Pieters Bouwtechniek Cruquiusweg 98-S 1019 AJ Amsterdam 020-3050940 Postbus 2823 1000 CV Amsterdam pbt.amsterdam@pieters.net www.pietersbouwtechniek.nl ECAMS02/p2, Schiphol-rijk Omgevingsvergunning Opdrachtgever: Architect: EdgeConnex Netherlands B.V. Gensler Versie: Definitief Opgesteld door: Ing. E. van den Broek MSEng, Ir. J. Rensen Projectleider: Ir. P. Rijpstra Datum: 18-10-2016 Ref.: R-716147-OV-001
Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 Projectgegevens... 2 1.2 Projectomschrijving... 2 2 Uitgangspunten... 4 2.1 Gehanteerde documenten... 4 2.1.1 Bouwkundige en Constructieve tekeningen Gensler... 4 2.1.2 Rapportages adviseurs... 4 2.1.3 Nader aan te leveren documenten... 4 2.2 Normen en Voorschriften... 4 2.3 Veiligheidsklasse... 4 2.4 Geotechnisch advies... 4 2.5 Hemelwaterafvoer... 4 2.6 Materialen... 5 2.7 Vervormingen... 5 2.8 Brandwerendheid bouwconstructie... 5 3 Bestaande constructie... 6 3.1 Beschrijving bestaande constructie... 6 3.1.1 Capaciteit fundering en begane grondvloer... 6 3.1.2 Bestaande dak... 6 3.1.3 Bestaande gevels... 6 4 Belastingen... 7 4.1 Belastingen datahal... 7 4.2 Belastingen generatorgebouw... 7 4.3 Windbelasting... 7 5 Technische omschrijving... 8 5.1 Datahal... 8 5.2 Generatorgebouw... 10 6 Aandachtspunten... 12 6.1 Installaties:... 12 6.2 Gebouwdilataties:... 12 6.3 Geluidseisen:... 12 6.4 Uitvoeringsaspecten en nader te onderzoeken onderdelen... 12 6.4.1 Aanbrengen nieuwe poeren in bestaande vloer... 12 6.4.2 Windverbanden... 12 6.4.3 Funderingspalen... 12 Bijlage 1 Veldwerk... 13 Bijlage 2 Berekening paaldraagvermogen schroefpalen met groutinjectie... 21 1
1 Inleiding 1.1 Projectgegevens Project Opdrachtgever Architect Hoofconstructeur Coördinerend constructeur Adviseur brand ECAMS02/p2, Schiphol-rijk EdgeConnex Netherlands B.V. Gensler Pinnacle Pieters Bouwtechniek DGMR 1.2 Projectomschrijving Het project omvat de aanpassing van een bestaand gebouw naar een casco datahal en de nieuwbouw van een casco generatorgebouw (generator structure). Het project ligt aan de Cessnalaan in Schiphol-Rijk. In de afbeelding hiernaast is weergegeven waar het project zich bevindt. In een eerdere fase is het naastgelegen bouwdeel reeds omgebouwd tot datacentrum. Dat project wordt Fase 1 genoemd. Dit project wordt aangeduid als Fase 2. De in dit document benoemde installaties worden in een later in te dienen vergunningsaanvraag behandeld. De getoonde installaties geven enkel een indicatie weer van mogelijke situatie met bijbehorende belastingen. Deze aanvraag betreft het casco. Het gebouw waarin het datacentrum wordt gevestigd heeft een bestaande footprint van circa 75x35 mtr, met een hoogte van circa 10 mtr. Door toekomstige installaties op het dak verandert het hoogteprofiel en wordt de gebouwhoogte circa 14 mtr. De bestaande staakconstructie wordt versterkt om het extra dak gewicht en de extra windbelasting op te vangen. De nieuwbouw van het generatorgebouw heeft een footprint van circa 29x22 mtr, met een hoogte van circa 9 mtr. De locatie van dit gebouw heeft op dit moment de functie van laaddock. Dit rapport omvat de constructieve uitgangspunten van de belastingen Bovenstaande kaart geeft de situatie weer. Aanzicht vanaf Cessnalaan 2
3d beeld nieuwe en bestaande constructie. Overzichtsplattegrond 3
