o m g a a n m e t k r i m p i n h e t b a s i s o n d e r w i j s 2 0 1 5 De rol van ouders en de MR Vereniging Openbaar Onderwijs
De daling van het aantal leerlingen kent grote regionale verschillen. Soms valt de daling mee, of is er zelfs sprake van een lichte plus. In andere gevallen is de daling echter fors, soms meer dan 30 procent. 9 % daling van 2011 tot 2020 in het PO 108 basisscholen gesloten in 2014 20 % daling in 173 gemeenten
CORPORATE OmgAAN ANNUAL met REPORT krimp 3 Omgaan met krimp De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) krijgt veel vragen van medezeggenschapsraden, en ouders, maar ook van directeuren en schoolbesturen, over de vraag hoe je als school kunt omgaan met krimp. In deze brochure vindt u de informatie die u nodig heeft. In 2014 zijn 108 basisscholen gesloten. Veel scholen worden kleiner. De discussie over de kwaliteit van kleine scholen is actueel. De Onderwijsraad heeft voorgesteld basisscholen van minimaal 100 leerlingen te vormen. De Tweede Kamer en staatssecretaris Sander Dekker van OCW hebben dat plan niet overgenomen. De huidige instandhoudingsnormen voor basisscholen veranderen de komende jaren niet. Wat leest u in deze handreiking? leerlingen als gevolg van demografische ontwikkelingen: minder geboorten, het vertrek van (toekomstige) ouders met kinderen in een bepaald gebied. Enkele feiten / verwachtingen: gemiddelde daling aantal leerlingen in Nederland van 9 procent tot 2020 In 173 gemeenten zal een daling van meer dan 20 procent plaatsvinden In 2013 is er het laagste aantal geboorten in 30 jaar In 2013 zijn er 22.000 basisschoolleerlingen minder In 2014 zijn er 108 basisscholen gesloten krimp, en dus minder leerlingen in het primair onderwijs, is een gegeven. krimp komt in bijna het hele land voor, niet alleen op het platteland, maar in alle provincies en ook in een aantal stedelijke gebieden. Wat is krimp, welke problemen kunnen er zijn? Waar krijgen basisscholen, ouders en medezeggenschapsraden mee te maken als de school kleiner wordt? Aan welke oplossingsrichtingen kan worden gedacht? Krimp betekent een daling van het aantal Nu al worden scholen kleiner en sluiten basisscholen. De verwachting is dat de komende 6 tot 10 jaar de daling van het aantal leerlingen doorzet. De leerlingendaling treedt nu op in het basisonderwijs. Vanaf 2016 wordt ook een daling in het voortgezet onderwijs verwacht.
4 CORPORATE OmgAAN met ANNUAL krimpreport Hulp bij fusie of samenwerking? De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) organiseert op tien centrale plaatsen in het land de masterclass mr en FUSIE voor medezeggenschapsraden. In de masterclass wordt specifiek ingegaan op positie en mogelijkheden die uw MR heeft bij een door het schoolbestuur voorgenomen fusie. De masterclass is gericht op mr-leden in het primair en voortgezet onderwijs waarvan het bestuur het voornemen heeft om hun school te laten fuseren. www.voo.nl/fusie De Vereniging Openbaar Onderwijs blijft volop in beweging. Als onafhankelijke organisatie hebben wij een sterke focus op medezeggenschap. Als u lid bent van de mr of gmr, kunt u dus altijd op ons rekenen: met kennis van de actualiteit, expert in wetgeving en veelgevraagd adviseur. Rein van Dijk directeur
