijmegenaren geen aanbodwensen hebben. Een kwart van de Nijmegenaren mist in Nijmegen iets op het vlak van cultuur. Maar er is niet een bepaald cultuuraanbod dat door een brede groep Nijmegenaren gemist wordt. Er zijn veel verschillende wensen genoemd, vooral door Nijmegenaren die al veel aan cultuur doen. Relatief wat vaker genoemde aanbodwensen zijn meer openluchtconcerten-/feesten en meer popconcerten. 5

7 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken In hoeverre zorgen de toegangsprijzen van voorstellingen ervoor dat mensen met lage inkomens zelden of nooit naar voorstellingen kunnen gaan? Degenen die de kosten als een bezoekbelemmering zien, zijn vooral mensen die al regelmatig voorstellingen bezoeken. Er is een beperkt percentage Nijmegenaren, bij wie een laag inkomen ervoor zorgt dat ze weinig of niet naar voorstellingen kunnen gaan, terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen (tussen de 3 en 6% van alle Nijmegenaren). Als Nijmegenaren meer of beter geïnformeerd worden over het culturele aanbod, zullen ze er dan meer gebruik van maken? Uit de cultuuronderzoeken blijkt dat de informatievoorziening over het culturele aanbod redelijk in de behoefte voorziet. Wel wijzen enkele uitkomsten erop dat de informatievoorziening nog verder verbeterd kan worden. De niet-bezoekers van de podia noemen vaker meer PR en meer informatie over het programma als zaken die ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst wel naar de podia zullen gaan, dan veranderingen in het aanbod. En bij eenderde van de podiabezoekers komt het voor dat ze achteraf van voorstellingen horen, die ze eigenlijk graag hadden willen zien. Daar hoort wel de opmerking bij dat een groot deel van die bezoekers aangeeft de programmering niet goed te volgen. Zowel voor het bereiken van Nijmegenaren, die geen culturele voorstellingen bezoeken, als voor het informeren van de wel-bezoekers, zijn De Brug, De Gelderlander en de Zondagkrant belangrijke informatiekanalen. In hoeverre weerhouden parkeerproblemen mensen ervan om Nijmeegse culturele instellingen te bezoeken? Vooral de Stadsschouwburgbezoekers klagen over parkeerproblemen (61% van de autogebruikers). En ook een deel van de bezoekers van de andere podia heeft er last van. Daarbij wordt het vinden van een parkeerplek duidelijk vaker als een probleem gezien dan de kosten voor het parkeren en de manier waarop men moet betalen (pasparkeren). Toch zijn parkeerproblemen meestal geen absolute bezoekbelemmering. Voor een beperkte groep Nijmegenaren geldt dat parkeerproblemen hen weerhouden van het bezoeken van culturele instellingen in de stad. 1.4 Verbreding van de cultuurdeelname De bedoeling van de projecten in het kader van het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik is vooral om meer jongeren en allochtone bevolkingsgroepen te bereiken. Om een beeld te krijgen van de mate waarin deze groepen op dit moment aan cultuur deelnemen en van hun aanbodwensen, is bij de uitvoering van het bevolkingsonderzoek gewerkt met opgehoogde steekproeven voor twee groepen: jongeren (16 t/m 24 jaar) en allochtonen uit niet-rijke landen. 6

8 Samenvatting en conclusies Cultuurdeelname onder de jongeren van 16 t/m 24 jaar 3 Doen de 16- t/m 24-jarigen minder aan cultuur dan de leeftijdscategorieën daarboven? Figuur 3: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar leeftijdscategorie Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) 57% 64% 65% filmvoorstelling bezocht informele culturele voorstelling bezocht 43% 44% 46% 52% 83% 89% gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 59% 77% 80% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 31% 69% 85% museum bezocht 36% 35% 46% cultureel festival bezocht 48% 51% 62% in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 51% 57% 54% 57% 63% 73% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap 20% 18% 24% cursus bij De Lindenberg gevolgd 4% 5% 5% niets aan cultuur gedaan 5% 4% 12% 0% 20% 40% 60% 80% 100% jaar jaar 45 jaar en ouder Alle soorten culturele activiteiten overziend, is er geen sprake van een achterblijvende cultuurdeelname bij de oudere Nijmeegse jeugd van 16 t/m 24 jaar. Daarbij moet wel bedacht worden dat ruim 40% van deze leeftijdscategorie uit in Nijmegen woonachtige studenten bestaat. 3 In Nijmegen wonen circa t/m 24-jarigen (in totaal heeft Nijmegen circa inwoners, van wie er ongeveer jaar of ouder zijn). 7

9 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken De 16- t/m 24-jarigen bezoeken relatief vaak de meer moderne culturele activiteiten, zoals house-/danceparties, besloten feesten met dj s/vj s en popfestivals. Verder bezoekt een relatief groot percentage van hen films. En ook pop-/wereldmuziek behoort tot de belangrijkste genres voor jongeren, hoewel het aandeel bezoekers van pop- /wereldmuziekconcerten onder de 25- t/m 34-jarigen groter is dan bij de 16- t/m 24- jarigen. Voor enkele meer traditionele vormen van kunst (klassieke muziek, kooruitvoeringen, opera/operette) is de belangstelling bij de 16- t/m 24-jarigen relatief laag. Wat missen de 16- t/m 24-jarigen in het Nijmeegse culturele aanbod? De 16- t/m 24-jarige Nijmegenaren hebben niet vaker aanbodwensen dan de leeftijdscategorieën daarboven: 22% van de 16- t/m 24-jarigen mist in Nijmegen een bepaald cultuuraanbod, tegenover 31% van de 25- t/m 44-jarigen en 22% van de personen van 45 jaar en ouder. Door de jongeren zijn veel verschillende aanbodwensen genoemd, maar echte uitschieters in het wensenpakket zijn er niet. Aan wat voor soort aanbod hebben de 16- t/m 24-jarigen behoefte? Net als de podiabezoekers van 25 jaar en ouder, zijn de 16- t/m 24-jarige podiabezoekers in meerderheid geïnteresseerd in ontspannend en vernieuwend aanbod. Omdat niet is gevraagd wat men daar precies onder verstaat, kunnen we die behoefte niet nader duiden. Hoe blijven de 16- t/m 24-jarigen op de hoogte van culturele activiteiten? Het volgen van het culturele activiteitenaanbod gebeurt bij de 16- t/m 24-jarigen relatief veel via vrienden, familie en kennissen, via posters, affiches en uithangborden en via internet en relatief weinig via dag- en weekbladen. Desondanks zijn De Brug, De Gelderlander en de Zondagkrant ook voor de jongeren belangrijke informatiebronnen. Een deel van de jongeren, die de podia niet bezoeken, geeft aan behoefte te hebben aan meer informatie over de podia en de programmering ervan. 8

10 Samenvatting en conclusies Cultuurdeelname onder de allochtonen uit de niet-rijke landen 4 Doen de allochtonen uit de niet-rijke landen minder aan cultuur dan de rest van de Nijmegenaren? Figuur 4: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar herkomst Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) filmvoorstelling bezocht informele culturele voorstelling bezocht 45% 48% 52% 62% 66% 67% gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 63% 71% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 54% 62% museum bezocht 31% 42% cultureel festival bezocht in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 42% 55% 48% 55% 62% 60% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap 12% 21% cursus bij De Lindenberg gevolgd 5% 2% niets aan cultuur gedaan 8% 11% 0% 20% 40% 60% 80% allochtonen uit niet-rijke landen overige Nijmegenaren Bij diverse soorten culturele activiteiten, zoals het bezoek aan culturele voorstellingen, gesubsidieerde podia en culturele festivals, blijft de deelname van allochtonen uit nietrijke landen achter bij die van de overige Nijmegenaren. Maar de verschillen zijn vaak niet heel groot. Relatief wat grotere verschillen zijn onder meer dat allochtonen minder aan kunsteducatie deelnemen en dat ze minder naar Nijmeegse musea gaan. Daartegenover staan ook activiteiten, die door relatief veel allochtonen gedaan worden, zoals het bezoeken van dance-activiteiten, Doornroosje en bioscopen. Dat heeft vooral 4 In Nijmegen wonen circa allochtonen van 16 jaar en ouder (in totaal heeft Nijmegen ongeveer inwoners van 16 jaar of ouder). 9

11 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken te maken met de relatief jonge leeftijdsopbouw van de allochtone Nijmeegse bevolking. Etniciteit blijkt voor veel verschillen in cultuurparticipatie tussen de allochtonen uit nietrijke landen en de rest van de Nijmegenaren niet of in beperkte mate de verklarende factor. Zaken als opleiding, leeftijd, huishoudensamenstelling en inkomen zijn vaak belangrijkere verklaringen voor die verschillen. Kijken we naar verschillen binnen de totale groep allochtonen uit niet-rijke landen, dan valt op dat met name de allochtone groepen, waartoe relatief veel lager en middelbaar opgeleiden behoren, zoals de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, minder aan cultuur doen (minder podia-, museum- en festivalbezoek; minder beoefening van kunstzinnige activiteiten in de vrije tijd). Bij het stimuleren van de cultuurdeelname bij allochtonen uit niet-rijke landen zijn er dus raakvlakken met het stimuleren van de cultuurdeelname bij lager en middelbaar opgeleiden. Bij die groep is er vooral behoefte aan niet te zwaar en ontspannend aanbod. Wat missen de allochtonen uit de niet-rijke landen in het Nijmeegse cultuuraanbod? Allochtonen vinden verhoudingsgewijs vaak dat ze tot een groep behoren, waarvoor er in Nijmegen te weinig op het vlak van cultuur te doen is (20% tegenover 6% van de overige Nijmegenaren). Een behoorlijk deel van hun aanbodwensen heeft te maken met de cultuur uit het land van herkomst. Dat op een aanbod van niet-westerse cultuuruitingen of een mix van westerse en nietwesterse cultuuruitingen relatief veel allochtonen afkomen, bewijst een festival als Circus Colourful City. Hoe blijven de allochtonen uit de niet-rijke landen op de hoogte van culturele activiteiten? Het volgen van het culturele activiteitenaanbod gebeurt bij de allochtonen relatief vaak via vrienden, familie en kennissen. Minder vaak dan de rest van de Nijmegenaren gebruiken ze De Brug, De Gelderlander en de Zondagkrant om zich te informeren over het programma-aanbod. Desondanks zijn dit ook voor hen belangrijke informatiebronnen. Gezien de relatief jonge leeftijdssamenstelling van de Nijmeegse allochtone bevolking, zal internet een steeds belangrijker medium worden om allochtonen over culturele activiteiten te informeren. 1.5 De zes gesubsidieerde podia Op basis van de cultuuronderzoeken hebben we een goed beeld gekregen van het bereik van de zes gesubsidieerde podia. We weten nu hoeveel Nijmegenaren de podia wel en niet kennen en bezoeken. En ook hebben we een beeld gekregen van de aanbodwensen van de wel- en niet-bezoekers. Hoeveel Nijmegenaren kennen en bezoeken de podia? De meest bekende podia zijn De Vereeniging en de Stadsschouwburg. Het minst bekend zijn het Vrijdagtheater en het Steigertheater (zie figuur 5). De Lindenberg kent men vooral als centrum voor kunsteducatie en minder als podium voor culturele voorstellingen, terwijl er jaarlijks een aanzienlijk aantal voorstellingen plaatsvindt. 10

12 Samenvatting en conclusies Figuur 5: bekendheid van de Nijmeegse podia en bezoek aan die podia in de afgelopen 12 maanden Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX De Vereeniging Stadsschouwburg De Lindenberg Doornroosje Steigertheater 0% 20% 40% 60% 80% 100% bezocht niet bezocht instelling niet bekend De podia met de grootste publieksgroepen onder de Nijmegenaren zijn LUX, De Vereeniging en de Stadsschouwburg. LUX is in de afgelopen 12 maanden door 47% van de Nijmegaren bezocht, De Vereeniging door 35% en de Stadsschouwburg door 31%. Podiabezoek van buiten Nijmegen Behalve uit Nijmegen trekken de podia ook bezoekers van buiten de stad. Voor alle podia geldt dat een ruime meerderheid van de bezoekers uit Nijmegen en de buurgemeenten komt. Alleen voor de concertbezoekers van Doornroosje geldt dat een flink deel van de bezoekers van verder weg komt (ruim een derde). Overlap in het podiabezoek Veel voorstellingenbezoekers uit Nijmegen zijn geïnteresseerd in verschillende genres en bezoeken verschillende podia. Tussen de publiekgroepen voor de afzonderlijke podia is er dan ook een behoorlijke overlap. LUX fungeert daarbij als een centraal punt waar liefhebbers van allerlei genres bij elkaar komen. Gezien de behoorlijke overlap in de bezoekersgroepen van de podia, is het zinvol als de podia samenwerking blijven zoeken in het verbeteren van de informatievoorziening. Wat vinden Nijmegenaren van het podia-aanbod? De podiabezoekers zijn overwegend tevreden over het aanbod van de podia. En er zijn geen zaken, die door grote groepen Nijmegenaren in het huidige podia-aanbod worden gemist. Wel hebben bezoekers - en in minder mate ook niet-bezoekers - aanbodwensen, maar het wensenpakket is heel divers. Bij Doornroosje zien we dat veel niet-bezoekers niet naar dit podium gaan omdat ze er geen belangstelling voor hebben (geen interesse, ben er nooit geweest, niet voor mensen van mijn leeftijd, niet voor mensen zoals ik). Maar er is ook een relatief groot aandeel dat niet gaat vanwege het aanbod (niet mijn smaak, niet leuk, niet aantrekkelijk). En ook bij de concertbezoekers van Doornroosje is het aanbod een belangrijke reden om dit podium niet vaker te bezoeken dan men nu doet. 11

13 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Ook bij de Vereeniging zien we dat het aanbod relatief wat vaker als reden van nietbezoek is genoemd (niet mijn smaak, niet leuk, niet aantrekkelijk). Andere veel genoemde redenen zijn dat men er geen tijd of geen belangstelling voor heeft. En ook bij de bezoekers van De Vereeniging is het aanbod één van de meer genoemde redenen om dit podium niet vaker te bezoeken dan men nu doet. Aan wat voor soort aanbod heeft men behoefte? Voor alle podia, behalve LUX, geldt dat een meerderheid van de bezoekers graag voorstellingen wil, die vooral ontspanning bieden. Verder hebben relatief veel podiabezoekers behoefte aan vernieuwend aanbod, vaker in combinatie met een voorkeur voor niet te zware voorstellingen dan met een voorkeur voor zwaardere voorstellingen. Bij LUX en Doornroosje is dat anders. Daar is de behoefte aan vernieuwend aanbod relatief vaak gecombineerd met een voorkeur voor (wat) zwaarder aanbod. Wat men precies onder vernieuwend verstaat is niet duidelijk, omdat daar niet op doorgevraagd is. Hoe kunnen de podia hun informatievoorziening verbeteren? Regionale dag- en weekbladen en het foldermateriaal van de grote podia zijn belangrijke informatiekanalen voor het op de hoogte blijven van culturele activiteiten. Om de jongeren te bereiken zijn daarnaast ook affiches, posters en uithangborden en internet belangrijke promotiekanalen. Het gebruik van de internetsites van de podia is nog niet heel groot en kan meer gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door het afstemmen van de sites op jongere en oudere gebruikers en door het meer reclame maken voor de sites. Internet wordt een steeds belangrijker medium en biedt voor de toekomst nieuwe mogelijkheden (bijvoorbeeld meningen van bezoekers peilen en de koppeling van kaartverkoop aan de informatievoorziening). 1.6 De belangstelling voor film- en (pop)muziek In de gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal wordt gepleit voor meer inhoudelijke samenwerking tussen de culturele instellingen en initiatieven, om te komen tot een duidelijkere, meer herkenbare profilering van Nijmegen als cultuurstad. Daarbij zou Nijmegen zich moeten concentreren op de zaken waar Nijmegen goed in is. Die gedachte leidt tot een Nijmeegs cultuurprofiel met drie accenten: Nijmegen filmstad, Nijmegen (pop)muziekstad en Nijmegen, een stad met een rijk verleden. Een begrip als Nijmegen filmstad heeft te maken met veel zaken, zoals het aantal zalen voor commerciële en meer artistieke films, de zaalcapaciteit, het productieklimaat voor film, de aandacht voor film binnen het onderwijs en de kunsteducatie, de aantrekkingkracht van de Nijmeegse bioscopen op mensen van buiten Nijmegen en ook met de belangstelling van de Nijmeegse bevolking voor film. Hetzelfde kan gezegd worden over Nijmegen (pop)muziekstad. Op basis van de cultuuronderzoeken kan een globaal beeld gegeven worden van hoe het in Nijmegen met de belangstelling voor film en (pop)muziek staat Belangstelling bij Nijmegenaren voor film Tweederde van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen één of meer filmvoorstellingen in LUX en/of de Nijmeegse commerciële bioscopen bezocht. Vooral van de personen tussen de 16 en 45 jaar bezoekt een groot percentage films: 12

14 Samenvatting en conclusies meer dan tachtig procent van hen is in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen naar de film geweest. Voor filmvoorstellingen blijven de Nijmegenaren veelal in de eigen stad; tegenover 7 filmbezoeken in Nijmegen, staat 1 filmbezoek buiten Nijmegen. Bij ruim de helft van het Nijmeegse filmpubliek is er sprake van een brede filmbelangstelling. Deze groep bezoekt zowel LUX als de commerciële bioscopen. In vergelijking met filmhuizen in andere steden trekt LUX een bijzonder groot aantal bezoekers (meer dan filmbezoekers in 2002) Belangstelling bij Nijmegenaren voor muziek Kijken we naar het percentage bezoekers per muziekgenre, dan scoort pop- en wereldmuziek het hoogst: 32% van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden één of meer pop- en wereldmuziekconcerten bezocht (zie figuur 6). Ruim een vijfde van de Nijmegenaren heeft in die periode kooruitvoeringen bezocht, een vijfde klassieke muziekconcerten en iets minder dan een vijfde musicals. Andere muziekgenres zijn in die periode door tussen de 7 en 13% van de Nijmegenaren bezocht. Figuur 6: aandeel Nijmegenaren dat in de afgelopen 12 maanden in en buiten Nijmegen naar muziekoptredens is geweest, naar genre Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie pop-/wereldmuziekconcert kooruitvoering klassieke muziekconcert musical dance-/houseparty jazz-/bluesconcert concert harmonie, fanfare, brassband opera, operette 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% in Nijmegen in en buiten Nijmegen buiten Nijmegen Voor klassieke muziek, koormuziek, jazz-/bluesmuziek en dance lijkt te gelden dat de Nijmeegse liefhebbers in het algemeen redelijk tot goed bediend worden met aanbod in Nijmegen. Optredens binnen die genres zien Nijmegenaren vaker in dan buiten Nijmegen. Dat is minder het geval voor musicals en opera en operette, waarvoor Nijmegenaren relatief sterk op optredens buiten Nijmegen zijn aangewezen (zie figuur 6). Voor pop- en wereldmuziekconcerten tenslotte geldt dat veel Nijmegenaren daarvoor in Nijmegen terecht kunnen, maar ook dat er een grote groep is, die pop- en wereldmuziekconcerten buiten Nijmegen bezoekt. Circa de helft van de pop- en wereldmuziekconcerten, die Nijmegenaren bezoeken, bezoeken ze buiten Nijmegen. 13

15 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Verschillende gegevens uit de cultuuronderzoeken wijzen op een behoefte aan een uitbreiding van het popmuziekaanbod in Nijmegen. Die behoefte reikt van kleinere concerten binnen uiteenlopende subgenres tot aan grotere concerten van bekende artiesten. 14

16 Inleiding 2 Inleiding In het voorjaar van 2002 zijn in Nijmegen diverse cultuuronderzoeken uitgevoerd, namelijk een bevolkingsonderzoek naar de cultuurparticipatie van de Nijmegenaren en onderling vergelijkbare publieksonderzoeken bij de zes gesubsidieerde podia (LUX, de Stadsschouwburg, De Vereeniging, Doornroosje, Het Steigertheater en De Lindenberg). In dit rapport zijn de uitkomsten van die cultuuronderzoeken samengevat en met elkaar in verband gebracht. 2.1 Aanleidingen voor de cultuuronderzoeken Het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie vloeit onder meer voort uit de in 2001 verschenen gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal. Daarin werd een gemeentelijk bevolkingsonderzoek aangekondigd om zicht te krijgen op de cultuurparticipatie in Nijmegen. Dit onderzoek is door de afdeling Onderzoek en Statistiek uitgevoerd onder de Nijmegenaren van 16 jaar en ouder. Omdat burgers op allerlei manieren aan cultuur kunnen doen, is bij het onderzoek gevraagd naar uiteenlopende vormen van cultuurparticipatie: het bezoek aan voorstellingen (zowel officiële als informele voorstellingen), festivals, podia, bioscopen, musea en andere culturele instellingen, de beoefening in de vrije tijd van kunstzinnige activiteiten en de deelname aan kunsteducatie. Een bijkomende aanleiding voor het bevolkingsonderzoek is de deelname van Nijmegen aan het door de landelijke overheid geïnitieerde Actieplan Cultuurbereik Daarvoor loopt een Nijmeegs Actieprogramma Cultuurbereik gericht op bij cultuur betrekken van een gedifferentieerder, breder en jonger publiek. Bij de uitvoering van het bevolkingsonderzoek is gewerkt met opgehoogde steekproeven voor twee groepen, die binnen het cultuurbeleid belangrijke doelgroepen zijn: jongeren en allochtonen uit nietrijke landen. Het bevolkingsonderzoek vloeit verder voort uit een gemeenschappelijke informatiebehoefte bij de gemeente en de gesubsidieerde culturele podia in Nijmegen. Niet alleen is inzicht nodig in welke publieksgroepen door het huidige aanbod bediend worden en hoe die groepen dat aanbod waarderen. Ook is er behoefte aan informatie over de vraagkant: wat verwachten bezoekers van culturele instellingen van het cultuuraanbod, wat voor wensen leven er bij de niet-bezoekers van culturele instellingen, nemen die niet-bezoekers op een andere manier aan cultuur deel en hoe zouden nieuwe doelgroepen bereikt kunnen worden? De informatiebehoefte gaf aanleiding tot een overleggroep met zes gesubsidieerde podia en de gemeentelijke afdeling Cultuur Sport en Recreatie. Deze groep heeft samen met de gemeentelijke afdeling Onderzoek en Statistiek de uitvoering van de cultuuronderzoeken voorbereid. Met de cultuuronderzoeken is een leemte in de kennis opgevuld. Niet eerder werd er in Nijmegen een dergelijk bevolkingsonderzoek naar cultuurparticipatie verricht en niet eerder is er bij de podia exact hetzelfde publieksonderzoek uitgevoerd. Nu is het zaak om deze kennis te onderhouden. Daarom is het ook de bedoeling om de onderzoeken om de zoveel jaar te herhalen. Enerzijds om zicht te houden op ontwikkelingen in de cultuurparticipatie en wensen op dat vlak, anderzijds om na te gaan wat de gevolgen van beleidskeuzes en veranderingen in het cultuuraanbod zijn. 15