2 Uitgangspunten 2.1 Gehanteerde documenten 2.1.1 Bouwkundige en Constructieve tekeningen Gensler Overige uit te werken documenten (Wapenings) tekeningen en berekeningen betonconstructie fundering Resultaten van de nader te onderzoeken onderdelen 6.4 2.2 Normen en Voorschriften De nieuwbouw moet voldoen aan het bouwbesluit 2012. Dit betekent dat voor het constructief ontwerp de Eurocodes van toepassing zijn. De volgende normen worden gehanteerd inclusief de Nederlandse Nationale Bijlagen (NB): NEN EN 1990 Grondslagen van het constructief ontwerp NEN EN 1991 Belastingen op constructies NEN EN 1992 Betonconstructies NEN EN 1993 Staalconstructies NEN EN 1994 Staal betonconstructies NEN EN 1995 Houtconstructies NEN EN 1996 Metselwerkconstructies NEN EN 1997 Geotechnisch ontwerp (NEN 9997) NEN 8700 Constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk (Het minimum veiligheidsniveau) 2.3 Veiligheidsklasse 2.1.2 Rapportages adviseurs Volgens NEN EN 1990 en NEN-EN 1991-1-7 geldt voor de nieuwbouw: Gevolgklasse: CC2 Ontwerplevensduur : klasse 3 (ontwerplevensduur = 50 jaar) Gebouwcategorie: Categorie A (woon- en verblijfsruimte) Categorie B (kantoorruimtes) Categorie C (bijeenkomstruimtes) Categorie D (winkelruimtes) Categorie E (opslagruimtes) Categorie F (verkeersruimtes t/m 30 kn) Categorie H (daken) 2.4 Geotechnisch advies Geotechnisch onderzoek (sonderingen) en funderingsadvies zijn uitgevoerd en in deze rapportage gevoegd als bijlage. 2.1.3 Nader aan te leveren documenten Een aantal documenten wordt nog nageleverd. Deze documenten worden vrijgegeven door de hoofdconstructeur (Pinnacle) en de coördinerend constructeur (Pieters) Door staalleverancier uit te werken documenten Hoofdberekening staalconstructie datahal (inclusief stabiliteit) Detailberekeningen staalconstructie datahal Berekeningen tijdelijke gevelsteunen datahal Hoofdberekening staalconstructie generatorgebouw (inclusief stabiliteit) Detailberekeningen staalconstructie generatorgebouw Geotechnisch onderzoek Geosonda: AA15665-1 dd 29-09-2016: Veldrapport betreffende grondonderzoek aan de Cessnalaan 55 fase 2-2 te Schiphol-Rijk Berekening paaldraagvermogen Vroom Funderingstechnieken voor paaltype schroefpaal met grountinjectie: EDCAMS02-Phase 2 dd 22-09-2016: Calculation of bearing capacity screwing piles with grout injection Grondwater De gegevens van de grondwaterstanden zijn niet relevant voor dit project. Plaatselijk wordt er een poer gemaakt, ten tijde van het vervaardigen van deze poeren dient kortstondig het aanwezige water weggepompt te worden. 2.5 Hemelwaterafvoer Om te voorkomen dat hemelwater kan accumuleren op het dak, moet de dakbedekking onder afschot worden gelegd. Tevens moeten er noodoverlaten in de gevels worden aangebracht om bij hevige regenval het hemelwater van het dak af te voeren. De belasting ten gevolge van wateraccumulatie wordt zo beperkt ook als de reguliere afvoeren niet functioneren. 4