CORPORATE ANNUAL REPORT 5 omgaan met krimp De adviseurs van de VOO hebben elk hun eigen specialisatie. Bijvoorbeeld passend onderwijs, medezeggenschap, krimp, ouderbetrokkenheid, communicatie en identiteitsontwikkeling van het openbaar onderwijs. Voor andere beleidsterreinen, zoals onderwijshuisvesting of juridische Janny Arends janny@voo.nl medezeggenschap ondersteuning beschikt de VOO over een netwerk van deskundige externe adviseurs en juristen. servicekaart Veel schoolleiders en medezeggenschapsraden maken via de VOO gebruik van ondersteuning in situaties waar zij zelf niet voldoende tijd of specifieke kennis hebben. Een fusie van scholen of Rein van Dijk rein@voo.nl medezeggenschap, krimp herinrichting van de bestuurlijke medezeggenschap vereist een gedegen aanpak. U kunt op zulke momenten een beroep doen op een van onze adviseurs. Met de MR Servicekaart heeft u recht op 5 uur advies en bijstand. De servicekaart kost 495 euro exclusief btw en is onbeperkt geldig. www.voo.nl/servicekaart 036 711 6178 Flora Breemer flora@voo.nl ouderraden, teamtrainingen nieuw statuut of reglement Het medezeggenschapsstatuut moet iedere twee jaar worden herzien en vastgesteld. Om de GMR op weg te helpen, kan een van onze adviseurs meelezen en u van advies voorzien. Ook kunnen wij uw reglement, waarin onder meer de taken en bevoegdheden van de (G)MR zijn vastgelegd, voor Jan de Vos jan@voo.nl passend onderwijs, krimp, fusie, cao u beoordelen. helpdesk@voo.nl 036 711 6178 fusie-effectrapportage Als MR beoordeelt u de fusie-effectrapportage voor uw school. Wilt u dat wij met u meelezen en Michiel Jongewaard michiel@voo.nl communicatie, openbaar onderwijs een advies geven over de FER? U krijgt van ons een gedegen analyse en advies. Neem contact op met onze Helpdesk via 036 711 6178
6 CORPORATE OmgAAN met ANNUAL krimpreport gevolgen voor basisscholen Steeds is van belang dat de school wettelijk bestaansrecht kan houden. Anders vervalt de bekostiging en moet de school van rechtswege sluiten of fuseren. Voor ouders kan dit betekenen dat hun kinderen naar een ander dorp op school moeten. Basisscholen worden kleiner als er minder leerlingen komen. Dat raakt in elk geval de volgende onderdelen: kan de basisschool kwaliteit blijven bieden als er minder leerlingen en daardoor ook een kleiner team, meer combinatiegroepen en minder geld is? kan de basisschool blijven bestaan en blijven voldoen aan de (gemeentelijke) opheffingsnormen? kan de school de eigen identiteit en/of richting houden of zijn er mogelijkheden tot samenwerking met andere scholen? kan de school door de jaren heen inspelen op de (steeds doorgaande) daling van het leerlingenaantal. Is de organisatie flexibel en duurzaam genoeg? Wat betekent een eventuele sluiting van een school voor de bereikbaarheid van het onderwijs en de leefbaarheid van een dorp of stadwijk? krimp en aandachtspunten Iedereen maakt vanuit zijn of haar eigen situatie en visie op onderwijs en samenleving verschillende keuzes. Als ouders erg hechten aan een bepaalde godsdienstige richting, nemen ze een grotere afstand en eventuele vervoerskosten eerder voor lief dan ouders die prioriteit geven aan de goede school voor alle kinderen in de wijk of het dorp. Binnen het openbaar onderwijs en binnen samenwerkings-scholen bestaat hier ook de mogelijkheid van Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) of godsdienstig Vormingsonderwijs (gvo). Ouders kunnen in Nederland kiezen voor de openbare school. Al sinds 1857 hebben zij in dat geval wettelijk (artikel 50 en 51 WPO) het recht om de openbare lagere school te vragen om godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs voor hun kinderen. De lessen worden gegeven door docenten die verbonden zijn aan kerken, moskeeën en humanistische organisaties. meestal gaat het om een of twee uur per week. De lessen zijn alleen bedoeld voor de leerlingen die zich hiervoor opgeven.