17 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 2.2 Inhoud van de synthese Van het bevolkingsonderzoek en de zes publieksonderzoeken zijn deelrapportages beschikbaar, met daarin informatie over de uitvoering van de onderzoeken en een overzicht van alle uitkomsten. In deze synthese zijn de belangrijkste bevindingen op een rij gezet, gekoppeld aan een aantal hoofdthema s uit de gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal en aan de doelstellingen van het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik. De cultuurvisie spreekt van versterking van het culturele klimaat. Cultuur moet meer een onderdeel worden van de brede samenleving. Ze moet minder afhankelijk zijn van de steun van de overheid. Amateurkunst, decentralisatie van cultuur naar de wijken en cultuureducatie moeten bijdragen aan een steviger cultureel klimaat en zorgen voor een betere verankering van kunst en cultuur in de Nijmeegse samenleving. De verbreding en de verankering van de cultuur moet ertoe leiden dat cultuur er meer voor iedereen is die daarvan wil genieten, en niet alleen voor de elite. Die wens tot bredere cultuurparticipatie vinden we ook terug bij de doelstellingen van het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik. Investeren in de jeugd, ruim baan voor culturele diversiteit en versterking van de programmering van de culturele accommodaties zouden moeten leiden tot een bredere cultuurdeelname bij de jeugd en allochtone bevolkingsgroepen. De cultuuronderzoeken bieden voor deze accenten in het cultuurbeleid de volgende informatie: inzicht in hoe breed op dit moment de cultuurdeelname in Nijmegen is (zie hoofdstuk 3); inzicht in de verschillende manieren waarop Nijmegenaren aan cultuur doen (zie hoofdstuk 3); inzicht in gebiedsverschillen binnen Nijmegen als het gaat om cultuurparticipatie (zie hoofdstuk 3); inzicht in het verband tussen de deelname aan kunsteducatie en verschillende vormen van cultuurparticipatie (zie hoofdstuk 3); inzicht in belemmeringen, die een grotere cultuurdeelname in de weg staan (zie hoofdstuk 4); inzicht in de cultuurdeelname bij de jeugd van 16 t/m 24 jaar en bij allochtonen uit niet-rijke landen (zie hoofdstuk 5). Een ander thema in de cultuurvisie is verbinding. In de cultuurvisie staat dat een overtuigende Nijmeegse culturele sfeer vraagt om hechte onderlinge banden tussen instellingen en initiatieven. Een versteviging van de banden op inhoudelijk gebied kan bijdragen aan een duidelijke, meer herkenbare profilering van Nijmegen als cultuurstad. Versterking van de programmering van culturele accommodaties is ook een aandachtspunt in het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik. Tevens wordt in de cultuurvisie gepleit voor meer facilitaire en promotionele samenwerking. Volgens de cultuurvisie moeten culturele instellingen samen op zoek gaan naar het publiek. Daarvoor is inzicht nodig in het huidige bereik van de podia en in de redenen van het niet-bezoek aan de podia. Die informatie kan gebruikt worden voor de afstemming tussen vraag en aanbod. Voor de samenwerking tussen culturele instellingen, de culturele profilering en de afstemming tussen vraag en aanbod bieden de cultuuronderzoeken de volgende informatie: 16

18 Inleiding Hoe bekend zijn de Nijmeegse culturele instellingen bij de Nijmeegse bevolking? En hoe bekend is hun aanbod? (zie de hoofdstukken 3 t/m 6) Wie bezoeken de podia? In hoeverre zijn de podiabezoekers tevreden over het aanbod en wat voor aanbodwensen hebben zij? (zie hoofdstuk 6) Wat zijn de redenen om de podia niet te bezoeken? In hoeverre is het aanbod een reden om niet naar de podia te gaan? (zie hoofdstuk 4) Waar zien we veel overlap in het bezoek aan de podia? (zie de hoofdstukken 3 en 6) In hoeverre bezoeken de Nijmegenaren voorstellingen buiten Nijmegen? Voor welke podiumkunsten gaan Nijmegenaren relatief vaak naar voorstellingen buiten Nijmegen? (zie hoofdstuk 3). 2.3 Indeling van de synthese In de hoofdstukken komen achtereenvolgens aan de orde: de verschillende manieren waarop Nijmegenaren aan cultuur deelnemen (hoofdstuk 3); belemmeringen voor een grotere cultuurdeelname (hoofdstuk 4); de cultuurdeelname bij de jeugd van 16 t/m 24 jaar en bij de allochtonen uit de nietrijke landen (hoofdstuk 5); profielen van de zes gesubsidieerde podia (zie hoofdstuk 6); de belangstelling bij Nijmegenaren voor film- en (pop)muziek (zie hoofdstuk 7). Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal conclusies. 2.4 Opmerkingen vooraf over de onderzoeken Tot slot van deze inleiding nog enkele opmerkingen over het verloop en de resultaten van de cultuuronderzoeken: Voor het bevolkingsonderzoek zijn ruim 1000 enquêtes afgenomen. De bereidheid tot medewerking was ongeveer even groot als bij andere grote bevolkingsonderzoeken in Nijmegen. De uitkomsten hebben betrekking op de Nijmegenaren van 16 jaar en ouder. Dus wanneer het in de tekst gaat over resultaten uit het bevolkingsonderzoek, hebben deze betrekking op de Nijmegenaren van 16 jaar en ouder of deelgroepen daaruit. Aan de publieksonderzoeken bij LUX, De Vereeniging, de Stadsschouwburg en het Steigertheater is goed meegewerkt. De uitkomsten voor deze podia geven een goed beeld van hoe de publieksgroepen zijn samengesteld en hoe zij over de podia denken. Op basis van het Publieksonderzoek Doornroosje kunnen alleen harde uitspraken over de concertbezoekers gedaan worden. Bij de bezoekers van dance-activiteiten was de bereidheid om aan het publieksonderzoek mee te doen namelijk erg laag. Het publieksonderzoek bij De Lindenberg gaat over de podiumfunctie van De Lindenberg. De uitkomsten hebben betrekking op de voorstellingenbezoekers. Voor de publieksonderzoeken in het algemeen geldt dat de allochtone bezoekers (wat) minder deelgenomen hebben dan de autochtone bezoekers. Een deel van de personen, die aan de publieksonderzoeken meegewerkt hebben, is afkomstig van buiten Nijmegen. 17

19 Verschillende vormen van cultuurparticipatie 3 Verschillende vormen van cultuurparticipatie In dit hoofdstuk wordt uiteengezet in welke mate Nijmegenaren vanaf 16 jaar aan verschillende vormen van cultuur deelnemen. In het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie is gevraagd naar de deelname aan uiteenlopende culturele activiteiten, zoals het bezoek aan voorstellingen, podia, musea, festivals en andere culturele instellingen, de beoefening in de vrije tijd van kunstzinnige activiteiten en de deelname aan kunsteducatie. Behalve de officiële voorstellingen in Nijmeegse theaters en tijdens Nijmeegse cultuurfestivals, vinden er voor selecte gezelschappen ook informele culturele voorstellingen plaats, bijvoorbeeld in feestzalen, horecagelegenheden, buurthuizen of bij mensen thuis 5. Ook over deze informele voorstellingen zijn vragen gesteld. 3.1 Bezoek aan culturele voorstellingen in Nijmegen Een ruime meerderheid van de Nijmegenaren bezoekt soms of vaker culturele voorstellingen: 80% van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen één of meer culturele voorstellingen bezocht 6. Het genre dat het meest bezocht wordt is film; 66% van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen één of meer films bezocht. Als we de filmvoorstellingen niet meerekenen, blijkt nog steeds een meerderheid van 61% in die periode één of meer culturele voorstellingen in Nijmegen te hebben bezocht. Figuur 7 aantal culturele voorstellingen dat men in de afgelopen 12 maanden in Nijmegen bezocht heeft Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie 24% 20% geen voorstelling bezocht 1 t/m 3 voorstellingen 34% 22% 4 t/m 11 voorstellingen 12 of meer voorstellingen 5 De informele culturele voorstellingen zijn in de vragenlijst als volgt omschreven: feesten met optredens van muzikanten, dansers, toneelspelers, cabaretiers of dj s/vj s. Het gaat hier om feesten in de eigen kring van familie, kennissen, vrienden, collega s of verenigingen. Dus niet om bijvoorbeeld algemeen toegankelijke voorstellingen, festivals of danceparties. 6 Gevraagd is naar het al dan niet bezoeken van 14 genres: toneel, cabaret/kleinkunst, klassieke muziek, opera/operette, uitvoering van een koor, harmonie/fanfare/brassband, pop-/wereldmuziek, jazz-/blues, dance- /houseparty, musical, ballet/dans, film in bioscoop of filmhuis, literaire bijeenkomst, lezing over kunst/kunstgeschiedenis. 19

20 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Bijna een kwart van de Nijmegenaren kan gerekend worden tot de frequente voorstellingenbezoekers: 24% heeft namelijk in de afgelopen 12 maanden gemiddeld één keer per maand of vaker een culturele voorstelling in Nijmegen bezocht. Vaak hebben de Nijmegenaren een wat bredere belangstelling als het gaat om culturele voorstellingen. Gemiddeld hebben degenen, die in de afgelopen 12 maanden één of meer voorstellingen bezocht hebben, in die periode drie verschillende genres bezocht; 70% van de voorstellingenbezoekers heeft in de afgelopen 12 maanden minimaal twee genres bezocht. Een deel van de Nijmegenaren heeft een brede interesse als het gaat om culturele voorstellingen; 21% heeft in de afgelopen 12 maanden namelijk vier of meer verschillende genres bezocht. Voor bijna alle onderscheiden genres geldt dat er relatief veel hoger opgeleiden op afkomen. Het feit dat Nijmegen een studentenstad is met relatief veel hoger opgeleiden - circa 50% van de volwassen bevolking is hoger opgeleid 7 - draagt dus bij aan een grote cultuurdeelname in Nijmegen. Verder zijn er tussen de publiekgroepen voor de afzonderlijke genres vooral verschillen naar leeftijd en geslacht. Bij enkele podiumkunsten zien we verschillen naar inkomen. Naarmate de inkomenscategorie hoger is, gaat een groter aandeel naar opera s/operettes en klassieke muziekconcerten. En musicals trekken behalve relatief veel mensen met hogere inkomens ook relatief veel mensen met middeninkomens. 3.2 Gerichtheid op Nijmegen per genre Sommige genres bezoeken Nijmegenaren vooral in Nijmegen, zoals film en klassieke muziek. Voor andere genres is men relatief meer aangewezen op aanbod buiten Nijmegen, zoals musicals en opera en operette (zie figuur 8). 7 Tot de hoger opgeleiden zijn gerekend de personen met een havo- of vwodiploma plus de personen die een hogere beroeps- of universitaire opleiding hebben afgerond. De rest vormt de categorie lager en middelbaar opgeleiden. 20

21 Verschillende vormen van cultuurparticipatie Figuur 8: aandeel Nijmegenaren dat in de afgelopen 12 maanden in en/of buiten Nijmegen naar culturele voostellingen is geweest, naar genre Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie filmvoorstelling pop-/wereldmuziekconcert toneelvoorstelling cabaret-/kleinkunstvoorstellingen kooruitvoering klassieke muziekconcert dance-/houseparty dans-/balletvoorstelling musical jazz-/bluesconcert literaire bijeenkomst lezing over kunst/kunstgeschiedenis concert harmonie, fanfare, brassband opera, operette 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% in Nijmegen in en buiten Nijmegen buiten Nijmegen De meest genoemde redenen om voorstellingen buiten Nijmegen te bezoeken zijn dat bepaalde voorstellingen alleen buiten Nijmegen te zien zijn en dat men het bezoek aan voorstellingen buiten Nijmegen combineert met bezoek aan familie, vrienden of bekenden. Verder heeft 14% van degenen, die voorstellingen buiten Nijmegen bezoeken (= 7% van de Nijmegenaren), opmerkingen over het lokale aanbod (te weinig aanbod in Nijmegen; aanbod in Nijmegen niet mijn smaak; aanbod elders is beter/aantrekkelijker; aanbod elders is breder). Meer dan de helft van deze groep heeft geen wensen als het gaat om het Nijmeegse cultuuraanbod. Blijkbaar vinden de betreffende personen het niet erg of vanzelfsprekend om voor cultuuraanbod, dat Nijmegen niet heeft, naar andere plaatsen te gaan. 21

22 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 3.3 Bezoek aan Nijmeegse gesubsidieerde podia Figuur 9: bekendheid van de Nijmeegse podia en bezoek aan die podia in de afgelopen 12 maanden Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX De Vereeniging Stadsschouwburg De Lindenberg Doornroosje Steigertheater 0% 20% 40% 60% 80% 100% bezocht niet bezocht instelling niet bekend De podia met de grootste publieksgroepen onder de Nijmegenaren zijn LUX, De Vereeniging en de Stadsschouwburg. LUX is in de afgelopen 12 maanden door 47% van de Nijmegenaren bezocht, De Vereeniging door 35% en de Stadsschouwburg door 31%. Deels gaat het om bezoekers van besloten voorstellingen (voorstellingen die niet in de programmaboekjes van LUX, de Stadsschouwburg en De Vereeniging aangekondigd staan). Het minst bekende podium is het Steigertheater: 48% van de Nijmegenaren kent dit podium niet. Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal bezoekers van de zes gesubsidieerde podia in de afgelopen twee jaar. Aanvullende informatie over het aantal voorstellingen en de capaciteit van de zalen staat in hoofdstuk 6 (profielen van de zes gesubsidieerde podia). Tabel 1: overzicht van aantal podiabezoekers in de afgelopen twee jaar Bron: de podia LUX (inclusief locatie Cinemariënburg): bezoekers film bezoekers theater, muziek, debat Stadsschouwburg De Vereeniging Doornroosje (1) (1) Steigertheater De Lindenberg (2) ± (2) totaal voor de zes gesubsidieerde podia (1) 2001: concertbezoekers en bezoekers van dance-activiteiten; 2002: concertbezoekers en bezoekers van dance-activiteiten. Aantallen zijn exclusief de bezoekers voor kleinkunst, workshops, fitness, verhuur en andere activiteiten. (2) Exclusief voorstellingen waarbij de kaartverkoop niet via De Lindenberg liep. 22

23 Verschillende vormen van cultuurparticipatie In totaal trokken de zes gesubsidieerde podia in 2002 circa bezoekers (ruim theaterbezoekers en filmbezoekers in LUX). De bredere cultuurbelangstelling bij een behoorlijk deel van de Nijmegenaren zien we terug in het podiabezoek: 70% van de podiabezoekers (= 49% van alle Nijmegenaren) heeft in de afgelopen 12 maanden minimaal twee gesubsidieerde podia bezocht. Onder meer vanwege het pleidooi in de cultuurvisie voor meer samenwerking tussen de culturele instellingen, is nagegaan waar er veel en weinig overlap in het podiabezoek is: Ruim de helft van de Vereenigingbezoekers is in de afgelopen 12 maanden ook in de Stadsschouwburg geweest; andersom is ruim zestig procent van de Stadsschouwburgbezoekers in de afgelopen 12 maanden ook in De Vereeniging geweest. Circa de helft van de bezoekers van het Steigertheater heeft in de afgelopen 12 maanden ook de Stadsschouwburg bezocht. Voor alle podia geldt dat een meerderheid van de bezoekers ook tot de publieksgroep van LUX behoort. Met name van de bezoekers van het Steigertheater en Doornroosje gaat een groot deel naar LUX: rond de 80% van hen is in de afgelopen 12 maanden in LUX geweest. Bij de publieksgroepen voor de verschillende genres (toneel, cabaret, klassieke muziek, enzovoorts) zien we steeds dat een groot deel van die publieksgroepen ook in LUX komt en dat een relatief groot percentage ervan zich als vaste klant van LUX beschouwd. LUX is daarmee een centraal punt, waar liefhebbers van allerlei soorten genres bij elkaar komen. LUX trekt dus een publiek met belangstelling voor een breed programma-aanbod. Tussen de LUX-bezoekers en de bezoekers van de commerciële bioscopen in Nijmegen is er een behoorlijke overlap: ruim eenderde heeft in de afgelopen 12 maanden zowel LUX als één of meer Nijmeegse commerciële bioscopen bezocht; 12% heeft in die periode uitsluitend LUX bezocht en 20% uitsluitend één of meer Nijmeegse commerciële bioscopen. Tussen de bezoekers van Doornroosje en de bezoekers van de andere podia (behalve LUX) is de overlap relatief klein. 23

24 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 3.4 Bezoek aan Nijmeegse festivals Ook tijdens diverse festivals kunnen Nijmegenaren van culturele voorstellingen genieten. Figuur 10: aantal door Nijmegenaren in 2001 bezochte culturele festivals in Nijmegen Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie 33% 46% geen festival bezocht 1 festival bezocht 21% 2 of meer festivals bezocht Ruim de helft van de Nijmegenaren heeft in 2001 één of meer Nijmeegse culturele festivals bezocht: 21% één festival en 33% twee of meer festivals. De meest bekende en ook meest bezochte festivals zijn de Valkhof Affaire, de Dag van het Levenslied en de straattheater- en muziekdag. 3.5 Bezoek aan informele culturele voorstellingen in Nijmegen Behalve de officiële voorstellingen in Nijmeegse theaters en tijdens Nijmeegse cultuurfestivals, vinden er ook allerlei informele culturele voorstellingen plaats, bijvoorbeeld in feestzalen, horecagelegenheden, buurthuizen of bij mensen thuis 8. In de afgelopen 12 maanden heeft 46% van de Nijmegenaren in Nijmegen één of meer informele culturele voorstellingen bezocht. Het gaat dan vooral om feesten met live muziek of dj s. Elf procent van de Nijmegenaren bezoekt wel informele voorstellingen in Nijmegen, maar gaat niet naar de zes gesubsidieerde Nijmeegse podia. 3.6 Bezoek aan Nijmeegse musea Eenderde van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden Museum Het Valkhof bezocht. Na een succesvolle start van Museum Het Valkhof is het aantal bezoekers - nu de nieuwigheid eraf is - gedaald ( in 2000, in 2001 en in 8 De informele culturele voorstellingen zijn in de vragenlijst als volgt omschreven: feesten met optredens van muzikanten, dansers, toneelspelers, cabaretiers of dj s/vj s. Het gaat hier om feesten in de eigen kring van familie, kennissen, vrienden, collega s of verenigingen. Dus niet om bijvoorbeeld algemeen toegankelijke voorstellingen, festivals of danceparties. 24

25 Verschillende vormen van cultuurparticipatie 2002). Wel trekt het museum nog steeds duidelijk meer bezoekers dan voorheen de Commanderie en museum Kam. De publieksonderzoeken bij de gesubsidieerde podia laten zien dat een behoorlijk deel van die bezoekers het afgelopen jaar in het Museum Het Valkhof is geweest (43 tot 54% van de bezoekers van LUX, De Vereeniging, de Stadsschouwburg, het Steigertheater en De Lindenberg). Het aandeel Nijmegenaren, dat in het afgelopen jaar een bezoek bracht aan één of meer musea in Nijmegen (40%), is ongeveer gelijk aan het aandeel dat in die periode een bezoek bracht aan één of meer musea buiten Nijmegen (42%). 3.7 Amateurkunstbeoefening en kunsteducatie Van de Nijmegenaren heeft 62% in de afgelopen 12 maanden in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten beoefend: 25% één soort activiteit en 37% twee of meer soorten activiteiten. Eenderde van de Nijmegenaren is gemiddeld één keer per week of vaker met kunstzinnige activiteiten bezig. Van de amateurkunstbeoefenaars is 31% (onder meer) via een instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van een vereniging, club of gezelschap met kunstzinnige activiteiten bezig. Dertien procent van de Nijmegenaren blijkt ooit kunstzinnige vorming bij De Lindenberg te hebben gevolgd; bijna eenderde daarvan (= 4% van de Nijmegenaren) heeft dat in de afgelopen 12 maanden gedaan. Tabel 2: verschillen in cultuurparticipatie tussen de (ex-) cursisten van De Lindenberg en de rest van de Nijmegenaren Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie (ex-)lindenbergcursist geen Lindenbergcursist geweest in afgelopen 12 maanden: in Nijmegen naar de film geweest 84% 64% in Nijmegen naar een andere culturele voorstellingen 83% 58% geweest 1 of meer Nijmeegse gesubsidieerde podia bezocht 92% 66% 1 of meer Nijmeegse musea bezocht 61% 37% 1 of meer culturele festivals in Nijmegen bezocht 73% 51% aan amateurkunstbeoefening gedaan 93% 57% Tabel 2 laat zien dat degenen, die cursussen bij De Lindenberg volgen of gevolgd hebben, op verschillende manieren meer aan cultuur doen dan de overige Nijmegenaren. Relatief veel van hen bezoeken culturele voorstellingen, podia, musea en festivals en relatief veel van hen zijn bezig met amateurkunstbeoefening. 25

26 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 3.8 Totaaloverzicht cultuurdeelname in Nijmegen In de onderstaande figuur wordt nog eens samengevat op wat voor manieren Nijmegenaren in hun eigen stad aan cultuur doen. Figuur 11: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) 61% filmvoorstelling bezocht 66% informele culturele voorstelling bezocht 46% gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 70% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 55% museum bezocht 40% cultureel festival bezocht in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte 54% 54% in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 62% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap 20% cursus bij De Lindenberg gevolgd 4% niets aan cultuur gedaan 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% De resultaten van het bevolkingsonderzoek laten zien dat veel Nijmegenaren op de een of andere manier in Nijmegen aan cultuur doen. Zo heeft 70% van de Nijmegenaren in de afgelopen 12 maanden één of meer van de zes gesubsidieerde podia bezocht (LUX, de Stadsschouwburg, De Vereeniging, het Steigertheater, De Lindenberg en Doornroosje); Vervolgens is er een groep van 22%, die geen podia bezocht heeft, maar wel op een andere manier in Nijmegen aan cultuur gedaan heeft (informele voorstellingen, musea of culturele festivals bezocht; in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten beoefend). Tenslotte resteert een groep van 8% die niets aan cultuur doet. Het gaat veelal om personen met een lagere of middelbare opleiding en relatief vaak om personen met een laag inkomen en 55-plussers. 26

27 Verschillende vormen van cultuurparticipatie 3.9 Verschillen naar opleiding Figuur 12: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar opleiding Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) filmvoorstelling bezocht informele culturele voorstelling bezocht gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 48% 51% 45% 46% 54% 73% 80% 84% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 43% 65% museum bezocht 32% 48% cultureel festival bezocht in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte 42% 41% 65% 66% in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 48% 74% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap cursus bij De Lindenberg gevolgd 1% 7% 12% 27% niets aan cultuur gedaan 2% 14% 0% 20% 40% 60% 80% 100% hoger opgeleiden lager en middelbaar opgeleiden Bij alle onderscheiden cultuuractiviteiten zien we dat de participatiegraad bij de hoger opgeleiden hoger is dan bij de lager en middelbaar opgeleiden 9. Een uitzondering is dat er weinig verschil naar opleiding is als het gaat om het bezoeken van informele culturele voorstellingen. Voor alle podia, behalve Openluchttheater De Goffert, geldt dat tot de bezoekers relatief veel hoger opgeleiden behoren. Ook de publieksonderzoeken laten dat zien. Kijken we naar de afzonderlijke genres, dan zien we met name bij de volgende genres een groot aandeel hoger opgeleide bezoekers: pop-/wereldmuziekconcerten, cabaret- /kleinkunstvoorstellingen, klassieke muziekconcerten, ballet-/dansvoorstellingen, 9 Tot de hoger opgeleiden zijn gerekend de personen met een havo- of vwodiploma plus de personen die een hogere beroeps- of universitaire opleiding hebben afgerond. De rest vormt de categorie lager en middelbaar opgeleiden. 27

