Mensensmokkel. In beeld 2000-2001



Vergelijkbare documenten
Migratieradar april Ontwikkeling en verwachting van asielmigratie

Minder asielzoekers in de Europese Unie

Migratieradar juni Ontwikkeling en verwachting van asielmigratie

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Bijlage

Statistiek internationale kinderontvoering 2008

Statistiek internationale kinderontvoering 2008

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2014

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

Artikelen. Weer minder asielzoekers in de Europese Unie. Han Nicolaas, Arno Sprangers en Joke Korpel

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

Vraag 1: Kent u de berichtgeving over het stijgende aantal asielaanvragen van Kosovaren in Nederland? 1)

Bijlage. 3 - meename door moeder meename door beiden meename door derde(n)

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Wat is het gevolg van het vervallen van de geldigheid van de bijschrijving?

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Jaarmonitor goederenvervoer

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

De IND belicht, jaarresultaten 2003

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2009

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Hoofdstuk. Migratie. in België

Visumvereisten voor buitenlanders die Oekraïne betreden. Land Visum vereist / niet vereist Opmerking*

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Vluchtelingen in getallen

DAG VAN DE VLUCHTELING

Het Belgische asielbeleid

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

ASIELSTATISTIEKEN 2008

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Vluchtelingen in getallen

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Samenvatting bevolkingscijfer op 01/01/2016

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Tarieven Internationale registratie (Benelux basis) 2016

Veelgestelde vragen over (kinderbijschrijving in) een paspoort

Samenvatting. De belangrijkste bevindingen per migratietype

ASIELSTATISTIEKEN Overzicht 2009

THUISSITUATIE LEVEL 1 VRAAG 1 VRAAG 2 VRAAG 3. Heel wat mensen in de wereld ontvluchten hun land. Geef 3 redenen waarom mensen op de vlucht slaan.

VOORBEREIDEND KNUTSELWERK

Internationale handel visproducten

SBI-indeling, omzetniveau en internationale handel in goederen van de leden van de FME en aangesloten brancheverenigingen

De nieuwe landen in het oosten

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2015

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Wat wil Nederland bereiken in Europa? Het immigratie- en asielbeleid

Wat is het gevolg van het vervallen van de geldigheid van de bijschrijving?

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Lijst van verdragen op alfabetische volgorde: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

2 Migratie. Laatste update Inhoud

Toerisme in perspectief

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Met een bijschrijving kan na 26 juni 2012 niet meer gereisd worden.

Onderbouwing van de keuze van de vluchtelingengemeenschappen binnen het project

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2016

Thema 5 Over de grens. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Emigranten. Immigranten. Onder de loep. Begrippen. verblijfsvergunning.

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Vluchtelingen in getallen

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Dossiers illegale tewerkstelling van vreemdelingen bij de arbeidsauditoraten van het ressort Gent

ASIELSTATISTIEKEN Overzicht 2010

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Ronde Vluchtelingen en mensenrechten. De antwoorden

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Iran-Nederland 1

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

Samenvatting Aanleiding tot het onderzoek

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

Transcriptie:

Mensensmokkel In beeld 2000-2001

Colofon Uitgave: Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel en Landelijk Parket Rotterdam, najaar 2002 Realisatie: Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist Kaart omslag: IAM en Microsoft Encarta Aan de inhoud van dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend. 2

3 Mensensmokkel in beeld

4 Mensensmokkel in beeld

Inhoudsopgave Voorwoord 7 1. Inleiding 9 2. Bronlanden 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Regio Midden-Oosten en Centraal-Azië 16 2.2.1 Afghanistan 16 2.2.2 Iran 19 2.2.3 Irak, in het bijzonder Noord-Irak 21 2.2.4 Turkije 24 2.3 Regio Afrika 28 2.3.1 Sierra Leone 28 2.3.2 Guinee 29 2.3.3 Angola 31 2.3.4 Somalië 33 2.4 Verre Oosten 35 2.4.1 China 35 2.5 Samenvatting en conclusies 39 3. Transitlanden 45 3.1 Inleiding 45 3.2 De Gouden Driehoek: Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne 45 3.3 Centraal- en Oost-Europese landen: Polen, Tsjechië, Roemenië, Hongarije en Bulgarije 48 3.4 Zuidwest-Balkan: Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Federale Republiek Joegoslavië, Albanië, Macedonië en Turkije 53 3.5 De zuidgrens van het Schengengebied: Griekenland, Italië, Spanje 59 3.6 Samenvatting en conclusies 62 4. Reisroutes 65 4.1 Inleiding 65 4.2 Migratieregio s in Afrika 65 4.3 Migratieregio s in Azië 69 4.4 Migratieregio s in Midden- en Oost-Europa 71 4.5 Mensensmokkel naar Groot-Brittannië 72 4.6 Samenvatting en conclusies 73 5

5. Illegale binnenkomst en illegaal verblijf in Nederland 77 5.1 Inleiding 77 5.2 Illegale grensoverschrijding 77 5.3 Illegale binnenkomst en smokkel van asielzoekers 81 5.4 Illegaal verblijf in Nederland 86 5.5 Samenvatting en conclusies 90 6. Mensensmokkel in relatie tot Nederland 93 6.1 Inleiding 93 6.2 Strafrechtelijke aanpak van mensensmokkel: het Openbaar Ministerie 93 6.3 Strafrechtelijke aanpak van mensensmokkel: de opsporingsdiensten 98 6.3.1 De mensensmokkelaars 98 6.3.2 De gesmokkelden 103 6.3.3 De modus operandi 105 6.4 Samenvatting en conclusies 109 7. Fraude met reis- en identiteitsdocumenten 113 7.1 Inleiding 113 7.2 Misbruik van documenten: ervaringen van de grensbewaking 115 7.3 Misbruik van documenten: indicaties uit de opsporingspraktijk 118 7.4 Schengenvisa 124 7.5 Identiteitsfraude: mensensmokkel en andere delicten 128 7.6 Samenvatting en conclusies 131 8. Veiligheidsrisico s 135 8.1 Inleiding 135 8.2 Kwartiermakersfunctie 135 8.3 Samenvatting en conclusies 137 9. Alleenstaande minderjarige asielzoekers in Nederland 139 9.1 Inleiding 139 9.2 Alleenstaande minderjarige asielzoekers in Nederland 140 9.3 Emigratiemotieven 140 9.4 Illegale immigratie en smokkel van AMA s 142 9.5 Misbruik van de AMA-procedure 145 9.6 Samenvatting en conclusies 146 Bijlage 1: Dublin-claims ontvangen in Nederland, 2000-2001 149 Bijlage 2: Kwantitatieve gegevens asielzoekers in relatie tot mensensmokkel, 2000 150 Bijlage 3: Lijst van gebruikte termen 152 Bijlage 4: Geraadpleegde bronnen 153 6