2.6 Materialen Betonkwaliteiten: Fundering: C30/37 Wanden: C30/37 Vloeren: C30/37 Prefab: C53/65 Prefab trappen en bordessen: C35/45 Wapening: Betonstaal: B500b, geribd Staalkwaliteiten: Walsprofielen, strippen en platen: Koker- en buisprofielen: Rondstaal S355JR S355J2H S355J0 2.7 Vervormingen Volgens NEN EN 1990 (+NB) geldt: Toelaatbare horizontale vervormingen in karakteristieke belastingcombinatie: Voor gebouwen met meer dan één bouwlaag: u 1/500 h (voor het gehele gebouw) u 1/300 h (per bouwlaag) Waarin h de kleinste gevelhoogte of de kleinste bouwlaaghoogte is. Toelaatbare verticale vervormingen van vloeren in frequente belastingcombinatie: w 2 + w 3 0,006 l rep (hekwerken/balustrades t.p.v. vloerafscheidingen) w 2 + w 3 0,004 l rep (daken niet intensief gebruikt door personen) w 2 + w 3 0,003 l rep (daken en vloeren intensief door personen gebruikt) w 2 + w 3 0,002 l rep (t.p.v. steenachtige wanden, maximaal 15 mm) (bij uitkragingen maximaal 10 mm) Waarin l rep de lengte is van een overspanning of tweemaal de lengte van een uitkraging. 2.8 Brandwerendheid bouwconstructie Adviesbureau DGMR heeft in rapportage M.2016-0613-04.R001 dd 14-09-2016 de brandveiligheid van het gebouw integraal beoordeeld. De datahal met oppervlakte 2400 m² is hierbij ingedeeld in 1 brandcompartiment. Voor de gevel grenzend aan het bouwdeel Fase 1 geldt een WBDBO eis van 60 minuten. Voor de gevel grenzend aan het generator gebouw geldt een eis van 30 minuten. Zolang aan de WBDBO eisen wordt voldaan geldt voor de constructie binnen het brandcompartiment geen brandwerendheidseis. 5
3 Bestaande constructie 3.1 Beschrijving bestaande constructie Het gebouwdeel van fase 2 is in 1999 gebouwd, tegelijkertijd met fase 1, en had de functie van distributiecentrum. De constructie bestaat uit stalen portalen met een overspanning van circa 35 meter. Ter ondersteuning van de portalen zijn op assen S en V kolommen opgenomen. In het dak en gevel zijn windverbanden aanwezig die voor de stabiliteit zorgen. De begane grondvloer is een betonvloer met dikte 200mm gefundeerd op palen met een h.o.h. afstand van circa 2,95mx3,5m in het vierkant. 3.1.1 Capaciteit fundering en begane grondvloer De begane grondvloer is ontworpen op belastingen van zware stellages en opslag. Volgens de as build tekening van het gebouw (Situatie, Begane grond, 1 e verdieping As Build, Bocon bouwsupport, dd 29-06-2007) is voor de vloer rekening gehouden met een veranderlijke belasting (nuttige belasting) van q k = 25 kn/m². Het originele palen plan werkfase van ingenieursbureau Bartels (M9849 - W01B Palenplan hal deel B, werktekening, 02-04-1999) geeft voor de palen onder de vloer een rekenwaarde van de paalcapaciteit aan van 400 kn. Ter plaatse van as O en P is het gebouw gedilateerd en is een dubbele rij kolommen aanwezig. fragment as build tekening 2007 fragment origineel palenplan 1999 Omdat de palen gelijkmatig zijn verdeel over de vloer met h.o.h. afstand 2,95x 3,5m is de opneembare vloerlast per paal gelijk aan q d,opneembaar = 400/ (2,95 3,5) = 38,7 kn/m². Voor veiligheidsklasse 2 gold destijds (NEN6702) de belastingcombinatie 1,2 G + 1,3 Q e. Op basis van een eigen gewicht van de betonvloer van 0,2m 25kN/m² kan een opneembare veranderlijke belasting worden herleid van Q e = (38,7 (1,2 0,2*25))/1,3 = 25,2 kn/m². Dit komt overeen met de hierboven weergegeven nuttige vloerlast van 25 kn/m². Ook gezien het gebruik van de vloer als opslagruimte/stellages is dit een aannemelijke waarde. In de nieuwe situatie wordt uitgegaan van gevolgklasse CC2. De maximaal toelaatbare belasting op de bestaande vloer in de nieuwe situatie wordt begrensd op q R,d = 25 kn/m² 1,3/1,5 = 21,6 kn/m². Voor het nieuwe gebruik wordt een veranderlijke vloerbelasting voorzien van q d = 12,0 kn/m². Dit is ruim minder dan de gevonden capaciteit van 21,6 kn/m². 3.1.2 Bestaande dak Op het bestaande stalendak zijn geen zware installaties voorzien. Het huidige dak zal daarom worden verwijderd en een nieuwe dakconstructie wordt aangebracht. Deze dakconstructie wordt gekoppeld aan de bestaande gevels. 