28 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken literaire bijeenkomsten en opera s/operettes. En van de culturele festivals trekken met name de volgende festivals verhoudingsgewijs veel hoger opgeleide bezoekers: de Valkhof Affaire, de Dag van het Levenslied, het Nijmeegse Bevrijdingsfestival, de Music Meeting, Circus Colourful City, Literatuurfestival De Wintertuin, de Roos van Nijmegen en het Amateurtheaterfestival. Hoewel hoger opgeleiden al relatief veel aan cultuur doen, is het toch deze groep die verhoudingsgewijs vaak iets in het Nijmeegse cultuuraanbod mist (34% tegenover 16% van de lager en middelbaar opgeleiden). Als we de deelname van lager en middelbaar opgeleiden aan verschillende culturele activiteiten op een rijtje zetten, dan blijkt dat hun belangstelling het meest gericht is op filmvoorstellingen (vooral die in de commerciële bioscopen), feesten met live muziek, pop-/wereldmuziekconcerten, kooruitvoeringen, toneel- en cabaretvoorstellingen, dance-/houseparties en feesten met dj s. Diverse culturele instellingen zijn de afgelopen 12 maanden door circa een kwart van de lager en middelbaar opgeleiden bezocht: De Vereeniging, de Stadsschouwburg, LUX en Museum Het Valkhof. En verder hebben de lager en middelbaar opgeleiden in die periode verhoudingsgewijs vaker dan de hoger opgeleiden Openluchttheater De Goffert en het fietsenmuseum Velorama bezocht Gebiedsverschillen Voor de volgende vier deelgebieden binnen Nijmegen is de cultuurparticipatie vergeleken: gebied 1: de stadsdelen Stadscentrum en Oud-Oost; gebied 2: de stadsdelen Oud- en Nieuw-West (West); gebied 3: de stadsdelen Midden-Zuid en Zuidrand (Zuid); gebied 4: de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt. 28

29 Verschillende vormen van cultuurparticipatie Tabel 3: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar deelgebied Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie Centrum + Oost West Zuid Dukenburg + Lindenholt totaal culturele voorstelling bezocht 73% 54% 64% 57% 61% (exclusief filmbezoek) filmvoorstelling bezocht 82% 64% 61% 63% 66% informele culturele voorstelling bezocht 46% 48% 44% 47% 46% gesubsidieerd podium bezocht (incl. LUX) 85% 64% 72% 58% 70% bioscoop bezocht (excl. LUX) 69% 49% 48% 55% 55% museum bezocht 48% 32% 46% 36% 40% cultureel festival bezocht 67% 48% 54% 51% 54% in afgelopen maand stilgestaan bij kunst in 65% 47% 55% 49% 54% openbare ruimte in vrije tijd een kunstzinnige activiteit 66% 60% 64% 61% 62% gedaan kunstzinnige activiteit gedaan via instelling 27% 23% 16% 18% 20% voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap cursus bij De Lindenberg gevolgd 8% 3% 4% 3% 4% niets aan cultuur gedaan 3% 13% 6% 9% 8% Voor veel culturele activiteiten geldt dat de participatie in Stadscentrum+Oud-Oost hoger is dan in de andere deelgebieden. Verder zien we bij diverse culturele activiteiten dat de participatie in Zuid lager is dan in Stadscentrum+Oud-Oost, maar hoger is dan in West en Dukenburg+Lindenholt. De gebiedsverschillen zijn gering voor het bezoeken van informele voorstellingen en voor het beoefenen van kunstzinnige activiteiten. Wel nemen de personen uit Stadscentrum+Oud-Oost vaker aan kunsteducatie deel. Nagegaan is waar die verschillen mee te maken hebben. Het opleidingsniveau blijkt een belangrijke factor. In Stadscentrum+Oud-Oost wonen relatief veel hoger opgeleiden en in het algemeen zien we dat hoger opgeleiden meer aan cultuur doen dan lager en middelbaar opleiden. Ook andere achtergrondkenmerken zoals leeftijd en huishoudenssituatie spelen een rol. En voor een stukje worden de verschillen ook verklaard door het woongebied zelf. Dat kan te maken hebben met de relatieve nabijheid van culturele activiteiten voor de mensen die in Stadscentrum+Oud-Oost wonen. Maar het kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met de behoefte van mensen om temidden van personen met overeenkomstige leefstijlen te wonen, waardoor er in Oud-Oost veel cultuurliefhebbers bij elkaar zitten Conclusies Een ruime meerderheid van de Nijmegenaren bezoekt in Nijmegen culturele voorstellingen (80%). De conclusie kan dus niet zijn dat het lokale culturele aanbod er alleen voor een Nijmeegse elite is. Wel laten zowel het bevolkingsonderzoek als de publiekonderzoeken zien dat de hoger opgeleiden in het algemeen duidelijk meer aan cultuur deelnemen dan de lager en middelbaar opgeleiden. 29

30 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Acht procent van de Nijmegenaren doet niets aan cultuur. Het gaat veelal om personen met een lagere of middelbare opleiding en relatief vaak om personen met een laag inkomen en 55-plussers. Een behoorlijk deel van de Nijmegenaren heeft een bredere belangstelling als het gaat om culturele voorstellingen. Veel cultuurliefhebbers bezoeken in 1 jaar tijd verschillende genres (film, toneel, cabaret, klassieke muziek, enzovoorts) en verschillende Nijmeegse podia. Nijmegenaren, die bij De Lindenberg cursussen volgen of gevolgd hebben, doen op allerlei manieren meer aan cultuur dan de Nijmegenaren, die dat niet gedaan hebben. Voor veel culturele activiteiten geldt dat de participatie in de stadsdelen Stadscentrum en Oud-Oost hoger is dan in de andere stadsdelen. Dat heeft te maken met verschillende factoren, waaronder een relatief groot aandeel hoger opgeleiden in de betreffende stadsdelen. 30

31 Belemmeringen voor cultuurdeelname 4 Belemmeringen voor cultuurdeelname Zowel bij de publieksonderzoeken als bij het bevolkingsonderzoek is gevraagd naar belemmeringen voor het (vaker) bezoeken van culturele activiteiten. Daarmee hebben we zicht gekregen op de belemmeringen voor cultuurdeelname bij zowel de bezoekers als de niet-bezoekers van culturele voorstellingen. Geprobeerd is om na te gaan hoe zwaar de verschillende belemmeringen wegen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat veel podiabezoekers bij de komst naar de podia parkeerproblemen ervaren, maar dat wil niet meteen zeggen dat dat hen weerhoudt van het bezoeken van voorstellingen waar men graag naartoe wil. Eerst wordt ingegaan op de belangrijkste belemmeringen bij de wel- en niet-bezoekers van culturele voorstellingen. Vervolgens wordt nader ingezoomd op de afzonderlijke belemmeringen (kosten, aanbod, informatievoorziening, gezinssituatie, parkeerproblemen). 4.1 Belemmeringen bij wel- en niet-bezoekers van culturele voorstellingen Wat voor belemmeringen voor cultuurdeelname spelen een rol bij de Nijmegenaren, die geen culturele voorstellingen bezoeken? Zijn dat andere belemmeringen dan bij de Nijmegenaren die wel voorstellingen bezoeken? Figuur 12 laat zien wat de belangrijkste bezoekbelemmeringen zijn voor de volgende groepen Nijmegenaren: De Nijmegenaren die in de afgelopen 12 maanden geen culturele voorstelling bezocht hebben; De Nijmegenaren, die in die periode 1 t/m 3 voorstellingen bezocht hebben; De Nijmegenaren, die in die periode minimaal 4 voorstellingen bezocht hebben. 31

32 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Figuur 13: belemmeringen om vaker naar culturele voorstellingen of evenementen te gaan, naar het aantal voorstellingen dat men in de afgelopen 12 maanden bezocht heeft Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie zou niet vaker willen gaan 25% 25% 50% te weinig tijd 20% 34% 33% te duur 8% 20% 15% jonge kinderen thuis, regelen van oppas 2% 9% 9% geen passend aanbod breder aanbod wenselijk aantrekkelijker, beter aanbod wenselijk andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit snel uitverkocht niet op de hoogte van aanbod 7% 3% 3% 5% 3% 3% 5% 4% 2% 4% 4% 4% 5% 4% 1% 4% 6% 2% slechte gezondheid, leeftijd 0,5% 3% 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% geen voorstellingen bezocht 1-3 voorstellingen bezocht 4 of meer voorstellingen bezocht De helft van de niet-bezoekers geeft aan niet vaker naar voorstellingen te willen gaan. Bij de niet-bezoekers, die eventueel wel zouden willen gaan, is tijdgebrek de belangrijkste bezoekbelemmering. Andere wat meer genoemde belemmeringen zijn de hoge leeftijd en/of slechte gezondheid en de kosten. Het aanbod is geen belangrijke bezoekbelemmering voor de niet-bezoekers. Van de bezoekers zegt een kwart niet vaker te willen gaan. De bezoekers, die wel vaker willen gaan, noemen als bezoekbelemmeringen vooral tijdgebrek en de kosten. En net als bij de niet-bezoekers is aanbod geen dominante bezoekbelemmering. Opvallend is dat bezoekers de kosten vaker als bezoekbelemmering noemen dan de niet-bezoekers (zie verder paragraaf 4.2). Ook andere uitkomsten van het bevolkingsonderzoek en de resultaten van de publieksonderzoeken laten zien dat tijdgebrek een belangrijke bezoekbelemmering is. 32

33 Belemmeringen voor cultuurdeelname Aan de niet-bezoekers van de zes gesubsidieerde podia is gevraagd waarom men daar in de afgelopen 12 maanden niet geweest is (zie tabel 4). De meest genoemde reden is geen tijd. Tabel 4: redenen van niet-bezoek, per podium (in % van de personen die het podium wél kennen, maar niet bezocht hebben) Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje geen tijd 22% 23% 23% 23% 21% 12% andere vrijetijdsbestedingen gaan voor 6% 5% 5% 5% 6% 4% geen interesse, ben er nooit geweest 20% 17% 19% 15% 16% 22% volg/weet niet wat er te doen is 6% 9% 10% 20% 16% 6% denk er nooit aan 5% 2% 3% 6% 5% 3% geen passend aanbod, niet mijn smaak 13% 16% 12% 10% 9% 22% geen leuk, aantrekkelijk aanbod 6% 11% 6% 5% 7% 9% te duur 4% 9% 9% 1% 7% 1% jonge kinderen, geen oppas 3% 2% 3% 1% < 1% < 1% wegens gezondheid, hoge leeftijd 6% 9% 9% 3% 7% 4% snel uitverkocht < 1% 3% 6% < 1% 0% 0% niet voor mensen van mijn leeftijd < 1% < 1% < 1% < 1% 1% 26% niet voor mensen zoals ik 1% 1% 2% 1% 2% 15% En in de publieksonderzoeken is aan de bezoekers van de zes gesubsidieerde podia gevraagd wat de redenen zijn dat men niet vaker naar de podia gaat (zie tabel 5). Tabel 5: wat weerhoudt de huidige bezoekers van de podia om er vaker naartoe te gaan? (in % van alle bezoekers per podium) Bron: publiekonderzoeken bij podia LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje zou niet vaker willen gaan 36% 38% 35% 28% 25% 17% te weinig tijd 38% 16% 15% 35% 33% 27% prioriteit aan andere 16% 9% 6% 24% 29% 10% vrijetijdsbestedingen geven te duur 12% 21% 33% 6% 7% 13% te weinig aanbod van mijn smaak 4% 14% 14% 2% 6% 26% aantrekkelijker, beter aanbod wenselijk 3% 7% 11% 2% 7% 15% breder aanbod gewenst 4% 10% 10% 3% 4% 11% ongunstige aanvangstijden 9% 2% 4% 2% 2% 5% jonge kinderen, regelen van oppas 6% 5% 10% 4% 7% <1% weinig parkeergelegenheid bij podium <1% 2% 5% 2% 3% 0% vaak uitverkocht, moeilijk kaarten te <1% <1% 3% <1% 0% 0% krijgen volg aanbod niet/te weinig 0% 0% <1% 5% 2% 1% betere accommodatie gewenst 2% 1% 2% 4% 2% 3% te weinig info/pr 1% 1% <1% 3% 8% 1% woon te ver weg 2% 2% <1% 4% 5% 7% slecht bereikbaar met openbaar vervoer 1% 1% <1% <1% 2% 3% 33

34 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Bij de bezoekers van LUX, het Steigertheater en De Lindenberg is tijdgebrek duidelijk de belangrijkste reden waarom men niet vaker naar deze podia gaat. Bij de andere podia zijn andere redenen even vaak of vaker genoemd (De Vereeniging: kosten en aanbod; de Stadsschouwburg: kosten; Doornroosje: aanbod). Tijdgebrek blijkt vooral bij jongeren en personen van middelbare leeftijd een belangrijke reden om niet (vaker) naar voorstellingen te gaan. 4.2 Kosten Uitkomsten bevolkingsonderzoek Het bevolkingsonderzoek laat zien dat de kosten de op één na belangrijkste reden zijn om niet vaker naar voorstellingen te gaan (zie figuur 13 in paragraaf 4.1). Speelt deze bezoekbelemmering met name bij mensen met een laag inkomen? Tabel 6: verdeling naar inkomen voor de Nijmegenaren, voor wie de kosten een bezoekbelemmering zijn, en voor de totale Nijmeegse bevolking van 16 jaar en ouder Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie laag inkomen middeninkomen hoger inkomen groep Nijmegenaren voor wie de kosten een bezoekbelemmering zijn 54% 41% 5% totale Nijmeegse bevolking van 16 jaar en ouder 29% 54% 23% Tabel 6 laat zien dat tot degenen, voor wie de kosten een belemmering zijn, relatief veel personen met een laag inkomen behoren. De vraag is dan of de kosten ervoor zorgen dat mensen met een laag inkomen minder naar culturele voorstellingen gaan? Voor 9% van de Nijmegenaren geldt dat ze een laag inkomen hebben en dat ze de kosten als een bezoekbelemmering ervaren. Circa 40% daarvan is student. Uit tabel 7 blijkt dat 90% van die groep in de afgelopen 12 maanden één of meer culturele voorstellingen bezocht heeft. Tweederde heeft in die periode 4 of meer voorstellingen bezocht. Hierbij hoort wel de opmerking dat we niet weten voor welk deel van de voorstellingen een toegangsprijs betaald is. Ook de hoogte van de betaalde toegangsprijzen is niet bekend. Bij de mensen met een midden- en hoger inkomen, die de kosten als een bezoekbelemmering ervaren, is het aandeel dat minimaal 4 voorstellingen bezocht heeft wat hoger (75%) dan bij de mensen met een laag inkomen, die de kosten als een bezoekbelemmering ervaren. Vooral de mensen met een laag inkomen, die de kosten niet als een bezoekbelemmering hebben genoemd, gaan naar verhouding minder naar culturele voorstellingen. Tot deze groep behoren relatief veel personen, die geen interesse hebben in het bezoeken van culturele voorstellingen, en ook relatief veel oudere Nijmegenaren met gezondheidsproblemen. Al met al blijken het in meerderheid mensen te zijn, die al regelmatig voorstellingen bezoeken, die de kosten als een bezoekbelemmering zien. 34

35 Belemmeringen voor cultuurdeelname Tabel 7: bezoek aan culturele voorstellingen naar inkomen en naar het al dan niet ervaren van de kosten als een bezoekbelemmering Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie aantal culturele voorstellingen dat men in afgelopen jaar bezocht heeft: geen culturele voorstelling bezocht mensen met laag inkomen die kosten als bezoekbelemmering ervaren mensen met laag inkomen die kosten niet als bezoekbelemmering ervaren mensen met midden- of hoog inkomen die kosten als bezoekbelemmering ervaren 10% 36% 8% 21% 1-3 voorstelling 24% 23% 17% 22% 4-11 voorstellingen 33% 22% 36% 40% 12 of meer voorstellingen 33% 19% 39% 17% mensen met midden- of hoog inkomen die kosten niet als bezoekbelemmering ervaren Nagegaan is of er bepaalde genres zijn die mensen met een laag inkomen, die de kosten als een bezoekbelemmering ervaren, duidelijk minder bezoeken. Tabel 8 laat zien dat dat niet het geval is. Wel valt op dat het percentage musicalbezoekers bij mensen met een laag inkomen, die de kosten als een bezoekbelemmering ervaren, een stuk lager is dan bij de mensen met een midden- of hoog inkomen, die de kosten als een bezoekbelemmering ervaren. Tabel 8: bezoek aan voorstellingen binnen verschillende genres naar inkomen en naar het al dan niet ervaren van de kosten als een bezoekbelemmering Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie percentage dat in afgelopen jaar voorstellingen bezocht op gebied van: mensen met laag inkomen die kosten als bezoekbelemmering ervaren mensen met laag inkomen die kosten niet als bezoekbelemmering ervaren mensen met midden- of hoog inkomen die kosten als bezoekbelemmering ervaren toneel 47% 15% 30% 24% cabaret-/kleinkunst 35% 16% 37% 26% musical 17% 8% 31% 18% ballet/dans 20% 5% 23% 14% klassieke muziek 23% 8% 20% 23% koormuziek 21% 9% 40% 22% opera/operette 7% 2% 9% 9% jazz/blues 14% 8% 17% 12% pop-/wereldmuziek 38% 27% 31% 32% dance-/houseparties 16% 14% 13% 12% film 81% 56% 81% 72% mensen met midden- of hoog inkomen die kosten niet als bezoekbelemmering ervaren De conclusie van deze paragraaf is dat er een beperkt percentage Nijmegenaren is, bij wie de persoonlijke financiële situatie ervoor zorgt dat ze weinig of niet naar voorstellingen kunnen gaan, terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen. Een nadere berekening laat zien dat het om tussen de 3 en 6% van de Nijmegenaren gaat. Groter is de groep voor wie de kosten ervoor zorgen dat men niet nog vaker naar voorstellingen kan gaan dan men nu al doet. Zo geldt voor circa 6% van de Nijmegenaren dat ze gemiddeld minimaal 1 keer per maand naar culturele voorstellingen gaan en de kosten als een belemmering ervaren om nog vaker te gaan. 35

36 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Uitkomsten publieksonderzoeken Zijn er verschillen tussen de podia als het gaat om de kosten als bezoekbelemmering? De publieksonderzoeken laten inderdaad verschillen zien. Bij De Vereeniging en de Stadsschouwburg is het aandeel bezoekers met een laag inkomen klein; 6% van de bezoekers van deze podia rekent zich tot de lagere inkomensgroep. Toch geldt voor de betreffende podia dat bezoekers ervan relatief vaak de kosten als bezoekbelemmering noemen. Voor eerderde van de Stadsschouwburgbezoekers en voor ruim een vijfde van de Vereenigingbezoekers geldt dat men eigenlijk wel vaker naar voorstellingen in de betreffende podia zou willen gaan, maar dat de kosten een reden zijn om dat niet te doen ( te duur ). Daarbij hoort de opmerking dat de prijs voor een voorstelling bij de Vereeniging en de Stadsschouwburg ook een stuk hoger ligt dan bij de andere podia. Uit de publieksonderzoeken blijkt dat de bezoekers van De Vereeniging en de Stadsschouwburg gemiddeld ruim 20 euro voor een voorstelling betalen, terwijl de bezoekers van de andere podia gemiddeld 6 à 8 euro betalen. Met name bij de Stadsschouwburgbezoekers is er de nodige onvrede over de toegangsprijzen (bij 27% van de bezoekers), waarbij het niet alleen gaat om mensen met lagere- of middeninkomens, maar ook om mensen met hogere inkomens. Zeven à acht procent van de niet-bezoekers van de Stadsschouwburg en De Vereeniging zegt dat lagere toegangsprijzen ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst vaker naar deze podia zullen gaan. 4.3 Aanbod Bij de analyse van het aanbod als mogelijke bezoekbelemmering is niet alleen gekeken naar het aanbod als reden om niet vaker naar voorstellingen te gaan, maar ook naar de aanbodwensen (mist men een bepaald cultuuraanbod; sluit het aanbod aan bij de behoefte) Uitkomsten bevolkingsonderzoek In hoeverre missen de Nijmegenaren cultuuraanbod in Nijmegen? Het bevolkingsonderzoek laat zien dat circa een kwart van de Nijmegenaren één of meer vormen van cultuuraanbod in Nijmegen mist. In totaal zijn er meer dan 100 verschillende aanbodwensen genoemd. Er is niet een bepaald cultuuraanbod dat door een brede groep Nijmegenaren gemist wordt. De meeste wensen zijn door één of enkele respondenten genoemd. Ze liggen vooral in de sfeer van aanvullingen op het huidige aanbod, gericht op relatief kleine doelgroepen. Twee wensen zijn wat vaker genoemd, namelijk de behoefte aan meer openluchtconcerten/-feesten en de behoefte aan meer popconcerten. Het gaat dan wel om tamelijk algemeen geformuleerde wensen. Wie mist cultuuraanbod? Een belangrijke vraag is de volgende: zijn het vooral de mensen die al veel aan cultuur doen, die een bepaald cultuuraanbod in Nijmegen missen, of zijn dat juist de mensen die nu nog weinig aan cultuur doen? Naarmate Nijmegenaren vaker naar culturele voorstellingen gaan, blijken ze vaker van mening te zijn dat Nijmegen iets mist op het gebied van cultuur. Datzelfde kan gezegd worden voor de deelname aan andere culturele activiteiten (het bezoeken van podia, filmvoorstellingen, musea en festivals en 36

37 Belemmeringen voor cultuurdeelname het volgen van kunsteducatie); steeds blijkt dat de Nijmegenaren, die relatief veel aan cultuur doen, relatief vaak een bepaald cultuuraanbod in Nijmegen missen. In hoeverre is het aanbod een bezoekbelemmering? Voor één op de tien Nijmegenaren is het aanbod een reden om niet vaker naar voorstellingen te gaan dan men nu doet (geen passend aanbod; breder aanbod wenselijk; aantrekkelijker/beter aanbod wenselijk). Circa de helft van de mensen, voor wie het aanbod een bezoekbelemmering is, zegt iets te missen in het Nijmeegse cultuuraanbod, maar er zijn geen zaken die eruit springen. Voor de andere helft is het niet duidelijk wat voor aanbod er nodig is om hen vaker naar de podia te lokken. Aan de niet-bezoekers van de zes gesubsidieerde podia is gevraagd naar de redenen van het niet-bezoek (zie tabel 4 in paragraaf 4.1). De niet-bezoekers van De Vereeniging en Doornroosje hebben relatief vaak het aanbod van het podium als reden van het niet-bezoek genoemd (vooral niet mijn smaak, maar ook breder en/of beter aanbod gewenst ). Zou men bij een meer passend aanbod vaker gaan? Aan de niet-bezoekers van de podia is gevraagd naar ideeën die ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst wel naar deze podia toe zullen gaan. De niet-bezoekers van De Vereeniging hebben in antwoord daarop relatief vaak specifieke aanbodwensen genoemd, met als lichte uitschieters meer popconcerten en een breder aanbod. Wie moet iets aan die aanbodwensen doen? Van degenen met aanbodwensen heeft tweederde ideeën over welke culturele instellingen iets op dat vlak kunnen betekenen. De gemeente is het meest genoemd, gevolgd door particulieren, bedrijven, horeca, terwijl eigenlijk gevraagd is naar culturele instellingen. Van de Nijmeegse culturele instellingen worden vooral de podia genoemd, de grote vaker dan de kleinere. Uitbreiding van het cultuuraanbod wordt dus niet alleen als een zaak van de culturele instellingen gezien, maar ook als iets waar de gemeente en het particuliere initiatief zich sterk voor moeten maken Uitkomsten publieksonderzoeken Hoe kijken de podiabezoekers tegen het huidige aanbod aan? De bezoekers van LUX weten het huidige aanbod het vaakst te typeren. Zo vindt 68% van de LUX-bezoekers het huidige aanbod vernieuwend, 5% vindt het traditioneel en 27% valt in de categorieën geen van beide en weet niet (zie tabel 9). Ook bij het Steigertheater is er nog een behoorlijk bezoekersgroep die de huidige programmering als vernieuwend ziet. Maar bij de andere podia hebben veel bezoekers geen uitgesproken mening over het huidige aanbod. Voor zover ze dat wel hebben, kiezen de bezoekers van de Stadsschouwburg en De Vereeniging wat vaker voor traditioneel dan voor vernieuwend. 37