CORPORATE OmgAAN ANNUAL met REPORT krimp 7 In het schema Wetgeving, rijksbeleid en (inter) gemeentelijk beleid zijn de aandachtspunten voor een school, voor ouders en personeel in de medezeggenschapsraad, maar ook voor besturen en de schoolleiding weergegeven. Wetgeving, rijksbeleid, (inter)gemeentelijk beleid keuzes en scenario s Als een school krimpt, zijn er verschillende mogelijkheden om onderwijs te garanderen. In onderstaand schema Samen of Zelf vindt u alle mogelijkheden en scenario s. Continuïteit kwaliteit Identiteit Duurzaam en flexibel Bereikbaar en leefbaar In mijn klas geldt één regel: er wordt nooit buitengesloten. Ellen Emonds, leraar van het jaar 2012 Zelf Een belangrijke vraag is of de school zelf de krimp aankan of dat samenwerking met andere scholen mogelijk is en gewenst wordt. Als er geen andere basisscholen zijn waar een kleiner wordende school mee kan samenwerken of eventueel mee kan fuseren, is de basisschool op zichzelf aangewezen. Dit kan zijn omdat er geen andere scholen in de wijk of het dorp zijn of dat het gaat om een basisschool van een bestuur met slechts één school. Passend onderwijs en zorgverbreding Alle basisscholen hebben sinds 1 augustus 2014 te maken met passend onderwijs. In het schoolondersteuningsprofiel wordt aangegeven voor welke kinderen de school goede ondersteuning in het onderwijs kan geven. Soms profileren scholen zich binnen passend onderwijs. Dat kan instroom van nieuwe leerlingen betekenen als ouders hier kansen zien. Voorwaarde is natuurlijk dat het schoolteam en de directie ook in de praktijk toegerust zijn op deze nieuwe leerlingen.
8 CORPORATE omgaan met ANNUAL krimpreport Brede school en Integraal Kind Centrum Veel basisscholen proberen samen te werken met peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, instellingen voor buitenschoolse opvang en soms ook met sport, culturele of welzijnsinstellingen (bibliotheek, cultuurhuis, wijkcentrum, sportvoorzieningen). Vooral wanneer huisvesting een item is, is het vaak voordeliger om een of meerdere scholen gezamenlijk te huisvesten in een multifunctioneel centrum of een zogenaamd Integraal Kind Centrum. Van belang is dat er voldoende kinderen zijn voor deze voorziening. Gemeenten maken dan de afweging om bestaande gebouwen aan te passen of een nieuw multifunctioneel gebouw te financieren. De gemeente regelt de huisvesting en betaalt de scholenbouw. Voor ouders kan het aantrekkelijk zijn wanneer opvang en onderwijs dicht bij elkaar liggen en er samenwerkingsafspraken zijn. Zelf omgaan met krimp Er zijn twee mogelijkheden om zelf als school met krimp om te gaan. 1. Meebewegen met de krimp De school wordt kleiner. De schoolorganisatie wordt (ieder jaar) aangepast. Combinatiegroepen zullen vaker voorkomen. Teamleden worden overgeplaatst of verliezen hun baan. Als de school te klein wordt (opheffingsnorm), wordt de school gesloten. 2. Concurreren om de leerlingen De school gaat zich profileren en probeert leerlingen van andere scholen te winnen. In dit geval kan gelden: de één zijn dood is de ander zijn brood. Ten koste van andere scholen wordt de krimp te lijf gegaan. Combinaties met een peuterspeelzaal of kinderopvang kunnen bij concurrentie en de slag om de ouder een belangrijke factor zijn. Samen de krimp te lijf Samenwerken kan ook een oplossing betekenen. Er zijn drie hoofdvormen van samenwerking: 3. Clusters van scholen / onderwijsteams Een aantal schoolbesturen kiest er voor om binnen de eigen richting samenwerking van scholen in verschillende dorpen of wijken te bevorderen. Het doel van samenwerking is altijd kwaliteitsborging en/of kostenbesparing. Eén directeur of intern begeleider voor twee scholen of de gezamenlijke inkoop van materiaal of contracten zijn hiervan voorbeelden. 4. Fusie, samenwerkingsschool of een regioschool Scholen kunnen vrijwillig of gedwongen (onder de opheffingsnorm: van rechtswege) fuseren. Steeds meer worden samenwerkingsscholen - vaak informeel - gevormd. Ieder kind in het dorp of wijk kan dan dichtbij en met de vriendjes en vriendinnetjes naar school. Niet altijd is er een school van een andere richting in de buurt of het dorp. Een fusie met een school van het eigen bestuur is ook een mogelijkheid. Soms wordt een regioschool gevormd. Een basisschool krijgt dan de onderwijsfunctie voor kinderen uit een aantal dorpen. 5. Uitruilen van basisscholen: de kwartetvariant De wet is ingewikkeld bij het vormen van samenwerkingsscholen. Er zijn allerlei grote en kleine wetten en regels die samenwerkingsscholen van openbaar en bijzonder onderwijs administratief ingewikkeld en financieel en bestuurlijk kwetsbaar maken. Schoolbesturen kiezen daarom steeds meer voor het uitruilen van basisscholen. De openbare school in dorp A wordt gesloten en de kinderen gaan naar de christelijke school. In dorp B gaat het net andersom. Zowel in dorp A als in dorp B blijft een school voor alle kinderen in het dorp bestaan. In schoolbesturenland wordt dit ook wel de kwartetvariant genoemd. Mag ik deze school van jou, dan krijg jij die school van mij.
