Graag vraagt de Stichting van de Arbeid uw aandacht voor het volgende.

Vergelijkbare documenten
Enkele aandachtspunten bij (her)benoeming van bestuurders en commissarissen

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

STICHTING VAN DE ARBEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STiCHTING VAN DE ARBEID. Aan de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanleiding. Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de voorzitter, mevrouw A. van Miltenburg Postbus EA DEN HAAG

Initiatief. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV 'S-GRAVENHAGE. Geachte heer Kamp,

In het kader van de uitwerking van de afspraken in het Sociaal Akkoord is inmiddels het ontslagregime ten aanzien van payrolling aangepast.

StichtingSI van de Arbeid

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

STICHTING VAN DE ARBEID Bezuidenhoutseweg 60 Postbus go405

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Reactie op het voorontwerp van Wet versterking bestuur pensioenfondsen

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

N CW Nederland VN <O)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Ons kennnerl< Contactpersoon

6 december Diversiteitsbeleid Pensioenfonds Vervoer

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer,

Themadag Pensioenfederatie 13 september Voorontwerp van wet versterking bestuur pensioenfondsen

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

STICHTING VAN DE ARBEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Ons kenmerk z Contactpersoon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T

Versterking bestuur pensioenfondsen: het vervolg

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Wetsvoorstel bestuur en toezicht aangenomen door de Eerste Kamer

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ons kenmerk. Uw briefvan 22 februari Contactpersoon

Advies inzake het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen (TK 33182)

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beloningsbeleid SPW. 26 Juni 2018 Versie 9.1

ORANJE LOPER WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT. 17 november Maurice Verhoeven & Anton van den Heuvel

financieel toetsingskader pensioenfondsen en enige andere besluiten in verband met het beloningsbeleid en enige andere wijzigingen

STICHTING VAN DE ARBEID

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars. Beloningsbeleid

STICHTING VAN DE ARBEID. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr.dr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG

STICHTING VAN DE ARBEID

Stichting S van de Arbeid

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Wilders (VVD) over terugloop ledenaantal FNV.

Ministerie van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG. Geachte mevrouw Klijnsma,

Den Haag : 21 juli 2008 Ons kenmerk : S.A JM/JS Uw kenmerk : Betreft: : wijzigingen samenstelling takenpakket RWI

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. in dit bredere wetsvoorstel, in te dienen door het Kabinet of vanuit de Tweede Kamer, rekening te houden met de volgende aspecten:

Ons kenmerk z Contactpersoon

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 20 juni 2018 Betreft Kamervragen van de leden Alkaya en Van Kent over minimumloon Sandd

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGLEMENT SELECTIE- EN REMUNERATIECOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari 2017

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer mr. A.J. de Geus Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer De Geus,

VITP Toezichtcode 2019

Aan de Koning. 1. Geschiktheidstoets

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

College van Procureurs-Generaal

STAND VAN ZAKEN MODERNISERING VAN HET NEDERLANDSE ONDERNEMINGSRECHT

De onderstaande beloningsregeling geldt met ingang van 1 januari 2018.

Deze publicatie betreft de ministersversie van het advies, vooruitlopend op de officiële SER-uitgave.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening identificatie bij dienstverlening

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

Bestuursmodellen Apf. DeNederlandscheBanI-

Aan partijen betrokken bij de Stichting << Adressering>> << Straat>> <<Huisnummer>> <<toevoeging>> <<Postcode>> <<PLAATS>>

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/ Datum 10 maart 2003

Beloningsbeleid Doel beloningsbeleid Uitgangspunten beloningsbeleid

(E) M C>> NEDERLANDSE VERENIGING VOOR. Strekking concept-wetsvoorstel. Advies. bi - br-

Diversiteitsbeleid. Stichting Pensioenfonds ANWB. Datum: Versie: 1

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

FUNCTIEPROFIEL. Stagiair (september 2017 maart 2018)

Beloningsbeleid Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum Betreft Raad van Toezicht Autoriteit Financiële Markten

Beloningsbeleid. per 1 januari 2019

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Den Haag 15 april 2014

Naar aanleiding van uw brief van 16 januari 2006 vraagt het Commissariaat voor de Media uw aandacht voor het volgende.