38 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Tabel 9: hoe kijken de podiabezoekers tegen het huidige aanbod aan? (in % van de bezoekers per podium) Bron: publieksonderzoeken bij podia LUX Vereeniging Stadsschouwburtheateroosje Steiger- Lindenberg Doorn- bezoekers vinden het huidige aanbod: vernieuwend 68% 10% 11% 41% 16% 38% traditioneel 5% 22% 27% 5% 9% 10% geen van beide/weet niet 27% 68% 62% 54% 75% 52% Wat voor soort aanbod willen de bezoekers? Voor alle podia, behalve LUX, geldt dat een meerderheid van de bezoekers graag voorstellingen wil, die vooral ontspanning bieden. Voor vier podia geldt dat 50 tot 60% van de bezoekers behoefte heeft aan vernieuwend aanbod: LUX, de Stadsschouwburg, het Steigertheater en Doornroosje (zie tabel 10). Ook voor de Vereeniging en De Lindenberg geldt dat er meer interesse is in vernieuwend dan in niet vernieuwend aanbod. Omdat er niet verder is doorgevraagd op wat men traditioneel of vernieuwend vindt, kunnen we de behoefte aan vernieuwend aanbod niet nader duiden. Het is wel een interessante vraag voor toekomstige publiekonderzoeken. Voor wat betreft LUX en het Steigertheater lijkt de behoefte aan vernieuwend aanbod aan te sluiten bij hoe men tegen het huidige aanbod aankijkt. Voor de andere podia is het moeilijk om hier uitspraken over te doen, omdat veel bezoekers het huidige aanbod niet weten te typeren. Tabel 10: aan wat voor soort aanbod hebben de podiabezoekers behoefte? (in % van de bezoekers per podium) Bron: publieksonderzoeken bij podia LUX Vereeniging Stadsschouwburtheateroosje Steiger- Lindenberg Doorn- bezoekers hebben behoefte aan: vernieuwend aanbod 58% 38% 55% 59% 46% 50% vernieuwend en zwaarder aanbod 36% 9% 19% 16% 13% 23% vernieuwend en niet te zwaar aanbod 10% 22% 28% 32% 26% 16% geen vernieuwend aanbod 15% 21% 15% 16% 18% 17% geen vernieuwend en zwaarder 10% 12% 7% 9% 7% 11% aanbod geen vernieuwend en niet te zwaar aanbod 3% 9% 6% 6% 8% 2% Voor LUX en Doornroosje geldt dat de behoefte aan vernieuwend aanbod vaker gecombineerd is met een voorkeur voor (wat) zwaarder aanbod dan met een voorkeur voor niet te zwaar aanbod, terwijl bezoekers van het Steigertheater, de Stadsschouwburg, De Vereeniging en De Lindenberg relatief vaak behoefte hebben aan vernieuwend en niet te zwaar aanbod. Missen de podiabezoekers een bepaald aanbod? In de publieksonderzoeken is aan de bezoekers gevraagd of men een bepaald aanbod mist of vaker geprogrammeerd zou willen zien. 38

39 Belemmeringen voor cultuurdeelname Tabel 11: vinden podiabezoekers dat een bepaald aanbod vaker geprogrammeerd moet worden en/of missen zij een bepaald aanbod (in % van alle bezoekers, per podium) Bron: publieksonderzoeken bij podia LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje wil bepaald aanbod vaker zien 34% 29% 38% 21% 25% 54% mist bepaald aanbod 21% 20% 24% 7% 10% 30% wil bepaald aanbod vaker zien en/of mist bepaald aanbod 40% 35% 44% 24% 26% 60% De concertbezoekers van Doornroosje hebben relatief vaak aanbodwensen genoemd. Voor alle podia geldt dat de aanbodwensen divers zijn en dat er geen (sub)genres zijn, die er echt uitspringen. Met het tegemoet komen aan de wensen, zullen veelal kleinere doelgroepen bediend worden. In hoeverre is het aanbod een bezoekbelemmering voor de podiabezoekers? Niet alleen bij de niet-bezoekers van De Vereeniging en Doornroosje, maar ook bij de bezoekers van deze podia is het aanbod relatief vaak een bezoekbelemmering (vooral niet mijn smaak ) (zie tabel 5 in paragraaf 4.1). Verder noemen ook de bezoekers van de Stadsschouwburg verhoudingsgewijs vaak het aanbod als bezoekbelemmering. Aan het slot van deze paragraaf, waarin het onder meer ging over de wensen en behoeften van de wel- en niet voorstellingenbezoekers, hoort nog de volgende opmerking. Behalve dat de podia moeten inspelen op de wensen van het publiek, hebben ze ook een taak als het gaat om het kans geven aan nieuwe, vernieuwende en meer alternatieve producties. Het publiek blijkt in principe open te staan voor vernieuwend aanbod, zowel gekoppeld aan de behoefte aan niet te zwaar aanbod als aan de behoefte aan zwaarder aanbod. De belangstelling voor experimenteel aanbod is kleiner. 4.4 Informatie Hoe houden Nijmegenaren zich op de hoogte van culturele activiteiten? Met betrekking tot de informatievoorziening is het van groot belang om te weten hoe Nijmegenaren zich op de hoogte houden van culturele activiteiten. 39

40 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Figuur 14: via welke kanalen krijgen Nijmegenaren doorgaans informatie over culturele activiteiten, naar het aantal voorstellingen dat men in de afgelopen 12 maanden bezocht heeft Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie De Brug 35% 50% 53% De Gelderlander 32% 42% 43% Zondagkrant 26% 41% 49% vrienden, familie, kennissen, collega's 22% 31% 41% affiches, uithangborden, posters 8% 19% 26% programmaboekjes, folders Vereeniging/Stadsschouwburg 4% 13% 24% programmaboekjes, folders LUX 2% 5% 27% folders (niet gespecificeerd) 9% 9% 15% Uitkrant 8% 8% 16% internetsites 3% 8% 17% programmaboekjes, folders Doornroosje 3% 1% 6% programmaboekjes, folders De Lindenberg 3% 2% 6% programmaboekjes, folders Steigertheater 3% 1% 0% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% geen voorstellingen bezocht 1-3 voorstellingen bezocht 4 of meer voorstellingen bezocht Zowel voor de Nijmegenaren die wel culturele voorstellingen bezoeken, als voor de Nijmegenaren die dat (nog) niet doen, zijn De Brug, De Gelderlander en de Zondagkrant belangrijke informatiekanalen om ze te informeren over culturele activiteiten. Foldermateriaal en internetsites van de podia blijken vooral door de meer frequente voorstellingenbezoekers te worden gezien. Bij de manieren waarop men zich informeert over culturele activiteiten zijn er opvallende verschillen naar leeftijd (zie ook figuur 16 in hoofdstuk 5). 40

41 Belemmeringen voor cultuurdeelname De 45-plussers worden vooral bereikt met regionale dag- en weekbladen. Ook ziet een relatief groot deel van deze groep het gedrukte infomateriaal van Mensec (de Stadsschouwburg en De Vereeniging) en de Uitkrant van de VVV. De 25- t/m 44-jarigen houden zich vooral via de regionale weekbladen en via familie, vrienden en kennissen op de hoogte van culturele activiteiten. En ook De Gelderlander, foldermateriaal van de podia, affiches, posters en uithangborden en internetsites zijn belangrijke informatiebronnen voor hen. De jongeren van 16 t/m 24 jaar houden zich relatief veel op de hoogte via affiches, posters en uithangborden, internet en familie, vrienden en bekenden. In vergelijking met de oudere leeftijdsgroepen maken ze minder vaak gebruik van regionale dag- en weekbladen. Uit de publiekonderzoeken blijkt dat de jonge podiabezoekers ook veel minder vaak op een krant geabonneerd zijn. Dat neemt niet weg dat de regionale dagen weekbladen ook voor deze groep een belangrijke informatiebron voor culturele activiteiten zijn. Als bezoekers beter of meer geïnformeerd worden, zullen ze dan vaker naar voorstellingen gaan? Bij een relatief beperkt deel van de voorstellingenbezoekers is het niet op de hoogte zijn van het aanbod de reden dat men niet vaker naar voorstellingen gaat (circa 5%; zie figuur 13 in paragraaf 4.1). En ook de podiabezoekers hebben volg of ken het aanbod niet en te weinig PR/informatie niet vaak als bezoekbelemmering genoemd (zie tabel 5 in paragraaf 4.1). Wel komt het bij 35 à 45% van de podiabezoekers voor dat ze pas achteraf van voorstellingen horen, die ze eigenlijk graag hadden willen zien. Het grootste deel daarvan verwijt de podia niets, maar zegt zélf de informatie over het programma niet goed te volgen. De vraag is hoe deze groep geprikkeld kan worden om de informatie over het aanbod beter te gaan volgen. De rest - 4 tot 8% van de bezoekers - is ontevreden over de informatievoorzieningen van de podia. Tips over de informatievoorziening liggen vaak in de sfeer van een bredere dan wel op bepaalde doelgroepen gerichte verspreiding. Als niet-bezoekers beter of meer geïnformeerd worden, zullen ze dan vaker naar voorstellingen gaan? Figuur 14 laat zien dat niet-bezoekers relatief weinig gebruik maken van de verschillende informatiekanalen om op de hoogte te blijven van het culturele aanbod. Daarbij aansluitend blijken veel niet-bezoekers matig of slecht op de hoogte te zijn van het programma-aanbod van de podia. Dat geldt ook voor de potentiële doelgroepen (groepen niet-bezoekers, die je gezien de achtergrondkenmerken eerder als publiek van de podia zou verwachten). Een behoorlijk deel van de mensen, die niet goed op de hoogte van het programmaaanbod zijn, is er ook niet zo in geïnteresseerd. Een meerderheid van de niet-bezoekers van de podia noemt geen punten die ervoor kunnen zorgen dat ze die podia wel zullen gaan bezoeken. En relatief veelgenoemde redenen waarom men de podia niet bezoekt zijn geen tijd en geen interesse. Anderzijds is er een kleinere groep niet-bezoekers die zegt dat een betere informatievoorziening ertoe kan bijdragen dat ze in de toekomst wel naar de podia zullen gaan (zie tabel 12). 41

42 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Tabel 12: in hoeverre weten niet-bezoekers iets te bedenken waardoor het interessanter wordt om naar het podium te gaan, per podium (in % van de personen die het podium wél kennen, maar niet bezocht hebben) Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje noemt niets 82% 63% 59% 76% 79% 80% meer PR, informatie 7% 15% 17% 18% 11% 7% minder duur aanbod <1% 8% 7% 0% 5% 0% diverse aanbodwensen 9% 16% 10% 4% 4% 10% Meer PR en/of informatie is zelfs vaker genoemd als iets wat niet-bezoekers naar de podia kan lokken, dan veranderingen in het aanbod (behalve dan bij De Vereeniging). De niet-bezoekers van het Steigertheater en De Lindenberg hebben relatief vaak ik weet/volg niet wat er te doen is als reden van het niet-bezoek genoemd (zie tabel 4 in paragraaf 4.1). Daarbij aansluitend valt het op dat veel niet-bezoekers van het Steigertheater niet weten wat dit podium biedt. Ook een deel van de personen, die elders wel theatervoorstellingen bezoeken, is niet op de hoogte van het Steigertheateraanbod. De Lindenberg blijkt vooral bekend als instelling voor kunsteducatie, maar veel minder als podium voor diverse soorten voorstellingen. Op basis van het bovenstaande kan het volgende geconcludeerd worden. Enerzijds laten uitkomsten van de cultuuronderzoeken zien dat de informatievoorziening over het culturele aanbod redelijk in de behoefte voorziet (informatievoorziening niet vaak als bezoekbelemmering genoemd; niet veel klachten over informatievoorziening van de podia). Anderzijds zijn er uitkomsten die erop wijzen dat de informatievoorziening over het aanbod van de podia verbeterd zou kunnen worden (achteraf van voorstellingen horen die men graag had willen zien; deel niet-bezoekers denkt dat meer PR hen naar de podia kan lokken). 4.5 Gezinssituatie Behalve tijdgebrek, de kosten en het aanbod, is ook het hebben van jonge kinderen een wat vaker genoemde bezoekbelemmering: 8% van de Nijmegenaren zou eigenlijk wel vaker naar culturele voorstellingen willen gaan, maar doet dat niet vanwege jonge kinderen thuis dan wel het moeten of niet kunnen regelen van oppas (zie figuur 13 in paragraaf 4.1). Bij de mensen met jonge kinderen (jongste kind beneden de 7 jaar) is dit de belangrijkste bezoekbelemmering: bijna de helft gaat vanwege die jonge kinderen minder naar voorstellingen dan men zou willen. Ook bij de publieksonderzoeken noemt een vijfde tot een derde van de bezoekers met jonge kinderen thuis 10 hun gezinssituatie als een belemmering om vaker naar de podia te gaan. 10 Jongste kind is jonger dan 13 jaar. 42

43 Belemmeringen voor cultuurdeelname 4.6 Parkeren Uitkomsten bevolkingsonderzoek In het bevolkingsonderzoek is gevraagd of men bij de komst naar culturele instellingen problemen ervaren heeft. Voor zover men problemen ervaren heeft, blijken het vooral parkeerproblemen te zijn. Alle andere problemen, zoals het drukke verkeer op weg naar de podia, onvoldoende fietsenstallingen, het niet frequent genoeg rijden van bussen en onveiligheidsgevoelens in het centrum, zijn beduidend minder genoemd. Van de bezoekers per auto heeft ruim eenderde in de afgelopen 12 maanden parkeerproblemen ondervonden (onvoldoende parkeerruimte, parkeerruimte te ver weg). Minder genoemde problemen met betrekking tot het parkeren van de auto zijn dat het parkeren te duur is (7% van de bezoekers per auto) en problemen met het pasparkeren (5% van de bezoekers per auto). Vijf procent van de bezoekers per auto zegt dat de parkeer- of andere problemen bij de komst naar Nijmeegse podia, musea of bioscopen hen regelmatig of vaak weerhouden van een bezoek aan die instellingen; bij nog eens 9% is dat af en toe het geval Uitkomsten publieksonderzoeken De publieksonderzoeken bij de podia laten zien dat de parkeerproblemen vooral bij de Stadsschouwburg een probleem zijn. Ruim driekwart van de Stadsschouwburgbezoekers komt doorgaans met de auto; de helft daarvan is ontevreden over de parkeermogelijkheden ter plekke; 11% van de bezoekers per auto laat zich door parkeer- of andere problemen bij de komst naar de Stadsschouwburg wel eens weerhouden van een bezoek eraan. Veelal gaat het dan om mensen die af en toe besluiten om niet te komen; 1% van de bezoekers per auto besluit vanwege de problemen bij de komst naar de schouwburg regelmatig niet naar de Stadsschouwburg te gaan. 43

44 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Tabel 13: percentages voor podiabezoekers met betrekking tot parkeerproblemen bij de komst naar de podia (in % van de bezoekers per podium) Bron: publieksonderzoeken bij podia gaat doorgaans met de auto naar podium aandeel van bezoekers per auto dat de auto soms of vaak moeilijk kwijt kan in de buurt van het podium aandeel van bezoekers per auto dat zich door parkeer- en andere problemen bij de komst naar het podium wel eens laat weerhouden van een bezoek aan het podium aandeel van bezoekers per auto dat ontevreden is over parkeergelegenheid in de buurt van podium LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje 35% 79% 78% 49% 66% 42% 20% 34% 61% 30% 16% 17% 7% 8% 11% 4% 11% 5% 16% 29% 50% 33% 14% 20% Ook voor de andere podia geldt dat er maar weinig bezoekers zijn die zich door parkeerof andere problemen vaak laten weerhouden om naar de podia te gaan (bij alle podia circa 1% van de alle bezoekers). De meeste mensen, die dergelijke problemen ervaren, besluiten af en toe niet te gaan. Al met al kan geconstateerd worden dat het parkeren van de auto vooral bij het bezoeken van de Stadsschouwburg als lastig wordt ervaren, en dat dat in beperkte mate gevolgen heeft voor het aantal bezoeken. Overigens zijn er veel bezoekers van culturele instellingen, die met de fiets of te voet naar de instellingen komen: 47% gaat doorgaans met de fiets naar de instellingen en 17% te voet (meer antwoorden mogelijk) 11. Dat heeft onder meer te maken met de relatief hoge cultuurparticipatie bij personen uit het Stadscentrum en Oud-Oost, die relatief dicht bij veel Nijmeegse culturele instellingen wonen. 4.7 Conclusies Van de Nijmegenaren, die niet naar culturele voorstellingen gaan, heeft de helft er geen belangstelling voor. Bij de niet-bezoekers, die eventueel wel zouden willen gaan, is tijdgebrek de belangrijkste bezoekbelemmering. Andere wat meer door de nietbezoekers genoemde belemmeringen zijn de hoge leeftijd en/of slechte gezondheid en de kosten. Het aanbod is geen belangrijke bezoekbelemmering voor deze groep. Van de culturele voorstellingenbezoekers onder de Nijmegenaren zegt een kwart niet vaker te willen gaan dan men nu doet. De voorstellingenbezoekers, die wel vaker willen gaan, noemen als bezoekbelemmeringen vooral tijdgebrek en de kosten. Net als bij de niet-bezoekers is het aanbod geen dominante bezoekbelemmering. Het gegeven dat het aanbod geen belangrijke bezoekbelemmering is, wil niet zeggen dat Nijmegenaren geen aanbodwensen hebben. Een kwart van de Nijmegenaren mist in Nijmegen iets op het vlak van cultuur, maar er is niet een bepaald cultuuraanbod dat 11 Verder zegt 45% doorgaans met de auto te komen en 21% met de bus. 44

45 Belemmeringen voor cultuurdeelname door een brede groep Nijmegenaren gemist wordt. Er zijn veel verschillende wensen genoemd, vooral door Nijmegenaren die al veel aan cultuur doen. Daarbij aansluitend is er bij de wensen heel wat specifiek aanbod gericht op kleinere doelgroepen genoemd. Een nadere analyse van de kosten als bezoekbelemmering geeft het volgende beeld. Degenen die de kosten als een bezoekbelemmering zien, zijn vooral mensen die al regelmatig voorstellingen bezoeken. Er is een beperkt percentage Nijmegenaren, bij wie een laag inkomen ervoor zorgt dat ze weinig of niet naar voorstellingen kunnen gaan, terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen (tussen de 3 en 6% van alle Nijmegenaren). Op dit moment zijn de kosten dus niet echt een grote bezoekbelemmering. De vertraagde economische groei zou daar verandering in kunnen brengen en ervoor kunnen zorgen dat mensen niet meer zo vaak naar voorstellingen kunnen gaan. Op het vlak van de informatievoorziening over de podia en het programma-aanbod lijken er verbeteringen mogelijk. Zo noemen de niet-bezoekers van de podia vaker meer PR en meer informatie over het programma als zaken die ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst wel naar de podia zullen gaan, dan veranderingen in het aanbod. Verder komt het bij circa eenderde van de podiabezoekers voor dat ze achteraf van voorstellingen horen, die ze eigenlijk graag hadden willen zien. Daar hoort wel de opmerking bij dat een groot deel van die bezoekers aangeeft de programmering niet goed te volgen. Zowel voor het bereiken van Nijmegenaren, die geen culturele voorstellingen bezoeken, als voor het informeren van de wel-bezoekers, zijn De Brug, De Gelderlander en de Zondagkrant belangrijke informatiekanalen. Parkeerproblemen zijn in beperkte mate een bezoekbelemmering. Wel zijn er heel wat bezoekers die parkeerproblemen ervaren, vooral onder de Stadsschouwburgbezoekers, maar het is niet zo dat veel mensen zich daardoor laten weerhouden van een bezoek aan de podia. Met betrekking tot de parkeerproblemen wordt het vinden van een parkeerplek duidelijk vaker als een probleem gezien dan de kosten voor het parkeren en de manier waarop men moet betalen (pasparkeren). 45

46 Verbreden van cultuurdeelname 5 Verbreden van cultuurdeelname De bedoeling van de projecten in het kader van het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik is vooral om meer jongeren en allochtone bevolkingsgroepen te bereiken. Om een beeld te krijgen van de mate waarin deze groepen op dit moment aan cultuur deelnemen en van hun aanbodwensen, is bij de uitvoering van het bevolkingsonderzoek gewerkt met opgehoogde steekproeven voor twee groepen: jongeren (16 t/m 24 jaar) en allochtonen uit niet-rijke landen Cultuurparticipatie bij de jongeren van 16 t/m 24 jaar De in 2002 uitgevoerde cultuuronderzoeken laten zien op welke manieren de oudere Nijmeegse jeugd van 16 t/m 24 jaar aan cultuur doet en in welke mate deze groep in Nijmegen iets op het vlak van cultuur mist. Daarbij moet bedacht worden dat er in Nijmegen veel studenten wonen, die vaak in deze leeftijdscategorie vallen. In totaal wonen in Nijmegen bijna t/m 24-jarigen. Het aantal in Nijmegen woonachtige HBO- en KUN-studenten ligt op ruim Onder de niet-rijke landen verstaan we alle landen behalve de West- Europese landen, de VS, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël. 47

47 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Mate waarin de 16- t/m 24-jarigen in Nijmegen aan cultuur doen Figuur 15: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar leeftijdscategorie Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) 57% 64% 65% filmvoorstelling bezocht informele culturele voorstelling bezocht 43% 44% 46% 52% 83% 89% gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 59% 77% 80% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 31% 69% 85% museum bezocht 36% 35% 46% cultureel festival bezocht 48% 51% 62% in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 51% 57% 54% 57% 63% 73% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap 20% 18% 24% cursus bij De Lindenberg gevolgd 4% 5% 5% niets aan cultuur gedaan 5% 4% 12% 0% 20% 40% 60% 80% 100% jaar jaar 45 jaar en ouder Alle vormen van cultuurparticipatie in figuur 15 overziend, is er geen sprake van een achterblijvende cultuurdeelname bij de oudere Nijmeegse jeugd van 16 t/m 24 jaar. Hoe de cultuurparticipatie bij de jongere jeugd (beneden de 16 jaar) is, kan niet uit de cultuuronderzoeken afgeleid worden, maar is een interessant onderwerp voor de Jeugdmonitor Uit het bevolkingsonderzoek blijkt in dit verband dat Nijmegenaren relatief vaak middelbare scholieren en jonge kinderen als leeftijdsgroepen noemen, waarvoor er in Nijmegen te weinig op het gebied van cultuur te doen is. Een meer gedetailleerde analyse van de cultuurparticipatie bij de 16- t/m 24-jarigen levert het volgende beeld op. Voor meer moderne culturele activiteiten, zoals house- /danceparties, besloten feesten met dj s/vj s en popfestivals, geldt dat de 16- t/m 24- jarigen deze relatief veel bezoeken. Verder bezoekt een relatief groot percentage van 48

