Tweede Openluchtschool - uitbreiding Omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Pieters Bouwtechniek Cruquiusweg 98-S 1019 AJ Amsterdam Postbus CV Amsterdam Tweede Openluchtschool - Omgevingsvergunning Opdrachtgever: Architect: Tweede Openluchtschool Destock + BakenBeunders Architecten Opgesteld door: S.A. Snoek Projectleider: S.A. Snoek Datum: Versie: - Ref.: R OV-001 Paraaf:

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Uitgangspunten Belastingen Vloerbelastingen Windbelasting Technische omschrijving Bijlagen Sonderingen

3 1 Inleiding Het project Tweede Openluchtschool is gelegen aan de Fred. Roeskestraat te Amsterdam en omvat de van een bestaande school. De heeft 1 bouwlaag en is gesitueerd op een kavel van circa 25 24mtr. De wordt gefundeerd op een in het werk gestort balkenrooster op stalen buispalen. De beganegrond bestaat uit een geisoleerde kanaalplaatvloer en de opbouw wordt gerealiseerd d.m.v. een staalconstructie. Het dak bestaat uit stalen dakplaten en de gevels zullen bestaan uit houtskeletbouwwanden. De zal volledig gedilateerd worden uitgevoerd van de bestaande school. Dit rapport omvat de uitgangspunten en omschrijving van de hoofddraagconstructie en dient samen te worden gelezen met onze tekeningen t.b.v. de omgevingsvergunning. Rood gearceerde gedeelte betreft de projectlocatie. 3

4 2 Uitgangspunten Normen en Voorschriften De nieuwbouw moet voldoen aan het bouwbesluit Dit betekent dat voor het constructief ontwerp de Eurocodes van toepassing zijn. De volgende normen worden gehanteerd inclusief de Nederlandse Nationale Bijlagen (NB): NEN EN 1990 Grondslagen van het constructief ontwerp NEN EN 1991 Belastingen op constructies NEN EN 1992 Betonconstructies NEN EN 1993 Staalconstructies NEN EN 1994 Staal betonconstructies NEN EN 1995 Houtconstructies NEN EN 1996 Metselwerkconstructies NEN EN 1997 Geotechnisch ontwerp (NEN 9997) NEN 8700 Constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk (Het minimum veiligheidsniveau) Veiligheidsklasse Volgens NEN EN 1990 en NEN-EN geldt voor de nieuwbouw: Gevolgklasse: CC2(onderwijsgebouw) Ontwerplevensduur : klasse 3 (ontwerplevensduur = 50 jaar) Gebouwcategorie: Categorie A (woon- en verblijfsruimte) Categorie B (kantoorruimtes) Categorie C (bijeenkomstruimtes) Categorie D (winkelruimtes) Categorie E (opslagruimtes) Categorie F (verkeersruimtes t/m 30 kn) Categorie H (daken) Geotechnisch advies Er zijn nog geen sonderingen gemaakt i.v.m. de bestaande bebouwing en bebossing. Deze zullen na sloop van de bestaande bebouwing en verwijderen van eventuele bebossing worden gemaakt. Bijgevoegd zijn enkele referentiesonderingen uit de omgeving. Grondwater De grondwaterstand dient nog nader onderzocht te worden. De grondwaterstand kan in de tijd fluctueren onder invloed van de weersgesteldheid en seizoenen. Materialen Betonkwaliteiten: Fundering: C30/37 Druklaag: C30/37 Prefab wanden: >C45/55 Prefab gevelpenanten >C45/55 Prefab kolommen: >C45/55 Prefab trappen en bordessen: Wapening: Betonstaal: Staalkwaliteiten: Walsprofielen, strippen en platen: Koker- en buisprofielen: Rondstaal Vervormingen >C45/55 B500b, geribd S355JR S355J2H S355J0 Volgens NEN EN 1990 (+NB) geldt: Toelaatbare horizontale vervormingen in karakteristieke belastingscombinatie: Voor gebouwen met meer dan één bouwlaag: u 1/500 h (voor het gehele gebouw) u 1/300 h (per bouwlaag) Waarin h de kleinste gevelhoogte of de kleinste bouwlaaghoogte is. Toelaatbare verticale vervormingen van vloeren in frequente belastingscombinatie: w2 + w3 0,006 lrep (hekwerken/balustrades t.p.v. vloerafscheidingen) w2 + w3 0,004 lrep (daken niet intensief gebruikt door personen) w2 + w3 0,003 lrep (daken en vloeren intensief door personen gebruikt) w2 + w3 0,002 lrep (t.p.v. steenachtige wanden, maximaal 15 mm) (bij uitkragingen maximaal 10 mm) Waarin lrep de lengte is van een overspanning of tweemaal de lengte van een uitkraging. 4