Voorwoord Het was de Doverzaak die in 2000 voor iedereen zichtbaar maakte dat Nederland een belangrijke schakel vormt in de smokkel van mensen. In dezelfde periode verscheen de eerste rapportage over mensensmokkel, het Dreigingsbeeld Mensensmokkel. Daarin werd een poging gedaan om zo veel mogelijk inzicht te verschaffen in het type criminaliteit dat kon leiden tot een dergelijke tragedie. Ruim twee jaar na Dover zijn signalen voor mensensmokkel nog steeds volop aanwezig. Er is alle reden om een tweede rapportage uit te brengen. Voor u ligt dan ook de tweede, geactualiseerde rapportage over mensensmokkel in relatie tot Nederland. Mensensmokkel in beeld is een gezamenlijk project van de overheidsdiensten die samenwerken bij de aanpak van mensenmokkel: de Nederlandse politie, de Koninklijke Marechaussee, het Openbaar Ministerie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Ministeries van Justitie, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In deze tweede rapportage valt één ontwikkeling het meest op. Dat is het toenemende gebruik van valse en vervalste reis- en identiteitsdocumenten bij mensensmokkel. Een illustratie vormen de twee Nederlandse touringcars die in de tweede helft van 2001 binnen een maand werden aangehouden. Alle negenentachtig passagiers van deze bussen bleken in het bezit van valse Nederlandse identiteitsdocumenten. Zij waren afkomstig uit India en Bangladesh. De organisatie die hen smokkelde was gevestigd in Den Haag; zij bracht illegale migranten bijeen, bood hen huisvesting en voorzag hen van valse documenten. Het verbaasde de opsporingsdiensten dat een smokkelorganisatie in staat bleek om in korte tijd zo veel paspoorten en identiteitsbewijzen beschikbaar te hebben: minstens negenentachtig in minder dan een maand. De documenten werden vlak voor vertrek uitgereikt en moesten na aankomst in Groot-Brittannië teruggestuurd worden. Dan zouden de papieren opnieuw worden gebruikt. Deze zaak vormt geen uitzondering en er is dan ook sprake van een alarmerende trend. Cijfers over mensensmokkel doen soms denken aan de beurskoersen. Die stijgen, dalen en schommelen van dag tot dag. Maar de fluctuaties krijgen pas betekenis wanneer je kijkt naar de onderliggende oorzaken. Die vormen een ingewikkelde mengeling van internationale politiek, economische ontwikkelingen en nationale regelgeving. Om daar grip op te krijgen is een nauwgezette bestudering van trends en achtergronden vereist. Iets dergelijks geldt voor mensensmokkel. De toptien van belangrijkste herkomstlanden van migranten krijgt vaak in korte tijd een compleet ander aanzien. We moeten dan niet alleen een nieuwe toptien samenstellen, maar ook begrijpen wat er gaande is. Voor een succesvolle aanpak hebben we zowel cijfers nodig als een grondige duiding van die cijfers. In Mensensmokkel in beeld hebben we geprobeerd te voorzien in de behoefte aan beide. Mr. J.C.F. van Gelder Voorzitter Afstemmingsoverleg Mensensmokkel 7

8 Mensensmokkel in beeld

1. Inleiding In 2000 verscheen de rapportage Dreigingsbeeld Mensensmokkel. Hierin werd een beeld geschetst van de voornaamste internationale migratiestromen, de situatie in landen van herkomst van asielzoekers en illegale migranten en de betekenis hiervan voor mensensmokkel in relatie tot Nederland. De rapportageperiode besloeg de jaren 1998 en 1999. In deze tweede rapportage Mensensmokkel in beeld wordt het eerder geschetste beeld van de aard en omvang van mensensmokkel geactualiseerd en wordt aandacht besteed aan nieuwe trends en ontwikkelingen. De informatie in dit rapport beslaat de jaren 2000 en 2001. Het doel van deze rapportage is inzicht verschaffen in de aard en omvang van het fenomeen mensensmokkel in relatie tot Nederland. Mensensmokkel wordt in Nederland gerekend tot de georganiseerde criminaliteit en is strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht. In deze rapportage is sprake van mensensmokkel als een persoon én illegaal de grens is overgegaan én georganiseerde hulp heeft gekregen én een reissom heeft betaald om zich toegang tot Nederland te verschaffen. Volgens artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht wordt onder mensensmokkel verstaan: een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of het verblijven in Nederland of enig ander tot het Schengengebied behorend land of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl de dader weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is. Mensensmokkel heeft veel raakvlakken met het ruimere begrip illegale migratie. Daaronder wordt verstaan het al of niet georganiseerd omzeilen van grensbewakings- en toelatingsprocedures dan wel het misleiden van instanties die zich namens Nederland bezig houden met de handhaving van deze procedures teneinde Nederland illegaal in te reizen of er illegaal te verblijven. In deze rapportage staat mensensmokkel centraal, maar op punten waar dat relevant is wordt tevens ingegaan op aspecten van illegale migratie. Bij het schrijven van deze rapportage is gebruik gemaakt van informatie die is aangeleverd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), het Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel (IAM), de Unit Mensensmokkel (UMS), de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en het Openbaar Ministerie (OM). Opbouw rapport Vanwege de relatief belangrijke rol van de gegevens over asielzoekers in Nederland bij het verkrijgen van inzicht in het fenomeen mensensmokkel, wordt in hoofdstuk 2 eerst een kort overzicht gegeven van de asielinstroom in Nederland. Daarna worden, net als in de eerste rapportage over mensensmokkel, de belangrijkste bronlanden van asielzoekers en illegale migranten afzonderlijk behandeld. Er wordt een beeld geschetst van de sociaal-economische en politieke situatie in deze landen, waardoor inzicht ontstaat in de beweegredenen van mensen om hun land te verlaten. 9

Verder wordt dieper ingegaan op de wijze waarop illegale migratie en mensensmokkel plaatsvinden vanuit deze landen. Bij de keuze van te behandelen bronlanden wordt onder andere aansluiting gezocht bij ontwikkelingen in de instroom van asielzoekers. Door de stijging van het aantal asielzoekers uit Afrika worden in dit rapport de nieuwe bronlanden Angola, Guinee en Sierra Leone beschreven. Verder zal Turkije dit keer niet alleen als transitland, maar ook als bronland worden behandeld. Hoewel het aantal asielaanvragen van personen uit Turkije het afgelopen jaar is afgenomen, blijft het land zowel in Nederland als in Europa tot de toptien van belangrijkste bronlanden behoren. Verder blijven Afghanistan, Iran, Irak, Somalië en China als landen van herkomst van belang. Albanië en Joegoslavië (de Federale Republiek Joegoslavië en Bosnië-Herzegovina) worden niet meer als bronland behandeld, maar komen terug bij de beschrijving van de transitlanden. Pakistan en Sri Lanka zijn in deze rapportage niet opgenomen, omdat hun aandeel in de asielinstroom afneemt. Bij de beschouwing van de bronlanden valt op dat een verbetering van de algemene situatie in een land niet altijd een afname van het aantal asielzoekers uit dat land betekent. Omgekeerd veroorzaakt een verslechtering in de algemene situatie ook niet per se een toename van het aantal asielzoekers uit dat land. Ook andere factoren kunnen een rol spelen. Bij de keuze van transitlanden in hoofdstuk 3 is gekeken naar landen die nu, of mogelijk in de nabije toekomst, de buitengrens van het Schengengebied vormen. Daarnaast zijn Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne, het zuidwesten van de Balkan en Turkije van belang. Deze regio s nemen een centrale positie in op het illegale migratietraject richting West-Europa. In de afgelopen jaren is de plaats die Rusland, Wit- Rusland en Oekraïne in de illegale migratiestromen naar het Schengengebied innemen, niet veranderd. De reisroutes lopen vanuit Afrika en het gehele Aziatische continent via Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne naar Europa. De hoofdsteden Moskou, Minsk en Kiev fungeren hierbij als verzamelplaatsen en vormen de drie belangrijke centra van smokkelactiviteiten. De Centraal- en Oost-Europese landen werken aan de verbetering van hun grensbewaking. Scherpere controles aan de Poolse en Tsjechische grens lijken een verplaatsing van de migratiestroom in zuidelijke richting (onder andere naar de Balkan) in de hand te werken. Er zijn aanwijzingen dat valse en vervalste reisen identiteitsdocumenten een belangrijker rol gaan spelen bij mensensmokkel vanuit deze regio dan voorheen. Dit hangt samen met het vervallen van de visumplicht voor het Schengengebied voor onderdanen uit een aantal landen in Centraal- en Oost-Europa. De Zuid-Europese kust blijft het toneel van migratie per boot. In hoofdstuk 4 wordt de dynamiek van reisroutes door de lucht, over land en over zee beschreven. In vergelijking met het Dreigingsbeeld 1998-1999 blijken de reisroutes over land en over zee zich in grote lijnen te consolideren. Bij reisroutes door de lucht richten mensensmokkelaars zich in toenemende mate op bestemmingen waarvoor de visumvereisten minder streng zijn. Migranten die per vliegtuig reizen proberen een transitstop op Schiphol of een andere Europese luchthaven te regelen. De bedoeling is om aldaar asiel aan te vragen of verder gesmokkeld te worden. In de afgelopen twee jaar blijkt Nederland zich steeds meer te ontwikkelen tot transitland, vooral voor illegale migranten die richting Groot-Brittannië reizen. Mensensmokkel heeft veel raakvlakken met illegale migratie; illegale grensoverschrijding is een belangrijk aspect van mensensmokkel. Om die reden wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op een aantal indicaties voor de 10