48 Verbreden van cultuurdeelname hen films. En ook pop-/wereldmuziek behoort tot de belangrijkste genres voor jongeren, hoewel het aandeel bezoekers van pop-/wereldmuziekconcerten onder de 25- t/m 34- jarigen groter is dan bij de 16- t/m 24-jarigen. Voor enkele meer traditionele vormen van kunst is het aandeel bezoekers bij de 16- t/m 24-jarigen ongeveer even groot als die bij de oudere leeftijdsgroepen (toneel, cabaret- /kleinkunst en dans/ballet). Voor andere meer traditionele vormen van kunst is de belangstelling bij de 16- t/m 24-jarigen relatief laag (klassieke muziek, kooruitvoeringen, opera/operette). Hierbij aansluitend zijn er podia die relatief veel en podia die relatief weinig 16- t/m 24-jarigen trekken. Vooral Doornroosje en het Steigertheater trekken veel 16- t/m 24-jarigen en ook LUX trekt relatief veel bezoekers uit deze leeftijdscategorie. De Vereeniging, De Stadsschouwburg en de voorstellingen in De Lindenberg trekken relatief weinig 16- t/m 24-jarigen. Net als de podiabezoekers van 25 jaar en ouder, zijn de 16- t/m 24-jarige podiabezoekers in meerderheid geïnteresseerd in ontspanning biedend en vernieuwend aanbod. De 16- t/m 24-jarige Steigertheaterbezoekers hebben relatief vaak behoefte aan vernieuwend aanbod dat niet te zwaar is; de 16- t/m 24-jarige LUX-bezoekers hebben relatief vaak behoefte aan vernieuwend aanbod, dat best wat zwaarder mag zijn. Al met al kan niet gezegd worden dat de cultuurdeelname bij de 16- t/m 24-jarigen geringer is dan bij de oudere leeftijdsgroepen. Het is ook niet zo dat een relatief groot deel van hen iets in het Nijmeegse cultuuraanbod mist: 22% van de 16- t/m 24-jarigen mist in Nijmegen een bepaald cultuuraanbod, tegenover 31% van de 25- t/m 44-jarigen en 22% van de personen van 45 jaar en ouder. Bij wat men mist, noemen de jongeren relatief wat vaker cabaret, popconcerten, dance-/houseparties en informatie over het aanbod, maar echte uitschieters in het wensenpakket zijn er niet Redenen van niet-bezoek aan de podia bij de 16- t/m 24-jarigen In het bevolkingsonderzoek is aan de niet-bezoekers van de verschillende podia gevraagd naar de redenen van dat niet-bezoek. Hieronder staan de antwoorden van de jongeren (niet alle antwoorden, maar de meest genoemde). Tabel 14: redenen van niet-bezoek, per podium (in % van de jongeren die het podium wel kennen, maar niet bezocht hebben) Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje geen passend aanbod 25% 27% 20% 14% 17% 26% geen leuk aanbod 12% 17% 11% 7% 8% 14% geen tijd 18% 10% 13% 12% 11% 13% volg/weet niet wat er te doen is 2% 19% 20% 30% 19% 12% geen interesse, nooit geweest 8% 18% 23% 17% 21% 18% In De Vereeniging, de Stadsschouwburg en De Lindenberg komen relatief weinig jongeren. De meest genoemde reden bij de jongeren om niet naar De Vereeniging te gaan is het aanbod. Bij de jarigen is dat geen tijd en bij de personen vanaf 45 jaar zijn dat geen interesse, nooit geweest, hoge leeftijd en gezondheid. Ook bij de redenen om de Stadsschouwburg en De Lindenberg niet te bezoeken, zien we dat 49

49 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken jongeren vaker dan de leeftijdscategorieën daarboven het aanbod van de betreffende podia noemen. Het Steigertheater trekt al een relatief jong publiek. De jongeren die het Steigertheater niet bezoeken noemen als reden daarvoor relatief vaak dat ze de programmering niet kennen of volgen. En ook in LUX en Doornroosje komen er al veel jongeren. Toch is er nog een behoorlijke groep jongeren, bij wie het aanbod van deze podia niet aanspreekt. Daarbij hoort de aantekening dat er voor de jonge liefhebbers van film en dance- en popmuziek ook andere instellingen in Nijmegen zijn (zoals de commerciële bioscopen, the Matrixx, Merleijn, Staddijk en Diogenes). Niet alleen de jongeren die Doornroosje niet bezoeken, maar ook de jongere concertbezoekers van Doornroosje, blijken relatief veel aanbodwensen te hebben. Veelal liggen die op het vlak van het popmuziekaanbod. Verder blijken veel concertbezoekers van Doornroosje vergelijkbare podia buiten Nijmegen te bezoeken. En meer in het algemeen laat het bevolkingsonderzoek zien dat popconcerten tot de genres behoren, waarvoor veel Nijmegenaren naar optredens buiten Nijmegen gaan. Deze uitkomsten wijzen op een markt voor een uitbreiding van het popconcertenaanbod in Nijmegen. Overigens gaat het dan zeker niet alleen om de doelgroep 16- t/m 24-jarigen, want het aandeel Nijmegenaren dat in 12 maanden tijd popconcerten bezoekt is bij de 25- t/m 44-jarigen hoger dan bij de 16- t/m 24-jarigen Informatiekanalen om de 16- t/m 24-jarigen te bereiken Aan de niet-bezoekers van de podia is gevraagd naar ideeën, die ertoe kunnen leiden dat in de toekomst wel naar de podia zullen gaan. Als antwoord is relatief veel genoemd dat men meer informatie over de podia en de programmering wil. Dat geldt ook voor de 16- t/m 24-jarige niet-bezoekers. De vraag is dan via welke informatiekanalen je jongeren het beste kunt bereiken. De publieksonderzoeken laten zien dat de bezoekers van de podia met een relatief jong publiek verhoudingsgewijs veel gebruik maken van de internetsites van die podia. Verder blijken de jonge podiabezoekers relatief vaak geen abonnement op een dagblad te hebben. Hierbij aansluitend laat het bevolkingsonderzoek zien dat jongeren voor het op de hoogte te blijven van culturele activiteiten relatief weinig gebruik maken van regionale dag- en weekbladen, wat niet wegneemt dat deze bladen ook voor deze groep tot de belangrijkste informatiebronnen behoren (zie figuur 16). 50

50 Verbreden van cultuurdeelname Figuur 16: via welke kanalen krijgen Nijmegenaren doorgaans informatie over culturele activiteiten, naar leeftijd Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie De Brug 33% 47% 54% De Gelderlander 24% 34% 53% Zondagkrant 32% 37% 46% vrienden, familie, kennissen, collega's 26% 42% 44% affiches, uithangborden, posters 11% 26% 34% programmaboekjes, folders Vereeniging/Stadsschouwburg 9% 15% 22% programmaboekjes, folders LUX 4% 20% 18% folders (niet gespecificeerd) 10% 12% 19% Uitkrant 3% 16% 14% internetsites 5% 17% 21% programmaboekjes, folders Doornroosje 2% 5% 10% programmaboekjes, folders De Lindenberg programmaboekjes, folders Steigertheater 3% 6% 5% 1% 2% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% jr jr 45 jr en ouder Het volgen van het aanbod aan culturele activiteiten gebeurt bij de jongeren relatief vaak via vrienden, familie en kennissen, via posters, affiches en uithangborden en via internet. 51

51 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 5.2 Cultuurparticipatie bij de allochtonen uit de niet-rijke landen 13 Ruim baan voor culturele diversiteit behoort tot de accenten in het Nijmeegse Actieprogramma Cultuurbereik. Een van de redenen hiervoor is de constatering dat het moeilijk is om bij allochtone bevolkingsgroepen een fundamentele belangstelling voor het deelname aan culturele activiteiten te wekken. Daarom gaat een geoormerkt deel van het actieprogrammabudget naar de cultuurparticipatie van allochtone groepen. Nijmegen heeft circa inwoners van 16 jaar en ouder; bijna daarvan behoren tot de allochtonen uit niet-rijke landen. De in 2002 uitgevoerde cultuuronderzoeken laten zien op wat voor manieren die allochtonen uit niet-rijke landen aan cultuur doen en in welke mate zij in Nijmegen iets op het vlak van cultuur missen Mate waarin de allochtonen uit de niet-rijke landen in Nijmegen aan cultuur doen Figuur 17: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de afgelopen 12 maanden, naar herkomst Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie culturele voorstelling bezocht (exclusief film) filmvoorstelling bezocht informele culturele voorstelling bezocht 45% 48% 52% 62% 66% 67% gesubsidieerde podium bezocht (inclusief LUX) 63% 71% bioscoop bezocht (exclusief LUX) 54% 62% museum bezocht 31% 42% cultureel festival bezocht in afgelopen maanden stilgestaan bij kunst in de openbare ruimte in de vrije tijd kunstzinnige activiteiten gedaan 42% 55% 48% 55% 62% 60% kunstzinnige activiteit gedaan via instelling voor kunstzinnige vorming of als lid van club/vereniging/gezelschap 12% 21% cursus bij De Lindenberg gevolgd 5% 2% niets aan cultuur gedaan 8% 11% 0% 20% 40% 60% 80% allochtonen uit niet-rijke landen overige Nijmegenaren 13 Onder de niet-rijke landen verstaan we alle landen behalve de West- Europese landen, de VS, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël. 52

52 Verbreden van cultuurdeelname Bij de meeste soorten culturele activiteiten, zoals het bezoek aan culturele voorstellingen, gesubsidieerde podia en culturele festivals, blijft de deelname van allochtonen uit niet-rijke landen achter bij die van de overige Nijmegenaren. De verschillen zijn echter niet heel groot. Bij het deelnemen aan kunsteducatie en het bezoek aan Nijmeegse musea zijn de verschillen het grootst. Bij een meer gedetailleerde analyse van de cultuurdeelname bij de allochtonen uit de niet-rijke landen, blijken er ook activiteiten te zijn, waaraan de allochtonen juist relatief veel deelnemen. Een relatief groot aandeel allochtonen uit niet-rijke landen bezoekt dance-/houseparties, feesten met dansvoorstellingen, Doornroosje, Openluchttheater De Goffert, de bioscopen Calypso, Carolus en Centrum, videotheken, Circus Colourful City en de Music Meeting. Dat heeft onder meer te maken met de relatief jonge leeftijdsopbouw van de allochtone Nijmeegse bevolking. Vooral bij de samengestelde groep van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, zien we een lagere cultuurparticipatie, maar dat heeft veel te maken met het gegeven dat tot deze groep relatief veel lager en middelbaar opgeleiden behoren. Bij bijna alle vormen van cultuurparticipatie - zoals het bezoeken van culturele voorstellingen, podia, bioscopen, musea en culturele festivals, het beoefenen van kunstzinnige activiteiten en het deelnemen aan kunsteducatie - zien we dat de hoger opgeleiden dat vaker doen dan de lager en middelbaar opgeleiden 14. Voor diverse verschillen in cultuurparticipatie tussen de allochtonen uit de niet-rijke landen en de rest van de Nijmegenaren geldt dat deze niet door etniciteit verklaard kunnen worden, maar dat deze te maken hebben met andere achtergrondkenmerken (bijvoorbeeld met opleiding en/of leeftijd). Etniciteit is wel de belangrijkste verklarende factor voor het minder bezoeken van Museum Het Valkhof en het gemeentearchief en voor het meer bezoeken van feesten met dansvoorstellingen en Circus Colourful City. Het aandeel allochtonen uit de niet-rijke landen, dat iets mist in het Nijmeegse cultuuraanbod (26%), is niet groter dan bij de overige Nijmegenaren. Wel rekenen de allochtonen zich relatief vaak tot een groep, waarvoor er op het gebied van cultuur te weinig in Nijmegen te doen is (20% tegenover 6% van de overige Nijmegenaren). Dat sluit aan bij de aanbodwensen van de betreffende groep: relatief vaak noemen ze culturele activiteiten die te maken hebben met het missen van cultuur uit het herkomstland (buitenlandse cultuur, wereldmuziek, buitenlandse muziek, buitenlandse artiesten, culturele activiteiten voor asielzoekers, multiculturele activiteiten) Redenen van niet-bezoek aan de podia bij de allochtonen uit de niet-rijke landen Uit het bevolkingsonderzoek blijkt dat het podiabezoek bij de allochtonen uit de nietrijke landen verhoudingsgewijs iets lager ligt dan bij de overige Nijmegenaren. Dat heeft zeker niet alleen met etniciteit te maken, want ook achtergrondkenmerken als opleiding, leeftijd, huishoudensituatie en inkomen zijn medebepalende factoren. Doornroosje is het enige van de zes gesubsidieerde podia, dat relatief wat meer allochtonen uit de niet-rijke landen dan overige Nijmegenaren trekt. Dat komt vooral 14 Tot de hoger opgeleiden zijn gerekend de personen met een havo- of vwodiploma plus de personen die een hogere beroeps- of universitaire opleiding hebben afgerond. De rest vormt de categorie lager en middelbaar opgeleiden. 53

53 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken door het feit dat Doornroosje zich op jongere doelgroepen richt (de groep allochtonen uit de niet-rijke landen kent een relatief jonge leeftijdopbouw). In het bevolkingsonderzoek is aan de niet-bezoekers van de verschillende podia gevraagd naar de redenen van dat niet-bezoek. Hieronder staan de antwoorden van de allochtonen uit de niet-rijke landen (niet alle antwoorden, maar de meest genoemde). Tabel 15: redenen van niet-bezoek, per podium (in % van de jongeren die het podium wel kennen, maar niet bezocht hebben) Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie LUX Vereeniging Stadsschouwburg Steigertheater Lindenberg Doornroosje geen passend aanbod 10% 16% 14% 10% 11% 21% geen leuk aanbod 6% 10% 10% 11% 4% 10% geen tijd 26% 25% 28% 22% 17% 17% volg/weet niet wat er te doen is 7% 11% 9% 14% 18% 7% geen interesse, nooit geweest 19% 16% 18% 8% 17% 20% Het lijkt erop dat Doornroosje met een meer gedifferentieerd aanbod nog meer allochtonen zou kunnen trekken. Immers, voor Doorroosje geldt sterker dan voor de andere podia dat allochtonen het aanbod als reden wordt genoemd om het podium niet te bezoeken. Overigens zien we dat niet alleen bij de allochtonen, maar ook bij de rest van de Nijmegenaren. Voor alle podia geldt dat het aanbod er niet echt uitspringt als reden voor het nietbezoek van allochtonen. Bij de redenen van niet-bezoek zijn er weinig verschillen tussen de allochtonen uit de niet-rijke landen en de rest van de Nijmegenaren. Zo is het aanbod voor de allochtonen ongeveer een even belangrijke reden om de podia niet te bezoeken als voor de rest van de Nijmegenaren Informatiekanalen om de allochtonen uit de niet-rijke landen te bereiken Voor de podia, de musea en diverse culturele festivals in Nijmegen geldt dat deze bij allochtonen duidelijk minder bekend zijn dan bij de rest van de Nijmegenaren. En bij de allochtonen die de podia wél kennen, maar niet bezoeken, is een ruime meerderheid niet op de hoogte van het programma-aanbod van die podia (wat overigens ook voor de rest van de Nijmegenaren geldt). Aan alle niet-bezoekers van de podia (allochtonen en autochtonen) is gevraagd naar ideeën, die ertoe kunnen leiden dat men deze in de toekomst wel gaat bezoeken. Als antwoord is relatief veel genoemd dat men meer informatie over de podia en de programmering wil. Dat zien we ook bij de allochtonen uit de niet-rijke landen, die de podia nu niet bezoeken. Deze uitkomsten roepen de vraag op via welke informatiekanalen je allochtonen uit niet-rijke landen het beste kunt bereiken. 54

54 Verbreden van cultuurdeelname Figuur 18: via welke kanalen krijgen Nijmegenaren doorgaans informatie over culturele activiteiten, naar herkomst Bron: bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie De Brug 34% 50% De Gelderlander 23% 43% Zondagkrant 33% 40% vrienden, familie, kennissen, collega's 34% 43% affiches, uithangborden, posters 21% 22% programmaboekjes, folders Vereeniging/Stadsschouwburg programmaboekjes, folders LUX 8% 9% 18% 18% folders (niet gespecificeerd) Uitkrant internetsites programmaboekjes, folders Doornroosje programmaboekjes, folders De Lindenberg programmaboekjes, folders Steigertheater 6% 5% 4% 5% 3% 2% 2% 13% 13% 14% 13% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% allochtonen uit niet-rijke landen overige Nijmegenaren Het bevolkingsonderzoek laat zien dat relatief weinig allochtonen gebruik maken van dag- en weekbladen en foldermateriaal van de instellingen om op de hoogte te blijven van culturele activiteiten. Desondanks behoren de dag- en weekbladen ook voor deze groep tot de belangrijkste informatiebronnen (net als bij de jongeren van 16 t/m 24 jaar). Relatief veel blijven de allochtonen uit niet-rijke landen op de hoogte via mond-totmond reclame, wat het voor de culturele instellingen niet eenvoudig maakt om met hun informatieverstrekking grote groepen allochtonen te bereiken. Net als bij de rest van de Nijmeegse jeugd, zal internet bij de jeugdige allochtonen een steeds grotere rol gaan spelen bij het vergaren van informatie. 55

55 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 5.3 Conclusies Conclusies over de jongeren van 16 t/m 24 jaar Alle vormen van cultuurparticipatie overziend, is er geen sprake van een achterblijvende cultuurdeelname bij de oudere Nijmeegse jeugd van 16 t/m 24 jaar. Daarbij moet wel bedacht worden dat veel in Nijmegen woonachtige studenten in deze leeftijdscategorie vallen. Hoe de cultuurparticipatie bij de jongere jeugd (beneden de 16 jaar) is, kan niet uit de cultuuronderzoeken afgeleid worden, maar is een interessant onderwerp voor de Jeugdmonitor De 16- t/m 24-jarigen bezoeken relatief vaak de meer moderne culturele activiteiten, zoals house-/danceparties, besloten feesten met dj s/vj s en popfestivals. Verder bezoekt een relatief groot percentage van hen films. En ook pop-/wereldmuziek behoort tot de belangrijkste genres voor jongeren, hoewel het aandeel bezoekers van pop- /wereldmuziekconcerten onder de 25- t/m 44-jarigen groter is dan bij de 16- t/m 24- jarigen. Voor enkele meer traditionele vormen van kunst is het aandeel bezoekers bij de 16- t/m 24-jarigen ongeveer even groot als die bij de oudere leeftijdsgroepen (toneel, cabaret- /kleinkunst en dans/ballet). Voor andere meer traditionele vormen van kunst is de belangstelling bij de 16- t/m 24-jarigen wél relatief laag (klassieke muziek, kooruitvoeringen, opera/operette). De 16- t/m 24-jarige Nijmegenaren hebben niet vaker aanbodwensen dan de leeftijdscategorieën daarboven: 22% van de 16- t/m 24-jarigen mist in Nijmegen een bepaald cultuuraanbod, tegenover 31% van de 25- t/m 44-jarigen en 22% van de personen van 45 jaar en ouder. Net als de podiabezoekers van 25 jaar en ouder, zijn de 16- t/m 24-jarige podiabezoekers in meerderheid geïnteresseerd in ontspanning biedend en vernieuwend aanbod. Diverse uitkomsten wijzen op een behoefte bij jongeren aan een uitbreiding van het popconcertenaanbod in Nijmegen (zie verder in hoofdstuk 7 bij de paragraaf over belangstelling in Nijmegen voor (pop)muziek). Een deel van de jongeren, die de podia niet bezoeken, heeft behoefte aan meer informatie over die podia en de programmering ervan. Reclame via informatiekanalen, die jongeren relatief veel gebruiken - zoals internet en posters/affiches/uithangborden - kan leiden tot extra bezoek Conclusies over de allochtonen uit niet-rijke landen Bij diverse soorten culturele activiteiten, zoals het bezoek aan culturele voorstellingen, gesubsidieerde podia en culturele festivals, blijft de deelname van allochtonen uit nietrijke landen achter bij die van de overige Nijmegenaren. Maar de verschillen zijn vaak niet heel groot. Relatief wat grotere verschillen zijn onder meer dat allochtonen minder aan kunsteducatie deelnemen en dat ze minder naar Nijmeegse musea gaan. 56

56 Verbreden van cultuurdeelname Daartegenover staan ook activiteiten, die door relatief veel allochtonen gedaan worden, onder meer bezoek aan dance-activiteiten, Doornroosje en bioscopen. De genoemde verschillen hebben vooral te maken heeft met de relatief jonge leeftijdsopbouw van de allochtone Nijmeegse bevolking. Etniciteit blijkt bij veel verschillen in cultuurparticipatie tussen de allochtonen uit nietrijke landen en de rest van de Nijmegenaren niet of in beperkte mate de verklarende factor. Zaken als opleiding, leeftijd, huishoudensamenstelling en inkomen zijn vaak belangrijkere verklaringen voor deze verschillen. Kijken we naar verschillen binnen de totale groep allochtonen, dan valt op dat met name de allochtone groepen, waartoe relatief veel lager en middelbaar opgeleiden behoren, zoals de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, minder aan cultuur doen (minder podia-, museum- en festivalbezoek, minder beoefening van kunstzinnige activiteiten in de vrije tijd). Bij het stimuleren van de cultuurdeelname bij allochtonen uit niet-rijke landen zijn er dus raakvlakken met het stimuleren van de cultuurdeelname bij lager en middelbaar opgeleiden. Kijken we naar alle lager en middelbaar opgeleiden onder de huidige podiabezoekers (allochtonen en autochtonen), dan valt op dat de deze groep vaker dan de hoger opgeleiden behoefte heeft aan niet te zwaar en ontspannend aanbod, maar ook aan vernieuwend aanbod. Bij het stimuleren van de cultuurdeelname onder allochtonen is ook de aansluiting op de niet-westerse culturen van belang. Het is niet zo dat de allochtonen uit de niet-rijke landen vaker dan de rest van de Nijmegenaren iets missen in het Nijmeegse cultuuraanbod. Wel vinden ze verhoudingsgewijs vaak dat ze tot een groep behoren, waarvoor er in Nijmegen te weinig op het vlak van cultuur te doen is (20% tegenover 6% van de overige Nijmegenaren). Daarbij noemen ze relatief vaak culturele activiteiten die te maken hebben met de cultuur uit hun herkomstland. Dat op een aanbod van niet-westerse cultuuruitingen of een mix van westerse en nietwesterse cultuuruitingen relatief veel allochtonen kunnen afkomen, bewijst een festival als Circus Colourful City. Dit festival trekt ook heel wat autochtone Nijmegenaren, vooral hoger opgeleiden. Tot de allochtonen behoren relatief veel personen in de leeftijdscategorieën jaar en jaar. In het algemeen ligt de belangstelling binnen deze leeftijdscategorieën sterk bij moderne muzieksoorten en is men relatief weinig geïnteresseerd in klassieke muziek, koormuziek en opera/operette. Opvallend is dat relatief weinig allochtonen naar cabaret-/kleinkunstvoorstellingen gaan, terwijl dit genre met name bij de jongere leeftijdscategorieën erg populair is. Dat kan onder meer te maken hebben met het geringe aantal allochtone cabaretiers. 57