Reglement Aedes onderscheiding

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

19 oktober secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus BA Den Haag - tel fax

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

16/11.215/SD/Mge. 31 augustus Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (34 491) Geachte dames en heren,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

STlCHTING VAN DE ARB EID Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.GJ. Kamp Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG T070-3499577 F 070-3 499 796 E info@stvda.nl www.stvda.nl Den Haag : 12 maart 2012 Ons kenmerk Uw kenmerk Betreft : S.A.12.04.55 KlJS : Verzoek om voor pensioenfondsen te komen tot een specifieke regeling gericht op het beperken van het aantal bestuurs- en/of toezichtfuncties Geachte heer Kamp, Graag vraagt de Stichting van de Arbeid uw aandacht voor het volgende. Op dit moment wordt het wetsvoorstel in het parlement behandeld inzake wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b (32 873). Deze wijziging grijpt in op de inmiddels in het Staatsblad gepubliceerde Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen. Deze wet is, wellicht met het oog op de lopende behandeling van voornoemd wetsvoorstel, nog niet in werking getreden. Uitgangspunt van de aanvaarde wet alsmede van het nog in behandeling zijnde wetsontwerp is dat het voor een kwalitatief hoogwaardig bestuur van en toezicht op 'grote' nv's, bv's en 'grote' stichtingen van belang is dat het aantal (neven)functies van een bestuurder of toezichthouder wordt gelimiteerd. Het wetsontwerp beoogde aanvankelijk om met een wijziging van de wettelijke regeling voor 'grote' stichtingen te bewerkstelligen dat duidelijk wordt dat - samengevat - charitatieve, culturele en kerkelijke instellingen die geen jaarrekeningsplicht hebben buiten de regeling vallen. Naderhand is overigens op verzoek van de Tweede Kamer door middel van een nota van wijziging voorgesteld om ook de vergelijkbare regeling voor bestuurders en commissarissen van 'grote' nv.'s en bv.'s te verduidelijken. In het kader van de parlementaire behandeling van het onderhavige wetontwerp heeft de Pensioenfederatie bij brief van 12 oktober 2011 de voor het wetsvoorstel eerstverantwoordelijke minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, verzocht om voor pensioenfondsen - als niet-commerciële instellingen - een speciale regeling te treffen die recht doet aan het grote belang van deskundigheid bij pensioenfondsen. Een concreet De Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers: Vereniging VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNVen Vakcentrale MHP

STICHTING VAN DE ARBEID 2 voorstel voor zo'n sectorspecifieke regeling is bij deze brief gevoegd. Daaruit blijkt dat ook de Pensioenfederatie een beperking van het aantal bestuurs- en toezichtfuncties per bestuurder/toezichthouder wenselijk acht, maar vanwege de noodzaak van een versterking van de deskundigheid tot een andere balans komt dan de generieke regeling die ook voor 'grote' stichtingen zal gaan gelden. Een afschift van de brief van de Pensioenfederatie met het bijgevoegde alternatieve voorstel is als bijlage bij deze brief gevoegd. De minister van Veiligheid en Justitie reageerde op het verzoek van de Pensioenfederatie met de opmerking dat een sectorspecifieke regeling in afwijking van de algemene regeling niet in het BW thuishoort. In de nota naar aanleiding van het verslag van 9 december 2011 (TK 32 873, nr. 5) stelt de minister dat de vraag of in dit geval een afwijking van de algemene regels van het BW in specifieke wetgeving op zijn plaats is, valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van SZW. Deze vraag zou, aldus de minister van Veiligheid en Justitie, kunnen worden betrokken bij de nieuwe wetgeving ter versterking van het bestuur van pensioenfondsen. De Stichting van de Arbeid heeft zich onlangs gebogen over de implicaties van de in het BW voor 'grote' stichtingen voorgeschreven limitering van het aantal bestuurs- en toezichtfuncties dat door één persoon mag worden vervuld. Zij is daarbij tot de conclusie gekomen dat het inderdaad wenselijk lijkt om voor de sector van de pensioenfondsen een eigen regeling te realiseren welke afwijkt van de algemene voor 'grote' stichtingen geldende regeling uit het BW. Het gaat er daarbij om, zo meent de Stichting, te komen tot een goede balans tussen de noodzaak om het aantal bestuurs- en/of toezichtfuncties dat door één persoon mag worden vervuld te limiteren en het tevens rekening houden met de noodzakelijke inzet op de verbetering van de deskundigheid van pensioenfondsbestuurders en toezichthouders. Naar het oordeel van de Stichting zou de maatvoering zodanig moeten worden gekozen dat voordragende organisaties in staat worden gesteld te voorzien in kwalitatief goede bestuurders en toezichthouders. De generieke regeling uit het BW is hierop onvoldoende toegesneden en zal voor de voordragende organisaties wat de bemensing van pensioenfondsbesturen en toezichtorganen betreft voor de komende jaren een onoplosbaar probleem vormen als tegelijkertijd ook de deskundigheid moet worden vergroot. Om die reden zou een op de pensioenfondsensector toegesneden regeling wellicht zo kunnen worden ingericht dat na verloop van tijd, als gevolg van de inspanningen om de deskundigheid te vergroten, een toegroei kan worden gerealiseerd naar een normering die nog maar in beperkte mate hoeft afte wijken van de algemene regeling uit het BW. Voor de eerstkomende jaren kan de Stichting van de Arbeid zich voorstellen dat grosso modo wordt aangesloten bij de door de Pensioenfederatie voorgestelde normering (zie de bijlage bij de brief van de Pensioenfederatie van 12 oktober 2011 aan minister Opstelten). Een specifiek voor de pensioenfondsensector geldende regeling zou, zoals ook reeds door minister Opstelten is gesuggereerd, kunnen worden ingebed in het recent bij de Tweede Kamer ingediende Wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen.

STICHTING VAN DE ARBEID 3 De Stichting van de Arbeid zou het zeer op prijs stellen als u bereid bent om in afwijking van de algemene regeling voor grote stichtingen een specifieke voor de pensioenfondsensector geldende regeling te bevorderen. Een afschrift van deze brief wordt gezonden aan de vaste Commissie voor SZW in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hoogachtend, STICHTING VAN D ARBEID Bijlage: brief van de Pensioenfederatie aan de minister van Vei ligheid en Justitie d.d. 12 oktober 2011 met bij lage

ENSIOEN ~EDERATIa: :'i'\ Isi,enf,<L.. atj" : Ji"Î ~:.:.o.i r., ~,rgri:..;~p>~ n :' 'or.n cic 2".,,;:; 3R C ~ n Hé'.q ;''':'L'': :J! 1J3 ~ SC?!:.G;' ;\D 1);3," Hr ~ g ï +31 (v;70 7t. 21') 220 ; r.f ~.,:~\ lc-n - i c: 'nf.t' :ir;rl":'iü. r:1 VT \ ~,"".p r; r')! ;( 4"': il f~ "i ~ ré!'~i i. i. : Ministerie van Veiligheid en Justitie t.a.v. de heer Mr. I.W. Opstelten Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag!~vK ;;,J"obr;ci&.1 52't[J3362 Trioór :Jan:, 212407363 KENMERK: B/11 /5278/MH ONDERWERP: Wet bestuur en toezicht DATUM : 1 2 oktober 201 1 Geachte heer Opstelten, Op dit moment is de wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b in behandeling in de Tweede Kamer (Kamerstukken 2010-11, 32 873, nr.2). Daarin wordt met name de regeling voor 'grote' stichtingen verhelderd. Voor grote stichtingen die een charitatieve, culturele, wetenschappelijke of kerkelijke doelstelling hebben, wordt een uitzondering gemaakt. In het verlengde hiervan ziet de Pensioenfederatie graag dat voor pensioenfondsen - als niet commerciële instellingen - een speciale regeling gaat gelden die recht doet aan het grote belang van deskundigheid bij pensioenfondsen. Hierbij verzoeken wij u dan ook een specifieke regeling voor pensioenfondsen mogelijk te maken in het kader van de Wet bestuur en toezicht. Wij vragen u te bepalen dat een pensioenfonds niet wordt beschouwd als een grote stichting zodat pensioenfondsen niet vallen onder de in die wet opgenomen limitering van functies van een persoon, maar in plaats daarvan een regeling te formuleren die aansluit bij het specifieke belang van de pensioenfondsensector. De regeling zoals in de wet is vastgesteld zal voor pensioenfondsen een groot uitvoeringsprobleem inhouden. Het Voorontwerp 'wet versterking bestuur pensioenfondsen' van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoogt vernieuwing en versterking van de governance bij pensioenfondsen. Verhoging van de deskundigheid is hierbij een belangrijk aspect. Daardoor zullen pensioenfondsen in toenemende mate een beroep gaan doen op externe deskundige personen, zowel voor besturen als voor in te richten

ENSIOEN CEDERATlE B/11/S278/MH, pagina 2 van 2 raden van toezicht. Het besturen van een pensioenfonds en het uitoefenen van intern toezicht bij een pensioenfonds vereist specifieke deskundigheid. Van belang is dat de opgedane deskundigheid bij diverse pensioenfondsen kan worden ingezet. De Wet bestuur en toezicht leidt echter tot een forse beperking in het delen van deskundigheid onder pensioenfondsen. Het zorgt ervoor dat onvoldoende deskundige personen beschikbaar kunnen zijn om de vacatures in het bestuur en het intern toezicht te vervullen. De Pensioenfederatie stelt dan ook voor om in lijn met het doel van de Wet bestuur en toezicht - in het bijzonder het amendement Irrgang - een specifieke regeling voor pensioenfondsen ter limitering van het aantal functies van een persoon in het leven te roepen. Daarbij stellen wij voor om niet alleen de cumulatie van toezichtfuncties maar ook van bestuursfuncties te beperken, primair ingegeven vanuit het (maximale) tijdsbeslag dat ermee gemoeid is. In dit opzicht gaat ons voorstel dan ook verder dan de Wet bestuur en toezicht. Bijgaand sturen wij u ons voorstel toe. Graag zouden wij ons verzoek op ambtelijk niveau nader willen toelichten. In het kader van de nieuwe governance bij pensioenfondsen hebben wij onze zorgen al gedeeld met het Ministerie van SZW. SZW heeft hiervoor begrip en verwees ons in dit kader primair naar uw ministerie. i.a.a. Ministerie van SZW

ENSIOEN ~EDERATIE Bijlage bij brief B/1 1/5278/MH I. Bestuur Op basis van Aanbevelingen deskundig en competent pensioenfondsbestuur van de Pensioenfederatie is het uitgangspunt dat een standaard bestuursfunctie bij een pensioenfonds ca. 1 dag per week kost. Op basis hiervan kan een persoon maximaal 5 bestuursfuncties bij pensioenfondsen hebben. Het voorzitterschap telt voor 2. Dus als een persoon bijvoorbeeld bestuursvoorzitter is van een pensioenfonds, dan kan hij/zij elders maximaal 3 bestuursfuncties hebben (niet voorzitter zijnde). Verder geldt er een beperking bij pensioenfondsen met een belegd vermogen van meer dan 1 miljard (hierna: grote pensioenfondsen). Een persoon kan bestuurslid zijn bij maximaal 2 grote pensioenfondsen, onder de voorwaarde dat hij/zij maar een maal bestuursvoorzitter kan zijn. Voorbeeld Als een persoon gewoon bestuurslid wil worden van 2 grote fondsen, kan hij/zij geen bestuurslid meer zijn van een groot fonds maar nog wel van maximaal 3 kleine fondsen dan wel bestuursvoorzitter worden een klein fonds en een maal gewoon bestuurslid van een klein fonds. Als een persoon bestuursvoorzitter wil worden van een groot fonds, kan hij/zij daarnaast gewoon bestuurslid worden van maximaal een groot fonds en 2 kleine fondsen. Wet bestuur en toezicht stelt geen beperkingen t.a.v. het aantal bestuursfuncties bij grote vennootschappen/stichtingen. Als pensioenfondssector doen wij dat wel, gebaseerd op een tijdsbeslag van 5 dagen in de week. 11. Toezicht Wij stellen een maximum voor een persoon voor van 10 toezichthoudende functies bij pensioenfondsen (Raad van Toezicht of visitatiecommissie) inclusief grote vennootschappen/stichtingen, met een maximum van 5 bij grote vennootschappen/stichtingen. De maximering van 10 stellen wij in verband met de bedoeling van amendement Irrgang; op grond van de Wet bestuur en toezicht wordt een maximum gesteld van 5 (elders). Derhalve stellen wij voor dat als een persoon naast een toezichthoudende functie bij pensioenfondsen ook elders een of meer 1

ENSI OE N -I::' EDE R JIJt.. TIE toezichthoudende functies heeft, de limitering er als volgt uit gaat zien: 10 toezicht pf - 0 toezicht elders 9 toezicht pf -1 toezicht elders 8 toezicht pf -2 toezicht elders 7 toezicht pf -3 toezicht elders 6 toezicht pf - 4 toezicht elders 5 toezicht pf - 5 toezicht elders 4 toezicht pf - 5 toezicht elders (max. 5 op grond van Wet bestuur en toezicht) 3 toezicht pf - 5 toezicht elders 2 toezicht pf - 5 toezicht elders 1 toezicht pf - 5 toezicht elders o toezicht pf - 5 toezicht elders In lijn met Wet bestuur en toezicht telt het voorzitterschap hierbij voor 2. Verder geldt er een beperking bij pensioenfondsen met een belegd vermogen van meer dan 1 miljard (hierna: grote pensioenfondsen). Een persoon kan lid zijn van een toezichthoudend orgaan van maximaal 2 grote pensioenfondsen, onder de voorwaarde dat hij/zij maar een maal voorzitter van het toezichthoudend orgaan kan zijn. Voorbeeld Als een persoon voorzitter wil worden van het toezichthoudend orgaan van een groot pensioenfonds, kan hij/zij daarnaast nog voorzitter worden van het toezichthoudend orgaan van maximaal 4 kleine fondsen. Ander voorbeeld is dat als een persoon voorzitter wordt van het toezichthoudend orgaan van een groot fonds, hij/zij nog gewoon lid kan zijn het toezichthoudend orgaan van maximaal 1 groot fonds en de ruimte heeft om lid te worden van het toezichthoudend orgaan van 7 kleine fondsen dan wel voorzitter kan worden van het toezichthoudend orgaan bij 2 kleine fondsen en lid van het toezichthoudend orgaan van maximaal 3 kleine fondsen. 111. Bestuur en toezicht gecombineerd Op grond van de Wet bestuur en toezicht mag bij een persoon een bestuursfunctie bij een grote vennootschap/stichting maximaal gecombineerd worden met 2 toezichthoudende functies bij grote vennootschappen/stichtingen. Het maximum zit op het aantal toezichthoudende functies en niet op het aantal bestuursfuncties. Een persoon kan derhalve 2 of meer bestuursfuncties hebben bij een grote vennootschap/stichting en daarnaast maximaal 2 toezichthoudende functies bekleden. Een bestuursfunctie gecombineerd met voorzitterschap van een toezichthoudend lijkt op grond van de Wet bestuur en toezicht sowieso niet mogelijk. 2

ENSIOEN CEDER ATlE De Wet bestuur en toezicht in combinatie met hetgeen is vermeld onder I en 11 leidt tot de volgende limitering: 5 bestuur pf - 2 toezicht elders (niet voorzitterschap) 4 bestuur pf - 2 toezicht pf (voorzitterschap telt voor 2) en 2 toezicht elders (niet voorzitterschap) 3 bestuur pf - 4 toezicht pf (voorzitterschap telt voor 2) en 2 toezicht elders (niet voorzitterschap) 2 bestuur pf - 6 toezicht pf (voorzitterschap telt voor 2) en 2 toezicht elders (niet voorzitterschap) 1 bestuur pf - 8 toezicht pf (voorzitterschap telt voor 2) en 2 toezicht elders (niet voorzitterschap) o bestuur pf - zie onder 11. In lijn met I en 11. geldt ook hier een beperking bij grote fondsen. Een persoon kan bestuurslid zijn bij maximaal 2 grote pensioenfondsen, onder de voorwaarde dat hij/zij maar een maal bestuursvoorzitter kan zijn. Een persoon kan lid zijn van een toezichthoudend orgaan van maximaal 2 grote pensioenfondsen, onder de voorwaarde dat hij/zij maar een maal voorzitter van het toezichthoudend orgaan kan zijn. Op grond van de huidige Aanbevelingen over PFG (artikel 33 PW) is een bestuursfunctie en een toezichtfunctie bij hetzelfde fonds niet toegestaan. Vanzelfsprekend zal dit ook uitgangspunt zijn bij de eigen regeling ter Iimitering van het aantal functies. Wij schatten het tijds beslag van een toezichthoudende functie bij een pensioenfonds op een dag per maand. Op basis van deze inschatting staat een bestuursfunctie bij een pensioenfonds gelijk aan 4 toezichtfuncties of 2 voorzitterschappen bij pensioenfondsen. In de geest van het amendement Irrgang stellen wij echter voor het aantal toezichthoudende functies overeenkomstig bovenstaand voorstel te beperken. Voorbeeld Als een persoon bestuursvoorzitter wil worden van een groot fonds en ook gewoon bestuurslid wordt van een groot fonds, kan hij/zij daarnaast voorzitter worden van het toezichthoudend orgaan van een groot fonds en voorzitter worden van het toezichthoudend orgaan van een klein fonds. Als een persoon gewoon bestuurslid wil worden bij 2 grote fondsen, kan hij/zij daarnaast gewoon lid van het toezichthoudend orgaan van maximaal 2 andere grote fondsen en van maximaal 4 kleine fondsen worden. 3