aard en omvang van illegale binnenkomst en illegaal verblijf in Nederland. Dit gebeurt aan de hand van informatie van de KMar en de IND. Vanwege het verborgen karakter van illegale immigratie (en mensensmokkel) is het beeld dat wordt geschetst geenszins compleet. Bovendien is beduidend meer informatie beschikbaar over asielzoekers dan over (potentiële) illegale immigranten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de gegevens. Nieuw in deze rapportage is een analyse van de mensensmokkelonderzoeken die het Openbaar Ministerie in 2000 en 2001 bij de verschillende rechtbanken heeft ingediend. Hierbij is gekeken naar aspecten als de mate van spreiding van onderzoeken over het land, de zwaarte van de zaken, de strafmaat en de achtergrond van de daders. Voorts wordt een analyse van 36 afgeronde opsporingsonderzoeken naar mensensmokkel gepresenteerd, die is uitgevoerd door het IAM. Hierbij zijn de daders, hun rol bij de smokkel, de aard en werkwijze van het samenwerkingsverband en eventuele betrokkenheid bij andere criminele activiteiten onder de loep genomen. Een belangrijke ontwikkeling is dat in toenemende mate misbruik wordt gemaakt van reis- en identiteitsdocumenten. De resultaten van beide analyses zijn opgenomen in hoofdstuk 6. In 2000 en 2001 namen de signalen toe dat het misbruik van reis- en identiteitsdocumenten bij het smokkelen van mensen een hoge vlucht heeft genomen. Uit een aanzienlijk aantal opsporingsonderzoeken komt naar voren dat mensensmokkelorganisaties zich zijn gaan toeleggen op het leveren van valse, vervalste of look-alike-documenten aan gesmokkelden. Ook is het aantal zaken dat bij het Openbaar Ministerie werd aangebracht omtrent het gebruik van valse reispassen of het vervaardigen daarvan, sinds 1995 verdrievoudigd. Verder heeft de grensbewaking op Schiphol in de afgelopen jaren steeds meer valse of vervalste documenten aangetroffen. Daarom is hoofdstuk 7 specifiek gewijd aan het misbruik van reis- en identiteitsdocumenten en de rol daarvan bij mensensmokkel en illegale migratie. Mede als gevolg van 11 september 2001 is de aandacht vergroot voor veiligheidsrisico s voor de Nederlandse samenleving die mogelijk zijn verbonden aan illegale migratie en mensensmokkel. Om die reden wordt in hoofdstuk 8 stilgestaan bij de kwartiermakersfunctie van enerzijds islamistische terroristische groeperingen en anderzijds de KADEK (voorheen de PKK), een politieke groepering. Tenslotte bestond in 2000 15% van de totale asielinstroom in Nederland uit alleenstaande minderjarige asielzoeker (AMA s). In 2001 steeg dit aandeel naar 18%. Een minderjarige asielzoeker wordt als alleenstaand aangemerkt indien hij of zij bij binnenkomst in Nederland niet wordt begeleid door één of beide ouders of andere meerderjarige bloed- of aanverwanten. Gelet op de -soms zeer jonge- leeftijd van AMA s mag aangenomen worden dat veel van hen hulp krijgen bij de reis naar Nederland. Bovendien blijkt Nederland in vergelijking met andere Europese landen verreweg de meest favoriete eindbestemming voor AMA s te zijn. Daarom wordt hoofdstuk 9 gewijd aan deze ontwikkeling. 11

12 Mensensmokkel in beeld

2. Bronlanden 2.1 Inleiding De situatie in het land van herkomst speelt een belangrijke rol bij de beslissing van een migrant om het land te verlaten en te proberen -al dan niet legaalnaar een ander land af te reizen. In dit hoofdstuk worden de landen behandeld van waaruit het merendeel van de asielzoekers en (illegale) immigranten in Nederland afkomstig is. De algemene situatie in deze herkomstlanden wordt beschreven in het licht van de -al of niet georganiseerde- stroom van migranten naar Europa in het algemeen, en naar Nederland in het bijzonder. Het is moeilijk om een volledig beeld te presenteren van mensensmokkel en illegale migratie naar Nederland, aangezien lang niet elke gesmokkelde immigrant bij de diverse nationale overheden bekend wordt. Een belangrijke indicatie voor mensensmokkel vormen de gegevens over de instroom van asielzoekers in Nederland. Zoals in dit rapport wordt beschreven, verklaart het merendeel van de asielzoekers bijvoorbeeld hulp te hebben gehad bij de reis naar Nederland en daarvoor te hebben betaald. Over (andere) migranten die op illegale wijze Nederland binnenkomen of verblijven, is veel minder bekend. Daarom is de beschrijving vooral gericht op de instroom van migranten via het Nederlandse asielkanaal. Vanwege de relatief belangrijke rol van de gegevens over asielzoekers, wordt hieronder eerst een overzicht gegeven van de asielinstroom in Nederland. Deze wordt tevens in Europees perspectief geplaatst. Vervolgens komen de belangrijkste landen van herkomst van asielzoekers en potentiële illegale migranten aan de orde. Per herkomstland worden eerst een aantal basisgegevens en enige recente economische en politieke ontwikkelingen beschreven. Daarna volgt steeds een profiel van de migranten uit dit land die in Nederland asiel aanvragen. Naast een vergelijking met de totale Europese asielinstroom, wordt hierbij ingegaan op de wijze waarop de asielzoekers naar Nederland zijn gekomen. Specifieke aandacht gaat uit naar indicaties voor mensensmokkel, zoals illegale grensoverschrijding, de hulp die is ingeroepen om naar Nederland te reizen en eventuele betaling daarvoor. De informatie daarover is gebaseerd op een door de IND uitgevoerde steekproef van 5.842 eerste gehoren van asielzoekers, het Smokkelbeeld 2000. 1 Daar waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over de steekproef wordt deze analyse bedoeld, tenzij anders is aangegeven. Voorts wordt, voor zover daarover gegevens beschikbaar zijn, per herkomstland een beeld geschetst van illegale migratie en mensensmokkel vanuit dit land of de regio waarin het land is gelegen. Indien van toepassing, wordt tenslotte beschreven welke maatregelen de nationale autoriteiten nemen om illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan. 1. Smokkelbeeld. Gegevens over mensensmokkel en reisroutes van asielzoekers uit tien belangrijke herkomstlanden in 2000. IND, Informatieen Analysecentrum (INDIAC), Den Haag 2002. Bij deze analyse van 5.842 eerste gehoren van asielzoekers uit het jaar 2000 is onder andere gekeken naar indicaties voor mensensmokkel en geboden hulp. 13