57 Profielen van de zes gesubsidieerde podia 6 Profielen van de zes gesubsidieerde podia Op basis van de cultuuronderzoeken hebben we een goed beeld gekregen van het bereik van de zes gesubsidieerde podia (LUX, de Stadsschouwburg, De Vereeniging, het Steigertheater, De Lindenberg en Doornroosje). We weten nu hoeveel Nijmegenaren de podia wel en niet kennen en wel en niet bezoeken. Met de publieksonderzoeken is op een gestandaardiseerde manier gemeten hoe de bezoekers over de betreffende podia en het aanbod ervan denken. En in het bevolkingsonderzoek is verder doorgevraagd op het niet bezoeken van de podia, onder meer wat de redenen van het niet-bezoek zijn en of men ideeën heeft die ertoe kunnen leiden dat men in de toekomst wel naar de podia toe zal gaan. Daardoor zijn goede vergelijkingen tussen de podia mogelijk, zowel voor de bezoekers als voor de niet-bezoekers. Deze informatie is van belang als het gaat om mogelijkheden om een groter en/of breder publiek naar de podia trekken. Extra bezoekers kunnen immers gezocht worden binnen de huidige doelgroepen, maar ook binnen nieuwe doelgroepen. Op basis van de informatie uit zowel het bevolkingsonderzoek als de publieksonderzoeken zijn hieronder profielen van de zes gesubsidieerde podia beschreven. 6.1 LUX LUX is geopend in oktober 2000 en is voortgekomen uit Filmhuis Nijmegen, beter bekend als Cinemariënburg (met als nevenvestiging Scala). LUX heeft een breed programma-aanbod van film, theater, muziek, woord, debat en projecten. Cinemariënburg was al het meest bezochte filmhuis van Nederland. Met de komst van LUX is het aantal filmzalen toegenomen (van 5 naar 8 15 ) en is het aantal filmbezoekers voor de meer alternatieve films nog verder doorgestegen (van in 2000 naar in 2001 en in 2002). In 2002 vonden er filmvoorstellingen in LUX plaats (tegenover in 2001). De zaalbezetting, het percentage stoelen dat gemiddeld per voorstelling bezet is, ligt bij locatie Cinemariënburg op 32,5% en bij LUX op 22%. Dit laatste is wat lager vanwege de minder druk bezochte matineevoorstellingen aldaar. In het eerste jaar van het bestaan van LUX was er ook sprake van een groei van het aantal bezoekers in de commerciële bioscopen van in 2000 naar in In 2002 is het aantal filmbezoekers van LUX verder doorgestegen naar , terwijl de commerciële bioscopen terugzakten naar bezoekers. LUX programmeert verder ook theater- en muziekvoorstellingen en organiseert debatten. In het LUX-gebouw is er behalve de 5 filmzalen en de multifunctionele zaal ook een theaterzaal met 200 zitplaatsen (of 450 staanplaatsen). In 2001 trokken de theater- en muziekvoorstellingen ruim bezoekers, maar toen was de 15 5 filmzalen plus 1 multifunctionele zaal in LUX en 2 filmzalen in Cinemariënburg. 59

58 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken programmering nog in opbouw (51 voorstellingen). In 2002 is het aantal bezoekers van dergelijke voorstellingen gestegen naar circa (108 voorstellingen). Het groeiscenario gaat uit van circa bezoekers van muziek- en theatervoorstellingen in Tenslotte trekt LUX jaarlijks enkele duizenden bezoekers met debatten (bijna in 2001 en bijna in 2002). Ruim veertig procent van de bezoeken aan LUX wordt gebracht door een groep vaste klanten, die in 12 maanden tijd gemiddeld 17 voorstellingen in LUX bezoeken. Het zijn vooral deze vaste klanten van LUX, die verhoudingsgewijs vaak de nietfilmvoorstellingen in LUX bezoeken (theater, muziek, debatten). Door de jaren is Cinemariënburg erin geslaagd om steeds weer nieuwe groepen jongeren te trekken, die men lang als bezoekers weet vast te houden. Mede daardoor is het aandeel bezoekers van 40 jaar of ouder vanaf 1985 steeds verder toegenomen tot 47% van de LUX-bezoekers in Tegelijkertijd blijft LUX een grote aantrekkingskracht uitoefenen op jongeren en studenten. Het aandeel bezoekers van 55 jaar en ouder is niet zo groot, maar voor filmvoorstellingen in het algemeen geldt dat daar minder ouderen op afkomen. Het aandeel Cinemariënburgbezoekers van buiten Nijmegen is door de jaren heen niet veel veranderd. De komst van LUX heeft gezorgd voor een toename van het bezoek van buiten Nijmegen, maar óók voor een toename van het bezoek vanuit Nijmegen zelf. Daardoor is het aandeel bezoekers van buiten Nijmegen niet veranderd; nog steeds komt ruim driekwart van de LUX-bezoekers uit Nijmegen, waarbij de stadsdelen Stadscentrum, Oud-Oost en Midden-Zuid eruit springen. De bezoekers van buiten Nijmegen komen vooral uit Gelderland en Noord-Brabant. Ook niet veranderd is dat het publiek voor een groot deel uit hoger opgeleiden bestaat. Veel LUX-bezoekers hebben een brede cultuurbelangstelling. In het bevolkingsonderzoek zijn de publieksgroepen voor de afzonderlijke genres beschreven (toneelbezoekers, cabaretbezoekers, klassieke muziekbezoekers, enzovoorts). Bij al die genres zien we dat groot deel van belangstellenden onder meer LUX bezoekt. LUX is daarmee een centraal punt, waar liefhebbers van allerlei soorten podiumkunsten bij elkaar komen. Ook binnen het genre film hebben veel LUX-bezoekers een brede belangstelling, die verder reikt dan de filmhuisfilms. Een meerderheid van de LUX-bezoekers gaat ook naar Nijmeegse commerciële bioscopen; de vaste LUX-klanten vaker dan de niet-vaste LUXklanten. Ook het bevolkingsonderzoek laat die overlap zien: 35% van de Nijmegenaren heeft in de afgelopen 12 maanden zowel LUX als één of meer Nijmeegse commerciële bioscopen bezocht; 12% heeft in die periode uitsluitend LUX bezocht en 20% alleen één of meer Nijmeegse commerciële bioscopen. Verder maakt een meerderheid van de LUX-bezoekers gebruik van de videotheek. Veel bezoekers komen naar LUX vanwege het specifieke aanbod, de sfeer en de aantrekkelijke accommodatie. En veel bezoekers komen regelmatig. Toch zou tweederde van de bezoekers eigenlijk nog vaker naar voorstellingen in LUX willen gaan. Dat ze minder komen dan ze eigenlijk zouden willen, heeft vooral te maken met de eigen situatie of eigen keuzes en gedrag (niet meer tijd willen/kunnen vrijmaken; kiezen voor andere vrijetijdsbestedingen; het niet goed volgen van de programmering; het moeten regelen van een oppas voor de kinderen). 60

59 Profielen van de zes gesubsidieerde podia Nagegaan is in hoeverre er andere bezoekbelemmeringen spelen. Het programmaaanbod blijkt geen belangrijke bezoekbelemmering. In vergelijking met de bezoekers van de andere podia zijn de bezoekers van LUX het meest tevreden over het aanbod. Voor zover er aanbod wordt gemist, gaat het niet om (film)genres die door veel bezoekers worden genoemd, maar vooral om specifieke genres voor kleinere doelgroepen. Een meerderheid van de bezoekers heeft behoefte aan vernieuwend aanbod, die vaker gekoppeld is aan een voorkeur voor een wat zwaarder aanbod dan aan een voorkeur voor een niet te zwaar aanbod. Hierbij aansluitend wordt het huidige aanbod veel vaker als vernieuwend dan als traditioneel gezien. Van de Nijmegenaren, die LUX niet bezoeken, is 9% van mening dat men bij een ander aanbod mogelijk wel naar LUX zal gaan. De daarbij genoemde aanbodwensen gaan echter vooral richting filmgenres, die meer bij de Nijmeegse commerciële bioscopen thuishoren (leukere films, meer populaire films). Veel niet-bezoekers zijn niet echt geïnteresseerd in een bezoek aan LUX. Dat geldt ook voor de hoger opgeleiden beneden de 55 jaar onder de niet-bezoekers, die op grond van het bezoekersprofiel als potentiële doelgroep kunnen worden beschouwd. De informatievoorziening is in beperkte mate een bezoekbelemmering. Van de programmafolders van de Nijmeegse podia behoren die van LUX tot de meeste geziene. Toch komt het bij ruim eenderde van de bezoekers wel eens voor dat men achteraf van voorstellingen in LUX hoort, die men eigenlijk graag had willen zien. Vaak wijt men dat aan zichzelf; men zegt het programma niet goed te volgen. Een kleinere groep bezoekers (7%) is niet tevreden over de huidige informatievoorziening over het programma. Van de niet-bezoekers denkt dat 7% dat meer PR en/of een betere informatievoorziening over het programma hen kan aanzetten tot een bezoek aan LUX. In vergelijking met de andere Nijmeegse bioscopen is LUX iets minder bekend: 19% van de Nijmegenaren kent LUX niet. De mensen, die LUX wél kennen maar niet bezoeken, weten vaak niet dat LUX behalve filmvoorstellingen ook andere soorten voorstellingen biedt. De toegangsprijzen en parkeerproblemen (veel bezoekers komen met de fiets) zijn geen belangrijke bezoekbelemmeringen. Als het gaat om de service aan de klant zijn er een aantal punten die verbeterd kunnen worden. Met name bleek er veel onvrede over de hoeveelheid en plaatsing van de kassa s (kassa s staan in krappe ruimte, drukte bij kassa s, vaak buiten moeten wachten). Inmiddels is er al het een en ander aangepast om dit probleem op te lossen (kassaruimte verplaatst naar binnen; aantal kassa s uitgebreid; er wordt gewerkt aan kaartjesautomaten). Bij de bezoekers heeft LUX een positief imago. Ze vinden LUX veelal modern, mooi, vertrouwd, grootstedelijk, aansprekend en toegankelijk. En voor zover de niet-bezoekers opmerkingen over LUX hebben, zijn die vooral positief (mooi gebouw, aanwinst voor Nijmegen). 61

60 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken 6.2 De Stadsschouwburg De Stadsschouwburg trekt jaarlijks met circa 160 voorstellingen zo n bezoekers (in 2002: 154 voorstellingen en bezoekers). Dit podium biedt diverse theatergenres met de nadruk op toneel- en cabaretvoorstellingen. De meeste voorstellingen vinden plaats in de theaterzaal met 850 zitplaatsen. De rest vindt plaats in de NederRijnzaal met 200 zitplaatsen. Gemiddeld is de grote theaterzaal voor ongeveer tweederde gevuld. Zeven jaar geleden waren er rond de 200 voorstellingen per seizoen, maar de financiële problemen, die in de afgelopen jaren bij Mensec speelden, leidden onder meer tot een wat bescheidener aantal voorstellingen. In 2002 slaagde Mensec er voor het eerst sinds negen jaar weer in om het theaterseizoen met een positief resultaat af te sluiten. Net als De Vereeniging is de Stadsschouwburg een Nijmeegs podium met een relatief grote regiofunctie, maar binnen die regionale functie ligt de nadruk op de buurgemeenten: iets meer dan de helft van de bezoekers komt uit Nijmegen, 29% komt uit de buurgemeenten en de overige bezoekers komen vooral uit de rest van Gelderland. De bezoekers uit Nijmegen zijn behoorlijk over de stadsdelen gespreid. Er zijn geen stadsdelen waar de schouwburg heel weinig bezoekers uit trekt. De keuze om een voorstelling in de Stadsschouwburg en niet elders te gaan bekijken heeft bij veel bezoekers te maken met de nabije ligging van de Stadsschouwburg. Dat geldt niet alleen voor de Nijmeegse bezoekers, maar ook voor de bezoekers uit buurgemeenten. In vergelijking met de bezoekers van de meeste andere podia voelt een relatief groot deel van de bezoekers van de Stadsschouwburg zich vaste klant van dit podium (26%). De Stadsschouwburg trekt weinig alleenstaanden. Bijna 70% van de bezoekers is 40 jaar of ouder. Vooral de groep 40- t/m 54-jarigen is sterk vertegenwoordigd (41%). Het aandeel bezoekers beneden de 25 jaar is beperkt tot 6%. Een ruime meerderheid van de bezoekers is hoger opgeleid en behoort tot de midden- of hogere inkomensgroep. Bij het publiek zijn de vrouwen met 64% in de meerderheid. Daarbij aansluitend laat het bevolkingsonderzoek zien dat tot de publieksgroepen voor de verschillende theatergenres relatief veel vrouwen behoren. Behalve voor theatergenres als cabaret, toneel, musical en dans/ballet hebben de Stadsschouwburgbezoekers ook belangstelling voor film en muziekgenres (klassieke muziek, opera/operette en popmuziek). Een meerderheid van de Stadsschouwburgbezoekers is het afgelopen jaar tevens in De Vereeniging geweest. Twee andere culturele instellingen zijn in die periode door rond de 50% van de schouwburgbezoekers bezocht: LUX en Museum Het Valkhof. Tweederde van de bezoekers zou eigenlijk nog vaker naar voorstellingen in de Stadsschouwburg willen gaan. Een belangrijke reden om dat niet te doen zijn de kosten ( te duur ). In vergelijking met de bezoekers van de andere podia zijn relatief veel 62

61 Profielen van de zes gesubsidieerde podia bezoekers van de Stadsschouwburg ontevreden over de toegangsprijzen (27%), terwijl er verhoudingsgewijs weinig mensen met een laag inkomen tot het publiek behoren. Bij die ontevredenen gaat het niet alleen om mensen met lagere- en middeninkomens, maar ook om mensen met hogere inkomens. Van de niet-bezoekers van de Stadsschouwburg zegt 7% dat lagere toegangsprijzen ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst wel naar dit podium zullen gaan. Behalve de kosten, is ook het aanbod een relatief belangrijke reden waarom Stadsschouwburgbezoekers minder voorstellingen in dit theater bezoeken dan ze eigenlijk zouden willen (ander, beter, aantrekkelijker, breder aanbod gewenst). Toch is de tevredenheid over het huidige aanbod behoorlijk groot. Dat geldt met name voor de hoeveelheid voorstellingen en de kwaliteit ervan. En ook over de diversiteit van het aanbod is een meerderheid tevreden, maar daar zien we tevens een wat grotere groep ontevredenen (1 op de 7 bezoekers). Zowel de bezoekers als de niet-bezoekers van de Stadsschouwburg klagen relatief vaak over het feit dat voorstellingen snel uitverkocht zijn. Ruim de helft van de bezoekers heeft een voorkeur voor vernieuwend aanbod. Die behoefte aan vernieuwend aanbod is vaker gekoppeld aan een voorkeur voor niet te zwaar aanbod dan aan een voorkeur voor zwaarder aanbod. Omdat niet is doorgevraagd op wat men onder vernieuwend aanbod verstaat, kunnen we die behoefte niet verder duiden. Het huidige aanbod weten veel bezoekers niet te typeren. Bij de bezoekers die dat wel kunnen, zien we een groep die het huidige aanbod als traditioneel beschouwd, maar graag vernieuwend aanbod wil. Een behoorlijk deel van de Stadsschouwburgbezoekers heeft aanbodwensen (44%). Daarbij noemt men verschillende genres en subgenres, maar er zijn geen wensen die er duidelijk uitspringen. Van de Nijmegenaren, die de Stadsschouwburg niet bezoeken, is 10% van mening dat een ander aanbod hen mogelijk naar dit podium kan trekken. De aanbodwensen van die niet-bezoekers zijn echter divers. Een meerderheid van de niet-bezoekers blijkt niet echt geïnteresseerd in een bezoek aan de schouwburg. Dat geldt ook voor de hoger opgeleiden met een midden- of hoger inkomen, die op grond van het bezoekersprofiel als potentiële doelgroep kunnen worden beschouwd. Enkele uitkomsten wijzen erop dat er in Nijmegen in principe ruimte is voor uitbreiding van het theateraanbod. Voor diverse theatergenres geldt dat Nijmegenaren ook de nodige voorstellingen buiten Nijmegen gaan bekijken (vooral musicals en operas/operettes, maar ook toneel- en cabaretvoorstellingen). Een belangrijke reden voor dat bezoek buiten Nijmegen is dat de bezochte voorstellingen alleen buiten Nijmegen te zien waren. Van de Stadsschouwburgbezoekers heeft 40% in de afgelopen 12 maanden een vergelijkbare instelling buiten Nijmegen bezocht, waarbij men vooral schouwburgen, maar ook andere cultuurpodia noemt. De Stadsschouwburgbezoekers, die minder tevreden over het aanbod zijn, gaan verhoudingsgewijs vaak naar voorstellingen buiten Nijmegen. Bij dat bezoek buiten Nijmegen is het niet zo dat bepaalde schouwburgen in de regio er duidelijk uitspringen. De theaterpodia buiten Nijmegen, die de 63

62 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken stadsschouwburgbezoekers in de afgelopen 12 maanden het meest bezocht hebben, zijn de schouwburg in Arnhem (door 8% in afgelopen jaar bezocht), de schouwburg in Cuijk (door 5% bezocht), het Circustheater in Scheveningen (door 4% bezocht) en Carré in Amsterdam (door 3% bezocht). Nagegaan is of er behalve de kosten en het aanbod nog andere bezoekbelemmeringen spelen. Relatief veel Stadsschouwburgbezoekers blijken parkeerproblemen te ervaren. Veel bezoekers gaan er doorgaans met de auto naartoe (78%); de helft daarvan is ontevreden over de parkeermogelijkheden ter plekke. Toch zijn die parkeerproblemen geen absolute bezoekbelemmering: 11% van de bezoekers per auto laat zich door parkeer- of andere problemen bij de komst naar dit podium wel eens weerhouden van een bezoek eraan, maar veelal gaat het dan om mensen die af en toe besluiten om niet te komen. Voor één procent van de bezoekers per auto geldt dat ze vanwege de problemen bij de komst naar de Stadsschouwburg regelmatig besluiten om er niet naartoe te gaan. Op het vlak van de informatievoorziening lijkt er enige verbetering mogelijk: 17% van de niet-bezoekers geeft aan dat meer PR en/of een betere informatievoorziening over het programma hen kan aanzetten tot een bezoek aan de schouwburg. Verder komt het bij eenderde van de bezoekers voor dat men pas achteraf van voorstellingen hoort, die men eigenlijk graag had willen zien. Wel legt men de schuld meestal bij zichzelf ( ik volg het programma niet goed ). Overigens behoren de programmafolders van Mensec wel al tot de meest geziene folders van de culturele podia in Nijmegen en zijn de bezoekers veelal tevreden over de informatievoorziening over de programmering. In vergelijking met de bezoekers van de andere podia, behoren tot de schouwburgbezoekers relatief veel stellen met jonge kinderen. Dat vertaalt zich in het feit dat het moeten regelen van een kinderoppas een relatief veel voorkomende bezoekbelemmering is. Als het gaat om de service aan de klant zijn er een aantal punten die verbeterd kunnen worden. Zo is er de nodige onvrede over de zaaltemperatuur (te warm; te benauwd) en de lange wachttijden (niet alleen bij het bestellen van consumpties, maar ook bij de garderobe en bij telefonische contacten). De Stadsschouwburg heeft bij de bezoekers vaker een positief dan een negatief imago. Bij diverse kenmerken slaat de balans door naar het positieve (overzichtelijk, vertrouwd, aansprekend, toegankelijk, warm). Bij de niet-bezoekers ligt dat wat anders: voor zover ze opmerkingen over de Stadsschouwburg hebben, zijn die vooral negatief (lelijk, slecht onderhouden gebouw; weinig uitstraling, voorstellingen snel uitverkocht, weinig parkeergelegenheid). Overigens maakt driekwart van de niet-bezoekers noch positieve noch negatieve opmerkingen. 64

63 Profielen van de zes gesubsidieerde podia 6.3 De Vereeniging De Vereeniging trekt jaarlijks met circa 100 optredens zo n bezoekers (in 2002: 112 optredens en bezoekers). Dit concertgebouw biedt vooral klassieke muziek, maar daarnaast ook koorzang, popmuziek, amusementsmuziek, wereldmuziek en andere muzieksoorten. De meeste optredens vinden plaats in de grote concertzaal (1450 zitplaatsen of 1800 staanplaatsen). De laatste jaren groeit het aantal optredens in de ING-zaal, die in 1999 in de originele staat is teruggebracht (225 zitplaatsen of 300 staanplaatsen). Net als de Stadsschouwburg is De Vereeniging is een Nijmeegs podium met een relatief grote regiofunctie, maar binnen die regionale functie ligt de nadruk op de buurgemeenten: minder dan de helft van de bezoekers komt uit Nijmegen (46%), 28% komt uit de buurgemeenten en de overige bezoekers komen vooral uit de rest van Gelderland. De bezoekers uit Nijmegen zijn behoorlijk over de stadsdelen gespreid. Alleen uit Oud- West komen er duidelijk minder bezoekers. De keuze om een voorstelling in De Vereeniging en niet elders te gaan bekijken heeft bij meer dan de helft van de bezoekers te maken met de nabije ligging van De Vereeniging. Niet alleen de Nijmeegse bezoekers, maar ook voor de bezoekers uit buurgemeenten spreken van een nabije ligging. Van de podia heeft De Vereeniging het oudste publiek. Ruim driekwart van de bezoekers is 40 jaar of ouder. Vooral de groep 55-plussers is sterk vertegenwoordigd: 43% van de bezoekers is 55 jaar of ouder. Het aandeel bezoekers beneden de 25 jaar is beperkt tot 6%. Een ruime meerderheid van de bezoekers is hoger opgeleid en behoort tot de midden- of hogere inkomensgroep. Behalve voor klassieke muziek hebben de bezoekers ook belangstelling voor theatergenres en film. Een meerderheid van de Vereenigingbezoekers is het afgelopen jaar tevens in de Stadsschouwburg geweest. Twee andere culturele instellingen zijn het afgelopen jaar door rond de 40% van de Vereenigingbezoekers bezocht: LUX en museum Het Valkhof. Ruim zestig procent van de bezoekers zou eigenlijk nog vaker naar voorstellingen in De Vereeniging willen gaan. Een relatief veel genoemde reden om dat niet te doen is het aanbod (ander, beter, aantrekkelijker, breder aanbod gewenst). Toch is de tevredenheid over het huidige aanbod behoorlijk groot. Ruim eenderde van de bezoekers heeft een voorkeur voor vernieuwend aanbod en ruim een vijfde voor traditioneel aanbod. De behoefte aan vernieuwend aanbod is vaker gekoppeld aan een voorkeur voor niet te zwaar aanbod dan aan een voorkeur voor zwaarder aanbod. Omdat niet is doorgevraagd op wat men onder vernieuwend aanbod verstaat, kunnen we die behoefte niet nader duiden. Ruim eenderde van de Vereenigingbezoekers heeft aanbodwensen. Relatief wat vaker genoemd zijn toporkesten (door 4%) en operavoorstellingen (door 4%). Verder noemt men verschillende soorten klassieke en moderne/populaire muziek, maar binnen die soorten zijn er geen genres die er duidelijk uitspringen. 65