3.1.3 Bestaande gevels De gevels worden opgenomen in de nieuwe staalconstructie. Omdat het hoogte profiel van het gebouw in de nieuwe situatie toeneemt zijn nieuwe windverbanden in de bestaande gevels voorzien. In de uitvoeringsfase dienen de bestaande gevels tijdelijk horizontaal gesteund te worden. De hulpconstructie hiervoor wordt door de staalleverancier uitgewerkt. Als de nieuwe dakconstructie is aangebracht en gekoppeld met de gevels kan de hulpconstructie worden verwijderd. 6
4 Belastingen 4.1 Belastingen datahal 0 = factor in verband met de combinatiewaarde van de veranderlijke belasting Dak Permanente belasting Staalconstructie dak = 1,10 kn/m² E.g. dakplaten = 0,20 kn/m² Plafond = 0,25 kn/m² Kanalen en pijpen LBK s = 0,20 kn/m² Hangende leidingen en installaties = 1,50 kn/m² + Totaal = 3,25 kn/m² Veranderlijke belasting Sneeuw (ψ 0 = 0,0) = 1,00 kn/m² Losse installaties op dak (31 stuks) Permanente belasting Gewicht installatie per stuk = 76 kn Begane grondvloer Permanente belasting Betonvloer h=200mm = 5,00 kn/m² Veranderlijke belasting (E2) Industrie (ψ 0 = 1,0) = 12,00 kn/m² Niveau EMOD (680+p) Permanente belasting Staalconstructie = e.g. staal Veranderlijke belasting (E2) Industrie (ψ 0 = 1,0) = 7,5 kn/m² Losse installaties op EMOD niveau (brandstofmodule) Permanente belasting Leeg gewicht opslagmodule per stuk = 13 kn Veranderlijke belasting Brandstof (ψ 0 = 1,0) = 24 kn 4.3 Windbelasting Volgens NEN-EN 1991-1-4 (+ NB): Plaats: Windgebied II Terreincategorie: bebouwd Gebouwhoogte: < 14 meter boven maaiveld Stuwdruk: q p(z) = 0,78 kn/m 2 4.2 Belastingen generatorgebouw 0 = factor in verband met de combinatiewaarde van de veranderlijke belasting Niveau loopbrug (6820+p) Permanente belasting Staalconstructie e.g. staal Looproosters en afwerking = 0,20 kn/m² + Totaal (excl. e.g. staal) = 0,20 kn/m² Veranderlijke belasting door personen e.d. Dak (ψ 0 = 0,0) = 1,00 kn/m² Niveau generatoren (5180+p) Permanente belasting Staalconstructie e.g. staal Losse installaties op niveau generatoren Gewicht containermodule per stuk = 38 kn Niveau loopbrug (1090+p) Permanente belasting Staalconstructie e.g. staal Looproosters en afwerking = 0,20 kn/m² + Totaal (excl. e.g. staal) = 0,20 kn/m² Veranderlijke belasting door personen e.d. Dak (ψ 0 = 0,0) = 1,00 kn/m² 7
5 Technische omschrijving 5.1 Datahal 1 Palen Schroefpalen ø219.1/ø369 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 650 kn Schroefpalen ø219.1/ø423 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 650 kn Schroefpalen ø273/ø423 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 900 kn In totaal ca. 26 palen De laagste waarde van de paalsterkte en het lokale paaldraagvermogen is maatgevend voor de draagkracht. 