Tabel 1: Asielaanvragen in Nederland, 2000-2001 Nationaliteit Totaal 2000 Nationaliteit Totaal 2001 Afghanistan 5.055 Angola 4.111 Joegoslavië 3.851 Afghanistan 3.614 Irak 2.773 Sierra Leone 2.405 Iran 2.543 Iran 1.519 Turkije 2.277 Guinee 1.467 Angola 2.193 Turkije 1.400 Somalië 2.110 Irak 1.329 Sierra Leone 2.023 Somalië 1.098 Bosnië-Herz. 1.652 Bosnië-Herz. 1.026 Soedan 1.426 Russische Federatie 911 Overige 25.903 Overige 13.699 Totaal 43.895 Totaal 32.579 Bron: IND Asielzoekers in Nederland In 2000 werden in totaal 43.895 asielaanvragen ingediend. In 2001 daalde dit aantal naar 32.579; een afname van 26%. Het aantal asielverzoeken kwam hiermee op het laagste punt sinds 1996. Met name in de tweede helft van 2001 was de instroom zeer laag, gezien het gebruikelijke seizoenspatroon. Tabel 1 geeft de tien meest voorkomende nationaliteiten weer van de personen die in 2000 en in 2001 in Nederland asiel aanvroegen. Opmerkelijk is de sterke stijging van het aantal Angolese asielzoekers in 2001; dit aantal is ten opzichte van het jaar daarvoor bijna verdubbeld. Hiermee werd Angola nummer één in de toptien van herkomstlanden. Bovendien waren veel Angolese asielzoekers minderjarig (AMA s). Ook het aantal asielaanvragen uit Sierra Leone en Guinee nam toe, eveneens landen van waaruit relatief veel AMA s kwamen. Verder was het aantal asielaanvragen hoog Tabel 2: Aantallen asielaanvragen in Europa 2000-2001 Nr. Land van bestemming 2001 2000 Absoluut Procentueel Aandeel Aandeel Verandering verschil verschil Europa in Europa in aandeel 2001 2000 1 Duitsland 88.287 78.563 9.724 12% 22,0% 19,8% 2% 2 Verenigd Koninkrijk 86.186 98.866-12.680-13% 21,5% 24,9% -3% 3 Frankrijk 47.260 38.747 8.513 22% 11,8% 9,8% 2% 4 Nederland 32.579 43.895-11.316-26% 8,1% 11,1% -3% 5 Oostenrijk 30.135 18.284 11.851 65% 7,5% 4,6% 3% 6 België 24.527 42.677-18.150-43% 6,1% 10,7% -5% 7 Zweden 23.499 16.283 7.216 44% 5,9% 4,1% 2% 8 Zwitserland 20.633 17.611 3.022 17% 5,1% 4,4% 1% 9 Noorwegen 14.782 10.843 3.939 36% 3,7% 2,7% 1% 10 Denemarken 12.403 10.077 2.326 23% 3,1% 2,5% 1% 11 Ierland 10.325 10.920-595 -5% 2,6% 2,7% 0% 12 Spanje 9.219 7.235 1.984 27% 2,3% 1,8% 0% 13 Finland 1.650 3.170-1.520-48% 0,4% 0,8% 0% Totaal 401.485 397.171 4.314 1% 100% 100% 0% Bron: IGC 14

uit herkomstlanden waarnaar Nederland geen vreemdelingen terugstuurt, zoals Afghanistan en Sierra Leone. Een andere opvallende verandering in 2001 is de sterke daling van het aantal asielaanvragen uit Joegoslavië; dit land verdween uit de toptien van belangrijkste herkomstlanden. Asielzoekers in Europa In 2000 werden in Europa 2 397.171 asielaanvragen ingediend. In 2001 waren dit er 401.485; 1% meer dan het jaar ervoor. Tabel 2 geeft een overzicht van de asielinstroom in dertien Europese landen in 2000 en 2001. Het Verenigd Koninkrijk was in 2000 het belangrijkste land van bestemming; in 2001 was dat Duitsland. Het aantal asielaanvragen in Duitsland is in 2001 weer flink toegenomen. Ook Frankrijk had te maken met een forse stijging in absolute aantallen, evenals Oostenrijk en Zweden. Het Nederlandse aandeel in de asielinstroom in Europa is gedaald met 3%. Ook het aandeel van het Verenigd Koninkrijk en België daalde, met respectievelijk 3% en 5%. Bij de overige landen steeg het aandeel in de totale Europese asielinstroom of bleef het gelijk. Tabel 3 geeft de toptien van landen van herkomst van asielzoekers in Europa weer. Van alle asielzoekers in Europa in 2001 was 51% afkomstig uit deze tien landen. In 2000 was dat 52%. In 2001 zijn Irak, Afghanistan en Turkije voor Europa de belangrijkste landen van herkomst geworden. Vooral de asielinstroom uit Afghanistan is in absolute aantallen flink gestegen; deze nam in 2001 met 55% toe ten opzichte van het jaar 2000. De asielinstroom uit Irak nam in 2001 met ruim 6.000 asielaanvragen toe; een stijging van 18% ten opzichte van 2000. De asielaanvragen uit Irak en de verzoeken uit Afghanistan vormen beide 10% van het totaal aantal asielaanvragen in Europa. Deze landen zijn voor Nederland eveneens belangrijke herkomstlanden. Ten opzichte van 2000 blijkt de instroom vanuit Algerije in 2001 te stijgen, terwijl China uit de toptien is verdwenen. Het aantal asielzoekers uit Joegoslavië (in het jaar 2000 nog op de eerste plaats in de toptien) daalt ook binnen Europa (een afname van 39%). Ook de instroom uit Iran daalde met ruim 9.000 asielaanvragen (een daling van 42%). Tabel 3: Toptien landen van herkomst in Europa 2000-2001 Nr. Land van herkomst 2001 Procentueel 2000 Procentueel Absoluut Procentueel aandeel aandeel verschil verschil 1 Irak 40.898 10% 34.679 9% 6.219 18% 2 Afghanistan 38.843 10% 25.083 6% 13.760 55% 3 Turkije 27.801 7% 23.389 6% 4.412 19% 4 FRJ (Joegoslavië) 26.282 7% 42.814 11% -16.532-39% 5 Russische Fed. 14.362 4% 12.236 3% 2.127 17% 6 Iran 13.145 3% 22.535 6% -9.390-42% 7 Somalië 12.657 3% 11.908 3% 749 6% 8 Sri Lanka 11.467 3% 13.651 3% -2.185-16% 9 Bosnië-Herz. 10.978 3% 11.245 3% -268-2% 10 Algerije 10.287 3% 7.743 2% 2.544 33% Overigen 194.765 49% 191.887 48% 2.878 1% Totaal 401.485 100% 397.171 100% 4.314 1% Bron: IGC 2. Dit zijn België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Wanneer in deze rapportage wordt gesproken over Europa in relatie tot kwantitatieve gegevens over de asielinstroom worden deze landen bedoeld, tenzij anders is aangegeven. 15