64 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken In vergelijking met de niet-bezoekers van de andere podia zijn opvallend veel nietbezoekers van De Vereeniging van mening dat een ander aanbod hen mogelijk naar dit podium kan trekken. Daarbij zijn relatief veel genoemd meer popconcerten en een breder aanbod. Een meerderheid van de niet-bezoekers blijkt overigens niet echt geïnteresseerd in een bezoek aan De Vereeniging. Dat geldt ook voor de hoger opgeleiden met een midden- of hoger inkomen, die op grond van het bezoekersprofiel als potentiële doelgroep kunnen worden beschouwd. Bij de behoefte aan meer popconcerten in De Vereeniging hoort de opmerking dat er wel popconcerten plaatsvinden, maar niet vaak. Het bevolkingsonderzoek laat zien dat Nijmegenaren behalve in Nijmegen ook vaak buiten Nijmegen popconcerten bezoeken. Er lijkt een markt voor het programmeren van meer popconcerten in De Vereeniging. De klassieke muziekliefhebbers in Nijmegen lijken met De Vereeniging aardig bediend te worden. Uit het bevolkingsonderzoek blijkt dat Nijmegenaren zich voor het bezoeken van klassieke muziekconcerten en kooruitvoeringen sterk op Nijmegen richten. Toch bezoekt een behoorlijk deel van de Vereenigingbezoekers ook concertzalen buiten Nijmegen: in de afgelopen 12 maanden heeft 48% met De Vereeniging vergelijkbare podia buiten Nijmegen bezocht, waarbij men niet alleen concertgebouwen, maar ook andere cultuurpodia noemt. Van de Vereenigingbezoekers, die niet helemaal tevreden zijn over het aanbod, bezoekt een groter aandeel concertzalen buiten Nijmegen. Bij dat bezoek buiten Nijmegen is het niet zo dat bepaalde muziekpodia in de regio er duidelijk uitspringen. De podia buiten Nijmegen, die de Vereenigingbezoekers in de afgelopen 12 maanden het meest bezocht hebben, zijn Musis Sacrum in Arnhem (door 10% in afgelopen jaar bezocht), het concertgebouw in Amsterdam (ook door 10% bezocht) en Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht (door 6% bezocht). Een andere meer genoemde reden, dat men minder naar De Vereeniging gaat dan men eigenlijk zou willen, zijn de kosten ( te duur ). Maar er is minder onvrede over de toegangsprijzen dan bij de bezoekers van de Stadsschouwburg (14% tegenover 27% van de Stadsschouwburgbezoekers). Het gaat bij die ontevredenen niet alleen om mensen met lagere- en middeninkomens, maar ook om mensen met hogere inkomens. Van de niet-bezoekers zegt 8% dat lagere toegangsprijzen ertoe kunnen bijdragen dat ze in de toekomst wel naar dit podium zullen gaan. Nagegaan is in hoeverre er nog andere bezoekbelemmeringen spelen. Hoewel - net als bij de Stadsschouwburg - ruim driekwart van de bezoekers doorgaans met de auto naar De Vereeniging komt, wordt er door de Vereenigingbezoekers minder geklaagd over parkeerproblemen dan door de Stadsschouwburgbezoekers: 29% van de autobezoekers is ontevreden over de parkeermogelijkheden bij De Vereeniging (tegenover de helft bij de Stadsschouwburg). Toch zijn die parkeerproblemen niet echt een grote bezoekbelemmering: 8% van de bezoekers per auto laat zich door parkeer- of andere problemen bij de komst naar dit podium wel eens weerhouden van een bezoek eraan, maar veelal gaat het dan om mensen die af en toe besluiten om niet te komen. Voor één procent van de bezoekers per auto geldt dat ze vanwege de problemen bij de komst naar de De Vereeniging regelmatig besluiten niet naar dit podium te gaan. Op het vlak van de informatievoorziening lijkt er verbetering mogelijk: 15% van de nietbezoekers geeft aan dat meer PR en/of een betere informatievoorziening over het programma hen kan aanzetten tot een bezoek aan De Vereeniging. Verder komt het bij ruim eenderde van de bezoekers voor dat men pas achteraf van voorstellingen hoort, 66

65 Profielen van de zes gesubsidieerde podia die men eigenlijk graag had willen zien. Wel legt men de schuld meestal bij zichzelf ( ik volg het programma niet goed ). Overigens behoren de programmafolders van Mensec wel al tot de meest geziene folders van de culturele podia in Nijmegen en zijn de bezoekers veelal tevreden over de informatievoorziening over de programmering. Als het gaat om de service aan de klant zijn er een aantal zaken waar mogelijk iets aan verbeterd kan worden. Zo is er de nodige onvrede over de zaaltemperatuur (te warm; te benauwd) en de garderobe (te duur, lange wachttijd) en de lange wachttijd bij het bestellen van consumpties. De Vereeniging heeft bij de bezoekers vaker een positief dan een negatief imago. Bij diverse kenmerken slaat de balans door naar het positieve (vertrouwd, mooi, aansprekend, toegankelijk, warm). En ook voor zover de niet-bezoekers opmerkingen over De Vereeniging hebben, zijn die vaker positief dan negatief (mooi gebouw; mooi gerenoveerd, goede akoestiek). 6.4 Het Steigertheater Het Steigertheater richt zich vooral op de volgende podiumkunsten: amateurtheater, cabaret en kleinkunst, jeugd- en jongerentheater. Behalve gerenommeerde artiesten treden ook nieuwe, onbekende talenten in het Steigertheater op. Daarmee krijgen zij de mogelijkheid een naam en publiek op te bouwen. Jaarlijks trekt het Steigertheater met circa 150 voorstellingen rond de bezoekers (2002: 145 voorstellingen en bezoekers). De zaalcapaciteit is 100 zitplaatsen. In de afgelopen jaren heeft het aantal voorstellingen en bezoekers ongeveer steeds op hetzelfde niveau gelegen. Het Steigertheater wordt om uiteenlopende redenen bezocht. Er komen liefhebbers van de geboden genres en artiesten, familie en bekenden van amateur-artiesten en bezoekers, die door anderen overgehaald worden om mee naar het Steigertheater te gaan. Ook komen er veel mensen voor een avondje uit en de gezelligheid naar dit podium. Een meerderheid van de bezoekers komt uit Nijmegen (71%). Vooral de bewoners van de stadsdelen Stadscentrum en Oud-Oost zijn sterk vertegenwoordigd. De bezoekers van buiten Nijmegen komen vooral uit de buurgemeenten, de rest van Gelderland en Noord-Brabant. In vergelijking met de bezoekers van het grote theater in Nijmegen - de Stadsschouwburg - is het publiek van het Steigertheater veel jonger en is het aandeel studenten een stuk hoger. Ruim een kwart is student (tegenover 4% bij de Stadsschouwburg); 70% is jonger dan 40 jaar (tegenover 34% bij de Stadsschouwburg), terwijl het aandeel 55-plussers is beperkt tot 8%. Een ruime meerderheid van de bezoekers is hoger opgeleid. Behalve voor cabaret en toneel hebben veel Steigertheaterbezoekers ook belangstelling voor film. Ruim driekwart van de Steigertheaterbezoekers heeft het afgelopen jaar LUX 67

66 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken bezocht. En hoewel het Stadsschouwburgpubliek duidelijk ouder van samenstelling is dan het Steigertheaterpubliek, is bijna de helft van de Steigertheaterbezoekers het afgelopen jaar in de Stadsschouwburg geweest. Het lijkt erop dat het Steigertheater voor een deel van het publiek als opstap fungeert voor het bezoeken van grotere theatervoorstellingen. Ruim zeventig procent van de bezoekers zou eigenlijk nog vaker naar voorstellingen in het Steigertheater willen gaan. Dat ze dat niet doen heeft vooral te maken met persoonlijke keuzes en omstandigheden (geen tijd; prioriteit geven aan andere vrijetijdsbestedingen; programma niet goed volgen). Nagegaan is in hoeverre er andere bezoekbelemmeringen spelen. Het programma-aanbod blijkt geen belangrijke bezoekbelemmering. Voor zover de bezoekers een mening over het aanbod hebben, is die veelal positief. In vergelijking met de bezoekers van de andere podia, hebben de bezoekers van het Steigertheater weinig aanbodwensen. Ongeveer een kwart van de bezoekers heeft wel wensen, maar er zijn geen (sub)genres die door veel bezoekers echt worden gemist. Een meerderheid van de bezoekers heeft behoefte aan vernieuwend aanbod en dan vaker in combinatie met een voorkeur voor niet te zware voorstellingen dan met een voorkeur voor zware voorstellingen. Daarbij aansluitend ziet een meerderheid van de bezoekers, die een beeld van het huidige aanbod hebben, dat aanbod als vernieuwend. Kijken we naar de Nijmegenaren, die niet in het Steigertheater komen, dan valt in de eerste plaats op dat bijna de helft van de Nijmegenaren het Steigertheater niet kent. Van de Nijmegenaren, die het Steigertheater wel kennen maar niet bezoeken, is een beperkt percentage van mening dat een ander aanbod hen mogelijk naar dit podium kan trekken (4%). Aan de informatievoorziening lijkt het nodige te verbeteren. Het Steigertheater is niet alleen bij bijna de helft van alle Nijmegenaren onbekend, maar ook bij een kwart van de Nijmegenaren die op andere plekken wél naar theatervoorstellingen gaan. Ook de personen, die het Steigertheater wel kennen maar niet bezocht hebben, zijn in vergelijking met de niet-bezoekers van de andere podia slecht op hoogte van wat er in het Steigertheater te doen is; 18% van hen denkt dat meer PR en/of een betere informatievoorziening over het programma hen kan aanzetten tot een bezoek aan dit theater. Bij de hoger opgeleiden beneden de 40 jaar, die op grond van het bezoekersprofiel als potentiële doelgroep kunnen worden beschouwd, ligt dat percentage zelfs op 30%. Van de programmafolders van de culturele podia in Nijmegen worden die van het Steigertheater het minst gezien. Bij dit alles moet wel bedacht worden dat de zaalcapaciteit beperkt is (100 zitplaatsen) en dat het nu al regelmatig voorkomt dat voorstellingen uitverkocht zijn. De toegangsprijzen en parkeerproblemen zijn geen belangrijke bezoekbelemmeringen. Als het gaat om de service aan de klant zijn er niet veel punten die echt verbetering behoeven. Wel is er veel onvrede over het zitcomfort (gebrek aan beenruimte; harde banken zonder rugleuning). Het Steigertheater heeft bij de bezoekers vaker een positief dan een negatief imago. Bij diverse kenmerken slaat de balans door naar het positieve (vertrouwd, mooi, 68

67 Profielen van de zes gesubsidieerde podia aansprekend, toegankelijk, warm). En ook voor zover de niet-bezoekers opmerkingen over het Steigertheater hebben, zijn die vaker positief dan negatief. 6.5 De Lindenberg De Lindenberg, centrum voor de kunsten, heeft als kerntaak de verzorging van kunsteducatie. In het verlengde daarvan worden podiumkunstuitvoeringen geprogrammeerd en festivals georganiseerd, waarbij het aanbod aan genres divers is. Veelal gaat het om amateurvoorstellingen (o.a. optredens van cursisten). Jaarlijks trekken de circa 100 geprogrammeerde voorstellingen zo n bezoekers (gemiddeld circa 140 bezoekers). De Lindenberg beschikt over 1 grote theaterzaal (Lindenbergzaal met 400 zitplaatsen) en 5 kleinere zalen. Het publieksonderzoek bij De Lindenberg heeft betrekking op die podiumfunctie van deze instelling. De bij het onderzoek gehanteerde standaardvragenlijst is geschikt voor volwassenen en oudere jeugd, maar niet voor kinderen. Deze zijn bij het publieksonderzoek dus buiten beschouwing gebleven, terwijl De Lindenberg wel voorstellingen voor kinderen programmeert. Als we het hieronder over de bezoekers van De Lindenberg hebben, gaat het dus over de podiumbezoekers vanaf rond de 16 jaar. Veel bezoekers zijn familie of bekenden van de optredende amateur-artiesten (relatief veel bezoekers hebben thuiswonende kinderen). Voor een kwart is de bezoekreden dat men liefhebber van het geboden genre is. Zeventig procent van de bezoekers komt uit Nijmegen. De bezoekers van buiten Nijmegen komen in meerderheid uit de buurgemeenten. Een meerderheid van de bezoekers is hoger opgeleid (69%). De leeftijdscategorie jaar is sterk vertegenwoordigd (45%). Op het vlak van culturele voorstellingen zijn de bezoekers het meest geïnteresseerd in film, cabaret en toneel, gevolgd door klassieke muziek en musical. Enkele andere podia zijn in de afgelopen 12 maanden door ruim de helft van de Lindenbergbezoekers bezocht: de Stadsschouwburg, De Vereeniging en LUX. Driekwart van de bezoekers zou wel vaker voorstellingen in De Lindenberg willen bezoeken, maar gebrek aan tijd en andere voorkeuren in de vrijetijdsbesteding weerhouden hen daarvan. Voor 11% van de bezoekers is het aanbod de reden dat men niet vaker komt (ander, breder, aantrekkelijker aanbod gewenst), maar over het huidige aanbod is er weinig ontevredenheid. Voor zover bezoekers een oordeel over het aanbod hebben, is dat veelal positief. In vergelijking met de bezoekers van de andere podia heeft een relatief klein deel van de Lindenbergbezoekers aanbodwensen (25%). Die wensen zijn divers; er zijn geen (sub)genres die door grotere groepen in het aanbod worden gemist. 69

68 Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken Kijken we naar de behoeften van de bezoekers, dan is er vooral behoefte aan ontspannend en vernieuwend aanbod. Die behoefte aan vernieuwend aanbod is vaker gekoppeld aan een voorkeur voor niet te zware voorstellingen dan aan een voorkeur voor zware voorstellingen. Veel bezoekers hebben geen duidelijk beeld van het huidige aanbod. Een verklaring daarvoor is dat veel bezoekers naar optredende familie of bekenden komen kijken, maar verder niet vaak in de Lindenberg komen. Wel bestaat er bij een relatief groot deel van de bezoekers het beeld dat de programmering niet alleen op volwassenen, maar ook op kinderen gericht is. Nagegaan is in hoeverre er andere bezoekbelemmeringen spelen. De toegangsprijzen en de parkeermogelijkheden blijken geen belangrijke bezoekbelemmeringen. Op het vlak van de informatievoorziening lijkt er wel verbetering mogelijk. In vergelijking met de bezoekers van de andere podia noemen bezoekers van De Lindenberg te weinig PR, informatie wat vaker als reden dat ze dit podium niet frequenter bezoeken. Verder komt het bij ruim eenderde van de bezoekers voor dat men pas achteraf van voorstellingen in De Lindenberg hoort, die men eigenlijk graag had willen zien. Wel legt men de schuld meestal bij zichzelf ( ik volg het programma niet goed ). Van de Nijmegenaren, die De Lindenberg niet voor voorstellingen bezoeken, zijn er veel ook niet op de hoogte van het feit dat daar voorstellingen plaatsvinden. De Lindenberg is bij de niet-bezoekers vooral bekend als centrum voor kunsteducatie. Elf procent van de niet-bezoekers geeft aan dat meer PR en/of een betere informatievoorziening over de voorstellingen hen kan aanzetten tot het gaan bezoeken van dit podium. Een meerderheid van de niet-bezoekers blijkt niet echt geïnteresseerd in een bezoek aan De Lindenberg. Dat geldt ook voor de hoger opgeleiden met een midden- of hoger inkomen, die op grond van het bezoekersprofiel als potentiële doelgroep kunnen worden beschouwd. Van de programmafolders van de podia in Nijmegen behoren die van De Lindenberg tot de minst geziene. Als het gaat om de service aan de klant zijn er een aantal zaken waar mogelijk iets aan verbeterd kan worden. Zo mist een deel van het publiek een bewaakte garderobe. Ook is een deel van het publiek niet tevreden over de mogelijkheden om voor, na of in de pauze van de voorstelling iets te gebruiken. Omdat er weinig bezoekers zijn die regelmatig naar voorstellingen in De Lindenberg gaan, hebben maar weinig bezoekers een uitgesproken beeld van dit podium. Bij enkele kenmerken slaat de balans door naar het positieve (vertrouwd, toegankelijk, aansprekend). Bij andere kenmerken wijzen de meningen niet duidelijk één kant op. Van de niet-bezoekers van De Lindenberg heeft 77% geen opmerkingen over deze instelling. Door de overige 23% zijn ongeveer net zo vaak positieve als negatieve opmerkingen gemaakt (onder meer lelijk, slecht onderhouden gebouw, slechte PR, informatie en goed, gevarieerd aanbod ). 70

69 Profielen van de zes gesubsidieerde podia 6.6 Doornroosje Bij Doornroosje, dat een grote en een kleine zaal heeft (425 respectievelijk 175 plaatsen), vinden al vele jaren concerten plaats. Daarbij komen verschillende soorten muziek aan bod, waaronder pop, (alternatieve) rock, metal, hardcore, punk, americana en wereldmuziek. Jaarlijks komen er circa betalende bezoekers op de concerten af. Het aantal concerten en concertbezoekers is de laatste jaren op ongeveer hetzelfde niveau gebleven. Daarnaast is sinds halverwege jaren negentig het aantal danceactiviteiten sterk toegenomen. Het aantal bezoekers van deze activiteiten is gestegen van circa in 1997 tot circa bezoekers per jaar in de afgelopen twee jaren. Doornroosje herbergt ook nog enkele andere functies, waaronder mogelijkheden voor fitness en oefenruimtes voor bands. Het Publieksonderzoek Doornroosje heeft alleen betrekking op de bezoekers van concerten en dance-activiteiten. Omdat er maar weinig bezoekers van dance-activiteiten aan het publieksonderzoek hebben meegewerkt, kunnen op basis van het onderzoek alleen uitspraken over de concertbezoekers gedaan worden. Daarnaast geeft het bevolkingonderzoek een beeld van de samenstelling van alle Nijmeegse Doornroosjebezoekers, ongeacht of men voor concerten of danceactiviteiten naar Doornroosje gaat. Van de concertbezoekers komt een meerderheid uit Nijmegen (58%). De concertbezoekers van buiten Nijmegen komen niet zozeer uit de buurgemeenten (7%), maar vaker van wat verder weg (16% uit de rest van Gelderland, 10% Noord-Brabant, 2% Limburg en 7% van elders). Als het gaat om popconcerten heeft Doornroosje behalve een regiofunctie ook een functie voor verder weg wonende liefhebbers van meer alternatieve muziekstromingen. Anderzijds komen er in Doornroosje juist ook veel bezoekers die er dichtbij wonen (Oud-Oost). Behalve veel personen van beneden de 25 jaar (40%), trekken de concerten in Doornroosje vooral ook veel 25- t/m 39-jarigen (54%). Hierbij aansluitend laat het bevolkingsonderzoek zien dat het aandeel bezoekers van pop/-wereldmuziekconcerten groter is bij de 25- t/m 34-jarigen dan bij de 16- t/m 24-jarigen. Een meerderheid van de concertbezoekers is hoger opgeleid. De helft van de concertbezoekers rekent zich tot de middeninkomensgroep. De voornaamste interesses van de concertbezoekers op het vlak van culturele voorstellingen en optredens zijn: popmuziek, andere moderne muziek (rock, metal, hardcore, ska, hiphop, punk, alternatieve muziek) en film. Kijken we naar alle Nijmeegse bezoekers van Doornroosje, inclusief de bezoekers van dance-activiteiten, dan blijkt Doornroosje relatief veel allochtonen uit niet-rijke landen te trekken (18% van de bezoekers). De sterke aantrekkingskracht van Doornroosje op allochtonen uit de niet-rijke landen heeft te maken met de relatief jonge leeftijdsopbouw bij deze groep in combinatie met sterke aantrekkingskracht van dance-activiteiten op jongeren. 71

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia Rapportage cultuuronderzoeken 007 Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia O&S Nijmegen mei 008 Inhoudsopgave Samenvatting. Inleiding.