CORPORo A TmEgAaan N N Um A LetR EkPri Om R Tp 9 9% daling gemiddeld 20% in 173 gemeenten 9% daling gemiddeld Let op: Dit kan nooit zonder de ouders en zonder de medezeggenschapsraden (MR) hierin te kennen door schoolbesturen zo geregeld worden. In de checklist aan het eind van deze handreiking wordt aangegeven welke positie u als ouder en MR of GMR heeft. Samenwerken kan een oplossing zijn om de krimp
10 CORPORATE OmgAAN met ANNUAL krimpreport Openbaar onderwijs voor iedereen gegarandeerd De overheid garandeert voor elk kind openbaar onderwijs. Openbaar onderwijs is toegankelijk voor alle kinderen. Dat betekent dat de openbare school plaats heeft voor ieder kind. In de wet heet dit algemeen toegankelijk. De openbare school is daarom hét voorbeeld van de samenleving in het klein. Op de openbare school worden kinderen zo goed mogelijk voorbereid op hun rol in de samenleving. De school geeft daarbij zelf het voorbeeld, door de manier waarop zij omgaat met de leerlingen, ouders, personeelsleden en de omgeving van de school. De leerkrachten spelen daarbij natuurlijk een belangrijke rol. Het karakter van de openbare school wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kernwaarden van het openbaar onderwijs. Die kernwaarden maken de openbare school tot het onderwijs van deze tijd. Voor het openbaar onderwijs gelden soms eigen criteria en afstandsnormen om een school onder de normale opheffingsnorm toch te laten voortbestaan. Deze normen zijn samengevat: Binnen 5 kilometer is het de enige openbare basisschool en de school telt minimaal 50 leerlingen; Er is (over de weg gemeten) geen andere basisschool binnen 10 kilometer en er is behoefte aan openbaar onderwijs. Stichting en opheffingsnormen De Wet op het primair onderwijs (WPO) kent een aantal bepalingen in het kader tot het stichten en opheffen van basisscholen. Bereikbaarheid en kwaliteit zijn hierbij kernbegrippen. Op het platteland is de bevolkingsdichtheid geringer dan in de stad. Daarom is bevolkingsdichtheid in een gemeente gekozen als criterium om scholen in stand te houden. Let op: ga altijd na wat de opheffingsnorm voor de gemeente is 1 Stichten van een school De minimale stichtingsnorm voor een basisschool is 200 leerlingen. In de steden zijn de normen vaak nog hoger. Vanwege het uitgangspunt Toerusting is door het Rijk gesteld dat nieuwe basisscholen alleen kunnen worden gevormd als ze groot zijn. In nieuwbouwwijken worden scholen soms gesticht, terwijl ze
NIET APART MAAR SAMEN CORPORATE omgaan ANNUAL met REPORT krimp 11 Illustratie Dick Bruna, copyright Mercis b.v. 1966 DE OPENBARE SCHOOL Vereniging Openbaar Onderwijs nog geen 200 leerlingen hebben. Dit wordt toegestaan op grond van een reële prognose. De bepaling is dan dat de school binnen vijf jaar minimaal 200 leerlingen hoort te hebben. Een gemeente kan na overleg met de schoolbesturen beslissen tot het splitsen van de gemeente in twee delen. Het dichtbevolkte gedeelte (stad) krijgt dan een hogere opheffingsnorm en het dunbevolkte deel van de gemeente een lagere. worden ze bekostigd door het Rijk. 4 Nevenvestigingen Soms kan (alleen bij een fusie) een nevenvestiging worden gevormd. Een nevenvestiging is een onderdeel van een school. Een nevenvestiging kan gevormd worden als bij een school met: 23 leerlingen er binnen een straal van 2 km geen andere school is 50 leerlingen er binnen 3 km geen school van dezelfde richting is 23 leerlingen er binnen 5 km geen school van dezelfde richting is een openbare nevenvestiging als er binnen 10 km (over de weg) geen andere school is Minimale norm is 23 ll 2 Instandhouden of opheffen van een school Een school wordt opgeheven als de school niet meer aan de instandhoudings- of opheffingsnorm voldoet. De opheffingsnorm verschilt per gemeente. Eens in de vijf jaar worden de opheffingsnormen aangepast op grond van de bevolkingsdichtheid. De opheffingsnorm kan variëren van minimaal 23 leerlingen in de dunst bevolkte gemeenten tot maximaal 200 leerlingen. 