Watervergunning Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning met kenmerk WSV 2008/3708 als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Cargill B.V. locatie Multiseed Oceanenweg 19 1047 BA Amsterdam Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing aanvraag 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8. Mededelingen Pagina 1 van 6
1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op een aanvraag om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door Cargill B.V., locatie Multiseed te Amsterdam. De aanvraag is ontvangen op 2 december 2014 en geregistreerd onder nummer RWS-201453874 (Wave-nummer: wtw24639). 2. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: De wijziging, zoals deze in paragraaf 3.2 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund. 3. Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de watervergunning van Cargill B.V. locatie Multiseed (hierna: Cargill) van 4 september 2008 met kenmerk WSV 2008/3708, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 mei 2012 met kenmerk WSV 2012-1983. 3.1 Bedrijfssituatie Cargill Multiseed verwerkt diverse soorten plantaardige oliehoudende zaden. Van met namen zonnebloem- en raapzaad produceert men ruwe olie voor de voedingsmiddelenindustrie en meel. De vergunning gaat uit van een maximale olieproductie van 1000 ton per dag. Bij de productie gebruikt Cargill leiding-, grond- en oppervlaktewater. Het bedrijf loost koelwater, spuiwater afkomstig van de ketel(voedingswater bereiding) en terreinwater direct in oppervlaktewater. Daarnaast vindt incidenteel een overstort plaats van water uit het vuilwaterriool op oppervlaktewater. 3.2 Gewenste wijziging Cargill is voornemens om het ketelwateradditief (zuurstofbinder) Cortrol IS3000 te vervangen door het middel Cortrol IS3070E. Aanleiding om het ketelwateradditief te vervangen is dat het gebruik van het huidige middel wel eens tot verstoppingen leidt. Doordat het nieuwe middel minder geconcentreerd is, verwacht Cargill deze problemen niet meer te ondervinden. Bestaand middel Cortrol IS3000 Van het bestaande middel Cortrol IS3000 wordt circa 4.300 kg/jaar gebruikt. Op de material safety data sheet (MSDS) wordt geen aanduiding waterbezwaarlijkheid conform de Algemene beoordelingsmethodiek (ABM) weergegeven. Pagina 2 van 6
Nieuwe middel Cortrol IS3070E Het nieuwe middel Cortrol IS3070E zal circa 5.200 kg/jaar worden gebruikt. Volgens de MSDS heeft het middel conform de ABM een aanduiding waterbezwaarlijkheid: Weinig schadelijk voor in water levende organismen met een bijbehorende Saneringsinspanning B. 4. Toetsing aanvraag 4.1 Beste beschikbare technieken Bij het gebruik van ketelwateradditieven is het BBT om voor de minst waterbezwaarlijke alternatieven te kiezen, waarbij wel volledig aan de functionele eisen wordt voldaan. Het gebruik van het preparaat moet worden geminimaliseerd, zonder dat het zijn werking verliest. Omdat van het bestaande middel de waterbezwaarlijkheid niet is weergegeven, heb ik deze aan de hand van de gegevens die op het MSDS staan vermeld, zelf beoordeeld. Het preparaat bevat 30 tot 60% natriumbisulfiet als werkzame stof. Daarnaast bevat het preparaat 0,1 tot 1,0 % kobaltdichloride als katalysator. Aangezien de opgegeven range op MDSD niet overeenkomt met de grenzen in de ABM, zijn er 2 mogelijke uitkomsten. Te weten: indien het preparaat meer dan 0,25% kobaltdichloride bevat: Schadelijk voor in water levende organismen; bevat stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu, saneringsinspanning A; indien het preparaat minder dan 0,25% kobaltdichloride bevat: Schadelijk voor in water levende organismen, saneringsinspanning B. Voor het nieuwe middel zie ik geen aanleiding om te twijfelen aan de door de leverancier vermelde waterbezwaarlijkheid van: Weinig schadelijk voor in water levende organismen, saneringsinspanning B. Het nieuwe preparaat is conform de ABM minder waterbezwaarlijk. Daar staat tegenover dat er wel meer van het middel nodig is, maar de hoeveelheid werkzame stof blijft gelijk. Ook in het nieuwe preparaat zit Kobaltdichloride als katalysator. Alleen in een concentratie die volgens de richtlijnen niet hoeft te worden vermeld. Gelet op EU Directive 67/548 (30 ATP) betekent dit dat er maximaal 0,01% kobaltdichloride in het preparaat mag zitten. Ondanks dat er circa 20% meer preparaat wordt gebruikt, komt er ten minste 8 maal minder kobaltchloride in het oppervlaktewater. Door het overschakelen van Cortrol IS3000 naar Cortrol IS3070E, komen er minder milieubezwaarlijke stoffen in het milieu. Gelet hierop wordt aan BBT voldaan. 4.2Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem Zoals in voorgaande paragraaf is beschreven, bevatten de preparaten dezelfde werkzame stof en dezelfde katalysator. Door de aangevraagde wijziging zal een zelfde hoeveelheid werkzame stof worden geloosd. Het grote voordeel van het nieuwe preparaat is dat de hoeveelheid katalysator is afgenomen. Pagina 3 van 6
Gelet op het voorgaande, leidt de aangevraagde wijziging niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem dan volgens de geldende vergunning is toegestaan. 5. Procedure Op grond van artikel 6.26, tweede lid heeft de voorbereiding van deze vergunning volgens het gestelde in artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a en tweede tot en met vierde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. Afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, is volgens artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Deze vergunning treedt in werking na de bekendmaking. 6. Conclusie De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. Het beoogde gebruik van de hulpstoffen leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan. 7. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, Pagina 4 van 6
8. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de Minister van Infrastructuur en Milieu, p/a Rijkswaterstaat West- Nederland Noord, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 3119, 2001 DC Haarlem. In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Pagina 5 van 6
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden. Afschrift van het besluit is gezonden aan: a. Het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren (Postbus 20906, 2500 EX Den Haag); b. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Postbus 209, 1500 EE Zaandam). Pagina 6 van 6