Na deze 10 herkomstlanden volgen 21 herkomstlanden van waaruit meer dan 3000 asielaanvragen kwamen in de periode 2000-2001. In aflopende volgorde zijn dit: Congo-Kinshasa, Sierra Leone, Nigeria, China, India, Angola, Pakistan, Macedonië, Oekraïne, Roemenië, Armenië, Georgië, Vietnam, Guinee, Syrië, Albanië, Colombia, Congo-Brazzaville, Azerbeidzjan, Mali en Bangladesh. Ondanks de daling van de asielinstroom in Nederland, bleef de asielmigratiedruk op Europa als geheel onverminderd en steeg licht. Op Europees vlak bleef de instroom van asielzoekers uit Afghanistan en Turkije hoog. Dit heeft ook gevolgen voor Nederland; Nederland vormt voor deze migranten immers een belangrijke (eind)bestemming. Het blijkt ook uit het hoge aantal Dublin-claims dat Nederland bij buurlanden neerlegt omtrent asielaanvragen van personen uit Afghanistan en Turkije. Dit wordt nader toegelicht in hoofdstuk 5. In vergelijking met de instroom van de hierboven opgenomen Europese landen in 2001, is het tenslotte opmerkelijk dat Nederland voornamelijk voor personen uit Afrikaanse landen het belangrijkste bestemmingsland bleek te zijn (zie tabel 4). De gegevens over 2000 lieten een vergelijkbare situatie zien. Tabel 4: Landen met Nederland als favoriete bestemmingsland binnen Europa, 2001. Nederland Totaal in Europa Perc. Angola 4.111 8.023 51% Sierra Leone 2.405 8.913 27% Guinee 1.467 4.136 35% Soedan 869 2.053 42% Bron: IGC 2.2 Regio Midden-Oosten en Centraal-Azië 2.2.1 Afghanistan Afghanistan heeft in de afgelopen jaren een aantal ingrijpende ontwikkelingen doorgemaakt. De Talibanbeweging kwam in 1996 aan de macht in Kabul en controleerde nadien het grootste deel van het land. In het noorden van het land behield de Noordelijke Alliantie, bestaande uit diverse kleine etnische groepen, de feitelijke macht. De gevolgen van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 voor het Talibanregime zijn groot geweest. De Amerikaanse militaire acties leidden, met steun van de Noordelijke Alliantie, uiteindelijk tot de val van dit regime. Wel vinden op kleine schaal nog steeds schermutselingen plaats met kleine groepen Al-Qa ida strijders. In juni 2002 vond de Loy Jirge plaats, een belangrijke traditionele vergadering, waarna een regering is gevormd die verkiezingen in 2004 moet organiseren. Vanwege de burgeroorlog en de emigratie als gevolg daarvan, is het moeilijk om de omvang van de bevolking van Afghanistan te bepalen. Thans wordt deze geschat op 23 miljoen mensen. Het land is een van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld; dit uit zich onder meer in een zeer hoge kindersterfte, een lage levensverwachting, een hoge werkloosheid, wijdverspreid analfabetisme en een slechte medische zorg. De voedselsituatie is nijpend, mede als gevolg van aanhoudende droogte in de afgelopen jaren. Meer dan twee decennia van burgeroorlog hebben de economie van Afghanistan volledig verwoest. De nauwelijks functionerende economie is gebaseerd op zelfvoorzienende landbouw, officieuze transithandel, internationale hulp en de productie van opium. 3 De inflatie is zeer hoog. 3. De productie en smokkel van opium en heroïne was lange tijd een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor vele Afghanen. Nog in 2000 produceerde Afghanistan naar schatting 3.200 ton opium en nam daarmee ongeveer driekwart van de wereldproductie voor zijn rekening. Mullah Omar sprak een verbod uit om papaver te verbouwen. Sinds de val van het Taliban-regime is het verbouwen ervan opnieuw in opkomst. 16

Hoewel de algemene situatie veel te wensen overlaat, is sinds 11 september 2001 op een aantal terreinen vooruitgang geboekt. Zo is de positie van vrouwen verbeterd en is het weer toegestaan om een radio en televisie te bezitten. Momenteel werken verschillende internationale organisaties aan initiatieven voor de wederopbouw van Afghanistan. Afghanen in Pakistan Als gevolg van een langdurige geschiedenis van conflicten en ellende, verbleven vóór de aanslagen van 11 september 2001 al ruim twee miljoen Afghanen in Pakistan. Formeel werd de gehele grens tussen Afghanistan en Pakistan al in 1994 gesloten voor Afghanen zonder geldige reisdocumenten. In de praktijk bleek deze maatregel echter moeilijk uitvoerbaar, vanwege het uiterst lastig te controleren bergachtige terrein. Afghanen reisden dan ook op grote schaal zonder geldige reisdocumenten heen en weer. Sinds 9 november 2000 is de grensovergang bij Torkham opnieuw officieel gesloten voor alle Afghaanse nieuwkomers zonder geldige reisdocumenten. 4 De grens tussen Afghanistan en Pakistan blijft evenwel vrij gemakkelijk elders te passeren. De poreusheid van de Pakistaanse grens bleek uit de nieuwe vluchtelingenstroom van Afghanen die na 11 september 2001 op gang kwam richting Pakistan. Deze vluchtelingen waren vooral afkomstig uit de steden Kandahar en Kabul. Aanvankelijk strandde de groep van naar schatting 150.000 mensen bij de grensovergangen Chaman en Torkham, maar tegen het einde van september 2001 waren de meesten uit het grensgebied verdwenen. UNHCR-waarnemers schatten het aantal Afghanen, dat kort na 11 september 2001 kans zag de grens met de Pakistaanse provincie Baluchistan te passeren, op ongeveer 60.000. Tevens hebben ruim 75.000 Afghanen na die datum via smokkelroutes (meestal ezelspaden) hun weg naar Pakistaans gebied weten te vinden. 5 Deze mensen vonden uiteindelijk een plek in een van de vele vluchtelingenkampen aan de grens met Afghanistan, of verspreidden zich over de grote steden in Pakistan. Volgens UNHCR zijn na 11 september 2001 in totaal ongeveer 250.000 Afghanen in Pakistan gearriveerd, waarvan 150.000 via onofficiële grensovergangen. Dit brengt het totaal aantal Afghanen in Pakistan per januari 2002 op ruim 2.2 miljoen. Daarnaast bevinden zich nog ruim twee miljoen Afghanen in Iran. Hoewel inmiddels grote groepen Afghanen vanuit buurlanden zijn teruggekeerd naar Afghanistan, blijft de omvangrijke groep Afghaanse vluchtelingen een belangrijke potentiële bron voor mensensmokkel richting West- Europa vormen. Afghaanse asielzoekers in Nederland In de jaren 2000 en 2001 vroegen respectievelijk 5.055 en 3.614 Afghanen asiel aan in Nederland. Na enige jaren waarin het aantal Afghaanse asielzoekers in Nederland sterk steeg, is dit aantal in 2001 gedaald naar het niveau van 1996. Toch is de instroom nog altijd aanzienlijk; in 2000 en 2001 vormden Afghanen respectievelijk 11.5 en 11.1% van de totale instroom van asielzoekers in Nederland. Daarmee stond Afghanistan in deze jaren op de eerste (2000) en tweede (2001) plaats in de toptien van belangrijkste herkomstlanden van asielzoekers. Opvallend is dat, terwijl het aantal Afghaanse asielaanvragen in Nederland daalde, de instroom van Afghanen in Europa als geheel sterk toenam. In 2001 kwamen bijna 39.000 Afghaanse asielzoekers naar Europa; dit was een stijging met 55% 4. Pakistaanse grensbewakers stonden nog wel toegang toe aan bepaalde categorieën Afghanen, te weten Afghanen die in het bezit waren van identiteitsdocumenten waaruit een (eerdere) vluchtelingenregistratie in Pakistan bleek, handelaren en medewerkers van de overheid of van niet-gouvernementele organisaties. 5. Vooral richting de North West Frontier Province (NWFP); een aan Afghanistan grenzende Pakistaanse provincie. 17

ten opzichte van het jaar daarvoor. De belangrijkste landen van bestemming waren Groot- Brittannië, Oostenrijk, Duitsland en Nederland. De toename van het aantal Afghaanse asielverzoeken deed zich vooral voor in de maanden voorafgaand aan 11 september 2001; in de laatste maanden van 2001 daalde de Europese instroom van Afghaanse asielzoekers weer. Deze daling zette zich in de eerste helft van 2002 versterkt voort. 6 Zoals vermeld, hebben de gevolgen van het Amerikaanse ingrijpen in Afghanistan geleid tot een vluchtelingenstroom naar de buurlanden. Dit heeft echter in de laatste maanden van 2001 en de eerste helft van 2002 niet geresulteerd in een stijging van het aantal Afghaanse asielzoekers in Europa. Mogelijk is de relatieve ontspanning in het dagelijkse leven in Afghanistan sinds het verdwijnen van de Taliban hiervoor een verklaring. Ook kan het zijn dat door de militaire en terroristische activiteiten in Afghanistan de mogelijkheden om te vertrekken beperkt zijn. Een eenduidige verklaring is niet bekend. De 1110 Afghaanse asielzoekers die zijn opgenomen in de steekproef uit het Smokkelbeeld 2000, waren voornamelijk mannen (64%). Bijna de helft van deze groep gaf aan dat hun reis naar Nederland was gestart in Kabul. Ruim een kwart was gereisd vanuit Herat, Mazar-e- Sharif, Jalalabad of Kandahar. Meer dan de helft van de asielzoekers was van etnisch-tadzjiekse origine. Op enkele personen na kon geen van de Afghaanse asielzoekers uit de steekproef een geldig grensoverschrijdingsdocument overleggen. Vrijwel allemaal verklaarden ze dat ze voor de reis naar Nederland georganiseerde hulp hadden gekregen. In de meeste gevallen ging het om het gebruik van reisagenten; een enkele keer om een transportverlener of begeleider. Tweederde van de Afghaanse asielzoekers had betaald voor de hulp bij de reis naar Nederland. Ten opzichte van andere nationaliteiten in de steekproef betaalden Afghanen de hoogste bedragen: 31% betaalde meer dan 15.000 USD, 45% moest tussen de 5.000 en 10.000 USD neerleggen voor de reis. Op basis van deze gegevens zou tweederde van alle Afghanen uit de steekproef zijn gesmokkeld, dat wil zeggen dat men én illegaal de grens is overgegaan én georganiseerde hulp heeft gekregen én een reissom heeft betaald. In het verleden heeft een aantal personen in Nederland asiel aangevraagd die deel uitmaakten van verdreven Afghaanse regimes, waaronder leden van de voormalige Afghaanse geheime dienst (KHAD/WAD). Na de machtsovername van de Taliban in 1996 meldden zich relatief veel Mujaheddin-aanhangers in Nederland. Het is niet uitgesloten dat zich onder nieuwe groepen Afghaanse asielzoekers leden en sympathisanten van de Taliban bevinden. Vanuit verschillende invalshoeken (oorlogsmisdadigers, islamistisch terrorisme) wordt hieraan aandacht besteed door de IND, het KLPD, het Openbaar Ministerie en de AIVD. Illegale migratie en mensensmokkel vanuit Afghanistan De smokkel van Afghanen onderscheidt zich niet wezenlijk van de smokkel van migranten van andere nationaliteiten uit dezelfde regio. De Afghanen maken gebruik van de smokkelnetwerken die ook gebruikt worden door Iraniërs, Pakistani, Irakezen en Indiërs. Hoewel sommige smokkelorganisaties zich specifiek richten op het smokkelen van Afghanen, is dit niet voorbehouden aan bepaalde nationaliteiten. Het hangt vooral samen met de routes die de Afghanen nemen. Ook de Afghanen zelf zijn actief in het smokkelen van landgenoten. Mensensmokkelaars in Afghanistan maken gebruik van zwakke plekken in de grenscontroles van de voormalige Sovjetrepublieken. Vooral de grenzen van 6. Bij een vergelijking van de periode januari t/m juni 2001 met de periode januari t/m juni 2002 blijkt dat de Europese asielinstroom van Afghanen met 37% is gedaald. 18