3 Gemiddelde schoolgrootte Als een schoolbestuur (of samenwerkende schoolbesturen) een aantal grote scholen heeft, kunnen mogelijk scholen onder de opheffingsnorm in stand blijven via de gemiddelde schoolgroottenorm. Die bedraagt 10/6e deel van de opheffingsnorm. Ter illustratie Een schoolbestuur heeft drie scholen. Een van 60, een van 90 en een van 400 leerlingen. De opheffingsnorm is 100. De gemiddelde schoolgroottenorm is 10/6e keer 100 = 167 leerlingen. De feitelijke gemiddelde schoolgrootte is 60+90+ 400 = 550, gedeeld door 3 = 183 leerlingen. Er moet naar beneden worden afgerond. Omdat de feitelijke gemiddelde schoolgrootte meer is dan de gemiddelde schoolgroottenorm van 10/6e keer de opheffingsnorm, mogen de scholen van 60 en 90 leerlingen (onder de opheffingsnorm van 100 leerlingen) blijven bestaan en Ook kan het systeem van de gemiddelde schoolgrootte toegepast worden op een nevenvestiging.
12 CORPORATE ANNUAL REPORT OmgAAN met krimp 5 Samenwerkingsscholen Een samenwerkingsschool is een school van openbaar en bijzonder onderwijs. Wettelijk kan een samenwerkingsschool alleen gevormd worden door een fusie. Nu staat nog in de WPO dat dit alleen kan wanneer een van de basisscholen in haar bestaan bedreigd wordt en de besturen samen een nieuw schoolbestuur voor de samenwerkignsschool vormen. Er is een initiatiefwet in behandeling die deze regelingen deels versoepelt. In de loop van 2015 zal hier waarschijnlijk meer duidelijkheid over komen. De bestuurlijke constructie van een apart bestuur voor een nieuwe samenwerkingsschool is niet versoepeld in de nieuwe voorstellen. Dat heeft naar verwachting tot gevolg dat besturen geen formele samenwerkingsscholen zullen vormen, maar de informele weg blijven kiezen ( kwartetvariant ) Voor één school in Nederland is een uitzondering gemaakt. In het kader van een pilot is De master Frankeskoalle in Earnewâld (gemeente Tytsjerksteradiel) eind jaren 80 van de vorige eeuw apart in de wet opgenomen als samenwerkingsschool voor openbaar en protestants-christelijk onderwijs. Een samenwerkingsschool is voor alle leerlingen toegankelijk. In samenspraak met de ouders wordt invulling in de school en het onderwijsgegeven aan de diversiteit in levensbeschouwing en aan religieuze achtergrond van de kinderen. Een aantal samenwerkingsscholen werkt met een identiteitscommissie. kleinescholentoeslag en fusieregeling kleine scholen zijn per leerling relatief duur. In het kader van efficiëntie wordt soms door overheden om financiële redenen gekeken naar nieuwe wetgeving. Dat kan ook de kleine scholen raken. Scholen tot 145 leerlingen krijgen naast een bedrag per leerling ook een zogenaamde kleinescholentoeslag. Hoe kleiner de school, hoe groter de kleinescholentoeslag. De Tweede kamer heeft in 2014 ervoor gekozen om de kleinescholentoeslag en ook de huidige stichtings- en opheffingsnormen te behouden. Fuseren van scholen wordt wel gestimuleerd door een nieuwe fusieregeling. Vanaf 1 augustus 2015 is geregeld dat wanneer twee of meer scholen fuseren het schoolbestuur gedurende zes jaar lang het verlies aan kleinescholentoeslag gecompenseerd krijgt. Het gevolg is dat door de fusie personeel niet ontslagen hoeft te worden en de fusieschool relatief veel geld krijgt. Als gevolg van krimp kan er wel minder personeel en geld beschikbaar zijn. Immers, elke leerling minder betekent minder geld.