2 Poeren 2-paals poeren ter plaatse van nieuwe middenkolommen I.h.w.g. gewapend betonnen poeren C30/37 Milieuklasse XC2, staalkwaliteit B500A 1-paals poeren ter plaatse van nieuwe randkolommen I.h.w.g. gewapend betonnen poeren C30/37 Milieuklasse XC2, staalkwaliteit B500A 3 Begane grond Bestaande beton vloer h=200mm Bestaande vloer handhaven Ter plaatse van nieuwe poeren de bestaande vloer openbreken Na plaatsen nieuwe poeren vloer aanhelen met beton minimaal C30/37, mileuklasse XC3 en wapening B500A 4 Kolommen Bestaande kolommen gevels handhaven Horizontaal steunen d.m.v. hulpconstructie ter uitwerking leverancier Nieuwe kolommen tbv nieuwe dakconstructie Staalkwaliteit S355J0 tenzij anders aangegeven 5 Gevels Staalconstructie gevels handhaven Horizontaal steunen d.m.v. hulpconstructie ter uitwerking leverancier Nieuwe windverbanden Staalkwaliteit S355J0 tenzij anders aangegeven Overzicht begane grond datacentrum 6 Dak Nieuwe stalen liggers Staalkwaliteit S355J0 tenzij anders aangegeven Hulpconstructie (gordingen) ten behoeve van dakinstallaties Staalkwaliteit S355J0 tenzij anders aangegeven 7 Staalverbindingen Verbindingen dimensioneren op basis van bouten óf lassen. Een belastingafdracht door deels bouten en deels lassen is niet toegestaan Boutverbindingen boutkwaliteit minimaal 8.8 Minimaal 2 bouten per verbinding Lasverbindingen niet in situ, tenzij afgesproken met de constructeur en hoofdaannemer. Lasdikte minimaal 6mm, doorlopend lassen 8 Conservering staalconstructie Conservering inspecteerbare constructiedelen: Alle stalen constructies binnen droge verwarmde ruimten voorbehandelen middels stralen en aanbrengen van een grondsysteem. Alle stalen constructies in overige ruimten en welke met de buitenlucht in aanraking komen thermisch verzinken. Conservering niet-inspecteerbare constructiedelen: Stalen constructies in de spouw en/of in contact met buitenspouwblad (vochtig) thermisch verzinken, zinklaagdikte 100 m. 8
9 Stabiliteit Wind op de dakinstallaties wordt via gordingen overgedragen naar de hoofdliggers in het dakvlak Het dakvlak wordt stijf gemaakt door middel van windverbanden Het nieuwe dak wordt gekoppeld met de bestaande gevels voor de afdracht van de windbelasting. Nieuwe windverbanden in de gevels/wanden van de staalconstructie dragen de horizontale windbelasting af naar de fundering Windverbanden dakvlak en afdracht naar bestaande gevel 9
5.2 Generatorgebouw 10 Palen Schroefpalen ø219.1/ø369 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 590 kn Schroefpalen ø219.1/ø423 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 590 kn Schroefpalen ø273/ø423 met groutinjectie Beton C30/37 Inheiniveau ongeveer 15m NAP Paaldraagvermogen conform bijlage 2 Interne paalsterkte ca. 710 kn In totaal ca. 39 palen De laagste waarde van de paalsterkte en het lokale paaldraagvermogen is maatgevend voor de draagkracht. 11 Poeren 1-paals poeren ter plaatse van stalen kolommenkolommen I.h.w.g. gewapend betonnen poeren C30/37 Milieuklasse XC2, staalkwaliteit B500A 12 Staalconstructie Stalen frame van liggers en kolommen Staalkwaliteit S355J0 tenzij anders aangegeven 13 Staalverbindingen Verbindingen dimensioneren op basis van bouten óf lassen. Een belastingafdracht door deels bouten en deels lassen is niet toegestaan Boutverbindingen boutkwaliteit minimaal 8.8 Minimaal 2 bouten per verbinding Lasverbindingen niet in situ, tenzij afgesproken met de constructeur en hoofdaannemer. Lasdikte minimaal 6mm, doorlopend lassen 14 Dak Er is geen dak aanwezig 15 Gevels Bouwkundige gevel van stalen lamellen 16 Containermodules Op EMOD (Electrische module) niveau en op niveau generatoren zijn container modules voorzien Modules dimensioneren als op zichzelf staande constructies, in staat om de interne belastingen en windbelasting af te dragen naar de staalconstructie. Principe aansluiting kolom-poer-paal Principe generatorgebouw 10