Georgië, Kazakstan, Azerbeidzjan en Oekraïne zijn lek, dan wel non-existent. Voor zover deze grenzen worden bewaakt, vormen gevallen van corruptie bij de grensbewaking een probleem bij het tegengaan van illegale migratie. Op weg naar West-Europa is de uitreis uit Afghanistan zonder documenten daarom een vrij gemakkelijk te nemen hindernis. De prijs voor het smokkelen hangt af van verschillende factoren, zoals de manier waarop de reis plaatsvindt (over land of door de lucht) en de omvang van het migratiegezelschap. Een comfortabele, maar prijzige, reis voor Afghanen is een rechtstreekse vlucht van Karachi (Pakistan) naar Europa. Aangezien voorbeelden bekend zijn waarbij dit circa 40.000 USD kost, is een dergelijke reis voor de meeste Afghaanse migranten niet weggelegd. Om de grote bedragen voor de smokkel naar het Westen te kunnen betalen, reizen Afghanen dan ook doorgaans in etappes. Een belangrijke tussenstop voor Afghanen op weg naar West- Europa is Tadzjikistan. Hier blijven ze soms voor een periode van twee tot vijf jaar om te sparen voor het vervolg van de reis. Internationale netwerken smokkelen Afghanen vanuit Tadzjikistan via Bishkek (Kirgizië), Almaty (Kazakstan) en de Russische Federatie naar het Westen. Ook via Iran en Turkije reizen Afghanen richting West-Europa. Veel van hen komen tijdens hun reis in Moskou terecht. Het merendeel verblijft enige tijd in de Russische hoofdstad om geld te verdienen voor het vervolg van de reis, door bijvoorbeeld te werken in de bouwsector of te handelen op markten. 2.2.2 Iran De politieke situatie in Iran wordt nog altijd gekenmerkt door de rivaliteit tussen het conservatief-religieuze establishment enerzijds en hervormingsgezinden anderzijds. Recente ontwikkelingen tonen aan dat de behoudende krachten in de Iraanse samenleving in staat zijn geweest hervormingen, zoals voorgestaan door het parlement (Majlis), te frustreren. Anderzijds heeft de bevolking zich met de eclatante herverkiezing van president Khatami in juni 2001 wederom ondubbelzinnig voor hervorming van de Iraanse samenleving uitgesproken. Het hervormingsproces heeft echter niet voldaan aan de verwachtingen die werden gekoesterd ten tijde van het aantreden van president Khatami in 1997. Aanvankelijke verworvenheden, zoals de verruiming van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting, zijn teruggedraaid. Ook de mensenrechtensituatie blijft een reden tot zorg. In het algemeen gebruiken de conservatieven de rechterlijke macht, leger, politie en de Raad van Hoeders om hervormingen te blokkeren; president Khatami laveert hier uiterst behoedzaam tussendoor. De werkloosheid vormt het grootste economische en sociale probleem in Iran. Als verborgen werkloosheid wordt meegerekend, ligt het percentage rond de 25%. De werkloosheid onder jongeren (60% van de bevolking is jonger dan 25 jaar) ligt nog hoger. Een toenemend aantal jongeren probeert Iran te verlaten, zoekt troost in drugs, of neemt, ondanks het gevaar van strenge straffen, zijn toevlucht tot criminaliteit. Veel hoger opgeleiden en onderdanen uit het slinkende middenkader zoeken hun toekomst buiten Iran. De brain drain naar landen als de Verenigde Staten, Australië, Canada en West-Europa, waaronder Duitsland, Nederland en Zweden, gaat onverminderd door. Iraanse asielzoekers in Nederland In 2000 registreerde de IND 2.543 Iraanse asielaanvragen. De asielinstroom uit Iran daalde in 2001 naar 1.519 aanvragen; dit was 5% van de totale asielinstroom van dat jaar. Ook in Europa daalde de instroom van Iraanse asielzoekers sterk: werden in 2000 nog 22.535 Iraanse asielaanvragen geregistreerd, in 2001 daalde de instroom met 42% naar 13.145 asielaanvragen. Het grootste deel hiervan vroeg in 19

Duitsland en Groot-Brittannië asiel aan (tezamen 57% van het totaal). Ondanks de trage voortgang in het hervormingsproces en de hoge werkloosheid in Iran, behoort het land zowel voor Nederland als voor Europa tot de sterkst dalende landen van herkomst van asielzoekers in 2001. Een eenduidige verklaring hiervoor is niet bekend. Het Smokkelbeeld 2000 geeft enig inzicht in het profiel van de Iraanse asielzoeker die in 2000 in Nederland binnenkwam. Ruim de helft gaf aan dat Teheran de laatste plaats was die zij in Iran hadden aangedaan voordat de reis begon. Het overgrote deel van de Iraniërs uit de steekproef kon bij het eerste gehoor van de IND geen geldig grensoverschrijdingsdocument overleggen. Op een enkeling na hadden ze allemaal georganiseerde hulp gekregen bij de reis naar Nederland. Ruim driekwart was geholpen door een reisagent, 15% had gebruik gemaakt van een transporteur of begeleider. Tweederde van de asielzoekers in de steekproef kreeg hulp in Iran zelf, terwijl eenderde ook tijdens de reis naar Nederland werd geassisteerd. Slechts een klein aantal Iraanse asielzoekers kreeg in Nederland hulp in de vorm van opvang en transport. De meeste Iraanse asielzoekers (71%) hadden betaald voor de geboden hulp. Meestal moest een bedrag ergens tussen de 10 en 10.000 USD worden betaald. Ruim tweederde van de Iraanse asielzoekers gaf aan te zijn gesmokkeld. Nederland en de andere EU-landen verwijderen uitgeprocedeerde afgewezen Iraanse asielzoekers naar Iran. In dit terugkeerbeleid is recentelijk geen wijziging opgetreden. Illegale migratie en mensensmokkel vanuit Iran Voor veel Iraniërs is het moeilijk om legaal Iran uit te reizen, bijvoorbeeld omdat men niet over een paspoort beschikt of omdat een visum voor het beoogde reisdoel wordt geweigerd. Indien de potentiële migrant over voldoende financiële middelen beschikt (vaak van familieleden in het 'rijke Westen'), kan hij zich wenden tot mensensmokkelaars. Het is algemeen bekend dat diverse Iraanse reisbureaus paspoorten en visa voor onder andere Schengenlanden regelen; in de Farsi- en Engelstalige kranten in Iran wordt daarmee regelmatig geadverteerd. De bedragen voor het verkrijgen van een Schengenvisum kunnen oplopen tot 5000 USD. In Nederland worden regelmatig visa in Iraanse paspoorten aangetroffen, waarbij de paspoorten veelal gestolen blijken of de visumsticker vals of vervalst is. Iraniërs die willen uitreizen met een vervalst paspoort en visum, proberen vaak de internationale luchthaven van Teheran te vermijden. De daar gestationeerde westerse luchtvaartmaatschappijen, waaronder KLM, voeren namelijk grondige documentcontroles uit. Ook de Iraanse immigratieautoriteiten controleren vertrekkende passagiers uitvoerig en slagen er regelmatig in om vervalste reisdocumenten te herkennen. Daarbij zijn ze vooral alert op personen die gesignaleerd staan in het opsporingsregister, in verband met een mogelijk uitreisverbod. Desondanks verklaren Iraanse asielzoekers regelmatig dat zij door omkoping erin zijn geslaagd om het land per vliegtuig te verlaten. Of dit ook juist is, kan niet worden nagegaan. Aan de Iraanse landsgrenzen en in de havens van Bandar Abbas en andere kustplaatsen, zijn de controles minder streng en lijken ze niet toereikend. Het grensbewakings- en douanepersoneel is vaak laag opgeleid en slecht betaald, waardoor corruptie in de hand wordt gewerkt. Mensensmokkelaars laten hun klanten bij het verlaten van Iran dan ook vooral reizen via de land- en zeegrenzen: meestal over land naar Turkije (of Azerbeidzjan), of per boot naar de Verenigde Arabische Emiraten. Daar wordt de illegale migrant doorgaans opgevangen door een andere reisagent uit het mensensmokkelcircuit, die hem of haar verder op weg helpt naar het Schengengebied of Australië. Gedocumenteerde Iraniërs hebben geen visum nodig voor Turkije. 20