CORPORATE OmgAAN ANNUAL met REPORT krimp 13 Fusietoets en fusie-effectrapportage (FER) Bij een fusie van scholen of van besturen moeten altijd een fusietoets en fusieeffectrapportage (FER) worden opgesteld. Hierin staat samengevat: 1. motieven voor de fusie (fusie van rechtswege of vrijwillig); 2. Alternatieven voor de fusie: waarom deze fusie? 3. Wanneer fuseren (datum)? 4. Te bereiken doelen (bijv. garantie onderwijs in dorp) 5. Effect fusie op keuzevrijheid spreiding van scholen in voedingsgebied 6. kosten en baten van de fusie, inclusief (de nieuwe) fusieregeling. 7. gevolgen voor personeel (bijvoorbeeld het eerste nieuwe team) 8. Huisvestingsafspraken (evt. bijbouw of nieuwbouw / vorming IkC) 9. Communicatie met betrokkenen (ouders, personeel, leerlingen, wijk/dorp) 10. Evaluatie van de fusie (wanneer en hoe?) 11. Advies college van Burgemeester en Wethouders (B&W) over de wenselijkheid van de fusie (verplicht) Fusietoets Als het volgende aan de orde is, moet de minister de fusie goedkeuren (fusietoets): De fuserende scholen hebben samen 500 of meer leerlingen De schoolbesturen hebben samen meer dan 10 scholen In deze gevallen vraagt de minister een advies aan de Commissie Fusietoets in het onderwijs (CFTO). Als er sprake is van een sterke krimp (meer dan 15 procent), hoeft geen advies gevraagd te worden.
14 CORPORATE OmgAAN met ANNUAL krimpreport medezeggenschap Een fusie en/of samenwerking tussen scholen moet zorgvuldig worden voorbereid. Ouders en personeel moeten daarbij worden betrokken. In de Wet medezeggenschap scholen (WmS) staat dat een schoolbestuur bij fusie en samenwerking een aantal zaken aan de (g)mr - casus bepaald - ter advisering en ter instemming voorlegt. Instemming (g)mr Doelstellingen school art 10a Overdracht, fusie en Fusie-effect-rapportage art 10h Verzelfstandiging nevenvestiging Adviesrecht (g)mr Aanstelling en ontslag op grond van denominatie (richting) art 11g Organisatie (nieuwe fusie) school art 11f Uitbreiding / inkrimping werkzaamheden van de school art 11c Duurzame samenwerking met een andere school of instelling art 11d Aanstelling (en ontslag) schoolleiding art 11h Samenwerking buitenschoolse opvang art 11d Nieuwbouw / belangrijke verbouwing art 11n Instemming oudergeleding grondslag van de school (instemming) art 13b Tussenschoolse opvang/overblijven (instemming) art 13f Activiteiten buiten onderwijstijd (advies) art 13d Instemming personeelsgeleding Samenstelling/wijziging formatie art 12b Taakverdeling/taakbelasting art 12h Aanstelling en ontslagbeleid (instemming) art 12o Als er rechtspositionele gevolgen zijn, moet het bestuur met de vakbonden Decentraal georganiseerd Overleg (DgO) voeren Checklist voor ouders 1 goed onderwijs en herkenbaarheid voor ouders en leerlingen 1.1 Blijft met een fusie of samenwerking het onderwijs kwalitatief goed? 1.2 gaat mijn kind met plezier naar school 1.3 Als er veranderingen komen, blijven de huidige teamleden op school? 1.4 gaan meer kinderen uit de klas mee naar de nieuwe school? 1.5 Als er een fusie komt of een samenwerkingsschool, is dit binnen de eigen denominatie of met een andere denominatie? 2 Bestaansrecht school (wettelijk) 2.1 Heeft de school wettelijk bestaansrecht (alle opties bekeken)? 2.2 Willen (veel) ouders dat de school eventueel wordt gesloten?
CORPORATE omgaan ANNUAL met REPORT krimp 15 2.3 Is fusie met een andere school mogelijk? 2.4 Als de school sluit, kennen ouders dan de vervoerskostenregeling? 3 Identiteit herkenbaar in nieuwe school / samenwerking 3.1 Hoe belangrijk is voor mij de identiteit van de school? 3.2 Herken ik mij voldoende in de identiteit of richting van de nieuwe school? 3.3 Kan mijn kind deelnemen aan humanistisch of godsdienstig vormingsonderwijs (G/HVO) 3.4 Bestaat er een identiteitscommissie en wordt daar voldoende over gecommuniceerd? 4 Ouders worden gezien en serieus genomen 4.1 Zijn wij als ouders goed geïnformeerd? 4.2 Worden we goed betrokken bij de voorbereiding van een keuze en luistert het bestuur naar onze wensen? 4.3 Is bekend en besproken welke keuze de ouders van de kinderen maken? NB: Alleen de ouders bepalen waar hun eigen kind naar school gaat! Checklist voor de MR en GMR 1 Bestaansrecht school (wettelijk) 1.1 Heeft de school wettelijk bestaansrecht (alle opties bekeken)? 1.2 Bij (vrijwillige) opheffing / keuzes: is de argumentatie van het bestuur helder? 1.3 Is de Fusie Effect Rapportage (FER) volledig en stemmen wij daar mee in? 2 Bestuur en procedure en erkennen positie MR en GMR 2.1 Zijn MR en/gmr volledig en tijdig geïnformeerd en betrokken? 2.2 Wordt voldaan aan de wettelijke bevoegdheden van MR-en / GMR 2.3 Overleg tussen de (G)MR-en die bij evt. veranderingen betrokken zijn? 3 Kwaliteit van het onderwijs 3.1 Kan de fusieschool of samenwerkingsschool kwalitatief goed onderwijs geven? 4 Ouders 4.1 Zijn de ouders van de betrokken scholen goed geïnformeerd? 4.2 Luistert het bestuur goed naar de ouders en hun wensen? 4.3 Is bekend / besproken welke keus ouders van de kinderen maken? 5 Personeel 5.1 Is de werkgelegenheid van het personeel gegarandeerd? 5.2 Kunnen teamleden op dezelfde school / nieuwe fusieschool blijven? 5.3 Goede regeling voor teamleden die evt. kiezen voor het behouden van een aanstelling/benoeming bij het bestuur van de eigen identiteit 5.4 Mobiliteitsbeleid van personeel helder in P(G)MR heeft ingestemd? 5.5 Zijn er afspraken over een evt. sociaal plan met de vakbonden gemaakt?
Colofon De brochure Omgaan met krimp is een uitgave voor ouders en medezeggenschapsraden. augustus 2015, Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), Almere. Jan de Vos tekst michiel Jongewaard eindredactie VOO-bureau vormgeving Postbus 60182 1320 AE Almere 036 533 1500 scholing@voo.nl De Vereniging Openbaar Onderwijs is werkzaam in het belang van het gehele onderwijs. Een van onze kernactiviteiten is het behartigen van de belangen van medezeggenschapsraden en ouderraden. Zij kunnen lid worden van de VOO en gebruikmaken van advies, cursussen of ondersteuning. Vereniging Openbaar Onderwijs