17 Stabiliteit Het stalen frame voorziet in stabiliteit van de constructie Stabiliteit in richting letterassen d.m.v. stalen windbokken Stabiliteit in richting van cijferassen d.m.v. momentvaste portalen Om de horizontale schijfwerking te verzorgen zijn op het EMOD niveau en op het niveau van de generatoren windverbanden in de plattegrond. Dit is hieronder met grijze arcering aangegeven. 11
6 Aandachtspunten 6.1 Installaties: Voor onderstaande punten lijkt het ons verstandig dat er bekeken en beoordeeld wordt waar e.e.a. binnenkomt, naar versleept en verzamelt dient te worden. Riolering; (Mechanische) ventilatie; Hemelwaterafvoer; Leidingwerk Etc. 6.2 Gebouwdilataties: Ten gevolge van belastinggeval wind zijn mogelijk lokaal geringe treklasten (orde van grootte van 10 kn). De funderingspalen moeten deze belasting kunnen afdragen. Op sommige posities komen de nieuwe palen in de buurt van bestaande palen. Dit beïnvloedt de opneembare draagkracht. In deze situaties mag niet met de volledige draagkracht van de palen worden gerekend. De gebouwen worden t.o.v. elkaar gedilateerd. 6.3 Geluidseisen: Voor dit bouwwerk gelden geen bijzondere geluidseisen. 6.4 Uitvoeringsaspecten en nader te onderzoeken onderdelen 6.4.1 Aanbrengen nieuwe poeren in bestaande vloer Na het aanbrengen van de nieuwe poeren in de bestaande vloer dient de bestaande vloer weer aangeheeld te worden. Uitgangspunt is dat de vloer in de nieuwe situatie dezelfde capaciteit heeft als in de bestaande situatie. Deze aanheling dient nader uitgewerkt te worden. Gebruik gemaakt kan worden van de ervaring die in fase 1 is opgedaan. 6.4.2 Windverbanden Door een hoger toekomstig hoogteprofiel zijn nieuwe windverbanden voorzien op de bestaande kolommen. Gecontroleerd moet worden of de bestaande kolommen deze horizontale belasting op kunnen nemen. 6.4.3 Funderingspalen De horizontale windlast op het generatorgebouw dient via de funderingspalen afgedragen te worden naar de grond. Omdat de vloer op EMOD verstijfd is met windverbanden zal deze als 1 schijf werken. De horizontale belasting zal zich verdelen over de funderingspalen. Per paal dient ca 1,5 (29m 9,0m (0,8+0,5) 0,85 0,78 kn/m² )/ 39 = 9 kn horizontale belasting te worden opgenomen. 12
Bijlage 1 Veldwerk 13
Datum: 18-10-2016 Project: ECAMS02/p2, Schiphol-rijk Betreft: Omgevingsvergunning Ref.: R-716070-OV-001 14
15
16
17
18
19
20
Bijlage 2 Berekening paaldraagvermogen schroefpalen met groutinjectie 21
22
Datum: 18-10-2016 Project: ECAMS02/p2, Schiphol-rijk Betreft: Omgevingsvergunning Ref.: R-716070-OV-001 23
24
25
Datum: 18-10-2016 Project: ECAMS02/p2, Schiphol-rijk Betreft: Omgevingsvergunning Ref.: R-716070-OV-001 26
27
Datum: 18-10-2016 Project: ECAMS02/p2, Schiphol-rijk Betreft: Omgevingsvergunning Ref.: R-716070-OV-001 28
29
30
31
32