In dat geval hoeft pas in Turkije een reisagent te worden ingeschakeld; deze wordt meestal wel al vanuit Iran benaderd. Een van de aangetroffen methoden om migranten illegaal naar Europa te smokkelen, is via in Iran gevestigde internationale transportbedrijven. Deze transportondernemingen hebben tientallen langeafstandschauffeurs in dienst, die via Turkije op verschillende bestemmingen in West-Europa rijden. De chauffeurs, veelal afkomstig uit Iraans-Koerdistan (Mahabad, Boukan, Sanandaj, Eslam-Abad-e Gharb), verkrijgen via een Schengenambassade moeiteloos multiple entry visa 7 voor zes maanden en zijn voortdurend onderweg naar en van West-Europa. Bij de Nederlandse politie zijn zaken bekend waarin deze vrachtwagens werden gebruikt om drugs, illegale Iraanse (en andere) migranten of beide te vervoeren. Maatregelen van de Iraanse autoriteiten Vanuit het gehele Iraanse politieke spectrum wordt regelmatig in de pers en in het parlement geklaagd over de grote aantallen hoog opgeleide Iraniërs die het land sinds de Revolutie van 1979 verlieten en nog steeds verlaten. Desondanks is geen sprake van een actief ontmoedigingsbeleid. Met uitzondering van valsheid in geschrifte, zijn activiteiten in relatie tot mensensmokkel vanuit Iran naar het buitenland niet strafbaar gesteld. Illegale uitreis is wel strafbaar, maar de straffen daarvoor zijn relatief laag. Volgens artikel 34 van de Iraanse Paspoortwet kan een illegale migrant worden gestraft met maximaal één tot twee jaar gevangenisstraf, of een geldboete tussen 50.000 en 500.000 rials (6 tot 60 USD). 8 Het is onbekend of en in welke mate oplegging van gevangenisstraf daadwerkelijk plaatsvindt. Westerse Ambassades in Teheran hebben bezwaar gemaakt bij het Iraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken tegen het aanbieden van de (valse) documenten via Farsi- en Engelstalige kranten, aangezien zij dit een openlijke vorm van mensensmokkel achten. Doorgaans blijven deze klachten onbeantwoord, al kan niet met zekerheid worden gesteld dat de Iraanse autoriteiten geen onderzoek doen naar deze documenthandelaren. 2.2.3 Irak, in het bijzonder Noord-Irak In Irak wonen naar schatting 22,5 miljoen mensen, waarvan ongeveer 15 procent in Noord-Irak. Ruwweg driekwart van de Irakese bevolking bestaat uit Arabieren; schattingen over het percentage Koerden variëren van 15 tot 20 procent. Noord-Irak wordt voornamelijk bewoond door Koerden. De Koerdische samenleving is traditioneel gebaseerd op een indeling in stammen. De macht van de stamleider, de agha, was in het verleden vrijwel absoluut. In de afgelopen decennia is de invloed van de stammen echter afgenomen; dit is mede het gevolg van de collectivisatiecampagne van de Irakese president Saddam Hoessein in de jaren tachtig. De Republiek Irak is sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 de facto in tweeën gesplitst. Noord-Irak 9 is onttrokken aan het centrale gezag in Bagdad, nadat het Baa th-regime zich in oktober 1991 uit het gebied had teruggetrokken. De twee belangrijkste partijen in Noord-Irak, de Kurdistan Democratic Party (KDP) onder leiding van voorzitter Massoud Barzani, en de Patriotic Union of Kurdistan (PUK) onder leiding van secretaris-generaal Jalal Talabani, oefenen in de praktijk ieder in een gedeelte van het gebied het gezag uit. Formeel staan de territoriale integriteit en de staatkundige eenheid van de Republiek Irak niet ter discussie. De grote partijen in Noord-Irak spreken zich niet voor onafhankelijkheid uit; zowel PUK als KDP zeggen een 7. Dit is een visum met het recht op meerdere binnenkomsten. 8. Vanwege de inflatie kunnen de boetes inmiddels zijn verhoogd. 9. Dit gebied omvat ruwweg de provincies Dohuk, Erbil, Sulaymaniya en Nieuw-Kirkuk. 21

federaal verband binnen de Irakese staat na te streven. Beide partijen genieten ieder in het eigen territoir een nagenoeg volledige handelingsvrijheid. Er is politie en er zijn ziekenhuizen, scholen en universiteiten. Wel bestaat Noord-Irak grotendeels uit onherbergzaam gebied, waardoor de bestaansmogelijkheden gering zijn. Alleen de dalen, waar de grote steden liggen, zijn vruchtbaar. De algemene veiligheidssituatie in Noord-Irak is in de afgelopen periode stabiel gebleven. KDP en PUK hebben elk het eigen gebied goeddeels onder controle. 10 Wel is de machtspositie van vooral de PUK in Noord-Irak zwakker in enkele gebieden waar de KADEK, de voormalige PKK, invloed heeft en in het grensgebied met Iran, waar islamitische groeperingen actief zijn. Net als in de voorafgaande periode deden zich in 2001 in Noord-Irak enkele aanslagen en onregelmatigheden voor. Hoewel sommige incidenten mogelijk zijn veroorzaakt met het doel de stabiliteit in Noord-Irak te ontwrichten, is van een ernstige bedreiging van de stabiliteit in het gebied geen sprake. Vergeleken met de periode vóór 1995 is het aantal gewelddadige incidenten de laatste jaren aanmerkelijk verminderd en sinds 1998 op een gelijkblijvend niveau gestabiliseerd. Incidenten met vooral een persoonlijk, clangericht en commuun karakter vinden nog wel regelmatig plaats. In de overwegend traditioneel-tribale samenleving van Noord-Irak bestaat een sociale structuur waarin bloedwraak en andere vormen van eigenrichting voorkomen. De verbetering van de algemene economische en sociaal-economische situatie in Noord-Irak heeft zich in de afgelopen periode voortgezet. Het welvaartsniveau in Noord-Irak is hoger dan in Centraal-Irak, wat voor sommige Centraal-Irakezen een reden is om naar Noord-Irak uit te wijken. Voor een groot deel van de Noord-Irakese bevolking is de situatie ten opzichte van voorgaande jaren behoorlijk verbeterd. De duurzaamheid van de groeiende economie is echter onzeker, omdat deze voor het grootste deel is gebaseerd op grootschalige smokkelactiviteiten (van goederen) en de fondsen die beschikbaar zijn in het kader van het Oil for Food-programma van de Verenigde Naties. De verdeling van de relatieve welvaart blijft bovendien scheef. Voorts is de arbeidsproductiviteit in Noord-Irak laag en de werkloosheid navenant hoog. Daarnaast blijft de onzekerheid over de finale status van Noord- Irak een pushfactor voor emigratie vanuit de regio. Irakese asielzoekers in Nederland In de afgelopen twee jaar is het aantal asielzoekers dat uit Irak naar Europa kwam, flink gestegen. Ten opzichte van 2000 steeg het totale aantal met 18% naar 40.898 personen in 2001. Van alle nationaliteiten dienden de Irakezen hiermee in 2001 de meeste asielverzoeken in Europa in. Opmerkelijk was de geringe spreiding over de Europese landen; Duitsland, Groot- Brittannië en Zweden ontvingen samen 77% van alle Irakese aanvragen in Europa. Nederland nam slechts 3% voor zijn rekening. Terwijl het aantal Irakese aanvragen in Europa steeg, deed zich in Nederland juist een sterke daling van aanvragen uit Irak voor. In 2001 nam het aantal Irakese asielverzoeken met 52% af ten opzichte van het vorige jaar (een daling van 2.773 naar 1.329 aanvragen). Daarmee zakte Irak van de derde naar de zevende plaats in de toptien van belangrijkste herkomstlanden van asielzoekers. Het besluit van de Nederlandse regering om terugkeer naar Noord-Irak mogelijk te maken, is een mogelijke verklaring voor het relatief geringe aantal asielver- 10. PUK en KDP beschikken ieder over een politiemacht, veiligheidsdienst (de 'Asayish'), inlichtingendienst en een militair apparaat. Beide militaire apparaten bestaan voor een belangrijk deel uit peshmerga's (Koerdische strijders). Ook een aantal andere partijen beschikt over dergelijke gewapende strijders. 22