Nadere informatie

Vergelijkingstabellen publieksonderzoeken culturele podia 2002

Vergelijkingstabellen publieksonderzoeken culturele podia 2002 Vergelijkingstabellen publieksonderzoeken culturele podia 2002 Bijlage bij rapportages publieksonderzoeken LUX, De Vereeniging, Stadsschouwburg,, De Lindenberg en Doornroosje O&S Nijmegen januari 2003

Nadere informatie

Publieksonderzoek Doornroosje

Publieksonderzoek Doornroosje O&S Nijmegen mei 2008 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Uitkomsten 3 1.2.1 Beschrijving publiek 3 1.2.2 Werking keuzegedrag 4 1.2.3 Oordeel over aanbod 5 1.2.4 Oordeel over accommodatie

Nadere informatie

Publieksonderzoek De Vereeniging

Publieksonderzoek De Vereeniging 2007 O&S Nijmegen mei 2008 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Uitkomsten 3 1.2.1 Beschrijving publiek 3 1.2.2 Werking keuzegedrag 4 1.2.3 Oordeel over aanbod 5 1.2.4 Oordeel over accommodatie

Nadere informatie

Publieksonderzoek de Stadsschouwburg

Publieksonderzoek de Stadsschouwburg O&S Nijmegen mei 2008 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Uitkomsten 3 1.2.1 Beschrijving publiek 3 1.2.2 Werking keuzegedrag 4 1.2.3 Oordeel over aanbod 5 1.2.4 Oordeel over accommodatie

Nadere informatie

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia Rapportage cultuuronderzoeken 2011 Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia Rapportage cultuuronderzoeken 2011 Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie

Nadere informatie

Publieksonderzoek LUX

Publieksonderzoek LUX 2007 O&S Nijmegen mei 2008 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Uitkomsten 3 1.2.1 Beschrijving publiek 3 1.2.2 Werking keuzegedrag 4 1.2.3 Oordeel over aanbod 5 1.2.4 Oordeel over accommodatie

Nadere informatie

Publieksonderzoek Lindenberg Theater

Publieksonderzoek Lindenberg Theater O&S Nijmegen mei 2008 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Uitkomsten 3 1.2.1 Beschrijving publiek 3 1.2.2 Werking keuzegedrag 4 1.2.3 Oordeel over aanbod 4 1.2.4 Oordeel over accommodatie

Nadere informatie

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, 2002-2013 29% 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, 2002-2013 29% 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10% 23 CULTUURPARTICIPATIE De bekendheid en het gebruik van de diverse culturele voorzieningen, instellingen, plekken en festivals staan centraal in dit hoofdstuk. Daarnaast wordt ingegaan op de mate waarin

Nadere informatie

Publieksonderzoek concertgebouw De Vereeniging

Publieksonderzoek concertgebouw De Vereeniging Publieksonderzoek concertgebouw De Vereeniging 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van het Vereeniging-publieksonderzoek

Nadere informatie

Publieksonderzoek Steigertheater

Publieksonderzoek Steigertheater 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van Steigertheater-publieksonderzoek 3 1.3 Kenmerken van de bezoekers 4 1.3.1

Nadere informatie

Hoofdstuk 22. Cultuur

Hoofdstuk 22. Cultuur Hoofdstuk 22. Cultuur Samenvatting Driekwart van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden één of meer culturele voorstellingen of voorzieningen bezocht. De bioscoop is veruit het meest populair,

Nadere informatie

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN Nijmegen heeft relatief veel cultureel aanbod, heeft podia die positief gewaardeerd worden en telt veel hoogopgeleiden, die in het algemeen meer belangstelling voor cultuur hebben. Met grote tentoonstellingen

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010 Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010 Belangrijkste uitkomsten van het onderzoek 2010 Deelname aan culturele activiteiten in shertogenbosch licht toegenomen Het opleidingsniveau is het meest

Nadere informatie

Publieksonderzoeken Nijmeegse podia

Publieksonderzoeken Nijmeegse podia Publieksonderzoeken Nijmeegse podia meting eind 2015 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 9 De Vereeniging 11 De Stadsschouwburg 17 LUX 22 Doornroosje 28 Merleyn 34 Het Lindenberg Theater 39 Bijlage:

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Cultuur

Hoofdstuk 21. Cultuur Hoofdstuk 21. Cultuur Samenvatting Evenals in 2003, heeft driekwart van de Leidenaren in de afgelopen 12 maanden één of meerdere culturele voorstellingen of voorzieningen bezocht. De bioscoop is veruit

Nadere informatie

Publieksonderzoek De Lindenberg

Publieksonderzoek De Lindenberg 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van Lindenberg-publieksonderzoek 3 1.3 Kenmerken van de bezoekers 4 1.3.1 Kenmerken

Nadere informatie

Publieksonderzoek Stadsschouwburg

Publieksonderzoek Stadsschouwburg Publieksonderzoek Stadsschouwburg 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van het Stadsschouwburg-publieksonderzoek 3

Nadere informatie

Publieksonderzoek LUX

Publieksonderzoek LUX 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van LUX-publieksonderzoek 3 1.3 Kenmerken van de bezoekers 4 1.3.1 Kenmerken

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de inwoners gepeild Cultuurpeiling 2007 De huidige cultuurnota loopt tot en met 2008. De nieuwe nota zal betrekking hebben op de periode tot en met 2012. Om tot een goed

Nadere informatie

Publieksonderzoek Doornroosje

Publieksonderzoek Doornroosje 2002 O&S Nijmegen januari 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Aanleiding voor onderzoek 3 1.2 Uitvoering van Doornroosje-publieksonderzoek 3 1.3 Kenmerken van de concertbezoekers 4 1.3.1

Nadere informatie

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

CULTUURPARTICIPATIE (2015) CULTUURPARTICIPATIE (2015) 80% van de Eindhovenaren heeft het afgelopen jaar (peilmoment najaar 2015) een of meerdere culturele voorstellingen bezocht. In 2014 was dat 78%. Het vaakst ging men naar de

Nadere informatie

Beleidskader Kunst & Cultuur 2013-2016 Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Beleidskader Kunst & Cultuur 2013-2016 Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011 Rapport Signaal Uitgave Auteurs Informatie Onderzoek en Integrale Vraagstukken Nr X, Jaargang 2004 Oplage Redactieadres Internet / Intranet X exemplaren Gemeente Den Haag OCW-intranet/Organisatie Postbus

Nadere informatie

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie Samenvatting Culturele voorstellingen en voorzieningen Acht op de tien Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden één of meerdere culturele voorstellingen of voorzieningen

Nadere informatie

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN Het percentage volwassen Nijmegenaren, dat wel eens of vaker naar de gesubsidieerde podia gaat, is licht toegenomen, ondanks een daling van het aantal voorstellingen en ook van de zaalbezetting. Blijkbaar

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006 LelyStadsGeluiden De mening van de inwoners gepeild Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006 In november 2006 is aan leden van het LelyStadsPanel een vragenlijst voorgelegd over hun bezoek aan theater.

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2011. gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2011. gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Cultuurpeiling 2011 Onderzoek en Statistiek November 2011 gemeente Colofon Dit is een prognose gemaakt door: Team Onderzoek en Statistiek Deze prognose

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Datum: 21-01-2014. Stadsmonitor -thema Cultuur- 1

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Datum: 21-01-2014. Stadsmonitor -thema Cultuur- 1 Stadsmonitor -thema Cultuur- Modules Cultuurdeelname 2 Cultuuraanbod (omvang, gebruik, waardering) 5 Cultuurproductie 11 Bijlage: Bronnen 12 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur 2013-2016

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur 2013-2016 Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur 2013-2016 Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011 INHOUDSOPGAVE Inleiding - 2 - Wat vindt men belangrijk aan het aanbod van kunst en cultuur in Den Haag? - 3 - Hoe

Nadere informatie

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR HET BURGERPANEL OVER CULTUUR Gemeente Lansingerland December 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/217 Datum December 2016

Nadere informatie

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011 Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011 Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011 drs. M. Heessels en drs. C. de Vries Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Augustus 2012 In opdracht van gemeente

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015 Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015 Gemeente Delft Cluster GBO / Kennisveld Informatie BBI / Onderzoek & Statistiek December 2015 Samenvatting

Nadere informatie

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006 CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 26 17-4-27 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...5 2. Cultuurparticipatie in Ede...5 2.1. Actieve cultuurparticipatie in Ede...5 2.2. Mening over het aanbod van kunst en cultuur in

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie Samenvatting Culturele voorstellingen en voorzieningen Evenals voorgaande jaren hebben circa acht op de tien Leidenaren in de afgelopen 12 maanden één of meer culturele

Nadere informatie

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007 Respons Het veldwerk voor de Brabantse Cultuurmonitor is uitgevoerd in de periode van 15 oktober 2007 tot 13 november 2007. Op 15 oktober 2007 is er namens de provincie een door gedeputeerde Van Haaften

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving 1 (9) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Inleiding Cultuur versterkt de identiteit van de stad en verbindt de mensen met elkaar. De gemeente ondersteunt projecten en ook bevordert de gemeente

Nadere informatie

Publieksonderzoek Podia Nijmegen

Publieksonderzoek Podia Nijmegen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Publieksonderzoek Podia Nijmegen Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Iedere vier jaar voeren wij samen met

Nadere informatie

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film) Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film) 10 1. Musea/tentoonstellingen 2. Bioscoopbezoek 3. Podiumkunsten 4. Erfgoedactiviteiten

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Versie: 3 oktober 2014

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Versie: 3 oktober 2014 Stadsmonitor -thema Cultuur- Modules Cultuurdeelname 2 Cultuuraanbod (omvang, gebruik, waardering) 7 Cultuurproductie 13 Bijlage: Bronnen 14 Versie: 3 oktober 2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Cultuurpodia in Enschede September 2011

Cultuurpodia in Enschede September 2011 Cultuurpodia in Enschede September 2011 1. Achtergrond De gemeente Enschede doet op dit moment onderzoek naar de theaters en de muziekpodia in de stad. Daarbij wordt ook gekeken naar hoe het Enschedese

Nadere informatie

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN Cultureel aanbod studenten en jongeren, 2015 Delft is een echte studentenstad en heeft een enorm potentieel aan studenten. Tegelijkertijd zal Delft zich moeten inspannen om een interessante studentenstad

Nadere informatie

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Cultuur in cijfers Leiden 2011 Maart 2011 Cultuur in cijfers Leiden 2011 Leiden is een historische stad met een breed aanbod aan culturele voorzieningen. Zo is de oudste schouwburg van het land hier te vinden, zijn de musea flinke publiekstrekkers,

Nadere informatie

Digipanel Theater aan de Parade

Digipanel Theater aan de Parade Digipanel Theater aan de Parade 20 mei 2011 Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Inleiding Het Theater aan de Parade is bijna 40 jaar oud. Op veel punten voldoet het niet meer aan

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017 Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017 Gemeente Delft Cluster Interne Dienstverlening/Advies Onderzoek & Statistiek Dataverzameling oktober 2017 Rapportage

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Cultuur- Modules. Definitieve versie: februari Samenvatting 2 Cultuurdeelname 3 Cultuurproductie 12 Cultuurhistorie 13 Bronnen 14

Stadsmonitor. -Cultuur- Modules. Definitieve versie: februari Samenvatting 2 Cultuurdeelname 3 Cultuurproductie 12 Cultuurhistorie 13 Bronnen 14 Stadsmonitor -Cultuur- Modules Samenvatting 2 Cultuurdeelname 3 Cultuurproductie 12 Cultuurhistorie 13 Bronnen 14 Definitieve versie: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon:

Nadere informatie

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004 en 2006

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004 en 2006 Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch O&S, juni 2007 1 2 Inhoudsopgave Bladzijde Totaal 5 Culturele voorzieningen en activiteiten 5 Amateurkunstbeoefening 10 Media 11 Uitkrant en website 14 Cultuurbeleving

Nadere informatie

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008 Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008 O&S, december 2008 1 2 Inhoudsopgave Bladzijde Totaal 5 Culturele voorzieningen en activiteiten 5 Amateurkunstbeoefening 10 Media 11

Nadere informatie

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek Cultuurbeleving Junipeiling Bewonerspanel Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Cultuur Ontwikkelorganisatie Gemeente

Nadere informatie

Amateurkunst & publiek

Amateurkunst & publiek Amateurkunst & publiek 2011 inhoudsopgave Inleiding 05 Bezoeken 06 Formele podia 07 Informele podia 10 Vergelijking formele en informele podia 15 Amateurs en professionals 17 Colofon 18 Inleiding Inleiding

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Cultuurpeiling 2015 Augustus 2015 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Ontwikkelingen in Welzijn en Gezondheid. Oordeel bewoners 2008

Ontwikkelingen in Welzijn en Gezondheid. Oordeel bewoners 2008 Ontwikkelingen in Welzijn en Gezondheid Oordeel bewoners 2008 Afdeling O&S Maart 2008 Samenvatting Onderzoek In het najaar van 2008 is de vijfde keer onderzoek gedaan naar welzijn en gezondheid, onder

Nadere informatie

Evenementen, voorstellingen en concerten alle VSCD podia (x1000)

Evenementen, voorstellingen en concerten alle VSCD podia (x1000) Leden, zalen en stoelen VSCD Podia Leden 147 153 160 158 152 158 151 150 147 141 136 Zalen 266 258 279 271 257 266 270 267 257 256 252 Zitplaatsen 125.675 123.173 132.240 133.820 126.220 129.350 127.200

Nadere informatie

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1 Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING...4 1. INLEIDING...8 1.1. Burgerpeilingen...8 1.2 Cultuurnota...8 1.3 Richtlijn Cultuurparticipatie Onderzoek...9 1.4 Leeswijzer...10 2. PODIUMKUNSTEN...11

Nadere informatie

Dit is de Lindenberg. Onze filosofie. Geniet van talent. Strategisch Meerjarenplan

Dit is de Lindenberg. Onze filosofie. Geniet van talent. Strategisch Meerjarenplan Dit is de Lindenberg De Lindenberg is het huis waar alles kan. Niet in de letterlijke zin natuurlijk; ook de Lindenberg heeft te maken met wet- en regelgeving en financiële grenzen. Maar de zin verwoordt

Nadere informatie

Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2011

Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2011 Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2011 Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2011 Chris de Vries & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) november 2012

Nadere informatie

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN VRAGENLIJSTFREQUENTIES Cultuurpeiling, 2007 De huidige cultuurnota loopt tot en met 2008. De nieuwe nota zal betrekking hebben op de periode tot en met 2012. Om tot een goed

Nadere informatie

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006 Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006 Samenvatting en conclusies TNS NIPO Bureau Promotie Podiumkunsten Onderzoeksmethode Dit is een herhalingsonderzoek, het is eerder uitgevoerd over 2002 en

Nadere informatie

GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014

GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014 GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014 RAPPORT // 14 MEI 2014 Opdrachtgever Gemeente Emmen Afdeling Beleid en Regie Team Jeugd, Cultuur en Onderwijs Contactpersoon Pieternel Teekens p.teekens@emmen.nl Opdrachtnemer

Nadere informatie

Uit de beleidsnota: De overlap tussen online en offline cultuurparticipatie. 3 modaliteiten van cultuurparticipatie Verbreding

Uit de beleidsnota: De overlap tussen online en offline cultuurparticipatie. 3 modaliteiten van cultuurparticipatie Verbreding Uit de beleidsnota: SD5: Het realiseren van culturele en maatschappelijke meerwaarde door in te zetten op e cultuur en digitalisering als integraal onderdeel van de culturele praktijk (Gatz, 2014:33) Doel:

Nadere informatie

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008 Onderzoek Ontwikkeling Statistiek Cultuur- en uitgaansmonitor 2008 Ede, december 2008 OO&S Concernzaken Cultuur- en uitgaansmonitor 2008 Rapportage Ede, februari 2009 OO&S Inhoudsopgave Managementsamenvatting...

Nadere informatie

EERSTE RESULTATEN LANDELIJK PUBLIEKSONDERZOEK NEDERLANDSE POPPODIA

EERSTE RESULTATEN LANDELIJK PUBLIEKSONDERZOEK NEDERLANDSE POPPODIA EERSTE RESULTATEN LANDELIJK PUBLIEKSONDERZOEK NEDERLANDSE POPPODIA ONDERWERPEN S Onderzoeksopzet S Leeftijdsverdeling S Aandeel vrouwen S Aandeel allochtonen S Overige sociaal-demografische gegevens S

Nadere informatie

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2006

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2006 Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2006 Project 6055 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Kunst en Cultuur Lara ten Broeke Willem Bosveld Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN

Nadere informatie

Culturele activiteiten in Noord

Culturele activiteiten in Noord Culturele activiteiten in Noord Samenvatting Wat vinden de inwoners van Amsterdam-Noord van het aanbod van culturele voorzieningen in hun stadsdeel? Deze vraag is gesteld aan het bewonerspanel van het

Nadere informatie

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek Bijlage B Sport en cultuur Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek Ter toelichting Deze bijlage bevat beschrijvende tabellen van de deelname aan diverse specifieke vormen van cultuurbezoek en cultuurbeoefening

Nadere informatie

De slag om de vrije tijd

De slag om de vrije tijd De slag om de vrije tijd cultuurparticipatie en andere vormen van vrijetijdsbesteding Henk Vinken en Teunis IJdens Sinds 2007 daalt het percentage van de Nederlandse bevolking dat in de vrije tijd actief

Nadere informatie

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013 rotterdam.nl/onderzoek Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013 Onderzoek en Business Intelligence Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013 drs. C. de Vries Dienstencentrum Onderzoek en Business

Nadere informatie

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003 Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar meting voorjaar 2003 O&S Nijmegen februari 2004 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Sportdeelname

Nadere informatie

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en bezuinigingen daarop

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en bezuinigingen daarop Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en bezuinigingen daarop drs. C. de Vries Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) mei 2011 In opdracht van dienst Kunst en Cultuur, gemeente

Nadere informatie

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam In opdracht van: Provincie Noord-Holland Projectnummer: 14209 Museumles Rijksmuseum, fotograaf Edwin van Eis (2013) Anne Huijzer Stefan Zuurbier Carine van Oosteren

Nadere informatie

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010 Steekproef Voor de uitvoering van het onderzoek is een aselecte, naar de vier Brabantse regio s gestratificeerde steekproef uit het PTT afgiftepunten bestand particuliere huishoudens via Cendris aangeschaft.

Nadere informatie

Gemeente Breda. Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie. Cultuurparticipatie in Breda

Gemeente Breda. Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie. Cultuurparticipatie in Breda Gemeente Breda Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie Cultuurparticipatie in Breda In opdracht van: OntwikkelingsDienst Breda, Vakdirectie Cultuur Uitgave: Gemeente Breda, Bestuursdienst Afdeling

Nadere informatie

CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN

CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN September 2012 Bureau Onderzoek & Statistiek Gemeente Heerlen INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Doel van het onderzoek 5 1.3 Leeswijzer 6 2. Begrippenlijst

Nadere informatie

Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink

Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen ADV Market Research B.V. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

HET AFRICAN FESTIVAL DELFT GEËVALUEERD Een publieksonderzoek onder de bezoekers van het African Festival Delft

HET AFRICAN FESTIVAL DELFT GEËVALUEERD Een publieksonderzoek onder de bezoekers van het African Festival Delft HET AFRICAN FESTIVAL DELFT GEËVALUEERD Een publieksonderzoek onder de bezoekers van het African Festival Delft Gemeente Delft Facilitaire Dienstverlening Vakteam Informatie- en Communicatietechnologie

Nadere informatie

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2010

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2010 Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2010 RAPPORT Projectnummer 10135 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Kunst en Cultuur drs. Merel Groeneveld Sanna de Ruiter dr. Willem Bosveld Oudezijds

Nadere informatie

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005 Cultuur Bereik Maastrichtenaren 05 Rapportage: Gemeente Maastricht Publieke en interne dienstverlening Servicecentrum Onderzoek en Informatie Ans Schoenmakers Duboisdomein 30 Postbus 1992 61 BZ Maastricht

Nadere informatie

Vrije tijd & Cultuur in Almere 2014. De cultuurparticipatie van Almeerders

Vrije tijd & Cultuur in Almere 2014. De cultuurparticipatie van Almeerders Vrije tijd & Cultuur in Almere 2014 De cultuurparticipatie van Almeerders De cultuurparticipatie van Almeerders 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Volwassenen 1 Belangstelling voor kunst en cultuur en cultuurbezoek...

Nadere informatie

KENMERKEN LIEFHEBBERS

KENMERKEN LIEFHEBBERS KENMERKEN LIEFHEBBERS CROSS-OVER Inleiding De VNPF wil meer weten over mogelijk publiek voor cross-overaanbod dat onder de overkoepelende merknaam Special FX in de markt wordt gezet. Onderzoeksbureau Letty

Nadere informatie

Factsheet cultuur 2014

Factsheet cultuur 2014 ONDERWERP Factsheet cultuur 214 Factsheet cultuur 214 Versie Factsheet cultuur Voor u ligt de Factsheet Cultuur 214. Deze factsheet geeft de huidige situatie en de ontwikkelingen weer in de culturele sector

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurd Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 1 maart 2004 6 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Toen ik de opdracht had gekregen en de

Nadere informatie

Peiling over Europa en EDIC

Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Datum: september 2013 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 emailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

Leefstijlen in de Drechtsteden

Leefstijlen in de Drechtsteden Leefstijlen in de Drechtsteden Biedt de regio voldoende vrijetijdsmogelijkheden? Leefstijlen worden steeds belangrijker. Door ontwikkelingen zoals het verdwijnen van traditionele structuren en de individualisering

Nadere informatie

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuuraanbod in Rotterdam

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuuraanbod in Rotterdam rotterdam.nl/onderzoek Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuuraanbod in Rotterdam Onderzoek en Business Intelligence Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuuraanbod in Rotterdam

Nadere informatie

Cultuurbereik in Noord-Holland 2009

Cultuurbereik in Noord-Holland 2009 Cultuurbereik in Noord-Holland 2009 drs. Robert Selten (Dienst Onderzoek en Statistiek, Gemeente Amsterdam) dr. Willem Bosveld (Dienst Onderzoek en Statistiek, Gemeente Amsterdam) drs. Stella Blom (DSP-groep)

Nadere informatie

Cultuurbereik 2005. Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. F.W. Winterwerp drs. I.A.C. Soffers

Cultuurbereik 2005. Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. F.W. Winterwerp drs. I.A.C. Soffers Cultuurbereik Sociaal Geografisch Bureau gemeente ordrecht drs. F.W. Winterwerp drs. I.A.C. Soffers juli Colofon Opdrachtgever Tekst rukwerk informatie Sector Cultuur Sociaal Geografisch Bureau Stadsdrukkerij

Nadere informatie

Wie doen er aan sport en cultuur?

Wie doen er aan sport en cultuur? Wie doen er aan sport en? Eerste presentatie van gegevens uit de Vrijetijdsomnibus 2012 HUP Wie doen er aan sport en? Sport en hebben veel gemeen. Het zijn allebei vormen van vrijetijdsbesteding (behalve

Nadere informatie

CULTUUR IN BEELD Heeft u de app Cultuur in Beeld 2016 al gedownload?

CULTUUR IN BEELD Heeft u de app Cultuur in Beeld 2016 al gedownload? CULTUUR IN BEELD 2016 Heeft u de app Cultuur in Beeld 2016 al gedownload? Deel 1 Publicatie 2016 (Semra Gülhan) Deel 2 Project Verbetering beleidsinformatie cultuur (Robert Oosterhuis) Cultuur in Beeld

Nadere informatie

Talentontwikkeling in de vrijetijdsketen

Talentontwikkeling in de vrijetijdsketen Talentontwikkeling in de vrijetijdsketen Koen van Eijck (EUR) & Margreet Windhorst (Bureau Art) Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie 2014 TOM volgt zijn talenten. Regeling Talentontwikkeling

Nadere informatie

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis Meningspeiling Stadspanel najaarskermis 2016 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 2 Inleiding 4 Bekendheid van de kermis 5 Bezoek aan de kermis 7 Waardering voor de kermis 11 Aantrekkelijker maken

Nadere informatie

Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010

Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010 Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010 Gemeente Deventer Eenheid Strategische Ontwikkeling Team Kennis en Verkenning Jasper Baks en Jaap Barink Mei 2010 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 4 Nieuw

Nadere informatie

EVENEMENTEN IN LANSINGERLAND

EVENEMENTEN IN LANSINGERLAND EVENEMENTEN IN LANSINGERLAND Burgerpanel Lansingerland Oktober 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017 / 198 Datum Oktober

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival 1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk Samenvatting Evenals in de voorgaande twee jaar geeft een kwart van de Leidenaren aan op dit moment aan vrijwilligerswerk te doen. Het percentage mensen dat (nog meer) vrijwilligerswerk

Nadere informatie

ENQUETE POPCULTUUR IN NOORD-LIMBURG voor podia

ENQUETE POPCULTUUR IN NOORD-LIMBURG voor podia ENQUETE POPCULTUUR IN NOORD-LIMBURG voor podia BELANGRIJK Gegeven antwoorden worden strikt vertrouwelijk en naamloos verwerkt. Deelname aan de enquête is anoniem. Wil je echter kenbaar maken waar je voor

Nadere informatie

Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober deelnemers

Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober deelnemers Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober 2010 23.000 deelnemers In hoeverre beschouwt u zichzelf als een liefhebber van kunst en cultuur? Ik beschouw mezelf als:

Nadere informatie

Factsheet Cultuurdeelname: voor iedereen?

Factsheet Cultuurdeelname: voor iedereen? Factsheet Cultuurdeelname: voor iedereen? AANLEIDING Het overheidsbeleid van de afgelopen jaren is gericht op het stimuleren van cultuurparticipatie i (OC&W, 06). Ook in het nieuwe regeerakkoord staat

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Wijkraadpleging Cultuur en Vermaak in Overvecht

Wijkraadpleging Cultuur en Vermaak in Overvecht Wijkraadpleging Cultuur en Vermaak in Overvecht Rapportage : drs. R. ter Maat drs. N. Rozema Utrecht, januari 2006 Onderzoeksbureau LABYRINTH Ondiepzuidzijde 6 Utrecht tel 030 2627191 fax 030 2919998 info@labyrinthonderzoek.nl

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie