Tata Steel IJmuiden BV TS BOS2 - CCM23 WP200 engineering

Tata Steel IJmuiden BV TS BOS2 - CCM23 WP200 engineering F56746-0C Iv-Industrie b.v. i

Opdrachtgever: Tata Steel IJmuiden BV Projectnummer opdrachtgever: 58.021526 Project: TS BOS2 - CCM23 WP200 engineering Projectnummer: IDHA140277 Betreft: Referentie: F56746-0C Auteur(s): Martijn Teunissen Paraaf: Gecontroleerd: John Teunissen Paraaf: Goedgekeurd: Albert den Hartog Paraaf: Geautoriseerd: Robert Hamelink Paraaf: Datum: 17-12-2015 Revisie: 0C Status: For Comments Aantal pagina's: iv + 14 Iv-Industrie b.v., Alle rechten voorbehouden, Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Iv-Industrie b.v. ii

Inhoudsopgave 1 Omschrijving revisies 1 2 Inleiding 2 2.1 Toegepaste software 2 3 Bestaande constructie 3 3.1 Aansluiting nieuw op bestaand 3 3.2 Tweede draagweg 3 3.2.1 As 27-G/Ga 3 3.2.2 As 28-G/Ga 3 4 Ontwerp nieuwe snijhal en opslaghal 4 4.1 Algemeen 4 4.2 Ontwerp 4 4.2.1 Spanten 4 4.2.2 Raveelligger 6 4.2.3 Kopgevels 6 4.2.4 Stabiliteit 7 4.2.5 Luchtsluis 8 4.2.6 Rugzak 9 4.2.7 Magazijn en sociale ruimte 9 5 Belastingen 10 5.1 Dakplaten 10 5.2 Gevelbeplating 10 5.3 Kraanbelastingen 10 5.4 Gebruikte belastingen 10 6 Combinaties en niet-lineaire combinaties 11 6.1 Niet lineaire belasting 11 6.2 Niet lineaire reacties 11 6.3 Combinaties en niet lineaire combinaties 11 7 Specifieke constructieonderdelen 12 7.1 Gording gevel 12 7.2 Verbinding tussen rand en wandstaaf van vakwerkligger 12 7.3 Gevelbeplating 12 7.4 Dakbeplating 12 7.5 Kraanbanen 12 7.5.1 Plaatligger kraanbanen 12 7.5.2 Profiel kraanbanen 13 7.6 Voetplaatberekeningen 13 7.7 Noodoverstorten 13 F56746-0C iii

8 Resultaten 14 8.1 Vervormingen 14 8.2 Staalcontrole 14 Bijlagen A Bijlage: Uitwerking optredende belastingen en combinaties A B Bijlage: Berekening specifieke constructieonderdelen en details B C Bijlage: Invoer Scia engineer: snij- en opslaghal C D Bijlage: Resultaten Scia engineer: snij- en opslaghal D F56746-0C iv

1 Omschrijving revisies Revisie 0A: Revisie 0B: Revisie 0C: For Comments Tata Steel IJmuiden BV For information For Comments Tata Steel IJmuiden BV Aanpassingen in deze revisie ten opzichte van de vorige revisie zijn de volgende: - Wijzigen van trek/drukstaven tussen de bovenregels van de dakspanten en de windverbanden naar trekstangen; - Toevoeging van belastingen uit het magazijn en de sociale ruimte aan de kolommen van de opslaghal; - Aanpassing kolommen op as E - Noodoverstorten toegevoegd; - Toevoegingen berekeningen voetplaten kolommen. F56746-0C 1/14

2 Inleiding Tata Steel IJmuiden heeft het voornemen een nieuwe continu gietmachine (gietmachine 23) te plaatsen in de Oxystaalfabriek II naast de bestaande gietmachines 21 en 22. Deze nieuwe gietmachine zal geplaatst worden tussen as 22A en 23A, met de hartlijn op 8m afstand vanaf 22A. Om gietmachine 23 op de gekozen locatie te kunnen plaatsen moet er hier ruimte voor worden vrijgemaakt en zijn er verschillende aanpassingen en uitbreidingen noodzakelijk aan de machinehal en snijhal. Dit rapport bevat de hoofdberekening van de staalconstructie van deze uitbreiding, de nieuw te bouwen snijhal (en opslaghal). Naast de hoofdberekening bevat dit rapport ook een aantal specifieke onderdelen zoals bijvoorbeeld de kraanbanen De berekeningen van de betonconstructies van de nieuw te bouwen snijhal zijn terug te vinden in document F56747. De uitgangspunten voor het ontwerp zijn weergegeven in het uitgangspuntenrapport F56745. 2.1 Toegepaste software Scia Engineer, versie 15.1.106. TS Ligger V5, versie 5.27c (build 0633) TS Verbindingen, versie 5.24a (build 580) QEC Rekenbladen wind CsCd Ec_NL, versie 1.2.9 F56746-0C 2/14

3 Bestaande constructie De bestaande constructie wordt zoals weergegeven op de tekeningen F56757 tot en met F56760 gesloopt vanaf as 28 richting as 29 waarbij het spant op as 28 behouden blijft. Op as 27 tussen as G en I blijft de bestaande lagere bebouwing (de kantoorstrook) behouden. Vanaf as 27 richting as 29 wordt de bestaande bebouwing (luchtsluis, oliehok en magazijn) gesloopt. 3.1 Aansluiting nieuw op bestaand De nieuwe dakplaten worden glijdend opgelegd op het bestaande dakspant as 28. Ter voorkoming van opwaaien, wordt op de bestaande balk een z-profiel aangebracht waar de nieuwe dakplaat onder geschoven wordt. Op as Ga wordt vanaf de raveelligger het dak uitgekraagd tot aan de bestaande constructie, hier komt geen fysieke koppeling tussen bestaand en nieuw. 3.2 Tweede draagweg Op as 27-G/Ga en 28-G/Ga zorgt de kolom van de bestaande constructie voor de tweede draagweg van de nieuwe hal. 3.2.1 As 27-G/Ga De nieuwbouwgevel op as 27 kraagt uit over het bestaande gebouw van as 27. Indien de eerste kolom na de bestaande bouw bezwijkt, heeft de gevel een tweede draagweg nodig. Deze wordt verzorgt door de nieuwe gevel ter plaatse van de bestaande kolom as 27-G/Ga middels een schoen te koppelen. Deze koppeling treedt alleen in werking wanneer de verplaatsing van de gevel groter wordt dan de maximaal berekende verplaatsing tijdens normaal belasting. 3.2.2 As 28-G/Ga Het verzamelspant op as 28-G/Ga kraagt uit over een kolom op 6 meter van as 28. Bij een calamiteit, wanneer draagkracht van de kolom op 6 meter van as 28 weg valt, is er een tweede draagweg middels een aansluiting op de bestaande kolom. De tweede draagweg voor het spant werkt hetzelfde als de gevel op as 27, doormiddel van een schoen op de bestaande kolom. F56746-0C 3/14

4 Ontwerp nieuwe snijhal en opslaghal 4.1 Algemeen De huidige snijhal wordt zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven beëindigd op as 28. Vanaf as 28 wordt de snijhal met drie stramienen en een eindveld uitgebreid tot as 31+ (3x18 + 3 = 57m). Aan de zuidoost zijde van de snijhal is tot as E een lager deel tegen de hal gesitueerd. De uitbreiding heeft dezelfde breedte en hoogte als de bestaande snijhal: breed 43m en hoogte ca. 23m (bovenkant spant = ca. 31,0m + NAP). De nieuwe kopgevel van de snijhal wordt voorzien van een rugzak ten behoeve van de plaatsing van de buffers en de E-container van de oostelijke snijhalkraan: SNK21. De nieuwe opslaghal sluit ter plaatse van as Ga aan op de uitbreiding van de snijhal en heeft een lengte van 4 stramienen en een eindveld (4x18 + 3 = 75m). De opslaghal heeft een breedte van ca. 32m en de hoogte sluit aan op het dak van de snijhal (ca. 28,5m +NAP). De opslaghal wordt tussen as 27 en 28 op as Ic voorzien van een uitbouw welke dienst doet als luchtsluis. 4.2 Ontwerp In tegenstelling tot de bestaande constructie wordt de nieuwbouw geschoord uitgevoerd. Het geschoord uitvoeren is mogelijk omdat een verdere uitbreiding van snij- en opslaghal fysiek niet mogelijk is. Daarnaast wordt de nieuwbouw gedilateerd uitgevoerd van de bestaande constructie. Een invoer van de constructie in SCIA-Engineer is terug te vinden in bijlage C. 4.2.1 Spanten De hoofdconstructie is opgebouwd uit spanten met een hoh afstand van 6,0m. Deze worden in de gevels opgevangen door kolommen en in het midden (tussen de snijhal en opslaghal) door een hoofdligger. Deze hoofdligger wordt op zijn beurt weer gesteund door kolommen met een hoh afstand van 18,0m (op de cijferassen). De (hoofd)kolommen op de cijferassen (hoh 18,0m) zijn tot onderzijde van de kraanbaan ook voorzien van vakwerken zie ook afbeelding 4.1. E Ic Afbeelding 4.1: spant ter plaatse van cijferassen De spanten tussen de cijferassen hebben in de gevels (secundaire) kolommen zonder vakwerk, zie ook afbeelding 4.2. F56746-0C 4/14

E Ic Afbeelding 4.2: spant tussen cijferassen Op afbeelding 4.2 is te zien dat de kolom van de zuidoostelijke gevel (links) aan de onderzijde uitgevoerd is als een portaal. Deze portalen tussen de cijferassen creëren een kolomvrije ruimte voor werkplaatsen en opslagruimtes. Alle kolommen op zowel de cijferassen als de kolommen tussen de cijferassen zijn scharnierend aangesloten op de fundering. De kolommen van de vakwerkspanten en van de A-portalen zijn voorzien van een shear-key, voor de overige kolommen is dit niet nodig. De vakwerk dakliggers worden met de boven- en onderregel (de randstaven) gekoppeld aan de gevelkolommen en aan de boven en onderregel van de hoofdligger. Deze koppeling aan de gevelkolommen zorgt voor een kleinere vervorming van de gevelkolommen. De dakligger van de opslaghal is in hoogte (2,5m) echter niet gelijk aan de hoofdligger (3,0m)van de snijhal, om deze reden is, zoals weergegeven in afbeelding 4.1 en 4.2, de onderregel op het laatste deel omlaag getrokken naar de hoofdligger. De dak vakwerkliggers zijn uitgevoerd met trek / drukkokers (120.120.6,3) wandstaven gelast aan HE240A randstaven. Een uitwerking van de koppeling tussen wand en randstaven is gegeven in bijlage B (pagina 12-15). De hoofdvakwerkligger zoals hieronder weergegeven in afbeelding 4.3 is opgebouwd uit HE260A randliggers en koker 150.150.8 wandstaven. Aan de linkerzijde van de afbeelding (noordoost) steekt nog 6,0m vakwerkligger uit (gestippelde deel) welke als twee draagweg dient bij calamiteiten, zoals het wegvallen van de linker kolom. Dit deel van het vakwerk sluit aan op de bestaande kolom as 28. 28 29 30 31 Afbeelding 4.3: hoofdligger as 28 (+6,0m) tot as 31 F56746-0C 5/14

4.2.2 Raveelligger De opslaghal wordt vanaf as 27 tot en met 6 meter voorbij as 28 tegen de bestaande hal aangebracht. De dakliggers hebben hier geen directe steun aan de hoofdligger. Om de constructie en belasting op te vangen wordt gebruik gemaakt van een raveelligger naast as Ga. Zie ook afbeelding 4.4. Afbeelding 4.4: Raveelligger met aansluiting op dakligger De locatie is zo gekozen dat de aansluiting van de raveelligger gelijk valt met het knooppunt van de eerste twee wandstaven van de normale dakligger. De raveelligger is uitgevoerd met een boven en onderregel HE240A, verticale wandstaven koker 150.150.8,0 en diagonale wandstaven koker 120.120.6,3. 4.2.3 Kopgevels De kopgevels bestaan uit kolommen IPE450 welke in lijn staan met de knikverkortende staven van de dak vakwerkliggers, dit houdt in dat de hoh afstand van de kolommen voor het deel van de snijhal niet overeenkomt met het deel van de opslaghal. Ter plaatse van de rugzak tussen as 31 en 31a wijken de buitenste twee kolommen af van de overige. Op deze kolommen kraagt de rugzak uit. Dit zijn beide HE400B kolommen. De gevel op as 27 heeft op as Ib-Ic een kolom gelijk aan de vakwerk en kraanbaan dragende gevelkolommen, de overige kolommen zijn IPE450. In dezelfde gevel tussen as Ga en I is een bestaande bebouwing aanwezig. Over de bestaande bebouwing kraagt de gevel middels een vakwerk in het bovenste deel van de gevel overheen zie ook het linker deel van afbeelding 4.5. Ic Afbeelding 4.5: Gevel as 27 F56746-0C 6/14

4.2.4 Stabiliteit De constructie is geschoord uitgevoerd zoals reeds eerder vermeldt. In het dak, zoals te zien in afbeelding 4.6, wordt de schijfwerking verzorgd door windverbanden die langs de drie nieuwe gevels zijn gesitueerd. Om de stabiliteit van de spanten te verzorgen zijn er in de boven- en onderregel knikverkorters toegepast. In afbeelding 4.6 zijn de bovenregel knikverkorters (geel gearceerd) uitgevoerd als trekstangen rond 20mm. De overige knikverkorters zijn uitgevoerd als druk-/trekstaven koker 150.150.5. Afbeelding 4.6: Stabiliteit dak Om de belastingen vanuit de dakschijf richting de fundering te transporteren zijn in alle gevels en in het midden onder de hoofdligger windbokken aangebracht. In afbeelding 4.7 zijn de windbokken in paars weergegeven. Voor de windbok in de zuidoost gevel en de windbok onder het hoofdspant F56746-0C 7/14

ontbreekt het onderste deel van de windbok, hier draagt een combinatie van windbok en remligger van de kraanbaan de belasting af naar de fundering. Zie hiervoor hoofdstuk 7.4 Kraanbaan. Afbeelding 4.7: Windbokken in de gevels (in paars) De bordessen aan de onderzijde van de kraanbanen dienen naast looppad ook als stabiliserend element voor de constructie. Belastingen uit wind en lokale horizontaalkrachten uit de kraanbaan worden door het vakwerk van de (wind)liggers verspreid over meerdere kolommen. Dit heeft een gunstig effect voor de verplaatsingen. In de kopgevels worden de vakwerkliggers op het uitkragende deel gesteund door schoren richting de kolommen. Onder de kraanbanen worden ze tussen de hoofdkolommen om de 6 meter opgehangen aan de kraanbaanliggers. 4.2.5 Luchtsluis De luchtsluis (ca. 8,5 x 10 en 8m hoog) is bedoeld om onderdelen middels het horizontale transport vanuit de hal naar buiten te transporteren. Om dit te realiseren wordt een secundaire kolom op as Ic tussen vloer en windligger verwijderd. De stabiliteit van de luchtsluis wordt verkregen uit een vakwerk in het dak welke gekoppeld is aan de opslaghal. F56746-0C 8/14

4.2.6 Rugzak Om een maximaal hijsbereik in de snijhal mogelijk te maken is er zoals al vermeld in de inleiding van dit hoofdstuk, ten behoeve van de plaatsing van buffers en de E-container van de oostelijke snijhalkraan SNK21 een rugzak gerealiseerd. De rugzak wordt door middel van vakwerken in de drie gevels gekoppeld aan de zwaardere HE400B gevel kolommen. Vakwerken in het dak en de vloer van de rugzak zorgen voor zijdelingse stijfheid van de constructie. De rugzak is opgebouwd uit HE200A profielen als liggers en kolommen met hoekstaal L80.80.8,0 als schoorstaven. Zie afbeelding 4.8 voor de constructie van de rugzak. Afbeelding 4.8: Rugzak 4.2.7 Magazijn en sociale ruimte De berekeningen van het magazijn en de sociale ruimte tegen de noordoost gevel as 27 van de opslaghal is terug te vinden onder documentnummer F56931. Van beide levels van het magazijn en de sociale ruimte zijn de dakbalken gekoppeld aan de kolommen van de opslaghal. De belastingen uit de balken zijn voor elk belastinggeval opgenomen in de berekening van de snij- en opslaghal. Een opsomming van de belastingen per belastinggeval zijn terug te vinden in bijlage A- 21, de locaties waar de belastingen op aangrijpen op pagina 22 van bijlage A. F56746-0C 9/14

5 Belastingen De belastingen als weergegeven in constructief uitgangspunten rapport met documentnummer F56745 zijn aangehouden voor de bepaling van de belastingen naar de verschillende constructieonderdelen. In dit hoofdstuk wordt de afdracht van de verschillende belastingen beschreven middels de constructieonderdelen. 5.1 Dakplaten Voor de berekening is uit gegaan van maximaal 2-velds dakbeplating. Door deze dakbeplating verspringend aan te leggen zijn de belastingen op de veldliggers gelijk. Een afwijking hierop geldt voor de laatste 2 liggers en de randligger. De uitwerking van de belasting op de dakliggers ten gevolge van de dakplaten is terug te vinden in bijlage A bij de verschillende belastinggevallen, wind pagina 1-6, over- en onderdruk pagina 7, windbelasting dak 8 en 9, stofbelasting 14 en sneeuw 15-16. 5.2 Gevelbeplating De berekening van de afdracht van de belasting door de gevelbeplating is gebaseerd op een verdeling van de gevelbeplating over de hoogte van de gevel conform pagina 2 bijlage A. Hierbij komt het neer op gelijke verdeling van de gevelsteunende UNP-balk rondom het gebouw, waarbij een maximaal 4-velds gevelplaat gebruikt wordt. Voor de berekening van de verschillende UNP s zie bijlage B pagina 1-11. 5.3 Kraanbelastingen De tabel zoals bijgevoegd in bijlage A (pagina 17-19) aangaande de belastingen ten gevolge van de kraan beschrijft de belastingen van het kraanlichaam zelf, het katlichaam links (tp1) of rechts (tp2), de hijslast en schranken. De overige belastingen welke op de kraanbaan werken worden in de berekening van de kraanbaan uitgewerkt. 5.4 Gebruikte belastingen Het overgrote deel van de belastingen zoals deze in de bijlage A zijn berekend zijn verwerkt in het model van SCIA Engineer. De belasting ten gevolge van ophoping van het belastinggeval sneeuw zoals deze zou ontstaan tegen de dakrand van de hal is niet verwerkt in het model. Deze belasting is niet maatgevend voor de constructie en derhalve achterwege gelaten. F56746-0C 10/14

6 Combinaties en niet-lineaire combinaties Door de grote hoeveelheid belastinggevallen en mogelijke kraanposities zouden er extreem veel combinaties en niet lineaire combinaties gecreëerd moeten worden. Om het aantal combinaties te minimaliseren zijn er maatgevende (niet lineaire) combinaties gecreëerd. Om tot de maatgevende combinaties te komen zijn de volgende stappen uitgevoerd. 6.1 Niet lineaire belasting De constructie bestaat uit normale staven welke elke kracht kunnen doorgeven, maar ook uit staven welke alleen trek kunnen doorgeven, denk hierbij aan dakschoren en windbokken. Om de juiste waarden te krijgen moet de belasting afgevoerd worden volgens een niet lineair gedrag. Om dit te realiseren is van alle belastinggevallen een niet lineaire belasting/combinatie gemaakt. 6.2 Niet lineaire reacties De reactiewaarden welke volgen uit de niet lineaire belastingen zijn voor de assen 29, 30 en 31 ter plaatse van elk steunpunt weergegeven in een tabel, zie ook bijlage A (pagina 20). Met behulp van al deze reactiewaarden is handmatig de maximale en minimale combinatie gecreëerd. De geel gemarkeerde vlakken zijn allen gebruikt voor de maximale combinatie. Voor de minimale combinatie zijn van de geel gemarkeerde vlakken BG1 en BG2 meegenomen samen met de groen gemarkeerde vlakken. Bij enkele combinaties zijn de kraan, last en schrank belastingen voor zowel de maximale als de minimale combinatie van toepassing. Schrankkrachten kunnen ook omgedraaid werken. 6.3 Combinaties en niet lineaire combinaties De maximale en minimale combinaties welke gecreëerd zijn zoals weergegeven in bijlage A (pagina 20), zijn overgenomen als combinatie in SCIA Engineer. Uit deze combinaties zijn daarna de niet lineaire combinaties gemaakt. F56746-0C 11/14

7 Specifieke constructieonderdelen Een aantal specifieke constructieonderdelen is buiten het model separaat berekend. 7.1 Gording gevel De gevel wordt gesteund door UNP-gordingen, in bijlage B (pagina 1-11) zijn de diverse lengten van de gordingen berekend en gecontroleerd. Daarnaast is per gevel aangegeven hoe de gordingen verdeeld moeten worden. 7.2 Verbinding tussen rand en wandstaaf van vakwerkligger De vakwerkliggers bestaan uit verbindingen tussen koker wandstaven en HE randstaven. De controle van deze verbinding is weergegeven in bijlage B (pagina 12-15). 7.3 Gevelbeplating Voor de gevelbeplating is een check uitgevoerd. Zie bijlage B pagina 16. De maximale unitycheck is 0,63, de maximale verplaatsing is 1/367. Beide zijn ruim voldoende. 7.4 Dakbeplating De dakbeplating is op de maximale opwaartse en neerwaartse belasting ontworpen. Een SAB 158R/750 met dikte t=1.0mm voldoet op sterkte en vervorming. De dakplaten overspannen 2 velden en dienen in verband aangebracht te worden. De berekening is terug te vinden in bijlage B pagina 17. 7.5 Kraanbanen De kraanbanen bestaan uit 2 verschillende hoofdtypes. Het eerste type bestaat uit hoge plaatliggers welke plooiverstijvers en remliggers hebben, het tweede type bestaat uit profiel balken met een mogelijke bovenflens verstijver. 7.5.1 Plaatligger kraanbanen De plaatligger kraanbanen dragen de grote snijhal kranen (SNK21 en SNK24) en de opslaghalkraan (OHK21). De kraanbaanliggers zijn opgebouwd uit HEMT300 boven- en onderflenzen en een plaatlijf van dik 16mm (minimale dikte conform TATA richtlijn). De plooiverstijver is een IPET400. De remligger is een plaat dik 12mm, met twee tussen ondersteuningen (hoekstalen L120.120.8) en op het eind een strip 20x250mm. Bovenstaande omschrijving is op pagina 21 van bijlage B grafisch weergegeven. De totale hoogte van kraanbaan en de remligger er bovenop is 2720mm, zodat de nieuwe kraanbaan in hoogte gelijk is aan de bestaande. Bovenop de kraanbaanliggers komen rails A100 De remligger (en ondersteuning) is voor SNK21 volledig uitgewerkt. Gezien de lage unity checks van zowel de remligger zelf als de ondersteunende elementen is de uitwerking voor de overige kraanbanen achterwege gelaten. De berekeningen van de plaatligger kraanbanen zijn in bijlage B pagina 18-167 terug te vinden. F56746-0C 12/14

7.5.2 Profiel kraanbanen De profiel kraanbanen dragen de kleinere kranen in de snijhal. Dit zijn 4 uitlijn kranen (UL23/24/25 en 26) op HEA400 profiel kraanbaanliggers met voor de hoh 9m ondersteuning verstijvingen van de bovenflens middels 2x L40.40.5. En 3 halfportaal kranen (SMK21/22 en 25) op HEA900 profiel kraanbaanliggers met bovenflensverstijvingen 2x L60x60x5. En 3 bovenloopkranen (SMO21/22 en 23) op HEA700 profiel kraanbaanliggers met bovenflensverstijvingen 2x L130.130.12. De uitlijn- en halfportaalkraanbanen krijgen rails in de vorm van een strip bxh= 50x30mm en de bovenloopkraanbanen een rail A65. De berekeningen van de kraanbaanconstructies zijn terug te vinden in bijlage B pagina 168-216. De ondersteunende kolom van kraanbanen UL en SMK op 6m van F tussen F en F is berekend zodat er een maximale verplaatsing van ongeveer 10mm ontstaat. De berekening is op pagina 200 van bijlage B weergegeven. 7.6 Voetplaatberekeningen Voor een groot deel van de kolommen van de snij- en opslaghal is een anker- en voetplaatberekening uitgevoerd. Overeenkomstige voetplaten zijn samengevoegd in één detail en zodoende gebaseerd op de maatgevende belastingen. In totaal zijn er 16 details berekend. Een overzicht van de details en de berekeningen zijn terug te vinden onder bijlage B vanaf pagina 217 7.7 Noodoverstorten De berekening van de noodoverstorten is toegevoegd in bijlage B (pagina 325 en 326). F56746-0C 13/14

8 Resultaten Een uitvoer van de resultaten van SCIA-Engineer is terug te vinden in bijlage D. De reactiekrachten zoals vermeld in de bijlage worden gebruikt voor de betonberekening van de snij- en opslaghal. 8.1 Vervormingen De eis van maximale verplaatsingen van kraanbanen zijn voor een groot deel van de constructie bepalend. In bijlage D zijn de maximale verplaatsing van de spanten op de assen weergegeven. Hierin is te zien dat de maximale verplaatsing optreed in as 29. Van as 29 is daarna de maximale verplaatsing per niet lineaire belasting weergegeven. Alle verplaatsingen per knoop is daarna tabellarisch toegevoegd. 8.2 Staalcontrole Door de strenge eis voor verplaatsingen zijn veel staalconstructieonderdelen over gedimensioneerd, dit resulteert zoals gezegd in geringe verplaatsingen en heeft gelijktijdig ook tot gevolg dat de unity checks van deze constructieonderdelen laag zijn. F56746-0C 14/14

A Bijlage: Uitwerking optredende belastingen en combinaties F56746-0C Hoofdberekening Schuivenwerkplaats Staal A

B Bijlage: Berekening specifieke constructieonderdelen en details F56746-0C Hoofdberekening Schuivenwerkplaats Staal B

C Bijlage: Invoer Scia engineer: snij- en opslaghal F56746-0C Hoofdberekening Schuivenwerkplaats Staal C

D Bijlage: Resultaten Scia engineer: snij- en opslaghal F56746-0C Hoofdberekening Schuivenwerkplaats Staal D

Iv-Industrie b.v. Noordhoek 37 3351 LD Papendrecht Postbus 1155 3350 CD Papendrecht Nederland Telefoon +31 88 943 3700 Fax +31 88 943 3701 www.iv-industrie.nl Iv-Industrie b.v. Waarderweg 40 2031 BP Haarlem Nederland Telefoon +31 88 943 3700 Fax +31 88 943 3701 www.iv-industrie.nl Iv-Industrie b.v. Meander 651 6825 ME Arnhem Postbus 65001 6800 JM Arnhem Nederland Telefoon +31 88 943 3700 Fax +31 88 943 3701 www.iv-industrie.nl Iv-Groep b.v. Noordhoek 37 3351 LD Papendrecht Postbus 1155 3350 CD Papendrecht Nederland Telefoon +31 88 943 3000 Fax +31 88 943 3001 www.iv-groep.nl F56746-0C Hoofdberekening Schuivenwerkplaats Staal