5 Brandwerendheid bouwconstructie De hoogste verdiepingsvloer bevindt zich op: Onderwijsgebouw Peil=0. Voor de brandwerendheid voor de bouwconstructie geldt hierbij een eis van 30 minuten. De architect dient in overleg met de brandweer eventueel aanvullende brandwerendheidseisen vast te stellen. De vereiste brandwerendheid heeft voor de constructie de volgende consequenties: De wapening van alle dragende betonconstructies moeten berekend worden op het belastinggeval brand. Er moet voldaan worden aan de vereiste wapeningsafstand. Voor breedplaatvloeren bepaalt dit onder andere de dikte van de prefab schil. Voor betonnen wanden dient de dekking op de wapening alsmede de h.o.h.-afstand van de wapening hier op gedetailleerd te worden. Staalconstructies moeten berekend worden op het belastinggeval brand. Staalconstructies die behoren tot de hoofddraagconstructie moeten brandwerend bekleed of geschilderd worden of gevuld worden met gewapend beton. Hemelwaterafvoer Om te voorkomen dat hemelwater kan accumuleren op het dak, moet de dakbedekking onder afschot worden gelegd. Bij de stalen daken wordt dit afschot gerealiseerd door de helling van de staalconstructie. Tevens moten er noodoverlaten in de gevels worden aangebracht om bij hevige regenval het hemelwater van het dak af te voeren. De belasting ten gevolge van wateraccumulatie wordt zo beperkt ook als de reguliere afvoeren niet functioneren. 5

6 3 Belastingen 3.1 Vloerbelastingen 0 = factor in verband met de combinatiewaarde van de veranderlijke belasting Dak Permanente belasting Stalen dakplaten = 0,25 kn/m² Isolatie / bitumen / e.d. = 0,20 kn/m² Groen (verzadigd) = 1,20 kn/m² + Totaal = 1,65 kn/m² (excl. eigen gewicht staalconstructie) Veranderlijke belasting dak (ψ0 = 0,0) = 1,00 kn/m² (Frep = 3,00 kn) Begane grondvloer Permanente belasting Geïsoleerde kanaalplaat h=200mm = 3,10 kn/m² Afwerking h=70mm = 1,40 kn/m² + Totaal = 4,50 kn/m² Veranderlijke belasting Onderwijsfunctie (ψ0 = 0,4) = 3,50 kn/m² (Frep = 3,00 kn) Separatiewanden = 1,00 kn/m² + Totaal = 4,50 kn/m² 3.2 Windbelasting Volgens NEN-EN (+ NB): Plaats: Windgebied II Terreincategorie: bebouwd Gebouwhoogte: < 5 meter boven maaiveld Stuwdruk: qp(z) = 0,58 kn/m 2

7 4 Technische omschrijving Onderwijsgebouw - 1. Palen Stalen buispalen Ø168/235mm. Beoogd paaldraagvermogen ca.275kn per paal. Te rekenen op circa 28 palen. Inheiniveau gemiddeld circa 14,0mtr-NAP. Lengtes, afmetingen en aantallen zijn indicatief en dienen definitief te worden bepaald na gereedkomen sonderingen, funderingsadvies en gewichts- en stabiliteitsberekening. 2. Fundering In het werk gestort balkenrooster conform tekening. Betonkwaliteit minimaal C30/37, milieuklasse XC3, wapening B500B, 90 kg/m³ excl. knipverlies en hulpstaal. 6. De gevels bestaan uit een houten afwerking. De gevelafwerking te bevestigen aan de houtskeletbouw elementen. 7. Stabiliteit De stabiliteit van het gebouw dient te worden verzorgd middels de horizontale schijfwerking van de stalen dakplaten i.c.m. de verticale windverbanden, momentvaste kolomvoetverbindingen met de fundering en de houtskeletbouwelementen. 8. Kolommen Stalen Kolommen Kolommen momentvast bevestigen aan de fundering d.m.v. ingestorte ankers. Staalkwaliteit S355, brandwerend behandelen. 3. Begane grondvloer Geïsoleerde kanaalplaatvloer h=200mm (exclusief isolatie en afwerking). Betonkwaliteit minimaal C35/45, milieuklasse XC3. 4. Dak Stalen dakplaten (geperforeerde) stalen dakplaten h=135mm t=1,0mm. Stalen dakplaten opleggen op staalconstructie. Stalen dakplaten verzorgen zowel de kipstabiliteit van de stalen liggers alsmede de schijfwerking van de dakconstructie. T.b.v. daksparingen bouwkundige stalen raveelvoorzieningen op te nemen door aannemer. Staalkwaliteit S355, brandwerend behandelen. 5. Wanden Houtskeletbouw wanden met stijlen van minimaal mm h.o.h. 400mm. T.p.v. wandsparingen rondom dubbele houten gekoppelde stijlen toepassen. Aan binnenzijde houten beplating opnemen t.b.v. schijfwerking, deze verlijmd en verschroefd uitvoeren. Houtskeletbouwwanden koppelen aan stalen liggers en kolommen. Houtkwaliteit CS4. Separatiewanden: o Gewicht maximaal 100 kg/m 2. Ruimte scheidende wanden.

8 5 Bijlagen 5.1 Sonderingen Referentie-sondering aan de Fred. Roeskestraat op circa 50mtr van de projectlocatie.